~ ~,Y1VQ0 _~ nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie

Transcriptie

1 ~ ~,Y1VQ _~ nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Technische Universiteit Eindhoven College van bestuur Postbus MB EINDHOVEN Nummer : T3 - ktgek. : Actie : T - w datum 24 november 28 onderwerp Definitieve besluiten accreditatie (#2616 en #2617) uw kenmerk ons kenmerk NVAO/283229/IvH bijlagen 2 Geacht college, Behand./Afdoen voor : Tkn : - Hierbij ontvangt u de definitieve besluiten met een positieve beoordeling van uw aanvragen om accreditatie van de volgende opleidingen van uw instelling : - wo-bachelor Technische Wiskunde (#2616) ; - wo-master Industrial and Applied Mathematics (#2617). Hiermee beschouwen wij deze aanvragen als volledig afgehandeld. De NVAO wijst u erop dat u het accreditatiebesluit met onderliggend bewijsstuk dient door te geven aan de Informatie Beheer Groep in Groningen voor een actuele registratie in het CROHO ; 9 Inlichtingen Hans Baeyens h baeyens@nvao net Parkstraat JK I Postbus CD Den Haag PO Box / 258 CD The Hague / The Netherlands T + 31 () F + 31 () info@nvao net I www nvao net

2 ~ ~,YIVGÍO _~ nederlands -vlaamse accreditatieorganisatie Technische Universiteit Eindhoven College van bestuur Postbus MB EINDHOVEN Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding wo-bachelor Technische Wiskunde van de Technische Universiteit Eindhoven datum 24 november 28 onderwerp Besluit accreditatie wo-bachelor Technische Wiskunde Technische Universiteit Eindhoven (#2616) ons kenmerk NVAO/ /IvH bijlagen 2 i 1. Inleiding Bij brief van 11 december 27 heeft ir. H.P.J.M. Roumen, secretaris van de universiteit namens het college van bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven (TUE) te Eindhoven, bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) een aanvraag ingediend om accreditatie, als bedoeld in artikel 5a.9 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW ; Stb. 22, 32) voor de opleiding wo-bachelor Technische Wiskunde. Het betreft een opleiding (18 ECTS) met een voltijdse en deeltijdse variant die blijkens de aanvraag te Eindhoven wordt verzorgd. Ter ondersteuning van de aanvraag heeft TUE een rapport overgelegd van een door haar ingeschakelde Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI) : Quality Assurance Netherlands Universities (QANU). De visitatie van de opleiding heeft plaatsgevonden op 14 en 15 september 26. Het rapport van QANU (VBI-rapport) dateert van oktober 27. Het VBI-rapport is opgebouwd aan de hand van het Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [wo-bachelor] van de NVAO (Accreditatiekader; Stcrt. 23, 12). 2. Bevindingen Op grond van het toepasselijke Accreditatiekader wordt een opleiding beoordeeld aan de hand van zes onderwerpen, te weten : doelstellingen van de opleiding, programma, inzet van personeel, voorzieningen, interne kwaliteitszorg en resultaten. Doe/stellingen opleiding Het QANU-panel (panel) komt tot de volgende bevindingen en overwegingen. De eindtermen van de opleiding sluiten in mate aan op de eisen van vakgenoten die zijn vastgelegd in het domeinspecifiek referentiekader dat het panel hanteert. Het panel is van mening dat de eindtermen het technische karakter van de opleiding, het gegeven dat zij ingenieurs opleiden, duidelijk weerspiegelen. Het panel heeft eveneens vastgesteld dat de eindtermen van de opleiding verwijzen naar kennis en vaardigheden die van belang zijn in de beroepspraktijk waarin afgestudeerden terecht komen. De eindtermen van de opleiding maken expliciet melding van wiskundige operationele vaardigheden, van Inlichtingen Hans Baeyens h.baeyensqnvao.net Parkstraat JK I Postbus CD Den Haag PO Box / 258 CD The Hague / The Netherlands T+ 31 () F+ 31 () info@nvao net I www nvao net

3 nederlands- vlaamse accreditatie organisatie pagina 2 van 8 onderzoeks- en ontwerpvaardigheden, van academische vaardigheden en van communicatieve vaardigheden. Het panel heeft de eindtermen van de opleiding bestudeerd vanuit het perspectief van het niveau van de opleiding en in de eerste plaats vastgesteld dat het verschil in niveau tussen de bacheloropleiding en de masteropleiding in mate tot uitdrukking komt. De studenten verwerven tijdens de opleiding de basiskennis waarover een universitair opgeleide wiskundige moet beschikken. Het panel heeft vastgesteld dat in de Criteria voor Academische Bachelor Curriculum expliciet competentiegebieden worden beschreven die betrekking hebben op de algemene eisen die aan een wetenschappelijke opleiding mogen worden gesteld. De criteria zijn te beschouwen als een operationalisering van de Dublindescriptoren, waarmee ze dan ook veel overeenkomsten hebben. Het panel kan zich vinden in de manier waarop in de zelfstudie een verband wordt gelegd tussen de eindtermen van de opleiding en de competentiegebieden die in de Criteria worden beschreven. Het panel heeft de eindtermen van de opleiding bestudeerd vanuit het perspectief van de oriëntatie. Het panel is van oordeel dat de competentiegebieden in mate in de eindtermen tot uitdrukking worden gebracht. De overeenstemming van de eindkwalificaties van de opleiding met de criteria voor academische bachelorcurricula bevestigt de technischwetenschappelijke positionering van de opleiding. De NVAO beoordeelt derhalve het onderwerp `doelstellingen opleiding' als. Programma Het panel is van oordeel dat de interactie tussen onderwijs en onderzoek op een goede manier vorm heeft gekregen in het programma van de opleiding. In het onderwijs wordt gebruikgemaakt van recente en relevante literatuur, waardoor actuele ontwikkelingen in de technische wiskunde aan bod komen wanneer dat mogelijk is. Het programma biedt een goed overzicht van de stand van zaken binnen de technische wiskunde. De studenten verwerven vaardigheden met behulp waarvan zij onderzoek kunnen verrichten, al blijft dit aspect in het programma beperkt tot het afsluitende bachelorproject. De aandacht voor mogelijke toepassingen van de wiskunde vormt in de ogen van het panel een sterk punt van het programma. Het panel heeft waardering voor de manier waarop de modelleerlijn is vormgegeven en in het programma is geïntegreerd. De beschrijving in de zelfstudie laat zien dat de eindkwalificaties op een evenwichtige manier over het programma zijn gespreid en dat studenten ze in de loop van hun studie verwerven en daarmee de mogelijkheid hebben om ze geleidelijk te ontwikkelen. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding de eindkwalificaties niet heeft gekoppeld aan onderdelen van de programma's, maar aan clusters van onderdelen. Het bachelorprogramma bestaat voor het grootste deel uit verplichte onderdelen en kent slechts een beperkte keuzevrijheid. Naar het oordeel van het panel is in mate gegarandeerd dat alle studenten de geformuleerde eindkwalificaties bereiken. Het panel is van oordeel dat het programma goed doordacht en gestructureerd is. Het panel heeft geconstateerd dat het programma van de opleiding is onderverdeeld in acht clusters van samenhangende onderdelen. De clusters waaruit het programma is opgebouwd, zijn door de leerlijnen op een goede en functionele manier aan elkaar gekoppeld. Het programma van de opleiding vertoont een goede balans van verplichte en

4 nederlands- vfaarnse accreditatie organisatie ' pagina 3 van 8 keuzeonderdelen. De keuzeruimte is op een zinvolle manier ingevuld en speelt een belangrijke rol in de voorbereiding van studenten op een vervolgopleiding. In de ogen van het panel heeft het programma van de opleiding verschillende vernieuwende aspecten, zoals de manier waarop er een verband met de beroepspraktijk wordt gelegd en de manier waarop de leerlijnen zijn vormgegeven. Het panel heeft vastgesteld dat de studenten van de opleiding tevreden zijn over de studeerbaarheid van het programma, maar dat de inrichting van dat programma door de studenten wel als wat schools wordt ervaren. Het panel waardeert het dat het bijspijkeronderwijs geïntegreerd is in het programma, maar vraagt zich wel af of die integratie ver genoeg is doorgevoerd. Het panel is van oordeel dat de studielast in het algemeen op een evenwichtige manier over de onderwijsperioden is verdeeld en dat de opleiding adequate keuzen heeft gemaakt bij het programmeren van de opdrachten en de tentamens. Het panel vraagt zich af of de opleiding zich bewust is van de kennis en de vaardigheden waarover studenten die instromen in de opleiding beschikken. Het panel is van mening dat de opleiding de betrokkenheid van leraren in het voortgezet onderwijs bij de overgang van het vwo naar het wo verder zou moeten versterken. Het panel heeft eveneens vastgesteld dat de studenten die de opleiding hebben afgerond zonder verdere voorwaarden kunnen doorstromen naar de masteropleiding en dat studenten die een bacheloropleiding Technische wiskunde aan een andere universiteit hebben doorlopen ook rechtstreeks toegang hebben tot de masteropleiding. Het programma van de bacheloropleiding Technische wiskunde omvat 18 ECTS en voldoet daarmee aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. Het panel heeft geconstateerd dat het didactisch concept dat de opleiding hanteert gebaseerd is op het universitaire concept van ontwerpgericht onderwijs. Het panel heeft vastgesteld dat de inrichting van het programma blijk geeft van een adequate afweging bij het kiezen van de werkvormen voor de onderdelen van het programma. Het panel is in het bijzonder positief over de modelleerlijn en over de practica, die goed passen in het programma van een technische opleiding. Het panel is van mening dat de toetsvormen die de opleiding hanteert variatie vertonen. De keuze van de toetsvormen in de verschillende fasen van de opleiding weerspiegelt de grotere mate van zelfstandigheid die studenten in de loop van hun studie verwerven. Het panel waardeert het gebruik van huiswerkopgaven, tussentijdse opdrachten die studenten van de opleiding moeten uitvoeren, al realiseert het panel zich dat die opdrachten er mede toe leiden dat de studenten de opleiding soms als nogal schools ervaren. De NVAO beoordeelt derhalve het onderwerp 'programma' als. Inzet van personeel Het panel heeft vastgesteld dat alle leden van de wetenschappelijke staf van de capaciteitsgroep Wiskunde gepromoveerd zijn en onderzoek verrichten dat regelmatig beoordeeld wordt door internationaal samengestelde visitatiecommissies en dat in het algemeen als zeer goed wordt beoordeeld. Het panel concludeert op basis daarvan dat een belangrijk deel van het onderwijs wordt verzorgd door actieve onderzoekers die een

5 nederlands- vlaamse accreditatie organisatie pagina 4 van 8 belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. De staf is in sterke mate betrokken bij activiteiten buiten het onderwijsproces die van cruciaal belang zijn voor opleidingen op het gebied van de technische wiskunde. Het panel is van oordeel dat de capaciteitsgroep Wiskunde personeel inzet om het programma van de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. De stafstudentratio bedroeg in :18 en ligt nu iets ongunstiger maar volgens het panel wel aanvaardbaar door een kleine afslanking van de staf en iets meer studenten. Het panel heeft vastgesteld dat de docenten van mening zijn dat de onderwijsbelasting aanvaardbaar is. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding systematisch aandacht besteedt aan de professionalisering en de didactische vaardigheden van docenten, dat nieuwe docenten verplicht zijn om een cursus te volgen waarin het verzorgen van onderwijs centraal staat en dat onderwijsprestaties een rol spelen in het personeelsbeleid van de capaciteitsgroep. Het panel is er, ook op grond van de oordelen van de studenten, van overtuigd dat de docenten beschikken over de onderwijskundige en de organisatorische kwalificaties die noodzakelijk zijn om het onderwijs op een adequate manier te verzorgen. De docenten beschikken naar het oordeel van het panel ook over de vereiste inhoudelijke expertise. De NVAO beoordeelt derhalve het onderwerp 'inzet van personeel' als. Voorzieningen Het panel is onder de indruk van de kwaliteit van de materiële voorzieningen waarover de opleiding beschikt. Het panel heeft veel waardering voor het initiatief van de instelling om notebooks voor eerstejaarsstudenten beschikbaar te stellen. Het panel is evenzeer positief over de bibliotheek als zodanig en over de bibliothecaire voorzieningen waarvan de docenten en de studenten gebruik kunnen maken. Het panel heeft tijdens zijn bezoek zelf moeten vaststellen dat de kwaliteit van de onderwijs- en de vergaderruimten en de huisvesting van de docenten te wensen overlaat en dat een renovatie van het Hoofdgebouw absoluut noodzakelijk is. Het panel waardeert de aandacht die de opleiding besteedt aan de begeleiding van studenten. De bachelorcoërdinator vervult een belangrijke rol in de begeleiding. Het panel is in het bijzonder positief over de maatregel om een contract af te sluiten met studenten die minder goede resultaten behalen. Het panel heeft geconstateerd dat er op een systematische manier aandacht wordt besteed aan de informatievoorziening. De NVAO beoordeelt derhalve het onderwerp 'voorzieningen' als. Interne kwaliteitszorg Het panel heeft geconstateerd dat het onderwijs schriftelijk geënquêteerd wordt met behulp van gestandaardiseerde formulieren en dat er daarnaast kringgesprekken plaatsvinden

6 nederfands- vlaarnse accreditatie organisatie pagina 5 van 8 waarvan de verslagen een rol spelen in het proces van kwaliteitszorg. Het panel is van oordeel dat het systeem van kwaliteitszorg dat de opleiding hanteert goed is doordacht en een systematische aanpak waarborgt. Het panel heeft vastgesteld dat de resultaten van de evaluaties van het onderwijs leiden tot concrete en aantoonbare verbetermaatregelen wanneer daartoe aanleiding is. Het panel heeft geconstateerd dat er door de organisatie van de kringgesprekken, die plaatsvinden tijdens de onderwijsperiode, met enige regelmaat al aanpassingen kunnen worden gerealiseerd voor het einde van een cursus of college. Het panel heeft vastgesteld dat de docenten en de studenten op de gebruikelijke wijze betrokken zijn bij de interne kwaliteitszorg. De betrokkenheid van de studenten verloopt via de kringgesprekken en de activiteiten van de studievereniging. Naar het oordeel van het panel zou de opleidingscommissie zich sterker proactief mogen opstellen. Het panel heeft geconstateerd dat de opleiding goede, maar voornamelijk informele contacten heeft met de afgestudeerden en het afnemend beroepenveld en dat de directe inbreng van deze groepen in het proces van interne kwaliteitszorg beperkt en ad hoc is. Het panel waardeert de instelling van de klankbordgroep. De NVAO beoordeelt derhalve het onderwerp 'interne kwaliteitszorg' als. Resultaten Het panel heeft waardering voor de manier waarop het bachelorproject geïntegreerd is in het programma en voor de systematische manier waarop dat project wordt ingericht en uitgevoerd. Het panel heeft geconstateerd dat de opleiding nog geen formele streefcijfers voor de rendementen heeft vastgesteld. Het panel heeft veel cijfermateriaal over de studierendementen ontvangen, maar de informatie die het ontving was niet altijd eenvoudig te interpreteren. De cijfers waarover het panel kan beschikken geven aan dat de rendementen niet erg hoog zijn, maar niet afwijken van de rendementen van andere opleidingen. Het viel het panel op dat de opleiding de tegenvallende rendementen vooral aan externe factoren wijt. Het panel heeft wel vastgesteld dat zowel de instelling als de opleiding zich bewust is van de noodzaak om de rendementen te verbeteren en ook eerste maatregelen heeft genomen om dat doel te bereiken. De NVAO beoordeelt derhalve het onderwerp ' resultaten' als.

7 nederlands- vlaamse accreditatie organisatie pagina 6 van 8 3. Besluit Ingevolge het bepaalde in artikel 5a.1, tweede lid, van de WHW heeft de NVAO het college van bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven te Eindhoven in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 14 oktober 28 naar voren te brengen. Bij van 3 oktober 28 heeft het college van bestuur ingestemd met het voornemen tot besluit. De NVAO besluit dat accreditatie wordt verleend aan de wo-bachelor Technische Wiskunde (18 ECTS ; voltijdse en deeltijdse variant ; locatie : Eindhoven) van de Technische Universiteit Eindhoven te Eindhoven. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5a.9, vierde lid, van de WHW treedt dit besluit in werking met ingang van de dag waarop het vorige accreditatiebesluit vervalt (accreditatie van rechtswege tot en met 31 december 28), derhalve op 1 januari 29. Ingevolge het bepaalde in het zesde lid van genoemd artikel vervalt dit besluit zes jaren na de dag van inwerkingtreding, derhalve op 31 december 214. Den Haag, 24 november 28 Ne~tands-Vlaamse Accreditatieorganisatie Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken. Bijlage 1 : overzicht van beoordelingen door het panel Bijlage 2 : samenstelling van het panel

8 nedertands- vlaamse accreditatie organisatie pagina 7 van 8 Bijlage 1 : Overzicht van beoordelingen door het panel Onderwerp Facet Beoordeling door VBI voltijd en deeltijd 1. Doelstellingen 1.1 domeinspecifieke eisen 1.2 niveau bachelor 1 3 oriéntatie wo 2. Programma 2.1 eisen wo goed 2.2 relatie doelstellingen - programma 2.3 samenhang programma goed 2.4 studielast 2.5 instroom 2.6 duur 2 7 afstemming vormgeving en inhoud 2.8 beoordeling en toetsing 3. Inzet personeel 3.1 eisen wo goed 3.2 kwantiteit personeel 3.3 kwaliteit personeel 4. Voorzieningen 4.1 materiële voorzieningen goed 4.2 studiebegeleiding goed 5. Interne kwaliteitszorg 5.1 evaluatie resultaten goed 5.2 maatregelen tot verbetering goed 5.3 betrokkenheid medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten 6.1 gerealiseerd niveau goed 6.2 onderwijsrendement

9 neder(ands- vlaamse accreditatie organisatie pagina 8 van 8 Bijlage 2 : Samenstelling van het panel Naam Prof. dr. R. Tijdeman (voorzitter) Werkvelddeskundige Deskundigheid Robert Tijdeman (1943) studeerde Wiskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceert op het gebied van de getaltheorie en de discrete wiskunde. In 1987 werd hij benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Hij is directeur van de onderzoekschool Thomas Stieltjes for Mathematics en was tot voor kort voorzitter van de Akademie Raad voor de Wiskunde van de KNAW. Dr. ir. J.We Boerstoel Jan Willem Boerstoel (1937) studeerde Vliegtuigbouwkunde (panellid) aan de Technische Universiteit van Delft. In de jaren was hij als deeltijdhoogleraar in de Numerieke Vakdeskundige stromingsleer verbonden aan de Wiskundeafdeling van de Technische Universiteit Delft. 4 Prof. dr. F. Dumortier (panellid) Vakdeskundige Prof. dr. M. Lëwe (panellid) Vakdeskundige Dr. H.J. Smid (panellid) Onderwijsdeskundige Freddy Dumortier (1947) is gewoon hoogleraar aan de Universiteit Hasselt. Hij is lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten en is ondervoorzitter van het Belgische Nationaal Comité voor Wiskunde. Hij was voorzitter van het Belgisch Wiskundig Genootschap ( ). Matthias Lëwe (1964) studeerde Wiskunde en Natuurkunde aan de Universitët Bielefeld. In 23 werd hij benoemd tot hoogleraar voor statistiek en kanstheorie aan de Westfálische Wilhelmsuniversiteit Munster. Hij publiceert op het gebied van kanstheorie en toepassingen in natuurkunde, neurale netwerken, telecommunicatie, financiële en verzekeringswiskunde. Harm Jan Smid (1945) studeerde Wiskunde aan de Rijksuniversiteit Leiden. Sinds 1981 is hij verbonden aan de Technische Universiteit Delft als docent Wiskunde en Vakdidactiek wiskunde. Van 1999 tot 25 was hij directeur Interfacultair Onderwijs van de Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. M. Dekkers Mirte Dekkers (1983) studeert sinds 22 Wiskunde aan de (student-lid) Radboud Universiteit Nijmegen. Ze behaalde in 26 haar bachelordiploma en doet nu de onderzoeksvariant van de Studentgebonden deskundige masteropleiding Mathematics. Drs. S. Looijenga (secretaris) Visitatiedeskundige QAN U. Sietze Looijenga (1963) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds 1 maart 23 is hij werkzaam als projectleider Kwaliteitszorg van

10 ~ s,y1 VA _~ nederlands -vlaamse accreditatieorganisatie Technische Universiteit Eindhoven College van bestuur Postbus MB EINDHOVEN Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding wo-master Industrial and Applied Mathematics van de Technische Universiteit Eindhoven 1. Inleiding datum 24 november 28 onderwerp Besluit accreditatie wo-master Industrial and Applied Mathematics Technische Universiteit Eindhoven (#2617) ons kenmerk NVAO/ /IvH bijlagen 2 Bij brief van 11 december 27 heeft ir. H.P.J.M. Roumen, secretaris van de universiteit namens het college van bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven (TUE) te Eindhoven, bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) een aanvraag ingediend om accreditatie, als bedoeld in artikel 5a.9 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW ; Stb. 22, 32) voor de opleiding wo-master Industrial and Applied Mathematics. Het betreft een opleiding (12 ECTS) met een voltijdse en deeltijdse variant die blijkens de aanvraag te Eindhoven wordt verzorgd. Ter ondersteuning van de aanvraag heeft TUE een rapport overgelegd van een door haar ingeschakelde Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI) : Quality Assurance Netherlands Universities (QANU). De visitatie van de opleiding heeft plaatsgevonden op 14 en 15 september 26. Het rapport van QANU (VBI-rapport) dateert van oktober 27. Het VBI-rapport is opgebouwd aan de hand van het Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [wo-master] van de NVAO (Accreditatiekader; Stcrt. 23, 12). 2. Bevindingen Op grond van het toepasselijke Accreditatiekader wordt een opleiding beoordeeld aan de hand van zes onderwerpen, te weten : doelstellingen van de opleiding, programma, inzet van personeel, voorzieningen, interne kwaliteitszorg en resultaten. Doelstellingen opleiding Het QANU-panel ( panel) komt tot de volgende bevindingen en overwegingen. De eindtermen van de opleiding sluiten in mate aan op de eisen van vakgenoten die zijn vastgelegd in het domeinspecifiek referentiekader dat het panel hanteert. Het panel is van mening dat de eindtermen het technische karakter van de opleiding, het gegeven dat zij ingenieurs opleiden, duidelijk weerspiegelen. Het panel heeft eveneens vastgesteld dat de eindtermen van de opleiding verwijzen naar kennis en vaardigheden die van belang zijn in de beroepspraktijk waarin afgestudeerden terecht komen. De eindtermen van de opleiding maken expliciet melding van wiskundige operationele vaardigheden, van Inlichtingen Hans Baeyens h.baeyens@nvao.net Parkstraat JK I Postbus CD Den Haag PO Box / 258 CD The Hague /The Netherlands T + 31 () F + 31 () info@nvao net I www nvao net

11 nederlands- ulaamse accreditatie organisatie go pagina 2 van 8 onderzoeks- en ontwerpvaardigheden, van academische vaardigheden en van communicatieve vaardigheden. Het panel heeft de eindtermen van de opleiding bestudeerd vanuit het perspectief van het niveau van de opleiding en in de eerste plaats vastgesteld dat het verschil in niveau tussen de bacheloropleiding en de masteropleiding in mate tot uitdrukking komt. Het panel heeft vastgesteld dat in de Criteria voor Academische Master Curriculum expliciet competentiegebieden worden beschreven die betrekking hebben op de algemene eisen die aan een wetenschappelijke opleiding mogen worden gesteld. De criteria zijn te beschouwen als een operationalisering van de Dublin-descriptoren, waarmee ze dan ook veel overeenkomsten hebben. Het panel kan zich vinden in de manier waarop in de zelfstudie een verband wordt gelegd tussen de eindtermen van de opleiding en de competentiegebieden die in de Criteria worden beschreven. Het panel heeft de eindtermen van de opleiding bestudeerd vanuit het perspectief van de oriëntatie. Het panel is van oordeel dat de competentiegebieden in mate in de eindtermen tot uitdrukking worden gebracht. De overeenstemming van de eindkwalificaties van de opleiding met de criteria voor academische mastercurricula bevestigt de technischwetenschappelijke positionering van de opleiding. Afgestudeerden komen terecht bij bedrijven en instellingen in uiteenlopende sectoren. De NVAO beoordeelt derhalve het onderwerp ' doelstellingen opleiding' als. Programma Het panel is van oordeel dat de opzet van het programma van de opleiding in mate waarborgt dat studenten vertrouwd raken met actuele discussies en lopend onderzoek binnen de technische wiskunde. Het panel heeft geconstateerd dat er in het cursorisch onderwijs gebruik wordt gemaakt van actuele en gespecialiseerde literatuur die aansluit bij het niveau van de opleiding. Het programma wordt afgesloten met het afstudeerproject, waarin studenten moeten laten zien dat zij beschikken over vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. De beschrijving in de zelfstudie laat zien dat de eindkwalificaties op een evenwichtige manier over het programma zijn gespreid en dat studenten ze in de loop van hun studie verwerven en daarmee de mogelijkheid hebben om ze geleidelijk te ontwikkelen. Het masterprogramma kent een verplicht deel en een keuzedeel. Het panel is van oordeel dat het programma het alle studenten mogelijk maakt de gestelde eindkwalificaties te bereiken. Het panel heeft wel geconstateerd dat nog niet bij alle mastervakken een goede beschrijving van de leerdoelen gegeven wordt en adviseert de opleiding om gerichte aandacht te besteden aan de formulering van de leerdoelen. Naar het oordeel van het panel is de onderverdeling van het programma van de opleiding, die naast een basisprogramma drie specialisaties kent, op een goede en doordachte manier tot stand gekomen. De onderdelen van het basisprogramma leggen een goede basis voor de verdere specialisatie van de studenten, die uitmondt in het afsluitende afstudeerproject. Het panel heeft vastgesteld dat de afstemming van de programma's van de masteropleidingen van de drie technische universiteiten nog niet in alle gevallen probleemloos verloopt, maar dat de opleidingen op dit punt de samenhang goed bewaken. In de ogen van het panel heeft het programma van de opleiding verschillende vernieuwende

12 nederlands- vdaamse accreditatie organisatie M pagina 3 van 8 aspecten, zoals de manier waarop er een verband met de beroepspraktijk wordt gelegd en de manier waarop de leerlijnen zijn vormgegeven. Het panel heeft vastgesteld dat de studenten van de opleiding tevreden zijn over de studeerbaarheid van het programma. Naar het oordeel van het panel is het programma minder studeerbaar voor buitenlandse studenten, die moeite hebben om het programma te doorlopen in de tijd die daarvoor is gereserveerd. Het panel waardeert de regeling die is opgesteld voor de afstudeerprojecten, die erin voorziet dat er voor elk project een planning wordt opgesteld en dat die planning ook wordt bewaakt. Het panel is ervan overtuigd dat die regeling een positief effect heeft op de studeerbaarheid en de studievoortgang in de eindfase van de opleiding. De opleiding hanteert een toelatingsprocedure voor studenten die een andere vooropleiding hebben gevolgd. Het panel heeft tijdens haar bezoek vastgesteld dat er een probleem bestaat met de toelating van buitenlandse studenten. In de ogen van het panel is het nodig om de manier waarop de opleiding de toelatingsprocedure hanteert te verbeteren, zodat de opleiding een beter beeld krijgt van de geschiktheid van studenten. Het panel waardeert het dat de opleiding zich veel inspanningen getroost om buitenlandse studenten aan te trekken. Het programma van de masteropleiding Industrial and applied mathematics omvat 12 ECTS en voldoet daarmee aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. Naar het oordeel van het panel zijn de keuzen die de opleiding heeft gemaakt voor de inrichting van het programma adequaat en sluiten ze aan bij de grotere mate van zelfstandigheid waarover studenten in de masterfase beschikken. Het panel is van oordeel dat de verscheidenheid aan werkvormen die in de bacheloropleiding wordt gehanteerd in iets sterkere mate zou moeten worden doorgevoerd naar de masteropleiding. Het panel heeft vastgesteld dat de studenten van de opleiding geen onderdelen volgen waarin zij in groepsverband moeten werken. Het panel heeft veel waardering voor de manier waarop de opleiding vorm heeft gegeven aan de voorbereiding, de planning, de uitvoering en de afronding van het afstudeerproject en voor de begeleiding die studenten daarbij ontvangen. Het panel heeft van de studenten vernomen dat de richtlijnen die de opleiding heeft opgesteld ook in de praktijk worden gebruikt en dat de planmatige aanpak van het afstudeerproject naar behoren functioneert. De NVAO beoordeelt derhalve het onderwerp ' programma' als. Inzet van personeel Het panel heeft vastgesteld dat alle leden van de wetenschappelijke staf van de capaciteitsgroep Wiskunde gepromoveerd zijn en onderzoek verrichten dat regelmatig beoordeeld wordt door internationaal samengestelde visitatiecommissies en dat in het algemeen als zeer goed wordt beoordeeld. Het panel concludeert op basis daarvan dat een belangrijk deel van het onderwijs wordt verzorgd door actieve onderzoekers die een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. De staf is in sterke mate betrokken bij activiteiten buiten het onderwijsproces die van cruciaal belang zijn voor opleidingen op het gebied van de technische wiskunde. Het panel is van oordeel dat de capaciteitsgroep Wiskunde personeel inzet om het programma van de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. De staf-

13 nederlands- vtaamse accreditatie organisatie! pagina 4 van 8 studentratio bedroeg in :18 en ligt nu iets ongunstiger maar volgens het panel wel aanvaardbaar door een kleine afslanking van de staf en iets meer studenten. Het panel heeft vastgesteld dat de docenten van mening zijn dat de onderwijsbelasting aanvaardbaar is. Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding systematisch aandacht besteedt aan de professionalisering en de didactische vaardigheden van docenten, dat nieuwe docenten verplicht zijn om een cursus te volgen waarin het verzorgen van onderwijs centraal staat en dat onderwijsprestaties een rol spelen in het personeelsbeleid van de capaciteitsgroep. Het panel is er, ook op grond van de oordelen van de studenten, van overtuigd dat de docenten beschikken over de onderwijskundige en de organisatorische kwalificaties die noodzakelijk zijn om het onderwijs op een adequate manier te verzorgen. De docenten beschikken naar het oordeel van het panel ook over de vereiste inhoudelijke expertise. De NVAO beoordeelt derhalve het onderwerp 'inzet van personeel' als. Voorzieningen Het panel is onder de indruk van de kwaliteit van de materiële voorzieningen waarover de opleiding beschikt. Het panel is evenzeer positief over de bibliotheek als zodanig en over de bibliothecaire voorzieningen. Het panel heeft tijdens zijn bezoek zelf moeten vaststellen dat de kwaliteit van de onderwijs- en de vergaderruimten en de huisvesting van de docenten te wensen overlaat en dat een renovatie van het Hoofdgebouw absoluut noodzakelijk is. Het panel is van mening dat de keuzen die de opleiding gemaakt heeft adequaat zijn en in overeenstemming met het niveau van zelfstandigheid dat van de studenten van de opleiding verwacht mag worden. Wel wil het panel de opleiding adviseren de begeleiding van buitenlandse studenten zeker in het begin beter te structureren, gezien de problemen die deze groep blijkt te ondervinden. De NVAO beoordeelt derhalve het onderwerp 'voorzieningen' als. Interne kwaliteitszorg Het panel heeft geconstateerd dat het onderwijs schriftelijk geënquëteerd wordt met behulp van gestandaardiseerde formulieren en dat er daarnaast kringgesprekken plaatsvinden waarvan de verslagen een rol spelen in het proces van kwaliteitszorg. Het panel is van oordeel dat het systeem van kwaliteitszorg dat de opleiding hanteert goed is doordacht en een systematische aanpak waarborgt. Het panel is echter wel van oordeel dat de opleidingscommissie meer bij de evaluaties van de opleiding zou moeten worden betrokken. Het panel heeft vastgesteld dat de resultaten van de evaluaties van het onderwijs leiden tot concrete en aantoonbare verbetermaatregelen wanneer daartoe aanleiding is. Het panel heeft geconstateerd dat er door de organisatie van de kringgesprekken, die plaatsvinden

14 nederlands- vlaamse accreditatie organisatie pagina 5 van 8 tijdens de onderwijsperiode, met enige regelmaat al aanpassingen kunnen worden gerealiseerd voor het einde van een cursus of college. Het panel heeft vastgesteld dat de docenten en de studenten op de gebruikelijke wijze betrokken zijn bij de interne kwaliteitszorg. De betrokkenheid van de studenten verloopt via de kringgesprekken en de activiteiten van de studievereniging. Naar het oordeel van het panel zou de opleidingscommissie zich sterker proactief mogen opstellen. Het panel heeft geconstateerd dat de opleiding goede, maar voornamelijk informele contacten heeft met de afgestudeerden en het afnemend beroepenveld en dat de directe inbreng van deze groepen in het proces van interne kwaliteitszorg beperkt en ad hoc is. Het panel waardeert de instelling van de klankbordgroep.! De NVAO beoordeelt derhalve het onderwerp 'interne kwaliteitszorg' als. Resultaten Het panel heeft vastgesteld dat de afgestudeerden van de ongedeelde opleiding en de masteropleiding met wie het tijdens zijn bezoek heeft gesproken goed waren voorbereid op een loopbaan binnen of buiten de universitaire wereld. Het panel is van oordeel dat de kwaliteit van de afstudeerscripties die het heeft bestudeerd in het algemeen goed is en in sommige gevallen boven dat niveau uitstijgt. Het panel heeft geconstateerd dat het onderzoek waarvan in de scripties verslag wordt gedaan, goed uitgevoerd is en dat de verslaglegging als zodanig ook goed is. Het panel heeft vastgesteld dat de goede contacten die de opleiding heeft met de beroepspraktijk in de scripties tot uitdrukking komen. Het panel kan zich in het algemeen goed vinden in de beoordelingen van de afstudeerscripties. Het panel heeft geconstateerd dat de opleiding nog geen formele streefcijfers voor de rendementen heeft vastgesteld. Het panel heeft veel cijfermateriaal over de studierendementen ontvangen, maar de informatie die het ontving was niet altijd eenvoudig te interpreteren. Dat is voor een deel het gevolg van het feit dat de opleiding pas recent van start is gegaan. De cijfers waarover het panel kan beschikken (en die voor een belangrijk deel betrekking hebben op de ongedeelde opleiding) geven aan dat de rendementen niet erg hoog zijn, maar niet afwijken van de rendementen van andere opleidingen. Het viel het panel op dat de opleiding de tegenvallende rendementen vooral aan externe factoren wijt. Het panel heeft wel vastgesteld dat zowel de instelling als de opleiding zich bewust is van de noodzaak om de rendementen te verbeteren en ook eerste maatregelen heeft genomen om dat doel te bereiken. De NVAO beoordeelt derhalve het onderwerp ' resultaten' ais.

15 nederlands- vlaarrmse accreditatie organisatie pagina 6 van 8 3. Besluit Ingevolge het bepaalde in artikel 5a.1, tweede lid, van de WHW heeft de NVAO het college van bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven te Eindhoven in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 14 oktober 28 naar voren te brengen. Bij van 3 oktober 28 heeft het college van bestuur ingestemd met het voornemen tot besluit. De NVAO besluit dat accreditatie wordt verleend aan de wo-master Industrial and Applied Mathematics (voltijdse en deeltijdse variant ; locatie : Eindhoven) van de Technische Universiteit Eindhoven te Eindhoven. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5a.9, vierde lid, van de WHW treedt dit besluit in werking met ingang van de dag waarop het vorige accreditatiebesluit vervalt (accreditatie van rechtswege tot en met 31 december 28), derhalve op 1 januari 29. Ingevolge het bepaalde in het zesde lid van genoemd artikel vervalt dit besluit zes jaren na de dag van inwerkingtreding, derhalve op 31 december 214. Den Haag, 24 november 28 Nelartands`-Vlaamse d Accreditatieorganisatie L~ Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken. Bijlage 1 : overzicht van beoordelingen door het panel Bijlage 2 : samenstelling van het panel

16 nederlands- vlaamse accreditatie organisatie pagina 7 van 8 Bijlage 1 : Overzicht van beoordelingen door het panel Onderwerp Facet Beoordeling door VBI voltijd en deeltijd 1. Doelstellingen 1.1 domeinspecifieke eisen 1.2 niveau master 1.3 oriëntatie wo 9) 2. Programma 2.1 eisen wo 2.2 relatie doelstellingen - programma 2.3 samenhang programma goed 2.4 studielast 2.5 instroom 2 6 duur 2.7 afstemming vormgeving en inhoud 2.8 beoordeling en toetsing goed 3. Inzet personeel 3.1 eisen wo goed 3.2 kwantiteit personeel 3.3 kwaliteit personeel 4. Voorzieningen 4.1 materiële voorzieningen goed 4.2 studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg 5.1 evaluatie resultaten 5.2 maatregelen tot verbetering 5.3 betrokkenheid medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten 6.1 gerealiseerd niveau goed 6.2 onderwijsrendement

17 nederlands- vtaarnse accreditatie organisatie pagina 8 van 8 Bijlage 2 : Samenstelling van het panel Naam Prof. dr. R. Tijdeman (voorzitter) Werkvelddeskundige Deskundigheid Robert Tijdeman (1943) studeerde Wiskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceert op het gebied van de getaltheorie en de discrete wiskunde. In 1987 werd hij benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Hij is directeur van de onderzoekschool Thomas Stieltjes for Mathematics en was tot voor kort voorzitter van de Akademie Raad voor de Wiskunde van de KNAW. 4 Dr. ir. J.W. Boerstoel Jan Willem Boerstoel (1937) studeerde Vliegtuigbouwkunde (panellid) aan de Technische Universiteit van Delft. In de jaren was hij als deeltijdhoogleraar in de Numerieke Vakdeskundige stromingsieer verbonden aan de Wiskundeafdeling van de Technische Universiteit Delft. Prof. dr. F. Dumortier (panellid) Vakdeskundige Prof. dr. M. Lëwe (panellid) Vakdeskundige Dr. H.J. Smid (panellid) Onderwijsdeskundige Freddy Dumortier (1947) is gewoon hoogleraar aan de Universiteit Hasselt. Hij is lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten en is ondervoorzitter van het Belgische Nationaal Comité voor Wiskunde. Hij was voorzitter van het Belgisch Wiskundig Genootschap ( ). Matthias Lëwe (1964) studeerde Wiskunde en Natuurkunde aan de Universitët Bielefeld. In 23 werd hij benoemd tot hoogleraar voor statistiek en kanstheorie aan de Westfëlische Wilhelmsuniversiteit Munster. Hij publiceert op het gebied van kanstheorie en toepassingen in natuurkunde, neurale netwerken, telecommunicatie, financiële en verzekeringswiskunde. Harm Jan Smid (1945) studeerde Wiskunde aan de Rijksuniversiteit Leiden. Sinds 1981 is hij verbonden aan de Technische Universiteit Delft als docent Wiskunde en Vakdidactiek wiskunde. Van 1999 tot 25 was hij directeur Interfacultair Onderwijs van de Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. M. Dekkers Mirte Dekkers (1983) studeert sinds 22 Wiskunde aan de (student-lid) Radboud Universiteit Nijmegen. Ze behaalde in 26 haar bachelordiploma en doet nu de onderzoeksvariant van de Studentgebonden deskundige masteropleiding Mathematics. Drs. S. Looijenga Sietze Looijenga (1963) studeerde Nederlandse taal- en (secretaris) letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds 1 maart 23 is hij werkzaam als projectleider Kwaliteitszorg van Visitatiedeskundige QAN U.