CIVIELE RECHTSPRAAK. Relevante rechterlijke beslissingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CIVIELE RECHTSPRAAK. Relevante rechterlijke beslissingen"

Transcriptie

1 1 CIVIELE RECHTSPRAAK Inleiding Hier is een aantal rechterlijke uitspraken verzameld die direct betrekking hebben op het vakgebied anesthesiologie, zoals het vallen uit bed op de verkoeverkamer (Hoge Raad, 13 januari 1995; Rechtbank Arnhem, 3 oktober 2002), en een klacht na een pijnbehandeling (Hoge Raad, 7 september 2001). Een leemte in de verslaglegging kan de bewijslast van het causaal verband tussen onvoldoende zorg en schade verleggen van de patiënt naar de zorgverlener (arts of ziekenhuis), zoals in het geval van de patiënt die na een donornefrectomie klachten overhield die wezen op ulnarisletsel. Omdat noch uit het anesthesieverslag noch uit de getuigenverhoren duidelijk was hoe de positionering van de arm was gecontroleerd werd van het ziekenhuis verlangd om aan te tonen dat voldoende zorg was besteed aan de positionering ten einde een ulnarisletsel te voorkomen. Omdat het ziekenhuis dat niet kon bewijzen werd de eis tot schadevergoeding toegewezen (Gerechtshof Leeuwarden; zie ook Hoge Raad, 7 september 2001). De laatste jaren is ook veel te doen geweest omtrent de status van voorschriften en protocollen, met name de interpretatie en de reikwijdte daarvan. De Hoge Raad heeft inmiddels daarover een tweetal belangrijke uitspraken gedaan: ten eerste dat een protocol een richtlijn is die in principe gevolgd moet worden, maar dat er eventueel, gemotiveerd, van mag worden afgeweken (Hoge Raad, 2 maart 2001); ten tweede dat de opstellers van een protocol daarin niet alle gegevens, die op grond van kennis en ervaring bekend behoren te zijn, hoeven op te nemen en dat zij er van mogen uitgaan dat de richtlijn wordt gehanteerd door bekwame artsen, en verder dat een ziekenhuis niet verantwoordelijk is voor de inhoud van een protocol (Hoge Raad, 1 april 2005). Een aantal beslissingen stamt uit andere vakgebieden (zoals die omtrent de protocollen), en zijn hier opgenomen omdat zij mogelijk ook voor de anesthesioloog van belang kunnen zijn. Relevante rechterlijke beslissingen Civiel recht 1995 Begrippen: aansprakelijkheid ziekenhuis; verkoeverkamer; stelplicht Beslissing: de Hoge Raad bevestigt het standpunt van het Gerechtshof dat het ziekenhuis gehouden is de schade te vergoeden die patiënt heeft geleden. Rechtscollege / Datum: Hoge Raad, 13 januari 1995 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 1995 (38):242 Samenvatting van de casus: Na een kaakoperatie onder anesthesie valt een patiënt op de verkoeverkamer uit bed. Hij breekt daarbij een clavicula; een later gevolg blijkt blindheid aan het rechter oog als gevolg van een doorbloedingsstoornis van de retina. Nadere overwegingen: in de procedure voor het Gerechtshof was advies gevraagd aan een deskundige. Deze maakte, ten aanzien van het ontwaken uit een anesthesie, een onderscheid in twee fasen: in de eerste fase verkeert de patiënt nog in diepe slaap (waarin onwillekeurige bewegingen voorkomen), in de tweede fase is hij slechts licht slaperig en is het niet waarschijnlijk dat hij uit bed zal vallen. Het Hof acht het zeer waarschijnlijk dat het ongeval zich heeft voorgedaan in de eerste fase. Het ziekenhuis is van mening dat patiënt in de tweede fase uit bed is gevallen, maar kan die stelling niet voldoende onderbouwen. Omdat de verpleegkundige bezetting niet toereikend was om een dergelijk ongeval in de eerste fase te voorkomen, hadden bedhekken geplaatst dienen te worden. Nu het ziekenhuis dit heeft nagelaten is het Hof van oordeel dat het ziekenhuis verwijtbaar is tekortgeschoten. In cassatie bevestigt de Hoge Raad de beslissing van het Hof.

2 2 Civiel recht 1998 Begrippen: protocol als veiligheidsnorm; schending leidt tot schadeplicht Beslissing: de patiënt wordt schadevergoeding toegewezen Rechtscollege / Datum: Gerechtshof Leeuwarden, 2 december 1998 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2000 (6):379 Samenvatting van de casus: Een man ondergaat een arthroscopie van de knie. Volgens een intern protocol moet hierbij antistollingsprofylaxe worden gegeven; dit wordt achterwege gelaten (de orthopedisch chirurg was het vergeten toe te dienen). Enige dagen postoperatief ontstaat trombose in het onderbeen; enige weken nadien treedt een recidief op; uiteindelijk wordt patiënt arbeidsongeschikt. Nadere overwegingen: het Hof overweegt dat het achterwege laten van de antistollingsprofylaxe in dit geval niet berustte op weloverwogen keuze. Verder heeft een intern protocol ook externe werking naar buiten (naar de patiënt toe), ook al is niet bewezen dat de profylaxe effectief is en er landelijk geen concensus bestaat dienaangaande. Bepalend is hier dat het protocol (als veiligheidsnorm?) niet is nagekomen waardoor het risico van een trombose is opgetreden; derhalve is het ziekenhuis / de arts schadeplichtig. Civiel recht 1999 Begrippen: causaal verband, schending informatieplicht, schade Beslissing: geen aansprakelijkheid voor ontstane schade, ondanks causaal verband Rechtscollege / Datum: Gerechtshof s Hertogenbosch, 13 april 1999 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht; 2000 (7):447 Samenvatting van de casus: tijdens een operatie voor een carpaaltunnel syndroom aan de rechter pols wordt een zenuw gekneusd, waarna een neuroom ontstaat. Nadere overwegingen: In eerste aanleg oordeelt de Rechtbank Maastricht dat de chirurg zijn informatieplicht jegens de patiënte heeft geschonden nu hij haar niet heeft geïnformeerd over het risico van zenuwbeschadiging. Echter, deze schending brengt geen aansprakelijkheid met zich mee, daar patiënte, bij wel volledige informatie, niet van de operatie zou hebben afgezien. Het Gerechtshof oordeelt dat uit het deskundigenrapport moet worden afgeleid dat de chirurg voldoende zorgvuldig heeft gehandeld (ook een ervaren handchirurg, zelfs bij het gebruik van een operatiemicroscoop, kan een dergelijke complicatie hebben); dat de complicatie in theorie misschien had kunnen worden voorkomen, doet daaraan niet af. Civiel recht Begrippen: chirurg, protocol als veiligheidsnorm Beslissing: schadeclaim toegewezen Rechtscollege / Datum: Hoge Raad, 2 maart 2001 Bron: Samenvatting van de casus: Een patiënt ondergaat een arthroscopie van de linker knie waarbij een deel van de meniscus wordt verwijderd. Enkele dagen later wordt een thrombosebeen links vastgesteld; anderhalf jaar nadien ontstaat een thrombosebeen rechts, op basis van een bekkenvene thrombose. Volgens een geldend protocol zou voor de ingreep een antistollingsmiddel toegediend moeten worden; dit is in dit geval niet gebeurd. Door een en ander is patiënt arbeidsongeschikt geworden.

3 3 Nadere overwegingen: De Hoge Raad bevestigt het standpunt van het Gerechtshof Leeuwarden dat onder de gegeven omstandigheden het niet naleven van het protocol als een toerekenbare tekortkoming moet worden opgevat. Van artsen mag worden verwacht dat zij zich houden aan de door hen zelf opgestelde voorschriften met betrekking tot verantwoord medisch handelen. Afwijking daarvan is slechts aanvaardbaar voor zover dat wenselijk is in het belang van een goede patiëntenzorg. Ervan uitgaande dat de in het protocol voorgeschreven antistollingstherapie een standaardtherapie is waarvoor elke patiënt in aanmerking komt, heeft dit voorschrift het karakter van een veiligheidsnorm. Nu het een schending van een veiligheidsnorm betreft is het causaal verband met de ontstane schade in beginsel gegeven en is het aan de arts / het ziekenhuis om te bewijzen dat die schade ook zonder die gedraging (het niet volgen van het protocol) zou zijn ontstaan. Civiel recht Begrippen: epiduraal anesthesie; gemotiveerd verweer; bewijslast Beslissing: vordering van patiënte wordt afgewezen Rechtscollege / Datum: Hoge Raad, 7 september 2001 Bron (Tijdschrift): Samenvatting van de casus: In januari 1983 ondergaat een vrouw een gynaecologische ingreep onder epiduraal anesthesie. Postoperatief blijven pijnklachten bestaan in de rug. In mei 1984 meldt patiënte zich bij de betrokken anesthesioloog. Deze verwijst haar door naar de neuroloog, die haar opneemt; het neurologisch onderzoek wordt niet uitgevoerd omdat patiënte de volgende dag het ziekenhuis verlaat. In 1990 ondergaat zij bij een orthopedisch chirurg een verstijvingsoperatie aan de rug. In oktober 1988 heeft zij de anesthesioloog aansprakelijk gesteld wegens onrechtmatig handelen: hij heeft haar niet / onvolledig voorgelicht omtrent de mogelijke complicaties van een epiduraal; de anesthesie is niet lege artis uitgevoerd (tijdens de injectie is patiënte, zittend op een krukje, met een klap naar voren geschoten, en het hele lichaam ging ijskoud aanvoelen), en de anesthesioloog heeft niet de gebruikelijke nazorg geleverd. Nadere overwegingen: de rechtbank, in eerste aanleg, wijst de vordering van patiënte af. In hoger beroep overweegt het gerechtshof dat: - de anesthesioloog de feitelijke stellingen van patiënte voldoende gemotiveerd en gespecificeerd heeft betwist; op patiënte rust de bewijslast van haar beschuldigingen - niet aannemelijk is geworden dat de anesthesioloog is tekort geschoten in zijn verplichting om voldoende feitelijke gegevens te verstrekken; hij heeft patiënte op haar verzoek het anesthesieverslag ter beschikking gesteld. Patiënte heeft daarentegen niet de in haar bezit zijnde medische gegevens in het geding gebracht - de omstandigheid dat de anesthesioloog niet (meer) in staat is de identiteit van de anesthesiemedewerker te verschaffen, brengt op zichzelf niet mee dat hij genoemde verplichting heeft verzaakt; er is geen reden voor omkering van de bewijslast De Hoge Raad, in cassatie, bevestigt de beslissing van het hof, en wijst de vordering van patiënte af. De Hoge Raad heeft in eerdere arresten neergelegd dat een arts die aansprakelijk wordt gesteld wegens verwijtbaar onzorgvuldig handelen de stelling van de patiënt gemotiveerd en met relevante feiten dient te weerleggen (Hoge Raad, 20 november 1987) en dat, indien de arts niet slaagt in dit verweer, hij moet bewijzen dat hij voldoende zorgvuldig heeft gehandeld (omkering bewijslast; Hoge Raad, 18 februari 1994). Civiel recht Begrippen: informatieplicht; causaal verband schending informatieplicht en schade; omkeringsregel Beslissing: de vordering wordt afgewezen door zowel Rechtbank als Gerechtshof. Rechtscollege / Datum: Hoge Raad, 23 november 2001

4 4 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2002 (3):181 Samenvatting van de casus: Een vrouw ondergaat een operatieve correctie van een deformiteit aan de wervelkolom door een orthopedisch chirurg. Als gevolg van de deformiteit is zij snel kortademig. Er bestaat een kans op beschadiging van het ruggemerg. Postoperatief blijkt er een dwarslesie te zijn ontstaan. Patiënte eist schadevergoeding op basis van onvolledige informatie omtrent de mogelijkheid van het ruggemerg cq van een dwarslesie. Nadere overwegingen: De Hoge Raad overweegt dat de informatieplicht van de arts er niet voor is bedoeld om de patiënt te beschermen tegen de risico s van de behandeling, maar ertoe strekt de patiënt in staat te stellen goed geïnformeerd te beslissen of hij / zij al dan niet zal instemmen met de voorgestelde behandeling. Er is in dit geval geen aanleiding om aan te nemen dat er een causaal verband bestaat tussen de ontstane dwarslesie en een mogelijk tekort schieten in de informatieplicht; er is in dit verband dan ook geen reden voor het toepassen van de omkeringsregel NB: de omkeringsregel houdt in dat in plaats van dat de patiënt moet bewijzen dat het ziekenhuis (of de arts) is tekort geschoten in de zorgplicht, het ziekenhuis juist moet bewijzen dat de behandeling zorgvuldig is uitgevoerd. Civiel recht Begrippen: schending informatieplicht; causaal verband met schade; omkeringsregel Beslissing: verwerpt het beroep van patiënte Rechtscollege / Datum: Hoge Raad, 23 november 2001 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2002 (3):191 Samenvatting van de casus: Een patiënte wordt geopereerd aan een peesschede ontsteking aan de linker pols; de ingreep is succesvol. Enige maanden later wordt dezelfde ingreep uitgevoerd aan de rechter pols; nu ontstaat een zenuwbeschadiging. Patiënte stelt onvoldoende te zijn geïnformeerd omtrent de risico s van de behandeling, en eist vergoeding voor geleden en nog te lijden schade. Nadere overwegingen: De Hoge Raad overweegt dat de informatieplicht bedoeld is om de patiënt in staat te stellen een weloverwogen keuze te maken om al dan niet accoord te gaan met de voorgestelde behandeling. Een tekort schieten in de informatieplicht levert een beperking op van het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt. De ontstane zenuwschade kan niet worden gezien als verwezenlijking van het risico als gevolg van een causaal verband met het tekort schieten in de informatieplicht. Voor het toepassen van de omkeringsregel dient patiënte te bewijzen dat, wanneer zij wel volledig was geïnformeerd, zij zou hebben afgezien van de operatie. Civiel recht Begrippen: chirurg; verplichting patiënt mee te werken aan bloedonderzoek; hiv-besmetting Beslissing: Het Gerechtshof bekrachtigt het vonnis van de president van de rechtbank dat de patiënt, op verzoek van de chirurg, een bloedmonster moet afstaan voor een HIV-test. Rechtscollege / Datum: Gerechtshof Amsterdam, 18 april 2002 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2003 (2):110 Samenvatting van de casus: Een kaakchirurg snijdt zich in de vinger bij het verwijderen van een verstandskies. Gezien de voorgeschiedenis van de patiënt (drugsgebruik en detentieverleden) bestaat een verhoogd risico voor een HIV-besmetting. De chirurg eist in Kort Geding om medewerking van de

5 5 patiënt aan bloedafname voor HIV-onderzoek; de president van de Rechtbank heeft het verzoek toegewezen. Patiënt stelt dat de arts het beroepsgeheim heeft geschonden, en gaat in beroep. Nadere overwegingen: Het Hof overweegt dat de patiënt onvoldoende heeft bestreden dat hij tot een risicogroep behoort, en stelt dat hier geen sprake is van schending van het beroepsgeheim. Het gaat hier om een relatief geringe inbreuk op het grondrecht op privacy en onaantastbaarheid van het lichaam (resp. artikel 10 en 11 van de Grondwet), tegenover het zwaarwegende belang van de arts om zekerheid te verkrijgen omtrent een besmetting, en het voorkomen van het gedurende langere tijd mogelijk onnodige innemen van medicijnen. In het arrest van de Hoge Raad op 12 dec 2003 (TvGR 2004; 4:290) wordt de beslissing van het Gerechtshof bevestigd. Civiel recht Begrippen: ulnarisletsel; medische beroepsaansprakelijkheid; bewijslastverdeling Beslissing: de vordering wordt afgewezen Rechtscollege / Datum: Hoge Raad, 7 juni 2002 Bron (Tijdschrift): Samenvatting van de casus: een man wordt met spoed geopereerd wegens een aneurysma van de buikaorta waarbij reeds aanzienlijk bloedverlies was opgetreden. Postoperatief is patiënt langdurig op de intensive care verpleegd. Wegens onrust werd de man gesedeerd met dormicum en morfine, en werden de polsen gefixeerd. Tijdens een poliklinische controle klaagt patiënt over tintelingen in de linker hand; de chirurg verwijst hem naar de revalidatiearts. Op de aanvraag voor ergotherapie vermeldt de laatste: ulnarisletsel. Uiteindelijk blijft er enig functieverlies van de linker hand bestaan. Nadere overwegingen: de rechtbank, in eerste aanleg, neemt aan dat het letsel is ontstaan in het ziekenhuis, tijdens de operatie of tijdens langdurige bedrust. In beginsel moet de eiser (de patiënt) de bewijslast leveren dat er sprake is van verwijtbaar medisch handelen. Echter, ter motivering van zijn betwisting van de beschuldiging dient het ziekenhuis voldoende gegevens te verschaffen aan de patiënt voor een eventuele bewijsvoering. De rechtbank oordeelt dat het ziekenhuis dit onvoldoende heeft gedaan, onder meer door na te laten medische gegevens te overleggen waaruit blijkt dat patiënt zijn armen kon bewegen en/of voorzorgsmaatregelen waren getroffen ter voorkoming van ulnarisletsel, en wijst de vordering van de patiënt toe. Het ziekenhuis gaat in beroep; het gerechtshof beslist dat de rechtbank ten onrechte de bewijslast heeft gelegd bij het ziekenhuis, en wijst de vordering af. Hiertegen gaat de patiënt in cassatie; de Hoge Raad verwerpt het beroep. De Raad overweegt dat patiënt een copie van het gehele medisch dossier heeft ontvangen, en deze pas later heeft geklaagd dat het dossier onvolledig zou zijn, zonder te specificeren. Niet alle handelingen ten behoeve van de patiënt hoieven in het dossier opgenomen te worden (zoals het plaatsen van bedhekken op de IC). Naar het oordeel van de Raad heeft het ziekenhuis afdoende verweer gevoerd tegen de stellingen van de patiënt. Civiel recht Begrippen: chirurg; telfout bij hernia-operatie; status uitspraak tuchtrechter in civiele zaak Beslissing: de Hoge Raad wijst de zaak terug naar het Gerechtshof voor verder behandeling Rechtscollege / Datum: Hoge Raad, 12 juli 2002 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2003 (2):127

6 6 Samenvatting van de casus: Een man wordt geopereerd aan een hernia op niveau L 3-4; postoperatief blijkt dat de ingreep niet op het goede niveau heeft plaatsgevonden, maar op niveua L 2-3. Patiënt wordt opnieuw geopereerd, waarna de klachten zijn verdwenen. Patiënt dient een klacht in tegen de chirurg bij het tuchtcollege; deze wijst de klacht af. Vervolgens eist patiënt schadevergoeding via de rechtbank. De neurochirurg wordt nu verweten dat hij bij de uitvoering van de ingreep heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in gelijkwaardige omstandigheden; schedavergoeding wordt toegewezen. Hiertegen gaat de chirurg in beroep bij het Gerechtshof, en uiteindelijk bij de Raad. Nadere overwegingen: De Hoge Raad is van mening dat, indien de burgerlijk rechter bij de beoordeling van medisch handelen van een arts komt tot een oordeel dat afwijkt van het oordeel dat de tuchtrechter heeft gegeven naar aanleiding van een klacht met betrekking tot datzelfde medisch handelen, zijn oordeel zodanig dient te motiveren dat dit, ook in het licht van de beoordeling door de tuchtrechter, voldoende begrijpelijk moet zijn. Daarbij valt ook bijzonder te denken aan verklaring van eventuele deskundigen. De Raad oordeelt dat het Hof hier zijn afwijkend oordeel onvoldoende heeft gemotiveerd, en verwijst de zaak naar een ander gerechtshof voor verdere behandeling. Civiel recht Begrippen: afgelasting operatie; aansprakelijkheid ziekenhuis Beslissing: schadevergoeding wordt afgewezen Rechtscollege / Datum: Gerechtshof Arnhem, 24 september 2002 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2003 (5):330 Samenvatting van de casus: Een vrouw heeft een brughoektumor, en wordt opgenomen voor operatie. Op de ochtend van de ingreep, terwijl zij reeds enige tijd op de OK aanwezig is, wordt de operatie uitgesteld wegens een tekort aan IC-bedden. Enkele dagen later wordt de ingreep alsnog uitgevoerd. Patiënte stelt dat het ziekenhuis tekortkomend / onrechtmatig heeft gehandeld door de operatie op een zo laat tijdstip af te gelasten, en vordert materiële en immateriële schadevergoeding. Nadere overwegingen: In eerste aanleg oordeelt de rechtbank dat het ziekenhuis voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat als gevolg van overmacht op basis van prioriteitenregeling voorrang moest geven aan patiënten met acute levensbedreigende problematiek. De rechtbank is van mening dat mededeling omtrent het afgelasten van de operatie niet tijdig heeft plaatsgevonden, en wijst een vergoeding toe van fl. 1000,- voor immateriële schade. Het Hof oordeelt dat het ziekenhuis niet zonder meer verantwoordelijk kan worden gehouden voor het niet doorgaan van de ingreep. De vraag of het ziekenhuis is tekort geschoten in de zorg die in deze redelijkerwijs dient te worden geleverd, wordt ontkennend beantwoord. Het Hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank, en is van mening dat een schadevergoeding niet op zijn plaats is. Civiel recht Begrippen: aansprakelijkheid; professionele standaard; protocol; deskundigenrapport Beslissing: de vordering van patiënte wordt afgewezen Rechtscollege / Datum: Rechtbank Arnhem, 3 oktober 2002 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2003 (4):261 Samenvatting van de casus: een vrouwelijke patiënt valt op de verkoeverkamer uit bed; vervolgens eist zij schadevergoeding op grond van een vermeend tekortschieten in de zorgplicht (door geen hekken aan het bed te plaatsen tijdens de verkoeverperiode) van het ziekenhuis.

7 7 Nadere overwegingen: Omdat de rechtbank onzeker is met betrekking tot de gebruikelijke gang van zaken rond de verkoeverperiode vraagt zij de hulp van een deskundige-hoogleraar Anesthesiologie. Deze concludeert dat er geen landelijke concensus bestaat aangaande de noodzaak tot het plaatsen van bedhekken in de direct postoperatieve fase. Echter, op het moment van de val waren de bedgordijnen gesloten waardoor een in principe gevaarlijke situatie wordt gecreëerd. In haar conclusie oordeelt de rechtbank dat het te ver gaat om het ziekenhuis, bij afwezigheid van een duidelijke algemene norm, aansprakelijk te stellen voor het gebeurde. Het sluiten van de bedgordijnen dient echter achterwege te blijven wanneer dit een gevaarscheppende situatie in het leven roept. Civiel recht Begrippen: protocol, verantwoordelijkheid ziekenhuis voor de inhoud Beslissing: het arrest van het gerechtshof wordt vernietigd Rechtscollege / Datum: Hoge Raad, 1 april 2005 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2005 (4): Samenvatting van de casus: Tijdens een sectio caesarea krijgt een vrouw op verzoek van de gynaecoloog (en volgens een in het ziekenhuis bestaand protocol) Augmentin toegediend; bekend was dat de vrouw overgevoelig was voor penicilline. Per operationem ontstaat een heftige allergische reactie; de vrouw raakt in coma. Als gevolg van een en ander loopt patiënte hersenletsel op en moet langdurig worden behandeld. Nadere overwegingen: Deze langslepende zaak (de gebeurtenissen vonden plaats in 1994) kent verschillende onderdelen: 1. In maart 1994 erkent de verzekeraar van het betrokken ziekenhuis bij brief aan de advocaat van patiënte de aansprakelijkheid voor de schadelijke gevolgen van het toedienen van het medicament Augmentin 2. In het kader van een strafrechtelijk onderzoek tegen de gynaecoloog in 1994 wordt een oordeel gevraagd van een tweetal gynaecologen-deskundigen; beiden stellen vast dat de gynaecoloog een medische kunstfout heeft begaan door bij een voor penicilline overgevoelige vrouw Augmentin toe te dienen; één van hen meent dat ook de anesthesioloog niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend arts mag worden verwacht 3. In 1998 wordt het ziekenhuis door patiënte en haar ziektekostenverzekeraar aansprakelijk gesteld voor de kosten die voor de als gevolg van de gebeurtenissen noodzakelijke behandelingen zijn gemaakt en nog gemaakt zullen worden De verdere beschrijving heeft alleen betrekking op de zaak onder punt 3. De rechtbank wijst in 2001 de vordering van de ziektekostenverzekeraar toe. Het gerechtshof bevestigt in 2003 het oordeel van de rechtbank. Het ziekenhuis legt de zaak voor aan de Hoge Raad. Het gaat hierbij vooral over de interpretatie en nauwkeurigheid van het destijds gehanteerde protocol (toediening van Augmentin bij sectio caesarea) en de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis voor een door medisch specialisten opgesteld protocol. De Hoge Raad oordeelt (samengevat) als volgt: In het arrest van 2 maart 2001 gaf de Raad als maatstaf dat een protocol voor een medische behandeling een richtlijn geeft die in beginsel in acht moet worden genomen, maar waarvan soms kan of moet worden afgeweken. Deze maatstaf brengt met zich mee dat een afwijking door de arts moet kunnen worden beargumenteerd, maar dat anderzijds het volgen van een protocol niet zonder meer betekent dat de arts juist handelt. Voor de opstellers betekent dit dat zij bij de opstelling van de inhoud van het protocol er rekening mee mogen houden dat het zal worden gehanteerd door redelijk bekwame artsen, en derhalve (uit praktisch oogpunt) niet alle gegevens behoeven te worden vermeld die op grond van medische kennis en ervaring bekend behoren te zijn. Het feit dat in dit geval Augmentin als merknaam en niet als naam van de werkzame stof werd gehanteerd, en ook niet als zodanig werd vermeld in het protocol, hoeft daarom niet te betekenen dat het protocol onvolledig is.

8 8 Vervolgens gaat de Hoge Raad in op de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis: in het midden kan blijven of het ziekenhuis zorg dient te dragen voor het totstandbrengen van protocollen, en in hoeverre zij aansprakelijk is bij het achterwege blijven daarvan. Het valt echter niet zonder meer in te zien dat het ziekenhuis (mede omdat dan moet worden verondersteld dat zij daarin een eigen deskundigheid bezit) verantwoordelijk zou moeten zijn voor de onjuistheid of onvolledigheid van de door aan het ziekenhuis verbonden medisch specialisten opgestelde protocollen. De Hoge Raad vernietigt daarmee het arrest van het gerechtshof. Civielrecht Begrippen: belang nabestaanden in inzage medisch dossier, geheimhoudingsplicht arts Beslissing: arts en apotheker behoren, in dit geval, de medische gegevens te overleggen Rechtscollege / Datum: Rechtbank Arnhem (voorzieningenrechter), 15 augustus 2005 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2006; 1:56-59 Samenvatting van de casus: Een nichtje van een overleden vrouw vecht het testament van haar tante aan omdat zij sterke aanwijzingen heeft dat haar tante ten tijde van het opstellen van het testament niet meer volledig bekwaam was. Zij eist van huisarts en apotheker inzage in en een afschrift van de medische gegevens. Beiden weigeren die verstrekking met een beroep op de geheimhoudingsplicht. Nadere overwegingen: de voorzieningenrechter oordeelt dat inbreuk op de geheimhoudingsplicht slechts mogelijk is indien er een ander zwaarwegend belang geschaad zou kunnen worden indien hieraan onverkort zou worden vastgehouden. De geheimhoudingsplicht kan worden doorbroken indien a) er voldoende aanwijzingen bestaan dat de tante ten tijde van het verlijden van het testament niet beschikte over haar verstandelijke vermogens en niet bekwaam was rechtshandelingen te verrichten b) het aannemelijk is dat het medisch dossier daarover opheldering zou kunnen geven terwijl die opheldering niet op een andere wijze kan worden verkregen c) het voldoende aannemelijk is dat de overledene, was zij nog in leven, haar toestemming tot inzage gegeven zou hebben Na toetsing van de feiten aan deze vereisten oordeelt de rechter dat inzage gerechtvaardigd is. Civielrecht 2008 Begrippen: MIP-melding; vertrouwelijk kunnen melden ter bevordering van kwaliteitsbeleid Beslissing: belang van patiënte dient te wijken voor algemeen belang Rechtscollege / Datum: Gerechtshof Leeuwarden, 9 december 2008 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2009; 3: Samenvatting van de casus: bij de verdoving voor een oogoperatie in 1999 is de oogbol geperforeerd. Patiënte vordert een schadevergoeding van ziekenhuis en anesthesioloog. Omdat de vordering in eerste instantie wordt afgewezen stelt de klaagster in hoger beroep dat noch de anesthesioloog noch het ziekenhuis haar stellingen (bedoeld ter onderbouwing van de schadevergoeding) voldoende gemotiveerd heeft weerlegd en dat het ziekenhuis aanvullende informatie dient te verstrekken door, onder andere, de gegevens die in de MIP-melding zijn vermeld, te overleggen. Nadere overwegingen: Het Hof overweegt met betrekking tot het openbaar maken van de MIPmelding het volgende: 1. met het effectief kunnen uitoefenen van het kwaliteitsinstrument (het anoniem doen van MIPmeldingen) zijn zwaarwegende maatschappelijke belangen gemoeid

9 9 2. er bestaat een gerede mogelijkheid dat zonder het aanvaarden van een geheimhoudingsplicht en het daarop te baseren recht de MIP-melding niet te overleggen deze belangen aanmerkelijk zouden kunnen worden geschaad Het vertrouwelijk kunnen melden van incidenten in een ziekenhuis ter voorkoming van herhaling en derhalve ter bevordering van de kwaliteit van de zorgverlening is maatschappelijk van zeer groot belang. Openbaarmaking van deze gegevens zal weliswaar in een individueel geval het belang van de rechtzoekende kunnen dienen, maar daarmee zal het meldingssysteem als zodanig op de tocht komen te staan, omdat melders er op moeten kunnen vertrouwen dat de meldingsgegevens niet tegen hen gebruikt kunnen worden. De vordering tot verstrekking van de MIP-gegevens wordt afgewezen. Civielrecht 2009 Begrippen: MIP-melding; kwaliteitsbeleid; vertrouwelijkheid Beslissing: het belang van een goed functionerend kwaliteitssysteem weegt zwaarder dan het individuele belang van de patiënt Rechtscollege / Datum: Rechtbank Arnhem, 8 juli 2009 Bron: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2009; 7: Samenvatting van de casus: na een hoogenergetisch trauma wordt een patiënt aangeboden op de SEH. Daar blijkt onder andere dat er een (niet ernstige) bloeding bestaat aan het oor; het oor wordt gehecht. Nadien blijft patiënt klachten houden van de nek. Hij vordert overlegging van de MIPgegevens (omdat er kennelijk niet geheel volgens de geldende procedures is gehandeld). Nadere overwegingen: de vraag is opgeworpen of het hechten van het oor is geschied conform de professionele standaard, en of er niet voorrang gegeven had behoren te worden aan neurologisch en röntgenologisch onderzoek. De Rechtbank overweegt: 1. de MIP-gegevens maken geen onderdeel uit van het medisch dossier, en kunnen derhalve niet op grond van art. 7:456 BW worden overlegd 2. art. 843a Rechtsvordering geeft een algemene grond waarop het MIP-dossier zou kunnen worden gevorderd, maar lid 4 van dit artikel voorziet in de uitzondering dat aan een dergelijk verzoek niet hoeft te worden voldaan in geval er sprake is van gewichtige redenen. Op grond hiervan komt de Rechtbank tot de overweging dat er enerzijds het belang is van de patiënt om zo veel mogelijk gegevens omtrent het incident te verkrijgen, en anderzijds het belang van het verbeteren van de patiëntenzorg, waarbij alle in het ziekenhuis werkzame personen zich veilig moeten voelen om incidenten en fouten te melden. De terughoudendheid om MIP-gegevens te overleggen vindt eveneens steun in het voorstel voor de Wet cliëntenrechten zorg. De Rechtbank acht het goed functioneren van het kwaliteitssysteem van zwaarder wegend belang dan het individuele belang van de patiënt. De vordering van de patiënt wordt afgewezen. In een notatie naar aanleiding van deze beslissing haalt Prof Mr W.R. Kastelein aan dat: - de voorzieningen rechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad in december 2007 oordeelde dat in geval het medisch dossier onvolledig is (in het onderhavige geval ontbrak een behoorlijk operatie-verslag) de MIP-gegevens kunnen worden toegelaten tot het geding - adequate dossiervorming van eminent belang is - het openbaar ministerie zich tot nu toe alle vrijheid heeft voorbehouden om MIP-gegevens in het kader van een strafzaak in beslag te nemen respectievelijk deze in een strafzaak te gebruiken.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie

Regeling melding misstand woningcorporaties

Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon integriteit.

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling)

Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling) Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling) Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-262 d.d. 17 september 2012 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

JURIDISCHE RELEVANTIE PROTOCOLLEN/RICHTLIJNEN IN DE ZORG

JURIDISCHE RELEVANTIE PROTOCOLLEN/RICHTLIJNEN IN DE ZORG JURIDISCHE RELEVANTIE PROTOCOLLEN/RICHTLIJNEN IN DE ZORG KICK-PROTOCOLLENDAG 2017 VILANS, UTRECHT 16 JUNI 2017 MR. FRÉ DE VRIES, ( JURIST, DOCENT EN VERPLEEGKUNDIGE) ONDERWERPEN WORKSHOP Wettelijke basis

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 37 d.d. 17 februari 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. A.W. H. Vink) Samenvatting Consument claimt tweemaal

Nadere informatie

: BNP Paribas Cardif Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Oosterhout, verder te noemen Verzekeraar.

: BNP Paribas Cardif Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Oosterhout, verder te noemen Verzekeraar. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-644 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, J.H. Paulusma-de Waal RGA en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. G.A. van de Watering, secretaris)

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-160 d.d. 22 mei 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, prof. mr. M.L.Hendrikse en mr. E.M. Dil-Stork, leden, en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 214 d.d. 6 september 2011 (prof. mr. C.E. du Perron, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Lijfrenteverzekering, informatieplicht.

Nadere informatie

Juridisch kader aansprakelijkheid Integrale Geboortezorg Organisaties

Juridisch kader aansprakelijkheid Integrale Geboortezorg Organisaties Juridisch kader aansprakelijkheid Integrale Geboortezorg Organisaties CPZ Titia Hollman, juridisch adviseur april 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Juridisch kader civielrechtelijke aansprakelijkheid...3

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-855 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 23 mei 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Claimsafhandeling in polisclausules. Pieter Leerink ACIS-symposium 29 november 2013

Claimsafhandeling in polisclausules. Pieter Leerink ACIS-symposium 29 november 2013 Claimsafhandeling in polisclausules Pieter Leerink ACIS-symposium 29 november 2013 Agenda Schaderegelingsclausule Algemene opmerkingen Brandverzekering Arbeidsongeschiktheidsverzekering Aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet bindend.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet bindend. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-087 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. A.W.H. Vink, drs. A. Paulusma- de Waal, arts en mr. G.A. van de Watering, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, tegen. Arag SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, tegen. Arag SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-322 d.d. 8 september 2014 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. L.B. Lauwaars, leden en mr. I.M.L. Venker) Samenvatting

Nadere informatie

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij

Nadere informatie

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei

Nadere informatie

: N.V. Amersfoortse Algemene Verzekering Maatschappij, gevestigd te Utrecht, verder te noemen Verzekeraar

: N.V. Amersfoortse Algemene Verzekering Maatschappij, gevestigd te Utrecht, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-470 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop, J.H. Paulusma-de Waal RGA (medisch lid), leden en mr. A. Westerveld, secretaris)

Nadere informatie

Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking.

Rechtsbijstandverzekering. Verzekeringsvoorwaarden. Relevante informatie en medewerking. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-017 d.d. 8 mei 2014 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. W.J.J. Los, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 12 maart 2012.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 12 maart 2012. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-157 d.d. 21 mei 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. B.C. de Vries, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Gedragscode Openheid medische incidenten; betere afwikkeling Medische Aansprakelijkheid - GOMA Deborah Lauria Directeur De Letselschade Raad

Gedragscode Openheid medische incidenten; betere afwikkeling Medische Aansprakelijkheid - GOMA Deborah Lauria Directeur De Letselschade Raad Gedragscode Openheid medische incidenten; betere afwikkeling Medische Aansprakelijkheid - GOMA Deborah Lauria Directeur De Letselschade Raad 1 Wat is de GOMA? Gedragscode Openheid medische incidenten;

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-293 (mr. drs. S.F. van Merwijk, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. L. van Berkum, leden en mw. mr. P. van Haastrecht-van Kuilenburg, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer:

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer: Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer: 18.001 Partijen: A, hierna te noemen Klager, tegen B, hierna te noemen Zorgaanbieder of Aangeklaagde. 1. Behandeling van het geschil Partijen zijn

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ7902

ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ7902 ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ7902 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 08-06-2011 Datum publicatie 15-06-2011 Zaaknummer 112142 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4611 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C05/352

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4611 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C05/352 ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4611 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-01-2007 Datum publicatie 31-08-2010 Zaaknummer C05/352 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Bevindingen De bevindingen van het CBP luiden als volgt:

Bevindingen De bevindingen van het CBP luiden als volgt: POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Zorgverzekeraar DATUM 27 februari 2003 CONTACTPERSOON

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 162 d.d. 2 september 2010 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. D.F. Rijkels) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist.

De Commissie stelt vast dat het niet nodig is de zaak mondeling te behandelen. De zaak kan daarom op grond van de stukken worden beslist. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-790 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Klacht ontvangen op : 10 januari 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-521 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, terwijl mr. R.A. Blom, secretaris) Klacht ontvangen op : 2 januari 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.0691 (013.06) ingediend door: hierna te noemen klaagster, tegen: hierna te noemen verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-787 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 7 mei 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AM2315

ECLI:NL:HR:2004:AM2315 ECLI:NL:HR:2004:AM2315 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2004 Datum publicatie 16-01-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C02/203HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AM2315

Nadere informatie

Verantwoordelijkheid van de werkgever voor handelen van arbodienst beperkt

Verantwoordelijkheid van de werkgever voor handelen van arbodienst beperkt Verantwoordelijkheid van de werkgever voor handelen van arbodienst beperkt Volgens de Arbeidsomstandighedenwet is een werkgever verplicht zorg te dragen voor de goede gezondheid van zijn werknemers. Onderdeel

Nadere informatie

ABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-21 d.d. 22 januari 2013 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, prof. mr. E.H. Hondius en mr. R.J. Verschoof, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.

Nadere informatie

Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld

Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Workshop Landelijk Congres Huiselijk Geweld 16 november 2009 Inhoud Waar hebben we het over Juridisch Kader Achtergrond Afweging: geheim doorbreken? Stappenplan Casusposities

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Proces. 1.1 De Commissie is met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken tot haar uitspraak genomen:

Samenvatting. 1. Proces. 1.1 De Commissie is met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken tot haar uitspraak genomen: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-391 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter, mr. S.W.A. Kelterman, mr. L. van Berkum, leden en mr. S. Rutten, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Coöperatieve Rabobank Land van Cuijk en Maasduinen, gevestigd te Boxmeer, hierna te noemen Aangeslotene.

Coöperatieve Rabobank Land van Cuijk en Maasduinen, gevestigd te Boxmeer, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-210 d.d. 5 juli 2013 (mr. J. Wortel, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en G.J.P. Okkema, leden, en mr. T.R.G. Leyh, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-353 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen op : 19 oktober 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 21-07-2015 Datum publicatie 23-07-2015 Zaaknummer 200.128.839-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. ingediend door: i n d e k l a c h t nr. 054.01 hierna te noemen 'klager tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:2890

ECLI:NL:RBNHO:2014:2890 1 van 5 29-4-2015 17:05 ECLI:NL:RBNHO:2014:2890 Instantie Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 10-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2274912 - CV EXPL 13-3338 Rechtsgebieden Civiel recht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-846 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. Veldhuis, Secretaris) Klacht ontvangen op : 21 september 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-144 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 april 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Een dagvaarding is een inleidend processtuk. Hierin staat wat de eisende partij van de gedaagde partij verlangd. Een dagvaarding wordt doorgaans

Nadere informatie

De juridische status van medische protocollen en richtlijnen

De juridische status van medische protocollen en richtlijnen De juridische status van medische protocollen en richtlijnen Hoe de open norm van het goed hulpverlenerschap in de praktijk wordt ingevuld 8 april 2015 Protocollen zijn vaak cruciaal. Dit werd heel recent

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 148 d.d. 15 juni 2011 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. B.C. de Vries, leden en mr. D.J. Olthoff, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 6 maart 1998 Eerste Kamer Nr. 16.561 (C97/040 HR) AS Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: Karl Heinz HILLE, wonende te Haarlem, EISER tot cassatie, advocaat : mr E. Grabandt, t e g e n 1. de

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Niet-Bindende uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-247 d.d. 30 augustus 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, prof. drs. A.D. Bac en de heer J.C. Buiter, leden en mevrouw mr.

Nadere informatie

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig. Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, vertegenwoordigd door de heer C te D, tegen E te F en G te H Zaak : Schadevergoeding, wettelijke rente Zaaknummer : 2012.03079 Zittingsdatum : 11 september

Nadere informatie

Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist?

Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist? Laura Gringhuis Advocaat Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist? Belastingrecht 28 september 2018 Het opgeven van oud-werkgevers als referent en het verstrekken

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Waternet te Amsterdam. Verantwoordelijk bestuursorgaan: Waterschap Amstel, Gooi en Vecht

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Waternet te Amsterdam. Verantwoordelijk bestuursorgaan: Waterschap Amstel, Gooi en Vecht Rapport Rapport betreffende een klacht over Waternet te Amsterdam. Verantwoordelijk bestuursorgaan: Waterschap Amstel, Gooi en Vecht Datum: 25 april 2014 Rapportnummer: 2014/039 2 Klacht Verzoekster klaagt

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348

Rapport. Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348 Rapport Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348 2 Klacht Op 10 maart 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer F. te Eindhoven, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018 18-194/DB/ZWB ECLI:NL:TADRSHE:2018:65 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 18-194/DB/ZWB Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-375 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Klacht ontvangen op : 10 oktober 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

het door Consument digitaal ingediende klachtformulier; het verweerschrift van de Bank; de repliek van Consument; de dupliek van de Bank.

het door Consument digitaal ingediende klachtformulier; het verweerschrift van de Bank; de repliek van Consument; de dupliek van de Bank. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-534 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. A.M.T. Wigger, prof. mr. M.L. Hendrikse, leden en mr. D.W.Y. Sie, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

verklaring dat een belanghebbende zich, ofschoon zijn rechtspositie niet is geschaad, op incorrecte wijze door het fonds bejegend acht.

verklaring dat een belanghebbende zich, ofschoon zijn rechtspositie niet is geschaad, op incorrecte wijze door het fonds bejegend acht. Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland Reglement klachten- en geschillenprocedure Artikel 1. Begripsbepalingen De in de statuten en het pensioenreglement gebruikte begripsbepalingen worden geacht deel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., arts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2006:AW3559

ECLI:NL:HR:2006:AW3559 ECLI:NL:HR:2006:AW3559 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-10-2006 Datum publicatie 02-07-2008 Zaaknummer 01447/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AW3559

Nadere informatie

C/13/555974 / HA ZA 13-1827 28 oktober 2015 8 oordeel dat met deze uitingen sprake was van misleidende publieke berichtgeving. VEB en de stichting stellen dat door deze uitingen de gedupeerde beleggers

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, vertegenwoordigd door E tegen C te D Zaak : Geneeskundige zorg, MRI, ontbreken verwijzing door huisarts of medisch specialist Zaaknummer : 2009.02007 Zittingsdatum

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-323 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 juli 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157

Rapport. Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157 Rapport Datum: 13 april 1999 Rapportnummer: 1999/157 2 Klacht Op 10 november 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer A. te Uden, ingediend door de heer mr. K.E. Leoni, advocaat

Nadere informatie

Reglement klachtencommissie

Reglement klachtencommissie Zorgverleners leren van klachten en ongewenste gebeurtenissen in de zorg. Doel van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg is dan ook: openheid over klachten en ongewenste gebeurtenissen en ervan

Nadere informatie

Bij de beoordeling van de klacht gaat de Commissie uit van de volgende feiten.

Bij de beoordeling van de klacht gaat de Commissie uit van de volgende feiten. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-293 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. A.M.T. Wigger, mr. G.J. Kruithof (medisch lid) en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2019-1 Nummer 1, 2019 INHOUDSOPGAVE 1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:28 05-02-2019 Dekenbezwaar. Verweerster

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : Mevrouw A te B tegen VGZ Zorgverzekeraar N.V. te Arnhem Zaak : Aanvullende ziektekostenverzekering, beëindiging Zaaknummer : 201801576 Zittingsdatum : 6 februari 2019

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-551 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 december 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 06/21 Arbitraal vonnis in de zaak van: drs. A., wonende te Z., eiser, gemachtigden: mr. A.J.H.W.M. Versteeg en mr. W.D. Kweekel tegen: de Stichting B., gevestigd

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-372 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-315 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Klacht ontvangen op : 15 mei 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Regeling Beroepscommissie Gedragscode Onderzoek & Statistiek

Regeling Beroepscommissie Gedragscode Onderzoek & Statistiek Regeling Beroepscommissie Gedragscode Onderzoek & Statistiek Begripsomschrijving Artikel 1 In deze beroepsregeling wordt verstaan onder: Gedragscode: De gedragscode die de VBO, VSO en MOA hebben vastgesteld

Nadere informatie

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2016-004 d.d. 2 februari 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. A. Smeeing-van Hees en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. G.A. van de Watering,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 123 d.d. 11 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 123 d.d. 11 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 123 d.d. 11 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter) Samenvatting Toerekenbare tekortkoming. Naar billijkheid vaststellen van schade.

Nadere informatie

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00 Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00 Een jongetje van 4 jaar oud wordt door een pitbull terriër in het gezicht en in de arm gebeten. Zijn

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-035 (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Klacht ontvangen op : 23 januari 2018 Ingediend door : Consument Tegen :

Nadere informatie

ARTIKEL 3 Totstandkoming van de behandelingsovereenkomst

ARTIKEL 3 Totstandkoming van de behandelingsovereenkomst Algemene voorwaarden ARTIKEL 1 Definities en begrippen In deze voorwaarden wordt verstaan onder: Opdrachtgever: degene die voor zichzelf of voor een bepaalde derde een behandelingsovereenkomst sluit met

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen C te D Zaak : Overstapservice, opzegging, schadeloosstelling, vergoeding Concerta Zaaknummer : 2009.01011 Zittingsdatum : 10 februari 2010 1/6 Geschillencommissie

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L.Hendrikse, voorzitter en mr. M.B.Beunders, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L.Hendrikse, voorzitter en mr. M.B.Beunders, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-221 (prof. mr. M.L.Hendrikse, voorzitter en mr. M.B.Beunders, secretaris) Klacht ontvangen op : 2 oktober 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie