AiO aan het werk Een nota van het Delfts AiO Overleg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AiO aan het werk Een nota van het Delfts AiO Overleg"

Transcriptie

1 Een nota van het Delfts AiO Overleg resultaten en conclusies van een enquête onder AiO s en hoogleraren in Delft A. Erkens J.P. Kockx J.S. Groen Delfts AiO Overleg oktober 1995

2 Colofon Deze nota bevat de resultaten van een onderzoek naar het functioneren van het AiO-stelsel aan de Technische Universiteit Delft. De nota is gebaseerd op de uitwerking van de enquêtes die het Delfts Assistenten in Opleiding Overleg (DAiOO) in het voorjaar van 1995 hield onder alle AiO s, OiO s en hoogleraren aan de Technische Universiteit Delft. Naast de uitkomsten van de enquêtes bevat deze nota tevens conclusies die uit het onderzoek kunnen worden getrokken en daaruit voortkomende beleidsadviezen voor te voeren AiO-beleid. De eindredactie van deze nota was namens het DAiOO in handen van ir. A. (Arjan) Erkens, ir. J.P. (Jennifer) Kockx en ir. J.S. (Joost) Groen. Aan het opstellen van de enquêtes werd verder meegewerkt door drs. T.R.A. (Timo) de Rijk, ir. F.A. (Fred) Voorhorst, ir. R.A. (Remko) Bakker, ir. G.J. (Judith) Boertjens, ir. F.J.G. (Frank) Boon, ir. H.S. (Henry) Dol, ir. F.I.E. (Frans) Doolaar, ir. W.F. (Pim) Ketelaar en ir. E.H. (Erik) Visscher. Voor het helpen uitwerken van de enquête zijn we veel dank verschuldigd aan drs. F. (Frank) Guldenmund en drs.ing. F.C. (Fulko) van Westrenen. Speciale dank zijn we verschuldigd aan mw. mr. I.M. Buijser voor het plaatsen van kritisch commentaar bij de concept-versie. Verder willen we natuurlijk alle hoogleraren en AiO's die de enquête ingevuld hebben danken. Zonder hun bijdrage hadden we nooit een gedegen overzicht kunnen krijgen. Overal waar in deze nota van Assistenten in Opleiding (AiO's) wordt gesproken, wordt ook gedoeld op Onderzoekers in Opleiding (OiO's) en op Toegevoegd Onderzoekers met een promotieopdracht (TO). Tweejarige Assistenten in Opleiding (TwAiO's) komen in deze enquête niet voor. Overal waar in deze nota hij, hem of zijn staat, kan uiteraard ook zij of haar worden gelezen. Het Delfts Assistenten in Opleiding Overleg is een vereniging die de belangen van AiO's, OiO's en TwAiO's aan de Technische Universiteit Delft behartigt. Daarnaast beoogt het DAiOO een bijdrage te leveren aan de bevordering van een kwalitatief hoogstaand onderzoek, dat rekening houdt met de maatschappelijke gevolgen van wetenschappelijk onderzoek. Het DAiOO is aangesloten bij het Landelijk Overleg AiO s en OiO s (LAiOO) Delfts AiO Overleg Delfts Assistenten in Opleiding Overleg (DAiOO) Postbus DJ Delft telefoon: DaioO@TUDelft.nl

3 Inhoudsopgave Samenvatting Ten geleide Inleiding Doel van de enquêtes Opzet enquêtes Afkortingen Resultaten: AiO-enquête Respons Motivatie Uitloop Opleidings- en Begeleidings-Plan Planning Publicaties Begeleiding Opleiding en onderwijs Resultaten: hoogleraren-enquête Respons Werving en selectie Uitloop Opleidings- en Begeleidings-Plan Planning Begeleiding Opleiding en onderwijs Onderzoekscholen Oordeel over AiO s Analyse van de resultaten Uitloop Opleidings- en Begeleidings-Plan en Planning Begeleiding Opleiding en onderwijs Kanttekeningen bij de resultaten Uitgesproken AiO's Hoogleraren

4 7 Conclusies en beleidsaanbevelingen Algemeen Motivering Uitloop Begeleiding Opleiding en onderwijs Verschillen tussen faculteiten en onderzoekscholen onderling Aanbevelingen Tenslotte Bijlage 1: De AiO-enquête Bijlage 2: De hoogleraren-enquête Bijlage 3: Plan De Blois Literatuur

5 Samenvatting Deze nota bevat de uitwerking van de AiO- en de hooglerarenenquête die het Delfts AiO Overleg in 1995 onder de AiO's, OiO's en hoogleraren, werkzaam aan de Technische Universiteit Delft, heeft gehouden. Deze enquêtes dienen ertoe om meer inzicht te verkrijgen in de status van het huidige Delftse AiO-stelsel. Aangezien het AiO-stelsel een formeel stelsel is, is de aandacht in eerste instantie uitgegaan naar het functioneren van verschillende formeel voorgeschreven facetten van het stelsel, zoals het Opleidings- en Begeleidings-Plan, hoeveelheid begeleiding, opleiding, het geven van onderwijs, enzovoort. Daarnaast is geprobeerd om niet formeel geregelde zaken in kaart te brengen, zoals de kwaliteit van het onderzoek en de opleiding, de mate van ondersteuning (materieel en personeel), de mate van zelfstandigheid, enzovoort. De respons van beide enquêtes is dermate hoog (ruim 30 procent), dat de resultaten als representatief beschouwd mogen worden. De resultaten zijn in drie kaders onder te brengen: de uitloop van de AiO, de begeleiding en opleiding & onderwijs. Uitloop Uit de resultaten van de enquêtes zijn verschillende oorzaken van de overschrijding van de aanstellingsduur en tijdverlies aan het begin van de aanstelling aan te wijzen. Zo worden de projecten van de AiO's vooraf nauwelijks vormgegeven, te veel AiO's hebben geen Opleidings- en Begeleidings- Plan, veel AiO's geven aan zonder planning te werken en er is bovendien vaak gebrek aan financiële, materiële of personele ondersteuning. Tevens valt op dat door een behoorlijk aantal hoogleraren de overschrijding van de vier jaar wordt gepland. Begeleiding Hoewel de AiO's over het algemeen niet ontevreden zijn over de kwaliteit van de begeleiding, is bij meer dan de helft van de AiO's de hoeveelheid begeleiding minder dan hetgeen afgesproken aan het begin van de aanstelling. Een zorgwekkende constatering is dat de helft van de AiO's slecht één uur of minder per maand een gesprek met hun hoogleraar hebben. Een oorzaak hiervan ligt er mogelijk in, dat diverse hoogleraren te veel AiO' begeleiden om aan allemaal voldoende aandacht te besteden. Opleiding en Onderwijs De Delftse AiO is redelijk tevreden over de te volgen opleiding en het te geven onderwijs. Het is echter opvallend dat AiO's die verbonden zijn aan een onderzoekschool minder tevreden zijn met het opleidingsaanbod dan de overige AiO's. Bij deze resultaten moet in ogenschouw worden genomen, dat deze per faculteit en onderzoekschool verschillen. Faculteiten die er in positieve zin goed uitspringen zijn Bouwkunde, Mijnbouwkunde en Petroleumwinning en Technische Bestuurskunde. Een faculteit die in negatieve zin opvalt is Luchtvaarten Ruimtevaarttechniek. De verschillen tussen de onderzoekscholen zijn klein. Over de gehele linie zijn ook de verschillen tussen onderzoekscholen enerzijds en faculteiten anderzijds gering: het blijkt weinig uit te maken of een AiO wel of niet is aangesloten bij een onderzoekschool. Als voordeel van een onderzoeksschool wordt vooral de toename en versterking van contacten genoemd. Er kan geconcludeerd worden dat het AiO-stelsel voldoende mogelijkheden bevat om een goed promotieklimaat aan de Nederlandse universiteiten te scheppen. Een goede uitvoering is echter een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen. Een betere uitvoering van het huidige stelsel is met name te bereiken door aan het begin van de AiO-aanstelling niet te veel tijd te verspelen. Onze aanbeveling hiertoe luidt, de AiO het eerste halve jaar van zijn aanstelling te laten besteden aan het uitwerken van een persoonlijk Opleidings- en Begeleidings-Plan. In tegenstelling tot de huidige situatie wordt dit dan na een half jaar, en niet bij aanstelling, vastgesteld

6 1 Ten geleide 1.1 Inleiding Voor u ligt de uitwerking van de AiO-enquête die het Delfts Assistenten in Opleiding Overleg (DAiOO) in 1995 onder de AiO s, OiO s en hoogleraren werkzaam aan de Technische Universiteit Delft heeft gehouden. Doel en opzet van de enquêtes staan in de volgende paragrafen vermeld. Dit hoofdstuk eindigt met een lijst met in de nota gebruikte afkortingen. De AiO- en hoogleraren-enquêtes liepen parallel aan een enquête onder Tweejarige Assistenten in Opleiding (TwAiO s), eveneens uitgevoerd door het DAiOO. De TwAiO opleiding wijkt wezenlijk af van het (vierjarige) promotie-traject dat AiO s doorlopen. Vandaar dat de TwAiO-enquête los van de AiOenquête is opgezet en uitgevoerd. Tevens heeft het DAiOO een begin gemaakt met een inventarisatie van de betekenis voor de Delftse AiO s van alle onderzoekscholen waaraan Delftse (vak)groepen deelnemen. Deze inventarisatie zal naar verwachting eind 1995 worden afgerond. Het geheel leidt uiteindelijk tot een goed en breed overzicht van het geheel aan tweede-fase opleidingen zoals dat aan de Technische Universiteit Delft functioneert. Deze nota bevat de uitwerking van de AiO- en de hoogleraren-enquête. Omdat het AiO-stelsel een formeel stelsel is, is de aandacht in eerste instantie uitgegaan naar het functioneren van verschillende formeel voorgeschreven facetten van het stelsel, zoals het Opleidings- en Begeleidings-Plan (OBP), hoeveelheid begeleiding, opleiding, functioneringsgesprekken, het geven van onderwijs, enzovoort. Daarnaast is geprobeerd ook niet formeel geregelde zaken in kaart te brengen, zoals de kwaliteit van het onderzoek en van de begeleiding, mate van zelfstandigheid, mogelijkheden tot zelfontplooiing, vrijheid van handelen, voldoende ondersteuning (materieel en personeel) enzovoort. Na de behandeling en uitwerking van de enquête treft u een tweetal hoofdstukken aan waarin de resultaten worden samengevat en waarin aanbevelingen worden gedaan voor te voeren AiO-beleid. Hoewel deze nota in principe de Delftse situatie beschrijft is het in onze ogen goed mogelijk dat de conclusies en aanbevelingen ook gebruikt kunnen worden op andere (Nederlandse) universiteiten. 1.2 Doel van de enquêtes De enquête onder de AiO's en OiO's aan de TU Delft dient ertoe meer inzicht te verkrijgen in hoe het momenteel gesteld is met het huidige Delftse AiO-stelsel. Dit inzicht is nodig om verschillende redenen. Ten eerste wil het Delfts AiO Overleg, de belangenvereniging voor AiO's, OiO's en TwAiO's in Delft, weten wat er onder de AiO's leeft. Op deze manier kan het DAiOO de belangen van AiO's zo goed mogelijk behartigen, beleid uitstippelen en belangrijke zaken aankaarten bij het College van Bestuur. Ten tweede heeft het College van Bestuur van de TU Delft onlangs aan het DAiOO gevraagd een zogenoemde 'Knelpuntennota' te maken. Daarin wil het College van Bestuur een inventarisatie zien van wat eventuele problemen binnen het huidige AiO-stelsel zijn en hoe die op te lossen zijn. Ten derde is het van belang de voor- en nadelen van het huidige stelsel op een rijtje te hebben staan in verband met de dreigende veranderingen van het AiO-stelsel, denk bijvoorbeeld aan een studentstatus voor AiO's. Het enquêteren van de AiO's alléén geeft wellicht een vertekend, éénzijdig beeld. Daarom is er in dezelfde periode een enquête uitgevoerd onder de promotoren van de AiO's. In deze hoogleraren-enquête werden dezelfde onderwerpen belicht als in de AiO-enquête

7 1.3 Opzet enquêtes In maart 1995 werd aan alle bij de vereniging bekende AiO s en OiO s (ongeveer 800 in totaal) een uitgebreide enquête opgestuurd. Om het functioneren van het AiO-stelsel niet alleen door de AiO s te laten belichten is ongeveer een maand later een aparte (op de AiO-enquête gebaseerde) enquête naar alle hoogleraren van de universiteit (ca 275 in totaal, inclusief deeltijdhoogleraren) gestuurd. In dit hoofdstuk zal de opzet van zowel de AiO- alswel de Hoogleraren enquête nader toegelicht worden. De daadwerkelijk enquêtes zijn bijgevoegd in Bijlage 1 en 2. Opzet AiO-enquête De enquête is onderverdeeld in een algemeen deel, een vijftal thema-onderdelen en een concluderend onderdeel. Er is een mogelijkheid om bij elke vraag een aanvullende opmerking te plaatsen. In het algemene deel wordt gevraagd naar de faculteit waar de AiO werkzaam is, zodat de resultaten van de enquête per faculteit bekeken kunnen worden. Vervolgens wordt gevraagd hoe en waarom men AiO geworden is. Als laatste wordt gevraagd naar het aantal jaren dat de AiO werkzaam is en hoe lang de AiO verwacht uit te lopen. In de resultaten van de enquête zal bekeken worden in hoeverre deze verwachte uitloop verband heeft met het al dan niet opstellen van een Opleidings- en Begeleidings-Plan (OBP) en, planning voor de AiO of kwaliteit en kwantiteit van de begeleiding. Het eerste thema-onderdeel heeft betrekking op het Opleidings- en Begeleidings-Plan (OBP). Het opstellen van het OBP dient in samenspraak met de AiO te gebeuren en later eventueel bijgesteld te worden. Het omvat minimaal een beschrijving van de opleiding die de AiO zal genieten en van het onderwijs dat de AiO zal geven. Het geeft tevens de namen van de begeleiders en de hoeveelheid begeleiding die de AiO zal ontvangen. Er wordt onder andere gevraagd of, en zo ja, wanneer het OBP is opgesteld. Het tweede thema-onderdeel gaat over de aanvang van het promotieproject. Er wordt gevraagd in hoeverre het onderzoeksonderwerp bij aanvang beschreven en afgebakend is. Het derde thema-onderdeel bevat vragen betreffende het onderzoek. Er wordt gevraagd in hoeverre er een planning is gemaakt en of deze in de loop van de tijd inhoudelijk of qua tijdpad gewijzigd is. Vervolgens wordt gevraagd of men bij een onderzoeksschool is aangesloten. In de resultaten zal onder andere bekeken worden in hoeverre het aangesloten zijn bij een onderzoekschool verband heeft met de waardering voor de kwaliteit en kwantiteit van de opleiding van de AiO. Tevens wordt gevraagd of de AiO gepresenteerd heeft op congressen, gepubliceerd heeft in tijdschriften of contact gehad heeft met de media. Het vierde thema-onderdeel heeft betrekking op de werksituatie. Hierin wordt gevraagd hoeveel begeleiding men ontvangt van zowel promotor als andere begeleiders en hoe deze begeleiding wordt ervaren. In dit onderdeel wordt tevens gevraagd hoe het is gesteld met personele, materiële en financiële ondersteuning. In de resultaten zal bekeken worden in hoeverre het gebrek aan dergelijke ondersteuning verband heeft met de uitloop van de AiO. In het vijfde en tegelijk laatste thema-onderdeel wordt ingegaan op opleiding, onderwijs en overige activiteiten. Er wordt gevraagd naar hoeveelheid en soort gevolgde opleiding en gegeven onderwijs. Het concluderende onderdeel bestaat uit twee vragen waarbij de AiO gevraagd wordt een totaal oordeel te geven over de verschillende onderwerpen. De eerste vraag gaat om de inhoud en de tweede om de duur van het onderzoek. Opzet Hoogleraren-enquête De hoogleraren-enquête bestaat uit een algemeen deel, vier thema-onderdelen en een afsluitend onderdeel. Het bevat enkele vragen die betrekking hebben op de persoonlijke mening van de hoogleraar of een algemeen onderwerp en tevens enkele vragen die op elk van de afzonderlijke AiO's van de hoogleraar betrekking hebben. In het algemene deel wordt gevraagd naar de faculteit waar de hoogleraar werkzaam is, zodat de resultaten van de enquête wederom per faculteit bekeken kunnen worden. Vervolgens wordt gevraagd - 5 -

8 naar het aantal AiO's dat de hoogleraar op dat moment begeleid. Het eerste thema-onderdeel betreft zaken rondom de aanstelling van de AiO. Er wordt gevraagd hoe de AiO's bij hoogleraar zijn gekomen en waarop de hoogleraar de AiO's selecteert. Vervolgens wordt gevraagd of de hoogleraar op de hoogte is van verplichtingen betreffende het OBP, of deze is opgesteld en wat de hoogleraar van het OBP vindt. In de resultaten wordt gekeken in hoeverre er wat betreft het opstellen van een OBP discrepanties bestaan tussen de antwoorden van de AiO's en de hoogleraren. Het tweede thema-onderdeel gaat over de inhoud van de projecten van de AiO's. Er wordt gevraagd wie het onderzoeksproject heeft ingebracht, in hoeverre dit project al inhoud had voordat de AiO begon en of de AiO eigen ideeën heeft met betrekking tot het project. Vervolgens wordt gevraagd of er planningen worden gemaakt door de AiO's, of de hoogleraar verwacht dat de AiO uit zal lopen en wat de eventuele redenen voor deze uitloop zijn. Het derde thema-onderdeel betreft de werksituatie. Hierin wordt gevraagd naar het aantal uren en soort begeleiding dat de hoogleraar aan de AiO geeft. Deze vraag zal eveneens in de resultaten vergeleken worden met de antwoorden van de AiO's. Tevens wordt gevraagd of de hoogleraar zijn AiO's laat participeren in een onderzoeksschool en wat de hoogleraar vindt van onderzoekscholen. Het vierde en tevens laatste thema-onderdeel gaat over werkzaamheden. Er worden enkele vragen gesteld over de te volgen opleiding en het te geven onderwijs door de AiO. Er wordt expliciet gevraagd hoeveel tijd de AiO's volgens de hoogleraar aan beide onderdelen besteden. Tenslotte wordt gevraagd wat in hoeverre de AiO's nevenactiviteiten verrichten en wat de mening van de hoogleraar over dergelijke nevenactiviteiten is. In het afsluitende deel wordt gevraagd of de hoogleraar zijn AiO's op verschillende punten wil beoordelen met een cijfer tussen de een en vijf. Het betreft hier zaken als de kwalitatieve en kwantitatieve produktiviteit, het nemen van initiatieven en de gevolgde onderzoeksmethodiek

9 1.4 Afkortingen AiO ASCI BK BSDL Burgers CT CTG DAiOO DIMES ET Geo IO IRI LAiOO L&R MP OBP OiO OSPT RRWO STM TB TN TO TwAiO TWI WbMT WTM Assistent in Opleiding (4 jaar, in dienst van de universiteit) Advanced School for Computing and Imaging faculteit der Bouwkunde interuniversitaire onderzoekschool Biotechnological Sciences Delft Leiden J.M. Burgerscentrum, onderzoekschool voor stromingsleer faculteit der Civiele Techniek Centrum voor Technische Geowetenschappen Delfts AiO Overleg (belangenvereniging voor Delftse AiO s) Delfts Interfacultair Instituut voor Micro-Elektronica en Submicrontechnologie faculteit der Elektrotechniek faculteit der Geodesie faculteit van het Industrieel Ontwerpen Interfacultair Reactor Instituut Landelijk AiO Overleg (overkoepeld orgaan van plaatselijke AiO overleggen) faculteit der Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek faculteit der Mijnbouwkunde en Petroleumwinning Opleidings- en Begeleidings-Plan Onderzoeker in Opleiding (4 jaar, in dienst van NWO of FOM) Onderzoekschool Procestechnologie Rechtspositieregelement Wetenschappelijk Onderwijs faculteit der Scheikundige Technologie en der Materiaalkunde faculteit der Technische Bestuurskunde faculteit der Technische Natuurkunde Toegevoegd Onderzoeker Twee-jarige Assistent in Opleiding (2 jaar, in dienst van de universiteit) faculteit der Technische Wiskunde en Informatica faculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek faculteit der Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen - 7 -

10 2 Resultaten: AiO-enquête 2.1 Respons AiO aan het werk In totaal zijn ongeveer 850 enquêtes verstuurd waarvan er 280 bruikbaar zijn terug gekomen. In figuur 0 is het aantal respondenten per faculteit te zien, zowel in absolute aantallen als in percentages. De gemiddelde respons ligt op 32% % 38% 20% 42% 29% 45% 21% 38% 36% 43% 34%34% 44% 100% 25% BK CT ET GEO IO IRI L&R MP STM TB TNWbM TWIWTM div faculteit Legenda geen respons respons Afbeelding 1 Respons per faculteit De in figuur 1 weergegeven diverse AiO s zijn in hoofdzaak enkele AiO s die bij TNO gedetacheerd zijn. Naast een goede verdeling over de faculteiten is de verdeling over het aantal jaar dat de AiO bezig is van belang voor de representativiteit van de resultaten. Dit wordt weergegeven in figuur 2. In het vervolg van de uitwerking zal onderscheid gemaakt worden naar drie groepen: de eerste groep betreft AiO's in de aanloopfase, tot en met het eerste jaar, de tweede groep betreft AiO's in de onderzoeksfase, 1½ t/m 3 jaar, en de derde groep betreft AiO's in de afrondingsfase, 3½ jaar of meer bezig. In totaal zitten daarmee 57 AiO's in de aanloopfase (20%), 137 AiO's in de onderzoeksfase (50%) en 85 AiO's in de afrondingsfase (30%). Verder geeft 51% van de responderende AiO s aan aangesloten te zijn bij een onderzoekschool. Van hen is echter 59% pas in de loop van het onderzoek bij de onderzoekschool betrokken. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat diverse onderzoekscholen zich nog in een oprichtingsfase bevinden. Onderscheid tussen AiO's en OiO's is nauwelijks te maken vanwege het geringe aantal OiO's. Onderscheid naar geldstroom waarop de AiO onderzoek doet is niet gemaakt. Te veel AiO s zijn niet op de hoogte van de verschillende geldstromen. Deze antwoorden op deze vraag worden dan ook niet betrouwbaar geacht. 2.2 Motivatie Bijna de helft van de respondenten geeft aan dat ze persoonlijk gevraagd zijn om AiO te worden. Een kwart geeft aan dat ze gereageerd hebben op een advertentie. Open sollicitaties (14%) en zelf lobbyen (8%) komen minder vaak voor. De meeste AiO s beginnen binnen een half jaar nadat ze afgestudeerd zijn en besteden de tussengelegen tijd aan vakantie. Vervolgens is de beslissing om AiO te worden gestaafd op een zevental aspecten. In figuur 2 staan vijf daarvan grafisch weergegeven. De twee resterende aspecten, hoogte van het salaris en de aanstellingsduur, zijn niet weer te geven in dit figuur. Ten aanzien van de hoogte van het salaris geeft 61% van de respondenten aan, dit geen invloed op hun beslissing gehad heeft, 7% heeft het positief laten - 8 -

11 ½ 1 1½ 2 2½ 3 3½ 4 >4 aantal jaar bezig Afbeelding 2 Respons per aantal jaar bezig meewegen en 29% negatief. Ook ten aanzien van de (beperkte) aanstellingsduur geeft het merendeel aan hier niet aan gedacht te hebben (71%), 19% heeft het als positief element ervaren en 6% als negatief element. Bij de vraag over eventuele aanvulling op het salaris gaf 62% te kennen geen aanvulling te hebben. aanvulling op salaris niets anders dienstplicht verdieping kennis rol bij beslissing doorslag gegeven meegespeeld geen invloed carrière wetenschap procent van respondenten Afbeelding 3 Motivatie AiO te worden 2.3 Uitloop Een interessante vraag, met name in het kader van de wachtgeld problematiek, is in hoeverre de AiO s verwachten uit te lopen. De AiO s is gevraagd of en zo ja hoeveel ze over de beschikbare 4 jaar heen 2 verwachten te gaan met hun onderzoek. Figuur 4 laat zien dat bijna / 3 van de AiO s niet of nauwelijks uit denkt te lopen. In figuur 5 is dit uitgesplitst naar de drie groepen van jaren bezig. Dit laat zien dat hoe langer men bezig is, hoe langer men verwacht uit te lopen

12 25,8% 36,0% 13,1% 9,1% 8,0% 8,0% uitloop > 1 jaar 1 jaar ¾ jaar ½ jaar ¼ jaar niet Afbeelding 4 Verwachte uitloop jaar bezig tot en met 1 jaar 1 tot en met 3 jaar vanaf 3 jaar 0 0 0,2 0,5 0,7 1 1,3 verwachte uitloop in jaren Afbeelding 5 Verwachte uitloop per aantal jaar bezig In de enquête is ook expliciet gevraagd in welk jaar hoeveel vertraging ontstond als gevolg van wijziging in de inhoud of in de tijdsplanning van het onderzoek. Achteraf bleek de vraagstelling voor niet iedereen even duidelijk te zijn, waardoor de antwoorden minder betrouwbaar zijn. Uit de antwoorden blijkt, dat als gevolg van inhoudelijke wijzigingen of wijzigingen in het tijdpad over het algemeen minder dan een half jaar vertraging optreedt in het eerste of tweede jaar. Tevens is gevraagd of, en zo ja welke, andere oorzaken voor vertraging aan te wijzen zijn en hoeveel totale vertraging die veroorzaakt hebben. In totaal hebben 63 AiO s (23%) dergelijke andere oorzaken genoemd met een gesommeerde vertraging van ongeveer 445 maanden. Figuur 6 toont van vijf categorieën van oorzaken welk aandeel in de totale vertraging ze hebben. Schokkend is de waarde bij gebrek aan ondersteuning. Onder deze categorie vallen voornamelijk het gebrek aan geld, het gebrek aan goede apparatuur en het zelf moeten bouwen van proefopstellingen. Daarnaast ontbreekt het ook aan software, zijn er technische problemen en/of is er onvoldoende ondersteunend personeel. Bij inhoudelijke problemen gaat het voornamelijk om problemen met de afbakening van een (slecht geformuleerd) onderzoek. Bij problemen met begeleiding komt het vertrek van hoogleraren, al dan niet tijdelijk, relatief veel voor. De persoonlijke omstandigheden betreffen hoofdzakelijk ziektes; de taken zijn hoofdzakelijk extra onderwijstaken en een enkele keer eigen nevenactiviteiten

13 13,5% 25,4% 18,7% 29,0% 13,5% aspecten inhoudelijke problemen problemen begeleiding gebrek aan ondersteuning persoonlijke omstandigheden extra taken Afbeelding 6 Aandeel van verschillende bij diverse vertragingen genoemde aspecten Let wel, uitloop en vertraging zijn geen synoniemen van elkaar. Vertraging hoeft niet tot uitloop te leiden: het kan ook resulteren in een inperking van de onderzoeksresultaten. Antwoorden die betrekking hebben op vertraging geven dan ook slechts een indicatie van oorzaken van uitloop. Verder is het interessant in hoeverre de verwachting ten aanzien van de uitloop verschilt per onderzoeksgroep. De figuren 7 en 8 laten respectievelijk voor de verschillende faculteiten en voor de verschillende onderzoekscholen zien, hoeveel vertraging de daar werkzame AiO s verwachten. Zeer opvallend zijn de faculteit Geodesie en de onderzoekschool BSDL waar alle AiO s denken uit te lopen, en nog fors ook. Ook bij de faculteiten CT, L&R en WbMT en de onderzoekschool Bouw wordt een vrij forse uitloop verwacht. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of hier structurele verklaringen voor te geven zijn jaar uitloop 1,3 1 0,7 0,5 0,2 0 0 CT Geo L&R STM BK ET IO MP TB faculteiten TN WbMT IRI TWI WTM Afbeelding 7 Verwachte uitloop per faculteit

14 jaar uitloop 1,3 1 0,7 0,5 0,2 0 0 Bouw BSDL DIMES TRAIL ASCI Burgers CTG OSPT divers onderzoekscholen geen totaal Afbeelding 8 Verwachte uitloop per onderzoekschool De laatste kolom in figuur 8 geeft overigens het (kleine) verschil weer tussen AiO s die wel en AiO s die niet zijn aangesloten bij een onderzoekschool. 2.4 Opleidings- en Begeleidings-Plan Het Opleidings- en Begeleidings-Plan, hierna OBP genoemd, wordt gezien als het belangrijkste document voor de AiO s. Het document legt in principe alle rechten en plichten vast en dient als formele handleiding voor het functioneren van de AiO. In praktijk blijkt echter, dat zowel de aanwezigheid en handhaving als de inhoud van het OBP te wensen over laten. Figuur 9 toont het aantal AiO s dat geen OBP heeft en het aantal waarbij het na 2, 6, 12 of méér maanden opgesteld is. Daarbij is onderscheid gemaakt naar AiO s in de opstart-, de onderzoeks- en de afrondingsfase. Uit de figuur wordt duidelijk, dat het niet alleen de beginnende AiO s zijn die nog geen OBP hebben! jaar bezig vanaf 3 jaar 1 tot en met 3 jaar tot en met 1 jaar 20 0 geen OBP < 2 < 6 < 12 > 12 maanden tussen aanstelling en opstellen Afbeelding 9 Termijn waarop het Opleidings- en Begeldings-Plan is opgesteld Uit de figuur blijkt dat nog altijd 20% van alle AiO s geen OBP heeft. Ook hier de vraag of er verschil tussen onderzoeksgroepen waarneembaar is. Figuren 10 en 11 tonen de gegevens per faculteit en per onderzoekschool. Twee zeer slecht scorende faculteiten zijn BK en CT, waar ruim 40% van de AiO s geen OBP heeft. Dit komt ook terug bij de onderzoekscholen waar met name Bouw en Trail slecht scoren

15 100 AiO aan het werk (beide gevestigd in CT). Geodesie is een zeer positieve uitzondering waar alle AiO s binnen twee maanden een OBP hebben na aanstelling geen OBP > 12 mnd < 12 mnd < 6 mnd < 2 mnd 0 CT Geo L&R STM BK ET IO MP TB faculteiten TN WbMT IRI TWI WTM Afbeelding 10 Termijn waarbinnen het OBP is opgesteld (per faculteit) na aanstelling geen OBP > 12 mnd < 12 mnd < 6 mnd < 2 mnd 0 Bouw BSDL DIMES TRAIL ASCI Burgers CTG OSPT divers onderzoekscholen geen totaal Afbeelding 11 Termijn waarbinnen het OBP is opgesteld (per onderzoekschool) Vervolgens is gevraagd naar de inhoudelijke en procedurele aspecten van het OBP. Zelfs wanneer er een OBP ligt voldoet dit nog niet altijd aan de (wettelijke) regels. Zo blijkt bij 19% van de opgestelde OBP s niet vermeld te worden, hoeveel uur begeleiding de AiO zal ontvangen. Verder blijkt dat naar bijna de helft van de opgestelde OBP s nooit meer naar wordt gekeken, terwijl geregelde controle en eventuele bijstelling van het onderzoek vereist is. Over het algemeen komt het initiatief tot het maken van een OBP van de begeleiding uit: AiO s weten bij aanstelling veelal niet dat het verplicht is. De meeste OBP s worden wel in samenspraak met de AiO opgesteld

16 2.5 Planning Nauw verwant aan het OBP is een projectplanning. Een projectplanning hoeft niet persé een tijdsplanning te zijn: het gaat voornamelijk om een gedetailleerd overzicht van te verrichten activiteiten, de afhankelijkheden tussen deze activiteiten en de verwachte resultaten. Als zodanig is een projectplanning te zien als een nadere uitwerking van het OBP. Figuur 12 toont de tijdsduur tussen aanstelling van de AiO en het maken van een planning voor het vervolg van het onderzoek. 41,5% 8,7% 9,5% planning geen < ½ jaar < 1 jaar > 1 jaar 40,4% Afbeelding 12 Termijn waarop een planning is opgesteld Gezien het ontbreken van een OBP bij 20% van de AiO s is het ontbreken van een planning bij veel AiO s geen grote verrassing. Wel opvallend is dat het aantal AiO s zonder planning zelfs twee maal zo hoog is als het aantal AiO s zonder OBP, en dat terwijl een goede planning vaak onmisbaar is voor het goed uitvoeren van onderzoek. Een kanttekening die hierbij geplaatst moet worden is, dat in de vraagstelling niet duidelijk gemaakt is dat planning niet noodzakelijkerwijs tijdsplanning hoeft te betekenen. AiO s die bij het woord planning gelijk aan een tijdsplanning denken, zullen aangegeven hebben dat ze geen planning hebben, ook al zullen ze wel een idee hebben van de soort en volgorde van te verrichten werkzaamheden. Het aantal AiO s zonder planning is echter zo hoog dat dit in geen geval een volledige verklaring kan zijn. Bij de analyse van de resultaten wordt hier nader aandacht aan besteed. Ook hier is weer een uitsplitsing naar faculteit en onderzoekschool gemaakt (figuren 13 en 14). Duidelijke uitschieter naar de negatieve kant is de faculteit L&R, maar diverse andere faculteiten hebben een eveneens bedroevend laag plannings-percentage. Bij de onderzoekscholen zitten ASCI, Dimes en OSPT aan de lage kant, maar deze scoren nog wat positiever dan diverse faculteiten. Positieve uitzonderingen zijn met name de faculteiten BK, MP, TB en WTM

17 na aanstelling geen > 12 mnd < 12 mnd < 6 mnd < 3 mnd < 1 mnd 0 CT Geo L&R STM TN WbMT IRI BK ET IO MP TB TWI WTM faculteiten Afbeelding 13 Termijn waarbinnen een planning is opgesteld (per faculteit) na aanstelling geen > 12 mnd < 12 mnd < 6 mnd < 3 mnd < 1 mnd 0 Bouw BSDL DIMES TRAIL ASCI Burgers CTG OSPT divers onderzoekscholen geen totaal Afbeelding 14 Termijn waarbinnen een planning gesteld (per onderzoekschool) De AiO s is gevraagd nader uit te splitsen of een eventuele wijziging van de planning een gevolg was van inhoudelijke aanpassingen of van temporele aanpassingen in het onderzoek. Dit onderscheid werd door slechts weinig AiO s goed begrepen, waardoor de antwoorden op deze vragen onbetrouwbaar zijn. Wel blijkt dat wijziging van de planning in gelijke mate in de eerste drie jaren voor komt. Wanneer er een planning is, wordt deze in een kwart van het aantal gevallen niet door de begeleiders mede-bewaakt. In de helft van het aantal gevallen is de planning na het opstellen nog gewijzigd. Belangrijk in dit kader is de mate waarin het onderzoek reeds geformuleerd was voordat de AiO zelf begon. Vaak (62%) ligt er slechts een beperkt projectvoorstel en bij bijna de helft van de onderzoeken (45%) ontbreekt een duidelijke probleemstelling vooraf. Ook een doelstelling (34%) en een voorgestelde aanpak (65%) ontbreken in veel gevallen. Bij 35% van de projecten betreft het een vervolgstudie

18 2.6 Publicaties Een belangrijk onderdeel van een promotieonderzoek betreft het publiceren van resultaten. De invloed van publicaties op het onderzoek is tweeledig: enerzijds zal het het onderzoek bevorderen door sturing en feedback vanuit het veld, anderzijds blijkt het maken van een publikatie dusdanig veel tijd te kosten dat het ten koste gaat van onderzoekstijd. Toch kan gesteld worden dat een groot aantal publicaties gunstiger is voor het onderzoek, met name omdat het helpt gedachten en resultaten te formuleren en als zodanig al een stukje schrijfwerk voor het proefschrift inhoudt. Presentatie van papers op congressen komt veelvuldiger voor dan publikatie in een tijdschrift: 70% van de AiO s heeft één of meerdere malen gepresenteerd, 43% één of meerdere malen gepubliceerd. Dit zal te maken hebben met het aantal beschikbare congressen (groot) en tijdschriften (klein) per vakgebied en de toegankelijkheid van elk (tijdschriften hebben vaak zeer strenge review-rondes). Tabel 1 geeft een grof overzicht van faculteiten en onderzoekscholen waar relatief weinig of juist veel gepresenteerd en gepubliceerd wordt. Tabel 1: uitschieters ten aanzien van het aantal presentaties en publicaties relatief weinig relatief veel faculteiten onderzoekscholen faculteiten onderzoekscholen presentaties Geodesie L&R WTM L&R Burgers Centrum BK Bouw publicaties TB Geodesie Dimes STM OSPT IRI Zoals te verwachten is heeft het aantal jaar dat een AiO bezig is een duidelijke invloed op het al dan niet e presenteren en publiceren. In de aanloopfase (t/m 1 jaar) presenteert 35% van de AiO s op een congres e e en publiceert 7% in een tijdschrift. In de onderzoeksfase (1 t/m 3 jaar) bedragen deze percentages e respectievelijk 71 en 42%, en in de afrondingsfase (4 jaar) respectievelijk 91 en 62%. 2.7 Begeleiding Zeer belangrijk in een promotieonderzoek is de begeleiding die de AiO ontvangt. De begeleiding moet in ieder geval plaats vinden door een hoogleraar. Vaak wordt tevens een medewerker aangesteld die de meer dagelijks begeleiding voor zijn rekening neemt, en geregeld worden ook mensen van buiten de universiteit bij het project betrokken. Gesteld kan worden dat de hoogleraar mede verantwoordelijk is voor de inhoudelijke kwaliteiten van het werk van de AiO, de dagelijks begeleider voor de voortgang van het werk en de externe begeleider voor de validiteit en bruikbaarheid van de resultaten. Bij 19% van de AiO s treedt alleen de hoogleraar als begeleider op. De eerste vraag ten aanzien van de begeleiding betrof de tijd die de hoogleraar en de dagelijks begeleider hieraan besteden. De figuren 15 en 16 tonen de procentuele verdeling van het aantal bestede uren per maand volgens de door de AiO's gegeven antwoorden. Gemiddeld besteden hoogleraren zo n 2 uur per maand aan begeleiding en medewerkers zo n 4,2 uur. Opvallend is dat bijna de helft van de hoogleraren per maand 1 uur of minder aan begeleiding besteedt!

19 23,4% 18,2% 25,5% 10,9% 10,9% 10,9% uur per maand < >5 Afbeelding 15 Begeleiding door promotor 24,9% 18,8% 18,3% 18,3% 19,7% uur per maand < >8 Afbeelding 16 Begeleiding door anderen Het gemiddelde aantal uur begeleiding is vrijwel gelijk in de aanloop- en de onderzoeksfase. In de afrondingsfase is het gemiddelde aantal uur begeleiding zelfs licht lager dan in beide andere fasen. Dat medewerkers méér uren begeleiding geven dan hoogleraren is logisch: zij zijn de dagelijks begeleiders terwijl de hoogleraren meer op hoofdlijnen begeleiden. Of betreffende uren voldoende zijn is op zich niet aan te geven: dat moet vooral blijken uit de voortgang van het onderzoek. Correlatieanalyses van de verwachte uitloop tegen enerzijds het aantal uren begeleiding door hoogleraren en anderzijds het aantal uren begeleiding door medewerkers laat zien dat er geen enkel verband te leggen valt tussen uitloop en uren. Daaruit kan de voorzichtige conclusie getrokken worden dat de totaal gegeven begeleiding als voldoende beschouwd kan worden. Overigens is de hoeveelheid begeleiding bij 39% van de AiO s minder dan hetgeen oorspronkelijk in het OBP was afgesproken. Bij 53% is geen afwijking van het OBP waarneembaar. Twee specifieke vragen omtrent (vormen van) begeleiding betreffen het aandragen van relevante literatuur en het helpen bij het vinden van een geschikte baan (in de eindfase). Een kwart van de AiO s geeft aan dat ze geen hulp krijgen bij het vergaren van relevante informatie, de helft van de AiO s in de laatste fase dat ze geen hulp krijgen bij het zoeken naar een geschikte baan. Een ander aspect is de kwaliteit van de begeleiding: is de begeleiding nuttig voor de inhoud van het

20 onderzoek. Figuur 17 toont hoe de AiO s oordelen over de inhoud van de begeleiding. Deze beoordeling betreft een schaal van 1 tot en met 5, waarbij 1 staat voor slecht en 5 voor goed. Zeer opvallend is dat de kwaliteit van de begeleiding gegeven door medewerkers hoger gewaardeerd wordt dan die door hoogleraren, en dat terwijl de hoogleraren toch de eerst-verantwoordelijken zijn ten aanzien van de inhoud. Twee verklaringen kunnen gegeven worden. Op de eerste plaats heeft de AiO twee maal zo veel contact met medewerkers als met hoogleraren en zullen daardoor méér (nuttige) informatie van hen krijgen dan van de hoogleraren. Op de tweede plaats blijkt het vaak moeilijk een hoogleraar binnen de universiteit te vinden die gespecialiseerd is in het veelal betrekkelijk nauwe promotieveld. Geregeld zijn hoogleraren slechts globaal op de hoogte van de inhoud van het promotieveld van de AiO en wordt er een begeleider bij gezocht (intern of extern) die juist meer gespecialiseerd is Legenda kwaliteit hoogleraar kwaliteit begeleider 10 0 slecht matig normaal goed zeer goed Afbeelding 17 Kwalificatie van begeleiding Wanneer de beoordeling over de faculteiten uitgesplitst wordt blijkt, dat bij vrijwel alle faculteiten de inhoud van de begeleiding door hoogleraren met normaal en die door medewerkers met goed gewaardeerd wordt. Uitzonderingen zijn ET waar de medewerkers matig gewaardeerd worden, L&R en IRI waar de hoogleraren matig en de medewerkers zeer goed gewaardeerd worden en TB waar zowel hoogleraren als medewerkers goed gewaardeerd worden. Tevens is gevraagd naar de persoonlijke verstandhouding tussen de AiO en zijn begeleiders. Wanneer er problemen zijn blijken die vaak te maken hebben met wrijvingen in de relatie tussen AiO en hoogleraar/medewerkers. De waardering voor de persoonlijke verstandhouding is echter ronduit goed: de waarderingen slecht en matig komen nauwelijks voor, normaal iets meer en goed en zeer goed zeer veel. Overigens blijkt de waardering van de kwaliteit van de inhoud in zekere mate gecorreleerd te zijn aan zowel het aantal uur begeleiding als de persoonlijke verstandhouding met de begeleider. Beide relaties hebben een correlatie-coëfficiënt van ongeveer 0,5: een niet sterk maar wel aantoonbaar verband. Blijkbaar wordt de begeleiding hoger gekwalificeerd wanneer er meer tijd in gestopt wordt en de sfeer ontspannen is. Een vorm van begeleiding betreft ook de ondersteuning van de AiO, zowel op het materiële als het financiële en personele vlak. Bij de analyse van oorzaken van diverse vertragingen is al aangegeven dat het nog bedroefend vaak ontbreekt aan essentiële ondersteuning. Dit blijkt ook uit de antwoorden op de vraag hiernaar. Van de respondenten geeft 25% aan onvoldoende ondersteuning te ervaren, voornamelijk in de vorm van personele (13% van aantal respondenten) en materiële (11%) ondersteuning. Ook financiële ondersteuning wordt vaak gemist (6%). Bij personele ondersteuning is vooral behoefte aan secretarieel en technisch ondersteunend personeel, bij de materiële aan (goede) computers en bij financiële aan reisbudgetten

21 100 AiO aan het werk Nadat de feitelijke enquête gehouden is zijn de AiO s die hun naam en telefoonnummer doorgegeven hadden nog benaderd met een aantal aanvullende vragen. Deze vragen betroffen beoordelings- en functioneringsgesprekken. Elke AiO hoort na afloop van het eerste jaar een beoordelingsgesprek te krijgen waarin bepaald wordt of het onderzoek voortgezet kan worden. Daarnaast zal de AiO, net als elk ander personeelslid, mee moeten draaien in jaarlijkse functioneringsgesprekken. In totaal bleken de antwoorden van 84 AiO s bruikbaar. Diverse AiO s gaven aan halfjaarlijks een gecombineerd beoordelings- en functioneringsgesprek te hebben. In totaal geeft 70% aan op tijd een beoordelingsgesprek en 64% geregeld een functioneringsgesprek gehad te hebben. De overigen hadden deze gesprekken niet, niet op tijd of niet vaak genoeg. Gezien het geringe aantal AiO s dat deze vragen beantwoord heeft kunnen deze resultaten niet leiden tot harde conclusies. Wel geven ze een indicatie van de mate waarin AiO s de (verplichte) gesprekken krijgen. 2.8 Opleiding en onderwijs Tot slot is de AiO s gevraagd naar de opleiding die ze krijgen en het onderwijs dat ze verzorgen. Bij opleiding wordt gedoeld op diverse vormen van kennis opdoen, zoals het volgen van colleges, cursussen, summerschools, het bijwonen van congressen en het (inhoudelijk) deelnemen aan AiO-netwerken. Bij onderwijs wordt gedoeld op diverse vormen van kennis uitdragen, zoals het verzorgen van colleges, practica en tentamens en het begeleiden van projectgroepen en afstudeerders. Helaas hoort bij het verzorgen van tentamens ook het surveilleren en nakijken, taken die niets meer van doen hebben met het uitdragen van kennis. Figuren 18 en 19 geven voor elk soort opleiding en onderwijs weer hoeveel van het totale aantal AiO s het betreffende soort ontvangt of verzorgt. De opleiding bestaat - gelukkig - voor het grootste deel uit congressen en cursussen, die vaak specialistischer zijn dan algemene colleges. Ten aanzien van het onderwijs geldt eenzelfde positieve constatering dat de AiO s veel tijd besteden aan het begeleiden van afstudeerders. Jammer is dat nog relatief veel tijd besteed wordt aan voor het onderzoek zinloze activiteiten als het surveilleren bij tentamens en het nakijken ervan colleges cursussen congressen netwerk anders Afbeelding 18 Inhoud van de opleiding

22 colleges practica surveilleren nakijken projecten afstudeerders anders Afbeelding 19 Inhoud van het gegeven onderwijs Bij de inhoud van opleiding en onderwijs werd gevraagd die elementen te noemen, die gemiddeld méér dan 2 uur per maand kosten. In een volgende vraag werd gevraagd naar de hoeveelheid tijd die opleiding en onderwijs nu in totaal kosten. De resultaten staan in figuur Legenda opleiding onderwijs 10 0 < 5 % 5-10 % % % > 25 % % van totale tijd Afbeelding 20 Tijdsbesteding opleiding en onderwijs Opvallend is dat de AiO méér tijd besteed aan onderwijs verzorgen dan aan opleiding genieten. De tijd besteed aan opleiding is zelfs uitzonderlijk laag: gemiddeld slechts 6,5% van de totaal beschikbare tijd. Aan onderwijs wordt gemiddeld 8,5% van de totaal beschikbare tijd besteed. Een mogelijke verklaring hiervoor is te vinden in hetgeen is afgesproken in het OBP. Ten aanzien van de opleiding wijkt de werkelijk bestede tijd bij de helft van de AiO s af van hetgeen in het OBP is vastgelegd, voornamelijk door een onvoldoende aanbod en te weinig tijd. Ten aanzien van het onderwijs is er nauwelijks een afwijking hetgeen is afgesproken in het OBP. De AiO s blijken de tijdsverdeling overigens geen probleem te vinden. Op de vraag naar een oordeel over de hoeveelheid opleiding en onderwijs gaf het merendeel een 3 aan (voldoende) en slechts enkelen een 1 of 2 (te weinig) of een 4 of 5 (te veel). Wel wordt geoordeeld dat de hoeveelheid opleiding enigszins te weinig en de hoeveelheid onderwijs enigszins te veel is. Deze beoordeling van de hoeveelheid is nauwelijks afhankelijk van de fase waarin de AiO zit. In de aanloopfase zal méér tijd aan opleiding besteed worden dan in andere fasen, terwijl aan onderwijs juist in de onderzoeksfase relatief veel tijd besteed zal worden. Uitsplitsing van deze beoordeling over het aantal

23 jaar dat de AiO bezig is laat echter zien, dat alle AiO s in gelijke mate tevreden zijn over de hoeveelheid die ze in dat jaar ontvangen en verzorgen. Uitsplitsing van de hoeveelheid aan opleiding en onderwijs bestede tijd naar de faculteiten laat zien, dat bij L&R en TB relatief veel tijd aan opleiding besteed wordt. L&R, MP en STM zijn faculteiten waar relatief veel tijd aan onderwijs besteed wordt Legenda opleiding onderwijs 10 0 slecht matig normaal goed zeer goed Afbeelding 21 Kwalificatie inhoud opleiding en onderwijs Naast een oordeel over de hoeveelheid opleiding en onderwijs is gevraagd naar een oordeel over de inhoud en het nut ervan. De inhoud van opleiding en onderwijs wordt over het algemeen goed beoordeeld (zie figuur 21). Opvallend echter is dat de inhoud van het onderwijs aanmerkelijk beter beoordeeld wordt dan de inhoud van de opleiding. Een verklaring hiervoor is mogelijk dat met name het begeleiden van afstudeerders zeer specifiek is en direct aansluit op het promotieonderzoek, terwijl congressen en cursussen vaak nog in zekere mate algemeen zijn (weinig toegespitst). Het gemiddelde oordeel over de opleiding is bij vrijwel alle faculteiten normaal. Het onderwijs wordt bij de helft van de faculteiten als normaal en bij de andere helft als goed beoordeeld. Verder is gevraagd naar het nut van opleiding en onderwijs, enerzijds voor het onderzoek zelf, anderzijds voor de persoonlijke ontwikkeling. Het nut van de opleiding wordt op beide aspecten beter beoordeeld dan dat van het onderwijs (zie figuur 22). Opvallend is wel dat het nut voor het onderzoek lager beoordeeld wordt dan dat voor de persoonlijke ontwikkeling. Blijkbaar zijn veel colleges en cursussen leuk voor de AiO zelf, maar heeft hij er niet zo veel aan voor het onderzoek. Dit bevestigt het beeld dat er nog steeds e weinig relevante 2 -fase opleidingen bestaan

24 Legenda opleiding mbt onderzoek onderwijs mbt onderzoek opleiding mbt 'vorming' onderwijs mbt 'vorming' 10 0 laag matig normaal goed hoog Afbeelding 22 Kwalificatie relevantie opleiding en onderwijs Op vrijwel alle faculteiten wordt het nut van de opleiding gemiddeld als normaal en dat van het onderwijs als goed beoordeeld. Alleen de faculteit MP is een negatieve uitzondering: het nut van de opleiding wordt als 'weinig' en dat van het onderwijs als 'normaal' beoordeeld. Bijna de helft (45%) van de AiO s verricht enige vorm van nevenactiviteit. Daarbij is in 30% van de gevallen sprake van een zekere mate van dwang deze activiteiten te verrichten (vakgroepsbestuur e.d.). De nevenactiviteiten betreffen voornamelijk bestuurswerk en vergen gemiddeld 7% van de totaal beschikbare tijd

25 3 Resultaten: hoogleraren-enquête 3.1 Respons Van de 256 door het bureau van de universiteit verstuurde enquêtes zijn er 79 terug gekomen. Figuur 23 laat de respons per faculteit zien; de gemiddelde respons bedraagt 31% % % 65% 45% 5 % 20% 31% 36% 29% 25% 38% 30% 17% 50% Legenda geen respons respons 0 BK CT ETGEO IO IRI L&R MPSTM TB TNWbMTWIWTMdiv faculteit Afbeelding 23 Respons per faculteit Opvallend is de lage respons van de faculteit L&R: slechts één van de 18 hoogleraren reageerde! De hoogleraren die gereageerd hebben begeleiden in totaal 392 AiO s (49% van het totale aantal) en zijn bij 88 AiO s copromotor. Diverse hoogleraren begeleiden één AiO. Eén hoogleraar geeft aan ongeveer 20 AiO s te begeleiden (waarvan de helft als copromotor), en twee hoogleraren begeleiden 18 AiO s (zie figuur 24). Gemiddeld begeleidt elke hoogleraar 6,1 AiO s, waarvan 1,1 als copromotor aantal AiO's Afbeelding 24 Aantal AiO's per hoogleraar

26 3.2 Werving en selectie De hoogleraren geven aan dat 89% van de AiO s als pas afgestudeerd student binnen komt, dus zonder significante werkervaring. Iets meer dan de helft reageert op een advertentie; 29% van de AiO s is persoonlijk gevraagd door de hoogleraar. Slechts enkele AiO s (9%) komen met een eigen promotievoorstel aan. Figuur 25 geeft aan op welke criteria de hoogleraren sollicitanten vooral beoordelen. Daarbij konden meerdere criteria genoemd worden: de percentages tellen dus op tot méér dan 100. cijferlijst bewezen kennis pers. eigenschappen nevenactiviteiten afstudeerwerk afstudeerrichting genoemd door % van hoogleraren Afbeelding 25 Selectiecriteria bij sollicitaties De hoogleraren geven 32% van de AiO s een aanvulling op hun salaris. Van de hoogleraren is 25% niet op de hoogte van mogelijkheden ter aanvullende financiering (fondsen etc.). 3.3 Uitloop Ook aan de hoogleraren is gevraagd of, en zo ja hoe veel, de AiO s naar verwachting uit zullen lopen (zie figuur 26). De gemiddeld verwachte uitloop volgens de hoogleraren bedraagt 0,32 jaar, vergelijkbaar met de door de AiO s aangegeven 0,36 jaar. In figuur 27 worden getoond wat volgens de hoogleraren mogelijke oorzaken van de uitloop zijn. De antwoorden zijn weergegeven als een percentage van het aantal AiO s waarvan de hoogleraren aangegeven hebben dat ze uit zullen lopen. 16,3% 43,1% 28,5% 2,9% 4,4% 4,9% uitloop > 1 jaar 1 jaar ¾ jaar ½ jaar ¼ jaar niet Afbeelding 26 Verwachte uitloop

27 anders bewust gepland nevenactiviteiten verkeerde aanpak foute inschatting tijd wijziging inhoud % van aantal AiO's met uitloop Afbeelding 27 Mogelijke oorzaken uitloop Een verkeerde inschatting van de per onderdeel benodigde tijd wordt het meest genoemd, gevolgd door een zwakke of verkeerde onderzoeksaanpak van de AiO. Bij de 'diversen' wordt een keur aan redenen aangedragen. Eén hoogleraar geeft (voor zijn 15 AiO's) aan dat 'het gewoon zwaar' is. Een andere hoogleraar geeft (voor zijn 9 AiO's) aan dat een uitloop te wijten is aan het promotieregelement (procedurele vertragingen). Verder wordt voor 6 AiO's 'persoonlijke omstandigheden' genoemd. Bij 4 AiO's wordt aangegeven, dat ze (bewust) uitlopen om hun proefschrift mooier af te werken. Bij 2 AiO's is bewust een inwerkperiode gepland die tot een overschrijding van de 4 jaar leidt. Bij 4 AiO's wordt aangegeven, dat ze 'te weinig begrijpen' of 'moeite hebben met rapporteren'. Ten aanzien van 1 AiO geeft de hoogleraar aan, dat hij zelf te weinig gestuurd en gecontroleerd heeft. Opvallend is dat diverse hoogleraren bewust een overschrijding van de 4 jaar plannen. Vaak zijn ze van mening dat er vier jaar onderzoek gedaan moet worden, en dat het schrijven van een dissertatie buiten de 4 jaar valt

OPLEIDINGS- EN BEGELEIDINGSPLAN ONDERZOEKSCHOOL IUS COMMUNE

OPLEIDINGS- EN BEGELEIDINGSPLAN ONDERZOEKSCHOOL IUS COMMUNE OPLEIDINGS- EN BEGELEIDINGSPLAN ONDERZOEKSCHOOL IUS COMMUNE INDIVIDUEEL Faculteit :... Universiteit:... Naam promovendus:... Programma :... promotie-project :... (Beoogd) promotor :... Begeleider(s)/werkbaas

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan:

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan: NEDERLANDS, TENZIJ Onderzoek Vakgroep Marktkunde en Marktonderzoek RUG In dit onderzoek zijn de volgende vragen geformuleerd: Welke factoren zijn op dit moment van invloed op de beslissing of Nederlandse

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Loopbanen van geowetenschappers

Loopbanen van geowetenschappers Loopbanen van geowetenschappers Midden 4 is een grootschalig onderzoek naar de loopbanen van geowetenschappers afgerond. Dit onderzoek is uitgevoerd op initiatief en onder begeleiding van GAIA, het netwerk

Nadere informatie

Drechtstedendinsdag 2015

Drechtstedendinsdag 2015 Drechtstedendinsdag 2015 UITKOMSTEN ENQUÊTE INRICHTING EN FUNCTIONEREN Inhoud 1. Conclusies 2. Drechtstedendinsdag in het algemeen 3. Themabijeenkomsten 4. Gezamenlijke maaltijd 5. Regionaal fractieoverleg

Nadere informatie

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg Enschede, 13 juli 2004 WD/04/1774/ebt ir. G. Vernhout drs. W. Dragt Inhoudsopgave

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................

Nadere informatie

Citaat: De hoorcolleges waren onbegrijpelijk, dus kwam ik alleen voor het werkcollege. De uitleg bij de colleges waren niet nuttig.

Citaat: De hoorcolleges waren onbegrijpelijk, dus kwam ik alleen voor het werkcollege. De uitleg bij de colleges waren niet nuttig. Evaluatie opleiding Industrieel Ontwerpen Vak Applicatiebouw Vakcode 280111 Verantwoordelijke docent Mw. dr. A.H.M.E. Reinders Aantal studiepunten 2,9 EC Programma B1 Periode 2 e semester 2006-2007 Rapportage

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Christophe Deloo, Roy Straver & Machiel Visser. Versie 4 (26-06-2010)

Plan van Aanpak. Christophe Deloo, Roy Straver & Machiel Visser. Versie 4 (26-06-2010) Plan van Aanpak Christophe Deloo, Roy Straver & Machiel Visser Versie 4 (26-06-2010) Inhoudsopgave Voorwoord... 2 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Accordering en bijstelling... 3 1.3 Toelichting

Nadere informatie

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Memo Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Inhoud Hoofdstuk 1: Introductie... 1 Hoofdstuk 2: Algemene uitkomsten... 1 2.1 De weg naar de studieadviseur... 1 2.2 Hulpvraag... 2 2.3 Waardering

Nadere informatie

De promovendus. De promovendus

De promovendus. De promovendus De promovendus. Doel van de functie. 1. Aanstelling 2. Profiel en competenties 3. Inschaling 4. Het verrichten van onderwijstaken 5. Het Opleiding en Begeleidingsplan (OBP) 6. Begeleiding van de promovendus

Nadere informatie

Verzamelen gegevens: december 2013

Verzamelen gegevens: december 2013 Verzamelen gegevens: december 2013 Interpretatie gegevens: april/mei 2014 Organisatiebeschrijving Inzowijs richt zich op de begeleiding van kinderen en jongeren in de leeftijd van 2 t/m 23 jaar. De problematiek

Nadere informatie

Enquête Telefonische dienstverlening

Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Colofon Titel:Enquête Enquete Telefonische dienstverlening Opdrachtgever: Gemeente Velsen Opdrachtnemer: Marieke Galesloot Datum:

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

Tekortvakken in het voortgezet onderwijs Deborah van den Berg januari 2012

Tekortvakken in het voortgezet onderwijs Deborah van den Berg januari 2012 Tekortvakken in het voortgezet onderwijs Deborah van den Berg januari 2012 1. Inleiding In het voortgezet onderwijs worden op de korte termijn tekorten aan leraren verwacht, oplopend tot een verwacht tekort

Nadere informatie

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...

Nadere informatie

De CAO Nederlandse Universiteiten 2007-2010, artikel 6.8 vormt de basis voor het model Opleidingsen begeleidingsplan voor promovendi:

De CAO Nederlandse Universiteiten 2007-2010, artikel 6.8 vormt de basis voor het model Opleidingsen begeleidingsplan voor promovendi: Open Universiteit Nederland Opleidings- en Begeleidingsplan voor Promovendi De CAO Nederlandse Universiteiten 2007-2010, artikel 6.8 vormt de basis voor het model Opleidingsen begeleidingsplan voor promovendi:

Nadere informatie

Internetpanel over de lokale media

Internetpanel over de lokale media Internetpanel over de lokale media In opdracht van: Afdeling Communicatie Rapportage door: Team Beleidsonderzoek & Informatiemanagement Gemeente Purmerend J. van Poorten november 2008 Verkrijgbaar bij:

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Fontein/ Helden. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein. Ouders vinden 'Begeleiding' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS De Fontein/ Helden. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein. Ouders vinden 'Begeleiding' op school het belangrijkst BS De Fontein/ Helden Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein Enige tijd geleden heeft onze school BS De Fontein deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland

Nadere informatie

KERK EN CHRISTENVERVOLGING christenvervolging

KERK EN CHRISTENVERVOLGING christenvervolging KERK EN CHRISTENVERVOLGING christenvervolging Een onderzoek naar de betrokkenheid van predikanten en voorgangers bij de vervolgde kerk November 2013 Inleiding Hoe 'leeft' het onderwerp christenvervolging

Nadere informatie

Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden

Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden Een baan Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden... 2 Geen dip in baankansen voor wo-afgestudeerden... 3 Geen dip in kans op baan voor deeltijdstudenten... 4 Hbo bachelor

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Het gemiddelde rapportcijfer dat de personeelsleden van onze kindcentrum bij de vorige peiling gaven is 8.0.

Het gemiddelde rapportcijfer dat de personeelsleden van onze kindcentrum bij de vorige peiling gaven is 8.0. Enige tijd geleden heeft ons kindcentrum Laterna Magica deelgenomen aan de personeelstevredenheidpeiling onder teamleden. Van ons kindcentrum hebben achtenvijftig medewerkers de vragenlijst ingevuld. In

Nadere informatie

Samenvatting. onderzoek kortheidshalve aan met de term aangestelde promovendi.

Samenvatting. onderzoek kortheidshalve aan met de term aangestelde promovendi. Samenvatting Introductie Negen jaar geleden vroeg de Universiteit Utrecht haar promovendi om een oordeel over een aantal aspecten van hun promotietraject. Lagen ze op schema, welke steun kregen internationale

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Gemeente Breda. Onderzoek en Informatie. Klanttevredenheidsonderzoek WSNP 2012

Gemeente Breda. Onderzoek en Informatie. Klanttevredenheidsonderzoek WSNP 2012 Gemeente Breda Onderzoek en Informatie Klanttevredenheidsonderzoek WSNP 2012 Publicatienummer: 1715 Datum: Februari 2013 In opdracht van: Gemeente Breda Kredietbank West-Brabant Uitgave: Gemeente Breda

Nadere informatie

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL

Nadere informatie

Toezichthouders in de wijk

Toezichthouders in de wijk Toezichthouders in de wijk Hoe ervaren inwoners uit Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht de aanwezigheid van Toezichthouders? Inhoud: 1 Conclusies 2 Bekendheid 3 Effect 4 Waardering taken Hondengerelateerde

Nadere informatie

Samenvatting resultaten Quick Scan Aansluiting HBO-TU/e

Samenvatting resultaten Quick Scan Aansluiting HBO-TU/e Quick Scan: Aansluiting HBO-TU/e juni 2005 Samenvatting resultaten Quick Scan Aansluiting HBO-TU/e Een Quick Scan is een peiling onder studenten over een actueel onderwerp. Het Studenten Service Centrum

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Samenvatting. BS Gerardus Majella. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Gerardus Majella

Samenvatting. BS Gerardus Majella. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Gerardus Majella BS Gerardus Majella/ Lopik Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Gerardus Majella Enige tijd geleden heeft onze school BS Gerardus Majella deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling.

Nadere informatie

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Interactief bestuur. Omnibus 2015 Interactief bestuur Omnibus 2015 O&S April 2016 Samenvatting In september/oktober 2015 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s- Hertogenbosch een omnibusonderzoek gehouden. In dit

Nadere informatie

Richtlijn Promotietrajecten Universiteit Leiden

Richtlijn Promotietrajecten Universiteit Leiden Richtlijn Promotietrajecten Universiteit Leiden Deze richtlijn is van toepassing op promovendi van de Universiteit Leiden die vallen in de VSNUcategorieën 1 (werknemer-promovendus) en 3 (contractpromovendus).

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015 Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 1 Juni 1 Doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de huidige mate van tevredenheid van tolken en vertalers, afnemers van tolk- en vertaaldiensten

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld Bestuurscommissie Onderzoek Cultuur, Welzijn en Zorg 1 Colofon: Onderzoek en rapportage: drs. E. Lange dr. J. Tuinstra Met medewerking van: H. Plat-Lieben Uitgave:

Nadere informatie

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Thematische behoeftepeiling Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Inleiding In de komende jaren ontwikkelt de VSOP toerustende activiteiten voor patiëntenorganisaties

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het

Nadere informatie

Verslag ORAS komt naar je TU Tijden van studeren

Verslag ORAS komt naar je TU Tijden van studeren Verslag ORAS komt naar je TU Tijden van studeren Inhoudsopgave Inleiding... 2 A. Studeren in het weekend... 2 Vraag : In welke weken van de periode zou je in het weekend op de campus willen studeren?...

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Evaluatierapport Module Consumentenproducten

Evaluatierapport Module Consumentenproducten Evaluatierapport Module 201500198 Consumentenproducten 201500198 G.T. Havinga Disclaimer Samenvatting Voor de samenvattingen per moduleonderdeel in dit rapport geldt het volgende: De samenvattingen bevatten

Nadere informatie

De voorzitter van de Raad van Toezicht/het Stichtingsbestuur van. MEVA/ABA/ Aloys Kersten Verantwoording inkomen bestuurder

De voorzitter van de Raad van Toezicht/het Stichtingsbestuur van. MEVA/ABA/ Aloys Kersten Verantwoording inkomen bestuurder De voorzitter van de Raad van Toezicht/het Stichtingsbestuur van Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag Aloys Kersten 070 340 5886 Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Verantwoording inkomen bestuurder

Nadere informatie

Samenvatting. VS De Lans/ Brummen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) VS De Lans. Ouders vinden 'Sfeer' op school het belangrijkst

Samenvatting. VS De Lans/ Brummen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) VS De Lans. Ouders vinden 'Sfeer' op school het belangrijkst Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) VS De Lans Enige tijd geleden heeft onze school VS De Lans deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 223080 ouders en verzorgers

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK CLIËNTERVARINGSONDERZOEK Huishoudelijke Hulp Gemeente Loppersum Wmo Support Datum: 15 maart 2017 Versie: Definitief 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 2.1 Waarom huisbezoeken?... 3 2.2 Leeswijzer... 3 3

Nadere informatie

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Van 24 t/m 28 maart vond de Week van Passend Onderwijs plaats. De Week is een initiatief van het ministerie van OCW en 22 onderwijsorganisaties,

Nadere informatie

PLANNING EN EVALUATIE Bijlage F.3

PLANNING EN EVALUATIE Bijlage F.3 PLANNING EN EVALUATIE Bijlage F.3 Alleen voor onderzoekers in opleiding (oio's) Inleiding Plannings- en evaluatiegesprekken (minimaal één keer per jaar) helpen de begeleider en oio bij het doelgericht

Nadere informatie

Samenvatting. VS De Noorderkroon/ Enschede. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) VS De Noorderkroon

Samenvatting. VS De Noorderkroon/ Enschede. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) VS De Noorderkroon Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) VS De Noorderkroon Enige tijd geleden heeft onze school VS De Noorderkroon deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 223080

Nadere informatie

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011 Projectgroep Combifuncties Onderwijs Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs 2011 1. Inleiding De projectgroep Combifuncties Onderwijs wil in de periode

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Meeander/ Locatie Heelweg. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) Locatie Heelweg

Samenvatting. BS De Meeander/ Locatie Heelweg. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) Locatie Heelweg Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) Locatie Heelweg Enige tijd geleden heeft onze school Locatie Heelweg deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 200864 ouders

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Planning en Evaluatie (alleen voor oio's)

Planning en Evaluatie (alleen voor oio's) Bijlage F.3 Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie Planning en Evaluatie (alleen voor oio's) Inleiding Plannings- en evaluatiegesprekken (minimaal één keer per jaar) helpen begeleider en oio

Nadere informatie

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten Uwe Matzat/Chris Snijders Technische Universiteit Eindhoven Management samenvatting De grote meerderheid

Nadere informatie

Uitkomsten Enquête mei 2015

Uitkomsten Enquête mei 2015 Uitkomsten Enquête mei 2015 Inhoud Conclusies 1 Inleiding 2 Antwoorden op de vragen 3 Wat is je geslacht? 3 Wat is je leeftijd? 3 Wat beschrijft jouw (werk) situatie het beste? 4 Hoe vaak lees je de nieuwsbrief?

Nadere informatie

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Opdrachtgever: Ministerie

Nadere informatie

Betrokkenheid van onderzoekscholen bij het ontwikkelen van onderzoeksgerichte masteropleidingen

Betrokkenheid van onderzoekscholen bij het ontwikkelen van onderzoeksgerichte masteropleidingen Een groot aantal ingevulde vragenlijsten is per 15 augustus 2003 (de deadline) geretourneerd. Een rappel leverde nog eens een aantal ingevulde vragenlijsten op. Uiteindelijk hebben 29 decanen en 22 directeuren

Nadere informatie

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren

De invloed van inductie programma's op beginnende leraren De invloed van inductie programma's op beginnende leraren Op basis van door NWO gefinancierd wetenschappelijk onderzoek heeft Chantal Kessels, Universiteit Leiden in 2010 het proefschrift 'The influence

Nadere informatie

INLEIDING. Namens het managementteam van de SPGH, Mirjam Diderich. Directeur. Hellendoorn 15 januari 2015

INLEIDING. Namens het managementteam van de SPGH, Mirjam Diderich. Directeur. Hellendoorn 15 januari 2015 RESULTATEN OUDER-ENQUÊTE 01 INLEIDING In dit document worden de resultaten besproken van de ouderenquête die is afgenomen in november 01 (schooljaar 01-015). Doelstelling van de enquête is het meten van

Nadere informatie

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad -

Nadere informatie

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009 Gemeentelijke Dienstverlening Omnibus 2009 Afdeling O&S Februari 2009 2 Samenvatting Inwoners vinden dat de gemeente haar dienstverlening heeft verbeterd De inwoners van s-hertogenbosch beoordelen de gemeentelijke

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Omega en Het Middelpunt 2016

Cliëntervaringsonderzoek Omega en Het Middelpunt 2016 Cliëntervaringsonderzoek Omega en Het Middelpunt 2016 resultaten cliënten wonen Den Haag, juli 2016 Ipso Facto Beleidsonderzoek Zwaardstraat 16, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K.

Nadere informatie

Onderzoek Dutchbat III Programma van eisen. 1. Aanleiding

Onderzoek Dutchbat III Programma van eisen. 1. Aanleiding Onderzoek Dutchbat III Programma van eisen 1. Aanleiding Ruim twintig jaar na de militaire uitzending in het kader van UNPROFOR / voormalig Joegoslavië, worden door Dutchbat III veteranen problemen in

Nadere informatie

Algemeen < >71. Figuur 1: leeftijdsopbouw in absolute aantallen. Figuur 2: typering respondenten (procenten)

Algemeen < >71. Figuur 1: leeftijdsopbouw in absolute aantallen. Figuur 2: typering respondenten (procenten) Resultaten en constateringen uit de NPO leden enquête 2016 Algemeen De Nederlandse Postduivenhouders Organisatie (NPO) heeft onder haar leden een enquête gehouden waarin de leden is gevraagd naar hun visie

Nadere informatie

CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14

CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14 CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14 Datum : 01-02-2014 Auteur : Jaap Noorlander, Joris van Nimwegen Versie : 2 1 Inhoudsopgave Inleiding... Pagina 3 Vraagstelling... Pagina 3 Methode

Nadere informatie

Jaarlijks onderzoek onder vrijwilligers 2016

Jaarlijks onderzoek onder vrijwilligers 2016 Jaarlijks onderzoek onder vrijwilligers 2016 Sinds 2012 voert Resto VanHarte een jaarlijks onderzoek uit onder haar vrijwilligers. Dit jaar is er een aparte versie gemaakt voor incidentele vrijwilligers

Nadere informatie

Samenvatting. SBO De Kring/ Rotterdam. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) SBO De Kring

Samenvatting. SBO De Kring/ Rotterdam. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) SBO De Kring Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) SBO De Kring Enige tijd geleden heeft onze school SBO De Kring deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 189910 ouders

Nadere informatie

Aios goed voorbereid op beroepspraktijk

Aios goed voorbereid op beroepspraktijk Home no. 6 December 2017 Eerdere edities Verenso.nl Aios goed voorbereid op beroepspraktijk Overwegend positief over curriculum ouderengeneeskunde 2012-2016 Eveline Bets eveline@tekstvanbets.nl Het NIVEL

Nadere informatie

PLANNING EN EVALUATIE Bijlage F.3 alleen voor onderzoekers in opleiding (oio's)

PLANNING EN EVALUATIE Bijlage F.3 alleen voor onderzoekers in opleiding (oio's) PLANNING EN EVALUATIE Bijlage F.3 alleen voor onderzoekers in opleiding (oio's) Inleiding Plannings- en evaluatiegesprekken (minimaal één keer per jaar) helpen de begeleider en oio bij het doelgericht

Nadere informatie

Evaluatierapport Module 2 Energie en Materialen

Evaluatierapport Module 2 Energie en Materialen Evaluatierapport Module 2 Energie en Materialen 201500272 Dr. ir. T. Bor Disclaimer Samenvatting Voor de samenvattingen per moduleonderdeel in dit rapport geldt het volgende: De samenvattingen bevatten

Nadere informatie

Schiedam, 5 november Aan: het college en de gemeenteraad van Schiedam. Geachte collega's, geacht college,

Schiedam, 5 november Aan: het college en de gemeenteraad van Schiedam. Geachte collega's, geacht college, GROEN: Schiedam, 5 november 2008 Aan: het college en de gemeenteraad van Schiedam Geachte collega's, geacht college, In het voorjaar 2008 hebben GroenLinks en D66 een passantenonderzoek uitgevoerd in het

Nadere informatie

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF ge meente Moerdük RAADSINFORMAT EBRIEF Van Col van en wethouders Aan de leden van de qemeenteraad Onderuverp Nummer griffie Zaaknummer Documentnummer 7 g ð69 v2q 3q3 Cliëntervaringsonderzoek Wet maatschappelijke

Nadere informatie

OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014

OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014 OBS A.M.G. Schmidt 7 februari 2014 Managementrapportage Scholengemeenschap Veluwezoom wil periodiek meten hoe de tevredenheid is onder haar belangrijkste doelgroepen: leerlingen, ouders, leerkrachten en

Nadere informatie

Leraar in onderzoek. Exacte Wetenschappen. Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten

Leraar in onderzoek. Exacte Wetenschappen. Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten Exacte Wetenschappen Leraar in onderzoek Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten Den Haag, mei 2010 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inhoud 1 Inleiding 3 2 Doel 4 3

Nadere informatie

Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan. Aan de Waterkant 2008-2011

Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan. Aan de Waterkant 2008-2011 Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan Aan de Waterkant 2008-2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Evaluatiekader 3 1.2 Leeswijzer 3 2 Vrijwilligerswerk Oostzaan 4 2.1 De situatie toen 4 2.2 De

Nadere informatie

Rapportage Kindertevredenheidsonderzoek BSO. Datum: mei 2018

Rapportage Kindertevredenheidsonderzoek BSO. Datum: mei 2018 Rapportage Soort rapportage: Schngsrapportage Datum: mei 2018 Opdrachtgever: Schng GOO Dit rapport is opgesteld door DUO Onderwijsonderzoek & Advies in opdracht van Stichting GOO. DUO Onderwijsonderzoek

Nadere informatie

Samenvatting. BS Pius X/ Varsselder. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Pius X. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS Pius X/ Varsselder. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Pius X. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst BS Pius X/ Varsselder Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Pius X Enige tijd geleden heeft onze school BS Pius X deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben

Nadere informatie

BS Parcivalschool/ Arnhem Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Parcivalschool Ouders vinden 'De leerkracht' op school het

BS Parcivalschool/ Arnhem Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Parcivalschool Ouders vinden 'De leerkracht' op school het Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Parcivalschool Enige tijd geleden heeft onze school BS Parcivalschool deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 131022

Nadere informatie

Factsheet burgerparticipatie op het gebied van sociale veiligheid: WhatsAppgroepen

Factsheet burgerparticipatie op het gebied van sociale veiligheid: WhatsAppgroepen Factsheet burgerparticipatie op het gebied van sociale veiligheid: WhatsAppgroepen Margreth Egelkamp Marina Horseling Andrea Donker Contactgegevens: Instituut voor Veiligheid/Lectoraat Kennisanalyse Sociale

Nadere informatie

Conflicthantering Opdracht

Conflicthantering Opdracht Conflicthantering Opdracht Lees de beschrijving van de vier stijlen van conflicthantering. 1. Welke (twee) van de genoemde stijlen beschrijft het beste jouw reacties in conflictsituaties? 2. Kun je voorbeeld

Nadere informatie

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs Studentnummer: Naam aanmelder: Stap 1. Welkom heten en uitleggen wat het onderzoek inhoudt (Tijd: 5 minuten) Landelijk en bij de FEM is er sprake van een hoge

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018 Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch Vervolgmeting 2018 Afdeling Onderzoek & Statistiek Februari 2019 Samenvatting De gemeente geeft indicaties af voor Wmo hulpmiddelen. Welzorg verzorgt de

Nadere informatie

Kootstra Talent Fellowship 2015

Kootstra Talent Fellowship 2015 Kootstra Talent Fellowship 2015 Inleiding De Raad van Bestuur Maastricht UMC + heeft voor 2015 middelen ter beschikking gesteld voor talentontwikkeling onder jong wetenschappelijk talent. Deze middelen

Nadere informatie

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Medewerkerstevredenheidsonderzoek Fictivia 2008.V. Opdrachtgever: Uitvoerder: Plaats: Versie: Fictivia B.V. Junior Consult Groningen Fictief 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Directieoverzicht 4 Leiderschap.7

Nadere informatie

Evaluatierapport Module Ontwerp en Productie

Evaluatierapport Module Ontwerp en Productie Evaluatierapport Module 201600100 Ontwerp en Productie 201600100 ir. W. de Kogel -Polak Disclaimer Samenvatting Voor de samenvattingen per moduleonderdeel in dit rapport geldt het volgende: De samenvattingen

Nadere informatie

Gap Year onderzoek. 1. Uitkomsten Jongeren

Gap Year onderzoek. 1. Uitkomsten Jongeren Samenvatting Gap Year onderzoek Mei 2012 Gap Year onderzoek In april 2012 hebben het Europees Platform en de Nuffic onderzoek gedaan naar de toekomstplannen van leerlingen na hun eindexamen. De focus van

Nadere informatie

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk

Nadere informatie

Management Summary. Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator

Management Summary. Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator Management Summary Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator Uitgevoerd door onderzoekers van het Montaigne Centrum voor Rechtspleging en Conflictoplossing van de Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Evaluatie werkwijze gemeenteraad Bloemendaal Verslag & Uitslag Enquête

Evaluatie werkwijze gemeenteraad Bloemendaal Verslag & Uitslag Enquête Evaluatie werkwijze gemeenteraad Bloemendaal 2014-2018 Verslag & Uitslag Enquête Bloemendaal, 23 februari 2018 Evaluatie werkwijze gemeenteraad Bloemendaal 2014-2018 1 Inleiding Verslag & Uitslag Enquête

Nadere informatie

Internetpanel Dienst Regelingen

Internetpanel Dienst Regelingen Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 20: evaluatie panel December 2012 1. Inleiding Het Internetpanel Dienst Regelingen bestaat nu bijna vijf jaar. Dat vinden de opdrachtgever Dienst Regelingen

Nadere informatie