[Geef tekst op] Onderzoek, Informatie en Statistiek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "[Geef tekst op] Onderzoek, Informatie en Statistiek"

Transcriptie

1 [Geef tekst op] - Amsterdamse Burgermonitor 2017

2 Projectnummer: Renske Hoedemaker Laure Michon Jeroen Slot Soufyan Ahamiane Willem Bosveld Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon Postbus 658, 1000 AR Amsterdam Amsterdam, juli 2016 Foto voorzijde: Trotter met verkiezingsposters, fotograaf Alphons Nieuwenhuis (7 maart 2018) 2

3 Inhoud Inleiding 4 1 Proloog: verkiezingen Verschuivingen bij de gemeenteraadsverkiezingen Fragmentatie in de raad en in de stad Nieuwe commissies op stadsdeelniveau met adviestaken 8 2 Politieke participatie Meer interesse in lokale politiek Ook stemintentie gestegen onder alle Amsterdammers Verschuivingen in partijkeuze al eerder zichtbaar Relatief groot draagvlak voor sociale voorzieningen Jongeren bezorgd over woningnood, 55-plussers over woonomgeving Amsterdamse jongeren vaak optimistisch over ontwikkelingen Veel verschillende activiteiten ontplooid voor stad of buurt Bestuur beter bekend dan in voorgaande jaren Meer Amsterdammers tevreden over het functioneren van het bestuur Conclusie: verschuivingen en differentiatie 22 3 Leven in de stad Binding met Amsterdam stabiel gebleven; verbondenheid met stadsdelen stijgt Sociale netwerken van Amsterdammers veelal divers qua migratieachtergrond Leeftijd en migratieachtergrond beïnvloeden beeld van omgang tussen groepen Mate van homoacceptatie varieert per onderwerp Meer acceptatie van genderdiversiteit in Amsterdam dan in Nederland Een derde van de Amsterdammers religieus Ruim een vijfde van de Amsterdammers ervaart discriminatie Conclusie: opvattingen over leven in de stad vooral gerelateerd aan opleidingsniveaus 33 4 Media en informatie Lokale zenders vaker via internet bekeken Dagbladen even vaak online als op papier gelezen Nieuwssites en -apps zijn belangrijke bron van nieuws Huis-aan-huisbladen vooral gelezen door oudere Amsterdammers Grote meerderheid Amsterdammers gebruikt sociale media Digitale gemeentelijke informatievoorzieningen steeds belangrijker Conclusie: verschillen naar opleiding maar minder onder jongeren 43 Conclusie 45 Bijlage: methode 48 3

4 Inleiding Voor u ligt de 16 e editie van de Amsterdamse Burgermonitor. Sinds 1999 biedt deze stadsbrede monitor een overzicht van het gedrag en de opvattingen van Amsterdammers op het gebied van lokale politiek, samen leven in de stad en de consumptie van media en informatie. Amsterdam groeit, sinds de vorige editie van de Burgermonitor in 2015 zijn er netto ruim 20 duizend inwoners bijgekomen. De stad verandert ook: Amsterdammers zijn steeds vaker hoog opgeleid en de inkomensverschillen worden groter. De Burgermonitor brengt in beeld hoe verschillende groepen Amsterdammers vorm geven aan de stad door middel van het politieke debat, opvattingen, gedrag en mediagebruik en welke scheidslijnen hierin een rol spelen. Tot 2011 werd de Burgermonitor jaarlijks gepubliceerd, tegenwoordig verschijnt de monitor eens in de twee jaar. Voor deze editie zijn tussen oktober en december 2017 enquêtes afgenomen. In totaal hebben Amsterdammers de vragenlijst online, telefonisch, schriftelijk of face-to-face ingevuld (zie bijlage voor de verdeling van de respons naar methode). Opbouw rapport Het rapport bestaat uit vier hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk is een proloog waarin de uitslagen van de Gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen voor de stadsdeelcommissies van 21 maart 2018 worden geanalyseerd. Hoofdstuk twee is gewijd aan participatie in de lokale politiek. De resultaten op het gebied van interesse in lokale politiek, stemintentie en partijkeuze worden besproken in de context van de gemeenteraadsverkiezingen. Verder komen kennis en opvattingen over het lokale bestuur en het participatie in activiteiten voor de stad aan de orde. Hoofdstuk drie brengt in kaart hoe Amsterdammers denken over de manier waarop verschillende groepen samenleven in de stad. Aan bod komen de omgang tussen groepen met verschillende migratieachtergronden, de samenstelling van het sociale netwerk van de respondenten en de acceptatie van homoseksuele en lesbische Amsterdammers. Dit jaar is voor het eerst ook gevraagd naar opvattingen over genderdiversiteit. Het laatste hoofdstuk gaat over mediagebruik, waaronder lokale televisiezenders, dagbladen, huis-aan-huisbladen, online nieuwsbronnen, en sociale media. Ook worden de gewoontes en voorkeuren wat betreft de gemeentelijke informatievoorziening besproken. De conclusie biedt een overzicht van de trends die in deze editie van de Amsterdamse Burgermonitor naar voren komen. Daarbij is aandacht voor de ontwikkelingen die in deze rapportage naar voren komen: de toename van de politieke interesse, stemintentie, bekendheid en waardering van het bestuur. Op het gebied van media en informatie zien we het toegenomen belang van online nieuws- en informatiekanalen. Opvattingen over het leven in de stad zijn daarentegen vrijwel stabiel. 4

5 Achtergrondkenmerken van Amsterdammers Bij het lezen van de Burgermonitor moeten de achtergrondkenmerken van de groep respondenten in gedachten gehouden worden. Wat betreft migratieachtergrond, stadsdeel, leeftijd, en huishoudensamenstelling is de respondentengroep representatief voor de totale Amsterdamse bevolking: op deze achtergrondkenmerken is gewogen. Echter, hoogopgeleiden zijn in de respondentengroep oververtegenwoordigd (56) ten opzichte van Amsterdam als geheel (43). Laagopgeleide Amsterdammers zijn juist ondervertegenwoordigd: een kwart van alle Amsterdammers tussen de 15 en 75 jaar is laag opgeleid; in de respondentengroep is dit Met deze verhoudingen in gedachte is in de rapportage extra aandacht besteed aan uitsplitsingen op basis van opleidingsniveau. Er is overlap tussen de verschillende achtergrondkenmerken. Zo zijn Amsterdammers zonder migratieachtergrond of met een westerse migratieachtergrond vaker hoogopgeleid dan inwoners met een niet-westerse migratieachtergrond 2 en deze verhoudingen zijn terug te zien in de respondentengroep. Verder zijn respondenten tussen de 30 en 54 het vaakst hoogopgeleid (64), gevolgd door respondenten in de leeftijdscategorie (54). Echter, opleidingsniveau wordt bepaald op basis van het hoogst behaalde diploma en jongere respondenten moeten hun opleiding soms nog afmaken. Onder respondenten van 55 jaar en ouder is het aandeel hoogopgeleiden het kleinst (45). De stadsdelen verschillen in samenstelling qua migratieachtergrond en opleidingsniveau en ook deze patronen keren terug in de groep respondenten. Zo wonen in de stadsdelen Centrum en Zuid naar verhouding veel Amsterdammers zonder migratieachtergrond of met een westerse migratieachtergrond. In Nieuw West en Zuidoost wonen juist relatief veel Amsterdammers met een niet-westerse migratieachtergrond. 3 Stadsdelen met veel hoogopgeleide inwoners zijn Centrum, Zuid en Oost. In Zuidoost, Noord en Nieuw-West wonen juist relatief veel laagopgeleide Amsterdammers. 1 In deze rapportage worden de achtergrondkenmerken van respondenten meestal afzonderlijk behandeld en soms in relatie tot elkaar. Alleen verschillen die statistisch significant zijn worden besproken. De nadruk ligt op resultaten die de grootste verschillen tussen groepen laten zien, of verschillen die relevant zijn in het licht van andere resultaten of maatschappelijke ontwikkelingen. Om de resultaten in perspectief te kunnen plaatsen is het belangrijk om de samenhang tussen de verschillende achtergrondkenmerken tijdens het lezen in gedachten te houden. 1 Bron: CBS, bewerking OIS (zie 2 Bron: CBS, bewerking OIS (Amsterdam in Cijfers, 2016) 3 Bron: Afd. Basisinformatie/OIS (zie 5

6 1 Proloog: verkiezingen 2018 In dit hoofdstuk analyseren wij de uitkomsten van de Gemeenteraadsverkiezingen en verkiezingen voor de stadsdeelcommissies van 21 maart Het veldwerk voor de vond plaats een aantal maanden daarvóór, maar een aantal tendensen waren toen al zichtbaar. Daarmee biedt de Burgermonitor de mogelijkheid om de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen te duiden. 1.1 Verschuivingen bij de gemeenteraadsverkiezingen 2018 Sinds 2006 was de opkomst bij elke gemeenteraadsverkiezing gedaald. In 2018 is de opkomst gestegen van 50,1 in 2014 naar 52,2. De opkomst is echter niet overal in de stad even sterk gestegen, maar vooral in Centrum en in Oost. In Nieuw-West is de opkomst gelijk gebleven (42,3 in 2018) en in Zuidoost is de opkomst gedaald, van 39,4 in 2014 naar 37,4 in Figuur 1.1 Aandeel stemmen van de grootste partijen bij de Gemeenteraadsverkiezingen, (procenten) PVDA VVD GL SP D66 De gemeenteraadsverkiezingen van 2014 vormden een kentering in de Amsterdamse politiek: na 65 jaar waarin de PvdA de grootste partij was geweest, nam D66 voor het eerst deze positie in. Bij de verkiezingen van 2018 is de partijkeuze opnieuw verschoven: GroenLinks is de grootste partij geworden met 20,4, gevolgd door D66 met 16,1. Tussen 2014 en 2018 bestond het college uit D66, VVD en SP. Eind mei 2018 is het nieuwe college gepresenteerd op basis van de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen: het wordt gevormd door GroenLinks, D66, PvdA en SP. 6

7 1.2 Fragmentatie in de raad en in de stad De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 is niet alleen vanwege de wisseling van grootste partij opvallend, maar ook omdat de grootste partij door de jaren een steeds kleiner aandeel stemmen ontvangt. De score van de PvdA, grootste partij in 2006, was twee keer zo hoog als die van GroenLinks, grootste partij in Figuur 1.2 Aandeel stemmen van de grootste partij bij de Gemeenteraadsverkiezingen, (procenten) ,4 PvdA ,3 D ,8 GrL , Een andere opvallende uitkomst van de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 is dat er sinds de jaren 60 niet zo veel nieuwe partijen zijn toegetreden tot de raad: DENK, Forum voor Democratie en Bij1. Daarnaast weet de ChristenUnie ook een zetel te veroveren. Hiermee telt de raad 12 partijen, duidelijk meer dan in de vorige raadsperiodes. Figuur 1.3 Aantal partijen in de Amsterdamse gemeenteraad, Deze fragmentatie van het politiek landschap in Amsterdam is ook zichtbaar op wijkniveau. Onderstaande kaart geeft aan wat de grootste partij is per wijk. Zo zijn zes partijen in minstens 7

8 één wijk de grootste. De politieke fragmentatie heeft wel een patroon: de aanhang van de verschillende partijen woont in bepaalde delen van de stad. Voor DENK is dat bijvoorbeeld Nieuw-West en voor de VVD Zuid. Figuur 1.4 Grootste partij per wijk, gemeenteraadsverkiezingen 2018 (procenten) 1.3 Nieuwe commissies op stadsdeelniveau met adviestaken Tot en met maart 2014 kende Amsterdam gekozen stadsdeelraden met een eigen bestuur. Landelijke wetgeving heeft het voortbestaan van de gekozen stadsdeelraden onmogelijk gemaakt. In 2014 werden daarom bestuurscommissies gekozen in elk van zeven Amsterdamse stadsdelen. Na de evaluatie van dit stelsel door de commissie Brenninkmeijer 4 heeft de gemeente Amsterdam gekozen voor een nieuw bestuurlijk stelsel. 5 In het nieuwe stelsel wordt het dagelijks bestuur, bestaande uit drie leden, benoemd door het college van B&W. Het dagelijks bestuur krijgt advies van een adviescommissie, waarvan de leden direct worden gekozen in elk van de 22 gebieden. Elk gebied wordt vertegenwoordigd door vier à zes commissieleden in wat in de praktijk stadsdeelcommissies heten. Met dit stelsel bestaat er geen dubbelmandaat meer binnen het bestuurlijk stelsel: het mandaat van zowel de gemeenteraad als de stadsdeelraden is beoordeeld 4 Advies- en evaluatiecommissie Bestuurlijk stelsel Amsterdam (2016), Amsterdam 2020, (geraadpleegd ) 5 Gemeente Amsterdam (2017), Hoofdlijnen bestuurlijk stelsel vanaf 2018, (geraadpleegd ) 8

9 als een structuurfout van het vorige stelsel. De stadsdeelcommissies adviseren het dagelijks bestuur zowel gevraagd als ongevraagd. Na de verkiezingen van 21 maart verschilt de samenstelling van de stadsdeelcommissies sterk per stadsdeel, in lijn met de uitslagen voor de Gemeenteraadsverkiezingen. Een van de vernieuwingen van het stelsel is dat burgers zonder partij-etiket kunnen meedoen aan de verkiezingen voor de stadsdeelcommissies. In de praktijk is dat in geen enkele stadsdeelcommissie gebeurd. Zuidoost heeft de meest versnipperde commissie, met zeven partijen voor 12 zetels. Figuur 1.5 Samenstelling stadsdeelcommissies, naar stadsdeel en partij (2018) Centrum West Nieuw-West Zuid Oost Noord Zuidoost D66 PvdA VVD SP GrL DENK CDA Méérbelangen PvdO 50PLUS

10 laag/midden opgeleid hoog opgeleid Gemeente Amsterdam 2 Politieke participatie In dit hoofdstuk komen verschillende aspecten van politieke participatie aan de orde. De interesse in de politiek, de stemintentie en de partijkeuze zijn gerelateerd aan de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen. Verder gaan we in op de thema s die Amsterdammers bezig houden, de bekendheid van het bestuur, het contact met politici en het oordeel over instituties. 2.1 Meer interesse in lokale politiek Interesse in de politiek is een van de voorwaarden voor deelname aan de verkiezingen. In de Burgermonitor wordt specifiek gevraagd naar de interesse in lokale politiek. In 2015 gaf 65 aan tamelijk of sterk geïnteresseerd te zijn in de gemeentepolitiek, in 2017 is dit aandeel gestegen naar 68. Daarmee blijft de interesse in lokale politiek onder het niveau van 2010 en 2011, toen het boven de 70 lag. Wel strookt de gestegen interesse met de hogere opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen. Net als in voorgaande jaren zien we dat sommige groepen relatief meer interesse hebben in lokale politiek dan andere: dat geldt in bijzonder voor mensen vanaf 55 jaar, voor hoog opgeleiden, Amsterdammers zonder migratieachtergrond en personen met een hoog huishoudeninkomen. Kijken we naar specifieke groepen, dan blijkt dat 85 van de hoog opgeleide Amsterdammers van 55 jaar en ouder interesse heeft in de lokale politiek, terwijl dit geldt voor 54 van de laag of middelbaar opgeleiden tussen 16 en 29 jaar. Figuur 2.1 Interesse in de lokale politiek, naar opleidingsniveau en leeftijdsgroep, 2017 (procenten) 55 en ouder jaar jaar en ouder jaar jaar tamelijk tot zeer geinteresseerd niet geinteresseerd weet niet 10

11 laag opgeleid midden opgeleid hoog opgeleid Gemeente Amsterdam Wanneer gekeken wordt naar de ontwikkeling tussen 2015 en 2017, dan blijkt dat de interesse in de gemeentelijke politiek juist stijgt onder groepen die relatief minder interesse tonen. Zo is het aandeel lager opgeleiden met interesse in de lokale politiek tussen 2015 en 2017 gestegen van 50 naar 54; onder jongeren tot 30 jaar van 54 naar 60, onder Amsterdammers met een huishoudeninkomen tot van 57 naar 64 en onder Amsterdammers met een nietwesterse migratieachtergrond, van 49 naar Ook stemintentie gestegen onder alle Amsterdammers In lijn met de toename van de interesse in de lokale politiek is ook de stemintentie gestegen tussen 2015 en In totaal zegt 71 van de respondenten zeker te gaan stemmen als er gemeenteraadsverkiezingen zouden zijn. Dit is het hoogste niveau sinds 2010; in 2015 zei 66 zeker te gaan stemmen en in 2013 was dit aandeel 64. De stemintentie wordt altijd overschat in enquêteonderzoek 6 : mensen die stemmen doen relatief vaak mee aan enquêtes, en daarnaast is er altijd een deel van de mensen dat zegt te gaan stemmen en dat uiteindelijk niet doet. De daadwerkelijke opkomst is om die redenen altijd lager dan de stemintentie. Figuur 2.2 Aandeel dat zegt zeker te gaan stemmen als er gemeenteraadsverkiezingen zijn, naar opleidingsniveau en migratieachtergrond, 2017 (procenten) geen migratieachtergrond 89 westerse migratieachtergrond niet-westerse migratieachtergrond geen migratieachtergrond 77 westerse migratieachtergrond niet-westerse migratieachtergrond geen migratieachtergrond 68 westerse migratieachtergrond 55 niet-westerse migratieachtergrond De stemintentie is tussen 2015 en 2017 onder vrijwel alle groepen gestegen, maar vooral onder jongeren tot 30 jaar (van 49 naar 56) en personen met een laag huishoudeninkomen (van 62 naar 69). Desondanks blijven er grote verschillen bestaan tussen groepen in de stemintentie, en is deze net als in voorgaande jaren vooral hoog onder hoog opgeleiden, personen van 55 jaar en ouder en Amsterdammers zonder migratieachtergrond. Zo geven negen 6 Zie bijvoorbeeld Aarts, C. (1999). Opkomst bij verkiezingen. Ministerie van Binnenlandse Zaken/Justitie. Dit verschijnsel doet zich ook in andere landen voor: Mellon, J. & C. Prosser (2015). Missing Non-Voters and Misweighted Samples: Explaining the 2015 Great British Polling Miss. Brenner, P. (2012). Overreporting of voting participation as a function of identity, The Social Science Journal, 49/ 4:

12 van de tien hoog opgeleide Amsterdammers zonder migratieachtergrond aan zeker te zullen stemmen. Uit een exit poll van de Universiteit van Amsterdam en OIS blijkt dat de opkomst onder Amsterdamse kiezers met een Turkse migratieachtergrond is toegenomen, van 37 in 2014 naar 47 in Daarmee is de opkomst onder Turkse Amsterdammers een fractie lager dan de gemiddelde opkomst. Onder Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse Amsterdammers is de opkomst echter twee keer zo laag, en vrijwel onveranderd sinds de vorige gemeenteraadsverkiezingen. Over een langere periode zien we sterke schommelingen in de opkomst van Turkse en Marokkaanse Amsterdammers, terwijl de opkomst onder Surinaamse en Antilliaanse Amsterdammers op een stabiel laag niveau ligt. Figuur 2.3 Opkomst bij de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen naar migratieachtergrond en totale opkomst, (procenten) Totale opkomst gemeente Turkse Amsterdammers Surinaamse/ Antilliaanse Amsterdammers Marokkaanse Amsterdammers Verschuivingen in partijkeuze al eerder zichtbaar Eerder in dit hoofdstuk is gekeken naar de verschuivingen in partijkeuzes van Amsterdammers bij gemeenteraadsverkiezingen. Die verschuivingen zien we ook in de Burgermonitor, met een gestage groei van de aanhang van GroenLinks, het verlies van de PvdA en de opkomst van nieuwe partijen zoals DENK. Opvallend is verder, wanneer we de partijkeuze in de Burgermonitor over de laatste drie edities bekijken, dat het aandeel dat geen keuze kan of wil maken kleiner is geworden in 2017 (18). 12

13 Figuur 2.4 Partijkeuze als er gemeenteraadsverkiezingen zouden zijn, (procenten) ABM ABM ABM D66 PvdA GrL VVD SP PVV* Pvd Dieren DENK overig weet niet De achterban van de twee grootste partijen is nauwelijks te onderscheiden als het gaat om leeftijd, opleidingsniveau en migratieachtergrond. Alleen bij het inkomensniveau zien we dat personen met een hoog huishoudeninkomen vaker voor D66 kiezen dan voor GroenLinks, en bij een laag huishoudinkomen andersom. In de Burgermonitor 2015 hebben we op dezelfde manier de aanhang van de twee grootste partijen toen D66 en PvdA vergeleken. Deze partijen vonden hun aanhang onder andere bevolkingsgroepen (en nu nog steeds): laag en middelbaar opgeleiden, 55-plussers en mensen met een laag inkomen voor de PvdA; hoog opgeleiden, jongeren en personen met een hoog inkomen voor D66. Figuur 2.5 Aandeel dat zou stemmen op D66, GroenLinks of het niet weet, naar achtergrondkenmerken, 2017 (procenten) 55 en ouder jaar jaar hoog opgeleid midden opgeleid laag opgeleid D66 GrL weet niet geen migratieachtergrond westerse migratieachtergrond niet-westerse migratieachtergrond inkomen meer dan 4000 inkomen tussen 1750 en 4000 inkomen tot Kijken we ook naar de groep die niet weet op welke partij zij zouden stemmen, dan zien we dat het gaat om een groep met hele andere kenmerken. Het zijn vooral laag opgeleiden en 13

14 inwoners met een bijstandsuitkering om een tegenprestatie vragen meer geld vrijmaken om sociale voorzieningen in stand te houden Gemeente Amsterdam Amsterdammers met een niet-westerse migratieachtergrond die geen partijkeuze willen of kunnen maken. 2.4 Relatief groot draagvlak voor sociale voorzieningen Om de politieke opvattingen van Amsterdammers verder in kaart te brengen zijn een aantal stellingen voorgelegd aan de respondenten. Daarbij is gebruik gemaakt van stellingen die ook in het Lokaal Kiezersonderzoek (LKO) in 2016 zijn gebruikt. 7 In het LKO is aan respondenten gevraagd naar een oordeel over de stellingen: Mijn gemeente zou meer geld moeten vrijmaken om sociale voorzieningen in stand te houden en Mijn gemeente zou inwoners met een bijstandsuitkering om een tegenprestatie moeten vragen. Net als in Amsterdam is een meerderheid van de Nederlanders van mening dat dat hun gemeente meer geld zou moeten vrijmaken om sociale voorzieningen in stand te houden en dat aan bijstandontvangers een tegenprestatie moet worden gevraagd. Wel zien we dat Amsterdammers het vaker dan Nederlanders gemiddeld eens zijn met de eerste stelling, en minder vaak met de tweede stelling. Figuur 2.6 Aandeel dat het eens is met stellingen over sociale voorzieningen in Amsterdam (2017) en in Nederland (2016), procenten* Nederland Amsterdam Nederland Amsterdam * in het LKO zijn de antwoorden weet niet buiten beeld gelaten. Voor de vergelijkbaarheid is dat hier ook met de Amsterdamse gegevens gedaan. Bron: LKO 2016/ OIS 2017 Niet alleen inhoudelijk is gevraagd naar de politieke opvattingen van Amsterdammers. Ook wat betreft de praktijk van de politiek zijn stellingen voorgelegd. Uit de reacties blijkt dat 41 van mening is dat politieke tegenstellingen groter zijn tussen de elite en burgers dan tussen burgers onderling; 19 oordeelt neutraal en 17 is het daarmee oneens. De rest (23) heeft geen mening. Daarmee spreekt de grootste groep een vorm van wantrouwen uit tegenover politici. Daarnaast is de helft van de respondenten (49) het oneens met de stelling ik heb voldoende invloed op wat er voor de stad wordt besloten terwijl 13 het daarmee eens is. Een kwart is het eens noch oneens met de stelling en 13 geeft geen antwoord. De ervaren politieke invloed is 7 Henk van der Kolk (2016), Politieke opvattingen in T. van der Meer & H. van der Kolk (red.), Democratie dichterbij: Lokaal Kiezersonderzoek 2016, Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 14

15 laag/middelbaar opgeleid hoog opgeleid Gemeente Amsterdam onder alle groepen laag, maar we zien dat vooral hoog opgeleide Amsterdammers met een nietwesterse migratieachtergrond relatief vaak van mening zij dat ze onvoldoende invloed hebben op het lokale beleid (61). Dat geldt voor 43 van de hoog opgeleiden zonder migratieachtergrond. Onder personen met een laag en middelbaar opleidingsniveau zijn de verschillen naar migratieachtergrond kleiner. Figuur 2.7 Oordeel over de stelling: ik heb voldoende invloed op wat er voor de stad wordt besloten, naar opleidingsniveau en migratieachtergrond, 2017 (procenten) niet-westerse migratieachtergrond eens westerse migratieachtergrond neutraal geen migratieachtergrond oneens niet-westerse migratieachtergrond weet niet westerse migratieachtergrond geen migratieachtergrond Jongeren bezorgd over woningnood, 55-plussers over woonomgeving Over welke onderwerpen maken Amsterdammers zich persoonlijk het meeste zorgen? In de Burgermonitor konden respondenten er drie aangeven. Ruim de helft ( 57) noemt de woningnood. Ook toerisme/drukte en criminaliteit/onveiligheid worden vaak genoemd, door respectievelijk 38 en 31 van de respondenten. Kijken we naar de personen die het vaakst de woningnood noemen als belangrijk probleem, dan gaat het relatief vaak om jongeren tussen 16 en 29 jaar, hoger opgeleiden, en bewoners van Centrum en Oost. Er zijn geen verschillen als we kijken naar migratieachtergrond of hoogte van het inkomen. 15

16 laag/midden opgeleid hoog opgeleid Gemeente Amsterdam Figuur 2.8 Aandeel dat woningnood noemt als onderwerp waarover zij zich zorgen maken, naar stadsdeel en leeftijd, 2017 (procenten) Centrum West Nieuw-West Zuid Oost Noord Zuidoost en ouder jaar jaar In de reacties op de stelling ik ben bezorgd dat mijn woonomgeving erop achteruit gaat zien we andere uitkomsten. Ongeveer evenveel Amsterdammers zijn hierover bezorgd (36) dan wel niet bezorgd (38). Daarbij zien we belangrijke verschillen tussen groepen: van de inwoners in Noord maakt de helft zich zorgen over achteruitgang; in West, Zuid en Oost is dat aandeel 30. Verder zijn het vooral laag/middelbaar opgeleiden en personen van 55 jaar en ouder die zich daar zorgen over maken. Van alle jongeren, ongeacht opleidingsniveau, is een kwart bezorgd over achteruitgang. Dit illustreert het feit dat jongeren vaak moeite hebben om een woning te vinden, terwijl personen in een andere levensfase veel waarde hechten aan hun woonomgeving. Figuur 2.9 Aandeel dat het eens is met de stelling: Ik ben bezorgd dat mijn woonomgeving erop achteruit gaat, naar opleidingsniveau en leeftijdsgroep, 2017 (procenten) 55 en ouder jaar jaar 55 en ouder jaar jaar

17 laag/midden opgeleid hoog opgeleid Gemeente Amsterdam 2.6 Amsterdamse jongeren vaak optimistisch over ontwikkelingen De helft van de Amsterdammers (48) is van mening dat het over het algemeen de goede kant op gaat met Nederland. Daarentegen is 39 van mening dat het de verkeerde kant op gaat. Deze vraag wordt al enige tijd door het SCP gebruikt in het doorlopend onderzoek naar burgerperspectieven. Vergelijken we de laatste cijfers van het SCP met de uitkomsten van de Burgermonitor, dan blijkt dat er in Amsterdam evenveel optimisten en pessimisten zijn als in heel Nederland. 8 Jongeren zijn hierbij positiever dan ouderen: Amsterdammers tussen de 16 en 29 jaar vinden vaker dat het de goede kant op gaat met Nederland (58), in plaats van de verkeerde kant (29). Amsterdammers ouder dan 55 jaar vinden juist vaker dat het de verkeerde kant op gaat met Nederland (48), in plaats van de goede kant (39). Verder vindt de helft van de laag/middelbaar opgeleiden dat het de goede kant op gaat, terwijl 57 van de hoog opgeleiden dit vindt. Daarnaast zijn Amsterdammers met een westerse migratieachtergrond (59) en een niet-westerse migratieachtergrond (57) vaker optimistisch dan Amsterdammers zonder migratieachtergrond (52). De combinatie van leeftijd en opleiding laat duidelijke verschillen zien, waarbij jongeren duidelijk het meest optimistisch zijn, en hoger opgeleiden meer dan lager en middelbaar opgeleiden. Figuur 2.10 Vindt u dat het over het algemeen de verkeerde of de goede kant op gaat in Nederland? Naar opleidingsniveau en leeftijdsgroep, 2017 (procenten) 55 en ouder jaar verkeerde kant jaar goede kant 55 en ouder jaar weet niet/geen antwoord jaar Het oordeel over de ontwikkelingen in Nederland hangt het meest samen met de partijkeuze en links-rechts plaatsing van alle onderwerpen die in dit hoofdstuk aan de orde zijn gekomen. Respondenten die vinden dat het de goede kant op gaat in Nederland plaatsen zich zelf relatief vaak in het midden of aan de rechterzijde van het politiek spectrum. Zij hebben vaker een voorkeur voor D66 en de VVD. Pessimisten zouden vaker hun stem uitbrengen op de SP. 8 Paul Dekker, Lia van der Ham en Annemarie Wennekers (2018), Burgerperspectieven2018 1, Den Haag: SCP. 17

18 2.7 Veel verschillende activiteiten ontplooid voor stad of buurt Een derde van de respondenten (35) geeft aan in het afgelopen jaar een of meerdere activiteiten te hebben ondernomen met betrekking tot wonen in de buurt of de stad. Daarbij werd gevraagd naar veel verschillende soorten activiteiten. 59 had geen enkele van deze activiteiten ondernomen; 6 weet het niet of geeft geen antwoord. 9 Het vaakst genoemd is het ondertekenen van een petitie, door 18. Verder worden activiteiten door kleine groepen ondernomen. Online activiteiten (berichten delen of plaatsen op sociale media) worden vrijwel even vaak genoemd als de deelname aan inspraakavond of burgerinitiatieven. Deze uitkomsten kunnen worden vergeleken met heel Nederland: we hebben in Amsterdam vrijwel dezelfde vraag gebruikt als in het Lokaal Kiezersonderzoek (LKO) Zetten we de uitkomsten naast elkaar dan lijken Amsterdam zich vaker te hebben ingezet voor hun stad of hun buurt (35) dan Nederlanders gemiddeld (19). Daarbij past wel een belangrijke kanttekening. Het verschil wordt vooral verklaard door de grotere mate waarin Amsterdammers petities hebben ondertekend. In het LKO ging het expliciet om een petitie over een lokale kwestie. In de Burgermonitor is dat niet gespecificeerd, maar werd in de inleiding van de vraag gesproken over activiteiten met betrekking tot wonen in de buurt of de stad. De uitkomsten zijn daarom niet geheel vergelijkbaar. Niettemin zien we dat Amsterdammers vaker actief zijn op sociale media, maar ook vaker hebben deelgenomen aan een burgerinitiatief. Figuur 2.11 Aandeel dat activiteiten heeft ondernomen met betrekking tot wonen in de buurt of de stad in Amsterdam en Nederland (procenten) Deelgenomen aan een burgerinitiatief op wijkniveau Lidmaatschap van een politieke partij Gemeenteraadsvergadering bezocht Op sociale media commentaar gegeven op politieke zaken in gemeente Berichten over politieke zaken in gemeente gedeeld op sociale media Inspraakavond(en) van gemeente bezocht Contact gelegd met een gemeenteraadslid, B&W of ambtenaar Een petitie getekend Minstens één van bovenstaande Amsterdam (2017) Nederland (2016) Burgers die iets ondernemen doet dat vaak op verschillende wijzen. Zo hebben degenen die online berichten delen ook vaak online commentaar gegevens over politieke zaken in de stad en ook vaak een petitie ondertekend. Inspraakavonden zijn vaak bezocht door mensen die contact 9 Deze uitkomsten kunnen niet worden vergeleken met die van voorgaande jaren, omdat de vraagstelling is veranderd. 18

19 laag/midden opgeleid hoog opgeleid Gemeente Amsterdam hebben gelegd met lokale politici of bestuurders en die hebben deelgenomen aan een burgerinitiatief op wijkniveau. Ook deze groep heeft vaak een petitie ondertekend. Twee vormen van inzet tekenen zich af: de ene betreft vooral online activiteiten, de andere draait om feitelijk contact. Het zijn vooral jongeren die relatief vaak petities ondertekenen. Daarbij zetten laag en middelbaar opgeleide jongeren zich relatief vaak in via sociale media. Personen van 55 jaar en ouder bezoeken relatief vaak inspraakavonden, vooral hoger opgeleiden. Met andere woorden: verschillende groepen Amsterdammers benutten verschillende vormen van activiteiten om hun stem te laten horen. Figuur 2.12 Aandeel dat activiteiten heeft ondernomen met betrekking tot wonen in de buurt of de stad, 2017 (procenten) 55 en ouder jaar jaar 55 en ouder jaar op sociale media commentaar gegeven op politieke zaken in de stad inspraakavond(en) van stad of stadsdeel bezocht een petitie getekend (op papier of via internet) jaar Bestuur beter bekend dan in voorgaande jaren Van de respondenten weet 23 welke partijen samen het college vormden op het moment van de enquête, namelijk: D66, VVD en SP. Dat is meer dan in voorgaande jaren en vooral een duidelijke stijging vergeleken met 2015 (15), toen de coalitie een jaar functioneerde. 19

20 Figuur 2.13 Aandeel Amsterdammers dat de collegepartijen kent, (procenten) De bekendheid van de samenstelling van het college is vooral laag onder niet-westerse Amsterdammers (12), lager opgeleiden (11) en bewoners van Zuidoost (12). Onder 55- plussers zijn de coalitiepartijen juist relatief vaak bekend (32). Gevraagd om de naam van een wethouder te noemen kan 61 van de respondenten geen enkele naam noemen. Dit strookt met de uitkomsten van een landelijke enquête: de helft van de Nederlanders kent wethouders in de eigen gemeente niet bij naam, in de grote steden is dit aandeel Amsterdammers die wel de naam van een wethouder geven noemen Ollongren (ten tijde van het veldwerk nog wethouder) het vaakst: vier van de tien keer. Verder noemt ruim een kwart Van der Burg. De andere wethouders zijn duidelijk minder bekend onder Amsterdammers. 11 Figuur 2.14 Bekendheid van de wethouders onder degenen die de naam van een wethouder noemen, 2017 (procenten) Ollongren van der Burg Ivens Vliegenthart Kukenheim Kock Litjens Choho Zie BNR ( ), Helft van de Nederlanders kent geen enkele wethouder, 11 Deze vraag is in voorgaande jaren niet gesteld; in voorgaande jaren werd gevraagd wie de burgemeester was. Vanwege het overlijden van Eberhard van der Laan vlak voor de start van het veldwerk is besloten deze vraag in de editie van 2017 niet te stellen. 20

21 2.9 Meer Amsterdammers tevreden over het functioneren van het bestuur Van de Amsterdammers is 40 van mening dat het bestuur van de gemeente goed functioneert, 30 oordeelt neutraal, 7 negatief en 24 heeft geen mening. Het aandeel Amsterdammers dat tevreden is over het functioneren van het bestuur is daarmee iets hoger in 2017 dan in 2015 (37). Er zijn weinig verschillen tussen bevolkingsgroepen op dit punt, behalve als we naar leeftijd kijken. Jongeren geven beduidend vaker aan dat zij geen antwoord kunnen geven op die vraag (32) dan 55-plussers (17). Amsterdammers die weten welke partijen de coalitie vormen zijn vaker tevreden over het functioneren van het bestuur (47) dan Amsterdammers die niet weten partijen welke partijen de coalitie vormen (38). Verder oordelen Amsterdammers die interesse hebben in de lokale politiek vaker positief over het functioneren van het bestuur (46) dan degenen die niet geïnteresseerd zijn in de lokale politiek (29). Figuur 2.15 Aandeel dat vindt dat het gemeentebestuur goed functioneert, en aandeel dat vindt dat het stadsdeelbestuur goed functioneert, (procenten) gemeentebestuur functionneert (zeer) goed stadsdeelbestuur functionneert (zeer) goed 0 Gevraagd naar het functioneren van het bestuur in het stadsdeel antwoordt de grootste groep (35) dat zij dat niet weten. Een vrijwel even grote groep, 33, is van mening dat het stadsdeelbestuur goed functioneert en 8 is daar ontevreden over. Het aandeel Amsterdammers dat tevreden is over het functioneren van het stadsdeelbestuur is wel duidelijk gestegen vergeleken met voorgaande jaren. In 2015 is de vraag iets aangepast vanwege het nieuw bestuurlijk stelsel, maar in 2013 was 26 tevreden over het functioneren van het stadsdeelbestuur en in 2011 was dit 23. In stadsdeel Zuidoost zijn de bewoners het vaakst tevreden (39) over het functioneren van het bestuur van het stadsdeel; in Zuid is men het minst vaak tevreden (28). Er is hierbij een correlatie tussen de mate van verbondenheid met het stadsdeel (zie hoofdstuk 3) en de mate waarin men tevreden is over het functioneren van het stadsdeelbestuur. Amsterdammers die zich verbonden voelen met hun stadsdeel oordelen vaker 21

22 positief over het functioneren van het stadsdeelbestuur (38) dan Amsterdammers die zich niet verbonden voelen met hun stadsdeel (22). Een klein aandeel (7) van de Amsterdammers heeft in het afgelopen jaar contact gehad met politici of bestuurders. Dat is minder dan in 2015 (11) en in de jaren daarvoor. Degenen die contact hebben gehad met politici en bestuurders hadden dit vooral met gemeenteraadsleden (33), leden van de bestuurscommissies (29) en/of een wethouder (23). Wij signaleerden in de ABM 2015 dat er een kentering gaande was: in 2013 en de jaren daarvoor hadden burgers vooral contact met politici en bestuurders op stadsdeelniveau, in 2013 vooral op het niveau van de centrale stad. In 2017 zien we daarin opnieuw verschuivingen, en wel naar minder contact met politici en bestuurders. Van degenen die wel contact hebben gehad is het contact met gemeenteraadsleden verder gestegen, van 17 in 2013, naar 24 in 2015 en 33 in Daarentegen is het contact met wethouders weer gedaald, van 28 in 2015 naar 23 in Amsterdammers die contact hebben gehad met politici of bestuurders zijn hier overwegend tevreden over: 68 is positief over het contact Conclusie: verschuivingen en differentiatie In dit hoofdstuk geven wij context en verdieping aan de grote verschuivingen die bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 hebben plaatsgevonden. In het eerste hoofdstuk hebben we laten zien dat met de laatste gemeenteraadsverkiezingen het politieke landschap sterk is veranderd, met een nieuwe partij als grootste (GroenLinks), een recordaantal partijen in de raad waaronder vier nieuwkomers en een duidelijke fragmentatie op wijkniveau. De uitkomsten in dit hoofdstuk geven context aan deze uitkomsten. Het veldwerk van de Amsterdamse Burgermonitor vond plaats een paar maanden vóór de verkiezingen. De uitslag tekende zich al af onder de groep respondenten: we zien duidelijke verschuivingen vergeleken met voorgaande jaren en differentiatie in de politieke participatie. De verschuivingen in partijvoorkeur zijn goed zichtbaar als we de edities van de Burgermonitor van de afgelopen jaren naast elkaar zetten: de groeiende aanhang van GroenLinks, het verlies van de PvdA en de opkomst van nieuwe partijen zoals DENK. Verder zien we een gestegen stemintentie en interesse in de lokale politiek die stroken met de gestegen opkomst op 21 maart. De collegepartijen zijn vaker bekend en het oordeel over het functioneren van het lokale bestuur is positiever dan in voorgaande jaren. Daarnaast is ook differentiatie zichtbaar. De verschillen in opvattingen en attitudes zijn vooral groot wanneer we onderscheid maken naar opleidingsniveau. Dit geldt niet alleen voor Amsterdam, ook landelijk onderzoek toont aan dat opleiding voor duidelijke scheidslijnen zorgt. 12 Leeftijd maakt deze scheidslijn nog scherper, zoals blijkt in figuur Het lijkt er op dat het spectrum van politieke participatie in Amsterdam uit twee uitersten bestaat. Jongeren met een laag of middelbaar opleidingsniveau hebben de minste interesse in de lokale politiek, de laagste stemintentie en weten vrijwel nooit welke partijen in het college zitten. Hoog opgeleiden 12 R. Bijl, J. Boelhouwer & A. Wennekers (2017), De sociale staat van Nederland, Den Haag: SCP. 22

23 NL gaat goede kant op zorgen om woningnood ingezet voor stad of buurt interesse in lokale politiek gaat zeker stemmen Gemeente Amsterdam van 55 jaar en ouder vormen het spiegelbeeld van deze groep: zij zijn in grote mate geïnteresseerd in de lokale politiek, hebben een zeer hoge stemintentie en de helft van hen kent de partijen in het college. Toch zou het onjuist zijn om te veronderstellen dat jongeren geen politieke participatie en interesse tonen. Zo zetten jonge lager of middelbaar opgeleiden zich vaker in voor stad of buurt dan lager of middelbaar opgeleiden van 30 jaar of ouder. Ook zagen we dat jongeren een voorkeur hebben voor online participatie, terwijl oudere hoog opgeleiden vaker bijeenkomsten bijwonen of contact hebben met politici of buurtgenoten. Verder maken jongeren zich ook zorgen om hun stad: zij zijn degenen die zich het meeste zorgen maken over de woningnood in Amsterdam. Figuur 2.16 Politieke participatie en opvattingen naar opleidingsniveau en leeftijdsgroepen, 2017 (procenten) hoog opgeleid 55 en ouder laag/midden opgeleid jaar hoog opgeleid jaar laag/midden opgeleid hoog opgeleid laag/midden opgeleid hoog opgeleid laag/midden opgeleid hoog opgeleid laag/midden opgeleid De uitkomsten uit de Burgermonitor laten met andere woorden zien dat politieke betrokkenheid en participatie meerdere facetten heeft en dat er differentiatie plaatsvindt in het gebruik van die verschillende aspecten. Dit maakt duidelijk dat wanneer men de betrokkenheid van burgers wil vergroten, informatie wil ophalen en/of kennis wil delen, dit het beste via verschillende kanalen kan gebeuren, zoals ook zal blijken in hoofdstuk 4. 23

24 3 Leven in de stad Dit hoofdstuk gaat over hoe Amsterdammers met elkaar samenleven en hoe zij het leven in de stad ervaren. Besproken worden de binding met de stad en de manier waarop verschillende groepen Amsterdammers met elkaar omgaan. Ook de acceptatie van homoseksuele, lesbische en transgender Amsterdammers komt aan de orde, evenals ervaringen met discriminatie. Om een beeld te schetsen van de manier waarop opvattingen over deze onderwerpen zich ontwikkelen worden de resultaten van de huidige enquête op een aantal punten vergeleken met die uit de Amsterdamse Burgermonitor In dat jaar werden een aantal vragen uit dit hoofdstuk voor het eerst opgenomen in vragenlijst. In tussenliggende edities van de Burgermonitor zijn deze vragen ook gesteld, maar omdat ontwikkelingen op deze onderwerpen vaak langzaam verlopen is gekozen om de resultaten te vergelijken over een langere periode. 3.1 Binding met Amsterdam stabiel gebleven; verbondenheid met stadsdelen stijgt Er wonen in Amsterdam veel mensen die buiten de stad zijn geboren. Uit de gemeentelijke registratie blijkt dat 39 van de Amsterdammers in de hoofdstad is geboren. Onder de bevolking van 16 jaar en ouder (de doelgroep van de Burgermonitor) is dit aandeel 30. Hoewel de meerderheid van bevolking niet in Amsterdam is geboren, voelt 81 van de Amsterdammers zich verbonden met de stad. Dit aandeel is stabiel gebleven ten opzichte van Wel zien we verschillen tussen groepen: met name respondenten met een migratieachtergrond voelen zich minder vaak verbonden met de stad dan Amsterdammers zonder migratieachtergrond. Van de respondenten met een westerse migratieachtergrond voelt 80 zich verbonden met de stad en voor respondenten met een niet-westerse migratieachtergrond is het aandeel 78. Van de respondenten zonder migratieachtergrond voelt 84 zich verbonden met de stad. Verder voelen respondenten die in Amsterdam zijn geboren zich vaker verbonden met de stad (87) dan respondenten die niet in de hoofdstad zijn geboren (79). Van de groep die niet geboren is in de hoofdstad en die hier maximaal vijf jaar woont, voelt 66 zich verbonden met de stad. De groep die zich het vaakst verbonden voelt met de stad woont langer dan 25 jaar in Amsterdam (87). Amsterdammers voelen zich meer verbonden met de stad dan met hun stadsdeel, buurt of Nederland. Ongeveer de helft van de Amsterdammers voelt zich verbonden met zijn of haar stadsdeel en 67 met de buurt. Verder voelt 77 van de Amsterdammers zich verbonden met Nederland. Wel valt op dat de mate van verbondenheid met het stadsdeel is gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. In 2011, een jaar na de herindeling van de Amsterdamse stadsdelen (van 14 naar 7), voelde 47 van de Amsterdammers zich verbonden met het stadsdeel; in 2017 is dit aandeel gegroeid naar 54. Vooral oudere Amsterdammers voelen zich verbonden met hun stadsdeel. Van de 55-plussers geeft 60 een binding met hun stadsdeel te voelen; onder jongeren van 16 tot 29 jaar is dit 44. Verder voelen respondenten met een niet- 24

25 westerse migratieachtergrond zich vaker verbonden met het stadsdeel (58) dan respondenten zonder migratieachtergrond (52), in tegenstelling tot verbondenheid met de stad. De trends op het gebied van leeftijd en migratieachtergrond versterken elkaar. Zo voelen Amsterdammers van 55 jaar en ouder met een niet-westerse migratieachtergrond zich het meest verbonden met het stadsdeel (66) en Amsterdammers tussen de 16 en 29 jaar met een westerse migratieachtergrond (33) of zonder migratieachtergrond (37) het minst. Figuur 3.1 Verbondenheid met Amsterdam, stadsdeel, buurt en Nederland (procenten) Amsterdam stadsdeel buurt Nederland verbonden neutraal niet verbonden weet niet/geen antwoord 3.2 Sociale netwerken van Amsterdammers veelal divers qua migratieachtergrond In hoeverre gaan Amsterdammers om met mensen met een andere migratieachtergrond? Om dat in kaart te brengen is gevraagd naar de samenstelling van het sociale netwerk van Amsterdammers. Daar is naar gevraagd voor drie verschillende netwerken: (1) familie en directe vrienden, (2) collega s en (3) maatschappelijke contacten. Daaruit blijkt dat de helft van de Amsterdammers binnen de familie en directe vrienden uitsluitend of vooral contact met mensen van dezelfde migratieachtergrond heeft. In het geval van de netwerken van collega s en maatschappelijke contacten geldt voor ongeveer een derde van de Amsterdammers dat zij vooral omgaan met mensen met dezelfde achtergrond als zijzelf. De samenstelling van het netwerk naar migratieachtergrond verschilt sterk naar achtergrond van Amsterdammers. Amsterdammers met een Nederlandse achtergrond hebben vaker overwegend of uitsluitend contact met andere personen met een Nederlandse achtergrond. Dat geldt vooral voor familie en directe vrienden (72). Dit percentage ligt veel lager onder Amsterdammers met een niet-westerse achtergrond (25). Zoals ook besproken in eerdere edities van de Burgermonitor zou dit kunnen worden verklaard door de samenstelling van de Amsterdamse bevolking. Bijna de helft (48) de Amsterdammers heeft een Nederlandse achtergrond. Hierdoor is de kans dat men met mensen van een andere migratieachtergrond in 25

26 maatschappelijke contacten directe collega's familie/vrienden Gemeente Amsterdam contact komt voor mensen met een Nederlandse achtergrond kleiner dan voor mensen met een migratieachtergrond. Figuur 3.2 Samenstelling netwerken naar migratieachtergrond en type netwerk, 2017 (procenten) geen migratieachtergrond westerse migratieachtergrond niet-westerse migratieachtergrond geen migratieachtergrond westerse migratieachtergrond niet-westerse migratieachtergrond geen migratieachtergrond westerse migratieachtergrond niet-westerse migratieachtergrond uitsluitend of overwegend zelfde herkomst gemengd uitsluitend of overwegend andere herkomst weet niet/geen antwoord Om de homogeniteit en heterogeniteit van sociale netwerken verder in kaart te brengen zijn de antwoorden op de vragen over de drie netwerken samengevoegd. Een homogeen netwerk betekent in dit geval dat alle drie de verschillende netwerken uitsluitend of overwegend personen met dezelfde afkomst bevatten. Mensen met een heterogeen netwerk gaan daarentegen in enige mate om met personen van een andere migratieachtergrond. In totaal heeft 79 van de Amsterdammers een heterogeen netwerk. Van de Amsterdammers met een Nederlandse achtergrond heeft 35 een homogeen netwerk en 65 een heterogeen netwerk. Voor Amsterdammers met een niet-westerse achtergrond ligt het percentage met een homogeen netwerk veel lager: 6 heeft een homogeen netwerk, terwijl 94 een heterogeen netwerk heeft. Ten opzichte van 2011 is het aandeel Amsterdammers met een heterogeen netwerk enigszins toegenomen onder jarigen. Voor jongere en oudere Amsterdammers zijn de verhoudingen relatief stabiel. Als het aankomt op de samenstelling van het netwerk van Amsterdammers zijn er naast verschillen in migratieachtergrond ook verschillen op basis van opleidingsniveau, leeftijd en stadsdelen. Hoogopgeleide Amsterdammers hebben vaker een homogeen netwerk (29) dan laagopgeleide Amsterdammers (7). Daarnaast hebben Amsterdammers tussen de 16 en 29 jaar vaker een homogeen netwerk (23) dan Amsterdammers van 55 jaar en ouder (17). Verder hebben Amsterdammers die wonen in Zuidoost (92) en Nieuw-West (88) het vaakst een heterogeen netwerk. In de stadsdelen Zuid (72) en West (73) is dit het minst vaak het geval. Tot slot speelt de homogeniteit van het netwerk geen rol in de verbondenheid met de stad. 26

27 niet-westerse migratieachtergrond westerse migratieachtergrond geen migratieachtergrond Gemeente Amsterdam 3.3 Leeftijd en migratieachtergrond beïnvloeden beeld van omgang tussen groepen Van de respondenten vindt 42 dat mensen met een verschillende etnische of culturele achtergrond in Amsterdam (heel) goed met elkaar omgaan. Een even groot aandeel vindt de omgang matig. Deze resultaten verschillen niet noemenswaardig ten opzichte van Leeftijd en migratieachtergrond beïnvloeden ook het beeld van de omgang tussen groepen. Van de Amsterdammers van 55 jaar en ouder vindt 32 vindt de omgang (heel) goed, onder mensen tussen de 16 en 29 jaar is dit 49. Amsterdammers met een niet-westerse migratieachtergrond zijn het meest te spreken over de omgang tussen groepen: 52 vindt de omgang (heel) goed, tegenover 43 van de respondenten met een westerse migratieachtergrond en 35 van de mensen zonder migratieachtergrond. De trends op het gebied van leeftijd en migratieachtergrond versterken elkaar. Zo zijn Amsterdammers tussen de 16 en 29 jaar met een niet-westerse migratieachtergrond van alle groepen het vaakst positief over de omgang tussen groepen (59) en Amsterdammers van 55 jaar en ouders zonder migratieachtergrond het minst vaak (26). Deze patronen zijn niet veranderd ten opzichte van Figuur 3.3 Oordeel over omgang, naar migratieachtergrond en leeftijd, 2017 (procenten) 55 en ouder jaar jaar en ouder jaar jaar en ouder jaar jaar (heel) goed matig (heel) slecht weet ik niet/geen antwoord In de vragenlijst is ook gevraagd of men er moeite mee zou hebben als een kind wil trouwen met iemand die tot een andere etnische of religieuze groep behoort dan de respondent. Deze vraag geeft op een andere manier inzicht in hoe Amsterdammers denken over andere groepen. Meer dan de helft van de respondenten (55) zou hier geen moeite mee hebben. Zes procent zou hier wel moeite mee hebben en 31 kiest de antwoordoptie dat hangt er van af. Van deze laatste groep geeft ruim een vijfde aan dat het voor hen belangrijk is welke religie de partner van hun 27

28 kind aanhangt. Voor 17 hangt het ervan af hoe streng gelovig de partner is en een even groot aandeel noemt de normen en waarden of de persoonlijkheid van de partner als een belangrijke factor. Mensen met een homogeen netwerk geven vaker aan dat zij hier (misschien) moeite mee zouden hebben (44) dan mensen met een heterogeen netwerk (35). Hetzelfde geldt voor mensen die zich verwant voelen met een religieuze of levensbeschouwelijke stroming (42) vergeleken met mensen die niet religieus zijn (35). 3.4 Mate van homoacceptatie varieert per onderwerp Aan de hand van vijf stellingen over de rechten van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen is een schaal opgesteld om homoacceptatie te meten. 13 Een 1 op de schaal staat voor niet accepterend en een 5 voor heel accepterend ten aanzien van de rechten van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen. Net als in 2015 scoren Amsterdammers gemiddeld een 4.4 op deze schaal. Ruim vier op de 10 (45) van de respondenten geven aan geen enkele moeite te hebben met homoacceptatie (score: 5); 6 scoort lager dan een 3 op de acceptatieschaal. Een deel van de stellingen die in de Amsterdamse Burgermonitor zijn voorgelegd zijn afkomstig uit landelijk onderzoek van het SCP. In figuur 3.4 zijn de stellingen en resultaten van de Amsterdamse Burgermonitor en landelijk onderzoek 14 onder elkaar weergegeven. Van de Amsterdammers zou 86 het geen probleem vinden als hun kind les krijgt van een homoseksuele docent en 77 steunt gelijke rechten bij het adopteren van kinderen. Hiermee zijn Amsterdammers iets toleranter dan gemiddeld in Nederland (zie figuur 3.4). Steun voor het huwelijk van paren van gelijk geslacht is in Amsterdam even groot als landelijk (84). Als het gaat om hun eigen kind ligt de homoacceptatie van Amsterdammers iets lager dan het landelijk gemiddelde: 72 zou er geen moeite mee hebben als hun kind een homoseksuele of lesbische relatie had, landelijk is dit aandeel 74. In Amsterdam is dit aandeel wel flink gestegen ten opzichte van 2011: toen gaf 58 aan dat zij hier geen moeite mee zouden hebben. Van de Amsterdammers geeft 84 aan dat zij er geen moeite mee hebben als mannen op straat hand in hand lopen. Dit aandeel is iets gestegen ten opzichte van 2011, toen zou 79 hier geen moeite mee hebben. Toch blijven Amsterdammers minder tolerant ten opzichte van homoseksuelen dan ten opzichte van heteroseksuelen: 89 zou er geen moeite mee hebben om een man en een vrouw hand in hand te zien lopen. 13 In navolging van het SCP is gevraagd naar homoseksuele mannen en lesbische vrouwen, hoewel deze terminologie minder inclusief is dan het breder geaccepteerde LHBTI. 14 Kuyper, L. (2018). Opvattingen over seksuele en genderdiversiteit in Nederland en Europa, Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau. Gegevens over opvattingen over homoseksuele mannen, lesbische vrouwen en transgender personen afkomstig uit de Leefsituatie-index (SLI) De omvang van de groep die heeft gereageerd op elke stelling in het landelijk onderzoek is niet beschikbaar, daarom zijn de verschillen tussen Amsterdam en Nederland hier niet getoetst op statistische significantie. 28

29 Figuur 3.4 Stellingen homoacceptatie in Amsterdam (2017) en Nederland ( ), procenten Amsterdam ik zou het geen probleem vinden als mijn kind op school les krijgt van een homoseksuele leraar of een lesbische lerares ik heb er geen moeite mee als ik twee mannen hand in hand zie lopen ik heb er geen problemen mee dat homoseksuele en lesbische paren trouwen 84 het is goed dat homoseksuele en lesbische paren dezelfde rechten hebben als heteroseksuele paren bij het adopteren van kinderen 77 Nederland ik zou er geen moeite mee hebben als mijn kind een homoseksuele of lesbische relatie zou hebben ik zou het geen probleem vinden als mijn kind op school les krijgt van een homoseksuele leraar of een lesbische lerares als ik twee mannen hand in hand zie lopen heb ik daar niet meer moeite mee dan wanneer ik een man en een vrouw hand in hand zie lopen het homohuwelijk moet behouden worden 84 homoseksuele paren moeten dezelfde rechten hebben als heteroseksuele paren bij het adopteren van kinderen 73 ik zou het (zeer) aanvaardbaar vinden als mijn dochter of zoon zou samenwonen met een vaste partner van hetzelfde geslacht bron: SCP (SLI 16/ 17)) Verschillende groepen Amsterdammers verschillen enigszins in de mate van homoacceptatie. Op de acceptatieschaal scoren respondenten zonder migratieachtergrond of met een westerse migratieachtergrond hoger (4,6) dan mensen met een niet-westerse migratieachtergrond (3,9). Het verschil tussen deze groepen is het grootst voor de stelling over het eigen kind. Van de Amsterdammers zonder migratieachtergrond zou 86 er geen problemen mee hebben als hun kind een homoseksuele of lesbische relatie had; onder Amsterdammers met een niet-westerse migratieachtergrond is dit 46. Als we de respondenten die zich verbonden voelen met een religieuze of levensbeschouwelijke stroming niet meerekenen zijn de verschillen op basis van migratieachtergrond veel kleiner. Respondenten met een niet-westerse migratieachtergrond die niet gelovig zijn scoren gemiddeld een 4,5 op de homoacceptatieschaal; onder niet-religieuze respondenten zonder migratieachtergrond is dit gemiddeld een 4,7. 29

30 3.5 Meer acceptatie van genderdiversiteit in Amsterdam dan in Nederland In deze versie van de Burgermonitor is voor het eerst gevraagd naar opvattingen over transgender personen en genderdiversiteit. Hiervoor is gebruik gemaakt van vijf stellingen afkomstig uit het eerder genoemde landelijk onderzoek van het SCP. Figuur 3.5 Opvattingen over transgender personen Amsterdam, 2017 (procenten) Als ik iemand ontmoet, dan vind ik het belangrijk om te weten of iemand man of vrouw is Er is iets mis met mensen die zich geen man of vrouw voelen Ik ga liever niet om met mensen van wie niet duidelijk is of ze man of vrouw zijn Ik verbreek de vriendschap als blijkt dat een goede vriendin haar lichaam wil laten aanpassen om man te worden Ik verbreek de vriendschap als blijkt dat een goede vriend zijn lichaam wil laten aanpassen om vrouw te worden Percentage (helemaal) mee eens met stellingen in Amsterdam (2017) en Nederland (2016/2017)* (helemaal) mee eens niet eens, niet oneens (helemaal) oneens weet niet/geen antwoord Als ik iemand ontmoet, dan vind ik het belangrijk om te weten of iemand man of vrouw is Er is iets mis met mensen die zich geen man of vrouw voelen Ik ga liever niet om met mensen van wie niet duidelijk is of ze man of vrouw zijn 7 14 Ik verbreek de vriendschap als blijkt dat een goede vriendin haar lichaam wil laten aanpassen om man te worden 5 6 Ik verbreek de vriendschap als blijkt dat een goede vriend zijn lichaam wil laten aanpassen om vrouw te worden Amsterdam Nederland *In de vraagstelling van het landelijk onderzoek (SCP, SLI 16/ 17) was er geen antwoordoptie weet ik niet. Bij de vergelijking van Amsterdam met Nederland (onderste paneel) is daarom voor Amsterdam het percentage (helemaal) mee eens berekend op basis van alleen de groep respondenten die de vraag hebben beantwoord (d.w.z., exclusief respondenten die weet ik niet of niets hebben geantwoord). Het percentage (helemaal) mee eens op basis van alle respondenten is te zien in het bovenste paneel. bron: SCP (SLI 16/ 17), OIS (ABM 17) 30

31 Slechts een klein percentage van de respondenten zou de vriendschap verbreken als een goede vriend of vriendin zijn of haar lichaam zou willen laten aanpassen om van geslacht te veranderen. Dit komt overeen met landelijk gemeten opvattingen. Op andere punten zijn Amsterdammers toleranter dan de gemiddelde Nederlander. Zo vinden Amsterdammers het minder vaak een probleem als het niet duidelijk is of iemand een man of een vrouw is en zijn ze minder vaak van mening dat er iets mis is met mensen die zich geen man of vrouw voelen. 3.6 Een derde van de Amsterdammers religieus Ruim een derde van de Amsterdammers (36) voelt zich verwant met een religieuze of levensbeschouwelijke stroming. Dit aandeel is niet veranderd ten opzichte van Landelijk beschouwt ongeveer de helft van de Nederlanders zichzelf als kerkelijk of religieus. 15 Net als landelijk vormen christenen in Amsterdam de grootste groep gelovigen. Een vijfde (19) van de Amsterdammers voelt zich verwant met een christelijke geloofsovertuiging, meer dan de helft van hen is rooms-katholiek. Tien procent van alle Amsterdammers voelt zich verwant met de islam. De verhoudingen in het aandeel van verschillende religies in Amsterdam zijn de laatste 10 jaar relatief stabiel. 16 Respondenten met een niet-westerse migratieachtergrond zijn vaker religieus (60) dan Amsterdammers met een westerse migratieachtergrond (27) of zonder migratieachtergrond (23). Amsterdammers met een niet-westerse migratieachtergrond voelen zich vaker verbonden met de islam (29) dan respondenten zonder migratieachtergrond (1), maar zijn ook vaker christelijk (25 versus 15). Zoals te zien in figuur 3.6 geldt voor respondenten met een westerse migratieachtergrond en mensen zonder migratieachtergrond dat verwantschap met religie toeneemt voor oudere leeftijdscategorieën. Onder Amsterdammers met een nietwesterse migratieachtergrond is dit patroon minder duidelijk aanwezig. Tot slot zijn laag opgeleide respondenten vaker religieus (46) dan hoogopgeleiden (30). Zeventig procent van de respondenten die aangeven gelovig te zijn bezoekt wel eens een religieuze of levensbeschouwelijke bijeenkomst in een kerk, moskee, synagoge of andere plaats. Dit komt neer op een kwart van alle Amsterdammers. Hierin zien we geen verschil tussen christelijke en islamitische respondenten: van beide groepen bezoekt 74 wel eens een gebedshuis. Er zijn wel verschillen in de frequentie van het bijwonen van religieuze bijeenkomsten. Van de christenen in Amsterdam bezoekt 20 tenminste één keer per week een religieuze bijeenkomst, onder Amsterdamse moslims is dit CBS Statline 16 OIS (2017), De Staat van de Stad IX, 31

32 migratieachtergrond niet westerse westerse geen Gemeente Amsterdam Figuur 3.6 Verwantschap met godsdienst, religie of levensbeschouwelijke stroming naar migratieachtergrond en leeftijd (procenten) 55 en ouder jaar jaar en ouder jaar jaar en ouder jaar jaar Verwantschap met een religieuze of levensbeschouwelijke stroming houdt verband met de mate van homo- en transgenderacceptatie. Mensen die aangeven zich verbonden te voelen met een religie of levensbeschouwing scoren gemiddeld een 4,0 op de homoacceptatieschaal; onder mensen die niet religieus zijn is dit een 4, Ruim een vijfde van de Amsterdammers ervaart discriminatie Uit de Veiligheidsmonitor blijkt dat het aandeel Amsterdammers dat te maken krijgt met discriminatie de laatste jaren licht toeneemt. In 2013 had 11 van de ondervraagden zich in het afgelopen jaar wel eens gediscrimineerd gevoeld, in 2015 was dit 14 en in In de Veiligheidsmonitor is ook gevraagd op welke grond mensen zich gediscrimineerd hebben gevoeld. Het vaakst genoemd worden ras/huidskleur en nationaliteit, respectievelijk 39 en 29 van de mensen die zich in het afgelopen jaar wel eens gediscrimineerd hebben gevoeld noemt deze gronden. Discriminerende opmerkingen (45) en ongelijke behandeling (42) zijn de belangrijkste manieren waarop mensen zich gediscrimineerd hebben gevoeld. Eén op de tien respondenten heeft te maken gehad met geweld of agressie, 8 met bedreiging en 3 met beschadiging van eigendommen. 32

33 Figuur 3.7 Grond van discriminatie die in de afgelopen 12 maanden is ervaren, 2017, meerdere antwoorden mogelijk (procenten) ras/huidskleur nationaliteit godsdienst of levensovertuiging geslacht leeftijd homoseksuele gerichtheid politieke overtuiging handicap of chronische ziekte arbeidsduur (full time of part time) soort contract (vast of tijdelijk) burgerlijke staat transseksualiteit anders, namelijk weet niet bron: Veiligheidsmonitor 2017, bewerking OIS Ervaren discriminatie hangt samen met de manier waarop men aankijkt tegen zaken die te maken hebben met het samen leven in de stad. Van de mensen die geen discriminatie hebben ervaren is 45 positief over manier waarop verschillende groepen in de stad met elkaar omgaan; bij de groep die wel te maken heeft gehad met discriminatie ligt dit aandeel lager: 36. Ook voelen mensen die in het afgelopen jaar discriminatie hebben ervaren zich minder verbonden met hun buurt, stadsdeel, Amsterdam en Nederland dan mensen die geen discriminatie hebben ervaren. Van de mensen die geen discriminatie hebben ervaren voelt 83 zich verbonden met Amsterdam, tegenover 76 van de mensen die zich wel gediscrimineerd hebben gevoeld. Tot slot zijn mensen die te maken hebben gehad met discriminatie iets minder tevreden met hun leven (zij geven hun leven gemiddeld een 7,2) dan mensen die hier niet mee te maken hebben gehad (gemiddeld een 7,8) Conclusie: opvattingen over leven in de stad vooral gerelateerd aan opleidingsniveaus Dit hoofdstuk brengt in kaart hoe verschillende groepen Amsterdammers denken over het samenleven in de stad. Over het algemeen zijn opvattingen hierover weinig veranderd ten opzichte van Een uitzondering hierop vormt de acceptatie van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen, voor zover gemeten ligt deze in 2017 hoger dan in In deze samenvatting van de uitkomsten van hoofdstuk 3 gaan we vooral in op de verschillen naar leeftijd en opleidingsniveau, zoals we dat ook in de conclusies van de hoofdstukken 2 en 4 doen. De mate waarin men zich verbonden voelt met het stadsdeel en de buurt is toegenomen ten opzichte van 2011, terwijl de verbondenheid met Amsterdam en Nederland nagenoeg hetzelfde 33

34 Afgelopen jaar gediscrimin -eerd Gemeente Amsterdam Geen moeite met evt. homoseksuele relatie kind Vindt omgang tussen groepen (heel) goed Heeft heterogeen netwerk Voelt zich verbonden met de stad bleef. Hoogopgeleiden voelen zich iets vaker verbonden met de stad dan anderen. In de jongste leeftijdsgroep zien we echter geen verschil: laag en middelbaar opgeleide Amsterdammers tot 30 jaar voelen zich net zo verbonden met de stad als hoog opgeleide jonge Amsterdammers. In de samenstelling van het netwerk is opleidingsniveau bepalender dan leeftijd. Laag en middelbaar opgeleide Amsterdammers hebben vaker een heterogeen netwerk dan hoogopgeleide Amsterdammers. Het oordeel over de manier waarop groepen Amsterdammers met verschillende culturele en etnische achtergronden met elkaar omgaan lijkt echter vooral afhankelijk van leeftijd: jonge Amsterdammers zijn positiever over de omgang tussen groepen dan oudere respondenten. Homo- en transgenderacceptatie zijn veel sterker gerelateerd aan opleidingsniveau dan aan leeftijd. Laag en middelbaar opgeleiden in alle leeftijdscategorieën scoren lager op de homoacceptatieschaal dan hoogopgeleiden. De verschillen in acceptatie van genderdiversiteit volgen hetzelfde patroon. Als het gaat om religie lijken zowel leeftijd als opleidingsniveau een rol te spelen. Voor 55- plussers is er geen verschil in het aandeel dat gelovigen op basis van opleidingsniveau. In jongere leeftijdsgroepen zien we ander patroon. Onder hoogopgeleiden geldt: hoe jonger de leeftijdscategorie, hoe minder religieuzen. Echter, onder laag en middelbaar opgeleiden is het aandeel gelovigen juist hoger in de jongere leeftijdscategorieën. Figuur 3.8 Overzicht opvattingen over samen leven in de stad naar leeftijd en opleidingsniveau (procenten) gevoeld* Religieus hoog opgeleid laag/midden opgeleid hoog opgeleid laag/midden opgeleid hoog opgeleid laag/midden opgeleid hoog opgeleid laag/midden opgeleid hoog opgeleid laag/midden opgeleid hoog laag/midden 55 en ouder jaar jaar bron: ABM 2017 (OIS), *Veiligheidsmonitor 2017 De uitkomsten van de Burgermonitor laten geen eenduidig patroon zien in de opvattingen van verschillende groepen over de manier waarop men in Amsterdam samen leeft. Hoogopgeleide 34

35 Amsterdammers voelen zich iets vaker verbonden met de stad en scoren hoger als het gaat om homo- en transgenderacceptatie, maar hebben minder vaak een heterogeen netwerk dan laag en middelbaar opgeleide Amsterdammers. Jongeren zijn positiever dan oudere respondenten over de omgang tussen verschillende groepen in de stad, maar vooral hoogopgeleiden jonge Amsterdammers hebben het vaakst een homogeen netwerk. 35

36 4 Media en informatie Dit hoofdstuk gaat over het gebruik van media en informatiebronnen door Amsterdammers. In de enquête is gevraagd naar het gebruik van traditionele (nieuws)media zoals lokale tv zenders, dagbladen en huis-aan-huisbladen, maar ook naar sociale media. Ook het gebruik van gemeentelijke informatiebronnen komt aan de orde. 4.1 Lokale zenders vaker via internet bekeken Lokale tv zenders worden steeds minder bekeken. Tien jaar geleden keek 80 van de Amsterdammers regelmatig naar lokale zenders, nu is dat nog 52. AT5 (50) wordt beter bekeken dan RTV-NH (22), maar het aandeel kijkers daalt sinds 2013 voor beide zenders in gelijke mate. Lokale tv zenders worden steeds vaker via internet bekeken. Van de kijkers volgt 45 de zenders (ook) via internet, veel meer dan in Figuur 4.1 Aandeel kijkers van lokale zenders dat kijkt via tv en via internet (procenten) via tv via internet Laagopgeleide respondenten kijken vaker naar lokale zenders (69) dan hoogopgeleiden (44). Daarnaast geldt: hoe hoger de leeftijdscategorie, hoe meer kijkers. Onder Amsterdammers van 16 tot 29 jaar kijkt 47 lokale zenders, tegenover 60 van de 55-plussers. Amsterdammers met een niet-westerse migratieachtergrond kijken vaker (66) dan Amsterdammers zonder migratieachtergrond (47). Amsterdammers met een westerse migratieachtergrond kijken het minst naar lokale zenders (41). 36

37 4.2 Dagbladen even vaak online als op papier gelezen Van de respondenten leest 71 wel eens een dagblad. Dit is minder dan in 2015 (77). Met 42 van alle respondenten wordt Het Parool wordt het meest gelezen, gevolgd door de Volkskrant (37), de Telegraaf (25) en de NRC (25). Een derde van de dagbladlezers leest uitsluitend papieren kranten, een derde alleen online, een derde leest zowel papier als online. Hoogopgeleiden lezen vaker een dagblad dan laagopgeleide Amsterdammers. Vooral de NRC (76), NRC Next (72) en de Volkskrant (70) hebben een groot aandeel hoogopgeleide lezers. Vergeleken met andere dagbladen heeft de Telegraaf het grootste aandeel laagopgeleide lezers (24). Amsterdammers zonder migratieachtergrond lezen vaker een dagblad dan Amsterdammers met een migratieachtergrond. Het AD (41) en de Telegraaf (39) hebben een relatief groot aandeel lezers met een niet-westerse migratieachtergrond. Hoe hoger de leeftijdscategorie, hoe groter het aandeel dagbladlezers. Dagbladlezers in de leeftijd volgen gemiddeld wel meer verschillende dagbladen dan oudere dagbladlezers, mogelijk omdat jongere lezers ook vaker via internet lezen. NRC Next heeft het grootste aandeel lezers in de leeftijd (37). Figuur 4.2 Achtergrondkenmerken dagbladlezers, 2017 (procenten) hoog opgeleid 79 middelbaar opgeleid 67 laag opgeleid en ouder jaar jaar 64 geen migratie-achtergrond 80 westerse migratie-achtergrond 70 niet-westerse migratie-achtergrond 60 gemiddeld

38 4.3 Nieuwssites en -apps zijn belangrijke bron van nieuws Het internet wordt een steeds belangrijkere bron van nieuws. In 2015 bekeek 65 van de Amsterdammers wel eens een nieuwssite of app, in 2017 is dit 86. Het meest bekeken zijn de NOS (67 van de respondenten) en NU.nl (54), op afstand gevolgd door buitenlandse nieuwssites (27) en De Correspondent (16). Figuur 4.3 Achtergrondkenmerken gebruikers van populaire nieuwssites en -apps, 2017 (procenten) Naar leeftijd buitenlandse nieuwssite(s) NOS De Correspondent GeenStijl jaar jaar 55 en ouder Naar opleidingsniveau buitenlandse nieuwssite(s) NOS De Correspondent GeenStijl laag opgeleid middelbaar opgeleid hoog opgeleid onbekend Naar geslacht buitenlandse nieuwssite(s) NOS De Correspondent GeenStijl man vrouw 38

39 Bijna alle respondenten van jaar bekijken wel eens een nieuwssite of app (92) maar ook onder 55-plussers is dit aandeel ruim drie kwart (76). PowNed heeft grootste aandeel lezers van 16 tot 29 jaar (54), gevolgd door GeenStijl (46). Vooral hoogopgeleiden volgen het nieuws vaak online, 92 bekijkt wel eens een nieuwssite of app. De Correspondent heeft het grootste aandeel hoog opgeleide lezers: 85. Onder laag opgeleide respondenten bekijkt 69 wel eens een nieuwssite of -app. Net als in 2015 is het verschil tussen mannen en vrouwen het grootst voor de website GeenStijl, ruim twee derde van de GeenStijl-lezers is man. De samenstelling van de groep gebruikers van de NOS site/app benadert een afspiegeling van de respondentengroep als geheel. 4.4 Huis-aan-huisbladen vooral gelezen door oudere Amsterdammers De gegevens voor deze Burgermonitor zijn verzameld voor de introductie van de ja-ja sticker. De huidige gegevens bieden een overzicht van de stand van zaken voor de invoering van dit nieuwe beleid. Veertig procent van de Amsterdammers leest wel eens een huis-aan-huisblad. In 2015 was dit nog 45. Bijna aan kwart (23) van de respondenten ontvangt wel een huis-aan-huisblad maar leest het niet; 26 heeft een nee-nee sticker. Huis-aan-huisbladen bedienen vooral oudere lezers: 63 van de 55-plussers leest wel eens een blad tegenover 16 van de 16 tot 29 jarigen. Meer dan de helft (55) van de laagopgeleide Amsterdammers leest een huis-aan-huisblad; onder hoogopgeleiden is dit 36. Het stadsdeel met het grootste aandeel lezers is Zuidoost (56). De bladen zijn het minst populair in West en Zuid, hier leest 30 van de bewoners wel eens een huis-aan-huisblad. Stadsblad De Echo heeft het grootste lezersaandeel (69 van de mensen die een huis-aanhuisblad lezen), gevolgd door wijk- en buurtkranten (47) en de gemeentekrant (44). Deze drie bladen verschillen (onderling) weinig in (de achtergrondkenmerken van) hun lezers. Wel heeft Stadsblad De Echo een iets groter aandeel laagopgeleide lezers dan de gemeentekrant en wijk- en buurtkranten en een groter aandeel lezers met een niet-westerse migratieachtergrond. Figuur 4.4 Leesgedrag huis-aan-huisbladen naar stadsdeel, 2017 (procenten) Centrum ja, leest het West Nieuw West nee, ontvangt het maar leest het niet Zuid Oost Noord Zuidoost totaal nee, heeft NEE NEE sticker nee, ten onrechte niet bezorgd weet niet/ geen antwoord 39

40 4.5 Grote meerderheid Amsterdammers gebruikt sociale media Bijna alle Amsterdammers (94) hebben thuis toegang tot internet via een kabelaansluiting of wifi. Dit aandeel is sinds 2013 stabiel. Onder de mensen zonder internetaansluiting zijn relatief veel respondenten met een laag inkomen en mensen van 55 jaar of ouder. In de huidige Burgermonitor is gevraagd naar het gebruik van Facebook, LinkedIn, Instagram, Twitter, Snapchat en YouTube. Negen van de tien respondenten zijn lid van ten minste één van deze sociale netwerken, en zeven op de tien zijn lid van drie of meer. Whatsapp (84), Facebook (70) en YouTube (69) hebben het grootste aandeel gebruikers. Sinds 2009 vraagt de Burgermonitor naar lidmaatschap van Facebook, LinkedIn en Twitter. Over het algemeen groeit het aandeel Amsterdammers dat lid is van deze netwerken. Het aandeel Facebookgebruikers groeit nog steeds, vooral onder 55-plussers. Als netwerk voor professionals was LinkedIn lang vooral populair onder mensen tussen de 30 en 54 jaar, maar de site heeft dit jaar voor het eerst sinds 2009 een even groot aandeel leden in de categorie jarigen. Het aandeel Twitter-gebruikers was al relatief klein en is dit jaar voor het eerst gedaald. LinkedIn en Twitter worden het gedomineerd door hoogopgeleiden. Van de LinkedIn gebruikers is 79 hoogopgeleid en onder gebruikers van Twitter is dit 65. Figuur 4.5 Gebruik Facebook, LinkedIn en Twitter, naar leeftijdscategorie, (procenten) Facebook LinkedIn Twitter jaar jaar 55 en ouder totaal Voor alle netwerken geldt dat deze vooral worden gebruikt voor privédoeleinden. Echter, ruim een derde van de Amsterdammers gebruik sociale media (ook) om op de hoogte te blijven van het nieuws. Zij doen dit vooral via Facebook (23 van alle respondenten), YouTube (12) en Twitter (9). Zestien procent van de respondenten gebruikt sociale media onder andere om op te hoogte te blijven van zaken in de stad of hun stadsdeel. Ook dit gebeurt vooral via Facebook. 40

41 Twitter Snapchat Instagram LinkedIn Youtube Facebook Whatsapp Gemeente Amsterdam Figuur 4.6 Gebruik sociale media, 2017 (procenten) privégebruik volgen van het nieuws volgen van zaken in de stad of stadsdeel privégebruik volgen van het nieuws volgen van zaken in de stad of stadsdeel privégebruik volgen van het nieuws volgen van zaken in de stad of stadsdeel privégebruik volgen van het nieuws volgen van zaken in de stad of stadsdeel privégebruik volgen van het nieuws volgen van zaken in de stad of stadsdeel privégebruik volgen van het nieuws volgen van zaken in de stad of stadsdeel privégebruik volgen van het nieuws volgen van zaken in de stad of stadsdeel Digitale gemeentelijke informatievoorzieningen steeds belangrijker Van de respondenten heeft 47 in de afgelopen 12 maanden informatie gezocht over zaken die de gemeente regelt. Men zoekt veruit het vaakst via de website van Amsterdam ( of via een online zoekmachine. Op afstand volgen het Stadsloket en bellen met 14020, het centrale telefoonnummer van de gemeente. Figuur 4.7 Gebruikte bronnen bij vragen over zaken die de gemeente regelt, 2017 (procenten) gezocht via een zoekmachine via het Stadsloket 17 gebeld met via sociale media g d naar de gemeente 8 in huis-aan-huis blad gezocht anders 7 7 niets gedaan 1 weet niet/ geen antwoord

42 Net als voorgaande jaren is respondenten gevraagd hoe zij het liefst geïnformeerd willen worden over zaken in de stad. Ruim de helft (51) van de respondenten geeft de voorkeur aan bewonersbrieven. Amsterdammers tussen de 16 en 29 jaar kiezen minder vaak voor bewonersbrieven dan 55-plussers (45 versus 56), maar het is in alle leeftijdscategorieën de meest genoemde optie. De wens om per brief geïnformeerd te worden groeide tussen 2011 (47), 2013 (51) en 2015 (57), maar is nu voor het eerst weer afgenomen. De voorkeur voor digitale informatiebronnen is juist sterk toegenomen. Zo wordt 30 van de Amsterdammers het liefst geïnformeerd via de website (2015: 20), en 23 via sociale media (2015: 12). Deze voorkeur strookt echter nog niet met het huidige gebruik, zoals genoemd geeft op dit moment slechts 16 van de respondenten aan dat zij sociale media gebruiken om op de hoogte te blijven van zaken in hun stad. Jongere respondenten geven vaker de voorkeur aan digitale informatiebronnen dan oudere Amsterdammers. Dit geldt het sterkst voor sociale media: van de jarigen wil 39 graag via deze weg geïnformeerd worden; onder 55-plussers is dit slechts 9. Een derde van de respondenten geeft de voorkeur aan huis-aan-huisbladen (waaronder de helft van de respondenten van 55 jaar en ouder); dit aandeel is stabiel ten opzichte van voorgaande jaren. Opvallend is wel dat 13 van de respondenten die aangeven graag via huis-aanhuisbladen geïnformeerd te worden bij een latere vraag antwoorden dat zij huis-aan-huisbladen wel ontvangen maar deze niet lezen. Nog eens 12 van hen geeft aan een nee-nee sticker te hebben. Hoewel het aandeel kijkers van lokale zender AT5 de laatste jaren gestaag afneemt, is de wens om via AT5 geïnformeerd te worden juist toegenomen, van 17 in 2015 naar 24 in Respondenten zouden hier uiteraard ook kunnen doelen op de website van AT5. Figuur 4.8 Voorkeur bronnen voor informatie van de gemeente, (procenten) bewonersbrieven huis-aan-huis kranten AT5 sociale media

43 Van de respondenten geeft 79 aan dat zij brieven, teksten op de website en andere schriftelijke informatie van de gemeente zonder moeite begrijpen. In 2015 was dit nog 85. Echter, de afname zou te maken kunnen hebben met het feit dat deze vraag voor het eerst ook ging over het begrijpen van teksten op de website, waar dit eerdere jaren niet werd genoemd. Dertien procent heeft soms hulp nodig bij het begrijpen van de informatie en 4 altijd. Laagopgeleide Amsterdammers hebben het vaakst moeite met het begrijpen van schriftelijke informatie vanuit de gemeente, een vijfde heeft hier soms de hulp van iemand anders bij nodig en 8 altijd. Echter, ook ruim één op de tien hoogopgeleiden geeft aan soms of altijd hulp nodig te hebben. Ook migratieachtergrond is een belangrijke factor bij het begrijpen van teksten: van de respondenten zonder migratieachtergrond heeft 90 hier nooit moeite mee, onder mensen met een westerse migratieachtergrond is dit 69 en bij een niet-westerse migratieachtergrond Conclusie: verschillen naar opleiding maar minder onder jongeren Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het mediagebruik van Amsterdammers. Globaal genomen neemt het gebruik van traditionele media zoals lokale tv-zenders, (papieren) dagbladen en huisaan-huisbladen af, terwijl online nieuwsbronnen en sociale media steeds algemener worden. Ook als het gaat om informatievoorziening vanuit de gemeente neemt de voorkeur voor digitale informatiebronnen toe. Voor bijna alle vormen van media zien we gebruiksverschillen tussen laag of middelbaar opgeleide en hoogopgeleide Amsterdammers. Onder hoogopgeleiden zijn meer mensen die wel eens een dagblad lezen dan onder laag en middelbaar opgeleiden en een groter aandeel van de hoogopgeleiden gebruikt nieuwssites of -apps. Laag en middelbaaropgeleiden daarentegen kijken vaker dan hoogopgeleiden naar lokale tv-zenders en lezen vaker een huis-aan-huisblad. Onder respondenten in de leeftijd jaar zijn deze verschillen op basis van opleidingsniveau echter veel kleiner dan onder oudere Amsterdammers. Zo zijn jonge Amsterdammers, ongeacht opleidingsniveau, minder geneigd dagbladen te lezen dan oudere Amsterdammers; maar het aandeel dat gebruik maakt van nieuwssites en apps ligt voor de jongste leeftijdscategorie juist hoger. Ook als we kijken naar het aantal verschillende nieuwsbronnen dat mensen raadplegen en welke nieuwsbronnen dit zijn zien we onder jongere Amsterdammers minder verschillen op basis van opleidingsniveau dan onder oudere Amsterdammers. Bijvoorbeeld, zowel laag en middelbaar als hoogopgeleide Amsterdammers tussen de 16 en 29 jaar volgen meer verschillende nieuwsbronnen dan oudere respondenten, en De Volkskrant is in deze leeftijdscategorie onder zowel laag/middelbaar als hoogopgeleiden het meest gelezen dagblad. Bijna alle Amsterdammers tussen de 16 en 54 jaar maken gebruik van sociale media. Voor respondenten jonger dan 30 zien we hierin geen verschil in opleidingsniveau; voor oudere respondenten is het aandeel sociale mediagebruikers iets hoger onder hoogopgeleiden. Ook onder 55-plussers neemt het gebruik van sociale media de laatste jaren toe, vooral het gebruik van Facebook. Als we kijken naar het gebruik van specifieke sociale media apps zien we veel meer differentiatie. Instagram en in minder mate Facebook hebben een groter gebruiksaandeel onder jongere dan oudere Amsterdammers; verschillen op basis van opleidingsniveau zijn relatief klein. LinkedIn daarentegen heeft vooral een hoog gebruikersaandeel onder hoogopgeleiden, met name onder de gebruikers tot 55 jaar. Snapchat vertoont weer een ander patroon: het merendeel van de laag- en middelbaar opgeleide respondenten tussen de 16 en 29 43

44 Gebruikt LinkedIn Gebruikt Facebook Leest De Volkskrant Gebruikt sociale media Gebruikt nieuwssites of -apps Leest dagblad Gemeente Amsterdam jaar maakt gebruik van deze app, terwijl het gebruikersaandeel in de andere categorieën veel lager ligt. Figuur 4.9 Overzicht mediagebruik naar leeftijd en opleidingsniveau 2017 (procenten) hoog opgeleid midden/laag opgeleid hoog opgeleid midden/laag opgeleid hoog opgeleid midden/laag opgeleid hoog opgeleid midden/laag opgeleid hoog opgeleid midden/laag opgeleid hoog opgeleid midden/laag opgeleid en ouder jaar jaar De uitkomsten van de Burgermonitor suggereren dus zowel integratie als differentiatie op het gebied van mediagebruik. Enerzijds zijn verschillen onder jongeren met verschillende opleidingsniveaus relatief klein (bijvoorbeeld het gebruik van dagbladen en online nieuwsmedia) net als verschillen tussen leeftijdsgroepen in gebruik van sociale media; anderzijds bedienen sommige socialemedianetwerken een heel specifieke doelgroep. 44

45 Conclusie Sinds 1999 polst OIS met de Amsterdamse Burgermonitor de participatie van Amsterdammers in de lokale politiek, de omgang tussen bewoners van de stad en het gebruik van media en informatie. In een aantal opzichten bevestigt deze 16 e editie het beeld dat in vorige edities naar voren kwam. Een ruime meerderheid van de Amsterdammers is betrokken bij de lokale politiek en voelt zich verbonden met de stad. De omgang tussen stadsgenoten wordt over het algemeen positief beoordeeld. Meer politieke interesse; acceptatie diversiteit relatief groot De 16 e editie van de Amsterdamse Burgermonitor laat ook ontwikkelingen zien in de stad. De achtergrond van deze ontwikkelingen is die van een veranderende context: de afgelopen jaren is de bevolking gegroeid, de stad kent een gunstige conjunctuur maar ook grote welvaartsverschillen en het politieke landschap is sterk veranderd. Uit de Burgermonitor blijkt dat de afgelopen zes jaar de acceptatie van de rechten van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen is toegenomen; Amsterdammers hebben vooral minder vaak moeite met het idee dat hun kind een homoseksuele of lesbische relatie zou hebben. Verder zien we op het gebied van politieke participatie dat Amsterdammers vaker geïnteresseerd zijn in de lokale politiek dan in voorgaande jaren, dat de collegepartijen beter bekend zijn en dat Amsterdammers vaker tevreden zijn over het functioneren van het lokale bestuur. Wat betreft het mediagebruik van Amsterdammers laat de Burgermonitor zien dat het gebruik van lokale tv-zenders, (papieren) dagbladen en huis-aan-huisbladen afneemt, terwijl online nieuwsbronnen en sociale media steeds vaker gebruikt worden. Ook als het gaat om informatievoorziening vanuit de gemeente neemt de voorkeur voor digitale informatiebronnen toe. In deze editie is er gebruik gemaakt van vragen en stellingen uit landelijk onderzoek op het gebied van politieke participatie en opvattingen, en op het gebied van acceptatie van genderdiversiteit en homoseksualiteit. Daarmee kunnen de uitkomsten voor Amsterdam worden vergeleken met landelijke cijfers. Zo is in Amsterdam het optimisme over ontwikkelingen in Nederland even groot als landelijk. Ook de acceptatie van het huwelijk voor paren van gelijk geslacht is even groot. Amsterdammers vinden, net als de meerderheid van alle Nederlanders, dat er meer geld moet worden vrijgemaakt voor het behoud van sociale voorzieningen, en dat er een tegenprestatie moet zijn voor de bijstand. We zien echter ook verschillen. Zo zijn Amsterdammers vaker van mening dat er meer moet worden gedaan om sociale voorzieningen te behouden dan alle Nederlanders, en er is in Amsterdam iets minder draagvlak voor een tegenprestatie voor bijstandsgerechtigden. Verder lijkt het er op dat Amsterdammers zich vaker inzetten voor hun stad en hun buurt dan Nederlanders in het algemeen. Dit verschil wordt vooral verklaard door de grotere mate waarin Amsterdam petities hebben ondertekend, maar ook de deelname aan burgerinitiatieven is in Amsterdam relatief hoog. 45

46 Er is in Amsterdam daarnaast meer acceptatie van genderdiversiteit dan in heel Nederland. Zo vinden Amsterdammers het minder vaak een probleem als het niet duidelijk is of iemand een man of een vrouw is en zijn ze minder vaak van mening dat er iets mis is met mensen die zich geen man of vrouw voelen. Amsterdammers tonen zich ook iets toleranter dan alle Nederlanders in de acceptatie van een homoseksuele docent voor hun kind en de rechten bij het adopteren van kinderen door paren van gelijk geslacht. De acceptatie van de homoseksualiteit van het eigen kind ligt in Amsterdam echter iets lager dan landelijk, maar is de afgelopen jaren wel gestegen. Opleiding vormt scheidslijn, maar minder onder jongeren Naast deze algemene ontwikkelingen laat de Burgermonitor zien dat de in eerdere edities gesignaleerde verschillen tussen groepen in de stad onverminderd groot zijn. In deze editie is bijzondere aandacht besteed aan de verschillen naar opleiding en leeftijd. Op veel van de onderwerpen die in de monitor aan de orde komen zijn laag en middelbaar opgeleide jongeren aan de ene kant en hoog opgeleide 55plussers aan de andere kant elkaars tegenpolen. De eerste groep is het minst geïnteresseerd in de politiek, het minst vaak van plan om de stemmen en kent de collegepartijen het minst vaak. Hoog opgeleide 55-plussers ervaren het minst vaak discriminatie en oordelen het minst positief over de omgang tussen groepen in de stad in tegenstelling tot jonge laag en middelbaar opgeleide Amsterdammers. Toch laten de uitkomsten van de Burgermonitor ook zien dat opleidingsverschillen minder groot zijn onder jongere Amsterdammers dan onder degenen van 30 jaar en ouder. In het hoofdstuk over media en informatie zien we bijvoorbeeld duidelijk dat leeftijd meer een scheidslijn vormt dan opleidingsniveau. Onder de jongste groep zien we weinig verschillen in het mediagebruik (behalve het gebruik van specifieke media zoals LinkedIn). Zowel laag/middelbaar als hoogopgeleide Amsterdammers tot 30 jaar volgen meer verschillende nieuwsbronnen dan oudere respondenten. Maar ook als het gaat om de verbondenheid met Amsterdam, het oordeel over de omgang tussen groepen in de stad of de mening over welke kant Nederland op gaat zitten jongeren op dezelfde lijn, ongeacht opleidingsniveau. Zij zetten zich daarnaast in gelijke mate in voor buurt en stad, vooral door middel van het gebruik van digitale middelen. Ook maken jongeren zich het vaakst zorgen over de woningnood in de stad. Verwachtingen ten aanzien van stad en bestuur De uitkomsten van de Burgermonitor geven aan hoe complex de opdracht voor de gemeente is. Amsterdammers tonen vertrouwen, optimisme en verbondenheid met de stad, maar hebben ook verwachtingen ten aanzien van het bestuur en de gemeente. Zij maken zich zorgen over de woningnood in de stad, over drukte en onveiligheid. Ze willen dat sociale voorzieningen in stand worden behouden, ook als dat meer geld kost. Tegelijk is het beantwoorden van die verwachtingen lastig vanwege de grote fragmentatie van de Amsterdamse samenleving. Leeftijd, migratieachtergrond en vooral opleidingsniveau vormen scheidslijnen die zich uiten in verschillende opvattingen (over andere stadsbewoners, over diversiteit in de stad), houdingen (interesse in politiek) en vormen van participatie (opkomst bij verkiezingen, mediagebruik). De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen is een illustratie van deze fragmentatie, met een ongekend groot aantal partijen in de raad die hun aanhang in 46

47 verschillende delen van de stad vinden en grote partijen die een steeds kleiner aandeel van de stemmen behalen. Voor het ophalen van informatie uit de samenleving en voor het informeren van de verschillende bevolkingsgroepen moet de gemeente deze fragmentatie erkennen en tegelijk op zoek gaan naar hetgeen Amsterdammers bindt. De betrokkenheid van Amsterdammers bij hun stad, bij hun buurt en bij hun mede-stadbewoners vormen een solide en zo blijkt uit de Burgermonitor ook een stabiele basis voor het werken aan de cohesie van de stad. 47

48 Bijlage: methode Veldwerk Voor de Amsterdamse Burgermonitor is een willekeurige steekproef getrokken uit de gemeentelijke Basisregistratie Personen van Amsterdammers van 16 jaar en ouder. Dit aantal is gebaseerd op streefcijfers voor het aantal respondenten per gebied (100 voor elk van de 22 gebieden) en voor niet-westerse Amsterdammers: 300 Amsterdammers van 16 t/m 29 jaar met een niet-westerse achtergrond; 300 Amsterdammers van 30 jaar en ouder met een niet-westerse achtergrond. Ook is voor de omvang van de steekproef rekening gehouden met de respons in Het veldwerk vond plaats van oktober tot en met december Alle respondenten kregen een uitnodigingsbrief met het verzoek online mee te doen aan het onderzoek. Tegelijk kregen ze ook een papieren versie van de vragenlijst die ze konden invullen en kosteloos terugsturen. In voorgaande jaren stuurde OIS de vragenlijst niet mee; dit zorgt voor grote veranderingen in de respons naar methode. Na vier weken is bekeken in welke gebieden de respons achterbleef. In vijf gebieden is besloten om respondenten face-to-face aan huis te benaderen, in het bijzonder Amsterdammers met een niet-westerse migratieachtergrond. In een aantal andere gebieden zijn respondenten telefonisch benaderd. Uiteindelijk hebben Amsterdammers de vragenlijst ingevuld, oftewel een respons van 20, gelijk aan de respons in Tabel B.1 Respons naar methode, 2015 en abs. abs. online telefonisch face-to-face schriftelijk totaal bron: ABM 2015/OIS Weging Het wegingsmodel is hetzelfde als het model dat in 2015 is gebruikt. Daarbij is rekening gehouden met de keuzes die gemaakt waren voor het trekken van de steekproef (gebied, migratieachtergrond en leeftijd) en met kenmerken die eerder van belang zijn gebleken (geslacht en huishoudensamenstelling). De groep respondenten is gewogen aan de hand van een 48

49 aantal kruistabellen waarbij de respondentengroep is gematcht voor de populatie van 16 jaar en ouder: stadsdeel naar leeftijd (16-29 jaar/ jaar/ 55-plus) en huishouden (alleenstaand/ meer personen) migratieachtergrond (wel/ geen migratie-achtergrond) naar gebied geslacht naar migratieachtergrond (geen/ westerse/ niet-westerse migratie-achtergrond) leeftijd (16-29 jaar/ jaar/ 55-plus) naar migratieachtergrond (geen/ westerse/ nietwesterse migratie-achtergrond) 49

50

Politieke participatie

Politieke participatie 12 Politieke participatie De Tweede Kamerverkiezingen van 17 hebben voor grote verschuivingen gezorgd in Amsterdam. De uitkomsten van deze verkiezingen komen uitgebreid aan bod in dit hoofdstuk. Verder

Nadere informatie

Nut en noodzaak buurtkranten. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Nut en noodzaak buurtkranten. Onderzoek, Informatie en Statistiek - Nut en noodzaak buurtkranten Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Stadsdeel Oost Projectnummer: 19206 Beek, Eliza van der Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020 251 Postbus

Nadere informatie

Politieke participatie

Politieke participatie 11 Politieke participatie Interesse in de (gemeente)politiek, stemintentie, opkomst en partijkeuze komen in dit hoofdstuk aan de orde. De centrale vraag is: welke Amsterdammers zijn politiek betrokken,

Nadere informatie

Politieke participatie

Politieke participatie 12 Politieke participatie In dit hoofdstuk komen de interesse en participatie van Amsterdammers in de politiek aan bod. 2014 was in dat opzicht een boeiend jaar, met drie verkiezingen en belangrijke verschuivingen

Nadere informatie

Kiezersvoorkeuren in Amsterdam

Kiezersvoorkeuren in Amsterdam Kiezersvoorkeuren in Amsterdam In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van maart peilt OIS in opdracht AT de politieke voorkeur van Amsterdammers. Vooruitlopend daarop is een eerste verkennend onderzoek

Nadere informatie

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Bestuur en Organisatie, redactie gemeentelijke media Projectnummer: 18324 Renske Hoedemaker Laure Michon

Nadere informatie

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Bestuursstaf Advies en ondersteuning Venlo, juli 2017 Onderzoek & Statistiek 2 Samenvatting In maart 2018 vinden er in Venlo gemeenteraadsverkiezingen

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Amsterdamse Burgermonitor 2015

Amsterdamse Burgermonitor 2015 Amsterdamse Burgermonitor 2015 Projectnummer: 15021 Laure Michon Tamar Bruls Patricia Jaspers Willem Bosveld Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020 251 0402 Postbus 658, 1000 AR Amsterdam

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Interactief bestuur. Omnibus 2015 Interactief bestuur Omnibus 2015 O&S April 2016 Samenvatting In september/oktober 2015 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s- Hertogenbosch een omnibusonderzoek gehouden. In dit

Nadere informatie

De Amsterdamse Burgermonitor 2011

De Amsterdamse Burgermonitor 2011 De Amsterdamse Burgermonitor 2011 Samenvatting van de resultaten stadsdeel Nieuw- September 2012 O+S (, gemeente Amsterdam) onderzoekt sinds 1999 in de Burgermonitor de relatie van Amsterdammers met hun

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Jongeren en politiek

Jongeren en politiek Jongeren en politiek WERKDOCUMENT Steven Poppelaars MSc. dr. Esther Jakobs Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL Amsterdam 1000 AR Amsterdam Tel 020 251 0406 Fax 020 251 0444 s.poppelaars@os.amsterdam.nl

Nadere informatie

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN 22 oktober Sinds 2011 meet Bureau O+S met een signaleringsinstrument de spanningen tussen bevolkingsgroepen in Amsterdamse buurten. De

Nadere informatie

Homoseksuelen in Amsterdam

Homoseksuelen in Amsterdam Homoseksuelen in Amsterdam Projectnummer 9150 In opdracht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Marlon Nieuwenhuis drs. Marcel Janssen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012

Nadere informatie

Kiezers en potentiële kiezers van 50PLUS

Kiezers en potentiële kiezers van 50PLUS Kiezers en potentiële kiezers van 50PLUS Versie 2013-2014 Tekstrapport Peil.nl/Maurice de Hond 1 Doelstelling en opzet van het onderzoek Het Wetenschappelijk Instituut van 50PLUS heeft ons in december

Nadere informatie

DEMOCRATIE IN DOELGROEPEN

DEMOCRATIE IN DOELGROEPEN Rapport DEMOCRATIE IN DOELGROEPEN Meningen van en over minderheden en hun stemgedrag 8 maart 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Datum 9 maart 2017 Auteurs

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

De Amsterdamse Burgermonitor 2005

De Amsterdamse Burgermonitor 2005 De Amsterdamse Burgermonitor 2005 november 2005 Samenvatting van de resultaten Een grotere maatschappelijke en politieke betrokkenheid, maar ook een toenemend gevoel van discriminatie op grond van etnische

Nadere informatie

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Onderzoek Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale

Nadere informatie

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Gezondheidsonderzoek 2012 GGD Zuid-Holland West Juni 2013 Inleiding Deze factsheet beschrijft de sociale acceptatie van homoseksualiteit in

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

NEDERLANDERS PER SALDO NOG STEEDS VOOR SLEEPWET

NEDERLANDERS PER SALDO NOG STEEDS VOOR SLEEPWET Rapport NEDERLANDERS PER SALDO NOG STEEDS VOOR SLEEPWET Peiling I&O Research februari 2018 14 februari 2018 www.ioresearch.nl Nederlanders per saldo nog steeds voor sleepwet TWEEDE KAMER VVD grootste partij,

Nadere informatie

Amsterdamse Burgermonitor 2013

Amsterdamse Burgermonitor 2013 Amsterdamse Burgermonitor 2013 In opdracht van: DMO, stadsdelen Projectnummer: 13021 Laure Michon Ellen Lindeman Hannah Schwarz Willem Bosveld Derek Schippers Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon

Nadere informatie

Interactief bestuur. Omnibus 2017

Interactief bestuur. Omnibus 2017 Interactief bestuur Omnibus 2017 Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 2018 Samenvatting In het najaar van 2017 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s-hertogenbosch weer het tweejaarlijks

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Resultaten 3e peiling Provinciale Statenverkiezingen februari 2011

Resultaten 3e peiling Provinciale Statenverkiezingen februari 2011 Resultaten 3e Provinciale Statenverkiezingen 2011 28 februari 2011 Opdrachtgever: RTV Oost maart 2011 Derde Provinciale Statenverkiezingen 2011 28 februari 2011 Bent u ervan op de hoogte dat er begin maart

Nadere informatie

ALTERNATIEVEN VOOR DE LOKALE DEMOCRATIE?

ALTERNATIEVEN VOOR DE LOKALE DEMOCRATIE? Rapport ALTERNATIEVEN VOOR DE LOKALE DEMOCRATIE? Onderzoek I&O Research i.o.v. Vrij Nederland en Nieuwsuur Februari 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN

Nadere informatie

Wijkpleinen en KOO. Februari 2019, Afdeling Onderzoek & Statistiek. 1. Inleiding

Wijkpleinen en KOO. Februari 2019, Afdeling Onderzoek & Statistiek. 1. Inleiding Wijkpleinen en KOO Februari 2019, Afdeling Onderzoek & Statistiek 1. Inleiding In deze notitie staan cijfers over de bekendheid en het gebruik van de wijkpleinen in s-hertogenbosch. En cijfers over de

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

RAPPORTAGE ONDERZOEK PARTIJPOLITIEKE BENOEMINGEN

RAPPORTAGE ONDERZOEK PARTIJPOLITIEKE BENOEMINGEN RAPPORTAGE ONDERZOEK PARTIJPOLITIEKE BENOEMINGEN Meer Democratie Mei 2015 Rapportage onderzoek Partijpolitieke benoemingen Meer Democratie 1 Persbericht NEDERLANDERS: PUBLIEKE FUNCTIES OPEN VOOR IEDEREEN

Nadere informatie

5 Politieke opvattingen

5 Politieke opvattingen 5 Politieke opvattingen Henk van der Kolk In dit hoofdstuk laten we zien: Over de taken die het gemeentebestuur zou moeten uitvoeren bestaan sterke meningsverschillen. Vooral over de opvang van asielzoekers

Nadere informatie

Oordeel over de positie van ouderen in Nederland in 2013

Oordeel over de positie van ouderen in Nederland in 2013 Oordeel over de positie van ouderen in Nederland in 2013 Tekstrapport Peil.nl/Maurice de Hond 1 Doelstelling en opzet van het onderzoek Het wetenschappelijk instituut van 50PLUS heeft ons de opdracht gegeven

Nadere informatie

Communicatiemiddelen gemeente Amsterdam

Communicatiemiddelen gemeente Amsterdam Communicatiemiddelen gemeente Amsterdam In opdracht van: Bestuursdienst, directie Communicatie, afdeling Media en concerncomm. Projectnummer: 13200 Robert Selten José van Boven Willem Bosveld Bezoekadres:

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Opkomstgedrag en opkomstmotieven van Nieuwe Nederlanders bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012

Opkomstgedrag en opkomstmotieven van Nieuwe Nederlanders bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 bezoekadres Marnixkade 109 1015 ZL Amsterdam postadres Postbus 15262 1001 MG Amsterdam E moti@motivaction.nl T +31 (0)20 589 83 83 F +31 (0)20 589 83 00 W www.motivaction.nl Opkomstgedrag en opkomstmotieven

Nadere informatie

Wat zegt de Tilburgse kiezer?

Wat zegt de Tilburgse kiezer? Wat zegt de Tilburgse kiezer? De resultaten van de exitpoll van de Tilburgse gemeenteraadsverkiezing 2014 DEMOS Centrum voor Beter Bestuur en Burgerschap Julien van Ostaaijen, Koen van der Krieken, Sabine

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Bestuur- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -thema Bestuur- 1. Samenvatting 2 Oordeel over het bestuur 3

Stadsmonitor. -thema Bestuur- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -thema Bestuur- 1. Samenvatting 2 Oordeel over het bestuur 3 Stadsmonitor -thema Bestuur- Modules Samenvatting 2 Oordeel over het bestuur 3 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Marieke Selten tel.: (024) 329 29 16 / (024)

Nadere informatie

Omgaan met elkaar in s-hertogenbosch

Omgaan met elkaar in s-hertogenbosch Omgaan met elkaar in s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 We willen dat mensen op een prettige manier met elkaar omgaan in de gemeente s-hertogenbosch, ongeacht eventuele cultuurverschillen,

Nadere informatie

Hoofdstuk 21. Functioneren B&W en Raad

Hoofdstuk 21. Functioneren B&W en Raad Hoofdstuk 21. Functioneren B&W en Raad Samenvatting Van de Leidenaren geeft 51% aan bekend te zijn met de taken van het college van Burgemeester en Wethouders. Vier op de tien Leidenaren weet taken van

Nadere informatie

Diversiteit in de Provinciale Staten

Diversiteit in de Provinciale Staten Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat

Nadere informatie

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Kübra Ozisik 13 Juni 2016 Laura de Jong www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Respons... 3

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Burgerpanel Leidse Regio - peiling februari 2017

Burgerpanel Leidse Regio - peiling februari 2017 Burgerpanel Leidse Regio - peiling februari 2017 Regionaal panel ten behoeve van de Toekomstvisie Leidse regio 2027 Wat is de beste vorm om bestuurlijk samen te werken om de Leidse regio toekomstbestendig

Nadere informatie

Opkomst en stemgedrag van Amsterdammers met een migratie-achtergrond tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014

Opkomst en stemgedrag van Amsterdammers met een migratie-achtergrond tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014 Opkomst en stemgedrag van Amsterdammers met een migratie-achtergrond tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014 Maria Kranendonk, Laure Michon, Hannah Schwarz & Floris Vermeulen 2014 IMES Report

Nadere informatie

De Rol van de Lokale Media: Langedijk. De Regio Vecht Terug 25 april 2018

De Rol van de Lokale Media: Langedijk. De Regio Vecht Terug 25 april 2018 De Rol van de Lokale Media: Langedijk De Regio Vecht Terug 2 april 2 Inhoudsopgave Introductie Samenvatting De Kiezer en de thema s die zij belangrijk vinden De belangrijkste thema s volgens de kiezer................................

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Algemene beoordeling

Hoofdstuk 3. Algemene beoordeling Hoofdstuk 3. Algemene beoordeling Samenvatting Tweederde van de Leidenaren zegt bekend te zijn met de taken van het college van Burgemeester en Wethouders en één op de tien heeft in het afgelopen jaar

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017 Nederlandse landbouw en visserij 2017 Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 14 5 Waardering en

Nadere informatie

GEMEENTERAADS- VERKIEZINGEN 2018

GEMEENTERAADS- VERKIEZINGEN 2018 Rapport GEMEENTERAADS- VERKIEZINGEN 2018 Twee derde van de kiezers nog onzeker over stemkeuze 16 maart 2018 www.ioresearch.nl Twee derde van de kiezers nog onzeker over stemkeuze Eén op drie kiezers stemt

Nadere informatie

De Amsterdamse Burgermonitor 2009

De Amsterdamse Burgermonitor 2009 De Amsterdamse Burgermonitor 2009 Project: 9021 In opdracht van: Bestuursdienst, Directie Communicatie, gemeente Amsterdam drs. Manuel Chiou dr. Ellen Lindeman dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Evaluatie ja/ja-sticker Onderzoek, Informatie en Statistiek

Evaluatie ja/ja-sticker Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Evaluatie ja/ja-sticker Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Ruimte en Duurzaamheid Projectnummer: &'('( Daan Schmitz Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 0((

Nadere informatie

Persoonlijke gegevens van Wethouders

Persoonlijke gegevens van Wethouders Persoonlijke gegevens van Wethouders Dit document bevat de volgende gegevens van wethouders: Aantal wethouders naar gemeentegrootte 1998-2014 Aandeel wethouders naar politieke partij 1998-2014 Aandeel

Nadere informatie

WEERSTAND TEGEN TRUMP TOEGENOMEN

WEERSTAND TEGEN TRUMP TOEGENOMEN WEERSTAND TEGEN TRUMP TOEGENOMEN 4 maart 2017 In deze peiling besteedden we speciale aandacht aan vier gebeurtenissen: twee debatten (RTL- en Radio 1-debat), de manier waarop Henk Krol de verlaging van

Nadere informatie

JONGEREN & DEMOCRATIE

JONGEREN & DEMOCRATIE Rapport JONGEREN & DEMOCRATIE Onderzoek i.o.v. Vrij Nederland Januari 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2017/012 Datum Januari

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015 NOORDZEE EN ZEELEVEN 2-meting Noordzee-campagne Februari 2015 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. Onderzoeksverantwoording 3. Onderzoeksresultaten 4. Contact 2 1. Samenvatting 3 Samenvatting Houding t.a.v.

Nadere informatie

HET REFERENDUM OVER DE ASSOCIATIE- OVEREENKOMST MET OEKRAÏNE

HET REFERENDUM OVER DE ASSOCIATIE- OVEREENKOMST MET OEKRAÏNE Rapport HET REFERENDUM OVER DE ASSOCIATIE- OVEREENKOMST MET OEKRAÏNE Onderzoek I&O Research Februari 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Datum

Nadere informatie

BREXIT: NEDERLANDERS ZIEN VOORAL NADELEN VOOR NEDERLAND

BREXIT: NEDERLANDERS ZIEN VOORAL NADELEN VOOR NEDERLAND Rapport BREXIT: NEDERLANDERS ZIEN VOORAL NADELEN VOOR NEDERLAND Peiling I&O Research 23 januari 2019 www.ioresearch.nl Brexit lijkt EU-gevoel in Nederland te versterken Nederlanders zien vooral nadelen

Nadere informatie

Eenheid Strategische Ontwikkeling

Eenheid Strategische Ontwikkeling Eenheid Strategische Ontwikkeling Bekendheid gemeentelijke politiek 2006-2009 Bekendheid gemeentelijke politiek 2006-2009 Colofon Uitgave : Eenheid Strategische Ontwikkeling Naam : Jaap Barink Telefoonnummer

Nadere informatie

ANALYSE FORUM VOOR DEMOCRATIE

ANALYSE FORUM VOOR DEMOCRATIE ANALYSE FORUM VOOR DEMOCRATIE Vervolganalyse Peiling september 2017 1. Belangrijkste uitkomsten 1.1 Electoraal speelveld Forum voor Democratie is een geduchte concurrent van 50 Plus en PVV en ook van VVD,

Nadere informatie

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet Opvattingen over de figuur Zwarte Piet Een opinieonderzoek onder het Nederlandse publiek, met uitsplitsingen naar autochtone Nederlanders en Surinaamse- en Antilliaanse-Nederlanders meting 4 November 2017

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Sociale samenhang in Groningen

Sociale samenhang in Groningen Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen

Nadere informatie

Politieke participatie van allochtonen

Politieke participatie van allochtonen FORUM November 20 Factsheet Politieke participatie van allochtonen Samenvatting Bij landelijke verkiezingen vormen de naar schatting een miljoen kiesgerechtigde allochtonen 9% van het totale electoraat,

Nadere informatie

Weinig mensen sociaal aan de kant

Weinig mensen sociaal aan de kant Weinig mensen sociaal aan de kant Tevredenheid over de kwaliteit van relaties Hoge frequentie van contact met familie en vrienden Jongeren spreken of schrijven hun vrienden elke week 15 Drie op de tien

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

NEDERLANDERS WILLEN GEEN NEXIT

NEDERLANDERS WILLEN GEEN NEXIT Ondanks euroscepsis: NEDERLANDERS WILLEN GEEN NEXIT Persbericht I&O Research 14 maart 2016 VVD en PVV grootste partijen Op dit moment zou de VVD 27 zetels halen, op de voet gevolgd door de PVV (25 zetels).

Nadere informatie

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017 VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND September 2017 INTRODUCTIE Het vertrouwen in overheden, bedrijfsleven, media en NGO s daalt wereldwijd (bron: Edelman Trust barometer), eigenlijk al sinds de recessie in

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Eén Zuidoost: verbondenheid oost- en westkant spoor. Nulmeting. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Eén Zuidoost: verbondenheid oost- en westkant spoor. Nulmeting. Onderzoek, Informatie en Statistiek - Eén Zuidoost: verbondenheid oost- en westkant spoor Nulmeting Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Stadsdeel Zuidoost Projectnummer: 19123 Eliza van der Beek Laura de Graaff Josca Boers

Nadere informatie

OP NAAR DE GEMEENTERAADS- VERKIEZINGEN

OP NAAR DE GEMEENTERAADS- VERKIEZINGEN Rapport OP NAAR DE GEMEENTERAADS- VERKIEZINGEN Eerste verkiezingspeiling i.o.v. gemeente Haarlemmermeer 19 oktober 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede

Nadere informatie

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015 Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015 Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland, Strijen Andrew Britt, Volkan Atalay, augustus 2015 INHOUD INLEIDING 1 HOOFDSTUK 1 SAMENVATTING 2 HOOFDSTUK 2 WAARDERING

Nadere informatie

De Amsterdamse Burgermonitor 2007

De Amsterdamse Burgermonitor 2007 De Amsterdamse Burgermonitor 2007 december 2007 Samenvatting van de resultaten Wat vinden de bijna 750.000 Amsterdammers van hun stad? Voelen ze zich thuis in de stad en hoe beoordelen zij de politiek?

Nadere informatie

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...

Nadere informatie

Peiling Tweede Kamerverkiezingen 2017 stemgedrag en stemmotieven van Nederlanders met een migratie-achtergrond

Peiling Tweede Kamerverkiezingen 2017 stemgedrag en stemmotieven van Nederlanders met een migratie-achtergrond Peiling Tweede Kamerverkiezingen 2017 stemgedrag en stemmotieven van Nederlanders met een migratie-achtergrond Rotterdam, Februari 2017 Versie: 2017-01 Het auteursrecht op dit rapport ligt bij de opdrachtgever.

Nadere informatie

Kerncijfers armoede in Amsterdam

Kerncijfers armoede in Amsterdam - Fact sheet juli 218 18 van de Amsterdamse huishoudens behoorde in 216 tot de minima: zij hebben een huishoudinkomen tot 12 van het wettelijk sociaal minimum (WSM) en hebben weinig vermogen. In deze 71.386

Nadere informatie

De Amsterdamse Burgermonitor 2010

De Amsterdamse Burgermonitor 2010 De Amsterdamse Burgermonitor 2010 Projectnummer: 10021 In opdracht van: Bestuursdienst, Directie Communicatie, gemeente Amsterdam Dr. Marije Baart de la Faille - Deutekom Dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal

Nadere informatie

Politieke Barometer Onderwijs

Politieke Barometer Onderwijs Rapportage Politieke Barometer Onderwijs directeuren voortgezet onderwijs Utrecht, 28 juni 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Liesbeth van der Woud Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon:

Nadere informatie

Persoonlijke gegevens van wethouders

Persoonlijke gegevens van wethouders Persoonlijke gegevens van wethouders Dit document bevat de volgende gegevens van wethouders: Aantal wethouders naar gemeentegrootte 1998-2016. Aandeel wethouders naar politieke partij 1998-2016. Aandeel

Nadere informatie

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM RAPPORT OKTOBER 2017 Discriminatiemonitor TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM Midden-Drenthe Colofon Titel Discriminatiemonitor Midden-Drenthe Datum Oktober 2017 Trendbureau Drenthe, onderdeel

Nadere informatie

Politieke Barometer Onderwijs

Politieke Barometer Onderwijs Rapportage Politieke Barometer Onderwijs directeuren en leerkrachten basisonderwijs Utrecht, 25 juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven Henk Westerik Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon:

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

Campagne Tweede Kamerverkiezingen (N06) Eindrapportage campagne-effectonderzoek

Campagne Tweede Kamerverkiezingen (N06) Eindrapportage campagne-effectonderzoek Campagne Tweede Kamerverkiezingen (N06) Eindrapportage campagne-effectonderzoek Ten behoeve van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Vooronderzoek bekendheid 144 Voorwoord en inhoudsopgave

Nadere informatie

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek Monitor jeugdwerkloosheid over Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid In opdracht van: WPI en OJZ Projectnummer: (( Idske de Jong Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal, Postbus.0, AR Amsterdam

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

RUZIE OVER DE FUSIE?

RUZIE OVER DE FUSIE? RUZIE OVER DE FUSIE? resultaten van een enquête onder gemeentebestuurders en raadsleden in Noord-Holland, Utrecht en Flevoland Amsterdam, november 2011 Projectnummer: 1578 ERGO: BUREAU VOOR MARKT- EN BELEIDSONDERZOEK

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie

Maatschappelijke participatie 9 Maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie kan verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld de mate waarin mensen met elkaar omgaan en elkaar hulp verlenen binnen familie, vriendengroepen

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

10% 23% 40% 20% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 2 Bent u bekend met het werk van de gemeenteraad van Zeewolde? (n=547) in grote lijnen.

10% 23% 40% 20% 7% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 2 Bent u bekend met het werk van de gemeenteraad van Zeewolde? (n=547) in grote lijnen. Burgerpanel Zeewolde Resultaten peiling 6: gemeenteraad juni 2013 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de 6 e peiling met het burgerpanel van Zeewolde. De vragen gingen deze keer over

Nadere informatie

29 november Onderzoek: Kloof tussen burger en politiek?

29 november Onderzoek: Kloof tussen burger en politiek? 29 november 2016 Onderzoek: Kloof tussen burger en politiek? Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online

Nadere informatie