ONDERWIJSRAAD W0B VGRAVENHAGE. - 6 m m
|
|
- Dries Coppens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 / N l l f s p n u / ( i r n i. _ Advies niet-ambtelijke adviescommissie ONDERWIJSRAAD W0B VGRAVENHAGE. - 6 m m Nossaulaan ó O.R. I/ltib T 2514 JS 's-gravenhoge Tel Bericht op hef schrijven van b december H183, HW/OS 428.Ö67-I. Betreffende: concept-beleidsnota leraren- de minister van onderwijs en wetenschappen, opleiding afgestudeerden w.o. Nieuwe Uitleg 1, ' s-gravenhage. AAN va/ak In antwoord op bovenvermeld schrijven bericht de Onderwijsraad - inzonderheid de Eerste en Zevende Afdeling - u als volgt over de daarbij ter advies toegezonden conceptbeleidsnota inzake de lerarenopleiding voor afgestudeerden van het wetenschappelijk onderwijs. De strekking van deze concept-nota - verder te noemen de Nota - is de formele eindverantwoordelijkheid voor de eerstegraadslerarenopleidingen, de tweede fase-opleidingen in de /.in van artikel 32, vijfde lid van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs, nu krachtens dit artikel gedragen door universiteiten en hogescholen, over te brengen naar de nieuwe lerarenopleidingen (NLO's). I. liet organisatorische beginsel. In het begin van hoofdstuk 2 van de Nota stelt n terecht, dat in de gedachtenontwikkeling en besluitvorming over de geprofessionaliseerde lerarenopleiding het idee centraal staat, dat een van de belangrijkste kenmerken van deze opleidingen moet zijn de integratie van vakinhoudelijke en onderwijskundige voorbereiding. Bij de NLO's is daarbij inderdaad van meet af aan het leidende beginsel geweest, dat deze twee elementen in de opleidingen gelijktijdig en in samenhang plaats vinden. Ook bij de hersttucturering van de m.o.-opleidingen wordt gestreefd naar een dergelijke integratie volgens het zgn. y-model. Voor de voltijdse eerstegraadsopleidingen bleek dit model, zoals u vervolgens zegt, niet realiseerbaar en is daarom gekozen voor een structuur van deze lerarenopleiding als vervolgopleiding na een vakinhoudelijk doctoraal examen met een pre-doctorale oriëntatie overeenkomstig het zgn. i-model. De Raad herinnert eraan, dat bij de totstandkoming van de Wet twee-fasenstructuur w.o. juist ter wille van het streven naar integratie, althans naar een zo groot mogelijke samenhang tussen vakinhoudelijke en onderwijskundige voorbereiding voor deze opleidingen is gekozen voor het bijeenhouden van beide elementen in één instituut, te weten de instelling van wetenschappelijk onderwijs, welke dan ook de volledige verantwoordelijkheid voor beide elementen zou dragen. Het fundamentele bezwaar tegen de door u nu voorgestelde maatregel is, dat bedoelde samenhang, toch al min- Me«gelieve bi het antwoord dagtekening en nummer van rilt ichrijven te vermelden
2 OR 1/165 T 2- der sterk door de keuze van het i-model, nog meer wordt verzwakt om niet te zeggen uitgehold door het uiteenhalen van beide elementen en ze onder te brengen in twee verschillende instituten met onderscheiden verantwoordelijkheid. Hierbij komt bovendien nog de splitsing van het element van onderwijskundige voorbereiding over deze twee instituten door het onderbrengen van het onderdeel pre-doctorale oriëntatie bij de universiteit of hogeschool en het onderdeel post-doctorale opleiding bij de NLO's. Het gevolg zal onder meer zijn, dat het tijdens de onderwijskundige voorbereiding nodige contact met de vakinhoudelijke aspecten zo niet verbroken dan toch uiterst moeilijk wordt, terwijl juist te verwachten is, dat zij die in opleiding zijn bij hun eerste ervaringen met de praktijk van het onderwijs behoefte hebben ook aan vakinhoudelijke steun. Een naar het oordeel van de Raad bijzonder kwalijk gevolg zal zijn de scheiding tussen het onderwijs (NLO's) en het onderzoek, dat volgens de Nota bij het wetenschappelijk onderwijs blijft. Waar in het algemeen al in het wetenschappelijk onderwijs het contact en de wisselwerking tussen onderwijs en onderzoek van zeer groot belang zijn, geldt dit nog sterker bij deze lerarenopleidingen omdat hier het onderwijs zelf object van onderzoek is. Het staat naar het oordeel van de Raad ook vast, dat het voor alle vakken, waarvoor het wetenschappelijk onderwijs opleidt, onverschillig of het betreft algemeen vormende, theoretisch-beroepsgerichte dan wel praktisch-beroepsgeriehte vakken,gewenst is in het bijzonder de vakdidactiek van de eerstegraadslerarenopleiding mede te ontwikkelen vanuit het vakinhoudelijk wetenschappelijk onderwijs, althans in nauwe samenhang en onderlinge wisselwerking hiermede. Voor de Raad is dat een van de belangrijkste argumenten voor de koppeling wetenschappelijk onderwijs en de lerarenopleiding in die vakken, dus voor de handhaving van het beginsel van de eenheid van vakopleiding en lerarenopleiding binnen eenzelfde instelling. Dit organisatorische beginsel is overigens onlangs nog bekrachtigd in artikel 82 a, eerste lid, onder b, van de ontwerp-wet op het hoger beroepsonderwijs, waarin de reeds bestaande mogelijkheid om na een vakstudie aan een h.b.o.- inrichting in de tweede fase een lerarenopleiding in datzelfde vak te volgen terecht wettelijk is bevestigd. Dit is uiteraard vooral van belang voor meer beroepsgerichte vakken, waarbij het erom gaat voldoende praktijkervaring in de vakopleiding, welke aan de lerarenopleiding voorafgaat, te integreren. Uit het oogpunt van gelijkwaardigheid van w.o. en h.b.o. is het dan al onjuist dat beginsel voor het w.o. nu te doen vervallen. De Raad pleit met klem voor handhaving van het voor de lerarenopleiding zo belangrijke beginsel van organisatorische eenheid met de vakopleiding binnen het instituut van
3 OR 1/165 T -3- het wetenschappelijk onderwijs om de nodige samenhang en zo mogelijk de integratie tussen beide optimaal te kunnen blijven bevorderen. De Raad wijst er in dit verband op, dat in andere landen steeds meer wordt gekozen voor incorporatie van de lerarenopleidingen in de universiteiten. De voorgestelde maatregel dreigt Nederland in dit opzicht in een uitzonderingspositie te brengen. 11. De bes t aaiide knc lp u ni e n. De inleiding noemt als argument voor de voorgestelde maatregel de knelpunten, welke zich voordoen bij de uitwerking van de tweede-fase lerarenopleiding binnen het wetenschappelijk onderwijs. Afgezien van het feit, dat de Nota geen antwoord geeft op de voor de hand liggende vraag door wie, hoe en waar deze knelpunten als zodanig zijn ervaren, is het zeker een gemis, dat de Nota niet de mogelijkheid overweegt deze knelpunten reeds in het kader van de bestaande regeling in vermelde wet op te lossen. De Nota maakt ook nauwelijks duidelijk, of en in hoeverre de voorgestelde verbinding van genoemde lerarenopleidingen aan de NLO's deze knelpunten zo niet wegneemt dan toch minder sterk doet gevoelen. Als eerste knelpunt noemt de Nota de afstemming van de capaciteit op de arbeidsmarkt. De Raad vermag niet in te zic-n, dat de regeling voor het w.o. betreffende de afstemming beter althans anders moet zijn dan de regeling voor het h.b.o. in casu de NLO's. Voor zover er nu verschil is, kan dit, gezien ook het streven naar harmonisatie van beide regelingen, beter door wijziging van een van de bestaande regelingen worden opgeheven. Het overbrengen van de lerarenopleiding van de ene regeling naaide andere is daarvoor uiteraard niet nodig, met andere woorden het genoemde knelpunt levert hiervoor volstrekt geen grond. Overigens mag krachtens de Wet op het wetenschappelijk onderwijs bij het opzetten van een tweede fase-opleiding behalve met de belangstelling van aanstaande studenten voor de opleiding nu al rekening worden gehouden met de maatschappelijke behoefte aan afgestudeerden (artikel 96ter, derde lid, onder a en b). In verband met de naar zijn oordeel te sterke accentuering van de behoefte aan afstemming op de arbeidsmarkt met name in hoofdstuk 6 van de Nota wijst /de Raad er nog eens op - zie ook zijn advies d.d. 5 oktober 1982, OR/70 T, ter zake van wetsontwerpen beperking inschrijving w.o. en h.b.o. - dat die afstemming een gecompliceerde en tevens problematische zaak blijft. Dat hoofdstuk gaat naar zijn inzicht te zeer voorbij aan de behoefte van de studerende generatie om een bekwaamheid of bevoegdheid te verwerven ongeacht de grote kans op werkloosheid.
4 OR 1/165 T -4- Als tweede knelpunt in de bestaande regeling noemt de Nota de samenhang met de overige lerarenopleidingen. In hoofdstuk 2 worden drie overwegingen naar voren gebracht ter zake van deze samenhang, op grond waarvan het noodzakelijk zou zijn, dat de eindverantwoordelijkheid voor de voltijdse lerarenopleiding voor afgestudeerden van het wetenschappelijk onderwijs bij de NLO's komt te liggen. De eerste overweging (A) is de eenheid van kwaliteitsbewaking. De Raad tekent hierbij aan, dat de NLO's toch geen verantwoordelijkheid kunnen dragen voor de kwaliteit van de vakinhoudelijke component van de opleiding en zelfs niet voor het eerste deel van de onderwijskundige component, te verzorgen door het w.o. Naar het oordeel van de Raad vergt een goede kwaliteitsbewaking, wil er enigerlei band blijven tussen vakinhoudelijke en onderwijskundige voorbereiding, dat er één verantwoordelijkheid is voor beiden samen. De Raad laat hierbij nog in het midden de vraag, of bij de NLO's de kwaliteitsbewaking van de onderwijskundige component van de opleiding beter, althans even goed kan worden gegarandeerd dan in het w.o. De Nota noemt onder A nog als voordeel van de voorgestelde maatregel de mogelijkheid van een samenhangende regelgeving voor de kwaliteitsbewaking van alle lerarenopleidingen binnen een wettelijk kader. De Raad ziet echter niet, dat een dergelijke regeling meer samenhang garandeert dan een mogelijke afstemming van regelingen in het Academisch Statuut en het HBO-Statuut onderling. Ernstiger daarentegen acht hij zoals gezegd, dat in de nieuwe opzet veel minder garantie is voor voldoende samenhang tussen vakinhoudelijke en onderwijskundige component. De tweede overweging (B) is eenheid van scholing en nascholing ten behoeve van het voortgezet onderwijs. Voor wat betreft de scholing wordt gewezen op afstemming van onderwijsprogramma's en eindtermen van de lerarenopleidingen en op het bijeenbrengen van eerstegraads-m.o.- opleidingen en de opleidingen van afgestudeerden van het w.o. De Raad onderstreept gaarne de noodzaak van vermelde afstemming alsmede van goede samenwerking tussen genoemde opleidingen, maar acht hiervoor niet zonder meer nodig onderbrenging in één instituut. Zeker wegen de eventuele voordelen daarvan niet op tegen de nadelen van de verbreking van het boven aangegeven organisatorische beginsel. De Raad acht bepaald onjuist de uitspraak dat de voorgestelde maatregel ertoe zal leiden, dat de NLO's meer dan voorheen zullen kunnen optreden als allround nascholers van scholen en schoolteams, omdat toch bij de nascholing vrijwel altijd vakinhoudelijke aspecten betrokken zullen zijn, zeker voor de eerstegraadsleraren. Dan zou zich weer doen wreken de ongelukkige scheiding tussen vakinhoudelijke en onderwijskundige component.
5 OR 1/165 T -5- De derde overweging (C) is concentratie van kennis en outillage. Ook hier ziet de Raad geen duidelijk voordeel ten opzichte van de bestaande situatie, te meer omdat, zoals de Nota erkent, kennis en outillage zelfs voor wat betreft de onderwijskundige component beschikbaar moeten blijven. Ook bij de geldende regeling zijn verbindingen tussen w.o. en NLO's alsmede gewenste uitbreiding daarvan mogelijk. Deze regeling belet ook geenszins een samenwerking op het gebied van inrichting en outillage en zelfs niet van gemeenschappelijk gebruik van gebouwen, zoals de ervaring leert. Onder C wordt voorts gesteld dat het een voordeel voor de scholen voor voortgezet onderwijs in hun betrokkenheid bij deze opleidingen is, dat zij meestal nog slechts te maken hebben met één instituut. De Raad acht het echter vooral een nadeel, dat die scholen, waarmede bedoeld moeten zijn v.w.o.- en h.b.o.-scholen - immers die hebben vooral behoefte aan universitair opgeleide leraren - nu met twee instituten te maken hebben onderscheidenlijk voor de vakinhoudelijke en de onderwijskundige kant. Het derde punt, het ontbreken van financiële middelen, wordt in het geheel niet onderbouwd. De Nota geeft niet aan in welke opzichten de overheveling voordelen oplevert. Die voordelen zijn te minder te zien, waar de Nota stelt niet alleen dat de w.o.-instellingen de pedagogisch-diriactische onderbouw en het wetenschappelijk onderzoek ook voor de vakdidactiek verzorgen, maar ook dat zij op andere wijze betrokken blijven bij de opleidingen (hoofdstuk 5). Bovendien wordt van hen verlangd actieve deelname aan samenwerking met de NLO's (hoofdstuk 3). Zelfs zullen zij lacunes op het gebied van de vakdidactiek en vakinhoudelijke voorbereiding moeten helpen opvullen en kennis ter zake helpen verdiepen (blz. 14). De Raad komt derhalve tot de conclusie, dat de aangegeven knelpunten geen argumenten leveren voor de noodzaak van het doorbreken van de bestaande wettelijke regeling van de eerstegraadslerarenopleiding. III. De knelpunten van de voorgestelde regeling. De Raad is van oordeel, dat de Nota weinig aandacht schenkt aan de mogelijke nadelen c.q. knelpunten van de voorgestelde regeling. De Raad meent erop te moeten wijzen, dat afgezien van de doorbreking van het vermelde organisatorische beginsel zich in ieder geval de volgende knelpunten aandienen. 1. De Nota erkent 'zeker impliciet, dat het losmaken van de institutionele eenheid in de lerarenopleiding bezwaren heeft, maar meent kennelijk, dat deze kunnen opgeheven worden door de samenwerkingsovereenkomsten, welke de instellingen van w.o. en de NLO's dan moeten sluiten.
6 OR 1/165 T -6- De bestaande overeenkomsten en samenwerkingscommissies, welke overigens nog nauwelijks zijn geëvalueerd, zijn duidelijk gericht op één bepaald aspect, door de Nota omschreven als de niveaubewakende functie van het wetenschappelijk onderwijs (blz. 7). De nieuw te sluiten overeenkomsten en te vormen commissies hebben te maken met heel wat meer aspecten, zoals blijkt uit hoofdstuk 3, dat een aantal punten noemt, dat in die overeenkomsten moet worden geregeld. Het is ongetwijfeld reeds een knelpunt, dat desondanks niet meer faciliteiten beschikbaar komen, zoals de Nota stelt (blz. 10). Voor de te sluiten samenwerkingsovereenkomsten is overigens van universitaire zijde weinig animo te verwachten, vooral omdat dan nauwelijks meer sprake is van een eigen, autonome verantwoordelijkheid. Zelfs het onderzoek zal dan waarschijnlijk in opdracht van de NLO's gebeuren. De Nota laat zich niet uit over de wijze, waarop de totstandkoming van de nodige overeenkomsten is te garanderen. Zelfs wanneer op papier gunstige samenwerkingsovereenkomsten worden bereikt, is er nog geen waarborg voor een goede uitvoering. Wie moet op deze uitvoering overigens toezien en welke sancties zijn er bij onvoldoende effect? 2. De Nota gaat geheel voorbij aan de toch reële vraag, in hoeverre de NLO's bereid en in staat zijn de taak van de universitaire opleidingen over te nemen en of zij ook over voldoende capaciteit en outillage hiervoor beschikken. Daarbij komt nog, dat vele NLO's al problemen genoeg zullen hebben ten gevolge van de noodzakelijke aanpassing aan de nieuwe Wet op het hoger beroepsonderwijs en de op handen zijnde integratie met de m.o.-opleidingen. De eerstegraadsopleiding vraagt ook in veel opzichten een eigen pedagogisch-didactische aanpak. Deze moet niet alleen wat men noemt meer'vaktoegespitst" zijn, maar ook meer aandacht hebben voor de specifieke oriëntatie op oudere leerlingen. De NLO's richten zich echter nu op de opleiding voor leerlingen van 12 tot 17 jaar. Bij de lerarenopleiding van afgestudeerden van het w.o. gaat het echter evenzeer om de opleiding van hen, die in het h.b.o. zullen gaan doceren. Er zal dus ook rekening moeten worden gehouden met de speciale pedagogisch-didactische benadering van min of meer volwassen leerlingen. Voorbereiding tot het hoger beroepsonderwijs wordt steeds meer een specifieke taak. Die taak is niet alleen specifiek, omdat het om beroepsonderwijs gaat, maar ook omdat het h.b.o. in een tijd van ingrijpende maatschappelijke veranderingen toekomstig hoger beroepskader moet opleiden volgens nieuwe didactische werkvormen (modulenonderwijs, geprogrammeerde instructie) met een nieuwe rol als docent met ook andere begeleidingsproblemen. De Raad heeft de indruk, dat de instellingen voor w.o. zich hierop beter kunnen instellen en hiervoor beter zijn toegerust.
7 Ook de organisatie van de lerarenopleiding voor wat in de terminologie van de Nota heet: "niet met NLO verwante vakken" zullen voor de NLO's zeker niet te onderschatten problemen leveren. 3 - In dit verband acht de Raad het opvallend, dat de Nota zo weinig zegt over de concrete betekenis, de feitelijke gevolgen van de overdracht van wat de Nota noemt de formele eindverantwoordelijkheid van de w.o.-instellingen naar de NLO's. Het behoeft naar het inzicht van de Raad weinig verbeeldingskracht zich voor te stellen, dat hierbij nog andere niet genoemde knelpunten zullen optreden. Zo is het bijvoorbeeld al de vraag, of de krachtens de Wet op het hoger beroepsonderwijs te kiezen selectiecommissie, dezelfde, althans gelijkwaardige criteria zal hanteren, als de commissie van toelating krachtens artikel 32, lid 7, van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs. 4 - Een van die knelpunten ligt ongetwijfeld in de rechtspositionele gevolgen voor het nu aan de w.o.-instellingen verbonden personeel werkzaam voor de lerarenopleiding. Is het de bedoeling de nu met de universitaire lerarenopleiding belaste medewerkers te doen overgaan naar de NLO's? Wel blijkt uit de Nota de wens de pre-doctorale opleiding voor het grootste deel te doen verzorgen door NLOdocenten. Daartegenover is, zoals al vermeld, in de Nota te lezen, dat mede op grond van aan te gane samenwerkingsovereenkomsten op allerlei punten universitaire medewerkers bij deze opleidingen betrokken zullen blijven. 5. Een van de grootste bezwaren van de voorgestelde regeling is, dat een vaak met veel moeite en inzet opgebouwd apparaat voor de lerarenopleiding en allerlei ontwikkelde initiatieven en plannen voor de vormgeving van deze opleiding verloren dreigen te gaan. De nu tot sta,nd gekomen wettelijke regeling van de tweede fase, zoals uitgewerkt in de artikelen 93 en volgende van het Academisch Statuut maakt een verdere uitbouw mogelijk. De wettelijke regeling van de NLO's is daarentegen nog in staat van wording, zoals hoofdstuk 9 aangeeft. Dientengevolge is het zelfs niet ondenkbaar dat er een periode komt niet alleen van een wettelijk maar ook van een organisatorisch vacuüm voor deze opleidingen. 6. De toekomstige Nederlandse leraar, die als zodanig dan niet meer aan de universiteit is opgeleid, zal dientengevolge internationaal in belangrijke mate aan status en prestige verliezen, hetgeen gelet op de toegenomen contacten en mogelijkheden van uitwisseling met betrekking tot het buitenland de Raad onaanvaardbaar voorkomt. De internationale erkenning van het toekomstige eerstegraadsleraarsdiploma dreigt door de gekozen oplossing ernstig te worden bemoeilijkt. 7. De Raad acht het niet onwaarschijnlijk, dat de voorgestelde maatregel op zich al de belangstelling voor een lerarenopleiding via een universitair doctoraal-examen zal doen
8 OR 1/165 T -8- IV. verminderen. Hierdoor wordt versterkt de dreiging, welke mede in verband met de bezuinigingen in de tweede fase ook bij handhaving van de lerarenopleiding in het w.o. toch al bestond, namelijk dat de verhouding tussen het aantal eerstegraads-* leraren dat niet en het aantal dat wel universitair onderwijs heeft genoten sterk gaat verschuiven ten ongunste van de laatsten. Dit houdt in verlies aan mogelijkheden tot bredere culturele vorming voor de aanstaande leraren, hetgeen uiteraard zijn weerslag kan hebben op de vorming van de toekomstige leerlingen van deze leraren. Het dan verkregen betrekkelijke financiële voordeel weegt naar het oordeel van de Raad hier geenszins tegenop. Slotopmerkingen en conclusie. Positief waardeert de Raad het streven het onderwijs erop te richten, dat de aankomend leraar in belangrijke mate leert deelnemen aan de activiteiten in de school, waar hij als leraar zal gaan optreden (4.1.) en de tweede faseopleiding dan ook één jaar te doen duren. Hij staat evenzeer positief tegenover mogelijke inbreng vanuit de scholen, waarvoor de leraren worden opgeleid, in de organisatie en inrichting van de lerarenopleiding (7 en 8). Beide voorafgaande punten staan overigens los van de kwestie van al dan niet handhaven van de universitaire lerarenopleiding. De Nota noemt aan het slot van hoofdstuk 4 nog de eerstegraadslerarenopleidingen in (beroepsgerichte) vakken, waarvoor geen universitair doctoraal-diploma bestaat, zoals die voor een aantal vakken binnen de gezondheidszorg, waarvoor aan de Rijksuniversiteit Limburg een eerstegroadslerarenopleiding is begonnen. De Raad acht, zoals hij al in zijn advies ter zake d.d. 17 december 1981, OR/255 SPO, heeft uiteengezet, ook hierbij primair van belang de integratie, althans het organisatorische samengaan van vakopleiding en onderwijskundige opleiding. Hij ziet daarom geen bezwaar tegen het loskoppelen van deze opleidingen van de universiteit en de overbrenging daarvan naar het hoger beroepsonderwijs. Vanuit het aangegeven organisatorische beginsel ligt het voor de hand deze opleidingen aan de desbetreffende beroepsopleidingen als voortgezette c.q. tweede fase-opleidingen te verbinden. De Raad concludeert op grond van het voorgaande alreeds, dat de voorgestelde maatregel vooral vanwege de aan een eerstegraadslerarenopleiding te stellen eisen ernstig moet worden ontraden. Hij voegt er aan toe, dat de beleidsnota volstrekt veronachtzaamt dat universitair gevormde leraren beter dan
9 wie ook in staat zijn bij leerlingen - met name ook bij hen die van huisuit niet dadelijk een heldere voorstelling bezitten hoe wetenschap en cultuur aan ogenschijnlijk schoolse leerstof inhoud en achtergrond geven - belangstelling en waardering te wekken voor hetgeen universiteiten en hogescholen sinds jaar en dag beweegt. De Raad had bij de vaststelling van dit advies de desbetreffende adviezen van de Academische Raad en de HBO- Raad nog niet ontvangen. Hij behoudt zich daarom voor na ontvangst van deze adviezen op het bovenstaande terug te komen. Namens de Raad voornoemd, /? /V if, f ( ' (prof. dr. I.A. Diepenhorst, voorzitter) f ^ ~ V (mr. H. Drop, algemeen secretaris)
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1980-1981 16 779 Opleiding leraren beroepsgerichte vakken in de gezondheidszorg Nr. 2 NOTITIE 1. Inleiding Het ontbreken van een eerstegraads lerarenopleiding
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1980-1981 16815 Toelatingscriteria numerus fixus-studierichtingen voor het studiejaar 1981-1982 Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Zitting 1982-1983 Nr. 51 16106 Wijziging van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs, de Wet universitaire bestuurshervorming 1970 en de Wet van 12 november 1975, Stb.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 16199 Voornemen inzake beperking van de inschrijving van eerstejaarsstudenten van de Landbouwhogeschool Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN
Nadere informatie»vi^.^4*/ OyCtM^+c **.. 21 oktober 1968
ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: BEZU1DENHOUTSEWEG 125 'S-GRAVENHAGE TEL. 070-83 6194»vi^.^4*/ OyCtM^+c **.. 21 oktober 1968 Bericht op het schrijven van 31 juli 1968, D.G.W- 167279 Betreft; ontwerp-besluit
Nadere informatieONDERWIJSRAAD 2 J» JAN. TO. Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. 's-gravenhage, AAN
ONDERWIJSRAAD O.R./172 T Bericht op het schrijven van Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. 's-gravenhage, Nassauloan ó 2514 JS 's-gravenhage Tel. 070-63 79 55 2 J» JAN. TO Betreffende: meerjarig
Nadere informatieONDERWIJSRAAD. AcMés nïet-ambtelijke adviescommissie WOB. 3 GMAÂRT m. 's-gravenhage, Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage Tel.
ONDERWIJSRAAD O.R. I/I62 T Bericht op het schrijven van 30 december 1983, HW/IS-i+30.193 II Betreffende : goedkeuring ex artikel 20 W.W.O. van opleidingen in de tweede fase als bedoeld in artikel 32, derde
Nadere informatieONDERWIJSRAAD 17 DEC. 19W '$-GRAVENHAGE, o.rj/630 WO AAN. de minister van onderwijs en wetenschappen, Nieuwe Uitleg 1, 's-gravenhage.
ONDERWIJSRAAD o.rj/630 WO '$-GRAVENHAGE, Nauaulaan 6 2514 JS 's-gravenhase 17 DEC. 19W Bericht op het schrijven van 17 juni 1981, DG.HW 38338U/I. Betreffende: doctoraalprogramma bedrijfskunde Stichting
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. 's-gravenhage, Nassaulaan JS 's-gravenhage Tel
ONDERWIJSRAAD O.R. V/193 T Bericht op het schrijven van 29 februari 1984, HW/HB/KUO/BB- 694.069-III. Betreffende: concept-beleidsnotitie beeldend kunstonderwijs. Advies niet-ambtelijke adviescommissie
Nadere informatieAdv-.es niet-ambteläke adviescommissie.
" Adv-.es niet-ambteläke adviescommissie. 1/585 wo WOB - 2 5 JUNI 1981 5 juni 19Ö1, HW/J 3851S8; ingekomen 9 juni 19Ö1. Voorontwerp van een Besluit, de minister van ondervijs en wetenschappen, houdende
Nadere informatieVO/BOB 1998/ juli 1998
Nassaulaan 6 2514 JS Den Haag Telefoon (070) 363 79 55 Aan de staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, mw. drs. K.Y.I.J. Adelmund, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Fax (070) 356 14 74
Nadere informatieOnderwijsraad. Aan de minister van onderwijs. 2700 LZ Zoetermeer. Tel. 070-6379 55. vy/eb d.d. 2k november 1988
Onderwijsraad Aan de minister van onderwijs en vetenschappen, Nassaulaanß Postbus 25000, 2514 JS 's-gravenhage 2700 LZ Zoetermeer. Tel. 070-6379 55 Ons kenmerk Uw kenmerk, _ 's-gravenhage,2 H JAN, laöa
Nadere informatieÖt.% ONDERWIJSRAAD. 30 september Eerste Afdeling O.E. 229 H.O. Bericht op schrijven van 17 augustus 1966, D.G.W. I46776/I
ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 S-GRAVENHAGE TEL. 070-83 61 M Öt.% % O.E. 229 H.O. 30 september 1966 Bericht op schrijven van 17 augustus 1966, D.G.W. I46776/I Onderwerp: ontwerp-besluit
Nadere informatieONDERWIJSRAAD. - 6 FEB. i985 AAN WOB. Advies niet-arr.bteiijke adviescommissie
ONDERWIJSRAAD O* UI/100189 LO Bericht op het schrijven van 26 oktober 1984, WJZ.5738/227 1 B; ingekomen 1 november 1984. Betreffende: Ontwerp-Onderwijskundig besluit ISOVSO. Advies niet-arr.bteiijke adviescommissie
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad
ÜT? R>2 3 Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad Aan de minister van onderwijs en wetenschappen, de heer drs. W.J. Deetman, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviescommissie WOB.
ONDERWIJSRAAD Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. O.R.V/152 T 2514 JS 's-gravenhage.,.. Tel. 070-63 79 55 Bericht op het schrijven van 13 september 1983, HW/IS-1+23.899-H; ingekomen 16 september
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1984-1985 18712 Universitaire lerarenopleiding Nr. 2 BELEIDSVOORNEMEN INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Uitgangspunten voor de universitaire lerarenopleiding
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 20 Besluit van 20 december 2005 tot wijziging van het Bevoegdhedenbesluit WPO tot vaststelling van de bewijzen van bekwaamheid die bevoegdheid
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 Nr. 127 BRIEF
Nadere informatieNotitie Ontheffingen bevoegdheidsregels
Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels De wet op het voortgezet onderwijs (WVO) kent een aantal bepalingen waarbij limitatief is vastgelegd wanneer het onderwijs - gedurende een beperkte tijd en onder
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 61 Besluit van 16 januari 1996, houdende wijziging van het Formatiebesluit WBO 1992 in verband met het vervallen van de bodem voor vakonderwijs
Nadere informatieONDERWIJSRAAD. Eerste Afdeling O.R. 162 H.O. s-gravenhage,zfjuli I960.
ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 'S-GRAVENHAGE Eerste Afdeling OR 162 HO Voorstel tot wijziging van hot Koninklijk besluit van 29 februari 1932, Staatsblad 66, ter uitvoering van artikel
Nadere informatieONDERWIJSRAAD. 3 0 JüL11379 19 VGRAVENHAGE, O.R. VI/182, 183, 184, 185 en I86. AAN
ONDERWIJSRAAD O.R. VI/182, 183, 184, 185 en I86. Bericht op het schrijven van respectievelijk 11, 18 en 20 juni 1979. Betreffende: experimenteerplannen 1979-1983 van de experimenten in Hengelo, Amsterdam,
Nadere informatieD/W ONDERWIJSRAAD ZEVENDE AFDELING O.R. 53 W.V.O. 8 januari I970.
ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 'S-GRAVENHAGE TEL. 070-83 61 94 O.R. 53 W.V.O. Bericht op schrijven vanj I4 november 1969, kenmerk BVO/j-164549. Betreffende: ontwerp algemene maatregel
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.0691 (013.06) ingediend door: hierna te noemen klaagster, tegen: hierna te noemen verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatie1 s-gravenhage, 18 januari 1972.
ONDERWIJSRAAD (^>-L^»v^ yu *r^c SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 'S-GRAVENHAGE TEL. 070-836194 OR 363 W.O. Bericht op schrijven: dd. 11 november 1971, DGW/215083. Betreffende: Voorlopige disciplineindeling,
Nadere informatieONDERWIJSRAAD WC*,. GRAVE NHAGE. 26 SEP. 1986
AcJvles niet-ambtelijke adviescommissie ONDERWIJSRAAD WC*,. GRAVE NHAGE. 26 SEP. 1986 Nasiaulaan 6 O-R-/793 S-15 C-ï) 2514 JS 't-gravenhage Bericht op het schrijven van 23 juni 1986, VO/AL/BE- 615.502:
Nadere informatieTOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004
TOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004 De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert,
Nadere informatieUitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden
Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 08-01 Datum : 14 augustus 2008 Partijen : de stichting , vertegenwoordigd door de directeur van regio ,
Nadere informatieMINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 356 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met het treffen van een overgangsmaatregel
Nadere informatieONDERWIJSRAAD. Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. 's-gravenhage, - 3 JULI W* AAN
ONDERWIJSRAAD O.R. V/210 T Bericht op het schrijven van 8 mei 1984, HW/HB/KUO/MT- 696.723. Betreffende: notitie herstructurering toneeldansonderwijs. Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. 's-gravenhage,
Nadere informatieIV.8. ASSOCIATIEOVEREENKOMST MET DE PROTESTANTSE KERK IN NEDERLAND (PKN) OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 LID 2 VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT
IV.8. ASSOCIATIEOVEREENKOMST MET DE PROTESTANTSE KERK IN NEDERLAND (PKN) OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15 LID 2 VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT B. TOELICHTING Artikel 3 De kern van de overeenkomst is dat we elkaar
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1980-1981 Rijksbegroting voor het jaar 1981 16400 Hoofdstuk VIII Departement van Onderwijs en Wetenschappen Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN
Nadere informatiesamenvatting 1. Context, opdracht en aanpak
samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak In de afgelopen jaren zijn steeds meer opleidingen in het Nederlands hoger onderwijs geheel of gedeeltelijk Engelstalig geworden. Deze ontwikkeling is het sterkst
Nadere informatieONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
ONTWERP-UITVOERINGSBESLUIT INTERIMWET ZIJ-INSTROOM LERAREN PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad).
Nadere informatiede staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, drs. G. van Leijenhorst, Postbus 25OOO, 27OO LZ Zoetermeer. Formatiebesluit IS0VS0
Akmeniiiiicni AP\ Advies niet-ambteiijke adviescomnissi«onderwijsraad W0B, S. GRAVENHAGE, -6 FEB.if985 Nassaulaan ó O.R. UI/99897 LO 2514 JS 's-gravonhage L L.. Tel. 070-63 79 55 Bericht op het schrijven
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14 501 Wijziging van de Overgangswet WVO. (herziening regeling t.a.v. de bewijzen van bekwaamheid tot het geven van voortgezet onderwijs) Nr. 1 KONINKLIJKE
Nadere informatiehet college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.
Zaaknummer : 2013/249 Rechter(s) : mrs. Troostwijk, Lubberdink, Borman Datum uitspraak : 9 mei 2014 Partijen : Appellant tegen CvB Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bedreigingsgevaar, belangenafweging,
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8988 20 februari 2019 Beleidsregel van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 12 februari 2019 nr.
Nadere informatieRaad voor Cultuur. Mijnheer de Staatssecretaris,
Aan De Staatssecretaris van Onderwijs, en Wetenschappen P/a de algemene rijksarchivaris Postbus 90520 2509 LM s-gravenhage Onderwerp Ontwerp-selectielijst archiefbescheiden beleidsterrein Middelbaar beroepsonderwijs
Nadere informatieUw kenmerk BVE/BI d.d. 8 januari 1992
Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Aan de minister van onderwijs en wetenschappen, de heer dr. ir. J.M.M. Ritzen, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Onderwijsraad Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage
Nadere informatieGelet op artikel 9, vijfde lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 11b, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
Besluit van houdende wijziging van het Besluit vernieuwde kerndoelen WPO en het Besluit kerndoelen onderbouw VO in verband met de canon van Nederland Op de voordracht van de Staatssecretarissen van Onderwijs,
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 380 Besluit van 18 juli 1995, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW in verband met aanvullende eisen met het oog op de inschrijving
Nadere informatieTevredenheid over start en ontwikkeling op de arbeidsmarkt
Tevredenheid over start en ontwikkeling op de arbeidsmarkt Hbo ers uit sector Onderwijs vaker tevreden... 2 Tweedegraads lerarenopleidingen hbo en lerarenopleidingen kunst/lo het vaakst tevreden... 4 Afgestudeerden
Nadere informatieDatum 4 februari 2013 Betreft Voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (33 187)
a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieConcept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs
Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten
Nadere informatieONDERWIJSRAAD AAN CONCEPT. OR/çMl+9 en OR/9M50. 's-gravenhage, Bericht op schrijven van 16 oktober I98O; DI/SC/BO/A-93718 en Dl/SC/BO/A^WÖO.
ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: NASSAULAAN 6 2514 JS 'S GRAVENHAGE CONCEPT OR/çMl+9 en OR/9M50 's-gravenhage, Bericht op schrijven van 16 oktober I98O; DI/SC/BO/A-93718 en Dl/SC/BO/A^WÖO. Betreft : het concept-beleidsvoornemen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14 501 Wijziging van de Overgangswet W.V.O. (herziene regeling t.a.v. de bewijzen van bekwaamheid tot het geven van voortgezet onderwijs) Nr. 3 MEMORIE
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviescommissie
Advies niet-ambtelijke adviescommissie Onderwijsraad Nassaulaan 6 Aan de minister van onderwijs en 2514JS 's-gravenhage wetenschappen, Telefoon 070-3637955 dr. ir. J.M.M. Ritzen, Telefax070-3561474 Postbus
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviescommissie W0B - 's-gravenhage,. g ^ Nassaulaan ó 2514 JS 's-gravenhage Tel
ONDERWIJSRAAD O.R./533 Alg.-2 Bericht op het schrijven van 26 januari 1983, LO-915- Betreffende: Nota Landbouwonderwijs. Advies niet-ambtelijke adviescommissie W0B - 's-gravenhage,. g ^ Nassaulaan ó 2514
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviescommii-,.. WOB.
Advies niet-ambtelijke adviescommii-,.. WOB. Onderwijsraad Aan de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, mevrouw drs. N.J. Ginjaar-Maas, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514JS
Nadere informatieUNIVERSITY OF INFINITE AMBITIONS. MASTER OF SCIENCE SCIENCE EDUCATION AND COMMUNICATION
UNIVERSITY OF INFINITE AMBITIONS. MASTER OF SCIENCE SCIENCE EDUCATION AND COMMUNICATION LERARENOPLEIDING NATUURKUNDE, WISKUNDE, SCHEIKUNDE, INFORMATICA EN ONTWERPEN Heb jij een technische bachelor gevolgd
Nadere informatieOnderwijsraad. 'SSlftiaftg: Wratollö/SA/T ^^021429 d.d. 31 maart 1993 vl/ak Onderwerp...,, Studierichting psychologie Rijksuniversiteit Limburg.
Onderwijsraad Aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen, dr. ir. J.M.M. Ritzen, postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage Telefoon 070-3637955 Telefax 070-3561474 Wratollö/SA/T
Nadere informatieTevredenheid over docenten
Studenten in sector tevredener dan in totale hoger onderwijs... 2 Studenten tevreden over docenten bij niet-bekostigde tweedegraads lerarenopleidingen hbo... 3 Pabo-studenten minder tevreden over docenten
Nadere informatieWat weet jij over het leenstelsel?!
Resultaten onderzoek Wat weet jij over het leenstelsel? 13-01-2015 Wat weet jij over het leenstelsel? In 2015 staan er ingrijpende veranderingen voor de deur die de toegankelijkheid van het onderwijs onder
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 352 Wet van 5 juli 2001 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 451 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 344 Wet van 30 juni 2004 tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet
Nadere informatieONDERWIJSRAAD Ä " ' ^! ^
ONDERWIJSRAAD Ä " ' ^! ^ O.R. 11/566 S Bericht op het schrijven van 12 jiiiii iyti4; VÜ/VIi-0b7'J. Betreffende : Voorbereidend muziek- en dansvakonderwijs in relatie tot het v.o. 's-gravenhage, Nassaulaan
Nadere informatieOnderwijsraad. Nassaulaan JS 's-gravenhage Telefoon Telefax
Onderwijsraad Aan de minister van onderwijs en wetenschappen, dr. ir. J.M.M. Ritzen, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage Telefoon 070-3637955 Telefax 070-3561474 Ons kenmerk
Nadere informatieBeroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.
108508 - Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 691 Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES vanwege met name de wettelijke verankering
Nadere informatieDeze memorie van toelichting is opgesteld mede namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
33 356 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voorgezet onderwijs BES in verband met het treffen van een overgangsmaatregel ten behoeve van (oud)studenten van de lerarenopleiding omgangskunde
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor
Nadere informatieIntentieverklaring. inzake onderwijssamenwerking tussen Nederland en Vlaanderen
Intentieverklaring van de Nederlandse minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dr. Jet Bussemaker en de Vlaamse minister van Onderwijs en viceministerpresident van de Vlaamse Regering, Hilde Crevits,
Nadere informatieLand Focus: Nederland
- Een kort overzicht van intercultureel leren - in de initiële lerarenopleiding en de professionele ontwikkeling van leerkrachten in het middelbaar onderwijs - in curricula van het voortgezet onderwijs
Nadere informatieEERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17
EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering
Nadere informatieWetsartikelen ter toelichting van de OER
Wetsartikelen ter toelichting van de OER 2010-2011 Erasmus MC, Rotterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 223 Besluit van 29 april 2009, houdende wijziging van het Besluit vernieuwde kerndoelen WPO en het Besluit kerndoelen onderbouw VO in verband
Nadere informatieDe minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr. ir. J.M.M. Ritzen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer. 21 januari 1998.
Nassaulaan 6 2514 JS Den Haag Telefoon (070) 363 79 55 De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr. ir. J.M.M. Ritzen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Fax (070) 356 14 74 E-mail secretariaat@onderwijsraad.nl
Nadere informatieBeweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.
Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd
Nadere informatieBeleidsregel bevoegdheid basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs voor buitenlandse diploma s
Beleidsregel Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Beleidsregel bevoegdheid basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs voor
Nadere informatieReglement van orde van het College van Beroep voor de examens
Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Artikel 1 - Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Nadere informatieUITSPRAAK. A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. G. Wind en voor deze de heer G. van Poppel
107068 - De indeling van de functie in die van Adviseur/inhoudsdeskundige B is juist omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving en de kenmerkscores correct
Nadere informatieRegeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo 2005-2006
OCenW-Regelingen Bestemd voor: een insteling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b en artikel 1.4.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB); een instituut als bedoeld in artikel 12.3.8. van de
Nadere informatieGeachte collega's, beste studenten,
College van Bestuur Geachte collega's, beste studenten, Na de hectische weken met de bezetting van het Bungehuis en het Maagdenhuis, hebben we een moment van bezinning ingelast. Wij hebben tijd genomen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 197 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 24 578 MAVO/VBO/VSO Nr. 26 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 558 Regels voor subsidiëring van landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten
Nadere informatieONDERWIJSRAAD WOB. VGRAVENHA G E, 23 APR. 1987
Advies niet-ambtelijke adviescommissie ONDERWIJSRAAD WOB. VGRAVENHA G E, 23 APR. 1987 O.R. 4/152 K Natsaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage Tel. 070-63 79 55 Bericht op het schrijven van 26 januari 1987, WJZ
Nadere informatiePartijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Quint" te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)
Uitspraaknr. G416 Datum: 17 november 1993 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Quint" te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad
Nadere informatieNo.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012
... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering
Nadere informatieRegeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur mbo
Algemeen Verbindend Voorschrift BVE/Stelsel- 2005/59103 Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666 Regeling experimenten herontwerp kwalificatiestructuur
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 2-0 3 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 50 Wet van 14 februari 2018 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES vanwege met name
Nadere informatiein het mbo Werken aan uitstroom - instroom
ONTWIKKELINGEN CULTUUREDUCATIE IN HET MBO ONDERWIJSVERNIEUWING Onderwijsvernieuwing in het mbo Onderwijs 2032, nieuwe speerpunten voor het kunstvakonderwijs én binnen het mbo een eigen verklaring over
Nadere informatieHoorzitting Commissie Onderwijs Conceptnota lerarenopleiding
Hoorzitting Commissie Onderwijs Conceptnota lerarenopleiding Lerarenopleidingen versterken Visie hogescholen bij de conceptnota Johan Veeckman, voorzitter VLHORA 1 Algemene aandachtspunten Nood aan promotie
Nadere informatieProtocol TNO Educatieve Master
Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding
Nadere informatieAllen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Voorstel van Wet tot wijziging van diverse onderwijswetten door het wijzigen van de systematiek van het in aanmerking brengen voor bekostiging van nieuwe openbare en bijzondere scholen zodat er meer ruimte
Nadere informatieEXAMENBESLUIT HAVO/VWO
EXAMENBESLUIT HAVO/VWO De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert, gevraagd en ongevraagd, over hoofdlijnen van
Nadere informatieProtocol PDG en educatieve minor
Protocol PDG en educatieve minor 28 april 2014 Inhoud Protocol voor beoordelingen door de NVAO van de kwaliteit van de afstudeerrichtingen algemeen vormend onderwijs en beroepsgericht onderwijs, het traject
Nadere informatieAdvies- en Arbitragecommissie Rijksdienst
Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De Centrales van Overheidspersoneel, toegelaten tot het Sectoroverleg Rijkspersoneel De Voorzitter van het Sectoroverleg Rijkspersoneel Bijlagen 1 AAC/92.064
Nadere informatieVR DOC.0177/1BIS
VR 2019 1502 DOC.0177/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toegang tot en organisatie van de educatieve
Nadere informatieOnderzoek studie uitval HBO studenten Het belang van een goede studiekeuze. oktober 2011
Onderzoek studie uitval HBO studenten Het belang van een goede studiekeuze oktober 2011 Hoog percentage studie uitvallers Uit cijfers van de HBO-raad blijkt dat gemiddeld 15,8% van de HBO studenten afvalt
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 184 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES en enkele aanverwante wetten in verband met het invoeren
Nadere informatieDatum 11 februari 2015 Vragen van het lid Bisschop (SGP) over de samenwerking tussen ROC Amsterdam en ROC Flevoland
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieAdvies niet-ambtelijke adviescommissie VGRAVENHAGE, Nossauloan JS 's-gravenhoge Tel
ONDERWIJSRAAD O.R. /602 Alg. Bericht op het schrijven von 21 januari 1985, LO-175. Betreffe/ide : Nota Investeren in mensen; ontwikkelingen in het landbouv onderwijs". Advies niet-ambtelijke adviescommissie
Nadere informatie