Behandeling van hepatitis C
|
|
- Samuël Sasbrink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 21 Kaptein WA, Zwaagstra JJ, Venema K, Korf J. Continuous ultraslow microdialysis and ultrafiltration for subcutaneous sampling as demonstrated by glucose and lactate measurements in rats. Anal Chem 1998;70: Tiessen RG, Kaptein WA, Korf J. Slow ultrafiltration for continuous in vivo sampling; applications for glucose and lactate in rat and human. Analyt Chim Acta 1999;379: Wientjes KJ, Vonk P, Vonk-van Klei Y, Schoonen AJM, Kossen NW. Microdialysis of glucose in subcutaneous adipose tissue up to 3 weeks in healthy volunteers. Diabetes Care 1998;21: Lutgers HL, Hullegie LM, Hoogenberg K, Sluiter WJ, Dullaart RPF, Wientjes KJ, et al. Microdialysis measurement of glucose in subcutaneous adipose tissue up to three weeks in type 1 diabetic patients. Neth J Med 2000;57: Hullegie LM, Lutgers HL, Dullaart RPF, Sluiter WJ, Wientjes KL, Schoonen AMJ, et al. Effects of glucose and insulin levels on adipose tissue glucose measurement by microdialysis probes retained for three weeks in type 1 diabetic patients. Neth J Med 2000;57: Tiessen RG, Rhemrev-Boom MM, Korf J. Glucose gradient differences in subcutaneous tissue of healthy volunteers assessed with ultraslow microdialysis and a nanoliter glucose sensor. Life Sci 2002; 70: Rhemrev RM, Tiessen RG, Jonker AA, Venema K, Korf J. A lightweight measuring device for the continuous in vivo monitoring of glucose by means of ultraslow microdialysis in combination with a miniaturised flow-through biosensor. Clinica Chimica Acta 2002; 316: Webster NR. Monitoring the critically ill patient. J R Coll Surg Edinb 1999;44: Lavery RF, Livingston DH, Tortella BJ, Sambol JT, Slomovitz BM, Siegel JE. The utility of venous lactate to triage injured patients in the trauma center. J Am Coll Surg 2000;190: Berbai W, Donaldson N, Wycoll D, Wendon J. Blood lactate as an early predictor of outcome in paracetamol-induced acute liver failure: a cohort study. Lancet 2002;359: Leegsma-Vogt G, Venema K, Postema F, Korf J. Monitoring arterio-venous differences of glucose and lactate in the anaesthetized rat with or without brain damage with ultrafiltration and biosensor technology. J Neuroscience Research 2001;66: Boer J de, Potthoff H, Mulder POM, Dofferhoff ASM, Thiel RJ van, Plijter-Groendijk H, et al. Lactate monitoring with subcutaneous microdialysis in patients with shock: a pilot study. Circ Shock 1994; 43: Boer J de, Baarsma R, Okken A, Plijter-Groendijk H, Korf J. Application of trancutaneous microdialysis and continuous flow analysis for on-line glucose monitoring in new-born infants. J Lab Clin Med 1994;124: Tiessen RG, Tio RA, Hoekstra A, Venema K, Korf J. An ultrafiltration catheter for monitoring of venous lactate and glucose around myocardial ischemia. Biosens Bioelectron 2001;16: Aanvaard op 17 januari 2003 Voor de praktijk Behandeling van hepatitis C h.orlent, j.m.vrolijk, r.a.de man en s.w.schalm Chronische infectie met Hepatitis-C-virus (HCV) komt veel voor. Met een prevalentie tussen 0,1 en 5% zijn alleen al in West-Europa naar schatting 5 miljoen mensen besmet. Wereldwijd wordt dit aantal geschat op meer dan 150 miljoen. In de westerse landen is HCV-infectie na alcoholgebruik de voornaamste oorzaak van chronische leverziekte en vormt deze een van de belangrijkste redenen voor levertransplantatie. Er zijn meerdere genotypen van het virus beschreven. In westerse landen komen bij intraveneuze druggebruikers voornamelijk genotype 1a en 3 voor. Genotype 1b komt vooral voor bij patiënten die vóór 1992 een bloedtransfusie kregen. In Suriname komt genotype 2 het frequentst voor. 1 Bevolkingsonderzoek in Nederland toont in een groep met een laag risico een prevalentie van 0,1%. 2 De prevalentie is echter hoger in subpopulaties 3 zoals hemodialysepatiënten, hemofiliepatiënten die stollingsconcentraat toegediend kregen vóór 1992 en gedetineerden. Bij intraveneuze druggebruikers in de lage landen loopt de prevalentie op tot 80%. 4 Door belangrijke vooruitgang in het succes van the- Erasmus Medisch Centrum, afd. Maag-, Darm- en Leverziekten, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam. H.Orlent, dr.r.a.de Man en prof.dr.s.w.schalm, maag-, darm- en leverartsen; J.M.Vrolijk, arts-onderzoeker. Correspondentieadres: H.Orlent (h.orlent@erasmusmc.nl). samenvatting Door de recente vooruitgang in de antivirale behandeling van hepatitis C is de drempel om therapie aan te bieden aanzienlijk verlaagd. Bij 42-46% van de patiënten met een chronische hepatitis-cinfectie veroorzaakt door virusgenotype 1 is het virus blijvend verdwenen na 48 weken combinatietherapie met peginterferon alfa en ribavirine. Bij bijna 80% van de patiënten met een genotype-2- of -3-infectie is dit het geval na 24 weken combinatietherapie. De Amerikaanse consensus stelt dan ook dat bij elke patiënt met hepatitis C antivirale therapie overwogen moet worden. Identificatie van patiënten, selectie voor therapie, goede informatieverstrekking, begeleiding tijdens therapie en bestrijding van bijwerkingen leiden tot een betere therapietrouw en zijn van groot belang om het therapieresultaat te optimaliseren. Ondersteunende begeleiding in ontwenningsprogramma s en adequaat gebruik van selectieve serotonineheropnameremmers dragen hiertoe bij. rapie is de behandeling van patiënten met chronische hepatitis C nu meer geïndiceerd dan 10 jaar geleden. In dit artikel geven wij antwoord op de vraag welke patiënt behandeld dient te worden en welk behandelschema daarbij de voorkeur heeft. Hiervoor gebruiken wij recent gepubliceerde Franse en Amerikaanse consensusverslagen als leidraad Ned Tijdschr Geneeskd juni;147(25)
2 peginterferon alfa en ribavirine In 1989 genas slechts 10% van de patiënten onder monotherapie met interferon. 7 Door toevoeging van ribavirine, een nucleosideanalogon, 8 en verlenging van de therapieduur voor patiënten geïnfecteerd met HCVgenotype 1 verbeterde de duurzame virologische respons ( sustained virological response (SVR)), dat wil zeggen het niet detecteerbaar zijn van HCV-RNA 6 maanden na het beëindigen van de therapie. 910 Sinds twee jaar is er een nieuw type interferon op de markt gekomen: gepegyleerd interferon, peginterferon alfa genaamd. Door de binding van een polyethyleenglycol(peg)-molecuul aan interferon vermindert de renale klaring en neemt de plasmahalfwaardetijd toe. Er zijn 2 vormen peginterferon alfa commercieel beschikbaar: peginterferon alfa 2b (PegIntron) en peginterferon alfa 2a (Pegasys). Peginterferon alfa 2b bevat een PEGmolecuul van 12 kda en wordt gedoseerd op basis van lichaamsgewicht: 1,5 µg per kg per week. Peginterferon alfa 2a heeft een iets groter PEG-molecuul (40 kda) en wordt in een vaste dosis van 180 µg per week gegeven. Beide moleculen lijken klinisch gelijkwaardig. Met toediening van peginterferon alfa eenmaal per week worden stabiele serumconcentraties van interferon verkregen (figuur) Mede door deze constante spiegels is de effectiviteit van behandeling toegenomen. In de registratiestudies met combinatietherapie van peginterferon alfa met ribavirine werden SVR s verkregen van 42-46% bij patiënten met HCV-genotype 1 en van 76-82% bij patiënten met genotype 2 en 3; het gaat hier om patiënten die nog nooit met interferon behandeld werden Een genotype anders dan type 1, een lage hoeveelheid circulerend virus en een lage fibrosescore zijn de belangrijkste prognostische factoren voor een gunstige respons op de combinatietherapie. De bijwerkingen van de peginterferonen zijn in aard vergelijkbaar met die van standaard-interferon (tabel ). concentratie (in IU/ml) concentratie (in pg/ml) PEG-IFN tijd (in h) Farmacokinetiek van standaard-interferon alfa 2b (IFN) en peginterferon alfa 2b (PEG-IFN). Toediening van standaardinterferon (alfa 2b) IU 3 maal in de week geeft fluctuerende serumspiegels. Bij toediening van peginterferon alfa 2b 1,5 µg/kg 1 maal per week wordt een stabiele serumconcentratie bereikt. 11 Eenzelfde fenomeen geldt voor peginterferonalfa 2a. natuurlijk beloop van een hepatitis-c-infectie Ondanks de recente vooruitgang is de hepatitis-c-behandeling niet bij iedereen werkzaam en niet vrij van bijwerkingen. Alvorens therapie te initiëren is het belangrijk de kans op morbiditeit ten gevolge van hepatitis C bij de onbehandelde patiënt af te wegen tegenover de kans op succesvolle therapie. Na een meestal asymptomatisch verlopende acute infectie zal deze bij het merendeel van de patiënten overgaan in een chronische infectie, gedefinieerd als detecteerbaar blijven van HCV- RNA gedurende meer dan 6 maanden. Bij slechts 15% van de patiënten verdwijnt het virus spontaan. Dit lijkt meer voor te komen op jonge leeftijd en bij vrouwen. Bij 3-30% van de patiënten met chronische hepatitis C zullen er na een tijdsbeloop van 20 jaar ernstige leverfibrose en uiteindelijk cirrose optreden met een risico op decompensatie (ontwikkeling van ascites, varices, icterus en encefalopathie) of op het ontstaan van een levercarcinoom. De fibroseprogressie treedt versneld op bij overmatig alcoholgebruik (meer dan 30 g per dag voor een man en 20 g per dag voor een vrouw), bij mannelijk geslacht, bij co-infectie met Hepatitis-B-virus of HIV en bij oudere leeftijd op het moment van infectie. Extrahepatische manifestaties zoals lichen planus, porphyria cutanea tarda, vitiligo, membranoproliferatieve glomerulonefritis, non-hodgkinlymfoom en cryoglobulinemie treden op bij een minderheid van de patiënten, tabel 1. Bijwerkingen van behandeling met (peg)interferon alfa en ribavirine frequentie van (peg)interferon alfa ribavirine bijwerkingen IFN zeer frequent griepachtig syndroom hemolyse ( 30%) moeheid misselijkheid slapeloosheid frequent (1-30%) anorexie anemie dysgeusie hoest erytheem op de injectie- nasale plaats congestie haarverlies concentratiestoornis emotionele labiliteit depressie inductie van autoimmuunziekten cytopenie zelden ( 1%) polyneuropathie jicht paranoia of suïcidale neiging retinopathie, optische neuritis gehoorstoornis epilepsie libidoverlies cardiotoxiciteit Ned Tijdschr Geneeskd juni;147(25) 1209
3 maar kunnen op zichzelf een behandelindicatie vormen ongeacht het stadium van de leverziekte. Tenslotte wordt aan alle patiënten met chronische hepatitis C geadviseerd te streven naar een optimaal lichaamsgewicht, alcoholgebruik te beperken en vaccinatie tegen hepatitis A te overwegen. tabel 2. Contra-indicaties voor behandeling met (peg)interferon alfa en ribavirine van patiënten met hepatitis C contra- (peg)interferon alfa ribavirine indicatie absolute symptomatische hartziekte zwangerschap ernstige depressie of actieve anticonceptie psychose afwezig gedecompenseerde levercirrose eindstadium therapierefractaire epilepsie nierfalen orgaantransplantatie anders anemie dan van de lever hemoglobinopathie relatieve auto-immuunziekte selectie voor antivirale therapie Diagnose. Het merendeel van de chronisch met HCV geïnfecteerde patiënten heeft geen klachten. De diagnose wordt meestal gesteld naar aanleiding van nadere analyse van verhoogde serumtransaminasewaarden dan wel na het vinden van anti-hcv-positiviteit bij screening. Screening gebeurt routinematig bij bloeddonoren en dient verder actief te worden uitgevoerd bij risicopopulaties zoals hemofiliepatiënten, dialysepatiënten, patiënten die een bloedtransfusie kregen vóór 1992 en intraveneuze druggebruikers. Als screeningstest wordt een enzymimmunoassay (EIA) gebruikt ter detectie van anti-hcv-antistoffen in het bloed. De huidige 3e-generatie-anti-HCV-test heeft in de klinische situatie een dermate hoge positief-voorspellende waarde dat confirmatieonderzoek met een immunoblottest niet meer nodig is. De volgende stap is het aantonen van actieve virale replicatie met een kwalitatieve HCV-RNA-test op een serummonster. Het betreft hier een kwalitatieve PCRtechniek met een ondergrens van detectie van IU/ml. Kwantitatieve PCR-tests hebben een lagere gevoeligheid en dienen niet voor deze indicatie gebruikt te worden. Fout-negatieve EIA-uitslagen kunnen voorkomen bij immuungecompromitteerden. Ook bij hen is een kwalitatieve PCR aangewezen. Bij actieve virale replicatie dient de patiënt verwezen te worden naar de specialist ter evaluatie van de behandelindicatie als er geen formele contra-indicaties zijn voor antivirale therapie met peginterferon alfa en ribavirine (tabel 2) en als er geen comorbiditeit is die de prognose op middellange termijn lijkt te bepalen. Leverbiopsie. Het doel van behandeling is meestal het voorkómen van de laattijdige complicaties van terminaal leverlijden bij patiënten die hiervoor gevaar lopen. In deze beslissing staat de leverbiopsie centraal. Soms wordt antivirale behandeling gestart om symptomen te bestrijden. Het ontstaan van portoportale bindweefseluitlopers in het leverbiopt wordt algemeen als een bewijs van een betekenisvolle fibroseprogressie en dus als behandelindicatie gezien. Het merendeel van deze patiënten heeft gestegen serumwaarden van transaminasen. Een leverbiopt geeft ook bijkomende informatie over de gelijktijdige aan- of afwezigheid van andere aandoeningen. Bepaling van het genotype en kwantificering van de virushoeveelheid op een serummonster geeft informatie over de kans op succesvolle therapie en tevens over de noodzakelijke duur van de therapie. Door de verbeterde therapieresultaten komen nu ook patiënten met een histologisch geringe leverziekte en dus mogelijk slechts een geringe kans op latere cirrose in aanmerking voor behandeling. Dit geldt voornamelijk voor patiënten met een HCV-genotype-2- of -3-infectie. behandelingsschema s Acute hepatitis. Bij een acute hepatitis C dient behandeling aangeboden te worden gezien de grote kans op chroniciteit en de beschreven hoge therapiesuccessen van 83-98% SVR De beschreven behandelingsschema s komen voort uit niet-gecontroleerde studies. Wij prefereren het schema met de hoogste gerapporteerde SVR: IU interferon per dag gedurende 4 weken, gevolgd door IU interferon 3 maal per week gedurende 20 weken. De kans om door een prikaccident hepatitis C op te lopen is kleiner dan 5%. Indien de HCV-status van de bron positief of onbekend is, dient er bij de blootgestelde patiënt een HCV-PCR na 2 en 6 weken te worden uitgevoerd. Bij een positief resultaat is dan een vroegtijdige verwijzing mogelijk om behandeling met bovenstaand schema te bespreken. Ook indien de HCV-PCRuitslag na 6 weken negatief is, blijft het niettemin raadzaam na het prikaccident de patiënt in totaal 6 maanden te volgen. Chronische hepatitis C bij nog niet behandelde patiënten. De standaardbehandeling bestaat uit de combinatietherapie van peginterferon alfa met ribavirine. Patiënten met genotype 1 en 4 worden gedurende 48 weken behandeld; patiënten met genotype 2 en 3 gedurende 24 weken. Wat betreft genotype 2 en 3 is combinatietherapie met peginterferon alfa statistisch niet superieur aan combinatietherapie met standaard-interferon. De Amerikaanse consensus stelt dan ook dat interferon voor deze indicatie nog gebruikt kan worden. 6 Indien bij patiënten met genotype 1 de virushoeveelheid na 12 weken therapie met minder dan 2 log is gedaald, is de kans dat een SVR behaald kan worden bij het doorzetten van de therapie miniem. De kwantitatieve HCV-RNA-bepaling bij aanvang en na 12 weken therapie maakt tegenwoordig deel uit van de standaardmonitoring en voorkomt een nutteloze therapievoortzetting bij patiënten met het moeilijkst te behandelen genotype. Indien een kwalitatieve PCR na 24 weken nog positief is, dient de behandeling in alle gevallen gestaakt te worden (tabel 3). Bij patiënten met genotype 2 of Ned Tijdschr Geneeskd juni;147(25)
4 wordt de kwantitatieve HCV-RNA-uitslag snel negatief en is kwantificering op 12 weken overbodig. Therapietrouw draagt in belangrijke mate bij tot een optimaal therapieresultaat. Een dosisreductie in de eerste maanden van de behandeling dient vermeden te worden, maar een dosisreductie na 12 weken wegens bijwerkingen leidt tot een geringer verlies aan effectiviteit. Vroegtijdig staken van een van de componenten van de therapie leidt in de meeste gevallen tot terugkeer van de hepatitis C. Het is dus van bijzonder belang bij het optreden van bijwerkingen de patiënt te motiveren om de behandeling voort te zetten, eventueel met een gereduceerde dosis. Chronische hepatitis C bij patiënten met een recidief of zonder reactie op de behandeling. Met ontbreken van reactie op de behandeling wordt hier bedoeld een patiënt bij wie het HCV-RNA niet negatief wordt onder antivirale therapie. Bij een recidief is er wel een respons tijdens de behandeling, maar wordt het HCV-RNA nadien weer detecteerbaar in het serum. Er is geen standaardbehandeling voor patiënten met een recidief of zonder reactie op de behandeling met interferon-ribavirinecombinatietherapie. Herbehandeling met peginterferon alfa en ribavirine leidt bij patiënten met genotype 1 slechts in 10-11% van de gevallen tot SVR. Op dit moment loopt er een Nederlandse multicentrische studie voor deze moeilijk te behandelen patiëntengroep. Daarbij toetst men of een beter resultaat bereikt kan worden door inductietherapie met een hoge startdosis gecombineerd met een verlengde therapieduur van 72 weken in vergelijking met de standaardtherapie. Chronische hepatitis C: cirrose. Het induceren van een blijvende virologische klaring remt progressie van de fibrose. Bij een deel van de patiënten met cirrose werd zelfs regressie van de fibrose gerapporteerd. 20 Hierdoor vermindert vermoedelijk de kans op decompensatie en op de ontwikkeling van levercelcarcinoom. Het loont dus alleszins de moeite therapie te overwegen bij patiënten met een gecompenseerde levercirrose. De therapieresultaten met standaardtherapie zijn in deze populatie wel aanzienlijk lager dan de gemiddelde resultaten bij alle geïnfecteerden. Goede patiëntenselectie en extra controle tijdens de behandeling zijn aangewezen. Er is geen indicatie voor behandeling buiten studieverband van patiënten met een gedecompenseerde cirrose. Het nut van een onderhoudstherapie met een lage dosis peginterferon alfa ter preventie van fibroseprogressie, decompensatie of optreden van levercelcarcinoom wordt momenteel in internationale multicentrische studies onderzocht. Chronische hepatitis C: nierinsufficiëntie. Na niertransplantatie wordt een versnelde fibroseprogressie onder immuunsuppressieve therapie gerapporteerd bij patiënten met chronische hepatitis C. Bovendien kan de functie van het niertransplantaat nadelig beïnvloed worden door een hepatitis-c-gerelateerde glomerulonefritis. 21 Data omtrent beide fenomenen zijn echter inconsistent. Eventuele antivirale therapie moet plaatsvinden vóór niertransplantatie wegens een sterk verhoogde kans op rejectie van het niertransplantaat door interferonbehandeling. Ribavirine is tot nu toe gecontraïndiceerd bij patiënten met een verminderde renale klaring omdat het kan tabel 3. Standaardbehandeling 5 6 voor patiënten bij wie chronische hepatitis C met genotype 1 dan wel genotype 2 of 3 is gediagnosticeerd en advies voor virologische controle HCV-genotype 1* HCV-genotype 2 of 3 vóór de behandeling PCR kwalitatief en kwantitatief PCR kwalitatief week 0: begin van de behandeling peginterferon alfa en ribavirine (peg)interferon alfa en ribavirine week 12 PCR kwantitatief; stop de behandeling indien 2 log reductie in serumvirushoeveelheid week 24 PCR kwalitatief; stop de behandeling indien PCR kwalitatiefq; de uitslag positief is einde van de behandeling week 48 PCR kwalitatiefq; PCR kwalitatief; negatieve einde van de behandeling uitslag betekent SVR week 72 PCR kwalitatief; negatieve uitslag betekent SVR HCV = Hepatitis-C-virus; SVR = duurzame virologische respons ( sustained virological response ), dat wil zeggen het nietdetecteerbaar zijn in serum van HCV-RNA 6 maanden na het beëindigen van de therapie. *Patiënten met HCV-genotype 4 worden 12 maanden behandeld conform de richtijnen voor genotype 1. De stopregel op 12 weken is in deze populatie niet gevalideerd. Teneinde te verifiëren of de patiënt een actieve infectie heeft. Teneinde het uitgangsniveau van de serumvirushoeveelheid vast te stellen. Ribavirine (oraal) wordt voor genotype 1 gedoseerd volgens lichaamsgewicht: 800 mg per dag indien 65 kg, 1000 mg indien kg en 1200 mg indien 85 kg. Ribavirine (oraal) wordt voor genotype 2 en 3 in een vaste dosis van 800 mg bij de combinatietherapie met peginterferon alfa gegeven. qteneinde te kunnen vaststellen of een eventueel positieve PCR-uitslag 6 maanden later duidt op non-respons of op recidief. Ned Tijdschr Geneeskd juni;147(25) 1211
5 leiden tot belangrijke hemolytische anemie. De huidige richtlijnen bevelen monotherapie met (peg)interferon alfa aan. In Nederland wordt op dit moment een behandelrichtlijn voor combinatietherapie met peginterferon alfa en laaggedoseerde ribavirine ontwikkeld. Chronische hepatitis C: co-infectie met HIV. Sinds de introductie van de hoogactieve antiretrovirale therapie (HAART) is de overleving van patiënten met HIV sterk verbeterd. Enkele cohortstudies hebben er recent de aandacht op gevestigd dat gedecompenseerde leverziekte in deze groep een belangrijke doodsoorzaak geworden is. De voornaamste oorzaak hiervan is chronische hepatitis C. Interferon-ribavirinecombinatietherapie is haalbaar gebleken bij deze patiëntengroep. Bij patiënten die met HAART behandeld worden, dient de HIV-replicatie adequaat onderdrukt te zijn voor de aanvang van de therapie. 22 Als ondergrens voor het CD4 + -T-celgetal wordt in de actuele studies 200 tot /l genomen. Momenteel worden er internationale studies met peginterferon-ribavirinecombinatietherapie uitgevoerd. De voorlopige therapieresultaten zijn in al deze studies minder dan die bij patiënten met alleen HCV-infectie. Het virus lijkt minder snel te verdwijnen en de tolerantie voor de therapie is geringer. Medicamenteuze interactie tussen ribavirine en de nucleosideanaloga- reverse - transcriptaseremmers met mitochondriale toxiciteit en fatale lactaatacidose is vooral bij didanosine beschreven. Gezien de onzekerheden die er nog zijn, dient men deze patiënten in klinische studies te behandelen. Chronische hepatitis C: verslavingsproblematiek en psychische ziekten. Tot voor kort achtte men het niet opportuun HCV-patiënten met verslavingsproblemen te behandelen, omdat men bang was voor een gebrekkige therapietrouw of reïnfectie. Behandeling bij intraveneuze druggebruikers is haalbaar gebleken in de detoxificatiefase, mits deze patiënten in goede rehabilitatieprogramma s begeleid worden. Ook patiënten met een alcoholverslaving dienen niet a priori te worden uitgesloten van antivirale therapie. Specifieke begeleidingsprogramma s om de alcoholinname te onderbreken zijn aangewezen, omdat overmatige alcoholconsumptie tijdens antivirale therapie met een belangrijk verlies van effectiviteit gepaard gaat. Depressie met een potentieel risico op suïcide onder interferontherapie werd tot voor kort als strikte contraindicatie gezien voor de combinatietherapie. Selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI s) zijn met succes voor en tijdens interferonbehandeling gebruikt. Preëxistente lichte psychiatrische klachten lijken niet toe te nemen onder interferonbehandeling bij hepatitis-cpatiënten. Het merendeel van de psychiatrische afwijkingen hoeft daarom geen belemmering te zijn voor een antivirale behandeling. Een vitale depressie of een acute psychose blijft een formele contra-indicatie. conclusie Door de recente vooruitgang in de antivirale behandeling van hepatitis C is de drempel om therapie aan te bieden aanzienlijk verlaagd. De Amerikaanse consensus stelt dan ook dat bij elke patiënt met hepatitis C antivirale therapie overwogen moet worden. 6 Dit gaat vooral op voor patiënten met HCV-genotype 2 en 3 aan wie nu ook bij geringe leverziekte therapie wordt aangeboden gezien de gerapporteerde hoge, blijvende virologische respons. Identificatie van patiënten, selectie voor therapie, goede informatieverstrekking, begeleiding tijdens therapie en succesvol behandelen van bijwerkingen leiden tot betere therapietrouw en optimaal therapieresultaat. Ondersteunende begeleiding in ontwenningsprogramma s en adequaat gebruik van antidepressiva dienen daar heden ten dage deel van uit te maken. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. abstract The treatment of hepatitis C The recent advances in the antiviral therapy of hepatitis C have significantly lowered the threshold for offering such therapy to patients. Sustained virological response rates of 42-46% are achieved after 48 weeks of combination therapy with peginterferon alpha and ribavirin in patients with genotype 1 infection. In patients with a genotype 2 or 3 infection, 24 weeks of combination therapy leads to a sustained response rate of almost 80%. The U.S. National Institutes of Health consensus states that every patient with hepatitis C should be considered for antiviral therapy. Identification of the patients, selection for therapy, the provision of good information, guidance of the patient during therapy and a successful management of side effects lead to better treatment compliance and are of paramount importance in obtaining maximal therapeutic efficacy. Supportive guidance during substance abuse withdrawal programmes and the adequate use of selective serotonin reuptake inhibitors should be part of these measures. literatuur 1 Kleter B, Brouwer JT, Nevens F, Doorn LJ van, Elewaut A, Versieck J, et al. Hepatitis C virus genotypes: epidemiological and clinical associations. Liver 1998;18: Veldhuijzen IK, Conijn-van Spaendock MAE, Dorigozetsmab JW. Seroprevalentie van hepatitis B en C in de Nederlandse bevolking. Infectieziektenbulletin 2001;10: Hattum J van. Health strategy on HCV in the Netherlands. Acta Gastroenterol Belg 2002;65: Mathei C, Buntinx F, Damme P van. Seroprevalence of hepatitis C markers among intravenous drug users in western European countries: a systematic review. J Viral Hepat 2002;9: Consensus conference. Treatment of hepatitis C. Gastroenterol Clin Biol 2002;26: National Institutes of Health consensus development conference statement: management of hepatitis C. Hepatology 2002;36: S Di Bisceglie AM, Martin P, Kassianides C, Lisker-Melman M, Murray L, Waggoner J, et al. Recombinant interferon alfa therapy for chronic hepatitis C. A randomized, double-blind, placebo-controlled trial. N Engl J Med 1989;321: Reichard O, Andersson J, Schvarcz R, Weiland O. Ribavirin treatment for chronic hepatitis C. Lancet 1991;337: McHutchison JG, Gordon SC, Schiff ER, Shiffman ML, Lee WM, Rustgi VK, et al. Interferon alfa-2b alone or in combination with ribavirin as initial treatment for chronic hepatitis C. Hepatitis Interventional Therapy Group. N Engl J Med 1998;339: Ned Tijdschr Geneeskd juni;147(25)
6 10 Poynard T, Marcellin P, Lee SS, Niederau C, Minuk GS, Ideo G, et al. Randomised trial of interferon alpha2b plus ribavirin for 48 weeks or for 24 weeks versus interferon alpha2b plus placebo for 48 weeks for treatment of chronic infection with hepatitis C virus. International Hepatitis Interventional Therapy Group (IHIT). Lancet 1998;352: Glue P, Fang JW, Rouzier-Panis R, Raffanel C, Sabo R, Gupta SK, et al. Pegylated interferon-alpha2b: pharmacokinetics, pharmacodynamics, safety, and preliminary efficacy data. Hepatitis C Intervention Therapy Group. Clin Pharmacol Ther 2000;68: Perry CM, Jarvis B. Peginterferon-alpha-2a (40 kd): a review of its use in the management of chronic hepatitis C. Drugs 2001;61: Zeuzem S, Feinman SV, Rasenack J, Heathcote EJ, Lai MY, Gane E, et al. Peginterferon alfa-2a in patients with chronic hepatitis C. N Engl J Med 2000;343: Lindsay KL, Trepo C, Heintges T, Shiffman ML, Gordon SC, Hoefs JC, et al. A randomized, double-blind trial comparing pegylated interferon alfa-2b to interferon alfa-2b as initial treatment for chronic hepatitis C. Hepatology 2001;34: Manns MP, McHutchison JG, Gordon SC, Rustgi VK, Shiffman M, Reindollar R, et al. Peginterferon alfa-2b plus ribavirin compared with interferon alfa-2b plus ribavirin for initial treatment of chronic hepatitis C: a randomised trial. Lancet 2001;358: Fried MW, Shiffman ML, Reddy KR, Smith C, Marinos G, Goncales jr FL, et al. Peginterferon alfa-2a plus ribavirin for chronic hepatitis C virus infection. N Engl J Med 2002;347: Lauer GM, Walker BD. Hepatitis C virus infection. N Engl J Med 2001;345: Vogel W, Graziadei I, Umlauft F, Datz C, Hackl F, Allinger S, et al. High-dose interferon-alph2b treatment prevents chronicity in acute hepatitis C: a pilot study. Dig Dis Sci 1996;41(12 Suppl):81S-5S. 19 Jaeckel E, Cornberg M, Wedenmeyer H, Santantonio T, Mayer J, Zankel M, et al. Treatment of acute hepatitis C with interferon alfa- 2b. N Engl J Med 2001;345: Poynard T, McHutchison J, Manns M, Trepo C, Lindsay K, Goodman Z, et al. Impact of pegylated interferon alfa-2b and ribavirin on liver fibrosis in patients with chronic hepatitis C. Gastroenterology 2002;122: Fabrizi F, Poordad FF, Martin P. Hepatitis C infection and the patient with end-stage renal disease. Hepatology 2002;36: Soriano V, Sulkowski M, Bergin C, Hatzakis A, Cacoub P, Katlama C, et al. Care of patients with chronic hepatitis C and HIV co-infection: recommendations from the HIV-HCV international panel. AIDS 2002;16: Aanvaard op 16 april 2003 Medische vignetten Van gen naar ziekte; arteriohepatische dysplasie het syndroom van Alagille a.s.brooks en d.dooijes de ziekte Het syndroom van Alagille, ook bekend als arteriohepatische dysplasie (AGS; Mendelian Inheritance in Man, nummer ; omim.html), werd voor het eerst beschreven in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw. 12 AGS is een erfelijk multisystemisch ziektebeeld met autosomaal dominante overerving. De afwijkingen bij AGS zijn complex en betreffen het hart, de lever, de wervels, de ogen en het gelaat. Om de diagnose AGS te kunnen stellen moet, naast aanwezige intrahepatische galganghypoplasie, aan minimaal 3 van de volgende 6 criteria voldaan zijn: cholestase, aangeboren oogafwijkingen (embryotoxon posterior), wervelafwijkingen (vlindervormige wervels), opvallende gelaatskenmerken (hoog, breed voorhoofd, diepliggende ogen en een geprononceerde kin), congenitaal vitium cordis (kenmerkende vitia cordis zijn een perifere pulmonaalstenose en tetralogie van Fallot) en een positieve familiegeschiedenis voor AGS. Op de kinderleeftijd is er een prominent voorhoofd en een puntkin, waardoor er een driehoekig gelaat is (figuur 1). In de puberteit wordt de kin prominenter, en is het voorhoofd minder uitgesproken. De ogen blijven diepliggend. 3 Hartafwijkingen worden waargenomen Erasmus Medisch Centrum, afd. Klinische Genetica, Dr.Molewaterplein 50, 3015 GE Rotterdam. Mw.A.S.Brooks, assistent-geneeskundige; dr.d.dooijes, klinisch-moleculair geneticus. Correspondentieadres: dr.d.dooijes (d.dooijes@erasmusmc.nl). bij meer dan 95% van de AGS-patiënten. Bijkomende aangeboren afwijkingen zijn onder andere nierafwijkingen, vasculaire afwijkingen, afwijkingen aan de pancreas en slechthorendheid. 45 De inter- en intrafamiliaire variabiliteit met betrekking tot de klinische expressie is groot. 16 het gen Een positionele kloneringsstrategie leidde in 1997 tot de identificatie van het bij AGS betrokken JAG1-gen (Mendelian Inheritance in Man, nummer ; www. ncbi.nlm.nih.gov/omim/searchomim.html). 78 Tot op heden zijn er geen aanwijzingen voor locusheterogeniteit. JAG1 is gelegen op chromosoom 20 (20p12), beslaat ongeveer 36 kb aan genomisch DNA en bevat 26 exonen. het eiwit Het JAG1-eiwit is een aan de celmembraan gebonden eiwit en bestaat uit 1218 aminozuren (135 kda). Het kan een interactie aangaan met receptoren op de celmembraan van naburige cellen, waarna signalen doorgegeven kunnen worden naar het binnenste van de cel. Het JAG1-eiwit bestaat uit een groot extracellulair gedeelte (ook wel domein genoemd), dat via een enkele transmembraanregio verbonden is met een klein intracellulair domein. Binnen het extracellulaire domein bevinden zich verschillende functionele regio s, waarvan de samenstelling tijdens de evolutie ongewijzigd is gebleven. Deze regio s spelen een cruciale rol bij de receptorligandinteracties. Doordat complete JAG1-gendeleties Ned Tijdschr Geneeskd juni;147(25) 1213
Kosteneffectiviteit van Hepatitis C behandeling
Kosteneffectiviteit van Hepatitis C behandeling H. Orlent AZ Sint Jan Colloquia Disclaimers Geen gezondheidseconoom Geen expert in kosten effectiviteit analyses Kostprijs van nieuwe medicatie hoog van
Nadere informatieBeoordelingsrapport peginterferon-α-2a (Pegasys ) en peginterferon-α-2b (Pegintron ) bij de indicatie acute hepatitis C
Beoordelingsrapport peginterferon-α-2a (Pegasys ) en peginterferon-α-2b (Pegintron ) bij de indicatie acute hepatitis C 1. Samenvatting De Commissie Farmaceutische Hulp heeft een beoordelingsrapport vastgesteld
Nadere informatieMonitoringrapport 2012
Monitoringrapport 2012 Humaan 12 immuundeficiëntievirus 217 (HIV) infectie in 6Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rond 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de
Nadere informatieHepatitis C, een update. Vincent Rijckborst, Maag-Darm-Leverarts Milan J. Sonneveld, AIOS Maag-Darm-Leverziekten
Hepatitis C, een update Vincent Rijckborst, Maag-Darm-Leverarts Milan J. Sonneveld, AIOS Maag-Darm-Leverziekten Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante
Nadere informatieBehandelproblematiek en laatste ontwikkelingen in Hepatitis B Nationale hepatitis dag 2017
Behandelproblematiek en laatste ontwikkelingen in Hepatitis B Nationale hepatitis dag 2017 Bart Takkenberg Academisch Medisch Centrum Amsterdam Disclosures Speaker for Gore WL, Bayer, and Norgine Advisory
Nadere informatieHEPATITIS B. J.W. den Ouden-Muller internist Rotterdam
HEPATITIS B J.W. den Ouden-Muller internist Rotterdam Wat is Hepatitis B? Hepatitis B is een ontsteking van de lever veroorzaakt door het hepatitis B virus (HBV) en is een van de meest voorkomende infectieziekten
Nadere informatieHUIDIGE BEHANDELING VAN CHRONISCHE HEPATITIS-B-VIRUSINFECTIE VOLGENS DE RICHTLIJNEN
HUIDIGE BEHANDELING VAN CHRONISCHE HEPATITIS-B-VIRUSINFECTIE VOLGENS DE RICHTLIJNEN Nederlandse richtlijn? (2008 en 2012) AASLD richtlijn? (2009) EASL richtlijn? (2012) Met dank aan Erik Buster en de overige
Nadere informatieVICTRELIS Boceprevir
De gezondheidsautoriteiten van de EU hebben een aantal voorwaarden gekoppeld aan het in de handel brengen van het geneesmiddel VICTRELIS. Het verplichte plan voor risicobeperking in België, waarvan deze
Nadere informatieRisico minimalisatie materiaal betreffende tenofovirdisoproxil voor voorschrijvers - Brochure controle nierfunctie bij behandeling van volwassenen
Risico minimalisatie materiaal betreffende voor voorschrijvers - Brochure controle nierfunctie bij behandeling van volwassenen De risico minimalisatie materialen voor zijn beoordeeld door het College ter
Nadere informatieSofosbuvir en simeprevir: vernieuwing in hcv-therapie
Hoge prijs maakt bezinning nodig op plaats in behandeling Sofosbuvir en simeprevir: vernieuwing in hcv-therapie Sofosbuvir en simeprevir zijn direct acting antivirals die naar verwachting zullen zorgen
Nadere informatieRISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE TENOFOVIRDISOPROXIL-BEVATTENDE PRODUCTEN VOOR VOORSCHRIJVERS.
RISICO MINIMALISATIE MATERIAAL BETREFFENDE TENOFOVIRDISOPROXIL-BEVATTENDE PRODUCTEN VOOR VOORSCHRIJVERS. Brochure controle nierfunctie bij behandeling van volwassenen met HIV De risico minimalisatie materialen
Nadere informatieZwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht
Zwangerschap en HBV Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht 1 Virale aandoeningen die verticaal overdraagbaar zijn HIV Hepatitis B
Nadere informatieImmuunreactie tegen virussen
Samenvatting Gedurende de laatste eeuwen hebben wereldwijde uitbraken van virussen zoals pokken, influenza en HIV vele levens gekost. Echter, vooral in de westerse wereld zijn de hoge sterftecijfers en
Nadere informatieHepatitis C : Nieuwe ontwikkelingen
Hepatitis C : Nieuwe ontwikkelingen NATUURLIJK VERLOOP, (NIET-INVASIEVE) MANIEREN TOT DIAGNOSE "LEVERBESCHADIGING EN UITDAGINGEN VOOR DE NABIJE TOEKOMST Wim Laleman (Hepatologie, UZ Leuven) DE VERSCHILLENDE
Nadere informatieHepatitis C behandeling in Nederland, hoe hebben wij dat in 2016 gedaan?
Hepatitis C behandeling in Nederland, hoe hebben wij dat in 2016 gedaan? Dinsdag 1 november, 2016 Robert J. De Knegt Erasmus MC Rotterdam, the Netherlands r.deknegt@erasmusmc.nl Disclosures Honoraria for
Nadere informatieHet Hepatitis probleem in NL
Bewustwording Identificatie-Behandeling HEPATITIS B en C Het Hepatitis probleem in NL Virale hepatitis A-E : Wat is er aan het veranderen? Chronische hepatitis B & C: Sterfte, Impact behandeling Uitdaging
Nadere informatieFocus wie ooit gediagnosticeerd moet nog behandeld worden. Prof. dr. Jan Hendrik Richardus Dr. Robine Hofman Abby Falla, MSc
Focus 2016-2017 wie ooit gediagnosticeerd moet nog behandeld worden Prof. dr. Jan Hendrik Richardus Dr. Robine Hofman Abby Falla, MSc Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC, Rotterdam Nationale
Nadere informatieSamenvatting voor niet-ingewijden
Het immuun systeem Het immuun systeem is erg complex en vele celtypes dragen bij aan de bescherming tegen virussen en bacteriën. Voor het begrip van dit proefschrift zijn vooral de T cellen van belang.
Nadere informatieBELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Belangrijke veiligheidsinformatie voor voorschrijvers voor emtricitabine/tenofovirdisoproxil 200 mg/245 mg filmomhulde tabletten als profylaxe vóór blootstelling (PrEP)
Nadere informatieNieuwe klasse medicijnen voor chronische hepatitis C
Stand van zaken Nieuwe klasse medicijnen voor chronische hepatitis C Sem J. Aronson, Joep de Bruijne, Janke Schinkel, Christine J. Weegink, Marc van der Valk en Hendrik W. Reesink Naar schatting hebben
Nadere informatie2.3 Incubatieperiode De incubatietijd bedraagt meestal twee maanden (spreiding: 2-31 weken).
Hepatitis C B18 1. Algemeen Hepatitis C is de benaming voor leverontsteking door infectie met hepatitis C-virus (HCV). Overdracht van HCV geschiedt voornamelijk door bloed-bloedcontact, bijvoorbeeld bij
Nadere informatieAanpak HIV/HCV co-infectie. Stefan Bourgeois Gastro-entero Hepatologie ZNA (campi Stuivenberg, Palfijn & Middelheim) 19 mei 2010
Aanpak HIV/HCV co-infectie Stefan Bourgeois Gastro-entero Hepatologie ZNA (campi Stuivenberg, Palfijn & Middelheim) 19 mei 2010 Indeling Algemene begrippen over HCV Waarom behandelen bij HIV/HCV Hoe behandelen
Nadere informatieHet syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek
Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Achtergrond Het Klinefelter syndroom(ks): Genetisch kenmerk extra X-chromosoom:
Nadere informatieBehandeling en monitoring
Behandeling en monitoring De behandeling van virale hepatitis bij opiaatafhankelijke patienten: knelpunten en nieuwe kansen D.M. Hotho Arts-assistent in opleiding tot MDL-arts Erasmus MC Rotterdam Disclosure
Nadere informatieHepatitis C: Update Nationale Hepatitis Dag 2017
Hepatitis C: Update Nationale Hepatitis Dag 2017 Dr. M.J. Sonneveld AIOS MDL - epidemioloog Disclosures Speakers fees: Roche, BMS, Gilead Advisory boards: Roche, BMS, Gilead Research support: Roche, BMS
Nadere informatieInhoudsopgave Inleiding Voor wie is deze brochure? 1. Hepatitis 2. Behandeling medicijnen Alternatieve aanvullende behandelingen
Inhoudsopgave Inleiding 1 Voor wie is deze brochure? 1 1. Hepatitis B 1 1.1 Wanneer behandelen 1 1.2 Wanneer niet behandelen 2 1.3 Zwangerschap en behandeling 3 2. Behandeling en medicijnen 4 2.1 PEG-interferon
Nadere informatieHemofilie iseen zeldzame aandoening.in Nederlandbedraagt de prevalentie 8á9per
Hemofilie iseen zeldzame aandoening.in Nederlandbedraagt de prevalentie 8á9per 100,000inwoners.Dit komt in Nederlandneeropongeveer1600patiënten.Van deze patiënten heeft het merendeel(85%)hemofilie A (een
Nadere informatieFysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten
Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieallemaal beestjes 2010 Hepatitis B en C ziektebeeld prognose het virus z n strategie behandelmogelijkheden counseling de patiënt Van Hattum MDL
allemaal beestjes 2010 Hepatitis B en C ziektebeeld prognose het virus z n strategie behandelmogelijkheden counseling de patiënt Van Hattum allemaal beestjes 2010 Hepatitis B en C ziektebeeld prognose
Nadere informatieBIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Pegasys 135 microgram oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke injectieflacon van 1 ml oplossing
Nadere informatieRisicominimalisatie materiaal betreffende Tenofovirdisoproxil bevattende producten voor voorschrijvers
Risicominimalisatie materiaal betreffende Tenofovirdisoproxil bevattende producten voor voorschrijvers Aristo Pharma GmbH Wallenroder Str. 8 10 13435 Berlijn Duitsland Tenofovirdisoproxil 2/ 14 December
Nadere informatieIs hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht
Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht Disclosures Gilead, Pfizer, ViiV Eliminatie van infectie: Incidentie
Nadere informatieAan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ 'S-GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE 0530. Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl
Nadere informatieSamenvatting. Chapter12
Samenvatting Chapter12 Coinfectie met Mycobacterium Tuberculose tijdens HIV-infectie is een groot probleem in de derde wereld, daar dit leidt tot een grotere sterfte. (hoofdstuk I) In de studies beschreven
Nadere informatieBehandeling van Hepatitis C
Behandeling van Hepatitis C MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis www.mdlcentrum.nl Inleiding Uw behandelend arts heeft bij u Hepatitis C geconstateerd. De MDL-verpleegkundige gaat u begeleiden bij het behandelen
Nadere informatieNieuwe behandelingsopties HCV. Wie willen we bereiken? Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Amsterdam
Nieuwe behandelingsopties HCV Wie willen we bereiken? Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Amsterdam Disclosure Sophie Willemse (Potentiële) belangenverstrengeling Geen Wat gaat
Nadere informatieBIJLAGE IV WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES
BIJLAGE IV WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES Wetenschappelijke conclusies Co-infectie met hepatitis В-virus (HBV) en hepatitis C-virus (HCV) komt niet zelden voor als gevolg van overlappende overdrachtswijzen.
Nadere informatierichtlijn Behandeling van chronische
richtlijn Behandeling van chronische hepatitis-c-virusinfectie Samenvatting Deze richtlijn is door het Nederlands Genootschap van Maag-Darm-Leverartsen opgesteld om een praktische leidraad te bieden bij
Nadere informatierichtlijn Behandeling van chronische
richtlijn Behandeling van chronische hepatitis-c-virusinfectie Samenvatting Deze richtlijn is door de Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen opgesteld om een praktische leidraad te bieden bij
Nadere informatierichtlijn Behandeling van chronische hepatitis-b-virusinfectie
richtlijn Behandeling van chronische hepatitis-b-virusinfectie Samenvatting De richtlijn Behandeling van chronische hepatitis-b-virusinfectie is door de Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen
Nadere informatieOp 2 november 2010 is het volgende advies (A10.099) gegeven.
Op 2 november 2010 is het volgende advies (A10.099) gegeven. 1. Het verzoek van X: X brengt het geneesmiddel A op de markt. Elke geneesmiddel A bevat 250 mg A1. Elke ml bevat na bereiding van het concentraat
Nadere informatieHepatitis C. Risico's, preventie en behandeling. Prof. Dr. med. Stefan Zeuzem. European Liver Patients Association
Prof. Dr. med. Stefan Zeuzem Hepatitis C Risico's, preventie en behandeling European Liver Patients Association F. De Renesselaan, 57 B 3800 Sint-Truiden, Belgium email: contact@elpa-info.org Beste patiënt,
Nadere informatieInFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatieInformatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatieHepatitis C campagne - achtergronden van de campagne en hepatitis C -
Hepatitis C campagne - achtergronden van de campagne en hepatitis C - Maike Berghuijs NIGZ Charles Helsper Julius Centrum Landelijke Hepatitis Week - 19 januari 2009 M. Berghuijs, NIGZ & CW Helsper, Julius
Nadere informatieDetectie van occulte Hepatitis B bij bloeddonoren
Detectie van occulte Hepatitis B bij bloeddonoren Marco Koppelman 1, Theo Cuypers 2, Harry Bos 1, Maarten Koot 2, Hans Zaaijer 3 1 afdeling Nationaal Screening laboratorium Sanquin (NSS), divisie Diagnostiek
Nadere informatieGeïndividualiseerde behandeling van chronische hepatitis B-patiënten
Geïndividualiseerde behandeling van chronische hepatitis B-patiënten Individualized management of patients with chronic hepatitis B Dr. W.P. Brouwer 1 Samenvatting Op 16 oktober 2015 promoveerde dr. W.P.
Nadere informatieSymptomen bij hartfalen 24 november M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist
Symptomen bij hartfalen 24 november 2017 M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist Hartfalen Hartfalen is een complex van klachten en verschijnselen bij een structurele
Nadere informatieHepatitis B. www.hepatitisinfo.nl
Hepatitis B www.hepatitisinfo.nl Hepatitis B Epidemiologie Transmissie Virologie HBV kliniek / symptomen Diagnostiek Behandeling Preventie Prevalentie chronische hepatitis B in volwassenen Bron: http://wwwnc.cdc.gov/travel/yellowbook/2016/infectious-diseases-related-to-travel/hepatitis-b#4621
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING 146 Klinische en immunologische aspecten van pretransplantatie bloedtransfusies Inleiding Bloedtransfusies worden in de meeste gevallen gegeven aan patiënten die een tekort hebben
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere
Nadere informatiewww.virology-education.nl
HEPATITIS MASTERCLASS UTRECHT 2016-2017 MEETING PROSPECTUS www.virology-education.nl INHOUD Introductie... 3 Meeting beschrijving... 4 Achtergrond... 4 Leerdoelen... 4 Opzet... 4 Doelgroep... 4 Voorzitters...
Nadere informatieBelangrijke veiligheidsinformatie voor voorschrijvers. over Emtricitabine/Tenofovirdisoproxil Krka voor een
De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel Emtricitabine/Tenofovirdisoproxil Krka 200 mg/245 mg filmomhulde tabletten. Het
Nadere informatieSTANDPUNTEN ANAKINRA (VOORLOPIGE BEHANDELRICHTLIJN) Oktober 2002
NVR map Anakinra 12-03-2003 09:36 Pagina 1 STANDPUNTEN ANAKINRA (VOORLOPIGE BEHANDELRICHTLIJN) Oktober 2002 NVR map Anakinra 12-03-2003 09:36 Pagina 2 De door de gepubliceerde richtlijnen en standpunten
Nadere informatieHet hepatitis B -virus is heel besmettelijk en wordt overgedragen door seksueel contact, door bloed-op-bloed contact of bij de geboorte.
Hepatitis B CWZ is één van de door de NVMDL erkende hepatitis behandelcentra in Nederland. Op de polikliniek Maag-, darm- en leverziekte (MDL) werken meerdere MDL-artsen en een verpleegkundige specialist
Nadere informatieOseltamivir. Herjan Bavelaar AIOS MMB
Oseltamivir Herjan Bavelaar AIOS MMB Inhoudsopgave à Introduc5e à Globaal overzicht evidence algemene popula5e à IC- specifieke literatuur à Conclusie/ discussie Introduc5e Influenza Familie: Orthomyxoviridae
Nadere informatieDr. Steven Callens Dienst Algemeen Inwendige Geneeskunde, Infectieziekten en Psychosomatiek Universitair Ziekenhuis Gent
HIV Dr. Steven Callens Dienst Algemeen Inwendige Geneeskunde, Infectieziekten en Psychosomatiek Universitair Ziekenhuis Gent 1 HIV Hepatitis C (&B) - TB HIV TB HCV HBV 2 HIV 3 4 5 Evolutie van HIV epidemie
Nadere informatieBehandeling van Hepatitis C
Behandeling van Hepatitis C Maatschap Maag-, Darm- en Leverziekten IJsselland Ziekenhuis www.mdlcentrum.nl Inleiding Uw behandelend arts heeft bij u Hepatitis C geconstateerd. De MDL-verpleegkundige gaat
Nadere informatieRibavirine Mylan 200 mg, filmomhulde tabletten RVG 110588 Augustus 2014
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Ribavirine Mylan 200 mg, filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke filmomhulde tablet bevat 200 mg ribavirine. Voor de volledige lijst van hulpstoffen,
Nadere informatieNederlandse samenvatting. Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus
Nederlandse samenvatting Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus Baarmoederhalskanker is de op een na meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Elk jaar krijgen wereldwijd ongeveer 500.000
Nadere informatieMRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie
MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie Department of Pediatrics / Child Neurology Center for Childhood White Matter Disorders VU University Medical Center Amsterdam, NL Hersenen en
Nadere informatieMDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB
MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB B. J. Snel AIOS anesthesiologie Rowland MJ, Hadjipavlou G. Delayed cerebral ischemia after subarachnoid haemorrage: looking beyond vasospasm. Br J
Nadere informatieAan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG
> Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Zorginstituut Nederland Pakket Aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG 0530.2014126249 Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus
Nadere informatieInflammatory Bowel Disease Update Richtlijn 2009
Inflammatory Bowel Disease Update Richtlijn 2009 Handleiding 2014-2015 Therapeutic drug monitoring en farmacogenetica ter optimalisatie van IBD therapie Dirk de Jong, Radboudumc Mede namens Nanne de Boer,
Nadere informatieCitation for published version (APA): Beld, M. G. H. M. (1999). Natural history of hepatitis C virus among injecting drug users.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Natural history of hepatitis C virus among injecting drug users Beld, M.G.H.M. Link to publication Citation for published version (APA): Beld, M. G. H. M. (1999).
Nadere informatie1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström
1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd
Nadere informatieBegeleiding van HIV-patiënten
Symposium Up-to-Date in Infectieziekten Zaterdag 11 februari 2012 Begeleiding van HIV-patiënten Anneleen Lijnen Nurse physician assistant Dienst Infectieziekten 1) Voorstelling Verpleegkundige Ondersteuning
Nadere informatieHIV een kleine update. Marjolijn Pronk 16 januari 2018
HIV een kleine update Marjolijn Pronk 16 januari 2018 Hiv een kleine update HIV in Nederland Testen in de huisarts praktijk HIV en cart (combination antiretroviral therapy) De (nieuwe) HIV patient, wat
Nadere informatieHIV en hepatitis C. Dr K.D. Lettinga SLAZ jan 2014
HIV en hepatitis C Dr K.D. Lettinga SLAZ jan 2014 Inhoud workshop Epidemiologie Pathofysiologie Acute HCV Chronische HCV HCV bij HIV + Behandeling Toekomst Epidemiologie Wereldwijd 250-300 milj geïnfecteerden
Nadere informatieRode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Besmetting met hepatitis C. rkz.nl
Patiënteninformatie Besmetting met hepatitis C rkz.nl Inleiding Door een ongeluk, waarbij u mogelijk in contact bent gekomen met het bloed van iemand met hepatitis C, loopt u kans om met hepatitis C besmet
Nadere informatieOverbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling. Sterfte en HbA1c. ACCORD-studie. HbA1c en gezondheidstoestand
Overbehandeling Nieuwe behandeling Bloeddrukbehandeling Is de NHG-Standaard nog up-to-date? MONITORING VAN ONDERBEHANDELING! Simon Verhoeven en Daniel Tavenier MAAR HOE ZIT HET MET OVERBEHANDELING? Sterfte
Nadere informatieRubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln
Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln B06 Bijlage I Rubella en zwangerschap, richtlijnen voor de praktijk Beleid naar aanleiding van een (mogelijk) contact (zie toelichting 1) Inventariseer
Nadere informatieSCHILDKLIERFUNCTIESTOORNISSEN EN ZWANGERSCHAP
SCHILDKLIERFUNCTIESTOORNISSEN EN ZWANGERSCHAP SCHILDKLIERFUNCTIETESTEN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP Wat is de normale range voor TSH in elk trimester? [2012] Trimester-specifieke, per centrum bepaalde, normaalwaarden
Nadere informatieUw brief van Uw kenmerk Datum 3 augustus 2006 Farmatec/P-2705783 2 oktober 2006
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Uw brief van Uw kenmerk Datum 3 augustus 2006 Farmatec/P-2705783 2 oktober 2006 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer
Nadere informatieDe oudere patiënt met comorbiditeit
De oudere patiënt met comorbiditeit Dr. Arend Mosterd cardioloog Meander Medisch Centrum, Amersfoort Dr. Irène Oudejans klinisch geriater Elkerliek ziekenhuis, Helmond Hartfalen Prevalentie 85 plussers
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,
Nadere informatieNederlandse samenvatting. (summary in Dutch)
(summary in Dutch) Type 2 diabetes is een chronische ziekte, waarvan het voorkomen wereldwijd fors toeneemt. De ziekte wordt gekarakteriseerd door chronisch verhoogde glucose spiegels, wat op den duur
Nadere informatieMonitoringrapport 2011
4021 Monitoringrapport 2011 Human Immunodeficiency Virus (HIV) Infectie in Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rondom 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de
Nadere informatieSymptomen in de Palliatieve Fase
Symptomen in de Palliatieve Fase Internationale dag Palliatieve zorg Limburg 2015 Marieke van den Beuken- van Everdingen 36 symptomen die bij > 10% voorkomen vermoeidheid obstipatie snelle verzadiging
Nadere informatieHEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014
HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014 INTRODUCTIE HBV = dsdna virus, hoge viremie, zeer infectieus (50-100x infectieuzer dan HIV) Transmissie door contact met
Nadere informatieMonitoringrapport. Humaan immuundeficiëntievirus (HIV) infectie in Nederland. Nederlandse samenvatting
2 1 Monitoringrapport 4 02014 Humaan immuundeficiëntievirus (HIV) infectie in Nederland Nederlandse samenvatting HIV in Nederland: een overzicht In Nederland geregistreerde HIV-patiënten per medio 2014:
Nadere informatieCitation for published version (APA): van den Berg, C. H. S. B. (2009). Hepatitis C virus : epidemiology and immunology
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Hepatitis C virus : epidemiology and immunology van den Berg, C.H.S.B. Link to publication Citation for published version (APA): van den Berg, C. H. S. B. (2009).
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/29755 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29755 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Moes, Dirk Jan Alie Roelof Title: Optimizing immunosuppression with mtor inhibitors
Nadere informatieZwangerschap bij een chronische darmziekte
Maag-, Darm- en Leverziekten Zwangerschap bij een chronische darmziekte www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Vruchtbaarheid... 3 Erfelijkheid... 4 Medicijnen... 4 Invloed chronische darmziekte op de zwangerschap...
Nadere informatieChlamydia hertesten en partnerwaarschuwing in de populatie. Janneke Heijne. MINC symposium 26 juni 2014 Maastricht
Chlamydia hertesten en partnerwaarschuwing in de populatie Janneke Heijne MINC symposium 26 juni 2014 Maastricht Stellingen 1. Wiskundige modellen zijn nuttig voor het adviseren van beleid 2. Hoe meer
Nadere informatieSamenvatting richtlijn medicamenteuze behandeling van tuberculose NVALT
Samenvatting richtlijn medicamenteuze behandeling van tuberculose NVALT 2005 AANBEVELINGEN: Niveau 2 Het routinematig voorschrijven van pyridoxine bij isoniazide toediening is niet nodig. Pyridoxine suppletie
Nadere informatieDisclosure belangen S.W. Schalm
Disclosure belangen S.W. Schalm Prof dr. S.W. Schalm is directeur van LiverDoc B.V., dat zich richt op het brengen van academische kennis naar de praktijk. Hij ontvangt geen salaris; gemaakte onkosten
Nadere informatieNederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.
Nadere informatieOefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit. Mariëtte de Rooij
Oefentherapie bij patiënten met knieartrose en comorbiditeit Mariëtte de Rooij Inhoud Artrose en comorbiditeit Aangepaste oefentherapie bij comorbiditeit Resultaten pilot studie Voorbeeld Conclusie Randomized
Nadere informatieSignificante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus?
Significante Fase III Studies in de Oncologie Wat betekent dit voor de practicus? Dr. L. Dirix Medische Oncologie Behandeling van vaste tumoren Adjuverende therapie Uitgezaaide ziekte Gerandomizeerd onderzoek
Nadere informatiePneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC
Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden Teske Schoffelen, arts-assistent IC 28-02-2019 Casus Vrouw, 67 jaar Presentatie Koorts, niet-productieve hoest, dyspnoe Acuut hypoxisch
Nadere informatieEpidemiologie van HIV/HCV coinfectie. Moleculair epidemioloog, GGD Amsterdam
Epidemiologie van HIV/HCV coinfectie Thijs van de Laar Moleculair epidemioloog, GGD Amsterdam 19 januari 2010 19 januari 2010 Epidemiologie van HIV/HCV coinfectie 2 Risicogroepen Injecterende drugsgebruikers
Nadere informatieAcute hepatitis C: wie behandelen, waarmee, en hoelang?
Acute hepatitis C: wie behandelen, waarmee, en hoelang? Acute hepatitis C: who to treat, which treatment, and during what time? Auteurs Trefwoorden Key words A.S.M. Dofferhoff en C. Richter acute hepatitis
Nadere informatieHEPATITIS B. de feiten. U.Z. Gasthuisberg Leuven Dienst Hepatologie. Mevr. Els De Wit (verpleegkundig specialist) Prof. Dr. F. Nevens (Hepatoloog)
03-05-UCB Hepsera A5 Hep B N5.4 14/07/05 16:34 Page 2 U.Z. Gasthuisberg Leuven Dienst Hepatologie HEPATITIS B de feiten Mevr. Els De Wit (verpleegkundig specialist) Prof. Dr. F. Nevens (Hepatoloog) 03-05-UCB
Nadere informatieSectie Infectieziekten
Sectie Infectieziekten 1 December 2015 U kunt helpen de HIV / AIDS epidemie te beëindigen You can help to end the HIV / AIDS epidemic Sectie Infectieziekten Weet uw HIV status Know your HIV status by 2020
Nadere informatieAan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG
> Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Zorginstituut Nederland Pakket Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH
Nadere informatiehoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands
hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 203 Samenvatting in het Nederlands hoofdstuk 11 9/21/00 1:12 PM Pagina 204 204 SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Inleiding Het humaan immuundeficiëntie virus (HIV) is de
Nadere informatiePharmacotherapie. Introductie- COIG-cursus. Prof. Dr. T. van Gelder (Teun) Internist klinisch farmacoloog Erasmus MC Rotterdam
Pharmacotherapie Introductie- COIG-cursus Prof. Dr. T. van Gelder (Teun) Internist klinisch farmacoloog Erasmus MC Rotterdam vanaf 9.15 uur registratie en koffie/thee 10.00 10.15 uur opening en inleiding
Nadere informatieHepatitis E, wat moet je ermee?
Hepatitis E, wat moet je ermee? Caroline Swanink, arts-microbioloog Rijnstate 11 oktober 2016 Wanneer verricht u diagnostiek naar hepatitis E virus? A. Altijd bij een acuut hepatitis beeld B. Bij een acuut
Nadere informatie