BELEIDSPLAN ONDERHOUD EN INSTANDHOUDING GEBOUWEN 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BELEIDSPLAN ONDERHOUD EN INSTANDHOUDING GEBOUWEN 2012"

Transcriptie

1 BELEIDSPLAN ONDERHOUD EN INSTANDHOUDING GEBOUWEN 2012 Afdeling Openbare Ruimte Team B&O, Bouwkunde Oktober 2012

2 Beleidsplan Onderhoud en Instandhouding Gebouwen 1. SAMENVATTING BELEIDSPLAN 1.1 Algemeen Strategisch beleidsplan Tactisch beheersplan Operationeel uitvoeringsplan Financiële paragraaf Slotwoord ALGEMEEN 2.1 Inleiding Planmatig onderhoud Eigendommen-inventarisatie Van beleid naar uitvoering Onderhoud aan gebouwen? Ontwikkelingen Wettelijke verplichtingen tot onderhoud Conditiemeting feitelijke situatie Conditie afhankelijk beheer, inspectiemethodiek Relatie in conditieniveau en onderhoudsniveau STRATEGISCH BELEIDSPLAN 3.1 Inleiding Doelstelling Gewenst kwaliteitsniveau in onderhoud Referentiekader PvE&O Beleidskader voor het PvE&O Herstel Urgentie Monitoring Beleidsplan FINANCIELE PARAGRAAF 4.1 Financiële middelen voor gebouwonderhoud Financiële budget gebouwonderhoud Benodigde financiële middelen voor gebouwonderhoud vanaf Analyse en nadere toelichting gebouwonderhoud Terugdringen van de kosten in gebouwonderhoud Uitgesteld en achterstallig onderhoud Financiële dekking voor gebouwonderhoud SLOTWOORD 5.1 Slotwoord.. 29 Bronvermelding en literatuuroverzicht. 30 Bijlage(n) I

3 1. SAMENVATTING 1.1 Algemeen Het Besluit Begroting en Verantwoording (BVV) verplicht provincies en gemeenten tot het vaststellen van beleid ten aanzien kapitaalsgoederen. Het voorliggende Beleidsplan Onderhoud en Instandhouding Gebouwen voorziet voor de betreffende categorie kapitaalsgoederen hierin. Om deze beheerstaak op een doelmatige en efficiënte wijze te kunnen realiseren is een integraal en systematisch beheer voor de gebouwen en bouwkundige werken een noodzaak. Met het voorliggende beleidsplan Onderhoud en Instandhouding Gebouwen kan deze beheerstaak op een juiste wijze worden uitgevoerd. In deze samenvatting worden de belangrijkste onderwerpen op hoofdlijnen aangehaald. De onderbouwing en nadere uitwerking vindt u terug in het betreffende hoofdstuk en de bijlagen van deze beleidsnota. Om de juiste keuzes te kunnen maken en beslissingen te nemen bij het beheer en de instandhouding van gebouwen is een systematisch aanpak voor het onderhoud belangrijk. De wijze waarop, wordt vastgelegd in dit beleidsplan en vastgesteld door de gemeenteraad. In de beleidsnotitie wordt achtereenvolgens de kwaliteit voor het onderhoud en de instandhouding voor gebouwen in een Programma van Eisen voor Onderhoud (PvE&O) vastgesteld en de noodzakelijke financiële middelen voor het onderhoud. Het beleidsplan is onderverdeeld in totaal drie hoofdstukken, te weten; - Algemeen, waarin algemene informatie over onderhoud wordt behandeld, - Strategisch beleidsplan, met het kwaliteitskader voor onderhoud, - Financiële paragraaf. Het beleidsplan wordt ondersteund met bijlagen zoals; - Tactisch onderhoudsplan, waarin het meerjaren onderhoudsplan wordt opgesteld, - Operationeel uitvoeringsplan van planvorming tot uitvoering. Er is een inventarisatie uitgevoerd van de in totaal 199 gebouwen en bouwkundige objecten, verdeeld over 106 complexen waarbij gebruik is gemaakt van het overzicht Gemeentelijke Eigendommenadministratie Gemeente Lingewaard d.d. 1 januari Voor gebouwen op basis van Huur Onroerend Goed (HOG) heeft de gemeente op enigerlei wijze een onderhoudsplicht. Gebouwen welke zijn gevestigd met Recht van Opstal of Recht van Erfpacht zijn niet in eigendom van de gemeente en heeft de gemeente hiervoor dus ook geen onderhoudsplicht. Het onderhoud aan gebouwen en de wijze waarop dit moet worden uitgevoerd is naast een huur- of exploitatieovereenkomst ook vastgelegd in een aantal wettelijke bepalingen en voorschriften, waaronder het Burgerlijk Wetboek, Woningwet en de overige wet- en regelgeving zoals Milieuwetgeving, NENvoorschriften, Monumentenwet en Arbo-wet. Om de onderhoudstoestand van gebouwen op eenduidige wijze te kunnen beoordelen en de kwaliteit van onderhoud te kunnen bewaken wordt gebruik gemaakt conditiemeting. De methodiek omvat het eenduidig registreren van de meest voorkomende gebreken in meetbare resultaten. 1.2 STRATEGISCH BELEIDSPLAN ONDERHOUD GEBOUWEN Het Beleidsplan Onderhoud Gebouwen is erop gericht het gebouw in stand te houden voor de functie waarvoor het is ingericht en de bedrijfseconomische waarde van het onroerend goed binnen de vastgestelde instandhoudingtermijn van het gebouw of bouwwerk te behouden. Het technisch beheer en onderhoud dienen op de meest doelmatige en efficiënte wijze te worden uitgevoerd op een vooraf vastgesteld kwaliteitsniveau. 2012I

4 Het strategisch beleidsplan is een dynamisch instrument waarin op bestuurlijk niveau per object het kwaliteitsniveau van onderhoud middels een Programma van Eisen voor Onderhoud (PvE&O) de kwaliteit van onderhoud en instandhouding voor gebouwen is vastgelegd. Dit PvE&O vormt tezamen met de gebouwgegevens de basis van de MeerjarenOnderhoudPlanning (MOP) voor het betreffende gebouw. Met het vastleggen van dit gewenste kwaliteitsniveau wordt de minimale (nog acceptabele) onderhoudstoestand als ondergrens van een gebouw(onder)deel vastgelegd. Het PvE&O is de referentie (meetlat) voor de minimaal gewenste kwaliteit van de onderhoudstoestand voor het gebouw. Het conditieniveau is de waarde beoordeling van de feitelijke onderhoudstoestand. Door gebruik te maken van dezelfde grootheden zijn beide onderling vergelijkbaar. Het toe te kennen kwaliteitsniveau is gebaseerd op het beleidskader voor het PvE&O. Voor alle gebouwen wordt kwaliteitsniveau 3 (redelijk) voorgesteld. 1.3 TACTISCH BEHEERSPLAN ONDERHOUD GEBOUWEN Het tactisch onderhoudsplan (bijlage 1.1) ondersteunt het strategische beleidsplan en omvat de feitelijke onderhoudsplanning voor de komende jaren en het daaruit voortvloeiende jaarplan voor onderhoud. De MeerjarenOnderhoudPlanning (MOP) heeft tot doel om informatie te verstrekken aan de gebouweigenaar en/of beheerder van een object om de onzekerheid omtrent de onderhoudskosten van dat object voor de toekomst weg te nemen. De MOP geeft duidelijkheid aan, welke financiële middelen in de toekomst beschikbaar moeten zijn om de in het PvE&O vastgelegde kwaliteitsniveaus voor onderhoud te kunnen nakomen. Alle noodzakelijke onderhoudsactiviteiten kunnen in de MOP worden opgenomen. Planmatig onderhoud bestaat uit het op de meest effectieve wijze uitvoeren van onderhoud aan een object volgens vooraf bepaalde criteria en vastgelegd in een meerjaren onderhoud planning waarbij de meest efficiënte onderhoudsmaatregel wordt toegepast. Voor het actueel houden van de MOP zal deze periodiek moeten worden geactualiseerd middels monitoring van de MOP, inventarisatie van uitgevoerd onderhoud, (her)inspectie van het object, informatie-inwinning bij de gebouwgebruikers (klachten, wensen) en de beleidsmedewerker van de betreffende afdeling(en). 1.4 OPERATIONEEL UITVOERINGSPLAN ONDERHOUD GEBOUWEN Het operationeel uitvoeringsplan (bijlage 1.2) omvat de procedure om te komen tot realisatie van de geplande onderhoudsactiviteiten. Dit uitvoeringsplan volgt de opgestelde Meerjaren Onderhoud Planning en is gebaseerd op de door de gemeenteraad vastgestelde beleidsdoelstellingen voor gebouwonderhoud. Het operationeel uitvoeringsplan omvat alle voor het betreffende uitvoeringsjaar geplande onderhoudsactiviteiten, opgenomen in een OnderhoudJaarPlan (OJP). De noodzaak van het uit te voeren onderhoud wordt bepaald door het feitelijke conditieniveau in relatie tot het gewenste kwaliteitsniveau en de beschikbare middelen. 1.5 FINANCIELE PARAGRAAF Voor elk gebouw is een MeerjarenOnderhoudsPlan (MOP) opgesteld waarin alle te verwachten onderhoudsactiviteiten voor dat gebouw zijn opgenomen en de geraamde kosten opgenomen. Deze gegevens vormen de basis voor het vaststellen van de budgetten voor gebouwonderhoud. Het bepalen van de noodzakelijke middelen voor het onderhoud kan op verschillende manieren worden bepaald. Daarbij wordt gemaakt van de MOP s en de daaruit berekende kosten voor periodiek en planmatig onderhoud. Men onderscheid daarin een drietal methodieken, tw; 1. Jaarlijks uit de MOP s de benodigde middelen bepalen voor het betreffende uitvoeringsjaar. 2. Bepalen van een jaarlijkse reservering over een vastgestelde periode van meerdere jaren. 3. Bepalen van een jaarlijkse dotatie over een oneindige periode. 2012I

5 In bijlage 4.2 Kostenverloop Meerjarig Onderhoud is het effect van de jaarlijkse kosten bij de verschillende reserveringsvormen aangegeven. Voorgesteld wordt de reservering voor onderhoud en fondsvorming te baseren op het 10-jarig gemiddelde van de thans voorliggende MOP s. Het beleidsplan wordt elke vier jaar herzien. Bij deze herziening wordt de hoogte van de reservering bijgesteld op basis van de dan geldende onderhoudsverplichtingen over een zelfde periode van vier jaren. Op basis van deze tienjarige periode en de te verwachtte onderhoudskosten kunnen de daarvoor noodzakelijke middelen worden gedoteerd in een voorziening van waaruit het planmatig onderhoud gedekt kan worden. De budgetten voor het jaarlijks uit te voeren periodieke onderhoud worden opgenomen in de Programmabegroting over het betreffende boekjaar. Op basis van dit uitgangspunt bedragen de kosten voor het uitvoeren van het periodiek onderhoud jaarlijks ,= en de reservering voor planmatig onderhoud ,= waarmee het totaalbedrag voor onderhoud uitkomt op een bedrag van ,= per jaar. In het kader van Duurzaamheid bij onderhoudsactiviteiten wordt voorgesteld om jaarlijks een budget in de voorziening op te nemen ten bedrage van ,= per jaar, gelijk aan 2% van de reservering voor planmatig onderhoud. Dit bedrag moet wel gevonden worden binnen de reguliere onderhoudsbudgetten. Om de budgetten op een correct prijsniveau te handhaven dienen de bedragen voor onderhoud jaarlijks worden geïndexeerd, gebaseerd op de Risicoregeling Woning- en Utiliteitsbouw 1991 (RWU-1991). De nu berekende kosten voor periodiek onderhoud en de reservering voor het planmatig onderhoud zijn, in vergelijking met de huidige budgetten en reserveringen toegenomen. De huidige budgetten en reserveringen zijn gebaseerd op een eigendomsinventarisatie uit 2006 en betreft in totaal 144 gebouwen met een gezamenlijk bvo van m2. Uit een geactualiseerde inventarisatie van gemeentelijke eigendommen per 1 juli 2012 blijkt dat de omvang van het gebouwenbestand met 18 gebouwen en een gezamenlijk bvo van m2 is toegenomen. Daarnaast zijn in totaal 58 objecten voor openbaar beeldende kunstwerken aan het plan toegevoegd. Wanneer onderhoud niet op tijd wordt uitgevoerd waardoor de conditiescore zodanig verslechterd en niet meer wordt voldaan aan het gestelde kwaliteitsniveau is er sprake van achterstallig onderhoud. Uitgesteld onderhoud is een vorm van achterstallig onderhoud waarbij om bepaalde redenen of oorzaken ervoor gekozen is om onderhoud niet uit te voeren en de onderschrijding van de conditiescore ten opzichte van het kwaliteitsniveau bewust te laten ontstaan. Als gevolg van diverse investeringsprojecten en planontwikkeling is in 2006, bij het opstellen van het eerste beleidsplan voor gebouwen, bewust de keuze gemaakt om, gelet op de aard en omvang van deze plannen, voor deze gebouwen geen MOP op te stellen, het planmatig onderhoud uit te stellen en de betreffende gebouwen te beheren op storingsafhankelijk onderhoud. De gebouwen die bij deze plannen en projecten zijn betrokken zijn; Centrumplan Huissen met de gebouwen van voormalige Aloysiusschool en gymzaal aan de Langekerkstraat en de voormalige Julianaschool aan de Conventstraat, Kulturhus Gendt met Zaal Providentia Gendt, en plannen rondom het Cultureel centrum De Kinkel in Bemmel. Daarnaast zijn twee binnensportaccommodaties, in beheer en exploitatie bij Laco, aan de gemeente overgedragen, te weten; sporthal De Bongerd en gymzaal De Hoenderik beide te Bemmel. Ook voor deze sportgebouwen was op grond van de exploitatieovereenkomst geen MOP is opgesteld en er dus ook geen middelen zijn gereserveerd voor onderhoud. Voorts zijn de openbare culturele kunstwerken aan het plan toegevoegd. Door het uitstellen van periodiek en planmatig onderhoud bij deze gebouwen is de onderhoudstoestand dusdanig verslechterd dat er sprake is van een structurele achterstand in onderhoud waardoor de conditiescore voor onderhoud op bepaalde onderdelen of als totaalbeoordeling als matig tot slecht (niveau I

6 of slechter) moet worden aangemerkt en vallen buiten het in het beleidskader voorgestelde minimale kwaliteitsniveau, niveau 3. Omdat nieuwe ontwikkelingen of realisatie van deze uitgestelde plannen en projecten niet op korte termijn zijn te verwachten en dus ook deze gebouwen in stand worden gehouden, is ervoor gekozen om voor deze gebouwen alsnog een MOP op te stellen. In deze MOP s is, naast het reguliere onderhoud, ook de omvang van de verbeteringsmaatregelen (lees: herstel achterstallig onderhoud) als eenmalige kosten opgenomen. Dekking van uitgesteld en achterstallig gebouwonderhoud uit de voorziening Onderhoud Gebouwen dient op grond van de richtlijnen van de Commissie BBV ineens ten laste van de exploitatie te worden gebracht. De geraamde kosten voor uitvoering van het uitgestelde en achterstallig gebouwonderhoud bedraagt in totaal ,=. Voor de uitvoering van deze werkzaamheden moet dus een afzonderlijk krediet worden verstrekt. Ter dekking van de jaarlijkse onderhoudskosten wordt, onder voorbehoud van goedkeuring van de voorstellen in de Programmabegroting 2013, structureel een aanvullend budget beschikbaar gesteld (van in 2013, oplopend naar een bedrag van in 2014 en 2015). Hierdoor neemt het tekort op de jaarlijkse beheer- en onderhoudskosten af van in 2012 tot in 2014 en Samengevat worden de jaarlijks benodigde middelen voor het gebouwonderhoud voor de periode als volgt voorgesteld; Voorstel onderhoud op basis van kwaliteitsniveau volgens par. 3.5 Planm atig onderhoud - dotaties voorziening o.b.v. tienjarige periode Jaarlijks periodiek onderhoud - storingen en klachten keuringen en contracten jaarlijks basisonderhoud Toepassing duurzaamheid Benodigde budgetten Dekking begroting Totaal begroot - Planmatig onderhoud (dotaties voorziening) Jaarlijks periodiek onderhoud Subtotaal Meerjarenbegroting "Indexering uitgaven" Voorstel Prorgam m abegroting Onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouw en Beschikbare budgetten Resumerend - Beschikbaar budget Benodigd budget /- Tekort Naast het structurele tekort van (2015) is, voor uitgesteld en achterstallig onderhoud van een aantal gebouwen, eenmalig een bedrag benodigd van In 2014 zal het resultaat van de in dit plan voorgestelde maatregelen, in de vorm van een tussentijdse evaluatie, aan de raad worden aangeboden. Met storing van de jaarlijkse dotatie ad blijkt dat een éénmalige dotatie ad nodig is om ook voor de komende jaren voldoende middelen beschikbaar te krijgen om de kosten van het planmatig 2012I

7 onderhoud te dekken. Dit bedrag is gebaseerd op het huidige gebouwenbestand. Dit bedrag zal lager worden naar gelang het resultaat van de maatregel om gebouwen af te stoten. Bij de Voorjaarsnota 2013 zal inzichtelijk gemaakt worden in hoeverre deze eenmalige dotatie noodzakelijk is. Om het beleidsplan financieel dekkend te krijgen binnen de huidige middelen met behoud van het beoogde kwaliteitsniveau 3 moet de onderhoudsverplichting voor de gemeente structureel worden verlaagd door; overdracht van onderhoudsactiviteiten aan huurders en gebruikers, verkoop van panden of sloop van de gebouwen. In bijlage 5.1 van het beleidsplan is een lijst opgenomen van alle panden waarvoor de gemeente als gebouweigenaar een onderhoudsverplichting heeft. Voor elk pand is, in overleg met de verschillende beleidsafdelingen, beoordeeld of het pand in aanmerking komt voor verkoop, eventueel belast met zakelijk recht, sloop of vermindering van de onderhoudsverplichting. In bijlage 5.2 is een tekstuele toelichting op deze lijst gegeven. Voorgesteld wordt om voor- en nadelen, behaald bij de verkoop van gebouwen (boekwinsten/-verliezen) te salderen en een eventueel positief saldo toe te voegen aan de onderhoudsvoorziening gebouwen. Als er geen of slechts een beperkt aantal gebouwen worden afgestoten en de noodzakelijke verlaging van de onderhoudskosten niet wordt bereikt, en geen (of slechts gedeeltelijk) aanvullend budget voor onderhoud of voor uitgesteld en achterstallig onderhoud beschikbaar komen is het in paragraaf 3.5 beoogde kwaliteitsniveau (gemiddeld niveau 3 = redelijk) niet haalbaar. Concreet betekend dit, in afwachting van het beoogde resultaat, een onvoorwaardelijke verlaging in het kwaliteitsniveau voor onderhoud aan alle gemeentelijke gebouwen naar een kwaliteitsniveau 4 (matig) of 5 (slecht). Met de beperkte middelen zal het onderhoudsniveau van de gebouwen met name van de buitenschil zo optimaal mogelijk worden houden. Voor de gebouwen met de beoordeling slecht zal voor deze categorie gebouwen geen planmatig onderhoud worden uitgevoerd en wordt getracht het gebouw wind- en waterdicht te houden. 1.6 SLOTWOORD Het voorliggend beleidsplan geeft het voorgenomen beleid weer voor de instandhouding en het beheer van gebouwen en bouwkundige objecten voor de jaren 2012 tot en met 2015.In dit beleidsplan wordt voor alle partijen (eigenaar, beheerder en gebruiker) een duidelijk kader gesteld, wordt aangegeven welke kwaliteitscriteria gelden bij het in stand houden van de bestaande gebouwen en op welke wijze het onderhoud wordt uitgevoerd. Mede door het opstellen van dit beleidsplan is er een duidelijk inzicht verkregen in de gemeentelijke kapitaalgoederen ten aanzien van gebouwen en bouwkundige objecten en op basis van het meerjaren onderhoudsplan de daaraan verbonden gemeentelijke onderhoudsverplichtingen, waarbij de noodzakelijke middelen voor de uitvoering van het onderhoud tijdig worden gereserveerd. Daaruit is ook duidelijk geworden dat de financiële dekking in relatie tot de beschikbare middelen voor de onderhoudskosten een belangrijke stempel zetten op het strategisch beleid ten aanzien van gebouwbeheer. De komende jaren zullen worden gebruikt om door middel van een periodieke monitoring een fijnafstemming en bijstelling in het MOP te laten plaatsvinden zodat uiteindelijk een zo maximaal mogelijke dekking van onderhoudskosten wordt verkregen. Door middel van de gebruikelijke planning en control momenten wordt het bestuur geïnformeerd over de uitgevoerde onderhoudsactiviteiten en de realisatie van de beoogde doelstellingen. Het beleidsplan is tot stand gekomen op voorstel van het de afdeling Openbare Ruimte, team Beheer en Onderhoud Bouwkunde in samenwerking met de diverse vakafdelingen. 2012I

8 2. ALGEMEEN 2.1 Inleiding Het Besluit Begroting en Verantwoording (BVV) verplicht provincies en gemeenten tot het vaststellen van beleid ten aanzien van kapitaalsgoederen. Het voorliggende Beleidsplan Onderhoud en Instandhouding Gebouwen voorziet voor de betreffende categorie kapitaalsgoederen hierin. Om deze beheerstaak op een doelmatige en efficiënte wijze te kunnen realiseren is een integraal en systematisch beheer voor de gebouwen en bouwkundige werken een dringende noodzaak. In 2006 is er een meerjarenplan voor alle gemeentelijke gebouwen en bouwkundige objecten opgesteld. Gebouwen welke zijn aangekocht voor of waarvan bekend is dat zij behoren bij een planontwikkeling zijn (gezien de ontwikkelingen) begin 2012 ook opgenomen in het systeem. Een doelmatig, duurzaam en efficiënt gebouwbeheer is alleen mogelijk met een integraal onderhoudsplan waarbij alle gebouwen en bouwkundige objecten worden vastgelegd in een Gebouwdossier. Dit gebouwdossier omvat een aantal onderdelen waaronder; - Objectanalyse, bestaande uit een projectomschrijving met de gebouwhistorie, specifieke kengetallen, maatvoering en hoeveelheden, - Tekeningen van plattegronden en gevelaanzichten van het object, visueel ondersteunt met fotomateriaal, - Meerjaren onderhoudsplan, met daaraan gekoppeld de budgettering voor onderhoud- en instandhouding, - Energiebeheer, met registratie van energieverbruik en maatregelen tot energiebesparing. De objectanalyse en (digitale) tekeningen zijn reeds op hoofdlijnen opgesteld en maken onderdeel uit van de voorbereiding van dit beleidsplan en de totstandkoming van het meerjaren onderhoudsplan. In de toekomst zullen deze gegevens via monitoring met alle betrokkenen in het beheer en gebruik van de gemeentelijke gebouwen verder gedetailleerd en nader uitgewerkt worden. Met bovengenoemd gebouwendossier en de periodieke actualisatie van de diverse onderdelen in dit dossier is het mogelijk de bouwkundige objecten op een efficiënte en doelmatige wijze in stand te houden. De gebouwen voor onderwijs maken geen deel uit van dit beleidsplan en blijven derhalve buiten verdere behandeling. Deze gebouwen behoren niet tot het gemeentelijk vastgoedbezit en het onderhoud is vastgelegd in ministeriële regelingen en vergoedingen. De afdeling Beleids- en Projectontwikkeling (BPO) team Sociaal Beleid verzorgt in overleg met de schoolbesturen het (extern) opstellen en jaarlijks actualiseren van de MeerjarenOnderhoudsPlannen voor deze gebouwen. Dit voorliggend beleidsplan heeft betrekking op de bestaande gebouwen en daarin aanwezige voorzieningen en technische installaties en behoren tot het gemeentelijk vastgoedbezit. Functionele verbeteringen, aanpassingen en/of uitbreiding van de bestaande gebouwvoorzieningen welke geen betrekking hebben op de instandhouding of het onderhoud van gebouwen moeten als kapitaalswerken worden aangemerkt. Dit betekent dat de uit dit beleidsplan en meerjaren onderhoudsplanning gegenereerde budgetten en middelen uitsluitend kunnen worden ingezet voor de uitvoering van het onderhoud van de bestaande voorzieningen. 2.2 Planmatig onderhoud Om goed onderbouwde keuzes te kunnen maken en de juiste beslissingen te nemen bij het beheer en de instandhouding van gebouwen en bouwkundige werken is een planmatige aanpak voor het onderhoud belangrijk. Dit planmatige onderhoud omvat een aantal onderdelen welke in een beleidsplan moeten worden vastgelegd. Om goed te kunnen functioneren is een duidelijk standpunt vereist van de gemeenteraad in de vorm van een helder beleidskader. In deze beleidsnotitie wordt achtereenvolgens ingegaan op de kwaliteit voor het onderhoud en de instandhouding voor gebouwen wat uiteindelijk zal resulteren in een vast te stellen Programma van Eisen voor Onderhoud (PvE&O). 2012I

9 Aan de hand van dit PvE&O wordt vervolgens een Meerjaren Onderhoud Planning (MOP) opgesteld op basis waarvan de noodzakelijke middelen voor het toekomstig onderhoud kunnen worden gereserveerd en een inventarisatie kan worden opgesteld voor de feitelijke uitvoering van het planmatig gebouwonderhoud. Schematische weergave besluitvorming: schema uit PowerPoint presentatie 2.3 Eigendommen-inventarisatie Om een duidelijk en zo volledig mogelijk overzicht te verkrijgen in de omvang van de gemeentelijke onderhoudsverplichtingen aan gebouwen en de daaraan verbonden financiële consequenties is allereerst een inventarisatie van de gemeentelijke gebouwen noodzakelijk. Hierbij is gebruik gemaakt van het overzicht Gemeentelijke Eigendommenadministratie Gemeente Lingewaard peildatum 1 januari Aan de hand van dit overzicht zijn de bebouwde kadastrale eigendommen alle gebouwen en bouwkundige werken geïnventariseerd. Door de diversiteit van de gebouwfuncties en gebruiksrechtovereenkomst is op basis van de van toepassing zijnde gebruiksrechten een selectie gemaakt. Deze gebruiksrechten voor gebouwen kunnen worden onderverdeeld in; HOG Huur Onroerend Goed RvO Recht van Opstal RvEp Recht van Erfpacht Voor gebouwen op basis van Huur Onroerend Goed (HOG) heeft de gemeente op basis van een huur- of exploitatieovereenkomst een onderhoudsplicht. Gebouwen welke zijn gevestigd met Recht van Opstal of Recht van Erfpacht zijn niet in eigendom van de gemeente en heeft de gemeente hiervoor dus ook geen onderhoudsplicht. Deze gebouwenselectie is gelet op de omvang en diversiteit in gebruikersfunctie door ons gerangschikt naar product overeenkomstig de productgroepindeling zoals deze wordt gehanteerd in de gemeentelijke begrotingen. Meerdere gebouwen binnen een productgroep worden vervolgens gerangschikt op dorpskern, postcode en gebouw. Op deze wijze wordt aan elk complex van gebouwen een uniek maar herkenbaar complexnummer toegekend. Vervolgens wordt aan de binnen het complex gelegen gebouwen een gebouwnummer toegekend. Complex- en gebouwnummer zullen worden gebruikt bij alle interne en externe correspondentie aangaande het gebouw. Uit de Gemeentelijke Eigendommenadministratie Gemeente Lingewaard zijn in totaal 199 gebouwen en bouwkundige objecten met de gebruiksrechten HOG geselecteerd, verdeeld over 106 complexen, welke in de volgende categorieën kunnen worden onderverdeeld; 2012I

10 Aantal complexen en gebouwen verdeeld naar functie peildatum 1 januari 2012 Gebouwcategorie Aantal complexen Aantal gebouwen Huisvesting voor Algemene Dienst; Werkplaatsen en stallingruimten 2 7 Kantoren 2 4 Brandweerposten 4 4 Subtotaal Huisvesting voor Algemene Dienst 8 15 Eigendommen niet voor Algemene Dienst bestemd; Woningen 3 5 Woonwagencentra s (standplaatsen+huurwoonwagens) 3 25 Kantoor-, bedrijf- en opslagruimten 5 7 Begraafplaatsen 4 6 Dierenparken 3 3 Opstallen tbv bouwgrondexploitatie 3 4 Riolering / waterzuivering 5 5 Overige gebouwen 5 5 Subtotaal Eigendommen niet voor Algemene Dienst Huisvesting onderwijs; Sportaccommodaties; Basisonderwijs Speciaal onderwijs 2 3 Voortgezet onderwijs 3 9 Subtotaal Huisvesting onderwijs Club- en kleedgebouwen van sportverenigingen Gymnastieklokalen (excl. gymzalen behorende bij scholen) 6 6 Welzijnsaccommodaties; Sporthallen 3 5 Subtotaal Sportaccommodaties Ontmoetingscentra s en dorpshuizen 8 10 Kinderopvang 4 20 Jeugd- en jongerenwerk 4 4 Monumenten 4 4 Overige gebouwen 6 7 Openbare beeldende kunstwerken en -objecten Subtotaal Welzijnsaccommodaties Totaal Aantal gebouwen onderverdeeld naar (woon)kernen peildatum 1 januari 2012 Categorie Woonkern Huissen Gendt Bemmel Haalderen Doornenburg Angeren Totaal Huisvesting voor Algemene Dienst Eigendommen niet voor Alg.Dienst bestemd Huisvesting onderwijs Sportaccommodaties Welzijnsaccommodaties Totaal Een totaaloverzicht van alle gemeentelijke gebouwen en bouwkundige objecten en de daarbij behorende gebouwcoderingen zijn in bijlage 2.1 weergegeven. 2012I

11 2.4 Van beleid naar uitvoering Op basis van het strategisch beleid, de inventarisatie van de onderhoudsplichtige gebouwen en objecten en uit te voeren beheerstaken wordt een Meerjaren Onderhoud Planning (MOP) opgesteld. Na vaststelling van het beleidsplan en de MOP is het van groot belang dat dit actueel wordt gehouden door de gegevens periodiek te actualiseren. Deze actualisering bestaat uit monitoring van de gebouwen, een inventarisatie van uitgevoerd onderhoud, waar nodig een (her)inspectie van het object, informatie-inwinning bij de gebouwgebruikers (klachten, wensen) en/of een wijziging in het gebruik. Met deze informatie kan vervolgens de actualisering van de MOP worden doorgevoerd. Bovengenoemde periodieke monitoring zal in overleg en in samenwerking tussen de betreffende beleidsafdelingen en de beheersafdeling OBR team B&O/bouwkunde worden uitgevoerd. Het opstellen van een operationeel uitvoeringsplan geschiedt jaarlijks waarbij door middel van Marap s aan het dagelijks bestuur wordt gerapporteerd over de realisatie van de doelstellingen en de te verwachten onderhoudstaken voor het volgende uitvoeringsjaar. 2.5 Onderhoud aan gebouwen Het ontwerp van een gebouw, de locatie en situering, toegepaste materialen en afwerking, constructiewijze en gebruik bepalen in belangrijke mate de onderhoudskosten van een gebouw. Al deze onderdelen zijn onderhevig aan diverse invloeden van buitenaf zoals slijtage, veroudering en mechanische beschadigingen. Al deze aspecten bemoeilijken het zicht op de onderhoudsactiviteiten en de daarvoor benodigde budgetten. Om dit te ondervangen is het opstellen van een geautomatiseerde meerjaren onderhoud planning op basis van inspectie- en inventarisatiegegevens noodzakelijk. Met een meerjaren onderhoud planning wordt op een eenduidige en rationele manier het te verwachten (bouw)technisch onderhoud voor gebouwen en bouwkundige werken over een langere termijn inzichtelijk. Vanuit de MOP volgen financiële budgetteringen en reserveringen in de begroting en de uitvoering van het planmatig onderhoud. Kortom, de MOP maakt de financiële en praktische gevolgen van de diverse denkbare onderhoudscenario s duidelijk zichtbaar en waarborgt het vooraf vastgestelde kwaliteitsniveau. 2.6 Ontwikkelingen Areaalvergroting Voor nieuwbouw, door aankoop verworven gebouwen of bouwkundige eigendommen en bij uitbreiding of aanpassing / renovatie van bestaande gebouwen is het van groot belang om bij besluitvorming hierover de beheer-, onderhoud- en exploitatiekosten in de overweging mee te nemen. Daarbij is een nieuw of bijgesteld MOP een belangrijk instrument om de daarvoor benodigde middelen op te nemen. Ter onderbouwing hiervan dient voor deze gebouwen een concept huur- of gebruiksovereenkomst te worden afgesloten (en voor ingebruikname zijn ondertekend). Het opstellen hiervan moet deel uit maken van de projectopdracht. Geen overeenkomst betekent geen opname in het MOP en geen middelen voor onderhoud. Wijziging in gebruik of functie Ontwikkelingen op het gebied van functie en gebruik van gebouwen en stedenbouwkundige- en ruimtelijke ontwikkelingen zoals het sociaal-culturele maatschappelijke accommodatiebeleid, planontwikkeling waarbij sprake kan zijn van toevoeging of afstoten van gebouwen door aan-, verkoop of sloop zijn in dit beleidsplan niet meegenomen. Eerst na een definitief besluit over dergelijke ontwikkelingen kan een financiële doorrekening worden opgesteld over de onderhoudskosten. Duurzaamheid Op 15 december 2011 is de kadernotitie Duurzaamheid door de gemeenteraad goedgekeurd. Hiermee staan de gemeentelijke visie, ambities en doelen op het gebied van duurzaamheid ook voor het gemeentelijk onroerend goed vast. Teneinde uitvoering te geven aan dit beleid zullen alle onderhoudsactiviteiten worden afgestemd met deze kadernotitie. 2012I

12 Wetswijzigingen Nieuwe of wijziging van bestaande wetgeving waarvoor de gebouwen of installaties moeten worden aangepast zijn niet in dit plan meegenomen. Indien dergelijke wetwijzigingen van kracht worden zullen de aanpassingen als gevolg van deze wetgeving afzonderlijk voor besluitvorming aan het college en de raad worden aangeboden. 2.7 Wettelijke verplichtingen tot onderhoud Het onderhoud aan gebouwen en de wijze waarop dit moet worden uitgevoerd kan naast een huur- of exploitatieovereenkomst ook zijn vastgelegd in een aantal wettelijke bepalingen en voorschriften, waaronder; - Burgerlijk Wetboek (BW). Indien tussen huurder en verhuurder geen schriftelijke huurovereenkomst is opgesteld waarin het onderhoud is geregeld, regelt het BW de (minimale) wettelijke verplichtingen tot onderhoud bij huur en verhuur van gebouwen, welke zijn opgenomen in boek 7 titel 4 van het BW. Artikel 7:217 regelt in het algemeen dat de huurder verplicht is, voor zijn kosten kleine herstellingen te verrichten. Artikel 7:240 benoemt in het bijzonder voor woonruimten via het Besluit Kleine Herstellingen een aantal herstellingen die krachtens 7:217 voor rekening van de huurder komen. - Woningwet (Ww). In de Ww zijn voorschriften opgenomen voor gebouwen en bouwwerken. Zowel het Bouwbesluit (Bb) als ook de Bouwverordening (Bv) valt onder de werking van de Ww. In het Bb zijn, uit het oogpunt van veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid van een gebouw, voorschriften opgenomen aan (ge)bouw(onder)delen en de daarin aanwezige installaties. De Bv omvat o.a. voorschriften inzake de omgevingsvergunning (brandveiligheid). - Overige wet- en regelgeving. Naast het BW en Ww is er een veelheid aan wet- en regelgeving van kracht die van toepassing kunnen zijn op de technische kwaliteit van gebouwen en hun installaties. O.a worden hier genoemd de milieuwetgeving, de diverse NEN-voorschriften, de Monumentenwet en Arbo-wet waarin controle-inspecties en onderhoudsmaatregelen voor gebouwdelen en installaties zijn opgenomen of voorschriften op welke wijze het onderhoud, de vernieuwing of vervanging moet worden uitgevoerd. Bovengenoemde wettelijke verplichtingen kunnen, onafhankelijk van de conditie van de het onderdeel of onderhoudsactiviteit, aanleiding zijn om de wijze van onderhoud aan te passen of aanvullende voorzieningen te treffen. Daarnaast dient er voor elk in verhuur en/of in gebruik gegeven pand een huur- of gebruiksovereenkomst afgesloten te zijn met de gebruikers waarin o.a. de onderhoudsplicht is vastgelegd tussen huurder/gebruiker en de gemeente als verhuurder. De huur/in gebruikname mag pas geschieden nadat de overeenkomst door beide partijen is ondertekend. 2.8 Conditiemeting feitelijke situatie Om de onderhoudstoestand van gebouwen en bouwkundige werken op een juiste wijze te kunnen beoordelen en de kwaliteit ervan te kunnen bewaken die de persoonlijke interpretatie van de inspecteur achterwege laat, wordt door gebouwbeheerders in toenemende mate gebruik gemaakt van een methodiek die op eenduidige wijze het kwaliteitsniveau in onderhoud aangeeft. Deze technische meting is een helder referentiekader waardoor de kwaliteit bespreekbaar is aan de hand van eenduidige definities waardoor zowel de feitelijke onderhoudstoestand als ook de gewenste onderhoudskwaliteit op een eenduidig wijze kan worden vastgelegd. Een inspectie dient te zijn gericht op het bepalen van de kwaliteit van de onderhoudstoestand of wel de conditiemeting. De conditiemeting krijgt pas meerwaarde als men deze afzet tegen de gewenste conditiebepalingen. Aspecten als veiligheid, voorschriften, belevingswaarde, comfort, cultuurhistorische waarde, milieu, financiën, enzovoort spelen hierbij een medebepalende rol. Immers, aan welke aspecten geeft men voorrang en/of prioriteit. Met andere woorden; is kostenbeperking belangrijker dan veiligheid of de uitstraling van een pand? Of beleeft men het juist andersom? 2012I

13 Door de conditiemeting in relatie te brengen met de omvang en ernst ervan volgt een conditiescore van het betreffende onderdeel. Conditiemeting is een belangrijke methodiek voor het eenduidig beoordelen en registeren van het onderhoudsniveau van gebouwen en installaties. Het structureert de sturing op beleid en uitvoering en het geeft een goede en begrijpelijke aanduiding van kwaliteit en kosten. De implementatie van deze methodiek in relatie tot het gewenste onderhoudsniveau, vastgelegd in het Programma van Eisen voor Onderhoud (PvE&O) maakt dat resultaten in een meerjaren-onderhoudsplanning kunnen worden verwerkt. Door de eenduidige codering van de onderhoudstoestand van bouwdelen kunnen tijdens de beheerfase de onderhoudsactiviteiten verantwoord worden aangestuurd. 2.9 Conditie afhankelijk beheer, Inspectiemethodiek Voor het inspecteren van gebouwen en bepalen van de conditiemeting wordt gebruik gemaakt van de vastgestelde norm NEN :2011 nl Conditiemeting Deel 1: Methodiek en NEN :2008 nl Conditiemeting Deel 2: Gebrekenlijst. De methodiek omvat het registreren van de voorkomende gebreken op basis van een drietal kenmerken; belang of ernst van het gebrek, de intensiteit (stadium van ontwikkeling) en omvang. Deze drie aspecten bepalen op eenduidige wijze de conditiescore waarmee alle onderhoudstoestanden en gebreken kunnen worden vastgelegd. De feitelijke onderhoudstoestand van een bouw- of installatiedeel is met deze methodiek op eenduidige en objectieve wijze vastgesteld met een heldere en begrijpbare kwalificatie. Met heldere bewoordingen wordt een juiste indruk gegeven van de onderhoudstoestand van het bouwdeel. Deze inspectiemethode en de toepassing van NEN 2767 wordt in het beheer van de vastgoedsector als algemeen gebruikelijk aangemerkt. Derhalve zijn we van mening dat deze norm NEN :2011 in dit beleidsplan onverkort van toepassing moet worden verklaard voor het bepalen van de conditiescore. Belang of ernst Bij de classificatie van gebreken is de ernst van een gebrek wellicht de belangrijkste factor. Binnen de conditiemeting wordt een driedeling naar het belang of ernst van gebreken toegepast; - geringe gebreken zijn vooral van esthetische aard, zoals vervuiling en verkleuring - serieuze gebreken betekenen wel een degradatie van de betreffende bouwdelen, zonder het direct functioneren aan te tasten, bijvoorbeeld verwering, - ernstige gebreken doen direct afbreuk aan de functionaliteit van het betreffende bouw- of installatieonderdeel, Omvang Met de omvang van de gebreken wordt bedoeld de oppervlakte waarop het betreffende gebrek zich manifesteert. De omvang van een gebrek is de verhouding tussen het oppervlak waarop het gebrek voorkomt ten opzichte van de totaal te beschouwen oppervlakte. De omvang van het gebrek wordt uitgedrukt in een omvangscore waarin 5 gradaties worden gehanteerd welke zijn onderverdeeld naar percentage en de bijbehorende benaming. De omvangscore met bijbehorende percentages en omschrijving is opgenomen in tabel 2 NEN :2011. Intensiteit Gebreken zijn in meer of mindere mate visueel zichtbaar. Dit gegeven kan een indicatie geven van het stadium waarin het gebrek zich manifesteert. Voor het stadium waarin het gebrek verkeert wordt de term intensiteit gebruikt. Hiermee wordt aangegeven tot welk stadium het gebrek zich op moment van opname heeft ontwikkeld. De conditiemeting gaat uit van een onderverdeling van de intensiteit in drie klassen. Men onderscheidt het beginstadium, een gevorderd stadium en het eindstadium. De intensiteit-score en omschrijving is opgenomen in tabel 3 NEN : I

14 Voor de vertaling van deze gebreks-kenmerken naar conditiescore wordt gebruik gemaakt van een matrix welke uiteindelijk leidt tot een individuele conditiescore van een gebouwdeel. Deze individuele conditiescores kunnen óók worden verrekend naar een gemiddelde score voor het hele object. Deze score geeft met behulp van een zespuntenschaal het feitelijke conditieniveau van het betreffende onderdeel aan. Conditiescore Na het vaststellen van het belang van het gebrek, de omvangscore en intensiteit is het mogelijk om met deze drie gegevens de conditie te bepalen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de matrix in tabel 4 NEN :2011. Aan de hand van deze conditiematrix, wordt de conditiescore van het beschouwde onderdeel bepaald. Per bouw- of installatiedeel kan meer dan één gebrek voorkomen. Deze gebreken bepalen in principe gezamenlijk de conditie van het betreffende bouw- of installatiedeel. Voor het bepalen van de conditiescore voor deze situatie is in de NEN 2767 een berekeningsmethode opgesteld. Ten behoeve van de onderlinge communicatie en om met heldere bewoordingen een juiste indruk te geven van de onderhoudstoestand van het bouwdeel zijn de conditiescores nader omschreven. We onderscheiden de volgende conditiescores met de bijbehorende omschrijving; Conditiescore 1 - geen of zeer beperkte veroudering - Nieuwbouwkwaliteit. Gebreken als gevolg van veroudering komen niet voor. Installaties functioneren storingsvrij waardoor de bedrijfszekerheid zo optimaal mogelijk is gewaarborgd. Conditiescore 2 - beginnende veroudering - Invloeden van gebruik en weersinvloeden manifesteren zich in geringe mate, de eerste tekenen van veroudering zijn waarneembaar. Installaties functioneren, op een enkele uitzondering na, storingsvrij waardoor de bedrijfszekerheid voldoende is gewaarborgd. Conditiescore 3 - verouderingsproces is plaatselijk waarneembaar - Invloeden door gebruik en weersinvloeden manifesteren zich plaatselijk in geringe gebreken. Het verouderingsproces is waarneembaar. Het functioneren van de installaties kan een enkele keer worden verstoord. De gebreken hebben geen invloed op het functioneren van het bouw- of installatiedeel. De bedrijfszekerheid wordt niet nadelig geschaad. Conditiescore 4 - verouderingsproces is duidelijk waarneembaar - Bouw- en installatiedelen vertonen plaatselijk duidelijk waarneembare gebreken. Het verouderingsproces heeft het onderdeel duidelijk in zijn greep en krijgt in toenemende mate een negatief effect op de levensduur van het element. Het aantal storingen van installatiedelen neemt toe en de bedrijfszekerheid is matig gewaarborgd. Functievervulling komen plaatselijk voor of zijn reeds meerdere malen voorgekomen. Conditiescore 5 - verouderingsproces van het element is onomkeerbaar geworden - Met regelmaat worden ernstige gebreken aangetroffen hetgeen zelfs kan leiden tot directe gevolgschade voor andere elementen. De primaire functievervulling van installaties is niet meer gewaarborgd, Conditiescore 6 - maximaal gebrekenbeeld - Het verouderingsproces is dusdanig ver gevorderd dat er geen sprake meer is van functievervulling. De conditie is zo slecht dat het niet meer te classificeren is onder conditie 5. Er is sprake van een maximaal gebrekenbeeld en voortdurend treden storingen op in de functievervulling van de bouw- en installatiedelen. 2012I

15 2.10 Relatie van conditiescore en kwaliteitsniveau in onderhoud Nadat de conditiescore van een bouwdeel is vastgesteld wordt als vanzelfsprekend de vraag gesteld of de feitelijke onderhoudtoestand en de geconstateerde gebreken aanleiding zijn om over te gaan tot enige vorm van onderhoud of de noodzakelijk geachte herstelactiviteiten. De noodzaak om wel of niet over te gaan tot onderhoud of herstel wordt bepaald door twee factoren. Allereerst moet zijn vastgelegd wat het gewenst kwaliteitsniveau in onderhoud voor een gebouw of bouwdeel moet zijn. Ten tweede speelt ook de prioriteit om tot herstel over te gaan een belangrijke rol. Zowel het gewenste kwaliteitsniveau als ook de prioriteitstelling zal nader worden behandeld in het strategisch beleidsplan zoals is omschreven in bijlage I

16 3. STRATEGISCH BELEIDSPLAN 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt op strategisch beleidsniveau de kwaliteit voor het onderhoud en de instandhouding voor gebouwen vastgelegd. Deze geschiedt middels een Programma van Eisen voor Onderhoud (PvE&O). Dit PvE&O vormt samen met de gebouwvaste gegevens de basis van de Meerjaren Onderhoud Planning en hieruit volgen in een later stadium de noodzakelijke onderhoudsmaatregelen en de daarvoor benodigde middelen. Het strategisch beleidsplan is een dynamisch instrument waarin op bestuurlijk niveau door de gemeenteraad per object, het kwaliteitsniveau van onderhoud voor de diverse bouwonderdelen en gebouwinstallaties is vastgelegd. 3.2 Doelstelling Het Beleidsplan Onderhoud Gebouwen is erop gericht gebouwen in stand te houden voor de functie c.q. het gebruik waarvoor ze zijn ingericht en de bedrijfseconomische (vastgoed)waarde van het onroerend goed binnen de vastgestelde instandhoudingtermijn te behouden. Het daaruit voortvloeiende technisch beheer en onderhoud dient op de meest doelmatige en efficiënte wijze te worden uitgevoerd op een vooraf vastgesteld kwaliteitsniveau immers, de eigenaar/beheerder en gebruiker wensen een gebouw dat is toegesneden op zijn specifieke situatie. Als gebouweigenaar zijn flexibiliteit, reële investeringskosten en lage exploitatielasten van groot belang. Tevens is ook het behoud van kwaliteit van het gebouw en waarde van het kapitaal belangrijk. Gebruikers willen een gebouw waarin de beoogde functie van het gebruik ongestoord mogelijk wordt gemaakt en een gebouw waarin men zich prettig voelt. Om deze doelstelling te kunnen uitvoeren is een integraal en systematisch beheer voor de gebouwen en bouwkundige werken dringend noodzakelijk. Een doelmatig, duurzaam en efficiënt beheer is alleen mogelijk met een duidelijk geformuleerd en omschreven beleidsplan waarin de kwaliteit van onderhoud van het gebouw in een programma van eisen is vastgelegd. 3.3 Gewenst kwaliteitsniveau in onderhoud Het behouden van kwaliteit in onderhoud zonder referentiekader heeft geen waarde. Zonder dit vastgesteld kader is de noodzaak c.q. de aanleiding tot het uitvoeren van onderhoud of het te behalen gewenste effect op de uitgevoerde maatregelen niet te beoordelen en is deze beoordeling zoals ook bij het bepalen van het hiervoor behandelde conditieniveau persoonsgebonden en derhalve subjectief. Om eenduidigheid te krijgen in de kwaliteit van onderhoud is het vaststellen van het gewenste kwaliteitsniveau in onderhoud voor gebouwen en bouwkundige werken een belangrijk aspect. Dit kwaliteitsniveau wordt op een zelfde wijze benaderd zoals ook wordt gebruikt bij de hiervoor behandelde conditiescore. Zo wordt ook bij het bepalen van het gewenste kwaliteitsniveau gebruik gemaakt van een schaalverdeling welke correspondeert met het conditieniveau, aflopend in score van 1 tot en met 6. Het gewenste kwaliteitsniveau in de onderhoudstoestand van gebouwen en installaties wordt vastgelegd in het Programma van Eisen voor Onderhoud (PvE&O). Met het vastleggen van het gewenste kwaliteitsniveau wordt de minimale (nog acceptabele) onderhoudstoestand als ondergrens van een gebouw(onder)deel of installatie bepaald. Het kwaliteitsniveau in het PvE&O is de referentie (meetlat) van de minimaal gewenste kwaliteit van de onderhoudstoestand voor het gebouw. De conditiescore is de waarde beoordeling van de feitelijke onderhoudstoestand. Omdat zowel bij het bepalen van het conditiescore als ook het kwaliteitsniveau gebruik wordt gemaakt van dezelfde grootheid zijn beide onderling vergelijkbaar. 2012I

17 In de praktijk betekent dit dat, als het vastgestelde kwaliteitsniveau door de feitelijke onderhoudstoestand op basis van het conditieniveau wordt bereikt, de noodzakelijke onderhoudsmaatregelen moeten worden uitgevoerd teneinde de onderhoudstoestand van het bouwdeel en dus ook het conditieniveau dusdanig te verbeteren dat weer wordt voldaan aan het gewenste kwaliteitsniveau. Onderhoud op basis van conditieniveau 1 Conditieniveau verouderingsproces onderhoudsconditie na uitgevoerd onderhoud kwaliteitsniveau van onderhoud vlg. PvE&O conditieniveau feitelijke onderhoudstoestand (indien 6 conditie < PvE&O = moment voor het plegen van onderhoud) Levensduur Onderhoud cyclus De minimaal gewenste onderhoudskwaliteit moet worden beschouwd als een strategisch kader waaruit het tactisch beheersplan en operationele uitvoeringsplan kan worden opgesteld. 3.4 Referentiekader PvE&O Het kwaliteitsniveau voor onderhoud van gebouwen wordt onderverdeeld in een 6-tal niveaus die in hoofdlijnen overeenkomen met de conditiescore volgens de NEN Met een heldere omschrijving wordt de kwaliteit in onderhoud duidelijk omschreven in een voor eenieder begrijpelijke bewoordingen. We onderscheiden de volgende kwaliteitsniveaus; Kwaliteitsniveau 1, Uitstekend, nieuwbouwkwaliteit met een incidenteel voorkomend gebrek, Kwaliteitsniveau 2, Goed, invloeden vanuit gebruik en weersomstandigheden zijn in lichte mate waarneembaar, Kwaliteitsniveau 3, Redelijk, invloeden zijn duidelijk waarneembaar, incidenteel kan een storing in de functievervulling optreden, Kwaliteitsniveau 4, Matig, verouderingsproces is duidelijk waarneembaar, storingen in de functievervulling komen plaatselijk voor, Kwaliteitsniveau 5, Slecht, het verouderingsproces is onomkeerbaar, regelmatig komen ernstige gebreken voor. Functievervulling kan niet meer worden gewaarborgd, Kwaliteitsniveau 6, Zeer slecht, het verouderingsproces is dusdanig ver gevorderd dat voortdurend sprake is van storingen in de functievervulling. De gewenste kwaliteit kan op verschillende niveaus worden vastgelegd. Zo kan men ervoor kiezen om bij repeterend werk en gelijksoortige complexen voor een geheel complex van gebouwen een en dezelfde onderhoudskwaliteit vast te leggen. Een andere mogelijkheid is het vastleggen van de kwaliteit op het niveau van bouwelement. Een dergelijke fijnmazige kwaliteit wordt toegepast indien een gebouw zeer specifieke kenmerken heeft of een bijzonder gebruik kent waarbij de onderhoudskwaliteit van een bouwelement of de daaraan verbonden risico s bijzondere aandacht vragen. Gelet op de diversiteit van de functies van de gebouwen, en evenzoveel gebruikers wordt voorgesteld om het gewenste kwaliteitsniveau per gebouw(cluster) vast te leggen op het niveau van hoofdbouwdeel. 2012I

18 Op deze wijze kan op individueel gebouwniveau de kwaliteit worden bepaald en waar nodig incidenteel worden bijgestuurd door, voor bepaalde bouwdelen binnen een object, een hoger dan wel een lager kwaliteitsniveau vast te leggen. Indirect gevolg van het vastleggen van het kwaliteitsniveau voor onderhoud is, dat de bij de onderhoudsactiviteit behorende onderhoudscyclus wordt vastgelegd en daarmee ook de aan het onderhoud verbonden kosten. Hierop wordt in hoofdstuk 4 Financiën nader op ingegaan. De in het PvE&O te benoemen hoofdbouwdelen zijn; a. hoofddraagconstructie, bestaande uit de constructieve onderdelen van een gebouw waaronder fundering, vloeren, staalconstructies, dragende binnen- en buitenwanden, balklagen en kapconstructie, b. uitwendige scheidingsconstructies, bestaande uit de gevels inclusief de buitenwandopeningen, dakconstructie, -openingen en dakafwerkingen, c. inwendige scheidingsconstructies en afwerkingen, bestaande uit de niet dragende binnenwanden, binnenwandopeningen, vloer-, wand- en plafondafwerkingen, d. werktuigbouwkundige installaties, bestaande uit de gas en waterinstallatie, verwarmingsinstallatie, ventilatiesystemen, regelingen sanitairvoorzieningen en afvoeren, e. elektrotechnische installaties, bestaande uit elektrotechnische voedingen, (nood) verlichting, aarding en bliksembeveiliging en installaties voor telecommunicatie en ICT, f. terreinvoorzieningen en gebouwinrichting, bestaande uit niet-openbare terreinverhardingen, terreinafscheidingen en hekwerken, tuin- en straatmeubilair, vaste gebouwinrichting en inventaris. 3.5 Beleidskader voor het PvE&O Het is wenselijk om het toe te kennen kwaliteitsniveau vanuit een bepaalde visie te onderbouwen. Voorop moet staan dat, overeenkomstig de doelstelling in dit beleidsplan, de functie waarvoor een gebouw is ingericht en de bedrijfseconomische waarde van het onroerend goed binnen de vastgestelde instandhoudingtermijn van het gebouw of bouwwerk blijft behouden. De keuze en overweging hoe het vastgoed wordt beheert en in stand wordt gehouden en op welke wijze het onderhoud wordt uitgevoerd wordt door de eigenaar bepaald en is, behoudens onderdelen waarvoor een wettelijke onderhoudsverplichting geldt, niet aan wettelijke regels gebonden. De besluitvorming hierover vastgelegd in het PvE&O is een verantwoordelijkheid van de gemeenteraad. In praktische zin wordt er enerzijds door de gemeenschap van de gemeentelijke overheid verwacht dat zij als eigenaar van onroerend goed de gebouwen beheren en onderhouden zoals een goed huisvader betaamt en wordt er vanuit de gebruikers verwacht dat de gebouwen een representatieve uitstraling hebben welke in relatie staat tot het gebruik van dat gebouw. Anderzijds wordt er van de gemeentelijke overheid verwacht dat de beschikbare financiële middelen op een efficiënte en doelmatige wijze worden besteed. Op grond van bovenstaande argumenten moeten uitgangspunten worden vastgelegd voor het uiteindelijke PvE&O. Primair bepalend is hierin het bouwjaar van een gebouw, renovatie of onderhoudsactiviteit aan het gebouw. Vervolgens kan per cluster van gebouwen of per individueel object op grond van gebruik, status of nadere eisen en/of wensen tot een bijstelling van het kwaliteitsniveau in positieve of negatieve zin worden besloten. In de vastgoedsector wordt getracht het vastgoed zo efficiënt en effectief mogelijk te beheren en tegen de meest gunstigste (lage) kostprijs te onderhouden. Enerzijds wordt voor de verhuurbaarheid van het gebouw, de tevredenheid van de huurders / gebruikers en ter voorkoming van klachten en storingen een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau nagestreefd, anderzijds dienen voor een maximaal bedrijfsresultaat de uitgaven voor onderhoud worden beperkt. Uit vakliteratuur en bedrijfsinformatie blijkt dat bij een kwaliteitsniveau 3 de instandhouding van vastgoed zo optimaal mogelijk is te realiseren. 2012I

19 Bij het vaststellen van een hoger kwaliteitsniveau (1 of 2) dan de huidige conditiescore wordt mede door een intensievere onderhoudsfrequentie de functionaliteit beter gewaarborgd hetgeen tot uiting komt in een laag aantal meldingen van klachten en storingen. De jaarlijkse kosten voor onderhoud zullen (per niveau) ca. 10 tot 20 % hoger liggen en moet rekening worden gehouden met eenmalige kosten voor herstel, revisie of vervanging van het betreffende onderdeel op dit naar een hoger kwaliteitsniveau te verbeteren. Bij een lager gekozen kwaliteitsniveau (4, 5 of 6) dan de huidige conditiescore zullen weliswaar de kosten op jaarbasis voor onderhoud lager zijn (20 tot 25 %) maar zal de functionaliteit voor dat onderdeel door toename van klachten en storingen onvoldoende kunnen worden gewaarborgd en is er een groter risico op mogelijke directe en indirecte gevolgschade en zijn de kosten voor uitgebreider onderhoud of vervanging hoger. In bijlage is met een drietal praktische voorbeelden aangegeven wat een bepaald kwaliteitsniveau betekent in functionaliteit, onderhoudstoestand, toelaatbare gebreken en onderhoudskosten. Op grond van bovenstaande overwegingen wordt voorgesteld dat voor alle gebouwen en alle daarbij behorende hoofdbouwdelen a t/m f worden ingedeeld in kwaliteitsniveau 3, hetgeen neerkomt op een redelijk onderhoudsniveau. In praktische zin betekend dit dat invloeden duidelijk waarneembaar mogen zijn en dat incidenteel een storing in de functievervulling kan optreden. Voor bestaande gebouwen waarvoor een besluit is genomen deze te af te stoten of geheel te amoveren achten wij het niet verantwoord om deze gebouwen op het beoogde kwaliteitsniveau (niveau 3) te handhaven maar stellen voor deze te verlagen naar een kwaliteitsniveau 5. Dit betekent dat de onderhoudstoestand wordt teruggebracht tot de kwalificatie slecht waarbij het verouderingsproces onomkeerbaar is geworden, regelmatig ernstige gebreken kunnen voorkomen en de functievervulling niet meer kan worden gewaarborgd voor deze gebouwen. Samengevat worden de volgende kwaliteitsniveaus gehanteerd; - Voor alle gebouwen en de daarbij behorende hoofdbouwdelen geldt kwaliteitsniveau 3, - Af te stoten en te amoveren gebouwen verlagen naar kwaliteitsniveau 5. Het PvE&O voor gebouwen en bouwkundige werken is in deze beleidsnota als bijlage 3.1 opgenomen waarin voor elk onderhoudsplichtig gebouw/bouwkundig werk per bouwdeel op grond van bovenstaand kader het kwaliteitsniveau voor onderhoud is aangegeven. De in het PvE&O genoemde kwaliteitsniveau voor onderhoud dient als basis voor de Meerjaren Onderhoud Planning (MOP) en komen tot uiting in de inspectie/controle, planmatig onderhoud- en vervangingcyclus van bouw(onder)delen en installaties. 3.6 HerstelUrgentie Op basis van het conditieniveau en de hierna te behandelen meerjaren onderhoudsplanning (MOP) worden budgetten beschikbaar gesteld. In beginsel geldt dat alle geplande onderhoudsactiviteiten in het betreffende uitvoeringsjaar ook daadwerkelijk moeten worden uitgevoerd. Door aan gebreken op een aantal aspecten een waarde toe te kennen, krijgt men inzicht in de urgentie van het herstel. Om een verantwoorde keuze te kunnen maken welke onderhoudsactiviteit op korte termijn moet worden uitgevoerd, dan wel onderhoudwerkzaamheden waarvan uitstel naar een daaropvolgend uitvoeringsjaar acceptabel is, is het stellen van een prioriteiten een vereiste (keuze voor uitvoering van binnenschilderwerk of het vervangen van dakbedekking?). Het stellen van prioriteiten is feitelijk het vastleggen van risico s van gebreken en aan de hand daarvan het bepalen van de HerstelUrgentie (HU) 2012I

20 De HerstelUrgentie wordt bepaald met gebruikmaking van een risicomatrix. De risicomatrix maakt gebruik van in totaal zes aspecten en negen prioriteiten (1=hoge prioriteit, 9=lage prioriteit). Achterliggende gedachte van de risicomatrix is om aan te geven wat de risico s zijn als de geconstateerde gebreken niet binnen een termijn van drie jaar na constatering worden hersteld. De vastgestelde HU is vervolgens een bruikbaar hulpmiddel om op verantwoorde wijze een afweging te kunnen maken in situaties waarin om (budgettaire) redenen geplande onderhoudswerkzaamheden niet kunnen worden uitgevoerd en deze moeten worden doorgeschoven naar een daaropvolgend begrotingsjaar. De prioriteit binnen de diverse aspecten en de daaruit voortvloeiende HerstelUrgentie dient aan de hand van tabel E en F zoals opgenomen in bijlage 3.2 te worden bepaald. 3.7 Monitoring Beleidsplan Het voorliggende beleidsplan voor het onderhoud en instandhouding van de gebouwen wordt voorgesteld vanaf 2012 en de daarop volgende jaren 2013, 2014 en Om het beleidsplan actueel te houden en te kunnen inspelen op beleidswijzigingen op bestuurlijk niveau is het wenselijk het beleidsplan en de vastgestelde kwaliteitsniveaus voor onderhoud na het vierde jaar (2016) te actualiseren. Aan de hand van het vastgestelde geactualiseerde beleidsplan kan het team B&O/Bouwkunde van de afdeling OBR in samenwerking met de vakafdelingen op tactisch niveau de Meerjaren Onderhoud Planning bijstellen en actualiseren en vervolgens een operationeel uitvoeringsplan opstellen voor de voorbereiding en uitvoering van onderhoudstaken. 2012I

Workshop Conditiegestuurd onderhoud NEN Presentatie door Jos Brouwer

Workshop Conditiegestuurd onderhoud NEN Presentatie door Jos Brouwer Workshop Conditiegestuurd onderhoud NEN 2767 Presentatie door Jos Brouwer bbn adviseurs Opgericht in 1968, bijna 5 jaar 12 medewerkers Kantoren in: Houten Amsterdam Rotterdam Complete dienstverlening Vastgoedadvies

Nadere informatie

Gebouwen beheerplan

Gebouwen beheerplan Gebouwen beheerplan 2015-2018 Afdeling Grondgebied Team Bouwen 4 november 2015 Inhoud 1. Inleiding en samenvatting blz. 3 1.1 Inleiding blz. 3 1.2 Samenvatting blz. 3 2. Onderhoudsbeleid/ Uitgangspunten

Nadere informatie

Beleidsplan Gebouwd Vastgoed Team Openbare Ruimte en Vastgoed 13 september

Beleidsplan Gebouwd Vastgoed Team Openbare Ruimte en Vastgoed 13 september Beleidsplan Gebouwd Vastgoed 2016 Team Openbare Ruimte en Vastgoed 13 september 2016 2 Naam opsteller S.P. Overdijk / G. Wilting Datum vaststelling Team Openbare Ruimte en Vastgesteld door Vastgoed - bouwkunde

Nadere informatie

Conditiemeting volgens de NEN 2767 uitleg NEN opgesteld door PIT Beheer.

Conditiemeting volgens de NEN 2767 uitleg NEN opgesteld door PIT Beheer. Conditiemeting volgens de NEN 2767 uitleg NEN opgesteld door PIT Beheer. Inleiding De conditiemeting is als oorsprong ontstaan in Engeland. Dit is ontwikkeld door Housing Condition Surveys om de kwaliteit

Nadere informatie

NEN 2767 Goede kapstok en basis voor prestatiecontracten met inzet van automatiseringsconcepten

NEN 2767 Goede kapstok en basis voor prestatiecontracten met inzet van automatiseringsconcepten NEN 2767 Goede kapstok en basis voor prestatiecontracten met inzet van automatiseringsconcepten 17 september 2013 Nationale Conferentie Gebouw Automatisering Bijdrage door: Johan Smit Stakeholdersmodel

Nadere informatie

onderhoud. De visie en praktijk bij (Stadgenoot) Actief in Amsterdam; > bedrijfsruimten > parkeerplaatsen

onderhoud. De visie en praktijk bij (Stadgenoot) Actief in Amsterdam; > bedrijfsruimten > parkeerplaatsen Risicoanalyse en garantie in beheer en onderhoud. De visie en praktijk bij woningcorporaties (Stadgenoot) Een indruk van Stadgenoot. Actief in Amsterdam; > 32.525 woningen > 2.306 bedrijfsruimten > 3.125

Nadere informatie

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van : Onderwerp. : onderbouwing voorziening gemeentelijke accommodaties. Programma.

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van : Onderwerp. : onderbouwing voorziening gemeentelijke accommodaties. Programma. Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van : Onderwerp Programma : onderbouwing voorziening gemeentelijke accommodaties : Financiën Voorstelnummer : 18.32 Info bij afdelingshoofd : J.W.A. van der Heijden

Nadere informatie

Definitief 5/3/2010 Een gezamenlijke product van:.

Definitief 5/3/2010 Een gezamenlijke product van:. Inhoudsopgave 1 Welkom in de wereld van Technisch Beheer Inleiding NEN 2767: instrument voor het bepalen van de conditie Onderhoudniveaus 2 Voorbeelden Minimumniveau Basisniveau Plusniveau 3 Fotocollage

Nadere informatie

Conditiemetingen volgens NEN2767. To Simons

Conditiemetingen volgens NEN2767. To Simons Conditiemetingen volgens NEN2767 To Simons Probleem 1 Probleem 2 Vastgoedstrategie Van vastgoedbeleid naar uitvoering Van vastgoedbeleid naar uitvoering MeerJaren(onderhouds)Plan (MJP) Planmatig onderhoud

Nadere informatie

Welkom. Conditiemetingen volgens NEN De Praktijk

Welkom. Conditiemetingen volgens NEN De Praktijk Welkom Conditiemetingen volgens NEN 2767 De Praktijk Even voorstellen Marc Heijmans MRE Directeur PVM / Adviseur vastgoedmanagement Programmaleider / Docent: Opleiding RgdBOEI Vastgoedinspecteur/-adviseur.

Nadere informatie

Voorbeeld Meerjarenonderhoudsplan Rapport

Voorbeeld Meerjarenonderhoudsplan Rapport Voorbeeld Meerjarenonderhoudsplan Rapport Projectnummer : 4522999 Datum : 01-01-2013 Inhoudsopgave Gebouwinformatie 3 Adresgegevens. 3 Gebouwkenmerken.. 3 Geconstateerde onderhoudsconditie 4 Doel meerjaren

Nadere informatie

2011/ Raadscommissie AZ

2011/ Raadscommissie AZ RAADSVOORSTEL Onderhoud gemeentelijke eigendommen 2012 2016. 2011/ Raadscommissie AZ Auteur: Jan van den Hurk E-mail: j.hurk@uden.nl Raadscommissie PZ Raadscommissie REO Afdeling: Middelen Afd.hoofd: Claus

Nadere informatie

Conditiemetingen volgens NEN2767. To Simons

Conditiemetingen volgens NEN2767. To Simons Conditiemetingen volgens NEN2767 To Simons Vlisog (Vlaams initiatief voor systematisch onderhoud van gebouwen) Cluster van bedrijven, actief in onderhoud van gebouwen Opstart: gesteund door Vlaamse overheid,

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE RAAD: Raadsvergadering d.d. 06 november 2018 NR.: RI

VOORSTEL AAN DE RAAD: Raadsvergadering d.d. 06 november 2018 NR.: RI VOORSTEL AAN DE RAAD: Raadsvergadering d.d. 06 november 2018 NR.: RI-18-00417 Onderwerp: Meerjaren onderhoudsplannen en energielabels voor de gemeentelijke gebouwen. Agendapunt 5. Raadsvoorstelnummer 2018-70

Nadere informatie

Gemeentelijk eigendom

Gemeentelijk eigendom Gemeentelijk eigendom Startnotitie 'Aandacht voor verborgen subsidies, strategisch vastgoed en bezit vanuit een taak' Uitgangspunt startnotitie Binnen de gemeente Tiel is er tot op heden geen vastgesteld

Nadere informatie

Bijlage 2. Beleidsplan Beheer- en onderhoud gemeentelijke gebouwen

Bijlage 2. Beleidsplan Beheer- en onderhoud gemeentelijke gebouwen Bijlage 2 Beleidsplan Beheer- en onderhoud gemeentelijke gebouwen INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding...3 2 Doelstelling...3 3 Beleidsaspecten...3 3.1 Onderhoudsbeleid...3 3.2 Beheerbeleid...4 3.3 Overige beleidsaspecten...4

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Verhuur en exploitatie multifunctionele sporthal Duinwijck BBV nummer: 2013/520442

Raadsstuk. Onderwerp: Verhuur en exploitatie multifunctionele sporthal Duinwijck BBV nummer: 2013/520442 Raadsstuk Onderwerp: Verhuur en exploitatie multifunctionele sporthal Duinwijck BBV nummer: 2013/520442 1. Inleiding De gemeenteraad heeft middelen gereserveerd voor de bouw van een multifunctionele badmintonhal

Nadere informatie

g. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014-O.docx

g. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014-O.docx g. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014-O.docx Versie 18-09-2014 Openbare Werken Beleidsplan wegen Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1 Inleiding... 2 2 Bestaande situatie gemeentelijke gebouwen...

Nadere informatie

Vastgoed. Plan van Aanpak. Versie: Definitief Bestandsnaam: Datum opgesteld: 20-06-2014 Voor akkoord: Plan van aanpak: Vastgoed.

Vastgoed. Plan van Aanpak. Versie: Definitief Bestandsnaam: Datum opgesteld: 20-06-2014 Voor akkoord: Plan van aanpak: Vastgoed. Vastgoed Plan van Aanpak Plan van aanpak: Vastgoed Bestuurlijk L. van Rekom opdrachtgever L. Mourik opdrachtgever Naam projectleider L. van Hassel Versie: Definitief Bestandsnaam: Datum opgesteld: 20-06-

Nadere informatie

Reg.nr: FLO/2011/2725 Pagina 2 van 6

Reg.nr: FLO/2011/2725 Pagina 2 van 6 Reg.nr: FLO/2011/2725 Pagina 2 van 6 De huidige kwaliteit van het onderhoud De meerjaren onderhoudsplanning heeft in de afgelopen 8 jaar zijn nut absoluut bewezen. Op basis van de jaarlijkse inspecties

Nadere informatie

Beheer en onderhoud Nationaal Muziekkwartier

Beheer en onderhoud Nationaal Muziekkwartier Beheer en onderhoud Nationaal Muziekkwartier Nihad Mesevic Coördinator onderhoud Bereikbaar: Gemeente Enschede Hengelosestraat 51 Postbus 20 7500 AA Enschede 053-4818424 06-13695226 n.mesevic@enschede.nl

Nadere informatie

Onderhoud en vervanging

Onderhoud en vervanging Wet- en regelgeving Onderhoud en vervanging Algemeen Elk gebouw heeft onderhoud nodig, dus ook Scoutinggebouwen. Een goed Scoutinggebouw biedt een veilig en betrouwbaar onderkomen voor de leden en het

Nadere informatie

Beschrijving en berekeningen achterstallig onderhoud & renovatie maatschappelijke accommodaties gemeente Roerdalen

Beschrijving en berekeningen achterstallig onderhoud & renovatie maatschappelijke accommodaties gemeente Roerdalen Beschrijving en berekeningen achterstallig onderhoud & renovatie maatschappelijke accommodaties gemeente Roerdalen Team Vastgoed gemeente Roerdalen maart 2013 1 1. Achterstallig Onderhoud De afgelopen

Nadere informatie

Gemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. De Leidse Buitenschool (gymzaal)

Gemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. De Leidse Buitenschool (gymzaal) Gemeente Katwijk Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw De Leidse Buitenschool (gymzaal) Inhoudsopgave 1 Inleiding en samenvatting... 3 2 Vraagstelling... 3 3 Plan van aanpak... 4

Nadere informatie

RAPPORT. Rapport. Inspectierapport NEN2767. Voorbeeld project Dordrecht. Voorbeeld Vastgoed Dordrecht

RAPPORT. Rapport. Inspectierapport NEN2767. Voorbeeld project Dordrecht. Voorbeeld Vastgoed Dordrecht Inspectierapport NEN2767 RAPPORT Voorbeeld project Dordrecht Voorbeeld Vastgoed Dordrecht Rapport Nummer : 20142000 Datum : 23-01-2014 Status : Voorbeeldrapport Colofon Rapport voor Voorbeeld project Archimedesstraat

Nadere informatie

HOE STUUR JE ALS RAAD OP MAATSCHAPPELIJK VASTGOED? Een leidraad en routeboek voor de juiste informatie

HOE STUUR JE ALS RAAD OP MAATSCHAPPELIJK VASTGOED? Een leidraad en routeboek voor de juiste informatie HOE STUUR JE ALS RAAD OP MAATSCHAPPELIJK VASTGOED? Een leidraad en routeboek voor de juiste informatie Rekenkamercommissie Meierijstad 21 december 2017 AGENDA Leidraad en routeboek voor de juiste informatie

Nadere informatie

Info aan de raad. Raad: Beslissing:

Info aan de raad. Raad: Beslissing: Raad: Beslissing: Info aan de raad Info beschikbaar op : 4 november 2010 Raadsvergadering : 11 november 2010 Behandeld door : Ad Priems Portefeuillehouder : Eric van den Dungen Registratienummer : 153

Nadere informatie

NEN 2767 Conditiemeting en Risicosturing. Johan Smit

NEN 2767 Conditiemeting en Risicosturing. Johan Smit NEN 2767 Conditiemeting en Risicosturing Johan Smit Doel Inzicht in: Methodiek van conditiemeting en risicobeoordeling van gebreken voor gebouwen. Toepassing van NEN 2767 deel 1 en 2 in prestatiecontracten.

Nadere informatie

Onderwerp Vaststellen startnotitie (ver)bouw, beheer en onderhoud gemeentelijke gebouwen Vastgoed onder één dak

Onderwerp Vaststellen startnotitie (ver)bouw, beheer en onderhoud gemeentelijke gebouwen Vastgoed onder één dak OPENBAAR Adviseur: P. Driesen (VROM, tst. ) Portefeuillehouder: W.E. Tönjann - Levert 10.12133 1 ADVIESNOTA POLITIEKE RONDE d.d. 11 november 2010 Raadsvergadering d.d. 25 november 2010 Voorstel nr. 113/10

Nadere informatie

*ZE9C48C23CC* Raadsvergadering d.d. 16 december 2014

*ZE9C48C23CC* Raadsvergadering d.d. 16 december 2014 *ZE9C48C23CC* Raadsvergadering d.d. 16 december 2014 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.14-26406/DV.14-396, afdeling Ruimte. Sellingen, 11 december 2014 Onderwerp: Vaststellen Nota OOR (Onderhoud van de Openbare

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 1 Samenvatting van het voorstel. 2 Aanleiding. Openbaar. : Instellen voorziening Meerjaren Onderhoudsprogramma Gebouwen 2011-2019

Raadsvoorstel. 1 Samenvatting van het voorstel. 2 Aanleiding. Openbaar. : Instellen voorziening Meerjaren Onderhoudsprogramma Gebouwen 2011-2019 Raadsvoorstel Openbaar Voorstelnummer Onderwerp : 11RV000004 : Instellen voorziening Meerjaren Onderhoudsprogramma Gebouwen 2011-2019 Informatie aan de raad : - Debat in de raad : 16 maart 2011 Besluit

Nadere informatie

Collegevoorstel. Zaaknummer: 00403913. Onderwerp: beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014

Collegevoorstel. Zaaknummer: 00403913. Onderwerp: beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014 Onderwerp: beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014 Collegevoorstel Zaaknummer: 00403913 Feitelijke informatie Bijgaand treft u het raadsvoorstel aan tot vaststelling van de beleidsplannen

Nadere informatie

Gemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. De Windvang (noodgebouw)

Gemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. De Windvang (noodgebouw) Gemeente Katwijk Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw De Windvang (noodgebouw) Inhoudsopgave 1 Inleiding en samenvatting... 3 2 Vraagstelling... 3 3 Plan van aanpak... 4 3.1 Afbakening

Nadere informatie

Schouwrapportage voor 2015 S.M. Hugo van Gijnweg 1 t/m 215 te Dordrecht

Schouwrapportage voor 2015 S.M. Hugo van Gijnweg 1 t/m 215 te Dordrecht Schouwrapportage voor 2015 S.M. Hugo van Gijnweg 1 t/m 215 te Dordrecht Schouwrapport RAPPORT Inzake schouwresultaten van het benoemde object Rapport Nummer : 2014018 Datum : 04-10-2014 Status : Gereed

Nadere informatie

Gemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. De Duinroos (gymzaal)

Gemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. De Duinroos (gymzaal) Gemeente Katwijk Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw De Duinroos (gymzaal) Inhoudsopgave 1 Inleiding en samenvatting... 3 2 Vraagstelling... 4 3 Plan van aanpak... 4 3.1 Afbakening

Nadere informatie

Gemeente Borger-Odoorn Afdeling BOWG Opgesteld door: M.J. Meijer Kadernota Vastgoedbeleid versie 1.0 8 augustus 2007

Gemeente Borger-Odoorn Afdeling BOWG Opgesteld door: M.J. Meijer Kadernota Vastgoedbeleid versie 1.0 8 augustus 2007 Kadernota Gemeente Borger-Odoorn Afdeling BOWG Opgesteld door: M.J. Meijer Kadernota Vastgoedbeleid versie 1.0 8 augustus 2007 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Situatieschets... 3

Nadere informatie

Gemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. Willem van Veenschool (noodgebouw)

Gemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. Willem van Veenschool (noodgebouw) Gemeente Katwijk Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw Willem van Veenschool (noodgebouw) Inhoudsopgave 1 Inleiding en samenvatting... 3 2 Vraagstelling... 3 3 Plan van aanpak...

Nadere informatie

Projectnummer 16HBO Omschrijving werkwijze BBA. Actualiseren meerjaren- onderhoudsplannen Diverse objecten gemeente

Projectnummer 16HBO Omschrijving werkwijze BBA. Actualiseren meerjaren- onderhoudsplannen Diverse objecten gemeente Projectnummer Omschrijving werkwijze BBA Actualiseren meerjaren- onderhoudsplannen 2017 2026 Diverse objecten gemeente Voerendaal d.d. 23 september 2016 PROJECT: Omschrijving werkwijze BBA BETREFT: Omschrijving

Nadere informatie

Beantwoording vragen raadscommissie d.d inzake beheerplan civiele objecten

Beantwoording vragen raadscommissie d.d inzake beheerplan civiele objecten Beantwoording vragen raadscommissie d.d. 24 06 2014 inzake beheerplan civiele objecten De heer Zwijgers (CDA) geeft aan dat hij er vanuit gaat dat de genoemde bedragen maximale bedragen zijn. Klopt. Zo

Nadere informatie

SOLUTION MEERJARENONDERHOUDSPLAN MEERJARENONDERHOUD MET DE KRACHT VAN HET KWADRAAT

SOLUTION MEERJARENONDERHOUDSPLAN MEERJARENONDERHOUD MET DE KRACHT VAN HET KWADRAAT SPLAN MEERJARENONDERHOUD MET DE KRACHT VAN HET KWADRAAT UW GEBOUW IN CONDITIE, UW KOSTEN IN DE HAND Een meerjarenonderhoudsplan (MJOP), gemaakt met deskundig advies en vastgelegd in gebruiksvriendelijke

Nadere informatie

Meerjarenonderhoudsplan awzi NEN 2767: een evaluatie

Meerjarenonderhoudsplan awzi NEN 2767: een evaluatie Meerjarenonderhoudsplan awzi NEN 2767: een evaluatie Het Team Onderhoud van Hoogheemraadschap van Rijnland heeft opdracht verleend een drietal afvalwaterzuiveringinstallaties (awzi s) te inspecteren op

Nadere informatie

B en W - advies. Bouwen 81 Milieu. Jans Drost en Hettie Tychon. Financiën en Personeel Nummer. Ter bespreking. Ter besluitvorming

B en W - advies. Bouwen 81 Milieu. Jans Drost en Hettie Tychon. Financiën en Personeel Nummer. Ter bespreking. Ter besluitvorming B en W - advies Gemeente Elburg Afdelingshoofd Portefeuillehouder Afdeling Advies van Datum advies Advies O.R. I.o.m. afdeling(en) I.o.m. wijkcontactambtenaar M. Boukema Bouwen 81 Milieu Jans Drost en

Nadere informatie

Methodiek conditiemeting van gebouwen én infrastructuur. conditiemeting gebouwde omgeving. Nieuwe NEN brengt twee werelden samen:

Methodiek conditiemeting van gebouwen én infrastructuur. conditiemeting gebouwde omgeving. Nieuwe NEN brengt twee werelden samen: conditiemeting gebouwde omgeving objectief inzicht meerjaren plannen prioritering Nieuwe NEN 2767-1 brengt twee werelden samen: Methodiek conditiemeting van gebouwen én infrastructuur www.nen.nl Nieuwe

Nadere informatie

Registratienummer: ID Behorende bij: - raadsvoorstel RVO d.d. 29 maart raadsbesluit nr. RB d.d.

Registratienummer: ID Behorende bij: - raadsvoorstel RVO d.d. 29 maart raadsbesluit nr. RB d.d. N A - Registratienummer: ID 11.01795 Behorende bij: - raadsvoorstel RVO 11.0107 d.d. 29 maart 2011 - raadsbesluit nr. RB 11.0088 d.d. 16 N A 011- Inhoud I. Inleiding... 3 II. Huidige portefeuille... 5

Nadere informatie

Gemeente Houten. Onderhoud gemeentelijke accommodaties

Gemeente Houten. Onderhoud gemeentelijke accommodaties Gemeente Houten Onderhoud gemeentelijke accommodaties rapport: 120017-1 datum: maart 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Vastgoedbeheer 3 Onderhoud uitbesteden? 4 Advies 1 Inleiding 1.1 Aanleiding van de

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/16/26755 zaaknr.: Z/C/16/33885 Raadsvoorstel

documentnr.: INT/C/16/26755 zaaknr.: Z/C/16/33885 Raadsvoorstel *Z01863F2FE2* documentnr.: INT/C/16/26755 zaaknr.: Z/C/16/33885 Raadsvoorstel Onderwerp : Vaststelling meerjarenonderhoudsplan (MJOP) 2017-2020 gemeentelijke gebouwen Cuijk Datum college : 17 januari 2017

Nadere informatie

B Samenvatting voorstel

B Samenvatting voorstel B.3. 1. Samenvatting voorstel De brandweerkazerne Leimuiden voldoet niet meer aan de wettelijke ARBO-eisen en de functionele huisvestingswensen van de Brandweer. Er is een substantiële investering ( 0.5

Nadere informatie

Paragraaf vastgoed Inleiding 2013: eerste jaar CVDH Omvang van de portefeuille

Paragraaf vastgoed Inleiding 2013: eerste jaar CVDH Omvang van de portefeuille Paragraaf vastgoed Inleiding De gemeente bezit veel en divers vastgoed. Onze vastgoedportefeuille varieert van welzijnsaccommodaties, sportfaciliteiten, kantoorgebouwen, schoolgebouwen, theaters, parkeergarages,

Nadere informatie

STAAT VAN ONDERHOUD SCHOOLGEBOUWEN IN 12 GEMEENTEN. [Invoegen foto]

STAAT VAN ONDERHOUD SCHOOLGEBOUWEN IN 12 GEMEENTEN. [Invoegen foto] STAAT VAN ONDERHOUD SCHOOLGEBOUWEN IN 12 GEMEENTEN [Invoegen foto] COLOFON Opdrachtgever : Ministerie van OCW Project : Bouwkundige schouw schoolgebouwen in 12 gemeenten Projectnummer : B0099.01.01 Datum

Nadere informatie

NEN 6059. inzicht en samenhang in het naar wettelijke maatstaven brandveilig maken en houden van een gebouw

NEN 6059. inzicht en samenhang in het naar wettelijke maatstaven brandveilig maken en houden van een gebouw NEN 6059 inzicht en samenhang in het naar wettelijke maatstaven brandveilig maken en houden van een gebouw Marijke Tsoutsanis Benno Geerdink - Buffel Consultancy - Deerns Nederland NEN 6059-1&2: Waarom?

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE RAAD. Onderwerp Meerjarenbeleidsplan gemeentelijke gebouwen Volgnr Portefeuillehouder wethouder R.

VOORSTEL AAN DE RAAD. Onderwerp Meerjarenbeleidsplan gemeentelijke gebouwen Volgnr Portefeuillehouder wethouder R. Onderwerp Meerjarenbeleidsplan gemeentelijke gebouwen 2012-2024 Volgnr. 2011-051 Portefeuillehouder wethouder R. Bergsma Ambtenaar H.J.P. Smulders Afdeling Ruimte Datum voorstel 25 augustus 2011 Opiniërende

Nadere informatie

ONDERWERP Actualisatie MJOP bij de voorziening onderhoudsfonds woningen en gebouwen

ONDERWERP Actualisatie MJOP bij de voorziening onderhoudsfonds woningen en gebouwen m ONDERWERP Actualisatie MJOP bij de voorziening onderhoudsfonds woningen en gebouwen SAMENVATTING Voor het onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen en objecten wordt gewerkt met de voorziening onderhoudsfonds

Nadere informatie

Procesaanpak Sportbeleid gemeente Lingewaard 2015-2020

Procesaanpak Sportbeleid gemeente Lingewaard 2015-2020 Procesaanpak Sportbeleid gemeente Lingewaard 2015-2020 1 1. Inleiding. De huidige sportnotitie Sportbeleid beweegt door! is in december 2012 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze notitie heeft betrekking

Nadere informatie

*RV09.0182* Documentnr.: RV09.0182. Roden, 31 maart 2009. Onderwerp Beheerplan gemeentelijke gebouwen 2009-2011. Onderdeel programmabegroting: Ja

*RV09.0182* Documentnr.: RV09.0182. Roden, 31 maart 2009. Onderwerp Beheerplan gemeentelijke gebouwen 2009-2011. Onderdeel programmabegroting: Ja Aan de gemeenteraad Agendapunt Documentnr.: RV09.0182 Roden, 31 maart 2009 Onderwerp Beheerplan gemeentelijke gebouwen 2009-2011 Onderdeel programmabegroting: Ja Voorstel - Instemmen met het Beheerplan

Nadere informatie

INFORMATIE Resultaatgericht Vastgoedonderhoud (RGVO)

INFORMATIE Resultaatgericht Vastgoedonderhoud (RGVO) INFORMATIE Resultaatgericht Vastgoedonderhoud (RGVO) O n d e r h o u d e n d g o e d NVT Onderhoudsgroep BV Hoefsmid 5-7 2631 RH Nootdorp Telefoon (015) 310 83 32 Fax (015) 310 56 23 www.onderhoudendgoed.nl

Nadere informatie

11 oktober 2012 W2.4: Constructieve aspecten van transformatie. Imagine the result

11 oktober 2012 W2.4: Constructieve aspecten van transformatie. Imagine the result 11 oktober 2012 W2.4: Constructieve aspecten van transformatie Imagine the result Wie zijn wij? Jeroen Bunschoten Senior adviseur bouwregelgeving ARCADIS Nederland BV Gerard van Engelen Senior adviseur

Nadere informatie

Intensiteit: De conditiemeting gaat uit van een onderverdeling van de degradatiestadia van gebreken in 3 intensiteitscores.

Intensiteit: De conditiemeting gaat uit van een onderverdeling van de degradatiestadia van gebreken in 3 intensiteitscores. Inspectierapportage Contractnummer SCHD50055 Project Zorgcentrum 't Dijkhuis Adres Sportbaan 4 Hengelo Contactpersoon Dhr. van Wildschut Opdrachtgever Contactpersoon Zorggroep Twente Mevr. Schepers Inspectie

Nadere informatie

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

Raadsvergadering d.d. 1 juli 2013 Agenda nr: 15 Onderwerp: Meerjaren onderhoudsplanning (hierna verder te noemen MJOP) gebouwen.

Raadsvergadering d.d. 1 juli 2013 Agenda nr: 15 Onderwerp: Meerjaren onderhoudsplanning (hierna verder te noemen MJOP) gebouwen. Raadsnota Raadsvergadering d.d. 1 juli 2013 Agenda nr: 15 Onderwerp: Meerjaren onderhoudsplanning (hierna verder te noemen MJOP) gebouwen. Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel

Nadere informatie

Gemeente Borger-Odoorn, Vastgoedbeleid Kadernota

Gemeente Borger-Odoorn, Vastgoedbeleid Kadernota GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Borger-Odoorn Nr. 225220 19 december 2017 Gemeente Borger-Odoorn, Vastgoedbeleid Kadernota Afdeling BOWG Opgesteld door: M.J. Meijer Kadernota Vastgoedbeleid

Nadere informatie

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Koepel Zeeburg

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Koepel Zeeburg AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS Kenmerk: 123613 Sector: Grondgebied Team : Sport, Economische Zaken & Recreatie Onderwerp: Koepel Zeeburg Besluit: 1. in te stemmen om: - de huidige erfpachtovereenkomst voor

Nadere informatie

Raadsvoorstel tot het wijzigen van de beheersystematiek cultuur vastgoed

Raadsvoorstel tot het wijzigen van de beheersystematiek cultuur vastgoed gemeente Eindhoven Grond 5 Vastgoed Raadsnummer ZO. R35 9 5. OOI Inboeknummer ogbstoabzr Beslisdatum B&W a februari 2OIO Dossiernummer oos.ssr Raadsvoorstel tot het wijzigen van de beheersystematiek cultuur

Nadere informatie

RAADSCOMMISSIE. Nummer: Datum vergadering: 24 november Uitgangspunten maatschappelijke accommodaties

RAADSCOMMISSIE. Nummer: Datum vergadering: 24 november Uitgangspunten maatschappelijke accommodaties RAADSCOMMISSIE Onderwerp: Nummer: Uitgangspunten maatschappelijke accommodaties Datum vergadering: 24 november 2015 Conceptbesluit: 1. In te stemmen met de nota "Uitgangspunten maatschappelijke accommodaties';

Nadere informatie

Inleiding en achtergrond pag 2 - TUOB-systematiek. Groot-, Klein en Dagelijks Onderhoud pag 3. Kwaliteitsscore pag 4

Inleiding en achtergrond pag 2 - TUOB-systematiek. Groot-, Klein en Dagelijks Onderhoud pag 3. Kwaliteitsscore pag 4 Inhoudsopgave Inleiding en achtergrond pag 2 - TUOB-systematiek Groot-, Klein en Dagelijks Onderhoud pag 3 Kwaliteitsscore pag 4 Conditie gemeentelijke accommodaties pag 6 Evaluatie TUOB pag 6 Duurzaamheid

Nadere informatie

*A * Memo. onderwerp Impliciete subsidies grond en vastgoed. kenmerk A datum 12/08/

*A * Memo. onderwerp Impliciete subsidies grond en vastgoed. kenmerk A datum 12/08/ Memo ** onderwerp afzender M. Langerak datum 12/08/2015 afdeling Ruimte kenmerk e-mail m.langerak@zuidplas.nl 1. Inleiding Impliciete of verkapte subsidieverlening komt onder meer tot stand als de gemeente

Nadere informatie

3.3 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN

3.3 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN 3.3 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen heeft betrekking op het onderhoud en beheer van de gemeentelijke bezittingen. Het bespreekt het beleid en uitgaven aan de kapitaalgoederen

Nadere informatie

VOORSTEL OPSCHRIFT AANHEF MOTIVERING. Vergadering van 22 september 2015 bestemd voor de gemeenteraad

VOORSTEL OPSCHRIFT AANHEF MOTIVERING. Vergadering van 22 september 2015 bestemd voor de gemeenteraad VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 22 september 2015 bestemd voor de gemeenteraad Besluit nummer: 2015_BW_00714 Onderwerp: Extra Krediet Springplank - Besluitvormend Beknopte samenvatting: In verband met

Nadere informatie

Meerjarenonderhoudsplanning

Meerjarenonderhoudsplanning Print datum: 28-09-2015 Startjaar rapport: 2015 Indexpercentage: 0.00 % Meerjarenonderhoudsplanning 1 Inhoudsopgave 1- Inleiding 2- Algemene gegevens, object en opdrachtgever 3- Opmerkingen 4- Reserverings-

Nadere informatie

Raadsvergadering 5 maart Voorstel B 7

Raadsvergadering 5 maart Voorstel B 7 Raadsvergadering 5 maart 2015 Voorstel B 7 Heinkenszand, 17 februari 2015 Onderwerp: voorstel tot het opheffen van de voorziening huisvesting basisonderwijs als gevolg van de doordecentralisatie van het

Nadere informatie

b. Wettelijk- of beleidskader: Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs 2006.

b. Wettelijk- of beleidskader: Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs 2006. Vergadering: 12 januari 2010 Agendanummer: 8 Status: opiniërend Portefeuillehouder: J. Steen Behandelend ambtenaar A. Hamersma, 0595-447767 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. A. Hamersma) Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie

Bent u (wel) toe aan resultaatgericht onderhoud? Peter Gijbels CoSource Februari 2012

Bent u (wel) toe aan resultaatgericht onderhoud? Peter Gijbels CoSource Februari 2012 Bent u (wel) toe aan resultaatgericht onderhoud? Peter Gijbels CoSource Februari 2012 1 Voorstellen Agenda Ontwikkeling en trends m.b.t. resultaat gericht onderhoud Contractvormen Voor- en nadelen conditie

Nadere informatie

Beheerplan Gebouwen Echt Susteren

Beheerplan Gebouwen Echt Susteren Beheerplan Gebouwen Echt Susteren 2012-2021 1 Woord vooraf Voor u ligt het Beheerplan Gebouwen Echt-Susteren 2012 2021. Dit beleidsplan is samengesteld door de afdeling Beheer. De gemeente heeft veel gebouwen

Nadere informatie

Raadsvoorstel Nummer: 245277

Raadsvoorstel Nummer: 245277 Raadsvoorstel Nummer: 245277 Datum: 31 maart 2015 Hoort bij collegeadvies nummer: 246415 Datum raadsvergadering: 21 mei 2015 Portefeuillehouder: A. Dragt Onderwerp Toekomst zwembad Octopus Voorgesteld

Nadere informatie

f. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Groen 2014-O.docx Grip op groen.veilig en heel

f. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Groen 2014-O.docx Grip op groen.veilig en heel f. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Groen 2014-O.docx Grip op groen.veilig en heel Versie 24-09-2014 Openbare Werken Beleidsplan wegen Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1 Inleiding... 2 2 Situatie gemeentelijk

Nadere informatie

Notitie Weerstandsvermogen Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland

Notitie Weerstandsvermogen Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland Notitie Weerstandsvermogen Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland 2017-2020 Inhoud 1. Aanleiding en Context... 3 2. Doel... 3 3. Methode... 3 3.1 Inventariseren en beoordelen risico s... 3 3.2 Vaststellen

Nadere informatie

Voorstel: het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2009 vaststellen.

Voorstel: het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2009 vaststellen. Aan de raad AGENDAPUNT 5 Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2009 Voorstel: het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2009 vaststellen. De huisvesting van scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs,

Nadere informatie

Tijdsgebonden: Wanneer zijn we klaar? Nummer coalitieprogramma: Programmanaam: 07 Beheer Z / INT Wegbeheer

Tijdsgebonden: Wanneer zijn we klaar? Nummer coalitieprogramma: Programmanaam: 07 Beheer Z / INT Wegbeheer Nummer coalitieprogramma: Programmanaam: 07 Beheer Z.05833 / INT.06437 Wegbeheer 2015-2019 SMART Aanleiding De Provincie heeft in haar verdiepingsonderzoek (juni 2013) vastgesteld dat op basis van de weginspectie

Nadere informatie

Schouwrapport 2014 VvE de Berk Van Godewijckstraat te Hendrik Ido Ambacht

Schouwrapport 2014 VvE de Berk Van Godewijckstraat te Hendrik Ido Ambacht Schouwrapport 2014 VvE de Berk Van Godewijckstraat 157 275 te Hendrik Ido Ambacht Schouwrapport RAPPORT Inzake schouwresultaten van het benoemde object Rapport Nummer : 2014013 Datum : 21-09-2014 Datum

Nadere informatie

Van conditiemeting naar beleid: meerjaren(onderhouds)planning (MJOP) en hoe software kan helpen. To Simons

Van conditiemeting naar beleid: meerjaren(onderhouds)planning (MJOP) en hoe software kan helpen. To Simons Van conditiemeting naar beleid: meerjaren(onderhouds)planning (MJOP) en hoe software kan helpen To Simons Even voorstellen CeDuBo: promotie duurzaam bouwen sinds 2001 CDG : Centrum duurzaam gebouwbeheer

Nadere informatie

Beoordelingskader RgdBOEI Inspecteur Vastgoed, versie 2.0

Beoordelingskader RgdBOEI Inspecteur Vastgoed, versie 2.0 Preambule Dit beoordelingskader is toegesneden op de praktijk van de RgdBOEI Integraal Inspecteur Vastgoed. De RgdBOEI Integraal Inspecteur Vastgoed functioneert in een context samen met een RgdBOEI Adviseur.

Nadere informatie

*ZEA3E9FBA15* Raadsvergadering d.d. 22 maart 2016

*ZEA3E9FBA15* Raadsvergadering d.d. 22 maart 2016 *ZEA3E9FBA15* Raadsvergadering d.d. 22 maart 2016 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.15-34594/DV.16-586, afdeling Ruimte. Sellingen, 10 maart 2016 Onderwerp: Beheerplannen Nota OOR; Vaststellen keuze kwaliteitsniveau

Nadere informatie

: NRVT: RT 521380868. DOEL Het verkrijgen van informatie en waardebepaling ten behoeve van voorgenomen aankoop van de woning.

: NRVT: RT 521380868. DOEL Het verkrijgen van informatie en waardebepaling ten behoeve van voorgenomen aankoop van de woning. TAXATIERAPPORT OPDRACHTGEVER Naam Adres Postcode en plaats Telefoon E-mail TAXATEUR Naam Iman Verhelst Registraties Vastgoedcert RMT V668886248 NRVT RT 521380868 Naam kantoor De Koopmakelaar Adres kantoor

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Raadsvoorstel. Aan de raad, Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 765996 De heer H. ter Heegde, burgemeester Zienswijze indienen over de jaarstukken 2017 en de ontwerpbegroting 2019 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie

Notitie t.b.v. OOGO Huisvesting Onderwijs op 9 oktober 2014.

Notitie t.b.v. OOGO Huisvesting Onderwijs op 9 oktober 2014. 1 Notitie t.b.v. OOGO Huisvesting Onderwijs op 9 oktober 2014. In verband met de wetgeving om per 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen voor primair onderwijs

Nadere informatie

Gebruik conditiemeting voor

Gebruik conditiemeting voor NEN 2767 Gebruik als instrument voor vastgoedsturing en onderhoudsplanning Integratie van conditiemeting van gebouwen en infrastructuur Gebruik conditiemeting voor Het in beeld brengen van de technische

Nadere informatie

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: voorbereiding verkoop gemeentelijk onroerend goed

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: voorbereiding verkoop gemeentelijk onroerend goed AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS Kenmerk: 99396 Sector: Grondgebied Team : Gebiedsontwikkeling Ontworpen door: Onderwerp: voorbereiding verkoop gemeentelijk onroerend goed Besluit: 1. te starten met de voorbereidingen

Nadere informatie

Portefeuillehouder : C.C.J.M. Grootswagers Datum collegebesluit : 28 juni 2016 Corr. nr.:

Portefeuillehouder : C.C.J.M. Grootswagers Datum collegebesluit : 28 juni 2016 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : C.C.J.M. Grootswagers Datum collegebesluit : 28 juni 2016 Corr. nr.: 2016.20480 Onderwerp : Voorstel inzake sporthal De Werft: voorstel tot nieuwbouw Programma : 2. Welzijn,

Nadere informatie

DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten. Afdeling Openbare en Gebouwde Omgeving

DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten. Afdeling Openbare en Gebouwde Omgeving zaak_id bericht_nummer Collegevoorstel bericht_id zaak_zaaknummer Openbare en Gebouwde Omgeving Reg.nr. B&W d.d. 21-07-2015 Openbaar Programma Ja, zonder beperkingen Beheer Openbare Ruimte DT d.d. OR d.d.

Nadere informatie

URL Erkende monumenten inspecties. Leo Bredie 21 mei 2019 Fort Altena

URL Erkende monumenten inspecties. Leo Bredie 21 mei 2019 Fort Altena URL 2005 Erkende monumenten inspecties Leo Bredie 21 mei 2019 Fort Altena Monumentenwacht? Opgericht in 1973 in Friesland door Walter Kramer en Yde Schakel Ontstaan omdat monumenten soms al tien of twintig

Nadere informatie

Een zorgeloze overgang van het buitenonderhoud. voor scholen in het Primair Onderwijs

Een zorgeloze overgang van het buitenonderhoud. voor scholen in het Primair Onderwijs Een zorgeloze overgang van het buitenonderhoud voor scholen in het Primair Onderwijs worden de beslissingslijnen korter. Deze situatie kan voordelen opleveren, mits er voldoende strategische onderhoudskennis

Nadere informatie

Onderwerp: Eenmalige bijdrage groot onderhoud Gebouw Irene, Willemstad

Onderwerp: Eenmalige bijdrage groot onderhoud Gebouw Irene, Willemstad RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 329069 Raadsvergadering van 28 juni 2012 Agendanummer: 10.3 Onderwerp: Eenmalige bijdrage groot onderhoud Gebouw Irene, Willemstad Verantwoordelijk portefeuillehouder: L.M.

Nadere informatie

Concept-Raadsvoorstel, gewijzigd.

Concept-Raadsvoorstel, gewijzigd. Concept-Raadsvoorstel, gewijzigd. Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Agendapunt: Sliedrecht, 19 augustus 2008 Onderwerp: Verhardingsbeheer 2008-2012 in Sliedrecht. Samenvatting: We constateren met

Nadere informatie

1. Inleiding. De Nota Kostenverhaal bevat ten aanzien van het kostenverhaal het kader voor de wijze waarop de

1. Inleiding. De Nota Kostenverhaal bevat ten aanzien van het kostenverhaal het kader voor de wijze waarop de Nota Kostenverhaal 1. Inleiding Voor u ligt de Nota Kostenverhaal. Deze nota sluit aan op de Structuurvisie Bergen op Zoom 2030. Deze structuurvisie geeft op hoofdlijnen een toekomstbeeld van de gewenste

Nadere informatie

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Laren

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Laren Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Laren 21 maart 2016 Onderwerp: Begrotingswijziging BEL 2016 (BW), agendapunt 7.5 vergadering cie. M&F Technische vragen t.b.v. de behandeling

Nadere informatie

Onderwerp: Meerjaren Investerings- en Onderhoudsplanning (MIOP) sport 2011-2020

Onderwerp: Meerjaren Investerings- en Onderhoudsplanning (MIOP) sport 2011-2020 AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER Raadsvergadering: 27 april 2011 Registratienummer: TB 11.2588267 Agendapunt: 8 Onderwerp: Meerjaren Investerings- en Onderhoudsplanning (MIOP) sport 2011-2020 Voorstel:

Nadere informatie

Versie: 24 mei Beheerplan Wegen Waterland

Versie: 24 mei Beheerplan Wegen Waterland Versie: 24 mei 2012 Beheerplan Wegen Waterland 2013 2017 Inhoudsopgaven 1. Inleiding 3 2. Kaders en wetgeving 4 2.1. Wetgeving 4 2.2. Richtlijnen 4 3. Huidige situatie 5 3.1. Areaal 5 3.2. Globale visuele

Nadere informatie

Conditie afhankelijk onderhoud

Conditie afhankelijk onderhoud Conditie afhankelijk onderhoud Inspectiemethodiek Vastgoedmanagement Conditie afhankelijk onderhoud dossier: F.05.140 datum: 01.08.2005 bouw- en vastgoedmanagement ago building Kempenstraat 9 3950 Bocholt

Nadere informatie

5 Slechte conditie De veroudering is onomkeerbaar 1 tot 3 jaar 6 Zeer slechte conditie Technisch rijp voor sloop Minder dan 1 jaar

5 Slechte conditie De veroudering is onomkeerbaar 1 tot 3 jaar 6 Zeer slechte conditie Technisch rijp voor sloop Minder dan 1 jaar 1 Legenda Conditiescore Omschrijving Toelichting Levensduur 1 Uitstekende conditie Incidenteel geringe gebreken Meer dan 10 jaar 2 Goede conditie Incidenteel beginnende veroudering 7 tot 10 jaar 3 Redelijke

Nadere informatie