Memo. vragenlijst Het Excel-bestand. Voor de. voor het maken AH Amstelveen. Tel: Fax: www. deloitte.

Transcriptie

1 Memo Deloitte Consulting B.V. Laan van Kronenburg AS Amstelveen Postbus AH Amstelveen Nederland Tel: Fax: www. deloitte.nl Behandeld Barend door: Duits Datum: Aan: Contactpersonen / Invullers onderzoek FUMO Onderwerp: Invulinstructie vragenlijst Doorrekenen modellen Introductie Voor de vragenlijst Doorrekenen modellen heeft u naast deze nvulinstructie nog tweee bestanden ontvangen, namelijk een Excel-bestand en een Pdf-bestand. Het Excel-bestand is het feitelijke invulformulier. Met het Pdf-bestand kunt u de totale lay-out zien van de vragenlijst, daarnaast is deze indien gewenst gemakkelijker te printen. Het Excel-bestand bestaat uit 4 werkbladen: 1. Algemene informatie 2. Werkvraag Milieu 3. Werkvraag Overig Wabo 4. Uitgaven Per werkblad wordt hieronder een toelichting gegeven met informatie t.a.v.. degene die naar verwachting betrokken is bij het invullen van de vragenlijst en de gegevens die benodigd zijn voor het invullen. Daarnaast wordt, indienn relevant, een toelichting gegeven bij de vragen. Dit alles met als doel om het invulproces zo duidelijk en eenduidig mogelijk te maken. Bij dezee invulinstructie zitten tevens drie bijlagen: - Bijlage Toelichting categorieën - Bijlage Basistakenpakket - Bijlage Omschrijving deskundighedenn Hierin is aanvullende/verdiepende informatie opgenomen die u kunt aanwenden bij het invullen van het vragenformulier. Mocht u vragen hebben, dan kunt u contact opnemenn met Barend Duits (Deloitte): / Veel succes met het invullen van de vragenlijst. Deloitte Consulting B.V. is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdamm onder nummer Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited

2 2 1. Algemene informatie Invuller: eindverantwoordelijke voor het invullen van de vragenlijst Gegevens benodigdd voor dit werkblad: geen specifieke gegevens nodig Het werkblad opent met de algemene vraag wie aanspreekpunt is voor de vragenlijst als geheel en contactgegevens (de centrale contactpersoon van de gemeente zal in veel gevallen niet geheel gelijk zijn met de invullers van de vragenlijst). Daarnaast staat een legenda met de volgende invulaanwijzing: De lichtblauw gekleurde cellen dienenn sowieso te worden ingevuld. De wit gekleurde cellen zijn facultatief in te vullen. Dit betreft een hulpmiddel voor het transparant en eenduidig invullen van de vragen over werkvraag en tekstblokken voor opmerkingen. De grijs gekleurde cellen zijn niet in te vullen velden. Dit geldt voor velden met formules en velden die niet van toepassing/relevant zijn. Dezee cellen zijn overigens ook geblokt. Het tweede tekstblok betreft de vraag of uw opmerkingen vragen/opmerkingen heeft bij het Basistakenpakket. De laatste versie van het Basistakenpakket is opgenomenn in Bijlage 2 van de invulinstructie. Dit tekstblok alleen invullen, indien u vindt dat er bepaaldee inrichtingen onterecht in het Basistakenpakket staan. Hoewel het basistakenpakket het minimum is, heeft deze vraag als doel om te inventariseren over welke onderdeel discussie is in Fryslân. De Regiegroep kan deze informatie gebruiken voor overleggen die landelijk worden gevoerd of meenemen in de Friese optie. Het derde tekstblokk betreft de vraag of uw organisatie overweegt om taken en activiteiten vrijwillig in de FUMO onder te brengen bovenop het Basistakenpakket of aanvullend aan het volledige Wabo-pakket. Dit zou onder meer kunnen zijn taken die uw organisatie nu heeft ondergebracht bijvoorbeeld bij de Milieuadviesdienst of een servicebureau. In de tabel staan reeds een aantal taken/activiteiten genoemd. Indien u nog aan andere taken/activiteitenn denkt, dan deze hier graagg invullen. Het doel van deze vraag is om in beeld te brengen welke taken/activiteiten vrijwillig bij de FUMO ondergebracht zouden kunnen worden. FTE = uur In de tabel over de vrijwillige taken/activiteiten wordt uitgegaan van een FTE = uur. Dit geldt ook voor de gehelee vragenlijst. Hiermee wordt 1-op-1 aangesloten bij de zelfevaluatietool voor de kwaliteitscriteria die binnenkort beschikbaar komt. Voor de zelfevaluatietool is nl. de volgende FTE afspraak gemaakt: 52 x 36 x 0,7 = uur. Aan het einde van het werkblad is ruimte voor (algemene) opmerkingen / vragen over de vragenlijst.

3 3 2. Werkvraag Milieu Invuller: afdelingshoofd of coördinator Milieu, ervaren medewerker van de organisatie. Gegevens benodigdd voor dit werkblad: - Overzicht aantal inrichtingen - Overzicht inrichtingen met categorisering - Indien beschikbaar, eigen normtijden voor de uitvoering van VTH Het doel van deze vragen is om inzage te verkrijgen in de capaciteitsbehoefte voor verschillende modelvarianten van de FUMO. Uitgangspunt van deze vragen is om aan te sluiten bij de Zelfevaluatietool kwaliteitscriteria die binnenkort beschikbaar komt. Voor het Doorrekenen n Modellen zijn enige extra verdiepende gegevens nodig, maar door 1-op-1 aan te sluiten, kunt u de gegevens die u in deze vragenlijst invult, straks ook zonder veel extra inspanning gebruiken voor de Zelfevaluatietool Bij opening van het werkblad ziet u rechts een hele reeks aan deskundigheden. Deze deskundigheden komen uit de Eindrapportage ontwikkeling kwaliteitscriteria transitieprogrammaa ( In deel B van deze eindrapportage zijn alle deskundigheden uitgewerkt. In Bijlage 3 van deze Invulinstructie zijn de deskundigheden beknopt weergegeven. Stap 1 Voordat u de vragen invult, is het handig om eerst voor u zelf na te gaan hoeveel beschikbare FTE uw organisatie heeft voor het uitvoeren van de inrichting gerelateerdee Milieutaken. Dit kan helpen om te bepalen of u volledig bent in de toedeling. Hoeveel FTE Milieu heeft uw organisatie in totaal Uitgaande van FTE uur, bedraagt het jaarlijks te besteden uren Stap 2 Links staat de uitvraag van het aantal type inrichtingen waar uw organisatie bevoegd gezag van is. Aanbevolen wordt om dit eerst in te vullen. Voor een nadere beschrijving van de verschillende categorieën verwijzen wij u naar Bijlage 1 van de Invulinstructie. In Bijlage 1 is voor de mogelijke gevolgen van het Activiteiten- en Landbouwbesluit een handreiking gegeven ten aanzien van om hoeveel inrichtingen het gaat. Voor wat betreft de BRZO/IPPC inrichtingen is vanwege de bijzondere situatie het verzoek om de namen van de bedrijven in de vragenlijst in te vullen, om zo een volledig overzicht te verkrijgen. Het aantal in te vullen bedrijven is uit te breiden tot 70. Hiertoe kunt u op het plusje drukken, uiterst links.

4 4 Stap 3 Vervolgens kunt u per deskundigheid aangeven of de deskundigheid van toepassing is en hoe deze is georganiseerd. Hiervoor zijn drie opties: X = Eigen dienst. Dit betekent 100% binnen uw eigen organisatie (aangesteld door het bestuur van uw organisatie). Y = Uitbesteed binnen overheid, RUD, MAD. Dit betekent (gedeeltelijk k) belegd bij een gemeenschappelijke regeling (bijvoorbeeld een milieudienst), (gedeeltelijk) belegd bij personen in de vorm van detachering (waarbij uw eigen organisatie zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden), (gedeeltelijk) belegd bij een andere overheid waarmee uw organisatie een structureel samenwerkingsverband heeft. Z = Uitbesteed buiten overheid. Veel deskundigheden zullen waarschijnlijk zowel X, Y als Z zijn. Bij de keuze tussen de opties, moet u voor u zelf nagaan wat de meest dominante wijze van organisatie is. Stap 4 Onder de deskundigheden en naast de opgegeven aantallen inrichtingen ziet u een helee reeks legee cellen. Hierboven staat Inzet in uren op jaarbasis. Het betreft de totale tijd voor de deskundigheid per categorie. Hulpmiddell om de uren per deskundigheid te verdelen over de verschillende typen inrichtingen en daarmee te verdelen over Basistaken. Met dit Hulpmiddel kunt u de inzet per deskundigheid toedelen naar de verschillende inrichtingen. Afhankelijk van het aantal deskundigheden dat van toepassing is, zijn dit behoorlijk wat velden om in te vullen. Voor een zo volledig mogelijk beeld, is het wel aanbevelenswaardig om dit te hanteren. U kunt ook de totale ureninzet per deskundigheid schatten, zie Stap 6. Aanbevolen wordt om hiervoor een kengetal te nemen t.a.v. de gemiddelde e inzet per inrichting en dit te vermenigvuldigen met het aantal. Op die manier heeft u een referentie voor het aantal te verdelen uren. Het invullen van het Hulpmiddel is niet verplicht, maar levert u wel een volledig inzicht op in de totale inzet per deskundigheid. Daarnaast kan automatisch worden bepaald wat de inzet is voor de inrichtingen die onder het Basistakenpakket vallen of de komende jaren voor vereenvoudigingg vergunningverlening in aanmerking komen. Stap 5 Indien u de uren heeft verdeeldd met het Hulpmiddel, is alleen nog de vraag om onder de tabel in te vullen om hoeveel medewerkers het per deskundigheid gaat. Deze gegevens zullen u namelijk ook worden gevraagd in de Zelfevaluatietool. Voor de rest zult u zien dat de sommatiess voor de inzet volledig zijn weergegeven. Daarnaast is ook de inzet voor 2013 weergegeven. Deze verwachte inzet kunt u nog verrijken met de mogelijke toename aan inzet in toezicht.

5 5 Stap 6 Indien u GEEN gebruik heeft gemaakt van het Hulpmiddel, dient u de totale inzet per deskundigheid te schatten. Dit geldt zowel voor de huidige inzet als voor Onder de tabel Schatting 2013 staat als referentie de mogelijke verdeling van het aantal inrichtingen over de verschillende categorieën. Stap 7 Vergelijking met normgetallen. Onderaan het werkblad is een tabel opgenomen waarin de werkvraag is berekend op basis van kengetallen voor de uitvoering van Vergunningverlening en Toezicht & Handhaving. Deze kengetallen (in donkerblauw gearceerd) zijn ontleend aan de maatlat kwaliteit van Berenschot. De genoemde aantallen inrichtingen zijn hierin vermenigvuldigdd met de frequentie waarin het te leveren product op jaarbasis dient te worden uitgevoerd en de benodigde tijdsbesteding. Dit levert opgeteld de jaarlijkse benodigde werkvraag op (FTE) volgens de normgetallen. Deze uitkomst kan verschillen met de feitelijkee inzet. Vraag is om aan te geven waardoor volgens u het verschil wordt veroorzaakt. Aan het einde van het werkblad is ruimte voor (algemene) opmerkingen / vragen over de uitvraag van gegevens t.a.v. Werkvraag en inzet Milieu.

6 6 3. Werkvraag Overig Wabo Invuller: afdelingshoofd of coördinator Bouwen/RO, ervaren medewerker van de organisatie. Gegevens benodigdd voor dit werkblad: - Overzicht jaarlijks aantal aanvragen Wabotaken (Bouwen, RO, APV, overig) - Indien beschikbaar, eigen normtijden voor de uitvoering van VTH Het doel van deze vragen is om inzage te verkrijgen in de capaciteitsbehoefte voor de niet- ( In deel B van deze eindrapportage zijn inrichting gebondenn milieutaken en de overige Wabo-taken. Op deze manier kunnen doorrekeningen worden gemaakt voor verschillende modelvarianten van de FUMO. Bij opening van het werkblad ziet u rechts een hele reeks aan deskundigheden. Deze deskundigheden komen uit de Eindrapportage ontwikkeling kwaliteitscriteria transitieprogrammaa alle deskundigheden uitgewerkt. In Bijlage 3 van deze Invulinstructie zijn de deskundigheden beknopt weergegeven. Stap 1 Voordat u de vragen invult, is het handig om eerst voor u zelf na te gaan hoeveel beschikbare FTE uw organisatie heeft voor het uitvoeren van de Overige Wabo-taken. Dit kan helpen om te bepalen of u volledig bent in de toedeling. Hoeveel FTE Overig Wabo heeft uw organisatie in totaal Uitgaande van FTE uur, bedraagt het jaarlijks te besteden uren Stap 2 Links staat de uitvraag van het aantal aanvragen per vergunning/activiteit. Graag hier het totaal aantal aangevraagde en verleende omgevingsvergunning gerelateerde vergunningen invullen voor de genoemde jaren. Indien het niet voorkomt, dan n.v.t. Allereerst wordt gevraagd om de gegevens voor het jaar Daarnaast is kolom met "schatting 2011" opgenomen. In deze kolom is in eerste instantie de aantallen van 2010 overgenomen. Vervolgens kunnenn die worden overschreven. Aangezien als gevolg door de economische crisis er schommelingen kunnen zijn in het aantal, is het verzoek om hier het naar uw mening beter representatieve aantal weer te geven. Situatie vanaf 1 oktober 2010 Uitgangspunt voor de uitvraag van de gegevens is de meest recente situatie, de periode na 1 oktober 2010 (invoering Wabo). Er is voor een aantal inrichtingen dan sprake van overdracht van bevoegd gezag en daarmee ook voor de Overige Wabo aanvragen van deze inrichtingen. Aangenomen wordt dat echter dat de partij die de aanvragen behandelt (en blijft behandelen) het beste in staat is om de aantallen in te schatten. Dit betekentt dat bijvoorbeeld voor bouwvergunningen e.d. de nschatting wordt geleverd door gemeenten en niet de provincie.

7 7 Naast 2011, staat 2013 (gelinkt met 2011, maar kan eveneens worden overschreven). Als gevolg van het onder meer het Bouwbesluit wijzigt het aantal vergunningen. Daarnaast zal het toezicht wijzigen als gevolgg van adviezen commissie Dekker (meer verantwoordelijkheid private partijen bij kwaliteitsborging). Vraag is, wat is uw verwachting van het aantal producten/activiteiten na implementatie van deze wet- en regelgeving. De kolom daarnaast vraagt om een schatting van de mate waarin de aanvragen vallen onder het Basistakenpakket. Stap 3 Vervolgens kunt u per deskundigheid aangeven of de deskundigheid van toepassing is en hoe deze is georganiseerd. Hiervoor zijn drie opties: X = Eigen dienst. Dit betekent 100% binnen uw eigen organisatie (aangesteld door het bestuur van uw organisatie). Y = Uitbesteed binnen overheid, RUD, MAD. Dit betekent (gedeeltelijk k) belegd bij een gemeenschappelijke regeling (bijvoorbeeld een milieudienst), (gedeeltelijk) belegd bij personen in de vorm van detachering (waarbij uw eigen organisatie zelf verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden), (gedeeltelijk) belegd bij een andere overheid waarmee uw organisatie een structureel samenwerkingsverband heeft. Z = Uitbesteed buiten overheid. Veel deskundigheden zullen waarschijnlijk zowel X, Y als Z zijn. Bij de keuze tussen de opties, moet u voor u zelf nagaan wat de meest dominante wijze van organisatie is. Stap 4 Onder de deskundigheden en naast de opgegeven aantallen activiteiten ziet u een hele reeks lege cellen. Dit is een Hulpmiddel om de inzet per deskundigheid toe te delen naar de verschillende activiteiten. Afhankelijk van het aantal deskundigheden dat van toepassing is, zijn dit behoorlijk wat velden om in te vullen. Voor een zo volledig mogelijk beeld, is het wel aanbevelenswaardig om dit Hulpmiddell te hanteren. U kunt ook de totale ureninzet per deskundigheid schatten, zie Stap 6. Aanbevolen wordt om hiervoor een kengetal te nemen t.a.v. de gemiddelde e inzet per vergunning/activiteit en dit te vermenigvuldigen met het aantal. Op die manier heeft u een referentie voor het aantal te verdelen uren. Het invullen van het Hulpmiddel is niet verplicht, maar levert u wel een volledig inzicht op in de totale inzet per deskundigheid. Daarnaast kan automatisch worden bepaald wat naar schatting - de inzet is die onder het Basistakenpakket vallen. Stap 5 Indien u de ureninzet heeft verdeeld met het Hulpmiddel, is alleen nog de vraag om onder de tabel in te vullen om hoeveel medewerkers het per deskundigheid gaat. Deze gegevens zullen u namelijk ook worden gevraagd in de Zelfevaluatietool. Voor de rest zult u zien dat de sommatiess voor de inzet volledig zijn weergegeven.

8 8 Stap 6 Indien u GEEN gebruik heeft gemaakt van het Hulpmiddel, dient u de totale inzet per deskundigheid te schatten. Dit geldt zowel voor de huidige inzet als voor Stap 7 Vergelijking met kengetallen. Onderaan het werkblad is een tabel opgenomen waarin de werkvraag is berekend op basis van kengetallen voor de uitvoering van Vergunningverlening en Toezicht & Handhaving. Met het gemiddeld aantal aanvragen is de raming voor de werkvraag uitgevoerd en niet met schatting Aanname is dat de huidige capaciteit zoals die de huidige situatie is opgegeven meer aansluit bij de afgelopen periode, en nog niet is afgestemd op De kengetallen zijn ontleend aan verschillende onderzoekenn naar lasten/kosten van (vergunning)processen en de inventarisaties van taken. Het zijn geen landelijk vastgestelde kentgetallen/ /normcijfers. Dit levert opgeteld de jaarlijkse benodigde werkvraag op (FTE) volgens de normgetallen. Deze uitkomst kan verschillen met de feitelijkee inzet. Vraag is om aan te geven waardoor volgens u het verschil wordt veroorzaakt. Aan het einde van het werkblad is ruimte voor (algemene) opmerkingen / vragen over de uitvraag van gegevens t.a.v. Werkvraag en inzet Overig Wabo.

9 9 4. Uitgaven Invuller: eindverantwoordelijke voor het invullen van de vragenlijst, financieel specialist van de organisatie of afdeling. Gegevens benodigdd voor dit werkblad: afdelingsbegroting of jaarrekening. In ieder geval de financiële cijfers die het meest representatieve beeld geven van de uitgaven Wabo/Milieu. Doel van deze vragen is om voor elke organisatie de huidige uitgaven te achterhalen volgens een gestandaardiseerdee indeling. Zo is het mogelijk om de kosten en baten van verschillende modelvarianten te ramen. De eerste twee tabellen bevatten een opsplitsing naar 9 kostensoorten. In de tabel is aangegeven wat onder elke kostensoort wordt verstaan. De IT kosten worden niet uitgevraagd in dit overzicht, maar in het deelonderzoek Productie applicatie FUMO. Het verzoek is om de totale jaarlijkse uitgaven voor uw organisatie invullen. Referentiejaren zijn 2009 (jaarrekening) en 2010 (begroting). Naast de jaarrekening/ /begroting zou ook een exploitatieoverzicht als bron kunnen worden gebruikt. Het gaat om de financiële gegevens die een zo representatief mogelijk beeld geven van de uitgaven. Voor het Doorrekenen modellen worden in principe de uitgaven 2010 gehanteerd wordt gevraagd om ontwikkeling uitgaven in beeld te krijgen. Het betreft de totale uitgaven voor de Wabo, waarbij verzocht wordt om aan te geven welk deel daarvan betrekking heeft op de uitvoering van milieutaken. Voor de toedeling naar Milieu kan eventueel worden volstaan met een percentage. Onder de twee tabellen staan twee tekstblokken, die facultatief kunnen worden ingevuld: Het eerste tekstblok biedt ruimte voor opmerkingen t.a.v. de representativiteit van de uitgavenniveaus van 2009 en 2010 en eventueel niet goed toe te delen eigen kostenposten. Wellicht is naar uw mening sprake van desinvesteringen. Indien dit het geval is, kan dat in het tweede tekstblok worden aangegeven. Onder de tekstblokken wordt de mogelijkheid geboden van een optionele berekeningsw wijze (facultatief). Wellicht vindt u het lastig om de totale omvang van de kostensoorten aan te geven. Aangezien u in de werkbladen over Inzet Milieu en Overig Wabo al gegevens heeft aangeleverd over het aantal FTE, zouden wij een schatting van de totale uitgaven kunnen maken op basis van de totale personele kosten inclusief overhead. Hiermee wordt bedoeld de loonkosten plus overhead. Het betreft de gemiddelde personele kosten, dus zowel voor uitvoerders, directe ondersteuning als specialisten. Vervolgens kunt u deze kosten verdelen, in een percentage, over de onderscheiden kostensoorten. Aan het einde van het werkblad is ruimte voor (algemene) opmerkingen / vragen over de uitvraag van gegevens t.a.v. Uitgaven organisatie.

10 10 Bijlage 1: Toelichting categorieindeling milieu-inrichtingen A. Niet meldingsplichtig Het betreft hier alle inrichtingen die worden gereguleerd op basis van algemene regels en hun activiteiten kunnenn uitoefenenn zonder hiervoor een melding of vergunningaanvraag te hoeven doen. Deze inrichtingen vallen buiten het Basistakenpakket. B. Meldingsplichtig Het betreft hier alle inrichtingen die worden gereguleerd op basis van algemene regels, maar die voor aanvang van de activiteiten een melding dienenn te doen. Een deel van deze inrichtingen valt buiten het Basistakenpakket. B. Meldingsplichtig, in Basistakenpakket Het betreft hier alle inrichtingen die worden gereguleerd op basis van algemene regels, maar die voor aanvang van de activiteiten een melding dienenn te doen. In het Basistakenpakket is een lijst met type inrichtingen opgenomen die meldingsplichtig zijn, maar wel onder het basistakenpakket vallen (zie Bijlage 2: Basistakenpakket). Dit betreft alleen het milieutoezicht. C. Op onderdelenn vergunningplichtig Het betreft hier alle inrichtingen die voor het uitvoeren van hun activiteiten over een milieuvergunning dienen te beschikken, met uitzondering van inrichtingen die onder de IPPC vallen. Deze inrichtingen vallen binnen het Basistakenpakket. Waarvan 2e tranche 2e fase "In de tweede tranche van de tweede fase wordt per 1 januari 2011 met name een aantal activiteiten met afvalstoffen onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit gebracht. Het gaat om de volgende activiteiten: rioolwaterzuiveringsinstallaties; autodemontage; kunststof- en metaalrecycling; opslag van autobanden; bewerking van groenafval; milieustraten, kca depots en gemeentewerven; handel in tweedehands en antieke bouwmaterialen; bunkerstations voor de binnenvaart; kunststofverwerking (extrusie, spuitgieten)." Bovenstaand citaatt komt uit het rapport Aantallen vergunningplichtige inrichtingen 2010 (SPPS Consultants). Op basis van hetzelfde rapport zou kunnenn worden aangenomen dat dit circa 11% (1/9,5; zie p.3) van het totaal aantal inrichtingen C-categorie betreft.

11 11 Waarvan 3e tranche 2e fase "In de derde tranche van de tweede fase wordt een aantal meer complexe bedrijfstakken onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit gebracht. Het gaat om: textielindustrie (mechanische verwerking van textiel bij grote bedrijven); rubber- en kunststofindustrie (uitgezonderd het vervaardigen van kunststof en het schuimen); voedingsmiddelenindustrie (diverse industriële activiteiten, uitgezonderdd slachterijen en diervoederindustrie); scheepswerven; schietinrichtingenn (schietbanen en paintball); betonindustrie (betonmortel- en betonproductenindustrie); metaalindustrie ( fabricage van buizen, ketels en vaten, draadtrekkerijen, walserijen, automobielproductie en gieterijen); zorginstellingen (academische, algemene, categorale en psychiatrische ziekenhuizen); spoorweginrichtingen (emplacementen en inrichtingen voor onderhoud spoorvoertuigen). De derde tranche treedt naar verwachting op 1 juli 2012 in werking." Bovenstaand citaatt komt uit het rapport Aantallen vergunningplichtige inrichtingen 2010 (SPPS Consultants). Op basis van hetzelfde rapport zou kunnenn worden aangenomen dat dit circa 6% (0,6/9,5; zie p.3) van het totaal aantal inrichtingen C-categorie betreft. Waarvan samenvoeging agrarische activiteiten "Het Besluit landbouw en het Besluit glastuinbouw zullen worden samengevoegd met het Activiteitenbesluit. Tegelijkertijd zal een deel van de intensievee veehouderijen onder de werkingssfeer van de algemene regels worden gebracht. Het voornemen is om alle intensieve veehouderijen onder het Activiteitenbesluit te laten vallen, met uitzonderin ng van de inrichtingen die vallen onder de werkingssfeer van de IPPC-richtijn en de inrichtingen waarvoor MER-plicht geldt. Het bepalen van het effect van dezee ontwikkelingen zal een schatting zijn. Bovenstaand citaatt komt uit het rapport Aantallen vergunningplichtige inrichtingen 2010 (SPPS Consultants). Op basis van hetzelfde rapport zou kunnenn worden aangenomen dat dit circa 21% (2/9,5; zie p.3) van het totaal aantal inrichtingen C-categorie betreft. D. Volledig vergunningplichtig (BRZO en IPPC bedrijven) Het betreft alle inrichtingen die op basis van de Europese IPPC richtlijn dienen te beschikken over een IPPC-conforme milieuvergunning om hun activiteiten te mogen uitvoeren. Daarnaast de BRZO inrichtingen. Deze inrichtingen vallen binnenn het Basistakenpakket.

12 12 Bijlage 2: Basistakenpakket Basistaken Regionale uitvoeringsdiensten (RUD's) lijst 1 juli versiee 2.2 Vergunningverlening provinciale inrichtingen De voorbereiding van de omgevingsvergunningverlening (na inwerkingtreding van de Wabo) voor activiteiten waarvoorr GS momenteel 1 bevoegd is om milieuvergunningen te verlenen op grond van de Wet milieubeheer en het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet milieubeheer (betreft omgevingsvergunningen in hun geheel). - In de provinsje Fryslân gaat het om circa 250 inrichtingen Vergunningverlening projecten van provinciaal belang De voorbereiding van de omgevingsvergunningverlening door GS voor de verwezenlijking van een project van provinciaal belang, waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder ten derde, van de Wabo, van het bestemmingsplan wordt afgeweken (betreft omgevingsvergunningen in hun geheel). - In te schatten o.b.v. gegevens van mate waarin vóór 1 oktober 2010 bij BRIKS-vergunningen dit van toepassing was. Vergunningverlening alle (milieu)inrichtingen De voorbereiding van de omgevingsvergunningverlening voor het oprichten en in werking hebben van inrichtingen die onder het bevoegd gezag van B&W vallen, of in de toekomst komen te vallen (betreft hier alleen het milieudeel van deze omgevingsvergunningen). - Alle Type C inrichtingen binnen het werkgebied Milieutoezicht omgevingsvergunningplichtige activiteiten Het milieutoezicht op de volgende omgevingsvergunningplichtige activiteiten: sloopwerkzaamheden in opdracht van bedrijven of nstellingen, - Aantallen verleende sloopvergunningen aan bedrijven het oprichten en in werking hebben van een omgevingsvergunningplichtige inrichting waarvoor B&W of GS 2 het bevoegd gezag is. Dit betreft in totaal circa inrichtingen, iets meer dan 10% van het totaal aantal inrichtingen - Alle Type C inrichtingen + IPPC activiteiten waarvoor krachtens provinciale verordening een vergunning is vereist - Grondwateronttrekking vergunningen activiteiten die op 1 januari 2009 aanlegvergunningplichtig zijn op grond van de Wro - Aantallen aanlegvergunningen per gemeente 1 d.w.z. op 16 juni 2009, de datum van de geconsolideerde versie van de package deal. 2 Indien GS het bevoegd gezag is gaat het niet alleen om het milieutoezicht maar om het toezicht op de gehele omgevingsvergunning.

13 13 activiteiten met stoffen, preparaten en GGO s die onder een AMvB op grond van titel 9.2 Wet milieubeheer vallen of producten en toestellen die onder de Wet geluidhinder, de Wet inzake de luchtverontreiniging, titel 9.4 Wet milieubeheer of titel 10.3 Wet milieubeheer vallen en die worden uitgevoerd door de houder van een omgevingsvergunning. - die bedrijven waar VROM-Inspectie bevoegd gezag over is Milieutoezicht meldingsplichtige activiteiten (milieu)inrichtingen Het milieutoezicht op niet-omgevingsvergunningplichtige inrichtingen die vallen onder de meldingsplicht van het Activiteitenbesluit of onder het Besluit landbouw, het Besluit glastuinbouw of het Vuurwerkbesluit inrichtingen en die deel uitmaken van een hierna genoemde branche of een hierna genoemde activiteit uitvoeren: - Betreft Type B bedrijven glastuinbouw en open teelt veehouderijen 3 met uitzondering van melkrundveehouderijen champignonkwekerijen loonwerkers metaal- en elektrotechnische industrie scheepswerven 4 afvalsector (opslag en be- en verwerking, inclusief autodemontage) 5 industriële vervaardiging van voedingsmiddelen groothandel in voedingsmiddelenn koel- en vrieshuizen veilingenn van landbouw-, tuinbouw- en visserijproducten textielindustrie 6 kunststofindustrie (verwerking thermoplasten) 7 schietbanen 8 ijsbanen n en skihellingen betonmortelindustriee en betonproductenindustrie, waaronder de vervaardiging van cement, gips en kalk 9 windturbines warmtekracht- installaties vervaardigen papier en kartonwaren crematoria grafische industrie textielreinigingsbedrijven timmerfabrieken waar coaten plaats vindt 3 Indien de vergunningplicht komt te vervallen in de tweede en derde tranche van de Tweede fase van de modernisering van de algemene regels, zie TK , nr Zie noot 3. 5 Zie noot 3. 6 Zie noot 3. 7 Zie noot 3. 8 Zie noot 3. 9 Zie noot 3.

14 14 chemische behandeling van natuursteen opslag vuurwerk rioolwaterzuiveringsinstallaties 10 bodemsaneringen laboratoria bunkerstations 11 foto-ontwikkelcentrales havensector (niet-academische) ziekenhuizenn Niet-vergunningplichtige inrichtingen, anders dan hierboven genoemd blijven onder het milieutoezicht van gemeenten. Overigee werkzaamheden milieutoezicht Het milieutoezicht bij de opsporing en winning van natuurlijke hulpbronnen, voor zover het die activiteiten betreft. Het milieutoezicht bij het tot stand brengen en beheren van werken en infrastructurele voorzieningen door bedrijven of instellingen, voor zover het die activiteiten betreft. Het milieutoezicht bij bedrijfsmatige activiteiten die vallen onder het Besluit bodemkwaliteit, voor zover het die activiteiten betreft. Het milieutoezicht bij bodemsanering, sanering van bedrijfsterreinen en lozing van grondwater bij bodemsanering en proefbronnering, voor zover het die activiteiten betreft. Het milieutoezicht bij bedrijfsmatige activiteiten 12 met betrekking tott gevaarlijke afvalstoffen, bedrijfsafvalstoffen en ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen, asbest, vuurwerk, bouwstoffen, grond, baggerspecie, meststoffen, dierlijke vetten, radioactief schroot, destructiemateriaal, explosieven voor civiel gebruik of andere gevaarlijk stoffen, voor zover het die activiteiten betreft. Het gaat hierbij om het ketengerichte milieutoezicht. Defensie-inrichtingen en mijnbouwwerken Op activiteiten binnen een Defensie-inrichting waarvoor de minister van VROM het bevoegd gezag betreffende de omgevingsvergunning is, of in een mijnbouwinrichting of mijnbouwwerk waarvoor de minister van Economische zaken het bevoegd gezag is, vindt toezichtt plaats door de betrokken Rijksinspectie. 10 Zie noot Zie noot Waaronder afvalmakelaardij en activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer

15 15 Bijlage 3: Omschrijving deskundigheden Deze bijlage bevat een beknopte omschrijving van de Deskundigheden uit de Eindrapportage ontwikkeling kwaliteitscriteria transitieprogramma; Deel B, versie 2.0. De omschrijving van de activiteiten uit de eindrapportage is overgenomen, met als doel om alle organisaties op dezelfde wijze te deskundigheden te laten interpreteren. Casemanagen eenvoudig Uitvoeren regie bij eenvoudige omgevingsvergunningen (verlenen, wijzigen, intrekken en weigeren). Regie bestaat uit: 1. Uitvoeren toets op volledigheid 2. Organiseren / begeleiden van overleg met de aanvrager (vooroverleg) 3. Bewaken proces, integraliteit en voortgang van de aanvraag 4. Inschakelen van vakdisciplines en wanneer nodig externe partijen (coördineren inhoudelijke volledigheid) 5. Het uitzetten van adviesaanvragenn aan de wettelijke adviseurs 6. Besluit (laten) samenstellen en coördineren" Casemanagen complex Uitvoeren regie bij complexe omgevingsvergunningaanvragen (verlenen, wijzigen, intrekken en weigeren). Regie bestaat uit: 1. Uitvoeren toets op volledigheid 2. Organiseren / begeleiden van overleg met de aanvrager (vooroverleg) 3. Bewaken proces, integraliteit en voortgang van de aanvraag 4. Inschakelen van vakdisciplines en wanneer nodig externe partijen (coördineren inhoudelijke volledigheid) 5. Het uitzetten van adviesaanvragenn aan de wettelijke adviseurs 6. Besluit (laten) samenstellen en coördineren" Vergunningverlening bouwen en RO (ruimtelijke ordening) 1. Verlenen omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk a) Inhoudelijk input leveren voor vooroverleg, overleg adviseurs en beoordelen zienswijzen en bezwaren b) Controleren van de volledigheid, juistheid van de inhoud (inclusief berekeningen en rapportages) van aanvragen in relatie tot de indieningsvereisten. c) Toetsen van bouwaanvragen aan bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan en/of voorbereidingsbesluit (Idem blad 2 voor uitwerking bijbehorende kritieke massa) d) Toetsen van bouwaanvragen aan bouwbesluit en bouwverordening e) Opstellen conceptvergunning en bepalen voorwaarden op basis van (eventuele) bijdragen jurist en specialisten f) Indien van toepassing: verlenen van ontheffing of het toepassen van de gelijkwaardigheidbepaling van het Bouwbesluit / bouwregelgeving. g) Beoordelen en afwegen legalisatiemogelijkheden bij afwijking van de vergunning 2. Het verlenen van een tijdelijke, binnenplanse of buitenplansee ontheffing voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit (in verband met het afwijkingsbesluit). a) Beoordelen aanvraag b) Opstellen conceptbesluit op basiss van integralee afweging van (eventuele) bijdragen van jurist en specialisten c) Inhoudelijk input leveren voor vooroverleg, overleg adviseurs en beoordelen zienswijzen en bezwaren

16 16 3. Het verlenen van een vergunning voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van bouwwerken in relatie tot artikel 2f, g, h van de Wabo a) Beoordelen eventuele monumentale status, situatie beschermd stads,- en dorpsgezicht en andere geldende kaders b) Beoordelen wanneer specialisten (slopen, monumenten e.a.) moeten worden ingeschakeld) c) Opstellen conceptbesluit op basis van integralee afweging van (eventuele) bijdragen van jurist en specialisten (o.a. Sloop en Asbest en Monumentenzorg) d) Inhoudelijk input leveren voor vooroverleg, overleg adviseurs en beoordelen zienswijzen en bezwaren" Vergunningverlening milieu Het toetsen van de ontvankelijkheid van het milieudeel van een aanvraag. Het adviseren over en/of opstellen van besluiten in relatie tot het verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken van het milieudeel van een omgevingsvergunning voor het oprichten, veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een inrichting. Het afhandelen van meldingen in het kader van het activiteitenbesluit, inclusief het beoordelen van gekwantificeerde doelvoorschriften, erkende maatregelen, verplichtee maatregelen en/of het beoordelen van een gelijkwaardige voorziening op basis van representatieve meetgegevens, onderbouwde berekeningen of een risicoanalyse. Tijdig signaleren welke milieuspecialisten en/of juristen moeten worden ingeschakeld en hun bijdragen op relevantie, toepasbaarheid en benodigde diepgang te beoordelen. De mogelijkheid om inhoudelijk te controleren op juistheid en volledigheid dient te zijn geborgd binnenn het betreffende specialisme). De deskundigheid vergunningverlening milieu mag ook ingezet worden voor de activiteiten behorende bij de deskundigheidsgebieden casemanagen (eenvoudig en complex). In dat geval vervallen de specifieke eisen die worden gesteld aan casemanagen." Toezicht en handhaven bouwen 1. Uitvoeren toezicht aan de hand van vergunningstekeningen en voorwaarden: a) Toezicht houden op de uitvoering van de bouw b) Toezicht houden bij bestaande bouw c) Toezicht houden op sloopwerkzaamheden, inclusief asbest d) Toezicht houden op de naleving van veiligheidsvoorschriften e) Toezicht op de naleving van brandvoorschriften f) Inschakelen van specialist voor complexe activiteiten en beoordelen toepasbaarheid advies van specialist 2. Bevindingen rapporteren, overtredingen melden, optreden en ambtelijke vooraankondiging maken 3. Handhaving bij geconstateerde overtredingen 4. Verzorgen van de gereedmelding van bouw en/ /of sloop 5. Behandelen klachten en meldingen" Toezicht en handhaven milieu Het maken van een risicoanalyse op bedrijfsniveau en indien nodig vertalen naar bedrijfsspecifiek toezichtsplan met risico s, beoordelingspunten en bijbehorende toezichtmethode en frequentie Het doen van administratief toezicht op basis van openbare en bedrijfsspecifieke documenten (inclusief het beoordelen van rapporten die naar aanleiding van de vergunning moeten worden ingediend, bijv. NRB toets)

17 17 Voorbereiden en uitvoeren van controles ter plaatse op basis van vergunningvoorschriften, rechtstreekse verboden en/of de eisen uit het Activiteitenbesluit (of de gelijkwaardige voorzieningen) Opstellen bezoekverslag/brief Bevindingen rapporteren, overtredingen melden, optreden en ambtelijke vooraankondiging maken Handhaven bij (opnieuw) geconstateerde overtredingen conform sanctiestrategie Behandelen klachten en meldingenn (ongewone voorvallen) Tijdig signaleren welke specialisten en/of juristen moeten worden ingeschakeld en hun bijdragen op relevantie, toepasbaarheid en benodigde diepgang beoordelen. De mogelijkheid om inhoudelijk te controleren op juistheid en volledigheid dient te zijn geborgd binnenn het betreffende specialisme." Toezicht en handhaven RO 1. Uitvoeren toezicht aan de hand van de geldendee lokale planologische regels a) Toezicht houden op het gebruik van gebouwen volgens de geldende planologische regels b) Toezicht houden op het gebruik van gronden volgens diezelfde regels c) Toezicht houden op werken/werkzaamheden conform aanlegvergunning 2. Bevindingen rapporteren, overtredingen melden, optreden en ambtelijke vooraankondiging maken 3. Handhaving bij geconstateerde bevindingen 4. Verzorgen van gereedmelding bij aanlegvergunning 5. Behandelen klachten en meldingen en verzoeken tot handhaving" Toezicht en handhaven bodem 1. Het maken van een risicoanalyse en indien nodig vertalen naar locatiespecifiek toezichtsplan met risico s, beoordelingspunten en bijbehorendee toezichtmethode en frequentie 2. Het doen van voorbereidend onderzoek op basis van openbare en locatiespecifieke documenten 3. Voorbereiden en uitvoeren van controles ter plaatse 4. Opstellen bezoekverslag/brief 5. Bevindingen rapporteren, overtredingen melden, optreden en ambtelijke vooraankondiging maken 6. Handhaven bij (opnieuw) geconstateerde overtredingen conform sanctiestrategie 7. Behandelen klachten en meldingen 8. Tijdig signaleren welke specialisten en/of juristen moeten worden ingeschakeld en hun bijdragen op relevantie, toepasbaarheid en benodigde diepgang beoordelen" Toezicht en handhaven groene wetten 1. Het maken van een risicoanalyse en indien nodig vertalen naar situatie specifiek toezichtsplan met risico s, beoordelingspunten en bijbehorende toezichtmethode en frequentie 2. Het doen van voorbereidend onderzoek op basis van openbare en situatie specifieke bronnen 3. Voorbereiden en uitvoeren van controles ter plaatse 4. Opstellen bezoekverslag/brief 5. Bevindingen rapporteren, overtredingen melden, optreden en ambtelijke vooraankondiging maken 6. Handhaven bij (opnieuw) geconstateerde overtredingen conform sanctiestrategie 7. Behandelen klachten en meldingen 8. Tijdig signaleren welke specialisten en/of juristen moeten worden ingeschakeld en hun bijdragen op relevantie, toepasbaarheid en benodigde diepgang beoordelen"

18 18 Behandelen juridische aspecten vergunningverlening 1. Het (procedureel) beoordelen van vergunningaanvragen 2. Het adviseren dan wel opstellen van (gedoog) beschikkingenn ten aanzien van (complexe) aanvragen op grond van de Wabo 3. Het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, verzoeken voorlopige voorziening en zienswijzen, opstellen verweerschriften en pleitnota s, en vertegenwoordigen van het bevoegd gezag bij de behandeling hiervan. 4. Het adviseren over diverse juridische vraagstukken op het terrein van het omgevingsrecht" Behandelen juridische aspecten handhavingszaken 1. Het (procedureel) beoordelen van handhavingsverzoeken en gedoogbeschikkingen 2. Behandelen en begeleiden van handhavingprocedures 3. Het opstellen van beschikkingen ten aanzien van (complexe) handhavingszaken + het doen van aanschrijvingen in het kader van Bouw, RO en Milieu 4. Het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, opstellen verweerschriften en pleitnota s en vertegenwoordigen van het bevoegd gezagg bij de behandeling hiervan. 5. Invorderen bestuurlijke geldschulden 6. Adviseren over juridische vraagstukken op het terrein van omgevingsrecht 7. Coördinatie flankerend beleid / strafrechtelijk en bestuursrechtelijk acties door boa" Behandelen juridische aspecten afwijkingsbesluit 1. Het toetsen van een aanvraag aan het bestemmings- of inpassingsplan en het beoordelen van ontheffingsmogelijkheden 2. Beoordelen wel/niet meewerken aan een initiatief en planologische medewerking 3. Maken van een keuze voor het geëigende juridische/planologische instrument per initiatief (afwijkingsbesluit of een andere planvorm/besluit op basis van de Wabo of Wro) 4. Voorbereiden, motiveren, opstellen en laten nemen van een afwijkingsbesluit 5. Doorlopen van bezwaar,- en beroepsproceduress (inclusief RvS) naar aanleiding van een afwijkingsbesluit" Ketentoezicht 1. Voorbereidend onderzoek externee en schriftelijke bronnen 2. Op basis van prioriteiten, beleid of op verzoek uitvoeren van tactische/ risico analyses keten/branche/ /bedrijf 3. Opstellen van ketenbeschrijvingenn 4. Opstellen van analyseprofielen en interventiestrategie 5. Draaiboeken opstellen voor diepgaand onderzoek 6. Opstellen van ketenbeschrijvingenn 7. Audits ter plaatse uitvoeren (combineren financiële en stofstromen) 8. Identificeren onregelmatigheden en oorzaken 9. Identificeren van fraude 10. Fungeren als internn informatieknooppunt 11. Uitwisselen van informatie met externe handhavers" BOA Elk Bevoegd Gezag moet voor het kunnen uitvoeren van de landelijke (of een aantoonbaar betere) sanctiestrategie 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikken over BOA s met bevoegdheden voor alle wettelijkee bepalingen uit de afbakening. De politie zal zich namelijk steeds meer concentreren

19 19 op de grotere zaken en optreden tegen eenvoudigee overtredingen aan functionarissen van gemeenten en provincies overlaten. BOA's zijn niet alleen noodzakelijk voor de bestuurlijke strafbeschikking maar ook voor opstellen van PV's. Het opnemenn van eisen t.a..v. BOA's zijn ingegevenn van uit de noodzaak om te alle tijden over het volledige pakket aan interventie mogelijkheden te kunnen beschikken als Bevoegd Gezag. Voorts moet het Bevoegd Gezag altijd het nieuwee instrument bestuurlijke strafbeschikking, indien aan de orde, kunnen inzetten. Voor zaken waarin veel personen moeten worden gehoord of in lastige zaken, is het nodig om twee (of meer) BOA s tegelijkertijd in te kunnen zetten. De eisen die aan individuele BOA s worden gesteld, zijn op basis van het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BBO) en de bijbehorende Circulaire bekwaamheid al verankerd. Het BBO en de bijbehorende Circulaire bekwaamheid maken daarom integraal onderdeel uit van de kwaliteitseisen. Het Ministerie van Justitie heeft op basis van het Visiedocumen nt milieuboa s (LOM, 2008) een voorstel tot wijzigingg van dit besluit in procedure gebracht met aanvullende bekwaamheidseisen voor (milieu)boa s en, in samenhang hiermee, het bepalen in welke gevallen een verzwaard examen en in welke gevallen een opleidingsprogramma nodig is voor de verkrijging of het behoud van de opsporingsbevoegdheden. In dit voorstel zijn ook aanvullende eisen voor de verantwoordelijkheid van de werkgever opgenomen." Bouwfysica 1. Bespreken bevindingen met architect en/of adviesbureau 2. Toetsen tekeningen en berekeningen daglichttoetreding 3. Toetsen tekeningen en berekeningen rookgasafvoer 4. Controleren door visuele inspecties tijdens uitvoering van de bouw 5. Controleren door uitvoeren controlemetingen geluid, ventilatie, luchtdichtheid 6. Toetsen uitgangspunten, tekeningen en berekeningen ventilatie 7. Beoordelen bouwplan op samenhang tussen alle bouwfysische aspecten 8. Toetsen tekeningen en berekeningen geluidwering (Idem aparte tabel voor bouwakoestiek) 9. Toetsen bouwkundige details koudebruggen 10. Toetsen uitgangspunten en berekeningen EPC en luchtdoorlatendheid" Brandveiligheid 1. Het adviseren bij standaard / niet complexe bouw- en milieuvergunningenn en meldingenn 2. Het adviseren bij gebruiksvergunningen 3. Het monitoren en analyseren van controlegegevens, ingekomen meldingenn e.d. 4. Afhandelen van klachten 5. Het adviseren bij complexe bouw- en milieuvergunningen en meldingen 6. Uitvoeren van standaard / niet complexe inspecties brandpreventie 7. Uitvoeren van complexe inspecties brandpreventie 8. Het beoordelen van gelijkwaardigheden (complex) 9. Het beoordelen van gelijkwaardigheden (niet complex) 10. Het adviseren en laten informeren bij een afwijkingsbesluit (o.a. t.a.v. bereikbaarheid, bluswatervoorzieningen, brandweerzorg, opkomsttijden etc.)"

20 20 Constructieve veiligheid 1. Controleren constructietekeningenn en berekeningen op constructieve veiligheid en bruikbaarheid 2. Beoordelen bouwmaterialen 3. Toetsen van de gehele constructie van een bouwaanvraag 4. Bespreken en vastleggen van bevindingen over de gehanteerde rekenmethode en schematisering met het raadgevend ingenieursbureau dat de bouwconstructie heeft ontworpen 5. Inspecties op uitvoering complexee constructieve zaken 6. Inspecties op constructies in de gebruiksfase" Bouwakoestiek 1. Beoordelen van een aanvraag door middel van: a) De effecten van verschillende bouwkundige oplossingen op de geluidwering van de gevel beoordelen en een ingediende berekening interpreterenn en controleren b) De geluidwering van constructiess tussen woningen beoordelen en toetsen aan het Bouwbesluit c) De nagalm in een gemeenschappelijke ruimte bepalen d) Toezicht uitvoeren op de akoestische aspecten van het bouwplan 2. Controleren aan de hand van meting of de norm wordt gehaald 3. Beoordelen noodzakelijkheid ontheffing bouwlawaai en trillingshinder 4. Beoordelen bouwlawaai en trillingshinder: a) Beoordelen ontheffingaanvraag b) Beoordelen of onderzoek nodig is, het (laten) uitvoeren van onderzoek en beoordelen onderzoek c) Ondersteuning bij toezicht en handhaving" Sloop en asbest 1. Bij aanvraag beoordelen of er een sloopveiligheidsplan benodigd is en het beoordelen van een sloopveiligheidsplan 2. Het nemen van materiaalmonsterss op locatie (niet zijnde asbest) 3. Beoordelen van sloop aanvragen 4. Kunnen herkennen / inschatten aanwezigheid asbest 5. Toezicht op de sloop o.a. beoordelen vrijgavemeting, veiligheid, ondergrondse tanks 6. Toezicht op mobielee brekers 7. Beoordelen asbestinventarisatie 8. Toezicht op omgangg met asbest (na akkoord sloop afvalstoffen) 9. Beoordelen en toezicht op asbestmeldingen" Afvalwater (indirecte lozingen) 1. (Adviseren over) monstername, het beoordelen en het uitvoeren van (standaard) controles van lozingen die vallen onder algemene regels 2. Beoordelen van en adviseren over bemonsteringsopstellingenn bij afvalwaterlozingen op riolering 3. Beoordelen van en adviseren over monstername strategieën (incl. bepalen parameters) 4. Onderzoek naar en advisering over mogelijkheden beperking afvalwaterstromen en/of beperking van de verontreinigings- of vervuilingsgraad van het te lozen afvalwater 5. Adviseren over vergunningen of ontheffingen op het gebied afvalwaterlozingen en grondwaterlozingen (bij saneringen en bronneringen) in riolering of de bodem 6. Adviseren over klachten en overtreding van regelgeving 7. (Laten) uitvoeren van controles op vergunde indirecte industriële lozingen"

21 21 Bodem, bouwstoffen en water Het deskundigheidsgebied heeft betrekking op de volgende drie hoofdactiviteiten: 1. Onderhouden, gebruiken en toegankelijk maken van informatie uit een Bodeminformatiesysteem (BIS) 2. Ondersteuning en advisering in het kader van vergunningverlening en toezicht en handhaving, waaronder: a) Laten uitvoeren, begeleiden bij en toetsen/controleren van bodemonderzoek/lozingonderzoek b) Beoordelen bodembeschermende voorzieningen (indien van toepassing: m.b.t. lozingenonderzoek) c) Uitvoering van het grondstromenb beheer in het kader van het besluit bodemkwaliteit d) Beoordelen (aanvragen) grondwateronttrekking, verlenen van de vergunning en uitvoeren toezicht en handhaving e) Beoordelen (aanvragen) koude-warmte opslagsysteem f) Beoordelen bodemsanering (noodzaak en plan), bodemonderzoek laten uitvoeren 3. Adviseren in het kader van een afwijkingsbesluit, waaronder: a) Niet complex: beoordelen bodemkwaliteit vanuit een oogpunt van volksgezondheid b) Complex: ook beoordelen geo-hydrologische situatie in relatie tot beoogde functie, beoordelen effecten van beoogde functies op waterkwaliteit, waterkwantiteit en waterveiligheid Toezicht en handhaving bodem (o.a. Wbb en besluit bodemkwaliteit en afhandelen meldingen) is een apart deskundigheidsgebied op basis van de rechtstreekse verboden (zie generieke deskundigheden).daarnaast bestaat een belangrijke relatie met deskundigheidsgebied Ketentoezicht." Externee veiligheid 1. Inbreng aspecten externe- en procesveiligheid in het kader van vergunningverlening, toezicht, handhaving en het nemen van een afwijkingsbesluit (inclusief toepassing PGS richtlijnen. Het bijhouden van de EV-situatie (risicokaart) 2. Vaststellen EV-situatie op basis van het RNVGS (relatie kunnen leggen tussen risicobronnen en ruimtelijke situatie en ontwikkelingen) 3. Toetsen ontvankelijkheid QRA en het inhoudelijk beoordelen van het resultaat van een QRA 4. Maken van QRA's in het kader van BEVI, RNVGS, Buisleidingen 5. Advisering ten aanzien van verantwoording groepsrisico (inclusief beheersmaatregelen) )" Geluid 1. Beoordelen noodzaak voor onderzoek en beoordelen rapportages in het kader van de vergunningverlening, toezicht en het nemen van een afwijkingsbesluit 2. Adviseren over geluidsaspecten (inclusief te hanteren voorschriften) 3. Uitvoeren geluidsonderzoeken en daarover adviseren 4. Het inventariseren en controleren van invoergegevens 5. Het opstellen en controleren van rekenmodellenn 6. Het bewerken van gegevens en databestanden met o.a. GIS 7. Het bewerken van de berekeningsresultaten en toetsen aan de wet- en regelgeving en rapporteren 8. Beoordelen/toetsen van metingen in het kader van handhaving 9. Uitvoeren van trillingsonderzoeken 10. Afgeven hogere waarde ontheffing" Groen en ecologie 1. Beoordelen of er sprake is van een bijzondere omstandigheid d groen en ecologie in het kader van de omgevingsvergunning 2. Het uitzetten en beoordelen van ecologisch onderzoek 3. Uitvoeren van ecologisch onderzoek 4. Adviseren bij ontheffingen Natuurbeschermingswet, Flora en Faunawet, Boswet, Wro en afwijkingsbesluiten"