Memo Versterking 1467 gebouwen

Transcriptie

1 Nationaal Coördinator Groningen Memo Versterking 1467 gebouwen Ronde 1 - Fase 1

2

3 Inleiding In april 2016 is onder regie van Nationaal Coördinator Groningen (NCG) gestart met het inspecteren en berekenen van woningen in de kern van het aardbevingsgebied. Op basis van deze inspecties wordt berekend welke woningen moeten worden versterkt, zodat ze aardbevingsbestendig worden. NCG is in de kern van het aardbevingsgebied gestart met de inspectie van woningen die relatief kwetsbaar kunnen zijn, zoals de rijwoningen die na 1960 zijn gebouwd. In totaal zijn in deze eerste ronde 1467 gebouwen (voornamelijk woningen) in vijf plaatsen geïnspecteerd (Loppersum, t Zandt, Appingedam, Ten Post en Overschild). De inspecties en berekeningen worden onder regie van NCG uitgevoerd door Centrum Veilig Wonen (CVW). De berekeningen worden gevalideerd door een onafhankelijke commissie van NCG (de Validatiecommissie). In dit document wordt een uitleg gegeven waarom in december 2016 de conclusie is getrokken dat nagenoeg alle gebouwen versterkt moeten worden aan de hand van de berekeningen die gemaakt zijn. Deze conclusie is door NCG gezamenlijk met NAM en CVW getrokken. De conclusie is ondersteund door de NEN-commissie en de Validatiecommissie van NCG. Als bijlage bij deze memo wordt een document van CVW met technische uitleg van dit besluit meegezonden.

4 Welke woning- en gebouwtypes zijn geïnspecteerd en waar staan deze? De woningen en gebouwen die geïnspecteerd zijn, liggen in Loppersum, t Zandt, Appingedam (Opwierde Zuid), Ten Post en Overschild. De gebouwen bevinden zich allemaal binnen de PGA-contour van 0,2g, in de kern van het aardbevingsgebied waar de grondversnelling het grootst is (zie onderstaand figuur).

5 In de onderstaande figuur is een overzicht gegeven van de soorten geïnspecteerde gebouwen. Het overgrote deel is rijwoningen en 2-kappers. Hoe is geïnspecteerd? En waar is op gelet tijdens de inspecties? Twee soorten inspecties Er zijn twee soorten inspecties: een uitgebreide inspectie en een eenvoudige inspectie (validatieinspectie).bijna alle adressen zijn geïnspecteerd. Afhankelijk van het woningtype is 15 tot 25 % uitgebreid geïnspecteerd. Uitgebreide inspectie Voor een deel zijn ook uitgebreide inspecties uitgevoerd om beter te kunnen achterhalen welke materialen zijn toegepast en hoe de constructie in elkaar zit. Dit is niet altijd met het blote oog zichtbaar. Met een uitgebreid onderzoek is gekeken naar: - het fundatietype (strokenfundatie, fundatie op (houten) palen) en funderingsbalken); de vloerconstructies (begane grond, verdiepings- en zoldervloer) en toegepaste materialen; de opbouw en staat van de dakconstructie; de belangrijkste verbindingen tussen de wanden onderling; de aansluitingen tussen de wanden, vloeren en dakconstructie; de algemene staat van het metselwerk en de aanwezigheid van spouwankers en dilataties (een dilatatie is een naad in een constructie waardoor gebouwdelen onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen).

6 Validatieinspectie Per adres zijn inspecties uitgevoerd om naast de informatie die uit bureaustudie beschikbaar was (zoals bestaande tekeningen en berekeningen), ook extra informatie in te winnen over hoe de constructie er in de werkelijkheid uit ziet. Is er gebouwd volgens tekening? Is er sprake van verbouwingen? Ook de gegevens uit de uitgebreide inspectie zijn hierin meegenomen. Uit de inspecties is gebleken dat wat er op tekening staat in werkelijkheid niet altijd zo is uitgevoerd. Zo zijn er verschillen aangetroffen in het fundatietype en de uitvoering ervan, zelfs binnen een-enhetzelfde woningtype in dezelfde straat. Met betrekking tot het uiteindelijk toegepaste vloertype is het vaak de keuze van de aannemer zelf welke bepalend is geweest boven wat er op tekening staat. Voor de woningen waarvoor geen uitgebreide inspecties worden uitgevoerd, worden validatieinspecties uitgevoerd. Dan wordt gekeken of wat er tijdens de uitgebreide inspecties is aangetroffen aan zwakke plekken in de woningen ook aanwezig is in de resterende woningen van hetzelfde woningtype. Afbeelding: uitgebreide inspectie woningen

7 Welke norm wordt gebruikt bij de berekeningen? En hoe werkt dat? Bij de berekening en beslissing of een woning of pand wel of niet versterkt moet worden, wordt de huidige NPR 9998:dec2015 gebruikt. De 12 gemeenten, de provincie en NCG hebben afgesproken dat zij deze versie van de NPR vanaf 1 januari 2016 als beleidslijn gebruiken voor het berekenen en toetsen van de sterkte van de bestaande gebouwen. Constructeurs kunnen de richtlijn gebruiken om te berekenen hoe sterk een gebouw, lees: de constructie, met name de bakstenen wanden, dakconstructie en (houten) vloeren, moet zijn om te voldoen aan de in Nederland gehanteerde veiligheidsnorm. Na de inspectie wordt een computermodel van de gebouwen gemaakt, waarin alle geïnspecteerde onderdelen zijn opgenomen. Er wordt ook een schema van de bovenste 30 meter van de ondergrond gemaakt en ingevoerd in het model. Vervolgens wordt met behulp van de KNMI-kaart bepaald welke zwaarte van bevingen op kunnen treden en wordt berekend of het gebouw hiertegen bestand is. Daarbij wordt bepaald of de constructie sterk genoeg is, dat het gebouw niet bezwijkt en de bewoner veilig uit de woning kan komen. Dat heet in technische termen: het Near Collapse (NC) gedrag: netniet bezwijken van de constructie. Afbeelding 3D-model woningen. Conclusie Er staan in het aardbevingsgebied veel dezelfde woningen. De woningen waar de eerste berekeningen van de sterkte van beschikbaar zijn, liggen verspreid over het gebied. Ze beschrijven type woningen en gebouwen die veel voorkomen in deze regio. In november zijn concept-rapporten van de verschillende woningtypen beschikbaar gekomen (voor in totaal 988 geïnspecteerde woningen en panden). Uit deze eerste beoordelingen komt het beeld naar voren dat bij de verschillende woningtypen vergelijkbare versterkingsmaatregelen nodig zijn om de woning te laten voldoen aan de norm voor aardbevingsbestendig bouwen. Voor de resterende (465) woningen en panden, wordt gezien de locatie (merendeels gelegen in Loppersum, dus de kern van het bevingsgebied), het type woning en de nu beschikbare kennis en NPR, geconcludeerd dat ook deze woningen en panden versterkt moeten worden.

8 Vergelijkbare woningtypes In veertien gevallen is alleen versterken/verwijderen/zekeren van vallende objecten zoals schoorstenen en luifels en het bevestigen van (te) los zittend metselwerk in het (niet-constructieve) buitenspouwblad nodig. Woningen van corporaties Alle 270 woningbouwcorporatiewoningen uit de eerste ronde, moeten worden versterkt. Dit is gebaseerd op de resultaten uit de groep van 175 woningen die eerder al zijn uitgevoerd in NEN-commissie en Validatiecommissie NCG Een aantal resultaten van de sterkteberekeningen van CVW is in opdracht van NCG gecontroleerd door de NEN-commissie en de Validatiecommissie van NCG. In de laatste commissie zitten prof. Jan Rots van de TU Delft en dhr. Otto Wassenaar. De NEN-commissie heeft de vraag gekregen of de voorgelegde berekeningen zijn uitgevoerd volgens de geldende NPR 9998:dec2015. De NEN-commissie heeft geconcludeerd dat de berekeningen zijn gebaseerd op de uitgangspunten van de NPR. Daarbij is echter ook aangegeven dat verschillende aannames in de berekeningen tot verschillende uitkomsten kunnen leiden. De validatiecommissie is verzocht te beoordelen in hoeverre conclusies uit de rapporten nog kunnen wijzigen. De validatiecommissie komt tot de beoordeling dat conclusies uit de rapporten niet meer zullen wijzigen (aanpassingen werken zowel in positieve als negatieve zin door en zullen uitmiddelen). Daarbij stelt de validatiecommissie nog enkele mogelijke verbeteringen voor en doet de suggestie om dezelfde huizen door verschillende bureaus door te laten rekenen om de uniformiteit te testen.

9 Versterking Bij de inspecties en berekeningen zijn per gebouwtype kwetsbare punten geconstateerd. Delen van de hoofddraagconstructie moeten worden versterkt. Dat betekent onder meer: het verstijven van dakvlakken; het verstijven van houten vloerconstructies (begane grondvloer en/of verdiepingsvloer(en)); het tot stand brengen van een goede koppeling tussen vloeren met wanden; het versterken van metselwerk in voor- en achtergevel; het versterken/verstevigen van (dragende) binnenwanden van metselwerk; het versterken van kopgevels en woningscheidende wanden op zolderniveau. het aanpassen/versterken van de bestaande fundering

10 Nationaal Coördinator Groningen Postbus DA Groningen T info@nationaalcoordinatorgroningen.nl Maart 2017