Organist: Pim Lodder M.m.v. gelegenheidskoor o.l.v. Jacky Bak Lector: Gerdien van Mourik Voorganger: ds. Annette Driebergen

Transcriptie

1

2

3 Organist: Pim Lodder M.m.v. gelegenheidskoor o.l.v. Jacky Bak Lector: Gerdien van Mourik Voorganger: ds. Annette Driebergen

4 Orgelspel Welkom door ouderling van dienst Zingen: Nu is de tijd (we gaan staan) (1 en 3: gelegenheidskoor, 2 en 4: allen) (Nader tot jou tekst en muziek: Marten Kamminga) 2 Nu is de tijd het hoofddoel te bereiken. Nu is de tijd niet langer uit te wijken. Nu is de tijd, nu komt het erop aan. Nu is de tijd de smalle weg te gaan. Nu is de tijd te horen naar de stem: Wij gaan op naar Jeruzalem.

5 3 Nu is de tijd: ook zal de vijand komen; fluistert mij in: Jou zal niets overkomen. Ga achter mij, jij satan die mij sust. Ga achter mij, jij met je valse rust. Ga achter mij, wij horen naar de stem: Wij gaan op naar Jeruzalem. 4 Nu is de tijd: de dood leidt tot het leven. Nu is de tijd: Hij zal ons sterkte geven. Nu is de tijd: de veiligheid voorbij. Nu is de tijd: ik kom, maar Heer: help mij! Nu is de tijd en wij, wij volgen hem. Wij gaan op naar Jeruzalem. (2x) Stilte voor persoonlijke voorbereiding Bemoediging en groet: v.: Onze hulp is in de naam van de Heer g.: die hemel en aarde gemaakt heeft. v.: Het is goed de Heer te loven g.: en zijn naam te prijzen v.: in de morgen wordt zijn goedheid gemeld g.: en zijn trouw in de nachten. v.: De Heer zij met u g.: ook met u zij de Heer. Over de dienst (we gaan zitten) Zingen: lied 558: 1, 3, 4, 5 en 6 1 Jezus, om uw lijden groot, om uw leven en uw dood die volbrengen t recht van God, Kyrie eleison. 3 Om de zalving door een vrouw, vreugdeolie, geur van rouw, teken van wat komen zou, Kyrie eleison.

6 4 Om het brood, Heer, dat Gij breekt, om de beker die Gij reikt, om de woorden die Gij spreekt, Kyrie eleison. 5 Here, om uw bloedig zweet, als Ge alleen de wijnpers treedt, om de kelk vol bitter leed, Kyrie eleison. 6 Om het zwijgen, het geduld, waarmee Gij de wet vervult, als men vrucht loos zoekt naar schuld, Kyrie eleison. Gebed Lezing: Marcus 14: 1-11 De volgende dag zou het feest van Pesach en het Ongedesemde brood beginnen. De hogepriesters en schriftgeleerden zochten naar een mogelijkheid om hem door middel van een list gevangen te nemen en te doden. Ze zeiden bij zichzelf: Tijdens het feest kan dat niet, want dan komt het volk in opstand. Toen hij in Betanië in het huis van Simon degene die aan huidvraat had geleden aanwezig was bij een feestmaal, kwam er een vrouw binnen. Ze had een albasten flesje bij zich dat gevuld was met zeer kostbare, zuivere nardusolie. Ze brak het flesje en goot de olie uit over zijn hoofd. Sommige aanwezigen zeiden geërgerd tegen elkaar: Waar is deze verkwisting goed voor? Die olie had immers voor meer dan driehonderd denarie verkocht kunnen worden, en dat geld hadden we aan de armen kunnen geven. Ze voeren tegen haar uit. Maar Jezus zei: Laat haar met rust, waarom vallen jullie haar lastig? Ze heeft iets goeds voor mij gedaan. Want de armen zijn altijd bij jullie en jullie kunnen weldaden aan hen bewijzen wanneer je maar wilt, maar ik zal niet altijd bij jullie zijn. Wat ze kon, heeft ze gedaan: ze heeft mijn lichaam nu al met olie gebalsemd, met het oog op mijn begrafenis. Ik verzeker jullie: waar ook maar ter wereld het goede nieuws verkondigd wordt, zal ter herinnering aan haar verteld worden wat zij heeft gedaan. Toen ging Judas Iskariot, een van de twaalf, naar de hogepriesters om hem aan hen uit te leveren. Toen zij dit hoorden, waren ze opgetogen en beloofden ze hem geld te zullen geven. En hij zon op een mogelijkheid om hem op een geschikt moment uit te leveren.

7 Zingen: Ik heb mijn haar voor jou ontbonden (1 en 4: gelegenheidskoor, 2 en 3: vrouwen) (tekst en muziek: Marten Kamminga) 2 Ik laat mijn tranen voor je stromen. Voor jou heb ik geen schaamte meer Je hebt me in jouw hart genomen Ik laat mijn tranen voor je stromen. Voor jou heb ik geen schaamte meer. 3 Ik wil je goede voeten wijden. Zij moeten straks de doodsweg gaan. O lief! Je zult zo gruwelijk lijden Ik zal je goede voeten wijden. Zij moeten straks de doodsweg gaan.

8 4 Ik zal je lijf tot in het graf verzorgen. Jouw liefde heeft voor eeuwig mij geraakt. Ik zal je lijf tot in het graf verzorgen. Al wordt je lichaam in een groep verborgen. Jouw liefde heeft voor eeuwig mij geraakt. Lezing: Marcus 14: Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood, wanneer het pesachlam wordt geslacht, zeiden zijn leerlingen tegen hem: Waar wilt u dat wij voorbereidingen gaan treffen, zodat u het pesachmaal kunt eten? Hij stuurde twee van zijn leerlingen op pad en zei tegen hen: Ga naar de stad. Daar zal een man die een kruik water draagt jullie tegemoet komen; volg hem en wanneer hij ergens binnengaat, moeten jullie tegen de heer des huizes zeggen: De meester vraagt: Waar is het gastenvertrek waar ik met mijn leerlingen het pesachmaal kan eten? Hij zal jullie een grote bovenzaal wijzen, die al is ingericht en waar alles gereedstaat; maak daar het pesachmaal voor ons klaar. De leerlingen vertrokken naar de stad en alles gebeurde zoals hij gezegd had, en ze bereidden het pesachmaal. Toen de avond was gevallen, kwam hij met de twaalf. Terwijl ze aanlagen voor de maaltijd, zei Jezus: Ik verzeker jullie: een van jullie, die met mij eet, zal mij uitleveren. Ze werden bedroefd en vroegen een voor een aan hem: Ik ben het toch niet? Maar hij zei tegen hen: Het is een van jullie twaalf, die met mij uit dezelfde kom eet. Want de Mensenzoon zal heengaan zoals over hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was. Zingen: Aan uw tafel gezeten (1: gelegenheidskoor, 2 en 3: allen) (Nader tot jou 163 tekst en melodie: Marten Kamminga)

9 2 Aan uw tafel gezeten kunnen wij eten: God met ons. Niemand wordt vergeten. Wij mogen eten: God met ons. Ik heb wat brood en jij een vis. t blijkt dat er zo voldoende is. Ieder heeft wat te geven: zo is het leven: God met ons. 3 Ook al zijn wij met velen: Wij kunnen delen: God met ons. Hij gebruikt juist dat beetje en daarmee weet je: God met ons. Jij deelt je glimlach, ik mijn traan; Zo delen wij in zijn bestaan. Overvloed zal hij geven: gelukkig leven: God met ons.

10 Uitleg en verkondiging: Uit liefde geschonken Zingen: lied 563: 1 (gelegenheidskoor), 2, 3 en 4 (allen) 2 Heeft niet diezelfde geur als kind hem al omhuld? Een wolk van mirre heeft zijn kribbe rijk gevuld. Een wijze gaf het aan, sprak woordeloos van rouw als teken hoe Hij ooit zijn einde vinden zou.

11 3 Ik spaarde levenslang de balsem in mijn kruik, mijn laatste zorg en wens, naar het aloud gebruik. Dit leven met de dood is afgelegd sinds hij mij al zijn liefde bood. Zijn sterven maakt mij vrij. 4 Het weten van zijn dood blijft mij mijn leven bij. Maar wie komt in mijn uur en zalft met liefde mij? Hij die van het begin tot aan het bittere end de koninklijke geur van pure mirre kent. Gebeden stil gebed v.:. zo bidden en zingen wij: (368d) Inzameling van gaven

12 MAALTIJD VAN DE HEER Uitnodiging Gezongen tafelgebed: Maaltijd (tekst en muziek: Marten Kamminga) Neem, eet, dit is mijn lichaam. Neem, drink, dit is mijn bloed. Eet, drink: vergeving van zonden; in het koninkrijk van mijn vader drink ik met jullie de nieuwe wijn, in het koninkrijk van mijn vader, daar zal de vreugde zijn. Mensen gebroken, eten met Jezus, dood wordt nieuw leven: breuk wordt band. Bloed gaat weer stromen, lichaam gaat leven; eten en drinken uit Gods hand. Neem, eet, dit is mijn lichaam. Neem, drink, dit is mijn bloed. Eet, drink: vergeving van zonden; in het koninkrijk van mijn vader drink ik met jullie de nieuwe wijn, in het koninkrijk van mijn vader, daar zal de eeuwige vreugde zijn. Mensen gebroken, eten met Jezus, dood wordt nieuw leven: breuk wordt band. Bloed gaat weer stromen, lichaam gaat leven; eten en drinken uit Gods hand. Neem, eet, dit is zijn lichaam. Proost, drink, dit is zijn bloed. Dans, feest: vergeving van zonden; in het koninkrijk van zijn vader drinken wij samen de nieuwe wijn, in het rijk van onze vader, daar zal de eeuwige vrolijke, stralende, heerlijke, zalige vreugde zijn. We bidden het Onze Vader We wensen elkaar de vrede van Christus Uitdelingswoorden We delen brood en wijn Tijdens de rondgang zingen we lied 377

13 Zoals ik ben, met al mijn strijd, mijn angsten en onzekerheid, mijn maskers en mijn ijdelheid - o Lam van God, ik kom. Zoals ik ben, verdoofd, verblind, tast ik naar U, die mij bemint, bij wie mijn ziel genezing vindt - o Lam van God, ik kom. Zoals ik ben, ontvangt Gij mij, reinigt, vergeeft, omarmt Gij mij, vervult, verlicht, verwarmt Gij mij - o Lam van God, ik kom. Zoals ik ben, in U te zijn en Gij in mij, in brood en wijn: Uw ziel, uw levenskracht wordt mijn - o Lam van God, ik kom. Zoals ik ben ja, dat ik dan de lengte, breedte, hoogte van Uw diepe liefde vatten kan: o Lam van God, ik kom. Zoals ik ben: dat ik uw naam nu al, met alle heiligen saam en eens ook voor uw troon beaam - o Lam van God, ik kom. Dankgebed v.: g.: God van liefde, Gij hebt ons gevoed met uw gaven: brood uit de hemel en wijn van het koninkrijk. Laat dat voor ons een teken zijn dat U ons nabij bent, dat wij van U zijn, door U gevoed, door U geliefd. Blijf ons nabij, ook in de nacht die komt, in de naam van Hem die ons is voorgegaan, Jezus, de Levende. Amen

14 Lezing: Marcus 14: Nadat ze de lofzang hadden gezongen, vertrokken ze naar de Olijfberg. Jezus zei tegen hen: Jullie zullen allemaal ten val komen, want er staat geschreven: Ik zal de herder doden, en de schapen zullen uiteengedreven worden. Maar nadat ik uit de dood ben opgewekt, zal ik jullie voorgaan naar Galilea. Petrus zei tegen hem: Misschien zal iedereen ten val komen, maar ik niet! Jezus antwoordde: Ik verzeker je: juist jij zult me vannacht, nog voor de haan tweemaal gekraaid heeft, driemaal verloochenen. Maar Petrus hield met grote stelligheid vol: Al zou ik met u moeten sterven, ik zal u nooit verloochenen. Alle anderen zeiden iets dergelijks. Zingen: In de steek gelaten door zijn vrienden (1: gelegenheidskoor, 2 en 3 allen) (Nader tot jou tekst en muziek: Marten Kamminga)

15 2 Als het moeilijk wordt, dan wil ik vluchten als het erop aankomt. Ik vermijd het slachtoffer te worden als het erop aankomt. Heer, U geeft niets om mijn mooie woorden, woorden van gemakzucht uit de luie stoel. O Heer, U haat al mijn theorieën. Mannentaal op afstand achter mijn bureau. refrein 3 Heer, al laat ik het er vaak bij zitten als het erop aankomt. Toch weet ik dat U mij nimmer afwijst, dat het dáárop aankomt. Ik hoor bij U, ondanks al mijn falen, ondanks al mijn slapheid, ondanks mijn gebrek. Ik hoor bij U, ondanks al mijn dwalen, ondanks mijn gemakzucht, ondanks al mijn vrees. refrein We verlaten in stilte de kerk Op Goede Vrijdag wordt de dienst voortgezet. Die dienst begint om uur. Op Stille Zaterdag komen we samen om uur. Voor de kinderen is er op Stille Zaterdag een Paaswake om uur. Zo gaan we met elkaar Op weg naar Pasen.

16