BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 30 oktober 2014 Onderwerp: Discussienota Planologisch kader Bed & Breakfast (14-107)

Transcriptie

1 1 BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 30 oktober 2014 Onderwerp: Discussienota Planologisch kader Bed & Breakfast (14-107) Aanwezig: Voorzitter: P. Lakerveld Griffie: mw. H.R.E. Hofland Leden: J. Buzepol, mw. H.J. Mourits en mw. H.J. Visser Portefeuillehouder: wethouder R.A. Zakee Inspreker: de heer R. Heijmerink van Zeerover Architecten, tevens bewoner buitengebied Ambtelijke ondersteuning: F. Odijk Korte samenvatting bespreking: De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Vanavond staat de Discussienota Planologisch kader Bed & Breakfast op de agenda. Hij benadrukt dat deze bijeenkomst ten doel heeft de mening van de raad over het onderwerp te peilen. De wethouder zal ten eerste verduidelijken welke informatie hij van de raad wil krijgen. Daarna is het woord aan de inspreker, de heer Heijmerink, en daarna kan de raad de vragen van de wethouder beantwoorden en discussiëren. De leiding van de discussie ligt deels bij de wethouder dit keer. Wethouder Zakee merkt op dat hoewel de inhoud van de discussienota hoofdzakelijk uit techniek bestaat, het van belang is deze inhoud in een breder perspectief te plaatsen. In de notitie staat dat Bunnik de groene voortuin van de stad Utrecht is en dat het buitengebied als zodanig van groot belang is. De gemeente wil in dit gebied niet alleen rekening houden met de eigen inwoners, maar ook iets doen ten behoeve van de grotere omgeving. Over dit onderwerp wordt met name met de gemeenten Utrecht en Houten veel overleg gevoerd. Met hulp van dit discussiestuk wil het college een bepaalde richting en kleur aangeven voor de vormgeving van het gebied. De betekenis van het begrip "voortuin" moet in de geschiedenis worden geplaatst. In andere verstedelijkte gebieden ziet men ook de ontwikkeling van agrarisch gebied rondom een stad naar meer multifunctioneel gebruik. De gemeente loopt hierbij tegen een aantal zaken aan. Belangrijke vragen zijn "wat versta je onder recreatieactiviteit?" en "wat voor soort activiteiten sta je in algemeenheid toe?" In de tijd verschuiven de ideeën hierover. Zodoende ontstaan vragen over de grens van toelaatbare activiteiten. Een B&B in eigen huis is prima, maar wat als iemand wil bijbouwen om een B&B te vestigen? De kaders hiervoor zijn op dit moment nog redelijk strak, maar het college stelt voor vanuit de algemene filosofie van meebewegen met de maatschappij de teugels wat te laten vieren. Het stuk is een opiniërende notitie en bevat een duidelijke vraag aan de raad: geef ons richting. Hoe denken de raadsleden over de achterliggende vraag, welke richting wil men op met de verbreding van de plattelandseconomie en wat acht men daarvoor nodig? Wellicht zijn er suggesties hiervoor? Daarnaast hoort hij graag of de raad instemt met de voorgestelde beweging en daar eventueel amenderingen op wil doen. De voorzitter merkt op dat de vraag van de wethouder niet alleen het beleid ten opzichte van Bed & Breakfasts betreft, maar breder en algemener is bedoeld. De heer Heijmerink spreekt in omdat hij wil pleiten voor een brede visie op het buitengebied, meer omvattend dan de aparte regelgeving voor B&B's. In zijn werk als architect komt hij regelmatig in contact met mensen die plannen hebben, onder andere voor B&B's. Daarnaast heeft hij diverse keren contact gehad met groepen mensen, bestaande uit diverse oudere stellen, die samen in één

2 2 huis willen wonen en bijvoorbeeld een boerderij daartoe willen splitsen of herindelen. Deze groepen zijn voornamelijk geïnteresseerd in bestaande huizen. Naast deze groepen ouderen, is er ook veel vraag naar kleinere wooneenheden voor startende jongeren en mensen die zijn gescheiden. Bestemmingsplantechnisch is de realisatie van kleine wooneenheden echter niet mogelijk, net zomin als het splitsen van een grotere woning. Tegelijkertijd zijn er veel leegstaande panden waar de eigenaar niets meer mee kan. Er zijn zeker varianten te verzinnen om deze vragen en de bestaande panden op een goede wijze aan elkaar te koppelen, als de gemeente bereid is de regels hiervoor aan te passen. Wellicht kan daartoe een brainstormsessie worden gehouden? Vanuit zijn ervaringen in de praktijk vraagt hij het beleid breder te bezien dan alleen uitbreiding van de mogelijkheid om B&B's te vestigen. Hij pleit voor een bottom-up benadering van de problematiek. Op dit moment worden bijna alle initiatieven gesmoord door de eisen die worden gesteld en de starheid van de bestemmingsplannen. De voorzitter vat de vraag van de heer Heijmerink samen en geeft het woord aan de raadsleden. De heer Buzepol constateert dat de heer Heijmerink het onderwerp veel breder trekt dan het voorliggende voorstel. Spreker begrijpt dit goed, aangezien het huidige bestemmingsplan zeer beperkend is qua mogelijkheden, anders dan agrarisch, in het buitengebied. Het is zeker aan te bevelen om de mogelijkheden nader te onderzoeken, zoals in het verleden ook al door De Liberalen is voorgesteld. De Liberalen zijn groot voorstander van uitbreiding van de recreatieve mogelijkheden in het buitengebied. Dit staat een beetje op gespannen voet met een aantal andere zaken die spelen, zoals het autoluw maken. Dit streven valt niet verenigen met het voorstel de oprichting van B&B's te vergemakkelijken. Uitbreiding van de recreatieve mogelijkheden is wat De Liberalen betreft van groter belang dan het autoluw maken, maar waar mogelijk moet dat wel worden meegenomen. De voorgestelde werkwijze met de gebiedscoöperatie O-gen is een prima voorstel, dat moet zo snel mogelijk worden ingericht zodat het resultaten kan opleveren. Als er een regeling komt, moet deze ruimhartig zijn en niet belemmerend. De Liberalen steunen het voorstel het buitengebied voor recreanten veel aantrekkelijker te maken van harte en B&B's horen daarbij. Ook binnen de kernen moet deze ontwikkeling mogelijk worden gemaakt. Het is spreker niet bekend in hoeverre het bestemmingsplan daartoe nu ruimte biedt. Er liggen nu twee aanvragen voor B&B's die zullen worden behandeld naar gelang de richting die de raadsleden vanavond aan de discussie geven. De Liberalen verzoeken het college, als de algehele stemming is dat dit moet worden doorgezet, niet te wachten op de aanpassing van het bestemmingsplan, maar vooruitlopend daarop de twee aanvragen positief te beoordelen. Mevrouw Visser brengt in herinnering dat dit traject voortkomt vanuit de eerder besproken ontwikkelingsagenda. De doelstellingen daarvan waren drievoudig: een economische impuls, een toename van kwaliteit van leef- en vestigingsklimaat en de profilering van de gemeente en de ligging in de Kromme Rijnstreek. In de agenda staat dat de bezettingsgraad van kampeer-, bungalow- en groepsaccommodatie onder druk staat, maar dat er nog wel ruimte is voor B&B's en hotels. Dit komt niet overeen met eigen waarneming; er is onlangs nieuwe groepsaccommodatie geopend die bijzonder goed loopt. De campings lopen ook goed, evenals het hotel in Bunnik. Dit wekt de indruk dat er ruimte is voor meer bedden Er is sprake van een paraplumogelijkheid. Kan de wethouder wat nadere invulling geven aan de richting die het college op wil? Gaat het om projectbesluiten, kruimelgevallen, bestemmingswijzigingen? Verder pleit de fractie voor een route

3 3 die ondernemers zo min mogelijk tijd en geld kost. Kan de wethouder de onderliggende argumenten toelichten? In de handreiking staat een aantal kaders, maar die zijn opgesteld door een stichting die zich richt op de kwaliteit van B&B's. De doelen van deze kaders komen niet overeen met die van de gemeente. Het is verstandig over de noodzaak van grenzen na te denken. Wanneer is sprake van overlast? Verkeer zal naar verwachting rond een B&B niet zo snel tot overlast leiden in het buitengebied. Daarnaast wijst spreekster op de ontwikkeling van verhuur van kamers bij particulieren bijvoorbeeld via Airbnb. Dit soort activiteiten worden nu geheel niet gecontroleerd omdat dergelijke kleine voorzieningen niet onder vergunningverlening vallen. Het zou goed zijn als hiervoor beperkte regels worden opgesteld. Tenslotte zouden zij ook toeristenbelasting moeten afdragen. De grootte waarvan in de handreiking wordt gesproken, een B&B met 5 tot 7 kamers, is aan de ruime kant. Wellicht kan de gemeente aansluiten bij de omringende gemeentes. De oproep om het buitengebied in het geheel te bezien bij het verruimen van de mogelijkheden wordt gesteund. Twee weken geleden is een bijeenkomst gehouden voor mensen die geïnteresseerd zijn in het opzetten van een B&B. Deze bijeenkomst werd goed bezocht. Dat geeft goede hoop voor toepassing van het bottom-up principe. Wat de locatie van B&B's betreft, is het wenselijk dat deze in, aan of naast een bestaande woning is gelegen. De fractie vindt het een mooi initiatief en wil graag verder meedenken. Mevrouw Mourits merkt ten eerste op dat P21 tegen extra woningen in het buitengebied is. Door splitsen en dergelijke activiteiten ontstaat groei van het aantal woningen. Het karakter van het buitengebied moet worden gekoesterd. De fractie kan zich echter wel vinden in het voorstel de recreatieve aantrekkelijkheid te vergroten. Het is van belang dat Bunnik zich meer profileert als de groene voortuin. De bestaande attracties zoals de Kromme Rijn, de Waterlinie, Fort Vechten en dergelijke kunnen beter worden benut wanneer het voor toeristen aantrekkelijker wordt naar de Bunnik te komen. Daarvan profiteren inwoners en gemeente. De fractie is ook voorstander van de uitbreiding voor mogelijkheden voor B&B's, maar binnen het bestaande volume. Naar verwachting trekken B&B's het type toerist dat wandelt en fietst in de omgeving en weinig extra autoverkeer oplevert. De aanvraag voor een B&B aan de Provincialeweg 109 betreft een aanbouw. Hoe past dat binnen het bestemmingsplan? Het is van belang dat beleid vooruitloopt op de uitvoering. Wanneer verwacht de wethouder het nieuwe paraplubestemmingsplan? Als inderdaad vooruitlopend op het bestemmingsplan toestemming wordt verleend, is het zeker zaak dat de raad op de hoogte is van hoe dat eruit zal zien. Tot slot wil spreekster graag weten hoe de handhaving in het buitengebied op dit moment is geregeld. De voorzitter geeft het woord aan de wethouder. Wethouder Zakee proeft duidelijk dat de raadsleden willen aansluiten bij de ingezette beweging en zich ook kunnen vinden in het betoog van de heer Heijmerink. Daarmee loopt men tegen een begrenzingsvraag aan. De wethouder is heel benieuwd naar de mening van de inspreker over het bouwvolume, waarover mevrouw Mourits het ook had. De heer Heijmerink verwacht dat alle ontwikkelingen binnen het bestaande bouwvolume kunnen worden ontwikkeld. Zo is bij boerderijen doorgaans sprake van een aantal bijgebouwen zoals bakhuis en wagenschuur. Het regime is nu dat alle bijgebouwen moeten worden gesloopt om een bestemming te mogen wijzigen. Dat is jammer. Wanneer in het bestemmingsplan soepeler kan worden

4 4 omgegaan met herbestemmen van markante bijgebouwen, is er voldoende bouwvolume voorhanden om de voorgestelde ontwikkelingen te laten plaatsvinden. Verder valt hem op dat de suggestie werd gedaan dat overlast ontstaat door te veel bewoners, maar zijn indruk is dat juist groepen recreanten overlast veroorzaken door hun aanwezigheid in groten getale. Een andere vorm van overlast leveren de enorme landbouwmachines. Als mensen die in een groot huis wonen waar zij vroeger met een gezin woonden, dat nu willen delen met andere stellen, neemt het aantal bewoners ook niet wezenlijk toe. De huidige tijd waarin mensen ouder worden en langer zelfstandig zijn, vraagt om dit soort oplossingen. Mevrouw Mourits vindt het idee van woongroepen wel goed, maar is tegen het splitsen van panden. Wethouder Zakee maakt hieruit op dat binnen het bestaande bouwvolume veel mogelijk is. Dat is een waardevol uitgangspunt. De raadsleden zijn voor meer recreatieve mogelijkheden, maar herkennen de nadelen van grote groepen motoren en dergelijke. Wat willen zij wel en niet toestaan? Meer B&B's en meer andere recreatieve mogelijkheden leveren ook meer verkeer in het buitengebied op. Hoe denken de raadsleden daarover en waar ligt de grens? De heer Buzepol is voorstander van het openstellen van het buitengebied, met name voor recreatief gebruik. Daar horen voorzieningen bij. Het is niet mogelijk bijvoorbeeld groepen solexrijders uit te sluiten van gebruik van de voorzieningen. Regulering van de recreanten op die manier is niet mogelijk. Elke vooruitgang heeft zijn nadeel, één daarvan zou kunnen zijn dat het leidt tot meer verkeer. Mevrouw Visser is van mening dat wel kan worden gestuurd in dat aspect. Zij noemt als voorbeeld het opnemen op de kaart van punten waar mensen hun auto kunnen parkeren en fietsend of wandelend verder het gebied in kunnen trekken. Door daarop in te zetten, wordt fietsen en wandelen gestimuleerd. Fietsers en wandelaars zijn groepen recreanten die de fractie graag ziet in het gebied. De voorzitter vraagt of de wethouder nu een antwoord heeft op de vraag of de raad kiest voor meer B&B's, inclusief het daarbij horende verkeer. Wethouder Zakee proeft geen grote angst voor meer verkeer. Mevrouw Mourits sluit zich aan bij mevrouw Visser. De solexrijders zijn wat haar betreft in ieder geval geen bezwaar. Aanwezigheid van dergelijke recreanten maakt de omgeving ook levendiger. De voorzitter vraagt de wethouder of hij voldoende antwoord op zijn vragen heeft gekregen. Wethouder Zakee antwoordt bevestigend. De voorzitter verzoekt de wethouder de door de raadsleden gestelde vragen te beantwoorden. Mevrouw Visser wil graag nog een vraag toevoegen over het verkeer. Hoe kijkt het college aan tegen het behoud van autoluwheid in het buitengebied? Wethouder Zakee proeft in het algemeen steun voor het beleid om de recreatie in het buitengebied verder te ontwikkelen. Het college ondersteunt het belang van autoluwheid volledig. Er ligt wat het verkeer betreft een duidelijke knip tus-

5 5 sen bestemmingsverkeer en doorgaand verkeer. Doorgaand verkeer moet minder worden. Het bestemmingsverkeer zal door uitbreiding van de mogelijkheden wellicht iets toenemen, maar dat zal geen grote hoeveelheid worden. In overleg met de buurgemeenten zal het streven naar beheersing van het verkeer nog wel behoorlijke inzet vergen. De wens om uitbreiding van de mogelijkheden binnen het bestaande bouwvolume vorm te geven, kan worden gehonoreerd. Overigens is het zeker de bedoeling dit in een breder kader te doen, niet slechts voor B&B's, en liefst zo snel mogelijk. De bijeenkomst met O-gen was inderdaad druk bezocht; er zit veel potentieel in het gebied. De oproep van de heer Heijmerink om een brainstormsessie te houden teneinde mogelijke haken en ogen in de praktische uitvoering zo snel mogelijk SMART te maken. De wethouder zegt toe binnen een aantal maanden een bijeenkomst voor dit doel te organiseren. Het is van groot belang de energie vanuit het gebied te faciliteren. Dat gaat moeilijk onder het huidige bestemmingsplan. Het paraplubestemmingsplan is bedoeld om een koepel eroverheen te plaatsen om dit soort dingen aan te kunnen pakken zonder dat een nieuw bestemmingsplan hoeft te worden opgesteld. De wethouder is zeer te spreken over de bottom-up organisatie en is heel blij met de inspraak. De gemeente maakt graag gebruik van energie en expertise van de inwoners. De wethouder huldigt het principe "beleid voor uitvoering", maar in de ontwikkeling komt het soms zo uit dat de wens om aan de slag te gaan groot is, terwijl het beleid nog niet helemaal op orde is. Het college vraagt de raad in dit geval ruimte geven om alvast aan de slag te gaan. Het bestemmingsplan moet te allen tijde richtinggevend zijn. Het beleidskader moet zo snel mogelijk in hanteerbare regelgeving worden omgezet om de voorkomende hobbels op het pad te kunnen effenen. De voorzitter merkt op dat de vraag "geef ons de ruimte" in deze vergadering niet formeel kan worden beantwoord, aangezien dit geen besluitvormende vergadering is. Wethouder Zakee benadrukt dat hij dat niet formeel vraagt. De voorzitter schept graag duidelijkheid daarover om misverstanden te voorkomen. De heer Buzepol vraagt de reeds ingediende aanvragen snel te behandelen zodat inwoners kunnen profiteren van de komst van de Tour de France naar Utrecht. Hoe lang verwacht de wethouder dat het duurt voor deze aanvragers toestemming krijgen? Wethouder Zakee erkent de mogelijkheden die de komst van de Tour de France levert. Hij streeft ernaar ruim voor die tijd, zijnde juli 2015, aanvragen die worden gedaan in dat verband te hebben geregeld. De voorzitter acht het verstandig nu geen exacte uitspraken hierover te doen, maar stelt voor op korte termijn de raad schriftelijk te informeren hoe het college dit wil realiseren. Wethouder Zakee zegt dat toe. Hij benadrukt dat hij het belang van de timing ziet. De voorzitter vermoedt dat de heer Buzepol van de wethouder een toezegging wil horen dat de mensen tijdig hun B&B kunnen inrichten. De heer Buzepol begrijpt dat de uitspraken van de wethouder hier geen garan-

6 6 ties leveren. Mevrouw Visser vraagt of het klopt dat al besloten is in te stemmen met het bouwplan van een B&B, zoals in de nota staat? Op de volgende pagina staat dat de ruimte mag worden gebouwd, maar niet in gebruik genomen als B&B voordat planologisch is geregeld dat dit mag. Wethouder Zakee bevestigt dat dat de huidige stand van zaken weergeeft. Mevrouw Mourits herinnert aan haar vraag over de plannen voor de Provincialeweg 109. De heer Odijk legt uit dat het gaat om bestaand bouwvolume dat wordt getransformeerd naar B&B gebruik. Mevrouw Mourits begrijpt dat het gebouw er inmiddels staat. Er is dus geen gevaar voor precedentwerking. De heer Heijmerink besluit met de opmerking dat hij graag meedoet aan een discussiebijeenkomst. De voorzitter stelt vast dat het onderwerp afdoende is behandeld en sluit deze bijeenkomst. Besproken in technisch overleg d.d. 27 november 2014 Vastgesteld d.d. 27 november 2014