KNX MULTISTATION

Transcriptie

1 KNX MULTISTATION

2 INHOUD 1. Eigenschappen 2. Logische functies 3. Toepassingen 4. Besluit 2

3 EIGENSCHAPPEN

4 EIGENSCHAPPEN 6 potentiaalvrije binaire ingangen Tot 30m bekabeling Schakelen, dimmen, jalousie, waarde sturen, bedrijfsmode en 2 kanaals-functie Interne groepsadressen om ingangen met uitgangen, temperatuurregelingen, logische functies te verbinden 4

5 EIGENSCHAPPEN 2 Analoge ingangen voor temperatuursensor FF7.8 Aanpasbaar met een offset Kunnen verbonden worden met interne adressen, om de gemeten temperatuur aan de interne regelaar te geven 5

6 EIGENSCHAPPEN 6 potentiaalvrije relaiscontacten, 16A Actieve of passieve statusterumelding Knipperfunctie, geforceerde positie, blokkering In- en uitschakelvertragingen, trappenhuisfunctie Geïntegreerde lichtscènes Bedrijfsurenteller Kunnen verbonden worden met interne groepsadressen 6

7 EIGENSCHAPPEN Max 3 jaloezie-uitgangen Actieve of passieve statusmelding, zelfs gedurende een actieve beweging 3 windalarmen, 1 regenalarm, 1 vriesalarm met prioriteiten en ev. verbinding naar interne adressen Zonwering Geïntegreerde lichtscènes Geforceerde positie in 2 bit formaat 7

8 EIGENSCHAPPEN Uitgangen 1 en 2 kunnen voor klimaatregeling gebruikt worden, aansluiting electrothermische ventielen Kunnen samenwerken met externe temperatuur-regelaars, of met de 2 interne regelaars via interne adressen Aansturing met 1bit, 1byte of PWM Cyclische bewaking en noodpositie Statusmelding en pomp-aansturing Bescherming tegen verkalking en bedrijfsurenteller 8

9 EIGENSCHAPPEN 2 geïntegreerde temperatuurregelaars. 2-pijps en 4-pijps installaties kunnen bestuurd worden Basis en bijkomende verwarming, koeling of beide Kunnen verbonden worden met de uitgangen 1 en 2 via interne adressen of met een andere actor via externe adressen Gemeten temperatuur via analoge ingangen of communicatieobjecten Gevraagde temperatuur in relatief of absoluut formaat 9 In het algemeen dezelfde functies als een F50 ruimtecontroller, zonder aansturing ventilatiestanden

10 LOGISCHE FUNCTIES

11 LOGISCHE FUNCTIES Logische functie 10 Tot 10 logische functies Logische functie 3 Logische functie 2 Logische functie 1 Operatie 1 Operatie 2 Iedere logische functie heeft tot 4 logische operaties Logische poorten NOT / AND / OR / XOR / NAND / NOR / NXOR met elk 8 ingangen Rekenkundige functies + / - / x / / Min. / Max. Operatie 3 Operatie 4 Vergelijkers = / / > / /< / Type omzetting. bv: 1 Bit -> 1 Byte Logische operaties worden na elkaar uitgevoerd 11

12 LOGISCHE FUNCTIES Logische poorten NOT AND OR XOR 4 poorten per logische functie Max 8 ingangen per logische poort Ingangen en uitgangen in 1bit formaat Poorten kunnen aan elkaar verbonden worden NAND Operand 1 Resultaat 1 Operand 2 NOR OR OR Resultaat 2 NXOR Operand 8 Operand 8 12

13 LOGISCHE FUNCTIES Rekenkundige functies + - x Tot 4 rekenkundige functies per logische functie, elk met 2 factoren Factoren kunnen 1byte, 2byte of 4byte zijn Resultaat heeft hetzelfde datatype als de ingangsfactoren Min Max Operand 1 Temp verdieping = 18 Operand 2 Temp leefruimte = 20 Min Resultaat 1 Minimum temperatuur= 18 13

14 LOGISCHE FUNCTIES Vergelijkers = > < Tot 4 vergelijkers per logische functie, elk met 2 factoren Factoren kunnen 1byte, 2byte of 4byte zijn, en moeten van hetzelfde type zijn Resultaat is altijd binair (1 = waar / 0 = niet waar) Verbinden van meerdere rekenkundige functies via interne adressen Operand 1 Buitentemperatuur = 18 Constante 1 20 Resultaat 1 = 0 «Niet warm buiten» 14

15 LOGISCHE FUNCTIES Omzetters 1bit 4 bits 1 byte 2 byte Tot 4 omzetters per logische functie, elk met 2 factoren Het data-type wordt omgezet, maar de waarde blijft onveranderd. Met deze functie kan men dus niet waarde 100 naar 200 veranderen. Wordt gebruikt als voorbereiding op een verdere operatie 4 byte 15

16 LOGISCHE FUNCTIES Objecten 88 ingangsobjecten 10 logische functies 88 ingangsobjecten staan ter beschikking voor de logische functies, waaronder: 32 in 1 bit formaat (aan/uit) 16 in 4 bit formaat (dimming) 16 in 1 byte formaat (dimwaarde, bedrijfsmode, ) 16 in 2 byte formaat (temperaturen, helderheid, ) 8 in 4 byte formaat (tellerwaardes verbruik, ) 88 uitgangsobjecten 88 objecten staan ter beschikking voor de resultaten, deze kunnen verbonden worden met groepsadressen. Dit is dezelfde structuur als de ingangsobjecten. Constante waardes zijn voor elk data-type beschikbaar 16

17 LOGISCHE FUNCTIES Resultaatverwerking Resultaat x Na het uitvoeren van de 4 logische operaties wordt de resultaatverwerking gestart. Filter Met de resultaatverwerking kan een resultaat automatisch na verandering of cyclisch verstuurd worden Type - omzetting Hier kan men nogmaals een filter activeren, die het resultaat enkel uitstuurt als het aan deze voorwaarde voldoet Hier kan men type-omzetting uitvoeren, EN de waarde die verstuurd zal worden kiezen Versturen naar het bussysteem 17

18 LOGISCHE FUNCTIES Principeschema De triggerfunctie en de filter zijn standaard uitgeschakeld De data-inputs staan in de eerste 3 stappen ter beschikking De resultaten worden telkens weggeschreven in de resultaat-objecten Deze resultaat objecten kunnen met groepsadressen verbonden worden De resultaat-objecten sturen uit eigen initiatief geen bustelegrammen! 18

19 LOGISCHE FUNCTIES Trigger Trigger ingang 1 Trigger ingang 8 De triggerfunctie is standaard uitgeschakeld, waardoor de logische functie cyclisch uitgevoerd wordt Triggerfunctie Als één of meerdere triggeringangen gebruikt worden, wordt de logische functie enkel uitgevoerd als hier een telegram binnenkomt. Resultaatobject Deze triggeringangen kunnen ook bewaakt worden Waarde = 1? Filter 19

20 LOGISCHE FUNCTIES Filter Filter ingang 1 Filter ingang 2 Iedere logische functie heeft een filter, die standaard uit staat Filter Een filter kan geactiveerd worden, en bepaalt of de logische functie uitgevoerd zal worden of niet Maakt altijd gebruik van een vergelijking = / / > / /< / Resultaatobject Waarde = 1? Logische functie Enkel als het resultaat van deze filter «Waar» is zal de functie uitgevoerd worden. Het resultaat van de filter kan in een resultaatobject geschreven worden 20

21 TOEPASSINGEN

22 TOEPASSINGEN Grote logische functies tot 29 ingangen Status 1 OR Result 1 Status 8 Status 9 OR Result 2 Status 15 Status 16 OR Result 3 Status 22 Status 23 OR Result 4 Status 29 Tussenresultaten worden in resultaatobjecten geschreven 1 ste ingang van de volgende operatie is een tussenresultaat Resultaat 4 wordt op het bussysteem verstuurd Status ramen en deuren Status verlichting per etage

23 TOEPASSINGEN Gemiddelde temperatuurwaarde berekenen van 4 zones Temp 1 + Result 1 Temp 2 Temp 3 + Result 2 Temp 4 + Result 3 4 Result 4 Resultaat kan aan de interne regelaar als gemeten temperatuur gegeven worden Temperaturen kunnen van tastsensoren of analoge sensoren komen Nauwkeurige temperatuurregeling door meerdere metingen in de ruimte 23

24 PARAMETERS

25 KNX temperatuurregelaar voor ventilatie convectoren

26 Toepassing Sturing van ventiloconvectoren in KNX installaties Geschikt voor 2-pijps of 4-pijps installaties Tot 3 ventilatiestanden aanstuurbaar Temperatuurregeling voor 1 ruimte Verwarmen en/of koelen 4 bedrijfsmodi volgens de KNX standaard OF 5 profielen voor het gebruik in hotel installaties Eenvoudige bediening voor de gebruiker 26

27 Eigenschappen 8 capacitieve bedienpunten, met duidelijke symbolen Beschikbaar in A500 en LS, wit en zwart glasoppervlak Interne temperatuursensor, maar kan ook met externe temperatuursensor in tastsensoren samenwerken Display voor het weergeven van: - Actuele en gevraagde temperatuur ( C of F) - Ventilatiesnelheid - Bedrijfsmodus of profiel 1 bedien- en 2 menu-niveaus (indien nodig) 1 status LED (rood / groen / blauw) 27 Helderheid en contrast instelbaar

28 Bediening (1) Aanpassen van de gevraagde temperatuur (2) Ventilatiesnelheid manueel veranderen (3) Status LED (4) Omschakeling naar het eco-profiel of nachtmodus (5) Automatische werking ventilatiesnelheid (6) Omschakeling naar standby-profiel of vorst / hitte bescherming (7) Temperatuurweergave in C of F 28

29 Display symbolen Symbool Betekenis Verwarmen Koelen Gevraagde temperatuur Ventilatie automatisch of manueel Ventilatie UIT / 1 / 2 / 3 29

30 Bedrijfsmodi en profielen KNX Comfort Hotel Comfort Als regelaarmodus kan gekozen worden tussen KNX en Hotel Regelaar modus KNX heeft 4 bedrijfsmodi Standby Comfort - Regelaar modus Hotel heeft 5 bedrijfsmodi Nacht Eco De gevraagde temperatuur verandert afhankelijk van de actieve bedrijfsmode Vorst / Hitte bescherming Standby Gebouw bescherming Voor iedere bedrijfsmode kan een eigen temperatuur ingesteld worden De Vorst / hitte bescherming heeft een vast ingestelde temperatuur 7 C / 45 C 30

31 Regelaarmodus KNX

32 Bedrijfsmodi in regelaarmodus KNX KNX Comfort Comfort: - De ruimte is in gebruik - Detectie door aanwezigheidsmelder - De temperatuur wordt naar het comfortniveau geregeld Standby Nacht Vorst / Hitte bescherming Standby: - Wanneer er overdag niemand aanwezig is - Geen beweging gedetecteerd - Energiebesparing door: - verlaagde temperatuur voor verwarmen - verhoogde temperatuur voor koelen Nacht: - Tijdens de nacht - Activatie op de regelaar zelf door de gebruiker, of via bus - Lagere temperatuur voor verwarmen - Hogere temperatuur voor koelen 32

33 Bedrijfsmodi in regelaarmodus KNX KNX Comfort Standby Nacht Vorst / Hitte bescherming: - De regelaar is bijna inactief. - Kan geactiveerd worden door: - Een bediening op de regelaar zelf - Een geactiveerd raamcontact - Via het bussysteem - Enkel nog bescherming tegen extreem lage (<7 C) en extreem hoge (>45 C) temperaturen in de ruimte. Vorst / Hitte bescherming 33

34 Bedrijfsmodus omschakelen in regelaarmodus KNX Via een het bussysteem kan de normale bedrijfsmode gekozen worden (1byte object), eventueel tijdsafhankelijk met een visualisatie Indien een aanwezigheidsmelder gekoppeld wordt kan vast overgeschakeld worden in comfort Indien een raamcontact gekoppeld is wordt bij geopende toestand de vorst/hitte bescherming actief De geforceerde sturing (dwang) heeft hoogste prioriteit, enkel als dit object op waarde «00» staat wordt er naar het voorgaande geluisterd 34

35 Bedrijfsmodus omschakelen in regelaarmodus KNX Met bedienpunten (4) en (6) kan de bedrijfsmodus veranderd worden Met bedienpunt (4) wordt de nachtmode aan / uit gezet Met bedienpunt (6) wordt de vorst / hitte bescherming aan / uit gezet Indien beide bedienpunten (5) en (6) UIT staan wordt er naar het aanwezigheidsobject gekeken: Aanwezigheid = Comfort Geen aanwezigheid = Standby 35

36 Bedrijfsmodus omschakelen in regelaarmodus KNX Deze bedienpunten werken op de geforceerde sturing (dwang) en hebben hogere prioriteit dan de instelling via het bussysteem!! Pas als beide bedienpunten UIT staan en de regelaar in standby staat, kan men via het bussysteem weer de bedrijfsmode veranderen OF Als een van de twee bedienpunten AAN staat, kan men de geforceerde positie via het bussysteem weer op «00» zetten. Vanaf nu kan de bedrijfsmode weer via het bussysteem aangepast worden via het normale KNX object. 36

37 Regelaarmodus Hotel

38 Profielen in regelaarmodus Hotel Hotel Comfort Comfort: - Er is iemand aanwezig in de hotelkamer - Detectie door hotelkaartschakelaar of aanwezigheidsmelder - De temperatuur wordt naar het comfortniveau geregeld Comfort - Eco Standby Gebouw bescherming Comfort-: - Wanneer er overdag niemand aanwezig is in de kamer - Detectie door ontbrekende hotelkaart of geen beweging - Energiebesparing door: - verlaagde temperatuur voor verwarmen - verhoogde temperatuur voor koelen Eco: - Tijdens de nacht - Activatie op de regelaar zelf door de gebruiker, of via bus - Lagere temperatuur voor verwarmen - Hogere temperatuur voor koelen 38

39 Profielen in regelaarmodus Hotel Hotel Comfort Comfort - Eco Standby Standby: - Bij langere afwezigheid, de ruimte wordt niet gebruikt - Activatie op de regelaar zelf door de gebruiker, of via bus - Nog meer energiebesparing Gebouwbescherming: - De regelaar is bijna inactief. - Kan geactiveerd worden door een raamcontact, of via bus - Enkel nog bescherming tegen extreem lage (<7 C) en extreem hoge (>45 C) temperaturen in de ruimte. Gebouw bescherming 39

40 Profielen omschakelen in regelaarmodus Hotel Via een het bussysteem kan de normale bedrijfsmode gekozen worden (1byte object), eventueel tijdsafhankelijk met een visualisatie Wanneer de eco-mode geactiveerd wordt met waarde 03, bepaalt het object profielomschakeling Standby of de regelaar in eco-mode of standby mode gaat 40

41 Profielen omschakelen in regelaarmodus Hotel Als via het bussysteem de mode Comfort- gekozen is, bepaalt de hotelkaartschakelaar of de aanwezigheidsmelder de keuze tussen Comfort en Comfort- Een raamcontact kan geïntegreerd worden de gebouwenbescherming te activeren 41

42 Profielen omschakelen in regelaarmodus Hotel Via de dwangsturing kan de regelaar in een bedrijfsmodus vastgezet worden. Wanneer hierbij de eco-mode geactiveerd wordt met waarde 03, bepaalt het dwangobject profielomschakeling Standby of de regelaar in eco-mode of standby mode vastgezet wordt 42

43 Profielen omschakelen in regelaarmodus Hotel Met bedienpunten (4) en (6) kan de bedrijfsmodus veranderd worden Met bedienpunt (4) wordt de nachtmode aan / uit gezet Met bedienpunt (6) wordt de standbymode aan / uit gezet Indien beide bedienpunten (5) en (6) UIT staan wordt er naar het aanwezigheidsobject gekeken: Aanwezigheid = Comfort Geen aanwezigheid = Comfort - 43

44 Profielen omschakelen in regelaarmodus Hotel Deze bedienpunten werken op de geforceerde sturing (dwang) en hebben hogere prioriteit dan de instelling via het bussysteem!! Pas als beide bedienpunten UIT staan en de regelaar in Comfort- staat, kan men via het bussysteem weer de bedrijfsmode veranderen OF Als een van de twee bedienpunten AAN staat, kan men de geforceerde positie via het bussysteem weer op «00» zetten. Vanaf nu kan de bedrijfsmode weer via het bussysteem aangepast worden via het normale KNX object. 44

45 Gevraagde temperatuur

46 Gevraagde temperatuur in regelaarmodus KNX Basis temperatuur + Comfort Gevraagde temperatuur Setpunt verschuiving +3K +2K Standby (-2K) Nacht (-4K) +1K +0K -1K -2K -3K Vorst / Hitte Bescherming 7 C / 45 C In de regelaarmodus KNX kan de setpuntverschuiving behouden blijven wanneer de bedrijfsmode veranderd wordt 46

47 Gevraagde temperatuur in regelaarmodus Hotel Basis temperatuur + Comfort Gevraagde temperatuur Setpunt verschuiving Comfort (-2K) Eco (-4K) Standby (-6K) 47 Gebouw bescherming 7 C / 45 C In de regelaarmodus Hotel blijft de setpuntverschuiving steeds behouden tussen Comfort en Comfort (Hotelkamer is in gebruik) Bij overschakelen naar Eco wordt de setpuntverschuiving op 0 gezet De modi Standby en Gebouwbescherming houden geen rekening met de setpuntverschuiving

48 Gevraagde temperatuur bij verwarmen 48

49 Gevraagde temperatuur bij koelen 49

50 Gevraagde temperatuur bij verwarmen & koelen 50

51 Gevraagde temperatuur aanpassen Regelaarmodus KNX Met bedienpunten 1 wordt de gevraagde temperatuur verhoogd of verlaagd. Afhankelijk van de instellingen blijft deze verhoging / verlaging wel of niet behouden bij het veranderen van de bedrijfsmode Regelaarmodus «Hotel» Bij het wisselen tussen comfort en comfort- blijft de verhoging/ verlaging behouden. De kamer is in gebruik, en dit is een instelling die de gebruiker gekozen heeft. Bij de overschakeling naar eco (4) wordt de verschuiving op 0 gezet, de gebruiker kan wel opnieuw verschuiven 51 Bij de overschakeling naar standby (6) wordt er geen rekening meer gehouden met de verschuiving. De gevraagde temperatuur wordt met een vaste waarde verlaagd.

52 Ventilatiesnelheid

53 Ventilatiesnelheid aanpassen Regelaarmodus KNX In de bedrijfsmode Comfort kan de gebruiker met bedienputen (2) de ventilatiesnelheid aanpassen, of met bedienpunt (5) overschakelen naar automatische werking In de bedrijfsmodi standby en nacht, is de ventilatiesnelheid in de parameters bepaald (UIT,1,2,3 of automatisch). De bedienpunten (2) en (5) hebben nu geen invloed meer. Regelaarmodus «Hotel» Enkel in Comfort heeft de gebruiker invloed op de snelheid In de modi Comfort-, Eco en standby wordt de instelling in de parameters gevolgd 53 Voor vorst / hitte bescherming wordt de ventilatiesnelheid altijd automatisch bepaald

54