BESTUURSOVEREENKOMST. ter afronding van de Verkenningsfase en start van de Planstudiefase voor N35 ZWOLLE - WIJTHMEN

Transcriptie

1 BESTUURSOVEREENKOMST ter afronding van de Verkenningsfase en start van de Planstudiefase voor N35 ZWOLLE - WIJTHMEN 1

2 DE ONDERGETEKENDEN: 1. De Minister van Verkeer en Waterstaat, de heer C.M.P.S. Eurlings, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de Minister, en als rechtsgeldige vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, gezeteld te s-gravenhage, hierna te noemen: de Staat, 2. Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel, handelend als bestuursorgaan, ter uitvoering van het collegebesluit van xx-xx-xxxx en namens deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Mobiliteit, Financiën en Bestuur, de heer J.W. Klaasen, en de Commissaris van de Koningin van de provincie Overijssel,hierna te noemen: de Provincie, 3. Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zwolle, handelend als bestuursorgaan, ter uitvoering van het collegebesluit van xx-xx-xxxx en namens deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Verkeer en Vervoer, de heer C. Boekhout, en de burgemeester van de gemeente Zwolle, handelend als rechtsgeldige vertegenwoordiger van de gemeente Zwolle, namens deze, xxxxx, hierna te noemen: de gemeente Zwolle, 4. Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dalfsen, handelend als bestuursorgaan, ter uitvoering van het collegebesluit van xx-xx-xxxx en namens deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Verkeer en Vervoer, de heer E. Goldsteen, en de burgemeester van de gemeente Dalfsen, hierna te noemen: de gemeente Dalfsen, Partijen 2 tot en met 4, hierna te noemen: Regionale Partijen, Partijen 1 tot en met 4, hierna te noemen: Partijen. OVERWEGENDE: De N35 verbindt Zwolle en Twente die de belangrijkste economische centra van de Provincie vormen en daardoor ontstaan op deze weg in de spits de nodige doorstromingsproblemen. In de gebiedsgerichte verkenning A28 / N35, die heeft plaatsgevonden in augustus 2007, wordt gesproken over een moeizame verkeersafwikkeling in de ochtend-(stad in) en avondspits (stad uit) tussen de Kroesenallee en de Ceintuurbaan. Uit de verkenning blijkt dat het kruispunt Kroesenallee-N35 in 2020 een problematische verkeersafwikkeling zal kennen. In de Landelijke Markt- en Capaciteitsanalyse wegen (LMCA) van november 2007 is geconstateerd dat in 2020 de N35 zich tot een potentieel knelpunt kan ontwikkelen. In de MobiliteitsAanpak uit oktober 2008 van de Minister en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, heeft de N35 een verhoogd ambitieniveau gekregen. Dat wil zeggen dat deze weg in de toekomst een zogenoemde stroomweg (100 km/uur met ongelijkvloerse kruisingen) moet worden. 2

3 In het MIRT-overleg tussen de Minister en Landsdeel oost van 30 oktober 2008 zijn afspraken gemaakt over de financiering van de aanpak van de N35 voor het tracé Zwolle-Wijthmen tot de Koelmansstraat. In januari 2010 is de verkenning voor de N35 tracé Zwolle-Wijthmen door de Provincie afgerond, waarbij is onderzocht welke tracéalternatieven het meeste kansrijk zijn (aansluiting op IJsselallee, aansluiting op Ceintuurbaan, aansluiting op N340). De resultaten van de verkenning zijn in de periode november 2009 gedeeld met bestuurders, burgers, vervoerders- en milieubelangengroepen en daaruit is gebleken dat het voorkeursalternatief kan rekenen op voldoende draagvlak. De N35 tracé Zwolle-Wijthmen is opgenomen in de (nog te bekrachtigen) Crisis- en Herstelwet, die versnelling van procedures beoogt. Partijen vinden het wenselijk om de start van de uitvoering van de realisatie van de N35 in het voorjaar van 2012 te laten plaatsvinden. Partijen beogen afspraken vast te leggen over de wijze van samenwerking tijdens de planstudiefase, de financiering van de planstudie en de benoeming van een voorkeursalternatief van het project N35 Zwolle-Wijthmen tijdens de planstudiefase in overeenstemming met de verkenning. ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: Artikel 1 Begripsbepaling 1. In deze bestuursovereenkomst wordt verstaan onder: a. Project: Het Project zoals beschreven in artikel 4 van deze overeenkomst. b. Initiatiefnemer van de Planstudie: de Minister, vertegenwoordigd door Rijkswaterstaat dienst Oost-Nederland. c. BBG : Bestuurlijke Begeleidingsgroep d. ABG : Ambtelijke Begeleidingsgroep e. MIRT : Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport. f. Planstudie: de werkzaamheden die nodig zijn voor het voorbereiden van het Tracébesluit. g. Voorbereiding van de uitvoering: werkzaamheden voorafgaand aan het uitvoeringsbesluit, waaronder het aanvragen van vergunningen en grondverwerving. h. Planstudiefase: de Planstudie en de Voorbereiding van de uitvoering. i. Realisatiefase: de fase in het MIRT-besluitvormingsproces na het uitvoeringsbesluit, waarin de uitvoering van het project plaatsvindt binnen de afgesproken kaders, zoals scope en taakstellend budget. j. Realisatieovereenkomst : nader op te stellen overeenkomst na vaststelling van het Tracébesluit en voorafgaand aan het uitvoeringsbesluit. k. MobiliteitsAanpak: het document uit oktober 2008 waarin de uitwerking van de mobiliteitsambitie van de Minister en de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat voor de 3

4 periode tot 2028 en daarna staat. l. IBOI: het jaarlijks toegekende percentage Indexcijfer Bruto Overheidsinvesteringen. m. BLD-bijdrage: de bijdrage die de Minister per project betaalt aan de baten-lastendienst (BLD) Rijkswaterstaat ten behoeve van de apparaatskosten. Artikel 2 De doelstelling van het Project N35 1. Het hoofddoel van het Project is het verbeteren van de bereikbaarheid, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid op en in de omgeving van de N35 tussen Zwolle en Wijthmen, zodat de inrichting van de weg van zodanige kwaliteit is dat deze optimaal kan functioneren in een robuust netwerk in 2028, zoals omschreven in de MobiliteitsAanpak. 2. Voordat het uitvoeringsbesluit wordt genomen wordt tussen Partijeneen realisatieovereenkomst opgesteld. Artikel 3 Doel van de overeenkomst 1. Partijen zullen met het oog op de gemeenschappelijke belangen gezamenlijk de verkeersproblematiek op de N35 op het wegvak Zwolle-Wijthmen aanpakken. In het kader daarvan willen zij intensief samenwerken met betrekking tot de Planstudie-/MER fase ten behoeve van de realisatie van de N35 Zwolle-Wijthmen. 2. Deze overeenkomst heeft tot doel afspraken vast te leggen over: a. het voorkeursalternatief, dat nader zal worden uitgewerkt tot het Tracébesluit. b. het taakstellendbudget voor de realisatie van het Project. c. de financiële afspraken voor de Planstudiefase van het Project. d. de taakverdeling en de wijze van samenwerking in de Planstudiefase van het Project. e. de wijze van besluitvorming in de Planstudiefase over wijzigingen in het Project, de Projectraming, de Projectplanning en de financiering van het Project. f. de overdracht door de Staat aan een of meer Partijen van (delen van) de huidige N35 na de realisatie N Partijen committeren zich vanaf de datum van inwerkingtreding van de bestuursovereenkomst aan het voorkeursalternatief zoals beschreven in artikel 4. Artikel 4 Voorkeursalternatief 1. Partijen spreken af dat de Planstudiefase betrekking zal hebben op het in deze bestuursovereenkomst vastgelegde voorkeursalternatief. Andere tracéalternatieven worden niet onderzocht. 2. Het voorkeursalternatief betreft de Middenbundel uit het Verkenningenrapport N35 Zwolle Wijthmen (januari 2010). Het voorkeursalternatief bestaat onder meer uit: 4

5 a) de inrichting van de N35 op het traject Zwolle-Wijthmen als een zogenoemde stroomweg van 2 rijbanen met 2 rijstroken (2 x 2) waarbij een maximum snelheid geldt van 100 km/uur. Op het wegvak Wijthmen-Koelmansstraat ontstaat een overgangssituatie in profielen. Het profiel op dit tracédeel wordt teruggebracht van 2 x 2 naar het huidige profiel (1 x 2); b) vervanging van het gelijkvloerse kruispunt met de Kroesenallee door een ongelijkvloerse aansluiting; c) een zuidelijke omleiding van de N35 om Wijthmen en een aansluiting in westelijke richting op de Ceintuurbaan (richting Zwolle), en in oostelijke richting op de Heinoseweg (richting Heino), op de bestaande N Het voorkeursalternatief heeft betrekking op het deel van de N35 vanaf km tot aan de Koelmansstraat km 8.700, dit is inclusief het kruispunt van de N35 met respectievelijk de Oldeneelallee en de Koelmansstraat. 4. De concrete weginrichting en ruimtelijke inpassing van het voorkeursalternatief worden in de Planstudiefase verder uitgewerkt. 5. De planvorming (ontwerp) van een ongelijkvloerse fietsverbinding tussen de Oldeneelallee en de Wijthmenerplas ter hoogte van het kruispunt Ceintuurbaan / Oldeneelallee en de N35 wordt integraal in de Planstudie van het Project meegenomen. 6. De kostenraming (prijspeil december 2007, zoals opgenomen in het Verkenningenrapport N35 Zwolle-Wijthmen ) van de onderdelen van het Project zoals beschreven in dit artikel vallen binnen het taakstellende budget van 52,1 miljoen (artikel 9). 7. Wijziging van het Project vindt plaats middels schriftelijk vastgelegde besluitvorming in de BBG, waarbij de Minister en de Provincie stemrecht hebben. Artikel 5 Uitgangspunten samenwerking 1. Namens de Minister voert Rijkswaterstaat dienst Oost-Nederland de Planstudie uit. 2. Rijkswaterstaat dienst Oost-Nederland coördineert namens de Minister tijdens de Planstudiefase actief het inhoudelijk overleg met de Regionale Partijen en andere betrokken organisaties, burgers en bestuursorganen. 3. Partijen spannen zich in om hun interne besluitvorming ten behoeve van onderdelen van de Planstudiefase zodanig in te richten dat daardoor geen vertragingen ontstaan. Artikel 6. Planstudie 1. Voor de uitvoering van de Planstudiefase wordt binnen twee maanden na ondertekening van deze overeenkomst door de Initiatiefnemer van de Planstudie een plan van aanpak opgesteld, inclusief kostenraming en tijdplanning. Het plan van aanpak bevat afspraken over de projectorganisatie, de communicatie met de omgeving, systematiek van raming, de risicoanalyse en de periodieke rapportages. 2. De Initiatiefnemer van de Planstudie stelt driemaal per jaar een analyse op van de bestuurlijke, 5

6 maatschappelijke, juridische, technische, financiële en beheersmatige risico s van het Project en rapporteert hier tijdig over aan de Regionale Partijen en andere betrokken organisaties en bestuursorganen. Artikel 7 Kostenverdeling planstudie 1. Tot het moment van een onherroepelijk Tracébesluit draagt de Minister de kosten van de Planstudie. 2. Partijen ondersteunen de Planstudiefase door zitting te nemen in de ABG en, indien van toepassing, aanvullende expertise beschikbaar te stellen. 3. Eigen personeels- en bestuurskosten van Partijen tijdens de Planstudiefase komen voor rekening van iedere afzonderlijke Partij, waaronder de kosten in verband met de bestemmingsplanprocedure die nodig is voor de aanpassing van de N35 op het gemeentelijk deel. 4. De kosten voor de Planstudie komen niet ten laste van het taakstellend budget (artikel 8). Artikel 8 Taakstellend budget realisatiefase 1. In het MIRT 2010 is het taakstellende budget voor de Voorbereiding van de realisatie en de Realisatie van het Project gesteld op 52,1 miljoen euro (prijspeil 1 maart 2009, inclusief BLDbijdrage, inclusief BTW). Uit het taakstellende budget zullen alle uitgaven worden gedaan voor de uitvoering en de aanleg van de N35 en de af te dragen BTW over deze uitgaven. 2. Het taakstellende budget is als volgt opgebouwd: a. als gevolg van het aangenomen amendement Van Hijum zal de Minister 16 miljoen reserveren. Dit bedrag is inclusief BTW en exclusief de kosten voor de Planstudie. De indexering zal plaatsvinden conform IBOI, tenzij de minister van Financiën besluit de middelen die samenhangen met de IBOI niet uit te keren. b. op basis van afspraken uit het MIRT overleg van 30 oktober 2008 tussen de Minister en Landsdeel Oost is door de Minister 6,1 miljoen extra gereserveerd. De indexering zal plaatsvinden conform IBOI, tenzij de minister van Financiën besluit de middelen die samenhangen met de IBOI niet uit te keren. c. de Provincie heeft een bedrag van 30 miljoen gereserveerd. Dit bedrag is inclusief BTW en inclusief de kosten voor de Gebiedsgerichte Verkenning A28/N35 en de MIRT-verkenning ( ). Het bedrag is gereserveerd in het coalitieakkoord van de provincie Overijssel Er vindt over de provinciale bijdrage geen indexering plaats. 3. Verschuivingen van kosten met behoud van het doel van het Project (artikel 2 en 4) zijn tijdens de Planstudiefase mogelijk, mits die niet leiden tot een verhoging van het taakstellende budget. 4. Inhuur van extra personeel en eigen personeels- en bestuurskosten van Regionale Partijen tijdens de Voorbereiding van de realisatie en de Realisatiefase komen voor rekening van iedere afzonderlijke Regionale Partij en maken geen onderdeel uit van het taakstellende budget. 6

7 5. Voorafgaand aan de terinzagelegging van het Ontwerp Tracébesluit en het Tracébesluit wordt door de BBG getoetst dat de kostenraming van het daarin opgenomen ontwerp past binnen het taakstellende budget. 6. De Minister en de Provincie treden in overleg, als blijkt dat de in lid 2 genoemde bedragen onvoldoende zijn om het Project te kunnen realiseren, met het doel tot een sluitende begroting te komen binnen het taakstellende budget. In dit overleg zullen de Minister en de Provincie afspraken maken over versobering en fasering van het Project zo mogelijk met behoud van functionaliteit en datum van ingebruikstelling. De Minister en de Provincie spreken de bereid uit om de versoberingsmaatregelen uit te werken. 7. Indien één of meer Partijen een wijziging van het Project voorstellen waarmee extra kosten zijn gemoeid, draagt/dragen deze Partij(en) zelf de kosten van deze wijziging door een verhoging van hun bijdrage als bedoeld in dit artikel. 8. Wijzigingen van de kostenverdeling worden vastgelegd als wijzigingen van deze bestuursovereenkomst. 9. Wijzigingen van het taakstellende budget vinden plaats na schriftelijk vastgelegde afstemming in de BBG, en worden voorgelegd aan de Minister ter besluitvorming, en worden vervolgens vastgelegd als wijzigingen op deze bestuursovereenkomst. Artikel 9 Betaling taakstellend budget 1. Nadat het Tracébesluit is bekendgemaakt zal de Provincie haar gereserveerde bijdrage betalen aan de Minister zodat al begonnen kan worden met de realisering en eventuele gerechtelijke procedures niet hoeven te worden afgewacht. De Minister en de Provincie maken over de betalingswijze nadere afspraken. 2. Financiële risico s én mogelijke besparingsopbrengsten binnen het Project liggen na ondertekening van deze overeenkomst in beginsel bij de Minister. Deze financiële risico s omvatten de onzekerheden in de raming, renterisico s en prijsstijgingen. Artikel 10 Uitruil van gronden Indien voor de realisatie van het Project gronden verworven moeten worden die in bezit zijn van één der Partijen (of eventueel in bezit van derden), wordt zoveel mogelijk getracht dit via grondruil te regelen. Artikel 11 Overdracht eigendom, beheer en onderhoud huidige N35 1. Na de realisatie van het Project zal de Minister de procedure starten om het bestaande (niet op te waarderen) traject geen deel meer te laten uitmaken van het door de Minister te beheren landelijk hoofdwegennet. 7

8 2. De Staat zal in het vervolg op het gestelde in lid 1 het eigendom, beheer en onderhoud en het proces van afwaarderen van deze trajecten overdragen aan de gemeente Zwolle. 3. De gemeente Zwolle ontvangt van de Staat een bedrag van maximaal 5 miljoen euro ten behoeve van het afwaarderen van het oude tracé van de N35. Dit bedrag is onderdeel van het taakstellende budget van 52,1 miljoen. 4. De eigendomsoverdracht van de weg geschiedt na instemming van de Minister van Financiën (RVOB) en is in het kader van deze Bestuursovereenkomst primair een verantwoordelijkheid van de gemeente Zwolle en de Staat. 5. Indien binnen 15 jaar na overdracht van de weg en de daarbij behorende gronden als gevolg van een wijziging van de bestemming middels een bestemmingsplan een waardestijging van de overgedragen gronden optreedt, zal de gemeente Zwolle deze waarde aan de Staat vergoeden. 6. De wijze waarop en de voorwaarden waaronder de overdracht van de weg en aanliggende gronden zal plaatsvinden, zullen worden uitgewerkt in de realisatieovereenkomst Artikel 12 Kosten aanpassingen en aanleg onderliggende wegennet Kosten gemoeid met aanpassingen aan en aanleg van het onderliggende wegennet die samenhangen met de realisatie N35, maar geen onderdeel zijn van het Project, komen voor rekening van de betreffende verantwoordelijke wegbeheerder. Artikel 13 Start van de aanlegwerkzaamheden 1. Partijen beogen de werkzaamheden aan de N35 na de bekendmaking van het Tracébesluit te laten aanvangen, maar niet eerder dan nadat door de Minister een uitvoeringsbesluit is genomen en een Realisatieovereenkomst is ondertekend. 2. Indien beroep(en) wordt (worden) ingesteld tegen het Tracébesluit zullen Partijen bezien of deze aanleiding geven voor het uitstellen van de beoogde aanvang van de werkzaamheden aan de N De Tracéwet is niet van toepassing op het deel van de N35 gelegen in de gemeente Zwolle. De gemeente Zwolle zal daarom een bestemmingsplanprocedure voor dit deel van de weg in procedure brengen. 4. Partijen bereiden tijdens de Planstudiefase een Realisatieovereenkomst voor ten behoeve van de realisatie van het Project. Artikel 14 Samenwerkingsstructuur Bestuurlijke Begeleidingsgroep 1. Er wordt een Bestuurlijke Begeleidingsgroep (BBG) ingesteld, waarin in ieder geval de Directeur Wegen en Verkeer van Rijkswaterstaat dienst Oost-Nederland en bestuurders van de andere 8

9 Partijen zitting hebben. Overige betrokken gemeenten, waterschappen en/of andere bestuursorganen kunnen worden uitgenodigd zitting te hebben in de BBG, zonder verplichting. 2. De BBG wordt voorgezeten door de Directeur Wegen en Verkeer van Rijkswaterstaat dienst Oost- Nederland. Het secretariaat wordt verzorgd door de projectmanager N35 van Rijkswaterstaat. 3. De BBG beslist over alle voor de regio relevante aspecten die met de Planstudiefase en de Voorbereiding van de realisatie samenhangen, zoals de procesmatige coördinatie van besluitvorming (bestemmingsplannen en andere besluiten), de wijze waarop maatschappelijk draagvlak voor de aanleg kan worden vergroot, de hoofdlijnen van het ruimtelijke inpassingsbeleid en de natuur- en ruimtecompensaties. 4. Beslissingen in de BBG worden in principe genomen in onderlinge overeenstemming en schriftelijk vastgelegd. 5. Indien in de BBG geen overeenstemming kan worden bereikt, zal stemming plaatsvinden. Bij stemming in de BBG hebben slechts de Minister en de Provincie stemrecht. Zij hebben een gelijke stem. Bij gelijke stemverdeling zullen overige Partijen om advies worden gevraagd en indien dit advies niet leidt tot overeenstemming tussen de Directeur Wegen en Verkeer van Rijkswaterstaat dienst Oost-Nederland, en de Provincie vindt opschaling plaats naar de Minister. 6. Elke Partij heeft bij besluitvorming het recht een voorbehoud te maken om nog expliciete instemming te vragen van het eigen bestuur. Ambtelijke Begeleidingsgroep 7. Er wordt een Ambtelijke Begeleidingsgroep (ABG) ingesteld ten behoeve van de samenwerking op ambtelijk niveau, waarin primair de ambtelijke vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat dienst Oost-Nederland en de ambtelijke vertegenwoordigers vanuit de Provincie en alle gemeenten zitting hebben. 8. In de ABG wordt de Planstudie en de Voorbereiding van de realisatie van het project N35 besproken, zoals ook omschreven in lid De ABG coördineert het bestuurlijk overleg met lokale overheden en bereidt de vergaderingen van de BBG voor en zorgt voor de uitvoering van beslissingen daarvan. 10. De ABG wordt voorgezeten door de Projectmanager N35 van Rijkswaterstaat dienst Oost- Nederland. Het secretariaat wordt gevoerd door Rijkswaterstaat dienst Oost-Nederland. Artikel 15 Publiekrechterlijke bevoegdheden 1. Partijen spannen zich jegens elkaar in om voor de uitvoering van deze bestuursovereenkomst benodigde publiekrechtelijke besluiten zodanig vast te stellen respectievelijk te nemen, dat de uitvoering van deze bestuursovereenkomst publiekrechtelijk is toegestaan. 2. Partijen zullen daarbij zoveel mogelijk, doch met inachtneming van wettelijke procedures en te betrachten zorgvuldigheid jegens derden, bevorderen dat de procedures tot verlening van (bestemmings- en uitwerkings)plannen, (bouw)vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen met 9

10 voortvarendheid worden doorlopen. 3. De in het kader van deze bestuursovereenkomst door Partijen te verlenen publiekrechtelijke medewerking laat de publiekrechtelijke positie en bevoegdheden van Partijen onverlet. 4. Partijen zullen steeds zorg dragen voor onderlinge afstemming van de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke besluitvorming ten aanzien van het Project. 5. Partijen spreken de voorkeur uit voor het realiseren van het Project zoals omschreven in artikel De in het vijfde lid genoemde voorkeur laat onverlet dat Partijen afhankelijk zijn van door de wet gegeven procedures, die ter voorbereiding van de aanvang van het Project, moeten worden doorlopen. 7. De in het zesde lid bedoelde procedures kunnen ertoe leiden dat het Project anders moet worden uitgevoerd dan Partijen bij ondertekening van deze bestuursovereenkomst voor ogen hebben. Indien dit het geval is, bezien Partijen of deze bestuursovereenkomst wijziging ofwel beëindiging behoeft. Artikel 16 Onvoorziene omstandigheden 1. Partijen treden met elkaar in overleg als bedoeld in artikel 18 indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen welke van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van deze bestuursovereenkomst niet mag worden verwacht. 2. Partijen merken als onvoorziene omstandigheid in elk geval aan de situatie dat door nieuwe of gewijzigde wetgeving of nieuwe of gewijzigde verordeningen er sprake zal zijn van een gewijzigde en duurdere uitvoering van het Project, de situatie dat formele regelingen of besluiten leiden tot de niet of slechts gedeeltelijke goedkeuring, de schorsing of de onherroepelijke vernietiging van besluiten die uit deze bestuursovereenkomst voortvloeien, één en ander met inbegrip van wijzigingen van regelingen of onherroepelijke beslissingen van een bestuursorgaan (buiten de organisatie van één der Partijen gelegen) of rechterlijke instantie. Artikel 17 Wijziging 1. Elke Partij kan de andere Partij(en) schriftelijk verzoeken de bestuursovereenkomst te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen. 2. Partijen treden in overleg binnen 1 maand nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partij(en) schriftelijk heeft medegedeeld. 3. De wijziging en de verklaring (verklaringen) tot instemming wordt (worden) in afschrift als bijlage aan de bestuursovereenkomst gehecht. 4. De zakelijke inhoud van de wijziging wordt gepubliceerd in de Staatscourant. 10

11 Artikel 18 Niet nakomen wegens veranderde omstandigheden 1. Indien een Partij een afspraak uit deze bestuursovereenkomst niet kan nakomen wegens overmacht, een omstandigheid als bedoeld in artikel 15, een onvoorziene omstandigheid als bedoeld in artikel 16 of omdat een daarvoor benodigd publiekrechtelijk besluit in het kader van de Tracéwet- en Wro-procedure niet tot stand is gekomen dan wel niet onherroepelijk is geworden, kan dit ertoe leiden dat het Project niet kan worden uitgevoerd. 2. Indien dit het geval is, treden Partijen in overleg. Dit overleg vindt plaats binnen vier weken nadat een Partij daartoe een mededeling heeft gedaan aan de andere Partijen. Partijen zullen in goed overleg bezien voor wiens rekening de in dit lid bepaalde omstandigheden behoren te komen en zullen zonodig deze bestuursovereenkomst wijzigen of (gedeeltelijk) beëindigen. 3. Partijen zijn niet gehouden elkaar enige schade te vergoeden en zullen in goed overleg inventariseren welke reeds ter zake van de uitvoering van deze bestuursovereenkomst in redelijkheid gemaakte kosten voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. Artikel 19 Beëindiging 1. Elke Partij kan deze bestuursovereenkomst tussentijds schriftelijk beëindigen indien de realisatie van de N35 geen doorgang vindt of indien het BBG heeft beslist dat de realisatie voor langere tijd wordt opgeschort. Artikel 18, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. 2. Nieuwe formulering: De door het kabinet in 2009 gestarte brede heroverweging kan ertoe leiden dat de overeenkomst eenzijdig door de Minister wordt opgezegd. Dit wordt aangemerkt als overmacht zoals gesteld in artikel 18, eerste lid. Het gestelde in artikel 18, derde lid, is in deze situatie (overeenkomstig) van toepassing. 3. Indien een Partij de bestuursovereenkomst overeenkomstig het eerste of tweede lid opzegt, treden de resteren Partijen met elkaar in overleg om te bezien of (gewijzigde) voortzetting van de overeenkomst mogelijk is. Artikel 20 Looptijd 1. Deze bestuursovereenkomst treedt in werking de dag na die waarop alle Partijen deze bestuursovereenkomst hebben ondertekend. 2. Deze bestuursovereenkomst eindigt bij ondertekening van de Realisatieovereenkomst, doch uiterlijk op 1 januari Rechtsgevolgen die voortvloeien uit deze bestuursovereenkomst en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na de beëindiging van deze bestuursovereenkomst, worden afgehandeld in overeenstemming met het bepaalde in deze bestuursovereenkomst. 11

12 Artikel 21 Geschillen 1. Er is sprake van een geschil zodra een van de Partijen dit schriftelijk aan de andere Partijen meldt. Partijen dienen hierop in overleg met elkaar te treden teneinde te bezien of in der minne een oplossing voor dit geschil kan worden gevonden. 2. Indien binnen twee (2) maanden na melding van het geschil, zoals bedoeld in het eerste lid, tussen de Partijen geen oplossing is gevonden, staat het ieder van de Partijen vrij het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter te s-gravenhage. Artikel 22 Toepasselijk recht Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing Artikel 23 Slotbepalingen 1. Deze bestuursovereenkomst treedt in de plaats van de over de realisatie N35 tussen Partijen voor de inwerkingtreding van deze bestuursovereenkomst gemaakte eerdere afspraken, hoe dan ook genaamd. 2. Indien een bepaling van deze bestuursovereenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, zal die bepaling, voor zover nodig, uit deze bestuursovereenkomst worden verwijderd en worden vervangen door een bepaling die wél bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel als mogelijk benadert. Het overige deel van de bestuursovereenkomst blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd. Artikel 24 Publicatie Staatscourant Binnen een maand na inwerkingtreding van deze bestuursovereenkomst wordt de zakelijke inhoud daarvan door de Minister gepubliceerd in de Staatscourant. In de Staatscourant wordt tevens medegedeeld waar en voor welke periode de bestuursovereenkomst ter inzage wordt gelegd. 12

13 ONDERTEKENING Aldus opgemaakt, overeengekomen en in 4 voud ondertekend: PLAATS, De Minister Datum: De Provincie Overijssel, namens deze de heer J.W. Klaasen Datum: De Gemeente Zwolle namens deze de heer C. Boekhout Datum: De Gemeente Dalfsen namens deze de heer E. Goldsteen 13