Non-invasieve beademing op MC MC Congres 2018

Transcriptie

1 Non-invasieve beademing op MC MC Congres 2018 Ton Haans Verpleegkundig Specialist IC Ria Hanenberg MC Verpleegkundige

2 Inhoud workshop Inleiding Respiratie Respiratoire insufficiëntie NPPV Indicaties Contra-indicaties De V60 Aanpassen? Problemen? Oefenen

3 De Basis

4 ademvolume x frequentie = ademminuutvolume ademvolume dode ruimte = alveolaire volume alveolaire volume x frequentie = alveolaire ventilatie slagvolume x frequentie = hartminuutvolume x perifere weerstand = bloeddruk

5 Respiratoire insufficiëntie 1. Stoornis in de longfunctie die zich uit in een te lage arteriële zuurstofspanning PaO 2 en/of een te hoge arteriële koolzuur spanning PaCO 2 : Type: 1. Partiële respiratoire insufficiëntie: PaO 2 Laag, PaCO 2 normaal Type: 2. Totale respiratoire insufficiëntie: PaO 2 Laag, PaCO 2 hoog 2. Ventilatoire insufficiëntie die zich uit in een afname van het ademminuten volume (= ademteug volume x ademhalingsfrequentie) met een normale longfunctie. 5

6 Interpretatie bloedgassen Beknopt! Nooit overcompensatie! ph <7,35 acidose >7,45 alkalose pco2 > 6,0 respiratoir HCO3- < 21 metabool pco2 < 4,6 respiratoir HCO3- > 28 metabool HCO3- hoog: Metabole compensatie pco2 laag: Respiratoire compensatie HCO3- laag: Metabole compensatie pco2 hoog: Respiratoire compensatie 6

7 NPPV Noninvasive Positive Pressure Ventilation Overnemen en ondersteunen van de ademhaling NPPV is beademen via een neuskapje of een mond-neuskapje (dus zonder intubatie) NPPV bestaat reeds meer dan 40 jaar De laatste jaren is het materiaal sterk verbeterd Ook zijn er steeds meer beademingsapparaten die afgestemd zijn op de toepassing van NPPV Terughoudendheid in de toepassing van NPPV: gebrek aan ervaring opstarten vergt veel tijd van het verplegend personeel

8 Start NPPV 1. Acuut respiratoir falen door uiteenlopende oorzaken, o.a.: Hypercapnie bij chronische respiratoire insufficiëntie. Respiratoire insufficiëntie na vroege detubatie Postoperatieve respiratoire insufficiëntie Pneumonie Cardiaal long oedeem (astma cardiale) ARDS (lichte vorm) Afwijkingen van de thorax o.a. kyphoscoliose 2. Respiratoire insufficiëntie met als pathofysiologische kenmerken dyspneu en het gebruik van de hulpademhalingsspieren en/of paradoxaal ademhalen: ph <7.35 met een PaCO 2 >45 mmhg/6.0 kpa, PaCO 2 <9.0 Ademhalingsfrequentie >25-30 maal per minuut.

9 Contra-indicaties 1. Absolute contra-indicaties van NPPV: Apneu Niet coöperatieve patiënt, tenzij veroorzaakt door hypoxie en hypercapnie Aangezicht-. oesophagus- of maagchirurgie Trauma capitis Anatomische afwijkingen van de bovenste luchtwegen 2. Mogelijke contra-indicaties: Hemodynamisch instabiel (t.g.v. sepsis) en PH < 7.20 Coma/ verminderd bewustzijn Hoog aspiratie risico Onvoldoende hoestreflex Extreme onrust die niet berust op hypoxie Afwezigheid van slik- en hoestreflexen Overmatige sputumproductie Acute sinusitis of otitis media Aanhoudend heftig braken

10 Welke machine? ICU ventilator Home Care ventilator Maquet Servo i Respironics BiPAP Vision Philips V60

11 Welke maskers? Neus masker Mond-neus masker Gezichtsmaskers Helm

12 Philips Respironics V60

13 Philips V60 Er zijn 4 verschillende Non-Invasieve beademingsvormen mogelijk op de V60: CPAP = continu positieve luchtweg druk PVC = drukgecontroleerde beademing AVAPS = drukondersteuning voor gegarandeerd gemiddeld volume S/T mode = Spontane / gecontroleerde slagen Instellingen; IPAP ( inspiratoire druk) EPAP ( eind expiratoire druk) frequentie ( indien onder de minimale ingestelde freq. volgen verplichte slagen ) FiO2 ( voor transport wordt nog naar een oplossing gezocht voor voldoende O2 voorraad) I-tijd (inspiratietijd) Stijgtijd pramp ( staat eigenlijk altijd uit, is voor langzame opbouw van de druk)

14 Kleuren Touch Scherm Navigatie Ring Enter Knop Proximale druklijn Aan/Uit Knop Uitlaat poort gas Batterij Indicator LED Alarm Indicator LED luidsprekers alarm

15 V60 detailed pitch Boven = Relevante patiënt gegevens Midden = Ademhalingspatroon patiënt Onder = Instellingsknoppen

16 S/T mode Druk Respironics V60 S/T mode IPAP 10 PS 6 4 EPAP = PEEP PS Tijd

17 Selecteer patiënt voor NIV NIV Stroomschema Servo-i en V60 Is er sprake van een ACUUT respiratoir falen? JA Afwijkende bloedgasanalyse? JA Zijn er contra-indicaties voor NIV? Kenmerken: (1 of meer) Dyspnoe: AH > 24 Gebruik van hulpademhalingsspieren Paradoxaal ademhalen Niet coöperatief Apnoe s ph < 7.20 Syst. BP < 90 mm Hg Ernstige ritmestoornissen Luchtweg obstructie Onvoldoende hoestprikkel Start instellingen Meet een goed passend masker aan. NEE JA Ga verder op de volgende pagina (z.o.z.) 17 Start NIV mode Servo i (PS) PS 6 cm H 2 O/PEEP 4 cm H 2 O FiO % Insp. stijgtijd 0,20 sec. (IRT) Eind insp. Cyclus 50% (EIC) Start S/T mode V60 IPAP 10 = PS 6 cm H 2 O EPAP 4 cm H 2 O FiO % Back-up f 8 b/min Back-up Ti 1,00 sec Servo i: Gebruik het Performax of AF531 masker met blauw koppelstuk V60: Gebruik het Performax gezichtsmasker of het Track mond- neus masker met oranje koppelstuk Accepteer geen luchtlekkage bij de ogen NIV INTUBATIE

18 Ademhalingsondersteuning Oxygenatie Titreer de ademhalingondersteuning PS Aanpassen? en Titreer de zuurstof behoefte Inadequaat S p O 2? Bij gebruik van de hulpademhalingsspieren en inadequaat VT SpO 2 >92% Verlaag F i O 2 Optimaliseer ademhalingsfrequentie (20-30) Minimaliseer ademarbeid SpO 2 <92% Verhoog PEEP Optimaliseer de instellingen NEE Reageert de patiënt goed op de ingestelde NPPV therapie? monitor patiënt comfort en tolerantie monitor patiënt respiratoire parameters JA Ondanks optimalisering nog steeds sprake van respiratoir falen? NEE ga door met NPPV 18 JA intubeer patiënt Weaning PS afbouwen evt. CPAP en / of intermitterend los met 5 liter O 2 per neussonde JA Bloedgas na 1 uur acceptabel? Monitor masker comfort Stel alarmen kritisch in

19 Workshop Oefenen met V60

20 Vragen?