Informatie opleiding tot trajectbegeleider Aan de Slag

Transcriptie

1 Informatie opleiding tot trajectbegeleider Aan de Slag Den Dolder, april 2018 Versie: 1.0 Auteur(s): Anna Hulsebosch / Irma van der Veen

2 INFO OPLEIDING AAN DE SLAG Het programma en de bijbehorende opleiding Aan de Slag is een erkende interventie voor jongeren van 12 tot 23 jaar die problemen hebben met het afronden van hun opleiding en/of vinden en behouden van werk. De jongeren leren nieuwe vaardigheden aan en hun gedrag en sociale omgeving worden veranderd. Daarmee kunnen zij hun opleiding voortzetten en hun werk behouden. Dit doel wordt bereikt door te werken aan de volgende subdoelen: - de jongere beheerst competenties om een schoolopleiding af te maken en/of werk te behouden voor zover hij/zij deze nog onvoldoende beheerst; - de jongere beheerst competenties om zelfstandig te wonen voor zover hij/zij deze nog onvoldoende beheerst; - de jongere beheerst competenties om een eigen sociaal netwerk te onderhouden en om zijn/haar vrije tijd te besteden voor zover hij/zij deze nog onvoldoende beheerst; - de jongere kan de vaardigheden die bij deze competenties horen toepassen in de eigen sociale context; - de sociale context van de jongere is geoptimaliseerd en vergemakkelijkt zo de gang naar school en werk. De competentietekorten worden gemeten middels de vragenlijst Taken en Vaardigheden van Adolescenten (TVA). Aan de Slag bestaat uit 4 zogenoemde 'slagen'. Slag 1 bestaat uit een uitgebreide diagnoseperiode waarin de problematiek en omstandigheden van de jongere worden verkend en trajectdoelen worden vastgesteld. Aan het begin van Slag 2 is een werkplek, stage of een opleiding geregeld waarna wordt gewerkt aan het oppakken van een normaal werk-/schoolritme. In Slag 3 ligt het accent op het vergroten van competenties en het bestendigen van het geleerde. Slag 4 bestaat uit een follow-up periode waarin het aantal begeleidingsmomenten is geminimaliseerd en de jongere zo zelfstandig mogelijk functioneert. Om Aan de Slag te kunnen uitvoeren, volgt de trajectbegeleider een opleiding van 11 tot 17 dagdelen.

3 Doelgroep en doelstelling(en) van de opleiding De opleiding tot trajectbegeleider Aan de Slag is bedoeld voor professionals werkzaam in de residentiele of ambulante (forensische) jeugdzorg, onderwijsinstellingen en gemeenten. De leerdoelen worden verderop per module beschreven. Toelatingsvereisten Er is een tweetal eisen gesteld aan de instroom van deelnemers: Trajectbegeleiders zijn werkzaam in de begeleiding van risicojongeren naar arbeidsmarkt en/of scholing of kunnen aantonen minimaal twee jaar ervaring te hebben in de begeleiding van deze doelgroep naar arbeidsmarkt en/of scholing; HBO-diploma in een mens of werk/maatschappij gerelateerde opleiding. Speciale voorwaarden verbonden aan de opleiding De opleiding tot trajectbegeleider Aan de Slag is alleen toegankelijk voor deelnemers waarvan de instelling waarbij zij werkzaam zijn, een gebruikersovereenkomst heeft afgesloten met Stichting 180. De inhoud van de training De inhoud van de opleiding wordt in overleg met de opdrachtgever op maat gemaakt. De standaard opbouw bestaat uit 5 modules, namelijk: Module Systematisch werken en planvorming Module Motiverende Gespreksvoering Module Gedrags- en Cognitieve interventies Module Lichte Gezinsinterventies Module werkgeversbenadering Totaal 4 dagdelen 4 dagdelen 2 dagdelen 2 dagdelen 2 dagdelen 14 dagdelen De modules Interculturalisatie en Evaluatie en Beoordeling behoren niet tot de standaard training. Deze kunnen additioneel ingekocht worden. Deze modules beslaan ieder 2 dagdelen. Ook kan de opleiding waar nodig met een of twee modules worden verkort.

4 INFO OPLEIDING AAN DE SLAG Leerdoelen training en literatuur Voor de training Individueel Trajectbegeleider Aan de Slag zijn per module de leerdoelen beschreven. Aan het eind van de opleiding wordt verondersteld dat cursisten deze leerdoelen beheersen. Hieronder worden per module de leerdoelen weergegeven. Module Planvorming en Systematisch werken De cursist kent het theoretische kader van de systematiek Aan de Slag, kent de fasering van een Aan de Slag traject, is in staat het trajectplan (behorend bij de systematiek Aan de Slag) op te stellen. Hierbij worden korte en lange termijndoelen onderscheiden, aangegeven welke interventies ingezet worden en de termijn van uitvoering. De doelen zijn realistisch, d.w.z. haalbaar, rekening houdend met de competenties en mogelijkheden van de jongere, kent de fasering van een Aan de Slag traject, is in staat om een goede diagnose te stellen en de verkregen gegevens te verwerken ten behoeve van het trajectplan; dwz kan een analyse maken van risicofactoren (stress en pathologie), protectieve factoren (steun en individuele veerkracht), vaardigheden van de jongere en begeleidingsaspecten m.b.v onderzoeksinstrumenten. Programmahandleiding Werkprogramma Aan de Slag Theoretische handleiding Werkprogramma Aan de slag Module Motiverende Gespreksvoering (MG) De cursist kan een casus inventariseren op sterke(re) en zwakke(re) punten van de jongere (m.b.v. de SWOT-techniek), kan de motivatieproblematiek taxeren en een daarbij passende individuele begeleidingsmethodiek kiezen, kan de focus van MG (d.w.z. het onderwerp, bijvoorbeeld het afmaken van een stage) in kaart brengen, kan het betreffende stadium in de cyclus van Prochaska en Diclemente inschatten, kan een plan voor de begeleiding & aanpak van de motivatieproblematiek opstellen en uitvoeren, kan een motiverend gesprek voeren conform de kenmerken, (hoofd) principes en vaardigheden van constructieve confrontatie (idem). Reader Motiverende Gespreksvoering Boek Aan de gang van Klomp M, Kloosterman P. en Kuijenhoven T. (2002), Amsterdam:SWP Boek Motiverende Gespreksvoering binnen jeugdhulpverlening, Otten J, Solinger J.M., Suvaal R., Van der Veen I. (Work-Wise). Module Gedragsinterventies en cognitieve interventies De cursist i.k.v. de gedragsinterventies: 4

5 kent het concept functionele analyse en het SORC-schema en kan deze maken, kent de theorieën en uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de gedragsinterventies, kent de doelen en vormen van gedragsinterventies en kan aangeven welke vorm(en) een bepaalde situatie vereist, kan de verschillende gedragsinterventies toepassen. De cursist i.k.v. de cognitieve interventies: kent het sociale informatieverwerkingsmodel en de bijbehorende zelfcontrolevaardigheden, kent de concepten denkfout en kernovertuiging, kent de stadia van morele ontwikkeling, kan een analyse op basis van het 5G-schema uitvoeren, kan cognitieve interventies beschrijven en aangeven in welke situatie deze worden toegepast, kan cognitieve interventies toepassen. Reader Module Lichte Gezinsinterventies De cursist: kent het concept systeembenadering, kan een kennismakingsgesprek voeren volgens de geleerde richtlijnen, kan resultaatgericht onderhandelen volgens de techniek principieel onderhandelen is in staat een samenwerkingsrelatie met het gezin op te bouwen, kan benoemen op welke aspecten interventies worden gericht. Reader Module werkgeversbenadering De cursist; kan een acquisitie voorbereiden en kent verschillende benaderingswijzen, kan bij een bezoek aan een werkgever omgaan met weerstand en is zich bewust van de risico s, kent de belangrijke matchingsfactoren, kan aangeven welke (soort) bedrijven passen bij het profiel van de jongere (zoekprofiel), kan inschatten of de aard en cultuur van het bedrijf past bij het profiel van de jongere, kan aangeven naar de werkgever wat de behoeften zijn van de jongere en is zich bewust van de risico s, kan samen met de jongere en de werkgever komen tot een begeleidingsplan. Reader Voorbereiding en voorwerkopdrachten Van de cursisten wordt verwacht dat zij ter voorbereiding van de modules de opgegeven literatuur lezen. Deze literatuur vormt de input van de training. Voor het uitvoeren van de opdrachten tijdens de training zelf is deze voorbereiding onontbeerlijk. Bij alle modules wordt literatuur aangeleverd die voorafgaand gelezen moet worden. 5

6 Toetsing Een aantal modulen kent een toetsing. Het zijn er twee, te weten: 1. Motiverende Gespreksvoering 2. Systematisch werken en planvorming Deze toetsingsopdrachten moeten in ieder geval afgerond en als voldoende beoordeeld zijn om in aanmerking te komen voor het certificaat. Zie voor een overzicht van alle certificeringscriteria 3.2. Deze toetsopdrachten moeten uitgevoerd worden na afronding van de modules. De opdrachten worden beoordeeld door de trainer. Wanneer voldaan is aan de eisen van de opdracht Motiverende Gespreksvoering, wordt een apart certificaat uitgereikt. Certificering Cursisten ontvangen een certificaat indien: De toetsingsopdrachten behorende bij de modulen Motiverende Gespreksvoering en Systematisch Werken en Planvorming zijn afgerond en met een voldoende beoordeeld. Minstens 85% van alle bijeenkomsten gevolgd is. Dit betekent dat in het geval van 14 dagdelen, maximaal 2 dagdelen mogen worden gemist. Alle voorwerkopdrachten zijn uitgevoerd. Cursisten die niet voldoen aan de toetsingscriteria maar wel minstens 85% van de training hebben gevolgd ontvangen een bewijs van deelname. De studiebelasting van de opleiding Het aantal contacturen van de opleiding tot trajectbegeleider Aan de Slag bedraagt gemiddeld 42. Het aantal studiebelastingsuren bedraagt gemiddeld 16. Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) De opleiding tot Trajectbegeleider Aan de Slag in 14 dagdelen is door Stichting 180 ter accreditatie voorgelegd aan de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en geaccrediteerd met 76,8 punten. Tot slot Nadere informatie over de inhoud van de opleiding is te verkrijgen bij Irma van der Veen, landelijk programmacoördinator Aan de Slag (irmavanderveen@180.nl / ). Informatie over de eerstvolgende opleiding en inschrijving is te verkrijgen bij het Bedrijfsbureau van Stichting 180 (info@180.nl / ). 6

7 7