Inleiding blz. 3. Deel 1 blz. 4. Definiëring van het begrip pesten, vanuit de visie van de Dr. Schaepmanschool. blz. 4. Deel 2 blz.

Transcriptie

1 PESTPROTOCOL

2 Inhoudsopgave Inleiding blz. 3 Deel 1 blz. 4 Definiëring van het begrip pesten, vanuit de visie van de Dr. Schaepmanschool. blz. 4 Deel 2 blz. 4 Hoe gaan we op de Dr. Schaepmanschool om met pesten? blz. 4 Preventief blz. 5 Kanjertraining blz. 5 Signaleren van pesten blz. 6 Kanjerafspraken blz. 7 Melden van pestgedrag blz. 8 Algemeen blz. 8 Curatief blz. 9 Stappenplan blz. 10 Deel 3 blz. 11 De rode lijn in aanpak blz. 12

3 Inleiding Dit protocol komt voort uit het anti-pestbeleidsplan en geeft aan hoe te handelen als er gepest wordt. Na instemming van het team en MR is het protocol in 2017 opgesteld en wordt jaarlijks aangepast waar nodig is. Het pestprotocol draagt bij aan een klimaat waarin een kind zich pas optimaal kan ontwikkelen als het zich veilig, gezien en gewaardeerd voelt. Waar tevens kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen en de eigen talenten herkennen en erkennen (Leer-Kracht). Hierdoor kunnen ze zelfverzekerd in het leven staan en een positieve bijdrage aan de maatschappij leveren (Toekomstgericht). Een goed en positief schoolklimaat is hiervoor de basis. D.m.v. dit pestprotocol (en de praktische uitwerking van de Kanjertrainingslessen) zijn regels en afspraken zichtbaar en duidelijk voor kinderen en volwassenen. Zo kan men, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar hierop aanspreken. Hierdoor kunnen we er samen: team, ouders en kinderen (Samenwerkend) voor zorgen dat alle kinderen met plezier naar school (blijven) gaan. Pesten komt helaas op iedere school voor, ook op de Dr. Schaepmanschool. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken. Op de Dr. Schaepmanschool werken we met de Kanjertraining. Ons pestprotocol is om deze reden vanuit het oogpunt van de Kanjertraining opgesteld. Voor de inhoud en de uitgebreide werkwijze van de Kanjertraining verwijs ik naar de website van de Kanjertraining ( onder het kopje Conflictbeheersing. Dit pestprotocol wordt bij de start van ieder schooljaar aan de orde gesteld. Tevens heeft onze school een kanjercoördinator. Dit protocol is opgebouwd op de volgende manier; Deel 1: Definiëring van het begrip pesten, vanuit de visie van de Dr. Schaepmanschool. Deel 2: Hoe gaan we op de Dr. Schaepmanschool om met pesten: A; Preventief B; Curatief Deel 3: De rode lijn in aanpak

4 Deel 1 Definiëring van het begrip pesten, vanuit de visie van de Dr. Schaepmanschool. Een kind wordt gepest wanneer deze herhaaldelijk last heeft van negatieve acties van een ander (fysiek, verbaal, psychologisch, via internet of mobiel, direct of indirect) die op hem gericht zijn, en waarbij de macht ongelijk verdeeld is. De Kanjertraining gaat ervan uit dat in de meeste gevallen als een kind zich gepest voelt, de pester niet de bedoeling heeft de ander pijn te doen. Wanneer de gevolgen voor de gepeste duidelijk worden gemaakt aan de pester, zijn de meeste kinderen bereid hiermee te stoppen. De belangrijkste regel bij het pesten luidt: word je gepest, praat er dan thuis en op school over. Je mag het niet geheim houden!! Deel 2 Hoe gaan we op de Dr. Schaepmanschool om met pesten? Preventief Kanjertraining Op school werken we in groep 1 t/m 8 met de Kanjertraining. Alle leerkrachten van onze school zijn hiervoor gecertificeerd. Alle leerkrachten die les geven op onze school volgen de lessen van Kanjertraining. De Kanjertraining wordt op deze manier in onze school geïmplementeerd. De Kanjertaal, de manier van elkaar aanspreken passend bij de Kanjertraining, wordt binnen de hele school gebruikt. Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, omgaan met verschillen, rollen in een groep, aanpak van ruzies, enz. komen in de Kanjerlessen aan de orde. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van verschillende (samen)werkvormen zoals kringgesprekken, het voorlezen of vertellen van verhalen en het trainen van vaardigheden. We vinden het belangrijk de kinderen positief te benaderen, hiervoor gebruiken we: Dit doen we wel poster. Tevens maakt de kanjertraining gebruik van de Stopmethode (Houd daarmee op!, Dit vind ik niet leuk!), deze wordt regelmatig met de leerlingen besproken. De Kanjertraining geeft aan dat we allemaal verschillend (mogen) zijn. Ieder kind heeft talenten; dingen waar hij of zij goed in is. Op de Dr. Schaepmanschool willen we de talenten van ieder kind ontdekken en optimaal ontwikkelen. Werken aan en werken met je talenten zorgt voor passie. Het inspireert anderen, waardoor je met en van elkaar kunt leren. Conflicten horen erbij en geven je de mogelijkheid je verder te ontwikkelen. Dit betekent dat wij kinderen de kans geven zelf hun conflicten op te lossen. De leerkracht neemt een neutrale, leidende positie in. De oplossing van een conflict moet in redelijke mate tegemoet komen aan de wensen van alle betrokkenen. Als de oplossing voor beiden goed is, spreken we van een winwin situatie. In aanvulling op de kanjerlessen bieden we de kinderen, vanaf groep 6, ook mediawijsheidlessen aan, waarbij cyberpesten aan de orde komt.

5 Signaleren van pesten De school laat leerlingen vanaf groep 5 twee keer per jaar de leerlingvragenlijst invullen van het Kanjervolg- en adviessysteem (kanvas.kanjertraining.nl). Op deze manier brengt de school stelselmatig in kaart of kinderen zich gepest voelen, bang zijn gepest te worden en of ze zelf aangeven te pesten. De school is alert wanneer leerlingen hoge scores halen bij de uitkomsten ongelukkig en somber, die kunnen duiden op gepest worden. De uitkomsten worden verwerkt in handelingsplannen op Sociaal Emotionele Ontwikkeling. Kanjerafspraken De belangrijkste afspraak over het pesten luidt: Word je gepest, praat er thuis en op school over. Je mag het niet geheim houden. Binnen onze school hanteren wij de regels die horen bij de Kanjertraining: - We vertrouwen elkaar. - We helpen elkaar. - We werken samen. - We hebben plezier. - We doen mee. Melden van pestgedrag Voor het melden van pestgedrag kent de Dr. Schaepmanschool drie uitgangspunten: 1. Het inschakelen van de leerkracht wordt niet opgevat als klikken. We leren de kinderen vanaf groep 1 dat als je wordt gepest of als je ruzie hebt met een ander en je komt er niet zelf uit, dat je hulp aan de leerkracht moet vragen. 2. Een medeleerling heeft ook verantwoordelijkheid om pesten of agressief gedrag (bij de leerkracht) aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep. 3. School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Ook ouders hebben dus de verantwoordelijkheid om een pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen. Bij problemen van pesten of agressie zullen de leerkrachten en directie hun verantwoordelijkheid nemen en overleg voeren met de ouders. De inbreng van de ouders is vooral gericht op het informeren van school over het welzijn van het kind thuis. Waarbij we samen zoeken naar een passende oplossing.

6 Algemeen Het voorbeeld van de leerkrachten en thuis van de ouders is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost, maar worden uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en leerlingen wordt niet geaccepteerd. Alle betrokkenen horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen. Leerlingen, leerkrachten, directie en ouders zorgen in samenwerking met elkaar voor een goed pedagogisch klimaat, waarbij de nadruk wordt gelegd op denken in oplossingen en het geven van complimenten. Curatief Stappenplan Wanneer leerlingen ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten: 1. Proberen de leerlingen er eerst zelf uit te komen door houd ermee op of ik vind dit niet leuk te zeggen. Het omschrijven van het gedrag dat niet als leuk ervaren wordt, is belangrijk. Op het moment dat één van de leerlingen er niet uit komt, kan hij/zij er voor kiezen het probleem te negeren, weg te lopen. 2. Als stap 1 niet werkt, heeft de gepeste het recht en de plicht het probleem aan de meester of juf voor te leggen. De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderend gesprek. De belangrijkste vraag van de leerkracht aan de pester(s) is : Is het jouw /jullie bedoeling om Het is de taak van de leerkracht om samen met de leerlingen de ruzie of pesterijen op te lossen ( win-win methode) en (nieuwe) afspraken te maken. De afspraken worden (indien nodig) verwerkt in Parnassys en komen in het dossier van de pester en de gepeste. 3. Bij herhaaldelijke ruzie of pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerling die ruzie maakt of pest. De aanpakfases treden in werking. De ouders worden op de hoogte gebracht van de ruzie of het pestgedrag. Ook de ouders van het gepeste kind worden geïnformeerd. Leerkrachten en ouders komen in goed overleg tot samenwerking en werken aan een oplossing. De school legt alle activiteiten/gesprekken vast in het leerlingdossier. Indien de leerkracht ziet dat een leerling wordt gepest (of de gepeste- of medeleerlingen komen dit bij de leerkracht melden) en vervolgens leveren stappen 1 tot en met 3 geen positief resultaat op voor de gepeste leerling dan neemt de leerkracht een duidelijk stelling in tegen het pestgedrag en gaat over tot de volgende stappen. Deze stappen, gesprekken worden altijd vastgelegd in het leerlingdossier van de betreffende leerling(en). 4. Indien het gesprek tussen ouders en leerkracht niet leidt tot een win-winsituatie dan wordt de hulp van de kanjercoördinator ingeschakeld. De kanjercoördinator zal een gesprek initiëren tussen ouders, leerkracht en kanjercoördinator, waarin opnieuw gekeken wordt naar een oplossing (bijv. een interventiemorgen met groep en ouders). 5. Officiële waarschuwing. Indien de stappen bij de 3-staps aanpak niet voldoende zijn, dan kan directie een officiële waarschuwing geven. Deze wordt altijd bij ouders gemeld en genoteerd in het lln. dossier in Parnassys. Bij deze melding worden de ouders nadrukkelijk gevraagd om

7 mee te helpen een einde aan het probleem te maken. Leerkrachten, kanjercoördinator en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. Een gegeven waarschuwing kan na 2 maanden goed gedrag weer komen te vervallen. De leerkracht doet bij een officiële waarschuwing altijd melding in het team. Verslaglegging wordt door de leerkracht gedaan in het dossier van het kind. 6. Schorsing Bij 3 waarschuwingen volgt er een gesprek tussen de directeur en de ouders gevolgd door schorsing van de leerling. Dit moet altijd gemeld worden bij de leerplichtambtenaar en bij het College van Bestuur van Aves. Schorsing volgt tevens op groot fysiek geweld met als gevolg letsel. Tijdens een schorsing worden ouders gebeld en gevraagd hun kind op te halen. Het kind krijgt dan een time-out buiten de school en afhankelijk van de situatie wordt gekeken hoe lang deze time-out gaat duren. De leerkracht zorgt tijdens deze time-out voor werk dat de leerling kan maken zodat het niet te ver achter komt met de leerstof op de rest van de klas. Tijdens de schorsing gaat de directeur met ouders in gesprek en wordt er gekeken naar vervolgstappen. De directeur geeft aan welke sancties bij aanhoudend storend gedrag kunnen volgen (verwijdering van school). Ook kan er tijdelijk voor gekozen worden om het kind in een ander groep te plaatsen binnen de school. Ook het plaatsen op een andere school (Time-out) behoort tot de mogelijkheden. Dit gebeurt in overleg met de ouders. Er volgt verslaglegging door de directeur van het gesprek. 7. Verwijzing van school Als een kind 3 x geschorst is of er een onhoudbare situatie ontstaat, zijn de grenzen van de Dr. Schaepmanschool bereikt. De situatie is dan niet meer houdbaar en/of wenselijk. Ouders worden dan verzocht hun kind op een andere (indien nodig S.O.-) school te plaatsen.

8 Deel 3 Rode lijn in aanpak De leerkracht (evt. met de hulp van andere volwassenen) hanteert in het geval van pestgedrag de Kanjermanier. De gepeste leerling - Medeleven tonen en luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest? - Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor, tijdens en na het pesten - Proberen de gepeste leerling in te laten zien dat je op een andere manier kunt reageren. - Zoeken en oefenen van een andere reactie. - De gepeste leerling in laten zien waarom een kind pest. - Nagaan welke oplossing de gepeste leerling zelf wil. - Sterke kanten van de leerling benadrukken. - Belonen als de leerling zich zelf anders durft op te stellen. - Praten met de ouders van de gepeste leerling, tevens hulp of begeleiding bieden. - De leerling niet over-beschermen (Hiermee wordt de leerling juist in een - uitzonderingspositie geplaatst waardoor het pesten zelfs kan toenemen). - In overleg met de IB-er hulp inschakelen: sociale vaardigheidstrainingen, Centrum Jeugd en Gezin, huisarts, Sociaal Maatschappelijk Werk. De pester - Praten, zoeken naar de reden van het ruzie maken/pesten. - Laten inzien wat het effect van zijn/haar gedrag is voor de gepeste. - Excuses laten aanbieden. - Contract afsluiten waarin de pester aangeeft hoe hij/zij het gedrag wil en zal veranderen. - In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste leerling heeft. - Straffen als de pester pest, belonen als de pester zich aan de afspraken en regels houdt. - De leerling leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, de Stop!- Eerstnadenken-houding of een andere manier van gedrag aanleren. - Contact tussen ouders en school: elkaar informeren en overleggen. - Inleven in het kind: wat is de oorzaak van het pesten? (Bijvoorbeeld: problematische thuissituatie, buiten gesloten voelen, jaloezie, verveling, de baas willen zijn (macht),voortdurende competitie aangaan, in een niet passende rol worden gedrukt. - In overleg met de IB-er hulp inschakelen: sociale vaardigheidstrainingen, CJG, huisarts, SMW. De meelopers - Praten over pesten en hun rol daarin. - De groep aanspreken op de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het welbevinden van iedereen in de groep. - Praten over en werken aan oplossingen en hun eigen rol in de bijdrage aan deze oplossing. - Aanspreken op hun medeverantwoordelijkheid als zij pesten tolereren.

9 - Herhalen van school- en groepsregels/afspraken. - Benadrukken dat kinderen verschillend mogen zijn. - Samen spelen en samen werken (coöperatief leren) met het gepeste kind stimuleren. Als kinderen elkaar beter kennen, neemt het pesten af. De ouders - Ouders die zich zorgen maken over hun kind serieus nemen. - Ouders informeren als hun kind bij pesten betrokken is. - Informatie en advies geven over de aanpak van pesten. - Samenwerken om het pestprobleem aan te pakken. - Ouders van de pester informeren over het gedrag van hun kind. - Indien nodig: doorverwijzen naar deskundige hulp (extern): dit geldt zowel voor de ouders van de gepeste als van de pester. - De ouders vragen om signalen van pesten aan de school door te geven. De leerkrachten hebben de hulp van de ouders hierbij nodig. De school - De leerkrachten, de directie nemen een melding van pesten serieus. - De leerkrachten informeren zich over pesten in het algemeen en ruimen in hun lesrooster tijd in m.b.t. tot de kanjertraining - De leerkrachten onderschrijven het pestbeleid en voeren actief actie om pesten te voorkomen. - Structureel pestgedrag wordt door de leerkracht in de teamvergadering en aan de overblijfkrachten gemeld, zodat iedereen alert kan zijn. - De leerkracht stelt de ouders van de gepeste leerling en de pester op de hoogte en zoekt met hen naar een oplossing. - Ziet er op toe dat er geen transformatie plaastvindt van gepest zijn naar pester worden. De overblijfkrachten - Signaleren pestgedrag en melden dit bij de leerkracht. - Vervolgens pakken de leerkrachten dit aan in de lijn met de gemaakte afspraken binnen dit protocol.

10 Met dit pestprotocol willen alle betrokkenen op de Dr. Schaepmanschool laten zien dat: - Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig moeten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. - We door regels en afspraken zichtbaar te maken, het mogelijk maken dat kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aan spreken op deze regels en afspraken. - We door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, we alle kinderen in de gelegenheid stellen om met veel plezier naar school te gaan. - Dit protocol wordt onderschreven door leerkrachten, IB er, kanjercoördinator en vertegenwoordigers van de ouders uit de medezeggenschapsraad en de directie.