Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma 2007-2011"

Transcriptie

1 Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma Resultatenrapport: opvolgstudie pasgeborenen Isabelle Sioen, Elly Den Hond, Vera Nelen, Els Van de Mieroop, Nik Van Larebeke, Greet Schoeters Waarnemers: Caroline Teughels, Hana Chovanova Februari

2 Inhoudstafel Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma Resultatenrapport: opvolgstudie pasgeborenen 1 Inhoudstafel 2 Samenvatting 3 1. Doelstelling 5 2. Aanpak Haalbaarheid Ethisch dossier Individuele vragenlijsten Analyse van de vragenlijstgegevens 7 3. Resultaten Haalbaarheid gebruik beschikbare gecentraliseerde gegevens Kind & Gezin CLB s Verkrijgen van centraal opgeslagen informatie Resultaten van de individuele bevraging Responsanalyse Beschrijving van de studiepopulatie 10 1) Gezondheidseindpunten: beschrijvende resultaten 12 2) Puberteitsontwikkeling: beschrijvende resultaten 13 3) Gedragsparameters: beschrijvende resultaten Betrouwbaarheid van gerapporteerd lichaamslengte, -gewicht en buikomtrek _ Dosis-effect relaties 18 1) Statistische analyses voor de dosis-effect relaties 18 2) Dosis-effect relaties voor immunologische parameters 18 3) Dosis-effect relaties voor gedragsparameters Conclusie Aanbevelingen Referentielijst 22 Bijlagen 25 Bijlage 1: Vragenlijst opvolgstudie pasgeborenen 25 Bijlage 2: Protocol voor de antropometrische metingen 25 Bijlage 3: Verslag vergadering met Kind & Gezin 25 Bijlage 4: Verslag vergadering met CLB 25 2

3 Samenvatting In opdracht van de Vlaamse overheid liep in de periode van een eerste cyclus van het Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma. Het doel van deze campagne was het uitbouwen van een biomonitoringsmeetnetwerk in Vlaanderen. De meetcampagne werd opgezet in acht gebieden met verschillende types milieudruk, de zogenaamde acht aandachtsgebieden. In de pasgeborenencampagne van het Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma namen 1196 moeders met hun pasgeborenen deel. Ze werden gerekruteerd in 2002 en Bij de geboorte werd bij deze moeders een staal navelstrengbloed verzameld. Hierin werden gehalten van vervuilende stoffen (blootstellingsbiomerkers) gemeten. Deze gehalten zijn een maat voor de blootstelling van de moeder en voor de (milieu)startbelasting die de baby van de moeder meekrijgt bij de geboorte. Volgende stoffen werden gemeten in het navelstrengbloed: (i) chloorhoudende verbindingen: dioxineachtige stoffen (CALUX), PCB s (som van PCB 138, 153 and 180), p,p -DDE (afbraakproduct van DDT) en hexachloorbenzeen (HCB) in plasma; (ii) zware metalen: lood en cadmium in volbloed. In de zomer van 2011 werd een opvolgstudie opgestart om informatie te verzamelen over de gezondheid van de kinderen (die in deelnamen als pasgeborenen) op 7- à 8-jarige leeftijd, meer specifiek over astma en allergie, gedrag, groei en puberteitsontwikkeling. Hiervoor werd naar alle deelnemers (exclusief 23 die hadden aangegeven dat zij niet in een opvolgstudie wensten betrokken te zijn) een vragenlijst opgestuurd. Met de bekomen gegevens werden de relaties tussen de prenatale blootstelling aan milieucontaminanten en gezondheidseffecten bij het kind onderzocht. In totaal werden 281 ingevulde vragenlijsten teruggestuurd. Met de verzamelde gegevens werden verschillende dosis-effect relaties onderzocht, waarbij de prenatale blootstelling beschouwd werd als de dosis en de huidige gezondheid van de kinderen als effect. Er werd een negatief verband gevonden tussen prenatale HCB-blootstelling en contactallergie, nl. een hogere HCB-blootstelling leidt tot een lager risico. Een omgekeerde relatie werd gevonden tussen prenatale HCB-blootstelling en huisdierallergie, nl. een hogere HCB-blootstelling leidt tot een hoger risico. Diezelfde relatie werd terug gevonden voor een hogere prenatale loodblootstelling. Het omgekeerde effect van prenatale HCB blootstelling op contactallergie vergeleken met huisdierallergie kan deels verklaard worden door het feit dat deze twee allergieën via een andere pathway worden gemedieerd. Daarnaast werd in dit onderzoek ook vastgesteld dat roken door de grootmoeder aan moeders kant voor de geboorte van de moeder geassocieerd is met een verhoogd risico op astma bij het kind (transgenerationeel effect). Uit de gevalideerde vragenlijsten blijkt dat de puberteitsontwikkeling bij de meeste kinderen nog niet gestart was. Slechts enkele kinderen vertoonden reeds beginnende puberteitsverschijnselen. Er werden daarom geen dosis-effect relaties onderzocht die betrekking hadden op de puberteit. Aan de hand van een gevalideerde vragenlijst (Strengths and Difficulties Questionnaire, SDQ) werd ook informatie verzameld over het psychosociale gedrag van de kinderen op 7- à 8-jarige leeftijd. Deze vragenlijst liet toe om kinderen te identificeren met afwijkend gedrag op verschillende facetten (bv. emotionele problemen en interactieproblemen met leeftijdsgenoten). Op basis van deze resultaten werd gevonden dat een hogere prenatale loodblootstelling bij meisjes geassocieerd is met een verhoogd risico op hyperactiviteit en bij jongens op een verhoogd risico op interactieproblemen met leeftijdsgenoten als ook een verhoogd risico op globale gedragsproblemen. Een hogere prenatale blootstelling aan cadmium is bij jongens geassocieerd met een verhoogd risico op emotionele problemen, terwijl een hogere prenatale PCB blootstelling bij meisjes geassocieerd is met een verlaagd risico op emotionele problemen. 3

4 De resultaten van deze opvolgstudie tonen aan dat de blootstelling van zwangere vrouwen aan milieucontaminanten in de periode , een effect heeft op allergie en gedragsproblemen bij hun 7- à 8-jarige kinderen. Dit toont aan dat (beleids)acties die leiden tot een verlaging van die blootstelling tijdens de prenatale periode of voor de zwangerschap een invloed zullen hebben op de gezondheid van de toekomstige generatie. Ook suggereert deze studie een transgenerationeel effect van het rookgedrag van de grootmoeder aan moeders kant voor de geboorte van de moeder op het voorkomen van astma bij de kinderen. Dit onderstreept het belang van antitabakscampagnes met een effect op de gezondheid van de twee volgende generaties. 4

5 1. Doelstelling In deze studie willen we nagaan op welke wijze informatie kan bekomen worden over deelnemers van een eerder uitgevoerd biomonitoringsprogramma. Uitgangspunt was dat het opvolgen van deze deelnemers zal toelaten om de relatie tussen milieufactoren en de evoluerende gezondheid te onderzoeken op prospectieve wijze. Enerzijds werd binnen deze studie nagegaan hoe gegevens van bestaande databanken en registers kunnen bekomen worden om ze te linken met biomonitoringsgegevens. Er bestaan immers heel wat interessante persoonsgebonden informatie over gezondheid en sociodemografische aspecten in centrale databanken. Anderzijds werden deelnemers van de eerste Vlaams Humane Biomonitoringscampagne terug aangeschreven en bevraagd. Er werden geen extra biologische stalen verzameld. De studie geldt als een pilootstudie en beoogt de haalbaarheid na te gaan om een lange termijnopvolging te doen van deelnemers aan biomonitoringsonderzoek. Tevens was het de bedoeling om procedures en werkwijzen aan te bevelen om in de toekomst gegevens vlot te kunnen bekomen en gebruiken. Ethiek en aandacht voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zijn belangrijke aandachtspunten bij opvolgstudies. De studieopzet werd dan ook voorgelegd aan een ethische commissie. Er werden twee cohortes geselecteerd voor deze pilootstudie. De 1196 moeders en hun pasgeborenen die op systematische wijze werden gerecruteerd tussen september 2002 en december 2003 in acht aandachtsgebieden in Vlaanderen om vroegtijdige gezondheidseffecten van milieupollutie op te sporen. Er werd toen nagegaan of er regionale verschillen waren tussen de gebieden met verschillende types milieubelasting. Binnen de huidige opvolgstudie werden deze moeders en hun kinderen aangeschreven en bevraagd over de gezondheid van de kinderen, meer specifiek over astma en allergie, gedrag, groei en puberteitsontwikkeling. De relatie tussen deze gegevens en de blootstelling zoals we ze via biomonitoring gemeten hebben bij het begin van het leven kon hiermee onderzocht worden. De ander cohorte die opnieuw werd gecontacteerd zijn de 1583 volwassenen die deelnamen aan het biomonitoringsprogramma tussen september 2004 en juni 2005, en die toen tussen 50 en 65 jaar oud waren. De resultaten van die opvolgstudie worden in een ander rapport beschreven. 5

6 2. Aanpak 2.1 Haalbaarheid Om de haalbaarheid na te gaan van het verwerven en toepassen van gecentraliseerde gegevens werd contact opgenomen met Kind en Gezin (K&G) en met de Centra voor Leerlingen Begeleiding (CLB). Er werd geëvalueerd welke informatie bruikbaar is uit deze gegevensbestanden, welke toestemmingen nodig zijn om deze informatie te bekomen zowel van de ouders, als van de ethische en privacy commissies en op welke wijze de centraal opgeslagen informatie kan bekomen worden. Bij de studie in gaven de ouders reeds de toestemming aan het onderzoeksteam om gegevens uit de databank van K&G en het CLB te mogen opvragen. In juni 2011 werd naar alle ouders een vragenlijst opgestuurd als ook een toestemmingsformulier (1) om toestemming te verlenen om deel te nemen aan de opvolgstudie (dit hield enkel in dat de deelnemers een vragenlijst moesten invullen), (2) om het adres van de school op te geven zodanig dat het opvragen van de CLB-gegevens voor de onderzoekers vergemakkelijkt wordt, (3) om het rijksregisternummer op te geven om centraal aanvragen van gegevens in de toekomst te vergemakkelijken. Ook werd nagegaan of ze bereid waren om in de toekomst nog deel te nemen aan andere opvolgstudies. Daarenboven werd toestemming gevraagd voor een huisbezoek van een studente geneeskunde om een aantal gestandaardiseerde metingen van de groei uit te voeren. Deze metingen zijn bedoeld om de door de ouders gerapporteerde data uit de vragenlijst (lichaamsgewicht, lichaamslengte en buikomtrek) te valideren en leveren ook bijkomende informatie (huidplooidiktemetingen). Het toestemmingsformulier diende op papier te worden getekend, een elektronische versie is alleen aanvaarbaar wanneer ze gevalideerd is. Op de enveloppen werd een sticker gekleefd woont niet meer op dit adres en moet terug gestuurd worden naar de afzender, om te vernemen of een persoon verhuisd is. 2.2 Ethisch dossier Het dossier voor deze opvolstudie werd op 10 juni 2011 goedgekeurd door de ethische commissie (UA11-43). In haar commentaar gaf de ethische commissie aan dat er nog onduidelijkheid is of dit soort studie over bevolkingsgezondheid valt onder preventie en dus onder de bevoegdheid van de Vlaamse regering of onder de wet van 7 mei 2004 (wet inzake experimenten op de menselijke persoon). Indien dit laatste het geval zou zijn, wordt de studie beschouwd als een multi-centrische studie en vereist het een ander verzekering en administratie. De EC vraagt advies bij raadgevend comité bio-ethiek en bij FAGG (Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten). Voorlopig is hier geen reactie op gekomen. 2.3 Individuele vragenlijsten Eerst werd een selectie van relevante gezondheidseindpunten gemaakt en vervolgens werden de vragenlijsten opgesteld. De volgende eindpunten werden bevraagd: Immunologische eindpunten (astma en allergie) o.b.v. o ISAAC vragenlijst o ANIMO vragenlijst o Ernstige long- en luchtweginfecties bij de kinderen Groei en ontwikkeling bij de 8-jarige kinderen o Gevalideerde vragenlijst over puberteitsontwikkeling (Carskadon and Acebo 1993) 6

7 o Huidige, lengte, gewicht, buikomtrek (voor het laatste werd een papieren lintmeter als ook instructies meegestuurd met de vragenlijst) o Gegevens geregistreerd door K&G tijdens de eerste levensjaren van het kind Psychosociale problemen - SDQ vragenlijst (Strenghts and Difficulties Questionnaire: deze vragenlijst is bedoeld om kinderen met een hoog risico op psychosociale problemen op te sporen. De SDQ meet: o De aanwezigheid van psychosociale problemen, o De impact van psychosociale problemen op het dagelijks functioneren. Ook werden de confounders en covariaten van deze gezondheidseindpunten geïdentificeerd en mee opgenomen in de vragenlijst, o.a.: Opleidingsniveau van de ouders Gegevens rond huidige voeding en fysieke activiteit van de kinderen Consumptie van lokale voeding door de kinderen Lengte en gewicht van moeder en vader Familiaal voorkomen van astma, allergie en eczeem Gegevens van de moeder tijdens de zwangerschap (roken, alcoholgebruik, leeftijd van de moeder bij geboorte) Borstvoeding Regelmatig in kinderopvang voor 2,5 jaar Zwemmen voor 2 jaar Roken in de omgeving van het kind (vroeger en nu) Binnenhuiskwaliteit, aanwezigheid huisdieren Aanwezigheid in het verkeer en in file Zie bijlage 1 voor de volledige vragenlijst. 2.4 Analyse van de vragenlijstgegevens De gegevens van de opvolgstudie werden op individueel niveau gekoppeld aan de waarden van de blootstellingmerkers gemeten in de eerste campagne. Deze blootstellingsmerkers zijn een maat voor de blootstelling van de moeder en voor de (milieu)startbelasting die de baby van de moeder meekrijgt bij de geboorte. Volgende stoffen werden gemeten in het navelstrengbloed: (i) chloorhoudende verbindingen: dioxineachtige stoffen (CALUX), PCB s (som van PCB 138, 153 and 180), p,p -DDE (afbraakproduct van DDT) en hexachloorbenzeen (HCB) in plasma; (ii) zware metalen: lood en cadmium in volbloed. Een overzicht van de meetresultaten van de blootstellingsmerkers bij de geboorte wordt gegeven in tabel 1, specifiek voor de deelnemers van de opvolgstudie. Omwille van een beperkt volume van sommige stalen, konden niet alle stoffen bepaald worden voor ieder deelnemend kind. Tabel 1 Blootstellingsmerkers in navelstrengbloed, gemeten in de eerste campagne: data van de deelnemers aan de opvolgstudie (n=281) Gemiddelde ± SD 90e percentiel Cadmium (µg/l), n= 261 0,5 ± 0,6 1,3 Lood (µg/l), n= ,7 ± 19,2 41,3 PCB (ng/g vet), n= ,9 ± 66,7 176,2 Dioxineachtige stoffen (pg CALUX-TEQ/g vet), n=206 27,7 ± 18,3 51,0 HCB (ng/g vet), n=251 27,1 ± 21, 9 54,1 DDE (ng/g vet), n= ±

8 De gelinkte databank werd gebruikt voor statistische analyses. Hierbij werd de hypothese getest of er een verband is tussen prenatale blootstelling en volgende gezondheidseindpunten: astma en allergie, eczeem, long- en luchtweginfecties en psychosociale problemen. De resultaten van deze analyses worden in dit rapport beschreven. Later (tussen februari 2012 en mei 2013) zal door twee thesisstudenten van de 1 e Master Geneeskunde aan de Universiteit Gent verder onderzoek gebeuren op de data rond groei tijdens de eerste levensjaren als ook de lichaamssamenstelling op 8-jarige leeftijd. De finale resultaten van dit bijkomende onderzoek zullen beschikbaar zijn in mei Resultaten 3.1 Haalbaarheid gebruik beschikbare gecentraliseerde gegevens Kind & Gezin Kind & Gezin (K&G) beschikt over digitale gegevens van Vlaamse kinderen tot ongeveer de leeftijd van 2,5 jaar. De gegevens worden gecentraliseerd. De elektronische databank van K&G waar de gegevens van alle kindjes centraal in bewaard worden, was vanaf 1996 IKAROS. Hierin zitten de data van de deelnemende kinderen uit het eerste Steunpunt (geboren in ). Vanaf 2006 werd er overgeschakeld van IKAROS naar een nieuwe elektronische databank MIRAGE. Hierin zitten de gegevens van de deelnemende kinderen uit het tweede Steunpunt (geboren in ). K&G gaat akkoord om aan het Steunpunt Milieu en Gezondheid gegevens van de centrale databanken door te geven. Belangrijk is wel dat de gegevens van IKAROS in de toekomst geanonimiseerd zullen worden. Om de gegevens op te vragen is een informed consent nodig van iedere deelnemer, de informaticadienst kan dan de data opzoeken en bezorgen. Belangrijk is wel dat in de informed consent toestemming gegeven wordt voor alle data die opgevraagd worden. De koppeling van de data kan gebeuren op naam, geboortedatum van het kind, geboorteplaats, geboortedatum van de mama. Eventueel kan dit ook via het rijksregisternummer. In bijlage 3 kan het verslag van de vergadering met K&G gevonden worden. In de databank zitten volgende gegevens: (borst-)voeding groeicurves: lengte, gewicht, hoofdomtrek gehoortest (Algo test, deze screent aangeboren gehoorafwijkingen met behulp van automatische hersenstam audiometrie) gedragsparameters (vroege ontwikkeling) In de toekomst moet nog nagedacht worden over welke parameters relevant zijn om op te vragen bij K&G in het kader van opvolgstudies. Zo is er wat betreft de gehoortest nog geen onderzoek gevonden over prenatale blootstelling aan milieucontaminanten en gehoorfuncties van het kind vlak na geboorte. Wel over prenatale blootstelling aan PCB s en gehoor op 7 à 8 jarige leeftijd (Trnovec et al. 2008). Vermoedelijk is de informatie van de Algo test niet nuttig in het kader van de opvolgstudies van het Steunpunt Milieu en Gezondheid CLB s Bij CLB werkt men sinds 2010 met het digitaal leerlingendossier LARS (Leerlingenbegeleiding Administratie en Registratie Systeem). Veel gegevens van de kinderen uit deze studie zijn dus elektronisch nog niet aanwezig. Hiervoor zullen dan ook geen gegevens opgevraagd worden. 8

9 LARS is het elektronische leerlingendossier binnen het CLB waarin de gegevens van alle leerlingen centraal bewaard worden. In LARS zit een template waar de verschillende gegevens gestandaardiseerd ingegeven kunnen worden (zoals bv. lengte, gewicht, zicht, gehoor, puberteitsstadia, spraak, taal, motorische ontwikkeling). Voor lengte en gewicht kunnen er groeicurves gegenereerd worden. Standaarden binnen het elektronisch systeem zijn momenteel nog beperkt. Voor visus en puberteit is dit wel al goed uitgewerkt, voor gehoor en andere topics moet dit nog gebeuren. Voor de meeste topics moet er vrije tekst ingevuld worden, zoals bv. voor spraak, taal en motoriek. Deze vrije teksten zijn moeilijker om te interpreteren. Bovendien is geweten dat bv. voor gehoor het onderzoek niet altijd gestandaardiseerd gebeurd (zie: Wat betreft puberteit zitten de G, P en B-waarden gestandaardiseerd in het systeem (volgens richtlijnen van Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging Jeugd & Gezondheid (VWVJ)). Er moet aangevinkt worden in welk puberteitsstadium de leerling op het moment van het onderzoek zit. De procedure om data op te vragen bij het CLB kan gevonden worden in het verslag van de vergadering in bijlage 4. Wanneer gegevens op naam en geboortedatum opgevraagd worden, moet dit niet via de privacycommissie, maar moet er wel toestemming gevraagd worden aan de directeurs van de verschillende CLB s. Wanneer via het rijksregisternummer gegevens opgevraagd worden, moet dit eerst aangevraagd worden bij de privacycommissie en moet er een veiligheidsconsulent aangesteld worden Verkrijgen van centraal opgeslagen informatie Aan de hand van het rijksregisternummer van een deelnemer, kunnen andere gegevens opgevraagd worden bv. adres na verhuizing of informatie aanwezig in CORVE (Coördinatiecel Vlaams e-government). Daarom werd er via de opgestuurde toestemmingsformulieren ook gevraagd aan de deelnemers om hun rijksregisternummer mee te delen, indien zij daartoe bereid waren. CORVE is een platform waar persoonlijke gegevens worden gebundeld. Via dit platform is het in principe mogelijk om gegevens op te vragen, onder meer over verhuis. Het platform kan ook gekoppeld worden aan de datasets van K&G, CLB, Aanvraag tot de gegevens van een deelnemer kan gebeuren via rijksregisternummer, of via naam en geboortedatum. Om hiervoor toestemming te krijgen moet een machtigingsaanvraag worden ingediend. Een zeer belangrijk criterium hierbij is de omschrijving van de doeleinden van de aanvraag en de motivatie. De verdere exploratie van de mogelijkheden van CORVE en de eventuele aanvraag voor toegang tot CORVE zullen gebeuren in het volgende Steunpunt, door onderzoekers en administraties samen. 3.2 Resultaten van de individuele bevraging Responsanalyse In namen 1196 moeders en pasgeborenen deel, waarvan 23 ouders/kinderen niet meer wilden gecontacteerd worden 188 kinderen reeds eerder toestemming gaven voor de neurologische studie 1 - landelijk gebied in Olen 1 Voor meer uitleg over deze studie en resultaten van deze studie, zie gezondheid.be/resultaten/ /neurologie/stp%20mg%20- %20Samenvatting%20Neurologische%20Ontwikkeling%20NL%20DEF.pdf 9

10 132 reeds deelnamen aan de opvolgstudie astma en allergie gecontacteerd werden voor de ANIMO studie (extra onderzoek van VITO & PIH) 3 daarvan werden 48 onderzocht en gaven 23 andere toestemming 255 nog nooit gecontacteerd werden na geboorte voor een opvolgstudie. In juni 2011 werden 1173 kinderen (1196 min 23 die niet meer wensten gecontacteerd te worden) opnieuw aangeschreven met de vraag om informatie over hun gezondheid te bezorgen door het invullen van de vragenlijst. Half november 2011 werd de campagne afgesloten. Er keerden 109 ongeopende enveloppen terug naar de afzender, omdat de deelnemende kinderen niet meer op hetzelfde adres woonden als 8 jaar geleden. Wel kwamen 281 ingevulde vragenlijsten terug (56 werden elektronisch ingevuld en 225 op papier). Dit betekent een response rate van 26,4%, beschouwend dat 281 van de 1064 aangekomen vragenlijsten ingevuld terugkeerden. Van deze 281 deelnemers, Gaven 246 ouders toestemming aan de onderzoekers om de CLB-gegevens van hun kind op te vragen en te gebruiken voor verder onderzoek. Gaven 218 ouders toestemming voor een huisbezoek om gestandaardiseerde antropometrische metingen uit te voeren. Tussen half oktober en half november 2011 werd bij 120 van deze 218 gezinnen een huisbezoek uitgevoerd. Gaven 213 ouders aan bereid te zijn deel te nemen aan verder opvolgonderzoek in de toekomst. Hiervan hebben o 88 personen het rijksregisternummer van hun kind opgegeven, o 65 personen het rijksregisternummer van de moeder opgegeven, o 60 personen geen rijksregisternummer opgegeven. Er hebben bij deze mailing 21 mensen hun medewerking in het onderzoek stopgezet. Deze zullen in de toekomst dan ook niet meer gecontacteerd worden Beschrijving van de studiepopulatie Enkele kenmerken van de deelnemende kinderen worden weergegeven in Tabel 2. Tabel 2 Beschrijvende statistiek voor de onderzoeksgroep van de opvolgstudie van de pasgeborenen Parameter Opvolgstudie (n = 218) Geslacht, n (%) jongens 136 (48,4%) meisjes 145 (51,6%) Leeftijd, n (%) 2 Voor meer uitleg over deze studie en resultaten van deze studie, zie gezondheid.be/resultaten/ /astma%20en%20allergie/stp%20mg%20-%20aa%20- %20Samenvatting.pdf 3 G. Schoeters, R. Van Den Heuvel, K. Bloemen, G. Koppen,E. Goelen, E. Witters, E. Govarts, A. Bernard,C. Voisin, K. Desager, E. Peirsman, V. Nelen, INDOOR RISK FACTORS FOR CHILDHOOD RESPIRATORY DISEASES: DEVELOPMENT AND APPLICATION OF NON-INVASIVE BIOMARKERS ANIMO report SD/HE/05, Final Report. Brussels : Belgian Science Policy p. 10

11 7 jaar 58 (20,6%) 8 jaar 223 (79,4%) Hoogste opleidingniveau in het gezin Lager secundair beroeps-, technisch of algemeen onderwijs (BSO, TSO of ASO) Hoger secundair beroeps- of technisch onderwijs (BSO of TSO) 9 (3,2%) 57 (20,3%) Hoger algemeen secundair onderwijs (ASO) 18 (6,4%) Hoger niet-universitair onderwijs 131 (46,6%) Universitair onderwijs 65 (23,2%) Vroeggeboorte (> 37 weken zwangerschap) neen 269 (95,7%) ja 12 (4,3%) Borstvoeding als baby neen 81 (28,9%) ja 199 (71,1%) Figuur 1 geeft weer hoe de deelnemers van de opvolgstudie verdeeld zijn over de acht aandachtsgebieden waarin gerekruteerd werd tijdens de eerste campagne van de biomonitoringsstudie. Het lage percentage van deelnemers uit de regio s met verbrandingsovens is te verklaren door het feit dat daar in ook minder deelnemers werden gerekruteerd vergeleken met de andere gebieden. 1.8% 6.4% 13.2% 21.0% 12.5% 10.7% 21.7% 12.8% Antwerpse agglomeratie Industrie (Haven) Fruitstreek Olen Gentse agglomeratie Verbrandingsovens Landelijk Figuur 1 Verdeling van de deelnemers aan de opvolgstudie over de acht gebieden waarin gerekruteerd werd in Op basis van de gegevens verzameld tijdens het eerste Steunpunt Milieu en Gezondheid werd een non-responder analyse uitgevoerd, waarbij werd nagekeken of de kenmerken van de deelnemers aan de opvolgstudie verschillend waren van de niet-deelnemers (zowel kenmerken van de pasgeboren baby als van de pasbevallen moeder). Wat betreft de karakteristieken van de kinderen was er geen verschil in geslacht tussen de deelnemers van de opvolgstudie en de niet-deelnemers (p=0.132). Wat betreft de prenatale blootstelling werd gevonden dat bij de kinderen die deelnamen aan de opvolgstudie de prenatale blootstelling aan PCBs en DDE (borderline) significant hoger lag dan bij de niet-deelnemende 11

12 kinderen (89,9 versus 81,8 ng/g vet (p=0.052) voor PCBs en 185,2 versus 157,3 ng/g vet (p=0,008) voor DDE). Voor de andere contaminanten werd geen significant verschil teruggevonden. Daarnaast bleek dat de moeders van de kinderen die deelnamen aan de opvolgstudie bij de geboorte van het kind iets ouder waren dan de niet-deelnemende moeders (30,1 versus 29,4 jaar, respectievelijk, p=0,026), dat de deelnemende moeders hoger opgeleid waren (p<0.001) en dat het percentage dat ooit gerookt had lager lag bij de moeders deelnemend aan de opvolgstudie (30.6%) in vergelijking met deze die niet deelnamen aan de opvolgstudie (37.4%) (p=0,039). Ook werd nagegaan of bepaalde aandoeningen meer voorkwamen bij moeders die later deelnamen aan de opvolgstudie. Het gaat hier om gegevens die genoteerd zijn door de moeders kort na de geboorte van het kind ( ). Uit de analyses bleek dat er meer dierallergie (15.4% versus 9.6%; p=0.007) en meer huidallergie (13.7% versus 9.3%; p=0.033) voorkwam bij moeders die deelnamen aan de opvolgstudie in vergelijking met niet-deelnemers. Voor astma, hooikoorts en voedselallergie werd geen verschil gevonden. 1) Gezondheidseindpunten: beschrijvende resultaten In tabel 3 wordt de beschrijvende statistiek weergegeven van de gezondheidseindpunten die in deze studie bestudeerd werden. Tabel 3 Beschrijvende statistiek van de gezondheidseindpunten in de deelnemers ( kinderen) van de opvolgstudie Gezondheidseindpunt Opvolgstudie (n = 281) Ooit astma gehad neen 250 (90,0%) ja 31 (11,0%) Nu astma neen 254 (90,4%) ja 27 (9,6%) Dokter diagnosed astma neen 264 (94,0%) ja 17 (6,0%) Eczeem neen 229 (81,8%) ja 51 (18,1%) Allergie aan voeding, insectenbeten of geneesmiddelen neen 195 (69,4%) ja 86 (30,6%) Huidallergie neen 234 (83,3%) ja 47 (16,7%) Dierenallergie neen 264 (94,0%) ja 17 (6,0%) Ernstige long- of luchtweginfectie tijdens 1e levensjaar neen 218 (77,6%) ja 63 (22,4%) 12

13 Ernstige long- of luchtweginfectie tijdens laatste 12 maanden neen 259 (92,2%) ja 22 (7,8%) Ooit ernstige long- of luchtweginfectie gehad neen 171 (60,9%) ja 110 (39,1%) BMI-klasse ondergewicht 51 (18,5%) normaal gewicht 192 (69,8%) overgewicht 32 (11,6%) 2) Puberteitsontwikkeling: beschrijvende resultaten Wat de puberteitsontwikkeling bij beide geslachten (n=281) betreft werden groei van lichaamshaar en verandering van de huid (puistjes) bevraagd. Het volgende werd gerapporteerd: Bij 3 meisjes en 3 jongens is het lichaamshaar juist beginnen groeien en bij 1 meisje en 1 jongen is het volop aan het groeien. Dit is in overeenstemming met de Vlaamse referentiedata. Deze data geven aan dat de groei van de pubisbeharing bij zowel jongens als meisjes start kort na de 8 e verjaardag (3 e percentiel van de distributie). Bij 6 jongens en 4 meisjes begint de huid juist te veranderen. Wat betreft puberteitsontwikkeling bij de meisjes (n=145), werd voor één meisje gerapporteerd dat ze reeds menstrueert. Vergeleken met de Vlaamse referentiegegevens is dit vroeg: de referentiecurve geeft aan de het 3 e percentiel van de distributie die de leeftijd van menarche aangeeft op de 11 e verjaardag valt. Voor 5 meisjes rapporteerden de ouders dat de borsten juist zijn beginnen groeien. Dit is in overeenstemming met de Vlaamse referentiegegevens die aangeven dat de borstontwikkeling kan starten kort voor de 8 e verjaardag (3 e percentiel van de distributie). Wat betreft puberteitsontwikkeling bij de jongens (n=136), gaf geen enkele ouder aan dat de stem reeds veranderd is noch dat er gezichtshaar begint te groeien. De standaardgroeicurves en gegevens over de puberteitsontwikkeling voor de Vlaamse jongens en meisjes kunnen terug gevonden worden op 3) Gedragsparameters: beschrijvende resultaten Aan de hand van de SDQ vragenlijst (Strenghts and Difficulties Quesionnaire: werden gegevens verzameld over het gedrag van de kinderen die deelnamen aan de opvolgstudie. Deze vragenlijst is ontwikkeld om kinderen met een hoog risico op psychosociale problemen op te sporen. De SDQ meet de aanwezigheid van psychosociale problemen en de impact van deze problemen op het dagelijks functioneren. De vragenlijst laat toe om voor ieder individu een score te berekenen voor zes verschillende schalen. Voor iedere schaal bestaat een grenswaarde om te bepalen of een individu een normale, borderline of abnormale score heeft. In tabel 4 wordt het aantal kinderen gerapporteerd met een abnormale score en dit afzonderlijk voor elk van de zes schalen. De resultaten zijn gestratificieerd voor de twee geslachten gezien de resultaten sterk verschillend waren tussen jongens en meisjes. 13

14 Tabel 4 Aantal kinderen met een abnormale score voor de verschillende schalen o.b.v. de SDQ vragenlijst Aantal kinderen met een abnormale score Jongens (n=136) Meisjes (n=145) Emotionele schaal Gedragsschaal 10 4 Hyperactiviteit Problemen met leeftijdsgenoten 7 1 Sociale problemen 7 2 Totale score voor gedragsproblemen Betrouwbaarheid van gerapporteerd lichaamslengte, -gewicht en buikomtrek Tussen half oktober en half november 2011 werd bij 120 van de 281 deelnemende gezinnen een huisbezoek uitgevoerd door twee studenten van de eerste Master Geneeskunde aan de Universiteit Gent. Deze huisbezoeken sloten dicht aan bij de periode waarin de vragenlijst werd ingevuld. Tijdens deze huisbezoeken werd door de studenten bij de deelnemende kinderen van deze opvolgstudie het lichaamsgewicht, de lichaamslengte en de buikomtrek gemeten op een gestandaardiseerde wijze. Deze metingen waren bedoeld om de betrouwbaarheid na te gaan van de door de ouders gerapporteerde data uit de vragenlijst (gewicht, lengte, buikomtrek). Daarenboven werden bij de kinderen ook bijkomende metingen uitgevoerd van de omtrek van de heup en arm alsook de huidplooidikte ter hoogte van de biceps (voorzijde bovenarm), triceps (achterzijde bovenarm), subscapulair (onder de onderste punt van het schouderblad) en suprailiacaal (boven de voorste uitstekende punt van de bekkenrand). Deze bijkomende metingen laten toe meer informatie te verkrijgen over de vetverdeling van de kinderen (abdominaal en visceraal vet). Deze bijkomende gegevens zullen in de toekomst verder verwerkt en geanalyseerd worden door de thesisstudenten. De finale resultaten van dit thesisonderzoek zullen beschikbaar zijn in mei Het protocol dat gevolgd werd om de antropometrische metingen uit te voeren kan gevonden worden in Bijlage 4. De omtrek- en huidplooidiktemetingen werden standaard twee keer uitgevoerd. Bij een verschil groter dan 0,2 cm voor de omtrekmetingen en 0,2 mm voor de huidplooimetingen werd de meting een derde maal uitgevoerd. De studenten ervaarden dat hoe dikker de kinderen waren, hoe vaker de eerste twee metingen sterk van elkaar verschilden en er dus een derde meting moest worden uitgevoerd. Ze meldden ook dat een derde meting het vaakst noodzakelijk was bij de huidplooidiktemeting van de biceps. Voor de verdere verwerking van de omtrekken en huidplooidiktes werd het gemiddelde genomen van de twee of waar nodig de drie uitgevoerde metingen. De resultaten van de metingen van lichaamslengte, -gewicht en buikomtrek van de kinderen worden in dit rapport gebruikt om na te gaan hoe betrouwbaar de door de ouders gerapporteerde gegevens zijn. Dit kon gebeuren voor 116 kinderen, aangezien voor 4 kinderen bij wie een huisbezoek was uitgevoerd geen gegevens waren ingevuld op de vragenlijst omtrent lichaamslengte en gewicht, noch buikomtrek. Van deze 116 kinderen ontbrak bij 1 kind het 14

15 gewicht gerapporteerd door de ouders (en kon dus ook geen BMI berekend worden) en ontbrak bij 4 kinderen de buikomtrek gerapporteerd door de ouders. In eerste instantie werd de Spearman correlatiecoëfficiënt berekend tussen de gerapporteerde gegevens en de gemeten gegevens. We stelden vast dat er een sterke correlatie was tussen beide gegevens zeker voor lichaamslengte en lichaamsgewicht: - Voor het gewicht: correlatiecoëfficiënt = 0,925, p < 0,001 (n=115) - Voor de lengte: correlatiecoëfficiënt = 0,942, p < 0,001 (n=116) - Voor de BMI: correlatiecoëfficiënt = 0,813, p < 0,001 (n=111) - Voor de buikomtrek: correlatiecoëffiënt = 0,791, p < 0,001 (n=115) Het feit dat de correlatiecoëfficiënt laagst was voor de buikomtrek is te verklaren door het feit dat dit voor de ouders geen vertrouwde meting is en dat fouten gemakkelijk gemaakt kunnen worden door de meting te hoog of te laag uit te voeren. De correlatiecoëfficient voor gewicht en lengte zijn erg gelijkaardig aan deze die gevonden werden in een vroegere Belgische studie (Huybrechts et al. 2006), de correlatiecoëfficiënt voor BMI ligt echter veel hoger dan deze gevonden in die vorige studie (correlatiecoëfficiënt van 0,59 voor BMI). Daarnaast werden beide gegevens ook vergeleken aan de hand van Bland-Altman plots. Bij een dergelijk plot wordt het gemiddelde van de gerapporteerde en gemeten waarden uitgezet op de X- as en het verschil tussen de gerapporteerde en gemeten waarden uitgezet op de Y-as. Het gemiddelde verschil tussen de gerapporteerde en gemeten waarden bedroeg -1,08 cm voor de lengte (figuur 2), -1,69 kg voor het gewicht (figuur 3), -0,69 kg/m² voor de BMI (figuur 4) en 0,41 cm voor de buikomtrek (figuur 5). Dit betekent dat de ouders lengte en gewicht gemiddeld hebben ondergerapporteerd, terwijl de buikomtrek eerder hoger gerapporteerd werd door de ouders in vergelijking met de meting uitgevoerd door de studenten. Op de Bland-Altman plots worden ook lijnen weergegeven waarbinnen 95% van de meetpunten vallen. Deze lijnen komen overeen met het gemiddelde verschil ± 1,96 maal de standaard deviatie (SD). Hoe smaller de band is tussen deze lijnen hoe beter de gerapporteerde gegevens overeenkomen met de gemeten waarden. Op figuur 2 zien we dat de ouders de lengte van hun kinderen schatten van 5,6 cm onder tot 3,4 cm boven de gemeten waarde. Voor het gewicht is dat van 5,5 kg onder tot 2,1 kg boven de gemeten waarde (figuur 3) en voor BMI van 3,0 kg/m² onder tot 1,7 kg/m² boven de berekende BMI op basis van de gemeten waarde (figuur 4). De buikomtrek die de ouders gemeten hebben ligt 8,9 cm onder tot 9,7 cm boven de waarden die op gestandaardiseerde wijze bekomen zijn. De verschillen tussen de gemeten en gerapporteerde waarden variëren niet met de waarde, dus er zijn geen grotere afwijkingen bij zwaardere of grotere kinderen. 15

16 Figuur 2 Bland-Altman plot van gerapporteerde en gemeten lengte Figuur 3 Bland-Altman plot van gerapporteerd en gemeten gewicht 16

17 Figuur 4 Bland-Altman plot van BMI bereken op basis van gerapporteerde en gemeten gegevens Figuur 5 Bland-Altman plot van gerapporteerde en gemeten buikomtrek In de dosis-effect relaties die binnen deze opvolgstudie onderzocht werden, werd BMI als een categorische variabele gebruik, nl. 4 klassen: ondergewicht, normaal gewicht, overgewicht en obees. Deze categorisatie gebeurde aan de hand van de LMS methode van Tim Cole (Cole et al. 1998). Daarom was het relevant om na te gaan hoe goed de overeenkomst was tussen de BMI classificatie op basis van de gerapporteerde waarden versus de gemeten waarden. Tabel 5 toont 17

18 BMI klassificatie o.b.v. gemeten waarden een kruistabel waarin deze classificatie kan vergeleken worden voor de BMI berekend op basis van de gerapporteerde versus de gemeten waarden. Tabel 5 BMI klassificatie van de kinderen o.b.v. gerapporteerde versus gemeten waarden BMI klassificatie o.b.v. gerapporteerde waarden Totaal Ondergewicht Normaal gewicht Overgewicht Obees Ondergewicht Normaal gewicht Overgewicht Obees Totaal De resultaten van tabel 5 tonen dat het gebruik van de gerapporteerde data leidt tot een overschatting van het aantal kinderen met ondergewicht en een onderschatting van het aantal kinderen met overgewicht of obesitas. Als kwantitatieve maat voor de overeenkomst tussen de classificatie o.b.v. gerapporteerde versus gemeten gegevens werd de Cohen s kappa berekend. Deze bedroeg 0,45 wat wijst op een redelijke overeenkomst Dosis-effect relaties 1) Statistische analyses voor de dosis-effect relaties In deze opvolstudie werden dosis-effect relaties onderzocht om na te gaan of de prenatale blootstelling aan milieucontaminanten een effect had op de gezondheid van de kinderen op 7- à 8- jarige leeftijd, meer specifiek over astma, allergie en gedrag. Dit gebeurde aan de hand van logistische regressiemodellen waarbij nagegaan werd of de prenatale blootstelling aan milieucontaminanten een invloed heeft op het risico op één van de gezondheidseffecten, en dit na correctie voor confounders en covariaten. De blootstelling aan milieucontaminanten (dosis) werd steeds in ln-getransfomeerde schaal gebruikt. Als vaste confouders werden steeds de leeftijd en het geslacht van het kind in het model gebruikt. Wanneer astma en allergie als gezondheidseindpunten werden onderzocht, werd ook steeds het al dan niet voorkomen van deze ziekte in de familie als confounder in het model gebruikt. Om na te gaan welke andere bevraagde variabelen (zie beschrijving van de vragenlijst onder 1.3) als covariaten in de regressiemodellen dienden worden opgenomen, werden eerst univariate regressie-analyses uitgevoerd met de gezondheidseffecten als eindpunt; wanneer de p-waarde van deze univariate regressie-analyses kleiner of gelijk was aan 0,2 werd die variabele in het model opgenomen als covariaat in het logistische regressiemodel om de dosis-effect relatie te onderzoeken. 2) Dosis-effect relaties voor immunologische parameters In de vragenlijst werd aan de hand van verschillende vragen nagegaan of de kinderen lijden of geleden hebben aan astma. Uit deze vragen werden drie gezondheidseindpunten afgeleid: (1) het kind heeft ooit astma gehad, (2) het kind heeft nu astma en (3) het kind heeft astma gediagnosticeerd door een arts. Daarnaast werden vragen gesteld over allergie, dit leidde tot drie variabelen: (1) het kind is allergisch aan voedingsmiddelen, insecten en/of geneesmiddelen, (2) het kind is allergisch aan metalen, verzorgingsproducten en/of schoonmaakmiddelen (contactallergie) 18

19 en (3) het kind is allergisch aan huisdieren. Naast deze immunologische eindpunten werd ook gevraagd of het kind eczeem had en of het kind ernstige long- of luchtweginfecties had gehad: (1) in het eerste levensjaar, (2) in de laatste 12 maanden en (3) tot nu toe ooit in zijn leven. Voor al deze immunologische eindpunten werd aan de hand van regressiemodellen nagegaan of het risico erop werd beïnvloed door prenatale blootstelling aan milieucontaminanten. Enkel voor allergie aan huisdieren en contactallergie werden significante verbanden gevonden. Voor contactallergie bleek een negatief verband te bestaan tussen een hogere prenatale blootstelling aan HCB en het risico op contactallergie (borderline significant, p = 0,053). Een verdubbeling van de prenatale HCB-blootstelling verlaagt het risico op contactallergie met een factor gelijk aan 0,74. (R² van het model = 0,22). Referentiewaarden van HCB in navelstrengbloed gebaseerd op de eerste meetcampagne kunnen teruggevonden worden in tabel 1. Daarnaast bleek een positief verband te bestaan tussen een hogere prenatale blootstelling aan HCB en het risico op allergie aan huisdieren (p = 0,024). Een verdubbeling van de prenatale HCBblootstelling verhoogt het risico op huisdierallergie met 80% (odds ratio = 1,80; R² van het model = 0,26). Het feit dat een omgekeerd verband werd gevonden tussen prenatale blootstelling aan HCB en contactallergie, dan wel op huisdierallergie houdt mogelijk verband met remediering van beide allergieën via een andere pathway. Contactallergie is een T-cell gemedieerde allergie. Een dergelijke allergie leidt in de meeste gevallen tot eczeem, blaasjes met vocht, en dergelijke. De allergische reactie treedt vertraagd op (enkele uren/dagen na de blootstelling). Huisdierallergie is een immunoglobulinee (IgE) gemedieerde allergie. Hierbij is het typisch dat de reactie (tranende ogen, prikkelende neus, netelroos, ) snel na de blootstelling optreedt maar ook snel weer verdwijnt. Andere onderzoeken over de blootstelling aan HCB en de ontwikkeling van allergieën vonden echter geen signifcante relaties tussen beiden (Gascon et al. 2011;Noakes et al. 2006;Miyake et al. 2011). Wel vonden Noakes et al. een significante, inverse relatie tussen p,p - DDE en T helper cell Type 1 interferon bij de moeder (Noakes et al. 2006). Daarnaast werd ook een significant, positief (p = 0,044) verband gevonden tussen de prenatale blootstelling aan lood en het risico op huisdierallergie. Een verdubbeling van de prenatale loodblootstelling verhoogt het risico op huisdierallergie met 62% (odds ratio = 1,62; R² van het model = 0,23). Ook in andere studies werd reeds aangetoond dat (prenatale) loodblootstelling een invloed heeft op de ontwikkeling van allergie bij kinderen door een stimulerend effect op de IgE productie die de ontwikkeling van allergieën voorafgaat (Jedrychowski et al. 2011;Lutz et al. 1999;Karmaus et al. 2005). In het eerste Steunpunt Milieu & Gezondheid, werd bij de moeders ook een relatie gevonden tussen de blootstelling aan lood en de prevalentie van astma en hooikoorts bij de moeder (odds ratio voor een verdubbeling van de loodblootstelling respectievelijk 1,20 en 2,45). Op basis van de gegevens verzameld aan de hand van de vragenlijst gebruikt tijdens deze opvolgstudie werd ook de hypothese onderzocht of roken door de grootmoeder langs moederskant voor de geboorte van de moeder een invloed heeft op de gezondheid van de kinderen op 7- à 8-jarige leeftijd. Uit de statistische analyses bleek dat roken van de grootmoeder aan moederskant voor de geboorte van de moeder het risico op astma sterk verhoogt, zowel voor de parameter (1) het kind heeft nu astma (odds ratio = 4,60; p = 0,001; R² van het model = 0,20) als voor de parameter (2) het kind heeft ooit astma gehad (odds ratio = 3,64; p = 0,002; R² van het model = 0,17). Een gelijkaardige bevinding werd reeds eerder gepubliceerd (Li et al. 2005). Deze 19

20 onderzoekers opperden dat het zou gaan om een epigenetisch mechanisme waarbij DNA methylatieveranderingen in de foetale oocyten aanleiding kunnen geven tot een verhoogde gevoeligheid voor astma. 3) Dosis-effect relaties voor gedragsparameters Aan de hand van de SDQ vragenlijst (Strenghts and Difficulties Questionnaire: werden gegevens verzameld over het gedrag van de kinderen die deelnamen aan de opvolgstudie. Aan de hand van logistische regressiemodellen werd nagegaan of de prenatale blootstelling aan milieucontaminanten het risico verhoogt voor een abnormale score op één van de zes schalen die resulteert uit de SDQ vragenlijst. Dit werd apart gedaan voor jongens en voor meisjes, aangezien beide geslachten sterk verschillend scoorden op de vragenlijst. Er werden verschillende associaties gevonden tussen prenatale loodblootstelling en gedragsparameters: Bij meisjes was er een positief verband tussen een hogere prenatale loodblootstelling en het risico op hyperactiviteit: een verdubbeling van de loodblootstelling verhoogde het risico met 83% (odds ratio = 1,83; p = 0,044; R² van het model = 0,18). Bij jongens was er een positief verband tussen een hogere prenatale loodblootstelling en het risico op problemen met leeftijdsgenoten (odds ratio bij verdubbeling van de loodblootstelling = 2,33; p = 0,051; R² = 0,35) als ook het risico op gedragsproblemen in het algemeen (totale score odds ratio bij verdubbeling van de loodblootstelling = 1,75; p = 0,054; R² = 0,15). Beide resultaten zijn echter borderline non-significant. Daarnaast werd een verband gevonden tussen de prenatale blootstelling aan cadmium en PCBs en het risico op emotionele problemen: Bij jongens was er een positief verband tussen hogere prenatale cadmiumblootstelling het risico op emotionele problemen: een verdubbeling van de cadmiumblootstelling verhoogt het risico met 39% (odds ratio = 1,39; p = 0,002; R² van het model = 0,19). Bij meisjes was er een negatief verband (borderline non-significant) tussen hogere prenatale PCB bloostelling en het risico op emotionele problemen: verdubbeling van de PCB concentratie verminderde het risico (odds ratio = 0,66; p = 0,066; R² van het model = 0,15). Referentiewaarden van deze milieucontaminanten in navelstrengbloed gebaseerd op de eerste meetcampagne kunnen teruggevonden worden in tabel 1. Voor de drie bovenstaande contaminanten waarvan significante verbanden gevonden werden met gedragsparameters (lood, cadmium en PCBs) is in de literatuur gekend dat ze neurotoxisch zijn. Bovendien werden in een andere opvolgstudie (Opvolgstudie Neurologie) gelijkaardige resultaten teruggevonden. Het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis (OPZ) in Geel volgde 130 moeder-kind paren van de pasgeborenencampagne van het Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma ( ) op tot de leeftijd van 3 jaar, met regelmatige bevragingen in de periode van 0 tot 36 maanden en een klinisch onderzoek op 36 maanden. Er werd nagegaan of er een verband kon gelegd worden tussen de prenatale blootstelling aan milieucontaminanten en een aantal cognitieve ontwikkelingsparameters. Zij vonden onder andere de volgende resultaten: Kinderen met een hogere prenatale loodblootstelling zijn tijdens hun ontwikkeling actiever en kunnen minder lang hun aandacht richten. Dit ligt in de lijn van het verband dat in deze studie gevonden werd bij meisjes tussen loodblootstelling en het risico op hyperactiviteit. 20

21 Kinderen met hogere PCB-waarden uiten minder snel emoties en gevoelens en geven minder snel problemen aan. Dit ligt in de lijn van het verband dat in deze studie gevonden werd bij meisjes tussen PCB blootstelling en het risico op emotionele problemen. Bij alle bovenstaande dosis-effect relaties dient wel opgemerkt te worden dat het feit dat er verbanden gevonden niet noodzakelijk betekent dat dit oorzakelijke verbanden zijn tussen de prenatale blootsstelling en het gezondheidseffect. Er zijn slechts een beperkt aantal milieucontaminanten gemeten en mogelijks spelen ook andere stoffen en andere factoren (voor gedrag bv. opvoedingsstijl) een belangrijke rol. 4. Conclusie Binnen deze opvolgstudie werden dosis-effect relaties onderzocht tussen de prenatale blootstelling aan milieucontaminanten en gezondheidseffecten bij het kind 8 jaar later. Er werd een verband gevonden tussen prenatale HCB-blootstelling en contactallergie, nl. een hogere HCB-blootstelling leidt tot een lager risico. Een omgekeerd verband werd gevonden tussen prenatale HCBblootstelling en huisdierallergie, nl. een hogere HCB blootstelling leidt tot een hoger risico. Diezelfde relatie werd teruggevonden voor een hogere prenatale loodblootstelling. Het omgekeerde effect van prenatale HCB blootstelling op contactallergie vergeleken met huisdierallergie kan mogelijk verklaard worden door het feit dat deze twee allergieën via een andere pathway worden gemedieerd. Een andere belangrijke vaststelling is dat roken door de grootmoeder aan moeders kant vόόr de geboorte van de moeder het risico verhoogt op astma bij het kind. Uit de vragenlijsten bleek dat de meeste kinderen nog niet aan de puberteitsontwikkeling gestart waren. Slechts enkele kinderen vertoonden reeds beginnende puberteitsverschijnselen. Aan de hand van een gevalideerde vragenlijst werd ook informatie verzameld over het gedrag van de kinderen. Deze vragenlijst liet toe om kinderen te identificeren met afwijkend gedrag op verschillende facetten (bv. emotionele problemen, problemen met leeftijdsgenoten). Op basis van deze resultaten werd gevonden dat een hogere prenatale loodblootstelling het risico op hyperactiviteit verhoogt bij meisjes en bij jongens het risico op problemen met leeftijdsgenoten als ook een het risico op globale gedragsproblemen verhoogt. Een hogere prenatale blootstelling aan cadmium verhoogt bij jongens het risico op emotionele problemen terwijl een hogere prenatale PCB blootstelling bij meisjes het risico op emotionele problemen verlaagt. De resultaten van deze opvolgstudie tonen aan dat de blootstelling van zwangere vrouwen aan milieucontaminanten in de periode , een effect heeft op allergie en gedragsproblemen bij hun 8-jarige kinderen. Dit geeft aan dat (beleids)acties die leiden tot een verlaging van die blootstelling een invloed zullen hebben op de gezondheid van de toekomstige generatie. Ook toonde deze studie aan dat er een transgenerationeel effect is van het roken van de grootmoeder aan moeders kant op het voorkomen van astma bij de kinderen. Dit illustreert dat antitabakscampagnes nog steeds relevant zijn en een effect zullen hebben tot aan de twee volgende generaties. 21

22 5. Aanbevelingen Gezien deze opvolgstudie uitgevoerd werd als een pilootproject om de haalbaarheid na te gaan om deelnemers aan het biomonitoringsonderzoek gedurende lange termijn op te volgen, is het hier de bedoeling om procedures en werkwijzen aan te bevelen die het mogelijk maken gegevens in de toekomst vlotter te bekomen en gebruiken. Een eerste aanbeveling in dat kader is om reeds bij de eerste campagne het rijksregisternummer van de deelnemers te vragen. Aan de hand van dit rijksregisternummer kunnen op vrij eenvoudige wijze gegevens opgevraagd worden bij centrale databanken zoals Kind & Gezin en CLB. Bovendien kunnen aan de hand van het rijksregisternummer ook deelnemers opgespoord worden die verhuisd zijn tussen de eerste campagne en de opvolgstudie. Een tweede aanbeveling die hier nauw bij aansluit is om bij de eerste campagne reeds aan de deelnemers toestemming te vragen om op een later tijdstip gegevens over hen op te vragen bij centrale databanken en registers. Op die manier is het voor dat luik van het opvolgonderzoek niet noodzakelijk de deelnemers opnieuw aan te schrijven om hun toestemming te vragen. In deze opvolgstudie is ook ervaren dat het werken met zowel papieren als elektronische vragenlijsten goed gesynchroniseerd dient te gebeuren. Bij voorkeur worden beide vragenlijsten in éénzelfde programma gemaakt zodat het wegschrijven van de resultaten op identieke wijze gebeurt. Deze opvolgstudie resulteert - net als andere reeds uitgevoerde opvolgstudies (opvolgstudie astma en allergie; opvolgstudie neurologie) - in belangrijke resultaten over de relatie tussen prenatale blootstelling aan milieucontaminanten en gezondheidseffecten bij de kinderen op latere leeftijd. Daaruit kan besloten worden dat het van belang is 1) de blootstelling aan contaminanten van vrouwen op vruchtbare leeftijd goed op te volgen en te beperken, en 2) te blijven investeren in geboortecohortes. Op dit moment zijn de pasgeborenen van de eerste biomonitoringscampagne 7 à 8 jaar oud. Het zou uiterst interessant zijn deze kinderen verder te kunnen opvolgen doorheen hun puberteit tot bij het volwassen worden. Dat zou toelaten om gezondheidseindpunten/gezondheidseffecten te bestuderen die pas op latere leeftijd zullen optreden bij de kinderen. Het zou dus uiterst interessant zijn om voor een dergelijk longitudinaal onderzoek de nodige middelen en expertise te voorzien. 6. Referentielijst Reference List 1. Carskadon MA, Acebo C A self-administered rating scale for pubertal development. J Adolesc Health 14: Trnovec T, Sovcikova E, Hustak M, Wimmerova S, Kocan A, Jureckova D, Langer P, Palkovicova L, Drobna B Exposure to polychlorinated biphenyls and hearing impairment in children. Environmental Toxicology and Pharmacology 25:

VLAAMS HUMAANBIOMONITORINGSPROGRAMMA 2012-2015 ANALYSES INVLOED SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS EN ETNISCHE HERKOMST RAPPORT PASGEBORENEN

VLAAMS HUMAANBIOMONITORINGSPROGRAMMA 2012-2015 ANALYSES INVLOED SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS EN ETNISCHE HERKOMST RAPPORT PASGEBORENEN VLAAMS HUMAANBIOMONITORINGSPROGRAMMA 2012-2015 ANALYSES INVLOED SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS EN ETNISCHE HERKOMST RAPPORT PASGEBORENEN Ann Colles, Bert Morrens, Liesbeth Bruckers, Greet Schoeters en Ilse

Nadere informatie

Biomerkers van effect. Analyse van covariabelen

Biomerkers van effect. Analyse van covariabelen Biomerkers van effect Analyse van covariabelen De analyse van confounders heeft tot doel om de gebieden te vergelijken na correctie voor confounders én covariabelen. Selectie van covariabelen In het analyseplan

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Dessel, Mol & Retie. Uw regio, uw gezondheid, uw baby.

Dessel, Mol & Retie. Uw regio, uw gezondheid, uw baby. Uw regio, uw gezondheid, uw baby. Dessel, Mol & Retie U vindt het goed wonen in Dessel, Mol en Retie? Maar met een baby op komst stelt u zich toch soms vragen over de kwaliteit van ons milieu? Wilt u de

Nadere informatie

Biomerkers van blootstelling. Analyse van covariabelen

Biomerkers van blootstelling. Analyse van covariabelen Biomerkers van blootstelling Analyse van covariabelen De analyse van covariabelen heeft 2 doelstellingen: 1. Significante covariabelen selecteren om na te gaan welke factoren bijdragen tot de variabiliteit

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk

Nadere informatie

BMI BIJ SCHOOLKINDEREN

BMI BIJ SCHOOLKINDEREN / Rapport cijfers BMI BIJ SCHOOLKINDEREN Vlaams Gewest 2012-2013 / 1.02.2016 1.02.2016 BMI bij schoolkinderen 1/10 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op juli 2015 door: Lien Braeckevelt,

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Studie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Studie Jongeren en Gezondheid 2014 : Studie Algemeen De studie Jongeren en Gezondheid maakt deel uit van de internationale studie Health Behaviour in School-Aged Children (HBSC), uitgevoerd onder toezicht van

Nadere informatie

(hoofdstuk 2) vatting Samen

(hoofdstuk 2) vatting Samen The Multiple Environmental and Genetic Assessment of risk factors for venous thrombosis (MEGA studie) is een groot patiënt-controle onderzoek naar risicofactoren voor veneuze trombose. In deze studie zijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting S 146 In vitro fertilizatie (IVF) is in de loop van de jaren wereldwijd uitgegroeid tot een routine procedure binnen de voortplantingsgeneeskunde voor koppels met vruchtbaarheidsproblemen.

Nadere informatie

Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma 2007 2011. Resultatenrapport: opvolgstudie volwassenen

Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma 2007 2011. Resultatenrapport: opvolgstudie volwassenen 1 Vlaams Humaan Biomonitoringsprogramma 2007 2011 Resultatenrapport: opvolgstudie volwassenen Oktober 2012 Nik Van Larebeke, Isabelle Sioen, Elly Den Hond, Vera Nelen, Els Van de Mieroop, Tim Nawrot, Liesbeth

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Humane biomonitoring GENK-ZUID Onderzoek naar de invloed van wonen nabij het industriegebied Genk-Zuid RESULTATEN

Humane biomonitoring GENK-ZUID Onderzoek naar de invloed van wonen nabij het industriegebied Genk-Zuid RESULTATEN Humane biomonitoring GENK-ZUID 2016 2018 Onderzoek naar de invloed van wonen nabij het industriegebied Genk-Zuid RESULTATEN 1 Wat is de humane biomonitoring Genk-Zuid 2016/2018? Waarom deden we dit onderzoek?

Nadere informatie

Het staal en deze vragenlijst zullen volgens afspraak, later bij u thuis opgehaald worden.

Het staal en deze vragenlijst zullen volgens afspraak, later bij u thuis opgehaald worden. Toestemmingsformulier tot deelname aan het onderzoek naar persistente organische stoffen (POPs) in moedermelk gecoördineerd door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) Studie uitgevoerd in samenwerking

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jeugd 2010 4 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

Substudie: Aanbeveling inzake de opsporing en verwijzing van het te kleine kind.

Substudie: Aanbeveling inzake de opsporing en verwijzing van het te kleine kind. INTERUNIVERSITAIRE GGS-OPLEIDING JEUGDGEZONDHEIDSZORG 2006 Evaluatie van de praktische toepassing van de standaard groei en pubertaire ontwikkeling in de centra voor leerlingenbegeleiding Substudie: Aanbeveling

Nadere informatie

Samenvatting. Het Terneuzen Geboortecohort. Detectie en Preventie van Overgewicht en Cardiometabool Risico vanaf de Geboorte

Samenvatting. Het Terneuzen Geboortecohort. Detectie en Preventie van Overgewicht en Cardiometabool Risico vanaf de Geboorte Het Terneuzen Geboortecohort Detectie en Preventie van Overgewicht en Cardiometabool Risico vanaf de Geboorte In Hoofdstuk 1 worden de achtergrond, relevantie, gebruikte definities en concepten, en de

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie Algemeen De studie Jongeren en Gezondheid maakt deel uit van de internationale studie Health Behaviour in School-Aged Children (HBSC), uitgevoerd onder toezicht van

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA

VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA GROEPSRESULTATEN Vlaamse referentiepopulatie 2007-2011 Het Steunpunt Milieu en Gezondheid onderzocht in opdracht van de Vlaamse overheid de aanwezigheid van vervuilende

Nadere informatie

Humane biomonitoring Genk-Zuid

Humane biomonitoring Genk-Zuid Humane biomonitoring Genk-Zuid Steunpunt Milieu en Gezondheid www.milieu-en-gezondheid.be Situering studie Onderzoeksteam: steunpunt Milieu en Gezondheid: consortium i.o.v. Vlaamse overheid Onderzoeksopzet:

Nadere informatie

VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA

VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA GROEPSRESULTATEN Humane biomonitoring bij jongeren in Genk-Zuid Het Steunpunt Milieu en Gezondheid onderzocht in opdracht van de Vlaamse overheid of wonen nabij

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Biomerkers van effect bij de moeder gebiedsvergelijking. Gecorrigeerde gegevens (gecorrigeerd voor confounders)

Biomerkers van effect bij de moeder gebiedsvergelijking. Gecorrigeerde gegevens (gecorrigeerd voor confounders) Biomerkers van effect bij de moeder gebiedsvergelijking Gecorrigeerde gegevens (gecorrigeerd voor confounders) Voor elke effect merkers werden confounders gedefiniëerd op basis van de literatuur (zie analyseplan).

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Richtlijn Signalering en verwijscriteria bij kleine lichaamslengte (2010)

Richtlijn Signalering en verwijscriteria bij kleine lichaamslengte (2010) Richtlijn Signalering en verwijscriteria bij kleine lichaamslengte (2010) 1. Begripsbepaling en definities Hiervoor is gebruikgemaakt van de Handleiding bij het meten en wegen van kinderen en het invullen

Nadere informatie

Preventie van wiegendood bij zuigelingen

Preventie van wiegendood bij zuigelingen Preventie van wiegendood bij zuigelingen Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010 Resultaten HBSC Subjectieve gezondheid Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health behaviour in School-aged Children)

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Praktijktoets. Vragen van CLB. NIEUWSBRIEF 3-5 december 2014. Geachte directie, Beste CLB-verpleegkundige en CLB-arts, Beste VWVJ-lid of sympathisant,

Praktijktoets. Vragen van CLB. NIEUWSBRIEF 3-5 december 2014. Geachte directie, Beste CLB-verpleegkundige en CLB-arts, Beste VWVJ-lid of sympathisant, Geachte directie, Beste CLB-verpleegkundige en CLB-arts, Beste VWVJ-lid of sympathisant, Praktijktoets Het eerste trimester loopt haast op zijn einde en de praktijktoets zit volledig op koers. Er werden

Nadere informatie

VOOR ANTROPOMETRISCHE VETMASSA BIJ KINDEREN

VOOR ANTROPOMETRISCHE VETMASSA BIJ KINDEREN VLAAMSE REFERENTIECURVEN VOOR ANTROPOMETRISCHE PARAMETERS VAN DE ABDOMINALE VETMASSA BIJ KINDEREN Dr. Sarah Begyn Promotor: Prof. Jean De Schepper Co-promotor: Prof. Mathieu Roelants Kadering BMI-curven

Nadere informatie

Blootstelling per gebied overzicht van resultaten

Blootstelling per gebied overzicht van resultaten Blootstelling per gebied overzicht van resultaten In onderstaande tabellen worden de gebiedsverschillen samengevat. Tabel 1: Gemiddelde (95% betrouwbaarheidsinterval) blootstelling per gebied. Deze tabel

Nadere informatie

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA

VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA VLAAMS HUMAAN BIOMONITORINGS- PROGRAMMA GROEPSRESULTATEN Humane biomonitoring bij jongeren in de regio Menen Het Steunpunt Milieu en Gezondheid onderzocht in opdracht van de Vlaamse overheid of wonen nabij

Nadere informatie

zorgen, behoefte aan hulp en zorggebruik bij kinderen en jongeren

zorgen, behoefte aan hulp en zorggebruik bij kinderen en jongeren zorgen, behoefte aan hulp en zorggebruik bij kinderen en jongeren Kwaliteitsvolle zorg voor kinderen en jongeren 14 december 2015 Mathieu Roelants, Karel Hoppenbrouwers Centrum Omgeving en Gezondheid Departement

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

SUMMARY. Samenvatting

SUMMARY. Samenvatting SUMMARY Samenvatting 165 166 SAMENVATTING Overgewicht en obesitas bij kinderen is een steeds groter wordend probleem. Eén van de gevolgen ervan is het ontstaan van hypertensie (een te hoge bloeddruk).

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

CHAPTER 12. Samenvatting

CHAPTER 12. Samenvatting CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten

Nadere informatie

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL

BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN. AUTEUR Sarah BEL BEREIDINGS- EN CONSUMPTIETIJD VAN MAALTIJDEN AUTEUR Sarah BEL Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank gaat uit naar: De deelnemers

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

ANTROPOMETRIE (BMI, BUIKOMTREK EN BUIKOMTREK/LENGTE VERHOUDING) AUTEUR Thérésa LEBACQ

ANTROPOMETRIE (BMI, BUIKOMTREK EN BUIKOMTREK/LENGTE VERHOUDING) AUTEUR Thérésa LEBACQ ANTROPOMETRIE (BMI, BUIKOMTREK EN BUIKOMTREK/LENGTE VERHOUDING) AUTEUR Thérésa LEBACQ Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank

Nadere informatie

Informatiebrief voor de patiënte of haar wettelijke vertegenwoordiger.

Informatiebrief voor de patiënte of haar wettelijke vertegenwoordiger. Informatiebrief voor de patiënte of haar wettelijke vertegenwoordiger. Geachte Mevrouw, U kreeg deze informatiebrief van uw gynaecoloog omdat u recent, tijdens uw zwangerschap of bevalling, een ernstige

Nadere informatie

Informatiebrief voor de patiënte of haar wettelijke vertegenwoordiger.

Informatiebrief voor de patiënte of haar wettelijke vertegenwoordiger. Informatiebrief voor de patiënte of haar wettelijke vertegenwoordiger. Geachte Mevrouw, U kreeg deze informatiebrief van uw gynaecoloog omdat u recent, tijdens uw zwangerschap of bevalling, een ernstige

Nadere informatie

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Screening van de Jeugdgezondheidszorg in klas 2 over de schooljaren 2014-2017 Assen Willem Jan van der Veen Esther Huisman

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

Invloed van schadelijke stoffen in het navelstrengbloed op de verstandelijke en gedragsmatige ontwikkeling van jonge kinderen

Invloed van schadelijke stoffen in het navelstrengbloed op de verstandelijke en gedragsmatige ontwikkeling van jonge kinderen 1 of 6 Invloed van schadelijke stoffen in het navelstrengbloed op de verstandelijke en gedragsmatige ontwikkeling van jonge kinderen In de ons omringende lucht, het water en onze voeding zijn heel wat

Nadere informatie

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Screening van de Jeugdgezondheidszorg in klas 2 over de schooljaren 2014-2017 Hoogeveen Willem Jan van der Veen Esther Huisman

Nadere informatie

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Screening van de Jeugdgezondheidszorg in klas 2 over de schooljaren 2014-2017 Noordenveld Willem Jan van der Veen Esther

Nadere informatie

Resultaten voor België Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.4.1. Inleiding Er werd reeds vroeger bewezen dat een prematuur respiratoir systeem een oorzaak was voor wiegendood. Het gevaar bestond vooral tijdens de slaap. Met de huidige kennis van zaken zijn

Nadere informatie

Antwerpen, postdatum. Beste mevrouw XXX,

Antwerpen, postdatum. Beste mevrouw XXX, Antwerpen, postdatum Beste mevrouw XXX, Je hebt meegewerkt aan het onderzoek naar persistente organische polluenten (POP s) in moedermelk gecoördineerd door de Wereldgezondheidsorganisatie, waarvoor dank.

Nadere informatie

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest

Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Socio-economische ongelijkheden in gezondheid in het Vlaams Gewest Analyse indicatoren Gezond leven Analyse van de gezondheidsenquête in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid Door Sabine

Nadere informatie

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten 1 Titel van de studie: ETPOS : Een Studie over het Europese Transfusiebeleid en de mogelijke geassocieerde verwikkelingen Een evaluatie van het transfusiebeleid

Nadere informatie

Procedure voor de verwerking van een aanvraag tot onderzoek

Procedure voor de verwerking van een aanvraag tot onderzoek Procedure voor de verwerking van een aanvraag tot onderzoek A Doel De doelstelling van deze procedure is het waarborgen van een standaardverloop bij aanvragen tot het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

17/04/2013. 1. Epidemiologische studies. Children should not be treated as miniature men and women Abraham Jacobi

17/04/2013. 1. Epidemiologische studies. Children should not be treated as miniature men and women Abraham Jacobi Aanpak en interpretatie van een epidemiologische studie Aanpak en interpretatie van een epidemiologische studie Katia Verhamme, MD, PhD Epidemioloog OLV Ziekenhuis-Aalst Erasmus MC Rotterdam 20 april 2013

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Onderzoek naar luchtwegklachten bij omwonenden van veehouderijen

Onderzoek naar luchtwegklachten bij omwonenden van veehouderijen Onderzoek naar luchtwegklachten bij omwonenden van veehouderijen Floor Borlée, Joris IJzermans, Christel van Dijk, Dick Heederik, Lidwien Smit Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS), Universiteit

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Hoe ziek word je van zitten?

Hoe ziek word je van zitten? Hoe ziek word je van zitten? Evi van Ekris EMGO + Instituut afd. Sociale Geneeskunde VU Medisch Centrum Er is altijd wat te doen Naast het stimuleren van sporten is het belangrijk bewegen meer te integreren

Nadere informatie

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten

Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten Dienst Orthopedie : Universitair Ziekenhuis Gent pagina 1 van 6 Informatiebrief voor de deelnemers aan experimenten 1 Titel van de studie: Unicompartimentele Knieprothesen > 10 jaar follow-up. 2 Doel van

Nadere informatie

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

Overgewicht en Obesitas op Curaçao MINISTERIE VAN Gezondheid, Milieu & Natuur Volksgezondheid Instituut Curaçao Persbericht Overgewicht en Obesitas op Curaçao In totaal zijn 62,6% van de mannen en 67,3% van de vrouwen op Curaçao te zwaar,

Nadere informatie

Biomerkers van effect bij het kind gebiedsvergelijking. Ruwe gegevens (niet gecorrigeerd voor confounders)

Biomerkers van effect bij het kind gebiedsvergelijking. Ruwe gegevens (niet gecorrigeerd voor confounders) Biomerkers van effect bij het kind svergelijking Ruwe gegevens (niet gecorrigeerd voor confounders) De statistische analyse van de gegevens gebeurt op verschillende wijze, al naargelang het gaat om een

Nadere informatie

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Screening van de Jeugdgezondheidszorg in klas 2 over de schooljaren 2014-2017 Borger-Odoorn Willem Jan van der Veen Esther

Nadere informatie

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs

Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Gezondheid, welbevinden en leefstijl van scholieren in het voortgezet onderwijs Screening van de Jeugdgezondheidszorg in klas 2 over de schooljaren 2014-2017 Tynaarlo Willem Jan van der Veen Esther Huisman

Nadere informatie

Revalidatie & MS Centrum vzw. V. Cuyvers Uitgavedatum: 12.05.2015 Pagina: 1 van 5

Revalidatie & MS Centrum vzw. V. Cuyvers Uitgavedatum: 12.05.2015 Pagina: 1 van 5 Pagina: 1 van 5 Het ondervragen van patiënten in het kader van een eindwerk voor het bekomen van een graad van bachelor of bachelor na bachelor komt neer op een prospectieve verzameling van gegevens met

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ

INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ & BASISTEKST VAN SIGNAAL NAAR ZORG : EEN AANBEVELING VOOR DE DETECTIE VAN EET- EN GEWICHTSPROBLEMEN (19 pp.) VWVJ en vzw Eetexpert Schematisch traject van signaal

Nadere informatie

Het gebruik en de bewaring van lichaamsmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek. Universitaire Biobank Limburg

Het gebruik en de bewaring van lichaamsmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek. Universitaire Biobank Limburg Secretariaat Operationele Groep Stadsomvaart 11, 3500 Hasselt Tel. 011 33 82 56 Fax. 011 33 82 08 E-mail: biobank@jessazh.be www.ubilim.be Het gebruik en de bewaring van lichaamsmateriaal voor wetenschappelijk

Nadere informatie

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008 Examen Statistische Modellen en Data-analyse Derde Bachelor Wiskunde 14 januari 2008 Vraag 1 1. Stel dat ɛ N 3 (0, σ 2 I 3 ) en dat Y 0 N(0, σ 2 0) onafhankelijk is van ɛ = (ɛ 1, ɛ 2, ɛ 3 ). Definieer

Nadere informatie

Resultaten screening. Boxmeer. 9 % % heeft soms 2014-2015. klas 2 VO 2014-2015. Medische problemen. gewicht. aandachtsleerlingen. ernstig ondergewicht

Resultaten screening. Boxmeer. 9 % % heeft soms 2014-2015. klas 2 VO 2014-2015. Medische problemen. gewicht. aandachtsleerlingen. ernstig ondergewicht 214-215 onderzoek onderzoeksperiode klas 2 VO 214-215 aantal mogelijke aandachtsleerlingen aantal vragenlijsten ingevuld 14 32 Medische problemen zien horen 9 heeft soms moeite met horen 17 2 ook met gehoorapparaat

Nadere informatie

Kinderen in Noord gezond en wel?

Kinderen in Noord gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Noord gezond en wel? 1 Wat valt op in Noord? Voor Noord zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Humane biomonitoring Genk-Zuid

Humane biomonitoring Genk-Zuid Humane biomonitoring Genk-Zuid Steunpunt Milieu en Gezondheid Infomoment stadsschouwburg Genk 29 september 2011 www.milieu-en-gezondheid.be 1 Situering studie Team: steunpunt Milieu en Gezondheid in opdracht

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Een gezonde start? Cohorte 0-jarigen. Cohorte 0-jarigen: Aspecten van de gezondheid en groei van een Vlaamse geboortecohorte

Een gezonde start? Cohorte 0-jarigen. Cohorte 0-jarigen: Aspecten van de gezondheid en groei van een Vlaamse geboortecohorte Cohorte 0-jarigen Een gezonde start? Aspecten van de gezondheid en groei van een Vlaamse geboortecohorte Cécile Guérin - Mathieu Roelants Prof. dr. Karel Hoppenbrouwers Studiedag SWVG Leuven, 2 december

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Kinderen in Centrum gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Centrum gezond en wel? 1 Wat valt op in Centrum? Voor Centrum zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van

Nadere informatie

Het onderzoeksteam bestaat uit

Het onderzoeksteam bestaat uit INFORMATIEBROCHURE Deze brochure bevat informatie over het doel en de opzet van Fancy, een onderzoek naar voorkeuren voor voedingsmiddelen. Daarnaast staat beschreven wat dit onderzoek inhoudt, wat wij

Nadere informatie

Middelengebruik: Cannabisgebruik

Middelengebruik: Cannabisgebruik Middelengebruik: Cannabisgebruik Inleiding Cannabisgebruik geeft zowel gezondheidsrisico s, psychosociale gevolgen als wettelijke consequenties 1,2. Frequent gebruik van cannabis wordt geassocieerd met

Nadere informatie

Tweelingen in de groei

Tweelingen in de groei Tweelingen in de groei Henriëtte A. Delemarre-van de Waal Zoals bekend ontstaat een twee-eiige tweeling wanneer tegelijkertijd twee eicellen worden bevrucht door twee zaadcellen. Beide embryo s hebben

Nadere informatie

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Gezondheidsvaardigheden van schoolverlaters

Gezondheidsvaardigheden van schoolverlaters Gezondheidsvaardigheden van schoolverlaters Lea Maes, PhD Universiteit Gent Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidkunde Health literacy health literacy represents

Nadere informatie

E I N D V E R S L A G

E I N D V E R S L A G Vroegtijdige opsporing van astma bij jonge kinderen via de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) een haalbaarheidsonderzoek E I N D V E R S L A G 2003-07-22 / 8.0 M. Daelemans, M. Roelants, K. Hoppenbrouwers

Nadere informatie

Pediatrische onderzoeken

Pediatrische onderzoeken Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde Tweede iteratie (2017-2019) Zesde periode (01/07/2018 30/09/2018) Pediatrische onderzoeken 26/03/2018 Contact: Thibault VANAUDENHOVE

Nadere informatie

INFORMATIEFOLDER BIJ HET ONDERZOEK GETITELD. Tweelingfamilieonderzoek naar genetische invloeden op lichamelijke en geestelijke gezondheid

INFORMATIEFOLDER BIJ HET ONDERZOEK GETITELD. Tweelingfamilieonderzoek naar genetische invloeden op lichamelijke en geestelijke gezondheid VRIJE UNIVERSITEIT NERDERLANDS REGISTER TWEELINGEN INFORMATIEFOLDER BIJ HET ONDERZOEK GETITELD Tweelingfamilieonderzoek naar genetische invloeden op lichamelijke en geestelijke gezondheid 2 Tweelingfamilieonderzoek

Nadere informatie

Gezondheidsbeleving bij Jongeren in Limburg

Gezondheidsbeleving bij Jongeren in Limburg Gezondheidsbeleving bij Jongeren in Limburg Enkele resultaten uit het Euregionaal jongerenonderzoek 08 rond welbevinden en zelfdoding bij Limburgse jongeren 3de en 5de jaar GSO/2de tot 5de jaar BuSO Ellen

Nadere informatie

EEN LONGITUDINAAL ONDERZOEK NAAR GEZONDHEID, ONTWIKKELING GEDRAG, OPVOEDING EN ZORG BIJ JONGE KINDEREN ALGEMEEN KADER

EEN LONGITUDINAAL ONDERZOEK NAAR GEZONDHEID, ONTWIKKELING GEDRAG, OPVOEDING EN ZORG BIJ JONGE KINDEREN ALGEMEEN KADER Steunpunt Welzijn, lij Volksgezondheid dhiden Gezin EEN LONGITUDINAAL ONDERZOEK NAAR GEZONDHEID, ONTWIKKELING GEDRAG, OPVOEDING EN ZORG BIJ JONGE KINDEREN COHORTE 0-JARIGEN Dr. Cécile Guérin ALGEMEEN KADER

Nadere informatie

Kinderen in Oost gezond en wel?

Kinderen in Oost gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Oost gezond en wel? 1 Wat valt op in Oost? Voor Oost zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Humane biomonitoring Gentse kanaalzone

Humane biomonitoring Gentse kanaalzone Humane biomonitoring Gentse kanaalzone Resultaten bij jongeren 27 januari 2015 Steunpunt Milieu en Gezondheid 1 situering Onderzoeksteam = Steunpunt Milieu en Gezondheid Beleidsrelevant onderzoek, in opdracht

Nadere informatie

1566 en 1567 Hoe zorgen we ervoor dat kinderen en jongeren in Saendelft gezond blijven?

1566 en 1567 Hoe zorgen we ervoor dat kinderen en jongeren in Saendelft gezond blijven? 1566 en 1567 Hoe zorgen we ervoor dat kinderen en jongeren in Saendelft gezond blijven? 1 In paars de gegevens van de 13 tot 17-jarigen. ( screening JGZ, dwz niet-anoniem. Vragenlijsten: Emovo en JenJG)

Nadere informatie