DE AIFMD-RICHTLIJN EN VASTGOEDFONDSEN: VEEL NIEUWS ONDER DE ZON?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE AIFMD-RICHTLIJN EN VASTGOEDFONDSEN: VEEL NIEUWS ONDER DE ZON?"

Transcriptie

1 DE AIFMD-RICHTLIJN EN VASTGOEDFONDSEN: VEEL NIEUWS ONDER DE ZON? M.J.N.M. Hunfeld MRE Opleiding ASRE jaargang Eerste beoordelaar: Mevr. Dr. R. Laline

2 Voorwoord Het schrijven van deze scriptie laat zich het best beschrijven als een reis. In eerste instantie was mijn gedachte om een scriptie te schrijven over corporate governance in de vastgoedsector, en dan meer specifiek corporate governance bij niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen, met als doelstelling om daarvoor een benchmark te schrijven. Dat onderzoek liep echter al snel vast, dat wil zeggen, ik vond weinig aanknopingspunten die mij op het spoor brachten van een interessant onderzoek. Wel liep ik tijdens dit onderzoek tegen de AIFMD - of Alternative Fund Managers Directive - aan, een recent ingevoerde Europese Richtlijn die zich uitstrekt over alle alternatieve beleggingsinstellingen, vastgoedfondsen daaronder begrepen. Dit bracht mij op het idee om de wijze waarop Nederlandse vastgoedfondsen de richtlijn hebben geïmplementeerd, te onderzoeken, om aan de hand daarvan enkele best practices aan te bevelen. Mijn scriptie begeleidster, dr. Rodria Laline, moedigde mij echter aan om een wat meer holistische benadering te kiezen ten aanzien van de AIFMD-richtlijn en een eigen mening te vormen over deze richtlijn, in plaats van enkele (waarschijnlijk voorspelbare) aanbevelingen voor best practices te doen. Zij gooide - zoals ze dat zelf omschreef - kiezeltjes in het water in de hoop dat enkele van de rimpels die aan de oppervlakte verschenen, bij mij zouden resoneren (in het Engels klinkt het fraaier). Dit vormde het werkelijke vertrekpunt van mijn reis. De grootste uitdaging was erin gelegen om voldoende bomen te kappen om het bos te kunnen zien. Ik hoop de lezer van deze scriptie te prikkelen om stil te staan en na te denken bij de zin/onzin van sommige van de maatregelen die de politiek op ons afvuurt in reactie op adverse gebeurtenissen zoals de crisis die begon in 2007 en zo ook enkele kiezeltjes in het water te gooien. Uiteraard was deze scriptie niet tot stand gekomen zonder de hulp en bijdragen van enkele mensen. Dit betreft in de eerste plaats mijn scriptie begeleidster, Rodria Laline. Haar dank ik met name voor het gooien van de kiezeltjes. Daarnaast had ik niet tot een eindconclusie kunnen komen zonder de medewerking van enkele van mijn collega- juristen in de vastgoedwereld die bereid zijn geweest tijd vrij te maken voor interviews. Dit zijn de heer M. Kraijer van Bouwinvest, de heer R. Spee van Vesteda, de heer C. van den Hoogen van Altera en de heer M. Schunck van Annexum. Last, but certainly not least, gaat mijn dank uit naar Eva voor haar geduld en begrip. 2

3 Samenvatting De crisis die in 2007 is ontvlamd, wordt door velen toegeschreven aan de ondoorzichtigheid van financiële producten zoals MBS-en, CMBS-en en CDO s, financiële producten waarvan vastgoed vaak de onderliggende waarde vertegenwoordigt. Critici menen dat de crisis voorkomen had kunnen worden indien er stringenter toezicht was geweest op - en sterkere regulering van - de handel in derivaten als de hiervoor genoemde. De politiek heeft wereldwijd gereageerd met de invoering van nieuwe wetten en regels die moeten waarborgen dat er stringent toezicht wordt gehouden op de handel in financiële producten en dat de sector adequaat wordt gereguleerd zodat een herhaling van hetgeen zich in in de financiële wereld heeft afgespeeld, zich niet zal herhalen en reddingsoperaties van banken met geld van de belastingbetaler definitief tot het verleden zullen behoren. In Europa heeft dit onder meer geleid tot de invoering van de AIFMD - of Alternative Fund Managers Directive. Deze richtlijn richt zich kort samengevat tot alle beheerders van alternatieve belegginsginstellingen (abi s). Onder een alternatieve beleggingsinstelling wordt verstaan een instelling die bij een reeks beleggers geld ophaalt om dit vervolgens volgens een bepaald beleid te beleggen. De richtlijn beperkt zich derhalve niet tot uitsluitend (beheerders van) partijen die in financiële producten handelen, maar strekt zich uit tot feitelijk alle beleggingsinstellingen, anders dan een icbe. De reikwijdte van de AIFMD is derhalve zeer groot en beheerders vastgoedfondsen vallen er ook onder. De doelstelling van de AIFMD-richtlijn is tweeledig: In de eerste plaats wordt aangenomen dat toezichthouders beter in staat zullen zijn om zogenoemde systeemrisico s te beoordelen indien de beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen onder toezicht worden geplaatst. In de tweede plaats wordt met de AIFMD-richtlijn beoogd dat toezichthouders erop toe kunnen zien dat de fondsen die onder hun toezicht worden geplaatst, zorgen voor passend risicobeheer. Daarnaast wordt met de AIFMD-richtlijn beoogd beleggersbescherming te versterken door transparantie te vergroten. De AIFMD-richtlijn stelt nogal wat eisen aan beheerders van abi s, onder meer ten aanzien van minimumkapitaal en hefboomfinanciering, liquiditeit en risicomanagement, portfoliowaardering, gedragseisen, beloningsbeleid, het aanstellen van een externe bewaarder, uitbesteding van werkzaamheden en informatieverplichtingen. De AIFMD-richtlijn is op 21 juli 2011 in Europa in werking getreden en is op 22 juli 2013 in Nederland geïmplementeerd door middel van wijziging van onder meer de Wet op het financieel toezicht. De Autoriteit Financiële Markten en DNB zijn in Nederland belast met het toezicht op de naleving van de AIFMD. Voor Nederlandse beheerders van abi s (zoals beheerders van vastgoedbeleggingsfondsen), geldt dat zij voortaan over een vergunning van de AFM dienen te beschikken om participaties in de door hen beheerde fondsen aan te mogen bieden. Dit heeft voor de praktijk verstrekkende gevolgen. Beheerders van vastgoedbeleggingsinstellingen die voorheen waren vrijgesteld van toezicht en van een vergunningplicht, worden plotsklaps wel geacht een vergunning aan te vragen en te verkrijgen en dienen in dat kader aan tal van eisen te voldoen waarbij zowel AFM, als DNB, meekijken. Een vraag die in dat verband rijst, is of beheerders van vastgoedfondsen wezenlijk nieuwe processen en structuren in hun organisatie hebben moeten implementeren als gevolg van de AIFMD-richtlijn teneinde aan de rapportage- en beheervoorschriften uit de AIFMD-richtlijn te kunnen voldoen, of dat zij al (grotendeels) compliant waren en wijzigingen meer beperkt zijn gebleven tot fijn slijperij. Aan de hand hiervan kan worden beoordeeld of de AIFMD-richtlijn een effectief instrument is om haar doelstellingen 3

4 te bereiken, te weten het versterken van beleggersbescherming door vergroting van de transparantie, alsmede het voorkomen van een herhaling van hetgeen zich in 2007 op de financiële markten heeft afgespeeld door onder toezichtplaatsing van beheerders en betere beheersing van systeemrisico s. Hoewel de crisis van 2007 niet geheel aan de vastgoedsector kan worden toegeschreven, is vastgoed wel een belangrijk onderdeel van het ontstaan van de crisis is geweest. Daarom is het interessant om te onderzoeken of de invoering van de AIFMD-richtlijn zal zorgen voor een daadwerkelijke verbetering van de transparantie en risicobeheersing in de vastgoedsector, of dat het slechts de zoveelste richtlijn is die lasten op de schouders legt van marktpartijen zonder tot concrete verbeteringen te leiden. De centrale vraagstelling in deze scriptie luidt dan ook of de AIFMD-richtlijn geacht kan worden een intelligent antwoord te zijn van de politiek op de uitwassen in de vastgoedsector. Een antwoord op deze vraag zal gevonden worden door te onderzoeken welke ontwikkelingen enkele beheerders van vastgoedfondsen in de periode hebben doorgemaakt op het gebied van transparantie en risicobeheersing. Voor dit onderzoek is het ook noodzakelijk om stil te staan bij de vraag wat eigenlijk onder transparantie in vastgoed dient te worden verstaan. Uit het onderzoek is gebleken dat Nederlandse beheerders van vastgoedfondsen geen wezenlijke aanpassingen in hun rapportage en risicobeheerstructuren hebben hoeven aanbrengen, zodat de conclusie gerechtvaardigd is dat beheerders van vastgoedfondsen al compliant waren voordat de AIFMD-richtlijn goed en wel was ingevoerd. De AIFMD-richtlijn heeft derhalve geen nieuws gebracht ten aanzien van transparantie en risicobeheersing, zodat beleggersbescherming en bescherming tegen systeemrisico s evenmin geacht kunnen worden te zijn versterkt als gevolg van de invoering van de AIFMD-richtlijn. Anderzijds brengt de AIFMD-richtlijn wel kosten met zich mee voor beheerders van vastgoedfondsen, onder meer in verband met de aanstelling van een externe bewaarder en de extra rapportageverlichtingen, maar ook in verband met de jaarlijkse vergoeding die aan de AFM moet worden betaald voor het hebben en houden van de vergunning. Belangrijker nog wellicht, zijn de kosten als gevolg van baten die worden misgelopen doordat beheerders tijd moeten spenderen aan het voldoen aan de AIFMD-verplichtingen, tijd die zij anders hadden kunnen besteden aan datgene waarvoor zij in het leven zijn geroepen, te weten waarde creatie en geld verdienen. Dit alles overziend, leidt mij tot de conclusie dat de AIFMD-richtlijn geen intelligent antwoord is op de uitwassen in de vastgoedsector. Zij is slechts een maatregel die lasten op de schouders van marktpartijen legt, zonder daar iets tegenover te stellen. 4

5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding Aanleiding Centrale onderzoeksvraag en doelstelling Deelonderzoeksvragen Onderzoeksmethode Hoofdstuk 2. De AIFMD-richtlijn Inleiding Toepassingsgebied en vrijstellingen Transparantievoorschriften De bewaarder Risico- en liquiditeitsbeheer Hoofdstuk 3. Transparantie Inleiding Wat is transparantie? Hoe hebben Nederlandse vastgoedfondsen de AIFMD-richtlijn geïmplementeerd? Bouwinvest Real Estate Management B.V Vesteda Altera Holland Immo Group Hoofdstuk 4. Analyse en conclusie Inleiding Interviews en analyse Conclusie Bijlage 1 Interviews Bibliografie

6 Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De kredietcrisis die in 2007 uitbrak, wordt voor een groot deel aangemerkt als een governance-crisis. De ondoorzichtigheid van financiële producten als Mortgage Backed Securities (MBS s), Commercial Mortgage Backed Securities (CMBS s) en Collateralized Debt Obligations (CDO s) maakte dat banken en andere financiële instellingen die (grote bedragen) hadden belegd in deze producten, feitelijk geen zicht hadden op het risico dat zij liepen (Eichholtz e.a., 2009). De onderliggende waarde van deze financiële producten betrof in veel gevallen onroerend goed. Toen de Amerikaanse hypotheekmarkt in 2006 de eerste scheuren begon te vertonen doordat steeds meer hypotheeknemers achter raakten met hun betalingen, was als gevolg van de ondoorzichtigheid van de onderliggende financieringen en zekerheden voor niemand duidelijk bij welke instellingen de klappen zouden gaan vallen en hoe groot deze klappen zouden zijn. De gevolgen zijn bekend: omdat niet duidelijk was welke instellingen - en in welke mate - geraakt zouden worden als gevolg van het instorten van de Amerikaanse huizenmarkt, durfden banken elkaar geen geld meer te lenen en droogde de interbancaire geldmarkt op. Deze credit crunch bleef niet beperkt tot de Amerikaanse markt: de verwevenheid van de internationale geldmarkten zorgde er al snel voor dat de kredietcrisis zich als een olievlek uitbreidde naar andere kapitaalmarkten, met een mondiale crisis als gevolg ( Financial_crisis_of_ ). Uiteraard is de crisis van 2007 aanleiding geweest voor vele diepgravende onderzoeken naar de oorzaken van de crisis, doch tot een universeel gedragen conclusie hebben deze onderzoeken tot op heden niet geleid. Komt de United States Senate Permanent subcommittee on Investigations in 2011 bijvoorbeeld tot de conclusie dat de crisis het resultaat is van hoog risico, complexe financiële producten, niet openbaar gemaakte tegenstrijdige belangen en een falen van toezichthouders, kredietwaardigheidsbeoordelaars en de markt zelf om de excessen van Wall Street te beteugelen, de Financial Crisis Inquiry Commission komt in datzelfde jaar tot de slotsom dat het instorten van de huizenmarkt in de VS de vonk is geweest die, gevoed door lage rente, eenvoudig toegankelijk krediet, ontoereikende regulering en giftige hypotheken, een keten van gebeurtenissen in werking heeft gesteld die heeft geleid tot een full blown crisis in het najaar van 2008 (Financial Inquiry Commission 2011, United States Senate Permanent subcommittee on Investigations, 2011). Wat hier ook van zij, over ten minste één zaak lijken vriend en vijand het wel met elkaar eens te zijn en dat is dat gebrek aan transparantie in de financiële (deel)markten en de producten die aldaar worden aangeboden, belangrijk aan het ontstaan van de crisis hebben bijgedragen. Sterker en doeltreffender toezicht op de financiële markten en de producten die daar worden verhandeld, hadden de crisis van 2007 mogelijk kunnen voorkomen. Overheden hebben gereageerd met de invoering van nieuwe wetten die de kans op herhaling van hetgeen zich in heeft afgespeeld in de financiële wereld zou moeten beteugelen. In de VS werd onder meer de Dodd Frank Wall Street Reform and Consumer Protection Act op 21 juli 2010 (Pub.L , H.R. 4173) aangenomen die de transparantie in het financiële systeem en de mogelijkheden om financiële instellingen ter verantwoording te roepen zouden moeten vergroten en consumenten beter zouden moeten beschermen, zodat grote reddingsoperaties van banken met geld van de belastingbetaler tot het verleden zullen behoren. In Europa leidde dit onder meer tot het Basel IIIakkoord ( maar ook tot de invoering van de Alternative Investment Fund Managers Directive, aangenomen door het Europees Parlement op 8 juni 2011 (hierna: de AIFMDrichtlijn of richtlijn ). De AIFMD-richtlijn is het resultaat van de G20 bijeenkomst van april 2009 waar is 6

7 afgesproken om hedgefondsen en hun beheerders te registreren en onder toezicht te stellen. Tijdens de G20 van juni 2010 is deze afspraak bevestigd en dit vormde de aanleiding voor de Europese Commissie om met het voorstel voor de AIFMD-richtlijn te komen (Memorie van Toelichting 2012, p.3). De doelstelling van de AIFMD-richtlijn is tweeledig: In de eerste plaats wordt aangenomen dat toezichthouders beter in staat zullen zijn om zogenoemde systeemrisico s te beoordelen indien de beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen onder toezicht worden geplaatst. Onder systeemrisico wordt ten deze verstaan het risico dat het faillissement van één entiteit binnen een systeem de faillissementen van andere entiteiten binnen dat systeem kan veroorzaken als gevolg van hun onderlinge verbondenheid (Kaufman & Scott, 2003). In de tweede plaats wordt met de AIFMD-richtlijn beoogd dat toezichthouders erop toe kunnen zien dat de fondsen die onder hun toezicht worden geplaatst, zorgen voor passend risicobeheer. De AIFMD-richtlijn tracht dit te bereiken door van beheerders van beleggingsinstellingen die onder de reikwijdte van de richtlijn vallen, te verlangen dat zij aan tal van regels en vereisten gaan voldoen, onder meer ter zake: - het kapitaal en hefboomfinanciering; - liquiditeit en risicomanagement; - portfoliowaardering; - gedragseisen; - beloningsbeleid; - de bewaarder; - uitbesteding van werkzaamheden; - informatieverplichtingen. Opvallend aan de totstandkoming van de AIFMD-richtlijn is dat de aanleiding om de richtlijn te ontwerpen, kennelijk de gevoelde noodzaak is geweest om hedgefondsen aan banden te leggen. Hedgefondsen en de crisis worden vaak in één adem genoemd, alsof hedgefondsen één van de belangrijke veroorzakers van de crisis zijn geweest.. Gaandeweg de uitwerking van de AIFMD-richtlijn is de reikwijdte ervan echter uitgebreid naar alle beheerders van beleggingsinstellingen, niet zijnde beheerders van instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe s), zodat niet alleen beheerders van hedgefondsen aan de rigor van de richtlijn zijn onderworpen, maar feitelijk alle beleggingsinstellingen die niet kwalificeren als een icbe. Dit worden alternatieve beleggingsinstellingen of abi s genoemd 1. Hierbij maakt het niet uit of het gaat om closed end- of open end-fondsen en of het fonds beursgenoteerd is of niet. Mitsdien is de AIFMD-richtlijn ook van toepassing op vastgoedfondsen. Waren deze fondsen in Nederland onder de Wet financieel toezicht voorheen veelal vrijgesteld van een vergunningplicht wegens ruime(re) uitzonderings- en vrijstellingsregelingen, onder de AIFMD-richtlijn zullen zij over een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten dienen te beschikken en blijft er slechts een beperkt aantal uitzonderingen op die vergunningplicht bestaan (Bennebroek Gravenhorst & Destrée, 2012). Hoewel de AIFMD-richtlijn zich dus niet specifiek richt tot vastgoedfondsen, heeft de invoering ervan wel een bijzondere dimensie voor de vastgoedsector. Zoals in de eerste alinea al werd gememoreerd, wordt de voorbije crisis voor een groot deel aangemerkt als een governance crisis door het ontbreken van 1 Een icbe onderscheidt zich van een abi doordat het uitsluitend een open end fonds kan betreffen dat de te beleggen gelden verkrijgt van het publiek om dit te beleggen in uitsluitend liquide financiële activa met toepassing van het beginsel van risicospreiding ( 7

8 transparantie in financiële producten. Dit betreft voor een groot deel producten waarbij vastgoed de onderliggende waarde vertegenwoordigt. Het ongebreidelde optimisme waarmee de waardeontwikkeling van vastgoed werd omgeven denk onder meer aan de sterk stijgende prijzen op de particuliere huizenmarkt in de jaren voorafgaande aan de crisis is een stuwende kracht geweest achter de ontwikkeling en verhandeling van deze financiële producten. Investeren in vastgoed en alle financiële producten die van dergelijke investeringen werden afgeleid, leek een spel zonder nieten: vastgoed kon in waarde enkel stijgen, niet dalen. Inmiddels weet men wel beter. De overwaardering van vastgoed en de excessen die daarvan het gevolg zijn geweest, hebben de roep om sterkere governance van de vastgoedsector doen toenemen. Voeg daaraan toe de incidenten die hebben plaatsgevonden in onder meer de woningcorporatie- en commerciële vastgoedsector, en het is duidelijk waarom de roep om scherper toezicht zich juist ten aanzien van de vastgoedsector sterk heeft gemanifesteerd in de afgelopen jaren (Verschoor e.a., 2014). Maar is de AIFMD-richtlijn dan het juiste instrument om de uitwassen van ontwikkelingen in de vastgoedsector tegen te gaan? Volgens de toelichting van de AFM op de invoering van de AIFMDrichtlijn in Nederland wordt ermee beoogd de beleggersbescherming te versterken door beheerders van abi s te verplichten transparant te zijn richting beleggers en toezichthouders en een betere beheersing van systeemrisico s te realiseren (p. 3 Q&A AIFM-richtlijn/ Dit is al weer een nuance op wat de AIFMD-richtlijn zelf stelt ten aanzien van haar doelstellingen, namelijk het versterken van het toezicht op systeemrisico s voor toezichthouders (zie hiervoor). Indien de AIFMD-richtlijn erop na wordt gelezen, is het inderdaad zo dat veel van de bepalingen uit de AIFMD-richtlijn betrekking hebben op openbaarmakingsverplichtingen jegens beleggers. Een centrale vraag die dan in de eerste plaats rijst, is wat onder transparantie dient te worden verstaan. Wanneer kan gesteld worden dat een vastgoedfonds zodanig transparant is dat de belangen van beleggers en toezichthouders voldoende zijn geborgd? Is het begrip transparantie bovendien zo universeel dat Europa kan volstaan met één richtlijn die geldt voor alle beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen, zonder onderscheid te maken ten aanzien van de sector waarin de betreffende abi actief is? De AIFMD-richtlijn richt zich tot de beheerders van instellingen voor collectieve belegging, met inbegrip van beleggingscompartimenten daarvan, die bij een reeks beleggers kapitaal ophalen om dit overeenkomstig een bepaald beleggingsbeleid in het belang van deze beleggers te beleggen. Hieruit volgt dat de AIFMD-richtlijn geen onderscheid maakt ten aanzien van het type instellingen tot wie zij zich richt, zolang de beheerde instelling maar voldoet aan de hiervoor gegeven omschrijving. Derhalve wordt geen rekening gehouden met het feit dat abi s in verschillende sectoren actief zijn die ieder hun eigen, specifieke kenmerken en risicoprofielen hebben. Beleggen in vastgoed is immers niet hetzelfde als beleggen in bijvoorbeeld futures. Worden beheerders van abi s onder de AIFMD-richtlijn niet teveel over één kam worden geschoren om de AIFMD-richtlijn doeltreffend te laten zijn? Met de vraag naar de effectiviteit van de AIFMD-richtlijn wordt geraakt aan een andere, veel fundamentelere vraag, en dat is de vraag of de AIFMD-richtlijn ook echt bevorderlijk is voor het investeringsklimaat in vastgoed als gevolg van veronderstelde - betere beleggersbescherming. Heeft het toegevoegde waarde om beheerders van vastgoedfondsen te reguleren en aan een regime van verplichtingen met betrekking tot rapportage, beloningsbeleid en gedrag te onderwerpen, of levert dit alleen maar meer werklast en kosten op, zonder dat daar voordelen tegenover staan? Natuurlijk hebben kreten als meer transparantie, sterker toezicht en betere beheersing van systeemrisico s een 8

9 positieve klank en zou dit voor de maatschappij als geheel alleen maar winst op moeten leveren, maar zijn er dan geen maatschappelijke kosten of verliezen - te verwachten? De vastgoedbeleggingssector is voor de financiering van de investeringen die zij doet voor een belangrijk deel aangewezen op de handel in derivaten zoals de al even genoemde CMBS-en en MBSen. Derivaten en de handel daarin zijn bijna zo oud als de mensheid zelf. Een derivaat is in beginsel niets anders dan een overeenkomst tussen twee partijen waarin het risico dat een bepaalde toekomstige gebeurtenis zich al dan niet zal verwezenlijken, wordt afgeprijsd en overgedragen. De ene partij speculeert er bijvoorbeeld op dat de gebeurtenis zich niet zal verwezenlijken en betaalt de andere partij een premie om de voordelen daarvan op te strijken. De andere partij die de premie ontvangt, heeft zijn risico overgedragen, maar loopt ook de voordelen mis indien -de adverse - gebeurtenis uitblijft. Het welhaast onvermijdelijke eindresultaat zal in alle gevallen zijn dat één partij verliest.. De handel in derivaten of financiële producten - drijft op het gegeven dat de toekomst onzeker is en dat niemand met zekerheid kan voorspellen wat er zal gebeuren: zal de rente stijgen of dalen, worden grondstoffen goedkoper of juist duurder, gaan de koersen omhoog of omlaag, wie wint de volgende verkiezingen? Bij de gratie van het feit dat er slechts een beperkt aantal uitkomsten mogelijk zijn de rente gaat omhoog, omlaag, of blijft gelijk, meer mogelijkheden zijn er niet en dat er partijen zijn die verschillende aannames doen ten aanzien van toekomstige ontwikkelingen en dat er partijen zijn die de (adverse) gevolgen van die toekomstige ontwikkelingen willen overdragen, kan er gespeculeerd worden op deze toekomstige ontwikkelingen en kan op basis daarvan handel plaatsvinden. Indien er geen verschil in verwachtingen zouden bestaan ten aanzien van toekomstige ontwikkelingen, zou hier ook niet op gespeculeerd kunnen worden en zouden er ook geen risico s meer zijn om af te hechten. De handel in financiële producten zou eenvoudigweg niet bestaan. Het is niet voor niets dat de handel in derivaten verwezen is naar afgescheiden markten (de beurzen). Met de handel in derivaten zijn grote (financiële) risico s verbonden en die dienen te worden afgescheiden van de reële economie Daarbuiten zijn er echter ook zogenoemde Over-The Counter ( OTC ) transacties mogelijk. Dit betreft transacties in financiële producten die niet op een gereglementeerde markt zoals de optiebeurs plaatsvinden, maar rechtstreeks tussen twee partijen buiten de beurs door middel van een contract en derhalve zonder tussenkomst van een centrale wederpartij die de risico s met betrekking tot levering en betaling op zich neemt. Waar men op de beurs niet wordt geconfronteerd met wederpartij-risico het risico dat de wederpartij zijn verplichting tot levering of betaling niet kan nakomen, bijvoorbeeld wegens faillissement is dit in OTC-transacties wel een reëel risico. Dit brengt dergelijke risico s derhalve naar een in beginsel - ongereguleerde markt. De Europese Unie heeft daarom ook een richtlijn in he leven geroepen die speciaal OTC-transacties moet gaan reguleren, de EMIR of European Market Infrastructure Regulation ( Met de Black Swans die in 2007 (Taleb, 2007) hun intrede deden, is opnieuw de discussie opgelaaid of de overheid niet een actieve, regulerende rol moet innemen in de handel in financiële producten teneinde het optreden van systeemrisico s voor te zijn. De invoering in Europa van onder meer 2 - de AIFMD-richtlijn is daarvan het resultaat. In het kort komt het erop neer dat Europa kennelijk verwacht dat door beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen te verplichten meer transparantie te betrachten, de toezichthoudende instellingen in staat zullen zijn om zich aandienende systeemrisico s tijdig te herkennen en daar tegen op te treden. Maar hoe pakt dat uit? Heeft de inmenging van toezichthoudende instellingen in de handel in financiële 2 Voor de regulering van OTC s heeft de Europese Commissie de European Market Infrastructure Regulation (EMIR) uitgevaardigd. 9

10 producten geen verlammend effect op investeringen? Dient de beoordeling of risico s aanvaardbaar en juist geprijsd zijn niet aan de partijen te worden overgelaten die deze risico s lopen? Het vergroten van transparantie zal het wellicht mogelijk maken om onvoorziene risico s eerder te herkennen, doch zij maakt de uitkomst van toekomstige gebeurtenissen niet zekerder. Althans, naar men mag aannemen, zal het vergroten van de transparantie die beheerders van vastgoedfondsen dienen te betrachten, niet inzichtelijk maken of de waarde van vastgoed in de toekomst zal stijgen of dalen. Of er een directe relatie bestaat tussen de corporate governance van een onderneming en de prestaties van die onderneming staat immers ook niet vast.. Daartegenover staat dat beheerders van vastgoedfondsen die een AIFMD-vergunning dienen te verkrijgen, in veel gevallen gedwongen zullen zijn om onder meer hun statuten aan te passen en interne organisatie- en beleidswijzigingen door te voeren om aan de eisen van de AIFMD-richtlijn te voldoen. Dit legt niet alleen een flinke last op de schouders van de betreffende organisatie, maar zal ook een stevige kostenpost vormen. Het leidt bovendien de aandacht af van datgene waarvoor de beheerder in de eerste plaats is aangesteld, en dat is het beheer over en de uitbreiding van de activa van het vastgoedfonds, of platter gesteld geld verdienen voor de aandeelhouders van het fonds. Indien van de beheerder van een vastgoedfonds wordt geëist dat hij aan zware rapportage- en compliance vereisten voldoet, gaat dit onvermijdelijk ten koste van tijdbesteding aan andere zaken. Vastgoedfondsen zijn bovendien voor hun ondernemingsactiviteiten voor een belangrijk deel afhankelijk van de financiële markten en de handel in financiële producten. Zo komen zij immers aan de middelen om de activa aan te kopen die vervolgens door bijvoorbeeld de supermarktexploitant om de hoek wordt gebruikt om in de dagelijkse boodschappen van consumenten te voorzien. Indien de mogelijkheden voor vastgoedfondsen om middelen aan te trekken via de financiële markten worden beperkt, heeft dat gevolgen voor de investeringen die zij kunnen doen en dat raakt linksom of rechtsom de economische ontwikkeling en daarmee de maatschappij als geheel. Men kan zich daarom afvragen of het nuttig is dat beheerders van vastgoedfondsen aan de rigor van de AIFMD-richtlijn worden onderworpen. Het zal de prijsontwikkelingen van vastgoed waarschijnlijk niet voorspelbaarder maken, maar zadelt de beheerders van vastgoedfondsen in de tussentijd wel op met flink wat extra lasten. De markt is wellicht zelf beter in staat om te reguleren welke informatie voor beleggers relevant is dan dat de politiek dat is. 1.2 Centrale onderzoeksvraag en doelstelling Zoals uit de voorgaande paragraaf duidelijk zal zijn geworden, concentreert deze scriptie zich op de AIFMD-richtlijn in relatie tot vastgoedfondsen en haar effectiviteit ten opzichte van de beoogde doelstellingen. De centrale onderzoeksvraag van deze scriptie luidt als volgt: Is de invoering van de AIFMD-richtlijn een intelligent antwoord van de politiek op de uitwassen in de vastgoedsector? De doelstelling van deze scriptie is om in kaart te brengen wat de invoering van de AIFMD-richtlijn in de vastgoedsector teweeg heeft gebracht en of dit uiteindelijk een doeltreffend instrument zal zijn om beleggersbescherming te vergroten en systeemrisico s die veroorzaakt zouden worden door beleggingen in vastgoed uit te bannen. 1.3 Deelonderzoeksvragen Teneinde op gestructureerde en navolgbare wijze tot beantwoording van de centrale onderzoeksvraag in deze scriptie te komen, worden enkele deelonderzoeksvragen gesteld en behandeld. Aldus wordt de 10

11 reikwijdte van het onderzoek in deze scriptie afgebakend tot werkbare proporties. De deelonderzoeksvragen zijn de volgende: 1. Welke eisen stelt de AIFMD-richtlijn aan de partijen die onder haar reikwijdte vallen ten aanzien van transparantie en risicobeheersing?; 2. Wat houdt het begrip transparantie ten aanzien van de vastgoedsector feitelijk in?; 3. Hoe hebben beheerders van (Nederlandse) vastgoedfondsen uitvoering gegeven aan de implementatie van de AIFMD-richtlijn en wat zijn de grootste obstakels?; 4. Welke nieuwe informatie levert naleving van de AIFMD-richtlijn op en hoe profiteren vastgoedbeleggers en toezichthouders hiervan?; 1.4 Onderzoeksmethode Dit onderzoek dient te worden aangemerkt als een evaluerend wetenschappelijk onderzoek. Teneinde antwoord te kunnen geven op de deelonderzoeksvragen, zal eerst inzicht gegeven dienen te worden in wat de AIFMD-richtlijn concreet voorschrijft. Het eerstvolgende hoofdstuk zal hier op in gaan. Vervolgens zal worden ingegaan op de vraag wat transparantie nu eigenlijk inhoudt en hoe Nederlandse beheerders van vastgoedfondsen hier na de invoering van de AIFMD-richtlijn mee om zijn gegaan en welke lasten dit voor beheerders van vastgoedfondsen oplevert. Hier zal in hoofdstuk 3 bij worden stilgestaan. In hoofdstuk 4 zullen de onderzoeksresultaten tot slot worden geëvalueerd zodat een antwoord kan worden geformuleerd op de centrale onderzoeksvraag. 11

12 Hoofdstuk 2. De AIFMD-richtlijn 2.1 Inleiding Zoals in hoofdstuk 1 al werd aangegeven, is de AIFMD-richtlijn van toepassing op de beheerders van abi s. De AIFMD-richtlijn reguleert derhalve niet de abi s zelf; de regulering daarvan en het toezicht daarop moet op nationaal niveau kunnen blijven plaatsvinden (overweging 10 van de preambule bij de richtlijn). Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie overwegen dat beheerders van abi s verantwoordelijk zijn voor het beheer van een aanzienlijk deel van de activa in de Europese Unie, een fors deel van de handel in financiële producten voor hun rekening nemen en mitsdien grote invloed kunnen uitoefenen op de markten waarop en de ondernemingen waarin zij beleggen en dat gezien de problemen die zich op de financiële markten hebben voorgedaan, de strategieën van abi-beheerders grote risico s meebrengen voor beleggers en andere marktdeelnemers, alsmede de markten zelf. Hoewel het EP en de Raad onderkennen dat de werkzaamheden van abi-beheerders door de bank genomen een positieve invloed hebben op de markten waarop zij opereren, zijn zij ook van mening dat abi-beheerders bepaalde risico s door het financiële stelsel kunnen verspreiden of versterken. Het is dit risico dat de AIFMD richtlijn beoogt te beperken door gemeenschappelijke vereisten vast te stellen voor de vergunningverlening aan en het toezicht op abi-beheerders en door de desbetreffende risico s en de gevolgen ervan voor de beleggers en de markten in de Europese Unie op samenhangende wijze aan te pakken (overwegingen 1 tot en met 3 van de preambule bij de richtlijn). Tot de invoering van de AIFMDrichtlijn ontbrak een dergelijk uniform Europees stelsel ter zake het toezicht op abi-beheerders en de gevolgen van hun strategieën en technieken, hetgeen een doeltreffend risicobeheer bemoeilijkte. Zoals eveneens in het inleidende hoofdstuk werd aangegeven, zal in dit hoofdstuk een overzicht worden gegeven van de eisen die de AIFMD-richtlijn aan abi-beheerders oplegt en welke organisatorische maatregelen abi-beheerders geacht worden te hebben geïmplementeerd in hun organisatie. Omdat deze scriptie zich concentreert op het transparantievraagstuk en de vraag of de AIFMD-richtlijn in dat verband een bijdrage zal leveren aan de vastgoedbeleggingspraktijk, zullen niet alle onderdelen van de AIFMDrichtlijn hier worden behandeld, doch uitsluitend die onderdelen die betrekking hebben op openbaarmakingsverplichtingen en risicobeheersing. Dit betekent onder meer dat onderwerpen als minimumkapitaaleisen en de eisen die door de AIFMD-richtlijn aan de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van de abi-beheerder worden gesteld, hier niet behandeld zullen worden. Hetzelfde geldt ten aanzien van het beloningsbeleid. Veelal wordt verondersteld dat variabele beloning van management, dat wil zeggen een resultaatsafhankelijke beloning in de vorm van bijvoorbeeld een bonus of aandelen in de onderneming of het beheerde fonds, bevorderlijk kan zijn voor het gelijkschakelen van de belangen van het bestuur met dat van de aandeelhouder of belegger (in het Engels vaak aangeduid als alignment ), met betere resultaten van de onderneming of het fonds als gevolg (Spong en Sullivan, 2007). Echter, dergelijke voorwaardelijke beloning kan er ook toe leiden dat het management er een korte termijnvisie op na gaat houden en in de verleiding komt om (te) grote risico s te nemen (Devriese e.a., 2004; Peng en Röell, 2008; Bebchuck en Spamann, 2010). Immers, de beloning bij succes is groot, terwijl de straf bij verlies beperkt zal zijn tot het mislopen van de extra beloning die men anders ook niet had genoten, dan wel verlies van de functie in kwestie. De AIFMrichtlijn besteedt daarom ook de nodige bepalingen aan het beloningsbeleid bij abi-beheerders. Omdat dit echter weinig verband houdt met de centrale onderzoeksvraag in deze scriptie, zal dit onderwerp niet worden behandeld in dit hoofdstuk. 12

13 Er wordt daarentegen wel stilgestaan bij: Het toepassingsgebied en de vrijstellingen met betrekking tot de AIFMD-richtlijn, oftewel, op wie is de richtlijn van toepassing (paragraaf 2.2)?; Welke transparantievoorschriften moeten in acht worden genomen en aan welke informatievoorzieningsvereisten moet de abi-beheerder voldoen (paragraaf 2.3)?; Waaraan moet de bewaarder voldoen (paragraaf 2.4)?; Waaraan dient het risico-en liquiditeitsbeheer voldoen (paragraaf 2.5)?; 2.2 Toepassingsgebied en vrijstellingen In hoofdstuk 1 werd al kort stilgestaan bij de geadresseerden van de AIFMD-richtlijn. De AIFMD-richtlijn richt zich tot de beheerders van instellingen voor collectieve belegging, met inbegrip van beleggingscompartimenten daarvan, die bij een reeks beleggers kapitaal ophalen om dit overeenkomstig een bepaald beleggingsbeleid in het belang van deze beleggers te beleggen. Indien een abi-beheerder bij slechts één belegger kapitaal ophaalt, is deze abi-beheerder ook vergunningplichtig onder de AIFMDrichtlijn als het de beheerder wel is toegestaan om bij meerdere beleggers kapitaal op te halen, bijvoorbeeld krachtens nationale wetgeving of krachtens de statuten van de abi-beheerder (Q&A AIFMrichtlijn, p.12, te raadplegen op: Icbe s, die ook vergunningplichtig zijn, maar dan krachtens Richtlijn 2009/65/EG, zijn hier uitdrukkelijk van uitgesloten.. Overigens zij hierbij opgemerkt dat het een (externe) abi-beheerder die over een AIFMD-vergunning beschikt, ook is toegestaan om één of meer icbe s te beheren, mits de betreffende beheerder daar (ook) een vergunning voor heeft. Daarnaast zijn van de AIFMD-richtlijn uitgesloten holdings (waaronder ten deze wordt verstaan ondernemingen die deelnemen in het kapitaal van andere ondernemingen teneinde daarmee duurzaam verbonden te zijn en niet met het hoofddoel om rendement voor haar beleggers te generen door deze deelnemingen af te stoten), instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, supranationale instellingen als de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank, nationale centrale banken, overheden of instellingen daarvan die fondsen ter ondersteuning van sociale zekerheids- en pensioenstelsels beheren, werknemerswinstdeling- of werknemersspaarplannen en voor een bijzonder doel opgerichte securitisatievehikels. Ook van de AIFMD-richtlijn zijn uitgesloten beheerders van privé-familievermogen die geen extern kapitaal ophalen en beleggingsondernemingen en kredietinstellingen die reeds krachtens een andere Europese richtlijn over een vergunning beschikken. Zij mogen beleggingsdiensten met betrekking tot abi s aanbieden in het kader van het beheer van individuele beleggingsportefeuilles, zolang dit niet geschiedt op een wijze dat de AIFMD-richtlijn effectief wordt omzeild. Van de vergunningplicht onder de AIFMD-richtlijn zijn ook vrijgesteld abi-beheerders die uitsluitend met eigen kapitaal in de door hun beheerde abi s beleggen. Dit kan ook kapitaal zijn van ondernemingen waarmee de abi-beheerder in een groep verbonden is, zolang deze ondernemingen zelf geen abi zijn. Tot slot is de AIFMD-richtlijn niet van toepassing op de beheerder die vóór 22 juli 2013 uitsluitend één of meer abi s beheerd die closed-end zijn, mits er na 22 juli 2013 geen additionele beleggingen meer worden gedaan of wanneer de inschrijving op participaties voor 22 juli 2011 is gesloten en de betreffende abi uiterlijk 22 juli 2016 afloopt ( Grandfathering ). Voor deze beheerder geldt wel dat hij binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening en verslag bij de AFM en DNB dient aan te leveren. 13

14 Voorts geldt er een verlicht regime (de minimis-vrijstelling) voor abi-beheerders die een portefeuille van abi s beheren waarvan het totaal aan beheerde activa de drempelwaarde van 100 miljoen EUR niet te boven gaat, inclusief activa die met hefboomfinanciering is verkregen. Indien er geen activa in portefeuille zitten die met hefboomfinanciering zijn verworven, geldt een drempelbedrag van 500 miljoen EUR, mits er geen terugbetalingsrechten kunnen worden uitgeoefend binnen vijf jaar na de datum dat de belegging in de abi werd gedaan. De Nederlandse wetgever heeft hier, ter bescherming van particuliere beleggers, als aanvullende eis aan toegevoegd dat indien de abi-beheerder beneden de hiervoor genoemde drempelwaarden blijft, maar ook deelnemingsrechten aanbiedt aan niet-professionele beleggers, zij uitsluitend van de vergunningplicht zijn vrijgesteld indien de deelnemingsrechten in de beheerde abi s worden aangeboden aan minder dan 150 personen, óf slechts kunnen worden verworven tegen een waarde van tenminste EUR per deelnemer, óf een nominale waard per recht hebben van tenminste EUR (artikel 2:66a Wet financieel toezicht). Het verlichte regime houdt in dat de abi-beheerder een notificatie zendt aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst waarin de abi-beheerder zichzelf identificeert, informatie verschaft over de beleggingsstrategie van de beheerde abi s, de voornaamste instrumenten waarin gehandeld wordt en de voornaamste risicoposities. Nu is het werkingsgebied van de AIFMD-richtlijn uiteraard beperkt tot het territorium van de Europese Unie (artikel 2 lid 1 van de richtlijn). De richtlijn is alleen van toepassing op: Statutair in de Europese Unie gevestigde abi-beheerders die één of meer abi s beheren, ongeacht of deze abi s zelf al dan niet in de Europese Unie zijn gevestigd of geregistreerd; Buiten de Europese Unie gevestigde abi-beheerders die één of meer abi s beheren die binnen het grondgebied van de Europese Unie zijn gevestigd of geregistreerd; Buiten de Europese Unie gevestigde abi-beheerders die binnen de Europese Unie abi s verhandelen, ongeacht waar deze abi s zijn gevestigd; Het doet daarbij niet ter zake of de abi een open-end, dan wel een closed-end fonds is, wat de rechtsvorm is en of het beursgenoteerd is of niet. Vermeldenswaard is hier nog dat aan abi-beheerders die uitsluitend aan professionele beleggers aanbieden, de mogelijkheid wordt geboden om een Europees paspoort te bemachtigen zodat zij in heel Europa deelnemingsrechten kunnen aanbieden. Kort en goed kan gesteld worden dat iedere in Nederland gevestigde beheerder van vastgoedfondsen die in enig fonds een belegd vermogen beheert dat zonder hefboomfinanciering meer dan 500 miljoen EUR bedraagt, of 100 miljoen EUR met hefboomfinanciering, en die bij externe beleggers kapitaal ophalen, over een vergunning dient te beschikken. Abi s kunnen zowel door een interne, als een externe beheerder worden beheerd. Een abi-beheerder die een vergunning heeft verkregen, dient ingevolge bijlage 1 bij de richtlijn ten minste de volgende diensten te verlenen: Portefeuillebeheer; Risicobeheer; Daarnaast kunnen abi-beheerders ook de administratie (inclusief verslaglegging, belastingaangifte, waardering en prijsstelling, toezicht op naleving van de regelgeving, etc.) verhandeling en werkzaamheden met betrekking tot de activa van de abi verrichten. Bij dit laatste kan voor vastgoedfondsen gedacht worden aan het beheer van vastgoed, doch verplicht is dit niet. De abi- 14

15 beheerder kan deze werkzaamheden ook uitbesteden. Voor externe abi-beheerders kan daar aan toegevoegd worden het beheer van beleggingsportefeuilles in opdracht van beleggers, het geven van beleggingsadvies, de bewaring of administratie van aandelen en het ontvangen of doorgeven van orders met betrekking tot financiële instrumenten, mits deze diensten worden verleend naast het beheren van één of meer abi s; dit dient de hoofdactiviteit te zijn en de overige diensten zijn daar complementair aan. 2.3 Transparantievoorschriften De abi-beheerder dient uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar een jaarverslag beschikbaar te hebben voor iedere in de Europese Unie gevestigde abi die onder zijn beheer valt, dan wel van iedere abi die hij binnen de Europese Unie verhandelt. Dit jaarverslag dient ten minste de volgende informatie te bevatten: een balans of vermogensstaat; een overzicht van de inkomsten en uitgaven van het afgelopen boekjaar; een verslag van de activiteiten van het afgelopen boekjaar; de totale beloning, onderverdeeld naar vast en variabel, die de abi-beheerder zijn personeel heeft uitgekeerd; het totale bedrag dat de directie van de abi-beheerder en sleutelfiguren (medewerkers die wezenlijke invloed hebben op de risicoblootstelling van de abi) aan beloning hebben ontvangen. Voor het overige dienen de jaarverslagen te voldoen aan de eisen die het vestigingsland van de abi stelt. Daarnaast is de informatieverstrekking aan beleggers uiteraard van groot belang. Eén van de doelstellingen van de AIFMD-richtlijn is immers dat de beleggersbescherming wordt versterkt door de transparantie te vergroten (zie paragraaf 1.1). De AIFMD-richtlijn (artikel 23) geeft een uitgebreide opsomming van de informatie die abi-beheerders aan beleggers dienen te verstrekken alvorens deze beleggers investeren in de relevante abi. Deze informatie dient onder meer een beschrijving te bevatten van de beleggingsstrategie en doelstellingen van de abi, de voorwaarden waaronder de abi gebruik mag maken van hefboomfinanciering, inclusief een opgave van de daaraan verbonden risico s, en/of eventuele beperkingen op het gebruik van hefboomfinanciering. Ook dient de abi-beheerder opgave te doen van de identiteit van de bewaarder (zie paragraaf 2.4), auditor, zijn prime broker en andere dienstverleners van de abi, de beheer- en bewaringstaken die hij heeft uitbesteed en aan wie, inclusief eventuele belangenconflicten en de wijze waarop hij zijn beroepsaansprakelijkheidsrisico s heeft afgehecht. Belangrijker in het kader van de beleggersbescherming zal zijn de verplichting voor de abi-beheerder om een beschrijving te geven van de procedure voor de waardering van de abi en haar activa, het beheer van het liquiditeitsrisico waarbij rekening gehouden dient te worden met terugbetalingsrechten in zowel normale, als uitzonderlijke omstandigheden, alsmede de vergoedingen, kosten en uitgaven die direct of indirect ten laste komen van de beleggers in de abi. Daarbij dient tevens opgave te worden gedaan van de meest recente intrinsieke waarde van de abi of de marktprijs van het recht van deelneming in de abi en het in het verleden behaalde rendement van de abi, voor zover beschikbaar. Ook wordt van de abibeheerder verlangd dat hij een beschrijving geeft van de wijze waarop hij heeft gewaarborgd dat de beleggers in de abi een billijke behandeling ontvangen en dat hij aangeeft in welke gevallen een belegger een voorkeursbehandeling krijgt of heeft en indien van toepassing, de economische of juridische banden tussen die belegger en de abi of de abi-beheerder. Uit de voorgaande alinea blijkt eens te meer dat de waardering van activa een belangrijke rol speelt onder de abi-richtlijn. Op zich is dat niet verwonderlijk als men bedenkt dat de financiële crisis van

16 voor een belangrijk deel wordt toegeschreven aan de intransparantie van financiële producten als MBSen, CMBS-en en CDO s. Teneinde systeemrisico s uit te bannen, één van de hoofddoelstellingen van de AIFMD-richtlijn, zal een nauwlettend oog gehouden moeten worden op de waarde van de activa die de onderlegger vormen voor de financiële producten waarin wordt belegd. Zo, althans, dat zal de gedachtegang zijn, kan er voor worden gewaakt dat de waarde van de activa die in abi s zitten en de financieringen die zijn afgesloten om die activa te verwerven, alsmede eventuele derivaten die daarvan zijn afgeleid, met elkaar in balans blijven en er geen nieuwe zeepbellen ontstaan die voor een kettingreactie aan faillissementen kunnen zorgen. Artikel 19 van de AIFMD-richtlijn geeft daarom nadere voorschriften die in acht moeten worden genomen als het gaat om de waardering van de activa van de abi welke in Nederland zijn verwerkt in artikel 4.37k van de Wet op het financieel toezicht als volgt. De abi-beheerder dient passende en consistente procedures vast te stellen die zorgen voor een nauwkeurige en onafhankelijke waardering van de activa. Wat passende en consistente procedures zijn, wordt overgelaten aan de abi-beheerder en vervolgens aan de toezichthoudende autoriteit om te beoordelen. Ten minste eenmaal per jaar dient een waardering van de activa te worden uitgevoerd. Dit kan zowel door de beheerder worden uitgevoerd, als door een externe taxateur. Als gekozen wordt voor een externe taxateur, dan stelt de abi-beheerder de Autoriteit Financiële Markten hiervan in kennis. De AFM kan de abi-beheerder vervolgens verplichten om een andere taxateur aan te stellen indien de AFM van oordeel is dat de eerste taxateur niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet. Ook kan de AFM verplichten dat de door de abi-beheerder vastgestelde waarderingsprocedures worden getoetst door een externe accountant of taxateur indien de abi-beheerder zelf de waarderingen doet. Voorts dient ten minste eenmaal per jaar de intrinsieke waarde per recht van deelneming te worden vastgesteld. De informatieverplichtingen van de abi-beheerder eindigen hier niet. Artikel 23 lid 4 legt de abibeheerder op om periodiek informatie te verschaffen over: het percentage activa waarvoor bijzondere regelingen gelden vanwege de illiquide aard ervan; het risicoprofiel van de abi en de risicobeheersystemen waarmee de abi-beheerder deze risico s beheert; Bij het vaststellen van een risicoprofiel als hiervoor bedoeld, hoort ook het vaststellen van een risicolimiet. Dit kan een kwantitatieve of kwalitatieve risicolimiet zijn, of een combinatie van beide. De risicolimiet dient in ieder geval rekening te houden met de volgende risico s: (i) marktrisico s, (ii) kredietrisico s, (iii) liquiditeitsrisico s, (iv) tegenpartijrisico s (risico dat de wederpartij zijn verplichtingen niet zal nakomen) en (v) operationele risico s. Indien wordt gekozen voor uitsluitend een kwalitatieve risicolimiet, dan dient de abi-beheerder zulks te rechtvaardigen tegenover de AFM (artikel 44 lid 1 tot en met 3 van de Uitwerkingsverordening 231/2013). Indien de abi gebruik maakt van hefboomfinanciering, dienen voorts ook eventuele wijzigingen in de maximaal toegestane hefboomfinanciering en het eventuele hergebruik van zekerheden en garanties die in dat verband zijn verleend, te worden gemeld (artikel 23 lid 5 van de richtlijn). De AIFMD-richtlijn is ingevoerd om systeemrisico s beter te kunnen beoordelen en erop toe te zien dat er doeltreffend risicobeheer wordt toegepast door alternatieve beleggingsinstellingen opdat een debacle als in 2007 zich niet zal herhalen. Teneinde deze doelstellingen te kunnen behalen, zullen de toezichthoudende autoriteiten derhalve ook van de nodige informatie voorzien dienen te worden. Artikel 24 van de richtlijn voorziet hierin door abi-beheerders te verplichten om de toezichthoudende autoriteiten verslag te doen van de voornaamste markten en financiële instrumenten waarop, respectievelijk waarin, zij handelen en wat de voornaamste posities en concentraties zijn van de abi s die zij beheren. Ieder 16

17 kwartaal dient de abi-beheerder een gedetailleerd overzicht te verstrekken van alle door hem beheerde abi s. Daarbij doen zij opgaaf van het percentage van de abi-activa waarvoor bijzondere regelingen gelden wegens de illiquide aard ervan (van belang voor vastgoedfondsen), het risicoprofiel en de risicobeheersystemen waarmee de abi-beheerder het marktrisico, het liquiditeitsrisico, het tegenpartijrisico en overige risico s, zoals operationele risico s beheersen, alsmede van de uitkomsten van de uitgevoerde stresstests. Voorts wordt van de abi-beheerders verlangd dat zij de toezichthoudende autoriteiten afschriften doen toekomen van de jaarverslagen van de door hun beheerde en/of verhandelde abi s. Indien de abi s gebruik maken van hefboomfinanciering, dient hierover ook de nodige informatie te worden verstrekt, zoals de omvang van de hefboomfinanciering, hoe de hefboomfinanciering is verdeeld over geleend geld of geleende effecten en derivaten. Daarbij dienen ook de identiteiten te worden gemeld van de vijf grootste bronnen van geleend geld. De abi-beheerder dient aan te tonen dat de hefboomfinancieringslimieten die hij hanteert redelijk zijn en dat hij zich houdt aan deze limieten (artikel 25 lid 3 van de richtlijn). Het gebruik van hefboomfinancieringen wordt als een gevaar gezien voor systeemrisico s. Daarom dient de Autoriteit Financiële Markten op basis van de verzamelde informatie te bepalen in hoeverre het gebruik van hefboomfinanciering tot een toename van het systeemrisico in het financiële stelsel leidt, het gevaar voor chaotische marktomstandigheden vergroot of risico s oplevert voor de duurzame groei van de economie (artikel 25 lid 1 van de richtlijn). Indien de AFM meent dat de door een gegeven abi-beheerder toegepaste hefboomfinanciering leidt tot een toename van de systeemrisico s of een gevaar vormt voor de stabiliteit en integriteit van het financiële stelsel, kan de AFM beperkingen opleggen. Over de toepassing van hefboomfinanciering door vastgoed abi s kan nog het volgende worden opgemerkt. In een werkdocument van de Europese Commissie ter voorbereiding op de AIFMD-richtlijn wordt geconstateerd dat de macroprudentiële risico s die voortvloeien uit het gebruik van hefboomfinanciering ( leverage ), vooral betrekking hebben op de activiteiten van hedgefondsen en grondstoffenfondsen. Vastgoedfondsen, die ook hefboomfinanciering plegen te gebruiken, veroorzaken derhalve geen macroprudentiële risico s, althans, zo kan uit het werkdocument worden geconcludeerd. Niettemin worden beheerders van vastgoed abi s ook geacht de nodige informatie over hun gebruik van hefboomfinanciering te verschaffen (Samenvatting van de effectbeoordeling, 2009, p.2). De AFM dient de door hem verzamelde informatie te delen met de toezichthoudende autoriteiten van de andere Europese lidstaten, de European Securities and Market Authority (ESMA) en de European Systemic Risk Board (ESRB), alsmede van de eventuele maatregelen die de AFM heeft getroffen naar aanleiding van een door de AFM geconstateerd risico als in de voorgaande alinea bedoeld (artikel 25 lid 2 en 3 van de richtlijn). De ESMA kan de AFM advies geven, onder meer ten aanzien van eventueel te nemen maatregelen (artikel 25 lid 6 en 7 van de richtlijn). Geheel vrijblijvend is een dergelijk advies niet, want als de AFM zou besluiten van het advies van de ESMA af te wijken of het naast zich neer te leggen, dient de AFM dat met redenen omkleed aan de ESMA te melden. De ESMA kan vervolgens besluiten de melding te publiceren (artikel 25 lid 8 van de richtlijn). Hoe dit ook zij, de informatieuitwisseling zou er in ieder geval toe dienen te leiden dat er gecoördineerd toezicht wordt gehouden op de abi s in de EU en dat er een coherente aanpak is van potentiële systeemrisico s, zo deze geconstateerd zouden worden. In Nederland zijn de in deze paragraaf behandelde rapportagevoorschriften uit de AIFMD-richtlijn verwerkt in verschillende artikelen in de Wft en het daaraan verbonden Besluit prudentiële regels (Bpr) en Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo), onder meer in artikel 3:17 en 3:18b, 3:74c, 4:37l, m en n van de Wft. Daarbij valt op, zoals ook bij veel van de andere voorschriften die ingevolge de 17

18 AIFMD-richtlijn in Nederlandse wetgeving dient te worden geïmplementeerd, dat de Nederlandse wetgever weinig gedetailleerd is in de gegevens die de abi-beheerder dient te verstrekken, doch volstaat met enkele algemeen geformuleerde voorschriften welke verder bij algemene maatregel van bestuur kunnen worden uitgewerkt. 2.4 De bewaarder Onder de AIFMD-richtlijn is een belangrijke rol weggelegd voor de bewaarder. Iedere abi dient zijn activa aan een bewaarder in bewaring te geven. Daarom dient voor iedere afzonderlijke abi een bewaarder te zijn aangesteld, waartoe de abi-beheerder een contract met de betreffende bewaarder is aangegaan. De volgende partijen komen in aanmerking om als bewaarder te orden aangesteld: een vergunning houdende kredietinstelling met zetel in een lidstaat; een beleggingsinstellingen met zetel in een lidstaat die aan zekere vereisten voldoet (hij beschikt over een vergunning conform richtlijn 2004/39/EG, hij verricht beheer- en bewaardiensten van financiële instrumenten als nevenactiviteit, hij voldoet aan zekere minimum eigen vermogenkapitaalvereisten te voldoen, etc.); een onder de icbe-richtlijn toegelaten bewaarder. Daarnaast kan de bewaarder een entiteit zijn voor wie (i) bewaartaken tot de kern van zijn beroeps- en bedrijfsuitoefening behoort, waarvoor (ii) deze entiteit ook verplicht is zich in te schrijven in een (wettelijk erkend) beroepsregister of aan een zekere beroepscode dient te voldoen en die (iii) voldoende professionele en financiële waarborgen biedt om zich van zijn taken en verantwoordelijkheden onder de AIFMD-richtlijn te kwijten. Hierbij dient gedacht te worden aan een toets op de geschiktheid van de dagelijks beleid bepalers van de bewaarder (artikel 4:9 van de Wft) en bepaalde minimum kapitaaleisen (artikel 3.53 Wft). Een dergelijke alternatieve AIFMD-bewaarder mag bewaardiensten verrichten voor abi s waarvan de deelnemers gedurende een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf het tijdstip waarop de deelnemer zijn recht van deelneming verwierf, geen recht tot inkoop of terugbetaling hebben en waarvoor voorts geldt dat hun activa zich over het algemeen niet lenen voor bewaarneming. Hierbij kan specifiek gedacht worden aan vastgoedbeleggingsinstellingen (p. 32 Q&A AIFM-richtlijn/ Teneinde belangenconflicten tussen de bewaarder en de abi-beheerder en/of abi en/of abi-belegger te voorkomen, zijn bepaalde partijen/beroepsgroepen uitgesloten van de rol als bewaarder. Dit betreft: abi-beheerders; en prime brokers die optreden als wederpartij van de abi, tenzij hij deze taken functioneel van elkaar gescheiden heeft en het bovendien kenbaar maakt aan de beleggers in de abi dat hij ook als prime broker voor die abi optreedt. In de eerste alinea van deze paragraaf werd al kort gemeld dat een abi zijn activa aan een bewaarder in bewaring moet geven. Voor financiële instrumenten is dit relatief eenvoudig: deze kunnen geregistreerd worden op een financiële-instrumentenrekening. Voor andere activa denk aan vastgoed wordt van de bewaarder verlangd dat hij na gaat of de abi, dan wel de abi-beheerder, eigenaar is van de activa aan de hand van documenten die de abi-beheerder verstrekt. Vervolgens dient de bewaarder dit in een register te verwerken en bij te houden (artikel 21 lid 8 van de richtlijn). In Nederland is het tamelijk eenvoudig om na te gaan of een abi, dan wel zijn beheerder, eigenaar is van het in Nederland gelegen vastgoed dat tot de activa van de abi wordt gerekend. Al het onroerend is in Nederland geregistreerd in het kadaster en het kadaster beschikt over een accuraat en actueel overzicht van de eigendom van dat onroerend goed. Hier is ook geen ontkomen aan, omdat onroerend goed in Nederland alleen bij 18

19 notariële akte kan worden overgedragen (overgang onder algemene titel wordt hier gemakshalve buiten beschouwing gelaten en ook dat wordt overigens geregistreerd) en een notaris is verplicht om dergelijke akten in te schrijven in het kadaster. Het zal strikt genomen voor de bewaarder van een vastgoed-abi derhalve niet noodzakelijk zijn om de aankomsttitels (de notariële akte waarbij de vastgoed-abi het relevante vastgoed heeft verkregen) van de abi(-beheerder) te ontvangen om zich ervan te vergewissen dat de abi of abi-beheerder eigenaar is van de activa in de abi. Al deze informatie is (in Nederland) immers te raadplegen in het kadaster. De bewaarder is onder de richtlijn aansprakelijk jegens de abi of de beleggers in de abi voor het verlies van de financiële instrumenten die hij in bewaring heeft. Naast het bewaren van de activa van de abi, oftewel het bijhouden van een register, wordt van de bewaarder verwacht dat hij de kasstromen van de abi bijhoudt en controleert, in het bijzonder de betalingen die van beleggers worden ontvangen bij de inschrijving op hun rechten van deelneming (artikel 21 lid 7 van de richtlijn). Alle contanten van de abi moeten worden geboekt op de aangewezen kasgeldrekeningen. Daartoe ontvangt de bewaarder van de abi-beheerder een overzicht van alle (binnen- of buitenlandse) rekeningen die ten behoeve van de abi zijn geopend. De rekeningen hoeven niet noodzakelijkerwijs op naam van de abi te staan. Indien rekeningen worden opgeheven, dan wel nieuwe rekeningen worden geopend, dient de bewaarder hier onverwijld bericht van de abi-beheerder van te ontvangen (p Q&A AIFM-richtlijn/ De specifieke taak van de bewaarder is om alle significante kasstromen en met name kasstromen die inconsistent kunnen zijn met de bedrijfsvoering van de abi te monitoren (artikel 86 c Uitwerkingsverordening 231/2013). Het is niet mogelijk om in zijn algemeenheid te bepalen wanneer er sprake is van een significante kasstroom die inconsistent is met de bedrijfsvoering van de abi. Dit zal van abi tot abi verschillen. Bovendien zal dit mogelijk ook van tijd tot tijd verschillen. Van belang voor de beoordeling van de significantie van een kasstroom zal onder meer zijn de absolute of relatieve omvang van de kasstroom in relatie tot het balanstotaal van de abi of in verhouding tot de gebruikelijke kasstromen van de abi, de herkomst van de kasstroom de economische ratio achter de kasstroom (is de kasstroom goed te verklaren?), de aard van de kasstroom (is zij passend binnen de bedrijfsactiviteiten of beleggingsstrategie van de abi, of juist niet?) en de frequentie van de kasstroom ten opzicht van eerdere kasstroomprognoses of budgetteringen. Denk bijvoorbeeld aan de betaling van maandelijkse huurpenningen: indien er maandelijks 1000 huurbetalingen binnenkomen van min of meer gelijke omvang, zal één huurbetaling niet kwalificeren als significant. Indien er maandelijks slechts vier (aanzienlijke) huurpenningen binnenkomen, is één betaling wel significant (p. 35 Q&A AIFMrichtlijn/ Men dient zich te bedenken dat de significante kasstromen waarnaar verwezen wordt in de voorgaande alinea zich niet noodzakelijkerwijs alleen op het niveau van de abi hoeven af te spelen, maar dat zij zich ook kunnen voordoen op het niveau van entiteiten die direct of indirect onder zeggenschap staan van de abi of haar beheerder en die zijn opgezet om juridische, organisatorische of fiscale redenen. Het is de verantwoordelijkheid van de bewaarder om per abi te beoordelen of er sprake is van significante kasstromen die inconsistent zijn met de bedrijfsvoering van de abi. Daarbij dient de bewaarder altijd de belangen van de abi en de abi-beleggers voor ogen te houden. De bewaarder dient daartoe over deugdelijke procedures te beschikken die hem in staat stellen om de kasstromen doeltreffend te reconciliëren met de frequentie waarmee zij zich voordoen. De bewaarder wordt ook geacht de door hem gehanteerde procedures periodiek, doch ten minste eenmaal per jaar, te evalueren. Wat nu als de bewaarder een anomalie ontdekt in de kasstromen die niet kan worden verklaard? Dan dient de bewaarder deze afwijking te melden aan de AFM. De beoordeling of er sprake is van een afwijking die dient te worden gemeld, is een eigen verantwoordelijkheid van de bewaarder. Hoewel de 19

20 overdracht van activa van de abi niet de voorafgaande goedkeuring van de bewaarder vergt, dient de bewaarder op grond van artikel 90 lid 2 van de Uitwerkingsverordening 231/2013 wel tevoren te worden geïnformeerd indien er activa worden verworven of vervreemd door/van de abi (indien het activa betreft die niet door de bewaarder in bewaring kunnen worden genomen, zoals vastgoed). Overige taken van de bewaarder zijn tot slot: erop toezien dat de verkoop, uitgifte, intrekking en inkoop van rechten van deelneming in de abi plaatsvinden in overeenstemming met de wettelijke regels en het reglement en/of statuten van de abi; erop toezien dat de rechten van deelneming of aandelen in de abi correct worden gewaardeerd, dat wil zeggen in overeenstemming met de wet en reglementen of statuten van de abi; erop toezien dat de opbrengsten van de abi worden bestemd in overeenstemming met de wettelijke regels en het reglement en/of statuten van de abi; erop toezien dat de abi de tegenprestatie waartoe zij na een transactie gerechtigd is, binnen de gebruikelijke termijnen ontvangt; aanwijzingen van de abi-beheerder opvolgen. 2.5 Risico- en liquiditeitsbeheer Risicobeheer tot slot is één van de pijlers van de AIFMD-richtlijn. Van alle abi-beheerders die onder de werking van de AIFMDF-richtlijn vallen, wordt verwacht dat zij een risicobeheersysteem opzetten en invoeren dat zorgt voor een functionele en hiërarchische scheiding tussen enerzijds de taken van de uitvoerende afdelingen, portefeuillebeheer daaronder begrepen, en anderzijds de taken van het risicobeheer (artikel 15 lid 1 van de AIFMD-richtlijn). Hieraan wordt volgens artikel 42 van de Uitwerkingsverordening 231/2013 voldaan indien de personen die het risicobeheer dienen uit te voeren (de risicobeheerfunctie ) niet onder toezicht staan van de personen die de operationele diensten, zoals het portefeuillebeheer, uitvoeren en omgekeerd dat de personen belast met het risicobeheer zich niet bezig houden met operationele diensten. De medewerkers die belast zijn met risicobeheer worden ook langs andere lijnen beloond dan de medewerkers die belast zijn met operationele zaken. De beloning van de risicobeheerfunctie is derhalve afhankelijk van het behalen van andere doelstellingen dan de beloning van operationele medewerkers, wier beloning meer afhankelijk zal zijn van het bedrijfsresultaat (zie paragraaf 2.6). Een spin in het web in dit risicobeheer is de permanente risicobeheerfunctie (artikel 38 van de Uitwerkingsverordening 231/2013). Bij de meeste fondsen zal dit een nieuwe positie zijn waarvoor speciaal een persoon zal moeten worden aangewezen en opgeleid die de uitvoering van en het toezicht op het risicobeheer voor zijn rekening zal moeten nemen. De risicobeheerfunctie zal gedragslijnen en procedures moeten ontwikkelen en implementeren die ervoor zorgen dat de relevante risico s die aan de beleggingsstrategie van de betrokken abi kleven, continu kunnen worden herkend, gemeten, beheerd en bewaakt. Hierbij dienen de risico s van elke beleggingspositie van de abi en de gevolgen daarvan voor de totale portefeuille van de abi permanent te kunnen worden bewaakt, gemeten en beheerd aan de hand van stresstests (artikel 15 lid 3 sub b van de AIFMD-richtlijn). Ook moet de risicobeheerfunctie erop toezien dat het risicoprofiel van de abi in overeenstemming is met de risicolimieten die voor de abi zijn vastgesteld (zie ook paragraaf 2.3) en hij dient bij het bestuur en/of het toezichtorgaan van de abi-beheerder aan de bel te trekken indien er naar zijn oordeel sprake is van een (dreigende) overschrijding van die risicolimiet. Hierbij hoort ook dat de risicobeheerfunctie het bestuur en indien van toepassing het toezichthoudende orgaan van de abibeheerder periodiek informeert of de vastgestelde risicolimieten nog in overeenstemming zijn met het 20

21 aan beleggers voorgehouden risicoprofiel van de relevante abi en of de actuele omvang van het risico dat de beheerde abi s lopen nog wel binnen de grenzen van de risicolimiet valt. Daarbij dient tevens rekening te worden gehouden met eventueel (voorzienbare) inbreuken op die limiet. Het voorgaande brengt met zich dat de abi-beheerder methodieken moet ontwikkelen en in werking stellen die de risicobeheerfunctie in staat stellen om te allen tijde risico s te kunnen onderkennen, meten, beheren en bewaken. Hieronder valt ook het periodiek uitvoeren van tests achteraf aan de hand waarvan de validiteit van de risicomeetsystemen kan worden gecontroleerd. Er dienen periodiek passende stresstests en scenarioanalyses te worden uitgevoerd waarmee de invloed van veranderende marktomstandigheden op de risico s waaraan de abi blootstaat, kunnen worden geëvalueerd. Onder periodiek wordt ten deze verstaan een passende frequentie, doch ten minste eenmaal per jaar (artikel 15 lid 2 van de AIFMD-richtlijn). Ook dient de abi-beheerder te beschikken over een pakket aan maatregelen die feitelijke of voorzienbare inbreuken op de risicolimieten kunnen herstellen, althans, voor zover het de belangen van de abi-beleggers betreft (artikel 45 van de Uitwerkingsverordening 231/2013). Teneinde zijn taak behoorlijk uit te kunnen voeren, zal de risicobeheerfunctie derhalve toegang moeten hebben tot alle relevante informatie (artikel 43 van de Uitwerkingsverordening 231/2013). In het kader van risicobeheer, zorgt de abi-beheerder er in elk geval voor dat hij beschikt over een due diligence procedure die bij iedere nieuwe belegging voor de abi wordt gevolgd. Deze procedure dient ook regelmatig te worden bijgewerkt (artikel 15 lid 3 sub a van de AIFMD-richtlijn). Daarnaast dient de abi-beheerder de maximale hefboomfinanciering per abi te bepalen die hij mag gebruiken, alsook de omvang van het recht op hergebruik van zekerheden en garanties die hij kan aanwenden om hefboomfinancieringen af te sluiten. Bij het bepalen van de maximale hefboomfinanciering en de omvang van het hergebruik van zekerheden en garanties dient de abi-beheerder onder meer rekening te houden met de verhouding tussen activa en passiva, relaties met andere instellingen voor financiële dienstverlening die systeemrisico s kunnen opleveren en de strategie van de abi (artikel 15 lid 4 van de AIFMD-richtlijn). Nauw verwant aan het risicobeheer, is het liquiditeitsbeheer. Evenzo als de abi-beheerder moet zorgdragen voor een passend en doeltreffend risicobeheersysteem, dient hij ook zorg te dragen voor een passend liquiditeitsbeheersysteem en dient hij procedures vast te stellen op basis waarvan de abibeheerder in staat is om het liquiditeitsrisico te bewaken en te waarborgen dat het liquiditeitsprofiel van de beleggingen van de abi in overeenstemming zijn met de onderliggende verplichtingen (artikel 16 lid 1 van de AIFMD-richtlijn). Het hier bedoelde liquiditeitsbeheersysteem en de daarbij behorende procedures dienen tenminste te waarborgen dat: Er een liquiditeitsniveau wordt aangehouden in de abi dat evenredig is aan de onderliggende verplichtingen en dat gerelateerd is aan de liquiditeit van de abi-activa in de markt, daarbij rekening houdend met de tijd die benodigd zal zijn voor de liquidatie van de activa en waarde waartegen deze activa kunnen worden geliquideerd, alsook de gevoeligheid ervan voor marktrisico s en -factoren; Het liquiditeitsprofiel van de activaportefeuille van de abi wordt gemonitord, rekening houdend met voorwaardelijke of andere (afgeleide) verplichtingen die de abi kan hebben die van wezenlijke invloed kunnen zijn op de liquiditeit van de abi; Indien de abi-beheerder belegt in andere instellingen voor collectieve belegging (derhalve indirect beleggen in vastgoed), de aanpak van het liquiditeitsbeheer van deze andere instellingen wordt gemonitord, met name voor wat betreft de terugbetalingsverplichtingen van die andere instelling; Er geschikte procedures zijn voor de meting van de liquiditeit om de kwantitatieve en kwalitatieve risico s te beoordelen die verbonden zijn aan voorgenomen beleggingen die wezenlijke gevolgen 21

22 hebben voor het liquiditeitsprofiel van de activaportefeuille van de abi. Het achterliggende doel hiervan is dat de abi beheerder te allen tijde voldoende kennis en begrip heeft van de liquiditeit van de activa waarin wordt belegd en de gevoeligheid voor prijsschommelingen ervan (artikel 47 van de Uitwerkingsverordening 231/2013); Gelijk abi-beheerders risicolimieten dienen in te stellen, dienen zij ook liquiditeits- of illiquiditeitslimieten (dus boven- en ondergrenzen ten aanzien van de liquiditeit van de abi) in te stellen die in overeenstemming zijn met de onderliggende verplichtingen en het terugbetalingsbeleid van de abi (artikel 48 van de Uitwerkingsverordening 231/213). Ook deze limieten dienen te worden bewaakt en bij (dreigende) overschrijding zal er moeten worden ingegrepen. Voorts geldt ook voor de liquiditeitsbeheerlimieten dat er met enige regelmaat stresstests moeten worden uitgevoerd die de abibeheerder in staat stellen het liquiditeitsrisico voor iedere door hem beheerde abi te beoordelen. Voorwaar zal het voor vastgoedfondsen geen eenvoudige opgave zijn om het door de AIFMD-richtlijn voorgeschreven risico- en liquiditeitsbeheer na te leven, in het bijzonder niet als deze fondsen direct in vastgoed beleggen. Als van een abi-beheerder wordt verwacht dat hij een liquiditeitsniveau aanhoudt dat evenredig is aan de onderliggende verplichtingen en dat gerelateerd is aan de liquiditeit van de abiactiva in de markt, daarbij rekening houdend met de tijd die benodigd zal zijn voor de liquidatie van die activa en de waarde waartegen deze activa kunnen worden geliquideerd, alsook de gevoeligheid ervan voor marktrisico s en factoren, staat de abi-beheerder voor een stevige uitdaging als de activa van de door hem beheerde abi vastgoed betreft. In de eerste plaats omdat het waarderen van vastgoed niet eenvoudig is en zeker niet eenduidig is. In paragraaf 2.3 werd hier al het nodige over opgemerkt. In de tweede plaats omdat vastgoed voortdurend aan waardeverandering onderhevig is. Vastgoed wordt vaak aangekocht en gewaardeerd op basis van de contante waarde van de toekomstige kas lees: huur - stroom die het vastgoedobject zal genereren. Met het voortschrijden van de tijd zal die kasstroom afnemen, althans, dat is de verwachting. Het aantal nog te verschijnen huurtermijnen onder een gegeven huurovereenkomst zal immers recht evenredig met de daling van de resterende looptijd van de overeenkomst afnemen, terwijl het onzeker is of de huurovereenkomst verlengd zal worden, dan wel of het object opnieuw zal worden verhuurd (tegen dezelfde prijs). Dit heeft effect op de waarde van het vastgoed en maakt dat die waarde voortdurend aan wijziging onderhevig is. In de derde plaats kenmerkt vastgoed zich door een hoge mate van illiquiditeit. Een commercieel vastgoedobject dat vandaag te koop wordt gezet, zal slechts bij zeer hoge uitzondering morgen zijn verkocht. De aankoop van commercieel vastgoed vergt nu eenmaal grote investeringen en de totstandkoming van vastgoedtransacties neemt veel tijd in beslag. In het geval van gedwongen disposities bijvoorbeeld om weer aan de vereiste liquiditeitsconvenanten te voldoen - kan de opbrengst bovendien fors lager uitvallen dan de marktwaarde die het vastgoed normaalgesproken op had moeten brengen. Ook hiermee zal bij het liquiditeitsbeheer rekening gehouden moeten worden. 22

23 Hoofdstuk 3. Transparantie 3.1 Inleiding Investeren in onroerend goed is bijna zo oud als de mensheid zelf. Eigendom van grond was al een middel om vermogen in op te slaan en om toekomstige inkomstenstromen te genereren lang voordat beleggingsfondsen en schuldinstrumenten hun intrede deden. Tot nog niet zo lang geleden was het ontwikkelen van - en beleggen in -vastgoed een grotendeels lokale aangelegenheid die meebewoog op de beschikbaarheid en de kosten van kapitaal. Dit begon langzaamaan te veranderen in de jaren zeventig van de vorige eeuw toen institutionele beleggers zoals pensioenfondsen vastgoed ontdekten als een middel om meer diversificatie in hun beleggingsportefeuilles aan te brengen om zo hun risico s te spreiden. Met de introductie van deze nieuwe bron van kapitaal namen investeringen in vastgoed een vlucht en duurde het niet lang eer beleggen in vastgoed haar traditioneel sterk lokaal georiënteerde karakter begon te overstijgen en de landsgrenzen zouden worden overschreden (Structuring a listed real estate securities portfolio, Voor het internationale beleggingsverkeer zijn de institutionele kaders waarbinnen belegd wordt van groot belang. Eerbiediging van eigendomsrechten, gelijke behandeling van buitenlandse en binnenlandse partijen, bescherming van minderheidsaandeelhouders, sterke (institutioneel verankerde) corporate governance zijn allemaal factoren die beslissend zijn voor een belegger om al dan niet een bepaalde buitenlandse markt te betreden. De wijze waarop de bescherming van de belangen van de aandeelhouder juridisch in een buitenlandse markt is verankerd en of de naleving daarvan met voldoende waarborgen is omgeven - kortom: of er sprake is van voldoende rechtszekerheid - bepaalt of een belegger bereid is om in een voor hem vreemde markt te investeren en hoeveel risk premium hij (of zijn aandeelhouders) verlangt op het rendement van zijn belegging. Sterke juridische instituties hebben derhalve een positief effect op de ontwikkeling en groei van kapitaalmarkten en de prestaties en waardering van de fondsen die actief zijn op die markten (La Porta e.a. 2000, 2002, Liao & Mei, 1999). Dit geldt ook voor beleggingen in vastgoed, zeker waar het indirecte beleggingen in vastgoed betreft. De wellicht meest in het oog springende kwaliteit van vastgoed is een open deur - haar immobiliteit. Dit is een kwaliteit van vastgoed dat bijzondere eisen stelt aan de institutionele kaders waarin direct in vastgoed wordt belegd. Deze dienen in de jurisdictie waarin het betreffende vastgoed is gelegen bijzonder sterk te zijn. Politieke eerbied voor eigendomsrechten, gelijke behandeling van buitenlandse en binnenlandse investeerders, bescherming tegen onteigening althans, een wettelijke regeling die in adequate compensatie voorziet in geval van onteigening zijn allemaal zaken die essentieel zijn wil een belegger direct in vastgoed beleggen in een andere jurisdictie dan de zijne (Liao & Mei 1999). En dan nog geldt onverminderd dat kennis van de lokale markt onontbeerlijk is om een belegging in vastgoed te laten renderen. Hoewel beleggen in vastgoed een steeds internationaler karakter mag krijgen, blijft het laten renderen van vastgoed door het - bijvoorbeeld - te verhuren onverkort een lokale activiteit. Kennis van - en inzicht in - de lokale markt is onontbeerlijk om succesvol (direct) in een vastgoedobject te beleggen. Een gebrek aan kennis van de lokale markt en beperkte toegang tot lokale marktinformatie zet buitenlandse vastgoedbeleggers op een achterstand ten opzichte van de plaatselijke beleggers. Deze informatie asymmetrie leidt tot hogere informatie - en dus transactie - kosten voor buitenlandse vastgoedbeleggers. Bovendien vergroot het de kans dat de internationale vastgoedbelegger die op een informatieachterstand staat ten opzichte van zijn lokale evenknie teveel betaalt voor een gegeven object, dan wel een lemon koopt. Informatie asymmetrie is een gevolg van gebrek aan transparantie: insiders 23

24 en outsiders hebben niet toegang tot dezelfde informatie. (Eichholtz 1997, Eichholtz e.a. 2001, Nozeman 2010). Indien de transparantie op een gegeven vastgoedmarkt zou worden vergroot, zou de informatie asymmetrie worden gereduceerd en zou de betreffende (lokale) vastgoedmarkt efficiënter functioneren, althans, dat zou een logische gevolgtrekking zijn. Immers, indien alle marktpartijen dus zowel plaatselijk als buitenlands dezelfde informatie tot hun beschikking hebben, wordt de betreffende vastgoedmarkt toegankelijker voor buitenstaanders hetgeen de toevloei van kapitaal bevordert, zullen de transactiekosten dalen omdat buitenstaanders niet meer geconfronteerd worden met hogere informatiekosten, wordt het risico verkleind dat er lemons gekocht worden of te hoge aankoopprijzen betaald worden zodat de extra risico opslag die aandeelhouders zullen verlangen indien op een vreemde markt wordt belegd, zal dalen. Ergo: meer transparantie is bevorderlijk voor het functioneren van de vastgoedbeleggingsmarkt. Indien informatie asymmetrie wordt weggenomen zodat alle partijen die actief zijn op de markt voor vastgoedbeleggingen gelijke toegang hebben tot alle relevante informatie, heeft dat een positief effect op de prijsvorming omdat er minder onzekerheden zijn die wegens gebrek aan informatie hoeven te worden ingeprijsd en de transactiekosten lager zijn. Bovendien zullen beleggers zich veiliger voelen en minder risico opslag op hun rendement verlangen. Maar wat houdt deze transparantie dan concreet in, oftewel, aan de hand van welke parameters kan beoordeeld worden of een gegeven vastgoedmarkt als transparant kan worden gekwalificeerd of niet? En is dit het soort transparantie dat door de AIFMD-richtlijn wordt bevorderd? Deze vragen zullen in dit hoofdstuk 3 worden onderzocht. 3.2 Wat is transparantie? Jones Lang LaSalle (JLL) is in 1999 begonnen met het uitbrengen van de Real Estate Transparency Index, een rapport dat JLL heeft uitgebracht in reactie op de behoefte van internationaal opererende vastgoedbeleggers, kantorengebruikers, retailers en hotelexploitanten om een sterkere, meer kwantitatief meetbare beoordeling van de risico s die verbonden zijn aan het acquireren, bezitten en exploiteren van vastgoed op buitenlandse markten. Het eerste rapport uit 1999 omvatte gegevens van 30 markten die op dat moment de markten vertegenwoordigden waarop het meest grensoverschrijdend in vastgoed werd belegd. Vanaf 2004 wordt het rapport tweejaarlijks uitgebracht en iedere nieuwe editie heeft tot op heden een evolutie gebracht ten opzichte van de voorgaande editie ten aanzien van de diepgang en gedetailleerdheid van de factoren die worden onderzocht. In de laatst beschikbare editie, die van 2014, worden voor 102 markten 115 factoren onderzocht die moeten leiden tot een waardering van de transparantie in de betreffende markt. De 115 factoren aan de hand waarvan de waardering wordt gewogen, beslaan zowel kwantitatieve marktgegevens als kwalitatieve data die verkregen wordt aan de hand van enquêtes die worden uitgezet in het zakelijke netwerk van JLL. De 115 factoren zijn verdeeld over 13 hoofdonderwerpen en aan de scores op iedere onderdeel wordt een gewicht toegekend die tezamen leiden tot een waardering van de transparantie voor ieder van de onderzochte markten. Het voert te ver om alle 115 door JLL onderzochte factoren hier in detail te beschrijven, doch voor een begrip van de wijze waarop JLL de transparantie van de vastgoedmarkt in het algemeen meet en beoordeelt, wordt hier in vogelvlucht een beschrijving gegeven van enkele van de factoren die JLL onderzoekt: Het bestaan van een index voor direct gehouden vastgoed op de relevante markt en de omvang/volledigheid van die index (oftewel, dekt zij de gehele markt of slechts een deel), de betrouwbaarheid van de index en de mate waarin zij wordt gebruikt als een maatstaf 24

25 (benchmark), de waarderingsgrondslag van de index (op basis van taxaties of boekwaarde) en het aantal jaren waarvoor de index informatie geeft over rendementen; Het bestaan van een index voor niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen en het gebruik daarvan als benchmark; Het bestaan van een index voor beursgenoteerde vastgoedfondsen (nationaal en internationaal) en het gebruik daarvan als benchmark, de leeftijd van de index, de totale waarde van de genoteerde fondsen in verhouding tot het Bruto Nationaal Product van het betreffende land, het gebruik van data van de index op de vastgoedmarkt; De onafhankelijkheid van vastgoedtaxateurs, de mate waarin marktwaarde wordt gehanteerd als grondslag voor taxaties, de aanwezigheid van concurrentie tussen taxateurs en de regelmaat waarmee taxaties worden uitgevoerd; Het bestaan van indexen die data verschaffen met betrekking tot huurtarieven, yield en cap rates, leegstand, investeringsvolumes, omloopsnelheid in transacties en het opnamevolume van gebouwen door investeerders en de leeftijd van dergelijke indexen (met ander woorden, of er historische data over een langere periode beschikbaar is); De striktheid waarmee boekhoudkundige standaarden worden toegepast, de regelmaat waarmee jaarverslagen worden uitgebracht en de mate van gedetailleerdheid van de jaarverslagen; Beloningsstructuren voor het bestuur van vastgoedondernemingen, het gebruik van outside directors (non-executive boardmembers of commissarissen), de toepassing van internationaal aanvaarde best practices op het gebied van corporate governance), de beschikbaarheid van vrij verhandelbare aandelen in vastgoedfondsen; Het bestaan van een kadaster, de toegankelijkheid van het kadaster, de volledigheid en nauwkeurigheid van het kadaster en de hoeveelheid uit het kadaster beschikbare informatie ten aanzien van onder meer aan- en verkoopprijzen, eigendomsverhoudingen en het bestaan van beperkte rechten zoals erfdienstbaarheden en kwalitatieve verplichtingen; De consistentie waarmee belastingwetgeving in een land wordt gehandhaafd ten aanzien van zowel binnenlandse als buitenlandse beleggers en de voorspelbaarheid van de beschikkingen die worden opgelegd voor zowel binnenlandse als buitenlandse beleggers; Het bestaan van bestemmingsplannen en de handhaving daarvan, procedurele waarborgen rond bestemmingswijzigingen, het bestaan bouwverordeningen en veiligheidsvoorschriften en de consistentie in de handhaving daarvan; De eenvoud van de kernbepalingen in het verbintenissenrecht, efficiëntie van juridische procedures en de mate waarin de nakoming van contractuele verplichtingen kan worden afgedwongen, zowel door binnenlandse als buitenlandse partijen; De waarborgen waarmee landonteigening door overheden is omgeven; Beschikbaarheid van informatie over vastgoedfinancieringen, zoals de hoeveelheid en omvang van uitstaande financieringen, de looptijd daarvan en de mate waarin rentebetalings- en aflossingsverplichtingen worden nagekomen; Het bestaan van wettelijke verplichtingen voor financiële instellingen om toezicht te houden op de waarde van het onderpand van hun uitstaande financieringen en om regelmatig waarderingen uit te laten voeren; De kwaliteit van het beheer van vastgoed, onder meer ten aanzien van de duidelijkheid en omvang van het door de beheerder te leveren dienstenpakket en de afstemming daarvan met de behoeften van huurders, de nauwkeurigheid en gedetailleerdheid van servicekostenafrekeningen, de regelmaat waarmee eindafrekeningen worden gemaakt, de mogelijkheden voor huurders om onregelmatigheden ter discussie te stellen; De kwaliteit van transactieprocessen, onder meer ten aanzien van de vertrouwelijkheid waarmee biedingen worden behandeld, de fairness van biedingsprocessen, de professionaliteit en 25

26 ethische standaarden van begeleidende makelaars en de mogelijkheden om makelaars vanuit het oogpunt van beroepsaansprakelijkheid aan te spreken op de naleving van hun beroepsstandaard en tot slot de kwaliteit en beschikbaarheid van verkoopinformatie. Uit het voorgaande overzicht kan worden opgemaakt dat JLL transparantie in vastgoedmarkten relateert aan het samenstel van de effectiviteit en robuustheid van (juridische) instituties, beschikbaarheid van betrouwbare en gezaghebbende (historische) marktdata ten aanzien van de omvang en prestaties van (commercieel) vastgoed in die markt zowel direct als indirect en de kwaliteit van zowel professionele dienstverlening, als van het toezicht op organisaties en instituties. Dit vormt een behoorlijk wijd spectrum aan invalshoeken dat feitelijk alle voorwaarden beslaat die beleggers meenemen in hun afweging om een bepaalde markt al dan niet te betreden. Dit is op zich niet zo verwonderlijk wanneer men bedenkt dat de aanleiding voor JLL om de onderhavige transparantie index op te stellen de behoefte van haar cliënten is geweest om een beter inzicht te krijgen in de potentiële risico s die verbonden zijn aan het betreden van een vreemde markt. Echter, de naam Transparantie Index dekt dan wellicht niet geheel de lading, want wat JLL s Transparantie Index feitelijk aangeeft, is in hoeverre de onderzochte markten veilig zijn om in vastgoed te beleggen. Zoals in de inleidende paragraaf bij dit hoofdstuk ook is aangegeven, is een sterk institutioneel kader dat onder meer rechtsbescherming biedt, gelijke behandeling garandeert en gedegen toezicht heeft verankerd essentieel voor de beslissing van een belegger om een vreemde markt al dan niet te betreden. Dit valt echter eerder te kwalificeren als een randvoorwaarde die valt onder de noemer bescherming en minder als transparantie. Transparantie dient veeleer gezocht te worden in de beschikbaarheid en toegankelijkheid van informatie, in dier voege dat concurrerende partijen onder gelijke voorwaarden toegang kunnen krijgen tot dezelfde relevante marktinformatie. JLL neemt zulks ook mee in haar beoordeling van de transparantie van de door haar onderzochte markten door veel gewicht toe te kennen aan de beschikbaarheid en kwaliteit van verschillende indexen waaruit veel (voor vastgoedbeleggers) relevante informatie kan worden gedestilleerd. Zaken als leegstandcijfers, investeringsvolumes, cijfers over de absorptie van nieuw vastgoed door de markt en yield en cap rates zijn belangrijke indicatoren voor de aantrekkelijkheid van een markt, maar indien men direct in vastgoed wil beleggen, blijft lokale kennis van vraag en aanbod tussen vastgoedgebruikers en vastgoedaanbieders, zoals eveneens in de inleidende paragraaf bij dit hoofdstuk is aangegeven, onontbeerlijk. Alleen wanneer men over die informatie beschikt kan prijsvorming werkelijk transparant geschieden en zal het risico dat teveel wordt betaald of dat er lemons worden gekocht belangrijk worden gemitigeerd. Dergelijke informatie is vooralsnog niet uit indexen te halen, maar kan alleen verkregen worden indien men een sterke lokale aanwezigheid heeft, of indien men beschikt over een betrouwbare lokale partner. Voor internationaal georiënteerde beleggers die noch de beschikking hebben over lokale aanwezigheid, noch over een lokale partner, is er een alternatief in de vorm van aandelen in vastgoedfondsen, dan wel gesecuritiseerde vastgoedaandelen. Securitisatie plaveit de weg voor de ongeïnformeerde belegger. Wanneer men in aandelen, of derivaten daarvan, belegt, is kennis van de lokale markt minder relevant. De vraag is dan niet zozeer of in de juiste objecten wordt belegd, maar of er in de juiste fondsen wordt belegd. De keuze voor de te acquireren vastgoedobjecten en het beheer daarvan wordt overgelaten aan de beheerder van het fonds. De vastgoedbelegger hoeft zich alleen nog maar te concentreren op de beschikbare informatie over de prestaties van het betreffende vastgoedfonds, welke informatie veel eenvoudiger te verkrijgen is dan informatie over de private markt, onder meer uit de al even genoemde indexen (Eichholtz, 1997a, Eichholtz 1997b). 26

27 Er is derhalve sprake van een zekere gelaagdheid wanneer men spreekt over transparantie in de vastgoedmarkt. Een belegger die direct in vastgoed belegt, heeft behoefte aan andere informatie dan een belegger die indirect in vastgoed belegt. Dat maakt dat de beoordeling in hoeverre men kan stellen dat er sprake is van transparantie in de vastgoedmarkt sterk gekleurd wordt door de invalshoek van waaruit men de vastgoedmarkt benaderd. In het inleidende hoofdstuk van deze scriptie werd aangegeven dat de Europese Unie met de invoering van de AIFMD-richtlijn onder meer beoogt de beleggersbescherming te versterken door beheerders van abi s te verplichten transparant te zijn richting beleggers en toezichthouders. Aangezien de AIFMD-richtlijn zich richt tot beheerders van abi s, gaat het derhalve om transparantie jegens beleggers die beleggen in die fondsen en niet direct in vastgoed. De transparantie die de AIFMD-richtlijn beoogt te versterken, zal mitsdien uitsluitend betrekking dienen te hebben op informatie die relevant is voor beleggers die indirect in vastgoed beleggen. In de navolgende paragraaf zal worden onderzocht wat de effecten zijn geweest die de invoering van de AIFMD-richtlijn heeft gehad voor de informatievoorziening door beheerders van vastgoedfondsen. Hiervoor zijn at random een viertal Nederlandse vastgoedfondsen geselecteerd wier informatieverstrekking nader onder de loep wordt genomen. 3.3 Hoe hebben Nederlandse vastgoedfondsen de AIFMD-richtlijn geïmplementeerd? De aanleiding om de AIFMD-richtlijn in te voeren is, zoals in paragraaf 1.1 al werd beschreven, de gevoelde noodzaak geweest om systeemrisico s uit te bannen opdat een debacle zoals dat zich in 2007 in de financiële wereld heeft afgespeeld, zich niet zal herhalen. In dat kader worden beheerders van abi s verplicht om informatie aangaande de door hen beheerde fondsen aan de toezichthoudende autoriteit in hun thuisland over te maken, in Nederland derhalve de Autoriteit Financiële Markten. In hoofdstuk 2 - in het bijzonder in paragraaf zijn deze verplichtingen al uitgebreid beschreven, zodat deze hier niet herhaald hoeven te worden. In deze paragraaf zal echter worden onderzocht in hoeverre de verplichtingen die de AIFMD-richtlijn oplegt tot wijzigingen in de verslaglegging en het risicobeheer door Nederlandse vastgoedbeheerders heeft geleid. De AIFMD-richtlijn is op 21 juli 2011 in werking getreden en ingevolge artikel 66 van de richtlijn, diende zij op uiterlijk 22 juli 2013 in de nationale wetgeving van de lidstaten te zijn geïmplementeerd. Dit is in Nederland ook op 22 juli 2013 geschied door middel van wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek, de Wet op de economische delicten en enige fiscale wetten (Staatsblad 2013, 228 implementatie van de AIFMD-richtlijn). Voor beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen die onder het bereik van de richtlijn vallen, geldt dat zij vóór 22 juli 2014 een vergunningaanvraag moesten hebben ingediend. De eerste Nederlandse vergunningen zijn in februari 2014 uitgereikt. Vesteda Vastgoed Management B.V. heeft volgens haar persbericht in Vastgoed Management Nederland van 18 februari 2014 als eerste Nederlandse beheerder een vergunning verkregen, hoewel Bouwinvest Real Estate Investment Management B.V. volgens haar jaarverslag over 2013 op 17 februari 2014 haar vergunning heeft verkregen. We zijn derhalve nu een jaar verder met de naleving van de AIFMD-richtlijn in Nederland en dat biedt gelegenheid om te onderzoeken wat de effecten van de implementatie van de AIFMD-richtlijn voor Nederlandse vastgoedfondsen zijn. Opvallend is overigens dat niet alle Nederlandse beheerders van vastgoedfondsen een vergunning hebben aangevraagd. Enkele prominente beursgenoteerde Nederlandse vastgoedfondsen bijvoorbeeld, waaronder Vastned N.V., NSI N.V., Eurcommercial Properties N.V. en Wereldhave N.V., hebben er vanaf gezien om een vergunning ingevolge de AIFMD te verkrijgen. Het gevolg hiervan is dat de (beheerders van de) betreffende fondsen niet meer kwalificeren als beleggingsmaatschappijen met veranderlijk kapitaal en dat mitsdien de bevoegdheid van de directies van die vennootschappen om te besluiten tot het uitgeven of inkopen van aandelen in de beheerde fondsen is komen te vervallen. De betreffende directies dienen derhalve van hun aandeelhoudersvergaderingen een machtiging te krijgen 27

28 tot het uitgeven of inkopen van aandelen (Corio p. 22, Jaarverslag Vastned 2014 p. 91, Jaarverslag NSI 2014 p. 11, Jaarverslag Eurocommercial 2014 p. 63, Jaarverslag Wereldhave 2014 p. 66). Hieruit volgt dat de effectiviteit van AIFMD-richtlijn een relatieve is, omdat zij (kennelijk) niet op alle vastgoedfondsen van toepassing is, althans, niet alle vastgoedfondsen verplicht kunnen worden om een dergelijke vergunning aan te vragen. In het navolgende zal aan de hand van de jaarverslagen van enkele in Nederland gevestigde beheerders van vastgoedfondsen worden nagegaan in hoeverre de verkrijging van een AIFMDvergunning tot wezenlijke veranderingen heeft geleid in rapportages die deze beheerders jaarlijks aanbieden, oftewel, of er na invoering van de AIFMD-richtlijn wezenlijk meer informatie wordt prijsgegeven in de jaarverslagen ten opzichte van de jaren ervoor. Daartoe zijn at random enkele Nederlandse beheerders van vastgoedfondsen geselecteerd Bouwinvest Real Estate Management B.V. Bouwinvest Real Estate Investment Management (REIM) B.V. ( Bouwinvest ) is een vermogensbeheerder gespecialiseerd in vastgoed voor institutionele beleggers. Bouwinvest voert het beheer over drie Nederlandse fondsen die open zijn voor externe beleggers: een woningfonds, een kantorenfonds en een winkelfonds. Daarnaast beheert BI een tweetal fondsen die exclusief zijn voor Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfbouw), te weten een hotelfonds en een zorgfonds, en beschikt Bouwinvest over een separaat mandaat ( separate account ) exclusief voor bpfbouw voor institutionele vastgoedbeleggingen in Europa, Noord-Amerika en Azië/ Pacific. Dit betreft investeringen in beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen. Het belegd vermogen bedraagt ultimo 2014 in totaal 6,7 miljard. Tot slot heeft Bouwinvest ook een ontwikkelingspoot, Bouwinvest Development ( en het jaarverslag van Bouwinvest over 2014). Bouwinvest beschikt sinds 17 februari 2014 over een AIFMD-vergunning ( Aangezien alleen de kantoren-, woning- en winkelfondsen open zijn voor externe beleggers, is Bouwinvest s AIFMD-vergunning uitsluitend relevant voor het beheer van deze fondsen. Het exclusief beheer ten behoeve van bpfbouw valt niet onder het toepassingsbereik van de AIFMD-richtlijn, zie paragraaf 2.2. Ten aanzien van de implementatie van de AIFMD-richtlijn kan het volgende uit de jaarverslagen van Bouwinvest worden opgemaakt In het jaarverslag 2011 van Bouwinvest wordt melding gemaakt van het feit dat in 2011 is gestart met de implementatie van de AIFMD in de organisatie van Bouwinvest. Voorts wordt aangegeven dat Bouwinvest beschikt over een compliancefunctie die verantwoordelijk is voor het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving en het (interne) integriteitsbeleid. De compliancefunctie berust bij de het hoofd juridische zaken van Bouwinvest, maar er is ook een compliance officer werkzaam. De compliancefunctie rapporteert rechtstreeks aan de statutaire directie. Dit geschiedde in 2011 in een maandelijks, kwartaal en jaarrapport. Daarnaast is er aandacht voor risicomanagement. Bouwinvest beschikt over een risicomanager die het vastgestelde risicomanagementbeleid beheert en per kwartaal zogenoemde bedrijfsincidenten rapporteert aan de directie. De beleidskaders die gelden voor Bouwinvest, zijn ook van toepassing op de door Bouwinvest beheerde vastgoedfondsen. Er heeft voor ieder van de fondsen een uitgebreide risicobeoordeling plaatsgevonden die heeft geresulteerd in te nemen beheersmaatregelen met 28

29 bijbehorende risicotoleranties. Vervolgens zijn er key risk indicatoren bepaald ten aanzien waarvan op kwartaalbasis aan de directie van het betreffende fonds wordt gerapporteerd. Tot slot kan vermeld worden dat Bouwinvest in 2011 een zogenoemde ISAE 3402 type 1 -verklaring heeft verkregen. Een ISAE 3402 type 1 -verklaring wil feitelijk zeggen dat een organisatie beschikt over een intern beheersingsproces. De ISAE 3402 certificering biedt beleggers comfort ten aanzien van risicobeheer, waaronder de definitie van risico en beheersmaatregelen bij alle dagelijkse kernprocessen van de onderneming. Bouwinvest streeft ernaar om in 2012 een ISAE 3402 type 2 -verklaring te verkrijgen, hetgeen wil zeggen dat Bouwinvest niet alleen over interne beheersingsprocessen beschikt, maar dat zij ook effectief zijn. Wat deze interne beheersingsprocessen behelzen, is verder niet uit het jaarverslag af te leiden In haar verslag over 2012 meldt Bouwinvest dat zij in het eerste kwartaal van 2013 een ISAE 3402 type- 2 verklaring heeft gekregen. Voorts meldt het jaarverslag 2012 dat zij ieder kwartaal haar vastgoedbeleggingen laat taxeren door een onafhankelijke, externe taxateur, zij het wel op basis van een door Bouwinvest zelf ontwikkeld waarderingsmodel. Dit waarderingsmodel voldoet volgens Bouwinvest volledig aan de waarderingsrichtlijnen van IPD-IFRS en is het voorts getoetst aan de aanbevelingen van de PTA (Platform Taxateurs en Accountants). Teneinde te borgen dat het taxatieproces onafhankelijk en objectief verloopt, worden de taxateurs van Bouwinvest iedere drie jaar opnieuw geselecteerd. Niet duidelijk is of dit nieuw was voor 2012, of dat dit een bestendige praktijk is die niet eerder in het jaarverslag werd gemeld. Voorts meldt Bouwinvest in haar jaarverslag over 2012 dat zij beschikt over een regeling met betrekking tot tegenstrijdige belangen, hetgeen eveneens een vereiste is onder de AIFMD-richtlijn. Dit beleid beoogt de belangen van Bouwinvest en de door Bouwinvest beheerde fondsen en de aandeelhouders te beschermen wanneer Bouwinvest overweegt een transactie aan te gaan die tot persoonlijk voordeel van een functionaris of directeur van Bouwinvest kan strekken of zou kunnen resulteren in een excess benefit -transactie 3. Het beleid beschrijft ook hoe Bouwinvest dient om te gaan met de toewijzing van verschillende beleggingsmogelijkheden aan de verschillende fondsen en investeerders. Niet duidelijk is of Bouwinvest in 2011 nog niet over een dergelijke regeling beschikt. Voorts is de omschrijving van de compliancefunctie ten opzichte van 2011 wat uitgebreid, inhoudende dat de compliancefunctie niet alleen de naleving van wet- en regelgeving en integriteitsbeleid omvat, maar ook risico s dat wettelijke of toezichthoudende sancties worden opgelegd of financiële verliezen dan wel reputatieschade worden geleden als gevolg van niet-naleving van wet- of regelgeving, gedragscodes of andere normen voor goede taakuitoefening die op Bouwinvest van toepassing zijn. Dit lijkt echter geen wezenlijke afwijking ten opzichte van 2011 te impliceren. Nieuw in het jaarverslag 2012 is dat Bouwinvest een zogenoemd Internal control framework heeft opgetuigd op basis van het COSO-kader. Het COSO-kader is een raamwerk dat bestuurders van commerciële bedrijven kan helpen de interne controle- en risicobeheersystemen van hun onderneming op te zetten en in te richten. Bouwinvest heeft dit monitoring en control framework geïmplementeerd op basis van het four lines of defense model. Compliance, risicobeheer, control en internal audit zijn volgens dit model ingericht. Dit model biedt een integrale benadering van compliance en risicobeheersing, met beleid dat zo is vormgegeven dat het aan de eisen van zowel de toezichthouder, 3 Van een excess benefit -transactie is sprake indien de economische waarde van een prestatie die geleverd wordt de waarde van de tegenprestatie overtreft. 29

30 de publieke opinie, als de aandeelhouders voldoet, terwijl de uitoefening van de toezichthoudende functies zo gericht, efficiënt en kosteneffectief mogelijk wordt gemaakt. Fig. 1 Bouwinvest lines of defense De four lines of defense zijn de volgende: 1. Directie: verantwoordelijk voor het integreren van een risico- en controleomgeving in de dagelijkse activiteiten van de organisatie. 2. Compliance, risicobeheersing en control: verantwoordelijk voor beleidslijnen inzake risico s, naleving en controle, een efficiënte en kosteneffectieve implementatie van deze beleidslijnen en een continu verbeteringsproces. 3. Onafhankelijke interne auditor: waarborgt dat de vereiste beheersingsmaatregelen worden uitgevoerd. 4. Raad van Commissarissen en externe accountant: de Raad van Commissarissen houdt toezicht op de directie en geeft advies. De RvC houdt ook toezicht op de interne risicobeheersing- en controlesystemen, de financiële rapportage en beoordeelt de interne auditor en de externe accountant. De directie dient jaarlijks een in control statement af te geven over de risico s in de financiële rapportages en de strategische en operationele risicobeheersing bij Bouwinvest. De directie is verantwoordelijk voor een deugdelijke risicobeheersing en goed functionerende interne controlesystemen en voor de beoordeling van de effectiviteit daarvan. Op basis van de beoordeling van de risicobeheersings- en interne-controlesystemen dient de directie zich een oordeel te vormen of deze systemen een redelijke mate van zekerheid geven dat de financiële rapportage geen onjuistheden van materieel belang bevat Nieuw ten opzichte van 2012 is een opsomming van wat Bouwinvest onderscheidt als de belangrijkste risico s. Dit betreft: Continuïteit, oftewel het risico op discontinuïteit van de managementorganisatie; Kwaliteit, oftewel het risico dat de managementorganisatie niet voldoende kwaliteit kan leveren om haar afspraken met haar opdrachtgevers na te komen; 30

Richtsnoeren. Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD 13.08.2013 ESMA/2013/611

Richtsnoeren. Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD 13.08.2013 ESMA/2013/611 Richtsnoeren Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD 13.08.2013 ESMA/2013/611 Datum: 13.08.2013 ESMA/2013/611 Inhoud I. Toepassingsgebied 3 II. Definities 3 III. Doel 4 IV. Naleving

Nadere informatie

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016 FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016 De richtsnoeren die in dit document aan bod komen, zijn van toepassing op de volgende ondernemingen (hierna "de gereglementeerde ondernemingen" genoemd): - de kredietinstellingen

Nadere informatie

Registratiedocument Belfort Fund Management B.V.

Registratiedocument Belfort Fund Management B.V. Registratiedocument Belfort Fund Management B.V. 1. Gegevens betreffende de werkzaamheden van de Beheerder Het doel van de Beheerder, Belfort Fund Management B.V., is het optreden als Beheerder voor beleggingsinstellingen

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot het voorstel tot wijziging van het prospectus van

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot het voorstel tot wijziging van het prospectus van TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot het voorstel tot wijziging van het prospectus van Insinger de Beaufort European Mid Cap Fund N.V. 16 april 2014 I N H O U D 1. DOEL TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM

Nadere informatie

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen Regeling van de Minister van Financiën van kenmerk: nr. FM 2013/507 M, tot wijziging

Nadere informatie

Presentatie AIFMD Jeroen van Dijk

Presentatie AIFMD Jeroen van Dijk Presentatie AIFMD Jeroen van Dijk 24 mei 2011 INDEPENDENT INTERNATIONAL IN-BUSINESS Inhoudsopgave ANT Trust: AIFMD: - Korte introductie - Tijdslijnen - Wat is een AIF; vrijstellingen - Europees paspoort

Nadere informatie

FUND GOVERNANCE CODE VAN DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT N.V.

FUND GOVERNANCE CODE VAN DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT N.V. FUND GOVERNANCE CODE VAN DELTA LLOYD ASSET MANAGEMENT N.V. I. INLEIDING Doel Delta Lloyd Asset Management N.V. (DLAM) wenst de DUFAS Principles of Fund Governance na te leven. De onderhavige code heeft

Nadere informatie

ONTWIKKELINGEN BELEGGINGSFONDSEN

ONTWIKKELINGEN BELEGGINGSFONDSEN ONTWIKKELINGEN BELEGGINGSFONDSEN Recent hebben zich verschillende relevante ontwikkelingen voorgedaan met betrekking tot beleggingsfondsen. Die ontwikkelingen komen hierin aan de orde. Ga direct naar een

Nadere informatie

Fund Governance. Achmea Investment Management. Versie 3.0, november 2018

Fund Governance. Achmea Investment Management. Versie 3.0, november 2018 Fund Governance Achmea Investment Management Versie 3.0, november 2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Specifieke maatregelen fund governance structuur 3 2.1 Periodieke controle 3 2.2 Rapportage 3 2.3

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17208 1 april 2019 Omzetbelasting. Beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen; bijzonder overheidstoezicht Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

FUND GOVERNANCE CODE VAN HOF HOORNEMAN FUND MANAGEMENT NV

FUND GOVERNANCE CODE VAN HOF HOORNEMAN FUND MANAGEMENT NV FUND GOVERNANCE CODE VAN HOF HOORNEMAN FUND MANAGEMENT NV INLEIDING Doel Hof Hoorneman Fund Management NV wenst de DUFAS Principles of Fund Governance na te leven. De onderhavige code heeft tot doel de

Nadere informatie

BIJLAGE 1 REGISTRATIEDOCUMENT INTERPOLIS PENSIOENEN VERMOGENSBEHEER B.V. Behorend bij het Interpolis Levensloop Fonds

BIJLAGE 1 REGISTRATIEDOCUMENT INTERPOLIS PENSIOENEN VERMOGENSBEHEER B.V. Behorend bij het Interpolis Levensloop Fonds BIJLAGE 1 REGISTRATIEDOCUMENT INTERPOLIS PENSIOENEN VERMOGENSBEHEER B.V. Behorend bij het Interpolis Levensloop Fonds I. gegevens betreffende de werkzaamheden van de beheerder a. Activiteiten van de beheerder:

Nadere informatie

GEDRAGSCODE FUND GOVERNANCE

GEDRAGSCODE FUND GOVERNANCE GEDRAGSCODE FUND GOVERNANCE ACHMEA BELEGGINGSFONDSEN BEHEER B.V. Inleiding, statutair gevestigd te s-gravenhage (KvK nr. 8062738), beschikt over een vergunning als beheerder van beleggingsinstellingen,

Nadere informatie

4 Regulering rating agencies, alternatieve beleggingsfondsen en derivatenmarkt

4 Regulering rating agencies, alternatieve beleggingsfondsen en derivatenmarkt 4 Regulering rating agencies, alternatieve beleggingsfondsen en derivatenmarkt In de vorige paragraaf 3 ging het vooral om verbetering van de bestaande regelgeving en toezicht. Onderwerp van deze paragraaf

Nadere informatie

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2013

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2013 Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL te Amsterdam Jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Blad Verslag van het Bestuur 2 Jaarrekening Balans per 31 december 2013 4 Staat van baten en lasten over

Nadere informatie

ASR Vermogensbeheer N.V. FUND GOVERNANCE CODE

ASR Vermogensbeheer N.V. FUND GOVERNANCE CODE ASR Vermogensbeheer N.V. FUND GOVERNANCE CODE Inhoud I. Inleiding... 3 Algemeen... 3 ASR Vermogensbeheer N.V.... 3 Depository... 3 Raad van Toezicht... 4 Doel en reikwijdte... 4 II. Fund Governance Structuur...

Nadere informatie

STICHTING BEWAARDER BOUWFONDS GERMANY RESIDENTIAL FUND. Amsterdam, Nederland JAARVERSLAG 2013

STICHTING BEWAARDER BOUWFONDS GERMANY RESIDENTIAL FUND. Amsterdam, Nederland JAARVERSLAG 2013 Amsterdam, Nederland JAARVERSLAG 2013 ADRES: Herikerbergweg 238 1101 CM Amsterdam Zuidoost Kamer van Koophandel Inschrijvingsnummer: 32108448 Inhoudsopgave Bestuursverslag Page 1 Balans Page 3 Staat van

Nadere informatie

RFM Regulated Fund Management BV Registratiedocument (als bedoeld in artikel 4:48 lid 1 Wet op het financieel toezicht)

RFM Regulated Fund Management BV Registratiedocument (als bedoeld in artikel 4:48 lid 1 Wet op het financieel toezicht) RFM Regulated Fund Management BV Registratiedocument (als bedoeld in artikel 4:48 lid 1 Wet op het financieel toezicht) I Gegevens betreffende de werkzaamheden van de beheerder RFM Regulated Fund Management

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 32 622 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en het Burgerlijk Wetboek ter implementatie van richtlijn nr. 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009

Nadere informatie

Beleggingsinstelling: beleggingsinstelling als gedefinieerd in artikel 1:1 Wft

Beleggingsinstelling: beleggingsinstelling als gedefinieerd in artikel 1:1 Wft Registratiedocument Begrippenlijst In dit Registratiedocument hebben de met een hoofdletter geschreven woorden en afkortingen de hieronder genoemde betekenis. Waar enkelvoud wordt beschreven, kan ook meervoud

Nadere informatie

INMAXXA REGISTRATIEDOCUMENT

INMAXXA REGISTRATIEDOCUMENT INMAXXA REGISTRATIEDOCUMENT Dit Registratiedocument is opgesteld door Inmaxxa B.V. ("Inmaxxa") op grond van artikel 4: 48 lid 1 Wet op het financieel toezicht ("Wft") en bevat gegevens over Inmaxxa, de

Nadere informatie

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft: Artikel 130 Het beheerde vermogen van een icbe als bedoeld in artikel 4:61, eerste lid, van de wet wordt uitsluitend

Nadere informatie

REGISTRATIEDOCUMENT EAGLE FUND BEHEER B.V.

REGISTRATIEDOCUMENT EAGLE FUND BEHEER B.V. REGISTRATIEDOCUMENT EAGLE FUND BEHEER B.V. Algemeen Dit is het registratiedocument van Eagle Fund Beheer B.V., als bedoeld in artikel 11 Besluit toezicht beleggingsinstellingen 2005 ("Btb 2005"). Tenzij

Nadere informatie

Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten en beheerders van icbe s

Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten en beheerders van icbe s Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten en beheerders van icbe s Richtsnoeren voor risicometing en de berekening van het totale risico voor bepaalde types gestructureerde icbe s ESMA/2012/197 Datum: 23

Nadere informatie

Inlegvel 1 Prospectus Paraplufonds Finles beleggingsfondsen (16 maart 2011)

Inlegvel 1 Prospectus Paraplufonds Finles beleggingsfondsen (16 maart 2011) Inlegvel 1 Prospectus Paraplufonds Finles beleggingsfondsen (16 maart 2011) Vermelding koersen Finles beleggingsinstellingen alleen nog op de website Per 16 maart 2011 worden de koersen van het Subfonds

Nadere informatie

Inlegvel 1 Prospectus Finles Multi Strategy Hedge Fund (30 juni 2011)

Inlegvel 1 Prospectus Finles Multi Strategy Hedge Fund (30 juni 2011) Inlegvel 1 Prospectus Finles Multi Strategy Hedge Fund (30 juni 2011) Samenvoeging Raad van Toezicht Finles beleggingsfondsen en Raad van Commissarissen Finles N.V. Op de jaarvergadering van de Finles

Nadere informatie

STICHTING BEWAARDER BOUWFONDS GERMANY RESIDENTIAL FUND. Amsterdam, Nederland JAARVERSLAG 2012

STICHTING BEWAARDER BOUWFONDS GERMANY RESIDENTIAL FUND. Amsterdam, Nederland JAARVERSLAG 2012 Amsterdam, Nederland JAARVERSLAG 2012 ADRES: Herikerbergweg 238 1101 CM Amsterdam Zuidoost Kamer van Koophandel Inschrijvingsnummer: 32108448 Inhoudsopgave Pagina: Bestuursverslag 3 Balans 5 Staat van

Nadere informatie

Stichting Bewaarder Robeco

Stichting Bewaarder Robeco Stichting Bewaarder Robeco Jaarrekening over het boekjaar 2013 Stichting Bewaarder Robeco INHOUDSOPGAVE Pagina Algemene informatie 1 Verslag van het Bestuur 2 Algemeen 2 Ontwikkelingen gedurende het verslagjaar

Nadere informatie

De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers.

De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers. EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE Brussel, 8 februari 2018 Rev1 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD

Nadere informatie

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015 Waarom een VBI of een FBI? De VBI en de FBI zijn faciliteiten die collectief belleggen faciliteren. Fiscaal bezien kan je ruwweg - (collectief) beleggen op twee manieren vormgeven. Een belastingplichtige

Nadere informatie

Bijlage: reactie op de belangrijkste aanbevelingen van de Commissie Modernisering Beleggingsinstellingen (commissie Winter):

Bijlage: reactie op de belangrijkste aanbevelingen van de Commissie Modernisering Beleggingsinstellingen (commissie Winter): Bijlage: reactie op de belangrijkste aanbevelingen van de Commissie Modernisering Beleggingsinstellingen (commissie Winter): 1. Afschaffing van de verplichte beursnotering voor beleggingsmaatschappijen

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund te houden op 25 april 2014, om 14:00 uur Herengracht 537, 1017 BV Amsterdam

Nadere informatie

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA ESMA-richtsnoeren FSMA_2013_19 dd. 4/12/2013 Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA Toepassingsveld: De richtsnoeren die in dit document aan bod komen,

Nadere informatie

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2012

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2012 Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL te Amsterdam Jaarrekening 2012 Inhoudsopgave Blad Verslag van het Bestuur 2 Jaarrekening Balans per 31 december 2012 4 Staat van baten en lasten over

Nadere informatie

ACTIVINVESTOR MANAGEMENT B.V. Amsterdam. Halfjaarbericht per 30 juni 2012

ACTIVINVESTOR MANAGEMENT B.V. Amsterdam. Halfjaarbericht per 30 juni 2012 ACTIVINVESTOR MANAGEMENT B.V. Amsterdam Halfjaarbericht per 30 juni 2012 Profiel ActivInvestor Management B.V. is 16 december 2004 opgericht en heeft als doel het opzetten en beheren van niche vastgoedbeleggingsfondsen

Nadere informatie

SGG Depositary B.V. Jaarverslag 2013/2014

SGG Depositary B.V. Jaarverslag 2013/2014 SGG Depositary B.V. Jaarverslag 2013/2014 Amsterdam, Hoogoorddreef 15 Kamer van Koophandel Amsterdam, 59.062.576 Inhoudsopgave Algemeen 3 Balans per 31 december 2014 4 Winst- en Verliesrekening over de

Nadere informatie

Tradealot Obligatie II van Tradealot B.V.

Tradealot Obligatie II van Tradealot B.V. Tradealot Obligatie II van Tradealot B.V. Belangrijkste informatie over de belegging Dit document is opgesteld op 16-feb-2018. Dit document helpt u de risico s, de kosten, en het rendement van de belegging

Nadere informatie

PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE AMERICAN VALUE FUND

PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE AMERICAN VALUE FUND PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE AMERICAN VALUE FUND I. INLEIDING Safe Harbour Fund Management B.V. (de Beheerder ) is de beheerder van American Value Fund (het Fonds ). De bewaarder van het Fonds is Stichting

Nadere informatie

Obligaties Briqchain Real Estate

Obligaties Briqchain Real Estate Belangrijkste informatie over de belegging Obligaties Briqchain Real Estate van Briqchain B.V. Dit document is opgesteld op 02-okt-2018 Dit document helpt u de risico s, de kosten, en het rendement van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 4, vierde lid, van het Besluit marktmisbruik Wft;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 4, vierde lid, van het Besluit marktmisbruik Wft; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8349 12 mei 2011 Regeling van de Minister van Financiën van 4 mei 2011, nr. FM/2011/8728M, tot aanwijzing van categorieën,

Nadere informatie

L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie 7.5.2008 AANBEVELINGEN COMMISSIE

L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie 7.5.2008 AANBEVELINGEN COMMISSIE L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie 7.5.2008 AANBEVELINGEN COMMISSIE AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6 mei 2008 inzake de externe kwaliteitsborging voor wettelijke auditors en auditkantoren die

Nadere informatie

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013

ABN AMRO Investment Management B.V. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Pagina 1 van 12 INHOUD Pagina Directieverslag 3 Balans per 31 december 2013 4 Winst- en verliesrekening 2013 5 Toelichting algemeen 6 Toelichting op de balans per 31 december 2013 8 Toelichting

Nadere informatie

Registratiedocument. Begrippenlijst

Registratiedocument. Begrippenlijst Registratiedocument Begrippenlijst In dit Registratiedocument hebben de met een hoofdletter geschreven woorden en afkortingen de hieronder genoemde betekenis. Waar enkelvoud wordt beschreven, kan ook meervoud

Nadere informatie

PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE COMMODITY DISCOVERY FUND Bijgewerkt tot 8 juli 2014

PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE COMMODITY DISCOVERY FUND Bijgewerkt tot 8 juli 2014 PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE COMMODITY DISCOVERY FUND Bijgewerkt tot 8 juli 2014 Principles of Fund Governance Pag. 1/5 1. INLEIDING Commodity Discovery Management B.V. (de Beheerder ) is de beheerder

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET. Artikel I. De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

VOORSTEL VAN WET. Artikel I. De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd: VOORSTEL VAN WET Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en de Wet op de economische delicten ter implementatie van richtlijn nr. 2011/61/EU van het Europees Parlement en

Nadere informatie

Nieuwe regelgeving voor vastgoedfondsen

Nieuwe regelgeving voor vastgoedfondsen Nieuwe regelgeving voor vastgoedfondsen Deze presentatie is beschikbaar op legalbusinessday.nl Aryan Schoorl Hendrik Bennebroek Gravenhorst Charles Destrée Inleiding 1. Nieuwe regelgeving en vergunningplicht

Nadere informatie

JC 2014 43 27 May 2014. Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

JC 2014 43 27 May 2014. Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) JC 2014 43 27 May 2014 Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) 1 Inhoudsopgave Richtsnoeren voor de behandeling van klachten

Nadere informatie

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of EUROPEAN COMMISSION Brussels, 4.6.2014 C(2014) 3656 final COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of 4.6.2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische

Nadere informatie

De praktische implicaties van de Richtlijn AIFMD voor vastgoedfondsen

De praktische implicaties van de Richtlijn AIFMD voor vastgoedfondsen Hendrik Bennebroek Gravenhorst* en Charles Destrée** De praktische implicaties van de Richtlijn AIFMD voor vastgoedfondsen Begin juni 2011 is een Europese richtlijn (AIFMD) aangenomen die voorziet in regulering

Nadere informatie

RJ-Uiting : Wijzigingen in Richtlijn 615 Beleggingsentiteiten

RJ-Uiting : Wijzigingen in Richtlijn 615 Beleggingsentiteiten RJ-Uiting 2017-6: Wijzigingen in Richtlijn 615 Beleggingsentiteiten Algemeen RJ-Uiting 2017-6: Richtlijn 615 Beleggingsentiteiten bevat de wijzigingen in hoofdstuk 615 Beleggingsentiteiten. Achtergrond

Nadere informatie

Nieuwsbericht. 22 januari Achmea Beleggingsfondsen Beheer B.V. Postbus KA AMSTERDAM.

Nieuwsbericht. 22 januari Achmea Beleggingsfondsen Beheer B.V. Postbus KA AMSTERDAM. Achmea Beleggingsfondsen Beheer B.V. Nieuwsbericht 22 januari 2010 Achmea Beleggingsfondsen Beheer B.V. Postbus 59011 1040 KA AMSTERDAM www.achmeabeleggingsfondsen.nl I N F O R M A T I E M E M O R A N

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet bekostiging financieel toezicht in verband met het introduceren van toezicht op het beheren van beleggingsobjecten en het beheren inzake beleggingsobligaties

Nadere informatie

REGISTRATIEDOCUMENT als bedoeld in Bijlage H van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft Laatste wijziging: 3 september 2018

REGISTRATIEDOCUMENT als bedoeld in Bijlage H van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft Laatste wijziging: 3 september 2018 REGISTRATIEDOCUMENT als bedoeld in Bijlage H van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft Laatste wijziging: 3 september 2018 Het Commodity Discovery Fund (het Fonds ) is een open-end beleggingsfonds

Nadere informatie

DE AIFMD - NOG 90 DAGEN

DE AIFMD - NOG 90 DAGEN DE AIFMD - NOG 90 DAGEN Op 22 juli 2013 zal de AIFMD*, inclusief de Uitwerkingsverordening**, in Nederland van kracht zijn. Voor veel beheerders van bijvoorbeeld vastgoedfondsen en private equity fondsen

Nadere informatie

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen De missie van het Pensioenfonds Openbare Bibliotheken (POB) is een toekomstbestendig en verantwoord pensioen

Nadere informatie

Orderuitvoeringsbeleid IBS Asset Management

Orderuitvoeringsbeleid IBS Asset Management Orderuitvoeringsbeleid IBS Asset Management Inleiding In dit document informeren wij u over de wijze waarop wij effectenorders voor u uitvoeren en de procedures die hierbij worden gehanteerd. Wij maken

Nadere informatie

PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE HAVEN EUROPEAN VALUE FUND ASIAN VALUE FUND AMERICAN VALUE FUND FUNDAMENT BOND FUND

PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE HAVEN EUROPEAN VALUE FUND ASIAN VALUE FUND AMERICAN VALUE FUND FUNDAMENT BOND FUND PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE HAVEN EUROPEAN VALUE FUND ASIAN VALUE FUND AMERICAN VALUE FUND FUNDAMENT BOND FUND I. INLEIDING Safe Harbour Fund Management B.V. (de Beheerder ) is de beheerder van Haven

Nadere informatie

Inlegvel 1 Prospectus EMS Top-Rentefonds (7 augustus 2007)

Inlegvel 1 Prospectus EMS Top-Rentefonds (7 augustus 2007) Inlegvel 1 Prospectus EMS Top-Rentefonds (7 augustus 2007) Gate per Finles Beleggingsfonds Om de belangen van beleggers te beschermen stelt de Beheerder voor om voor alle Finles Beleggingsfondsen een zogenoemde

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot het voorstel tot wijziging van het prospectus van. Insinger de Beaufort Umbrella Fund N.V.

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot het voorstel tot wijziging van het prospectus van. Insinger de Beaufort Umbrella Fund N.V. TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot het voorstel tot wijziging van het prospectus van Insinger de Beaufort Umbrella Fund N.V. en de aanvullende prospectussen van de subfondsen Insinger

Nadere informatie

Stichting Autoriteit Financiële Markten tav dhr. C. Rutting Vijzelgracht HS Amsterdam. Verzonden per mail:

Stichting Autoriteit Financiële Markten tav dhr. C. Rutting Vijzelgracht HS Amsterdam. Verzonden per mail: Stichting Autoriteit Financiële Markten tav dhr. C. Rutting Vijzelgracht 50 1017 HS Amsterdam Verzonden per mail: nrgfo@afm.nl Amsterdam, 29 februari 2016 Betreft: Voorgenomen wijzigingen NRgfo Wft Geachte

Nadere informatie

Beleid inzake belangenconflicten Brand New Day Bank N.V. BND.VW.PRB

Beleid inzake belangenconflicten Brand New Day Bank N.V. BND.VW.PRB Beleid inzake belangenconflicten Bank N.V. BND.VW.PRB.19122017 Versie 5 december 2017 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Taken en verantwoordelijkheden... 3 3 Identificatie van (potentiële) belangenconflicten...

Nadere informatie

Checklist beleggen in vastgoed

Checklist beleggen in vastgoed i van 5 Checklist beleggen in vastgoed Je kunt beleggen in beursgenoteerde vastgoedfondsen (vaak aandelen die dagelijks verhandelbaar zijn op de beurs) en in niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen. Deze

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wft. Grens vrijstelling van 50.000 naar 100.000 Aanbieders moeten een AFM-vergunning aanvragen voor 1 februari 2012

Vrijstellingsregeling Wft. Grens vrijstelling van 50.000 naar 100.000 Aanbieders moeten een AFM-vergunning aanvragen voor 1 februari 2012 Vrijstellingsregeling Wft Grens vrijstelling van 50.000 naar 100.000 Aanbieders moeten een AFM-vergunning aanvragen voor 1 februari 2012 In deze brochure leest u óf u iets moet doen en wat Charco & Dique

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 235 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek, de Wet op de economische delicten en enige fiscale wetten ter implementatie

Nadere informatie

FSMA_2018_01-2 dd. 19/12/2017. Aard van de waarden

FSMA_2018_01-2 dd. 19/12/2017. Aard van de waarden FSMA_2018_01-2 dd. 19/12/2017 Instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening Aard van de waarden A. REGLEMENTAIRE ACTIVA 4 Code Boekwaarde 1 Affectatiewaarde 2 EURO EURO % 3 1. Obligaties en andere schuldinstrumenten

Nadere informatie

ACTIVINVESTOR MANAGEMENT B.V. Amsterdam. Halfjaarbericht per 30 juni 2013

ACTIVINVESTOR MANAGEMENT B.V. Amsterdam. Halfjaarbericht per 30 juni 2013 ACTIVINVESTOR MANAGEMENT B.V. Amsterdam Halfjaarbericht per 30 juni 2013 Profiel ActivInvestor Management B.V. is 16 december 2004 opgericht en heeft als doel het opzetten en beheren van niche vastgoedbeleggingsfondsen

Nadere informatie

Checklist beleggen in vastgoed

Checklist beleggen in vastgoed i van 5 Checklist beleggen in vastgoed Je kunt beleggen in beursgenoteerde vastgoedfondsen (vaak aandelen die dagelijks verhandelbaar zijn op de beurs) en in niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen. Deze

Nadere informatie

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn Prudentieel beleid Brussel, 20 juni 2007 CIRCULAIRE PPB-2007-8-CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn (circulaire aan de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen,

Nadere informatie

Heeneman & Partners fondsmanagement BV

Heeneman & Partners fondsmanagement BV Jaarverslag 2017 Inhoud Jaarverslag 2017 Verslag van de directie 3 Jaarrekening 2017 5 Balans per 31 december 2017 6 Winst- en verliesrekening over 2017 7 Toelichting op de balans en winst- en verliesrekening

Nadere informatie

Reactie van de Nederlandse Monitoring Commissie Corporate Governance Code op:

Reactie van de Nederlandse Monitoring Commissie Corporate Governance Code op: Reactie van de Nederlandse Monitoring Commissie Corporate Governance Code op: 1. het voorstel van de Europese Commissie tot aanpassing van de Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging

Nadere informatie

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de Gecombineerde Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders (de"vergadering") van Insinger de Beaufort Umbrella Fund N.V. (de "Vennootschap")

Nadere informatie

KAS BANK N.V. OVEREENKOMST VAN BEHEER EN BEWARING INZAKE BELEGINGSFONDS

KAS BANK N.V. OVEREENKOMST VAN BEHEER EN BEWARING INZAKE BELEGINGSFONDS KAS BANK N.V. OVEREENKOMST VAN BEHEER EN BEWARING INZAKE BELEGINGSFONDS INHOUDSOPGAVE Artikel Pagina Artikel 1 Algemeen...3 Artikel 2 Bewaring...4 Artikel 3 Belangenbehartiging houders van deelnemersrechten...4

Nadere informatie

Nieuwsbericht GEDRAGSCODE FUND GOVERNANCE. 1 oktober Achmea Beleggingsfondsen Beheer B.V. Postbus KA AMSTERDAM

Nieuwsbericht GEDRAGSCODE FUND GOVERNANCE. 1 oktober Achmea Beleggingsfondsen Beheer B.V. Postbus KA AMSTERDAM Nieuwsbericht GEDRAGSCODE FUND GOVERNANCE 1 oktober 2009 Postbus 59011 1040 KA AMSTERDAM www.achmeabeleggingsfondsen.nl GEDRAGSCODE FUND GOVERNANCE ACHMEA BELEGGINGSFONDSEN BEHEER B.V. Inleiding, statutair

Nadere informatie

08/05/2014. Registratiedocument Legal & General Nederland Beleggingen B.V.

08/05/2014. Registratiedocument Legal & General Nederland Beleggingen B.V. Registratiedocument Legal & General Nederland Beleggingen B.V. Algemeen Dit is het registratiedocument van Legal & General Nederland Beleggingen B.V., als bedoeld in artikel 4:48 Wet op het financieel

Nadere informatie

PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE Add Value Fund N.V.

PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE Add Value Fund N.V. PRINCIPLES OF FUND GOVERNANCE Add Value Fund N.V. I Inleiding Keijser Capital Asset Management B.V. (de Directie ) voert de directie over Add Value Fund N.V. (hierna ook Add Value Fund of Fonds ). De Directie

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (PB L 174 van , blz. 1)

(Voor de EER relevante tekst) (PB L 174 van , blz. 1) 02011L0061 NL 13.01.2019 003.001 1 Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 533 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enkele andere belastingwetten in verband met de introductie van een regeling voor

Nadere informatie

I B S P O L I C Y. Orderuitvoeringsbeleid IBS Asset Management B.V. (IBS)

I B S P O L I C Y. Orderuitvoeringsbeleid IBS Asset Management B.V. (IBS) Orderuitvoeringsbeleid IBS Asset Management B.V. (IBS) In dit document informeren wij u over de wijze waarop wij effectenorders voor u uitvoeren en de procedures die hierbij worden gehanteerd. Wij maken

Nadere informatie

12 april Registratiedocument Wilgenhaege Fondsen Management B.V.

12 april Registratiedocument Wilgenhaege Fondsen Management B.V. Registratiedocument Wilgenhaege Fondsen Management B.V. 12 april 2012 Dit document is het registratiedocument in de zin van artikel 4:48 van de Wet op het financieel toezicht van de besloten vennootschap

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) 04/10/2018 JC 2018 35 Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en

Nadere informatie

Heeneman & Partners fondsmanagement BV. Financieel verslag over de periode. 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2019

Heeneman & Partners fondsmanagement BV. Financieel verslag over de periode. 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2019 Financieel verslag over de periode 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2019 Inhoudsopgave Blad Verslag van de directie 3 Balans per 30 juni 2019 5 Winst-en-verliesrekening over de periode 1 januari tot en

Nadere informatie

Het beleggingsbeleid, de kosten en de rechten van de bestaande participanten blijven ongewijzigd.

Het beleggingsbeleid, de kosten en de rechten van de bestaande participanten blijven ongewijzigd. Toelichting op wijziging Prospectus van het Index Umbrella Fund d.d. 17 juli 2014 Algemene toelichting: Op 22 juli 2013 is de Europese richtlijn inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen

Nadere informatie

REGISTRATIEDOCUMENT TESLIN CAPITAL MANAGEMENT B.V.

REGISTRATIEDOCUMENT TESLIN CAPITAL MANAGEMENT B.V. REGISTRATIEDOCUMENT TESLIN CAPITAL MANAGEMENT B.V. Algemeen Dit is het registratiedocument van Teslin Capital Management B.V. ( Teslin ), als bedoeld in artikel 4:48 Wet op het Financieel Toezicht ( Wft

Nadere informatie

FSMA_2013_11-1 dd. 2/07/2013

FSMA_2013_11-1 dd. 2/07/2013 Bijlage Mededeling FSMA_2013_11-1 dd. 2/07/2013 Vragen en antwoorden over de overgangsperiode waarvan sprake in Richtlijn 2011/61/EU en over de Belgische nationale bepalingen tot omzetting van die Richtlijn

Nadere informatie

Duinweide Investeringen NV

Duinweide Investeringen NV HALFJAARVERSLAG 2017 [Kies de datum] Duinweide Investeringen NV 3 augustus 2017 Halfjaarverslag 2017 Toelichting van het bestuur Inleiding Duinweide Investeringen NV (Duinweide) is statutair gevestigd

Nadere informatie

Inlegvel 1 Prospectus van het Finles Liquid Macro Fund (29 juni 2010)

Inlegvel 1 Prospectus van het Finles Liquid Macro Fund (29 juni 2010) Inlegvel 1 Prospectus van het Finles Liquid Macro Fund (29 juni 2010) Kostenverlaging Finles Liquid Macro Fund De kostenstructuur van het Finles Liquid Macro Fund is per 1 juli 2010 als volgt: - Aankoopkosten

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek, de Wet op de economische delicten en enige fiscale wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2011/61/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Samenvatting Beloningsbeleid Arcona Capital Fund Management B.V.

Samenvatting Beloningsbeleid Arcona Capital Fund Management B.V. Samenvatting Beloningsbeleid Arcona Capital Fund Management B.V. 3 april 2018 Inleiding en reikwijdte van het beleid Arcona Capital Fund Management B.V. heeft een beloningsbeleid opgesteld aan de hand

Nadere informatie

Tussentijds bericht Staalbankiers Beleggingsfondsen Beheer B.V. per 30-06-2013

Tussentijds bericht Staalbankiers Beleggingsfondsen Beheer B.V. per 30-06-2013 Tussentijds bericht Staalbankiers Beleggingsfondsen Beheer B.V. per 30-06-2013 Inhoudsopgave 1. Verslag van de directie 3 2. Jaarrekening 5 Balans per 30 juni 2013 Winst- en verliesrekening over 26 april

Nadere informatie

ABN AMRO Groenbank B.V. ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2012

ABN AMRO Groenbank B.V. ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2012 ABN AMRO Groenbank B.V. ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2012 INHOUDSOPGAVE Directieverslag 2012 3 Enkelvoudige balans per 31 december 2012 6 Enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2012 7 Overige gegevens

Nadere informatie

Jaarverslag. Stichting ASR Bewaarder

Jaarverslag. Stichting ASR Bewaarder Jaarverslag 2013 Stichting ASR Bewaarder - 1 - Algemene Informatie Stichting ASR Bewaarder Kantooradres Stichting ASR Bewaarder Archimedeslaan 10 3584 BA Utrecht - 2 - Inhoudsopgave Verslag van het bestuur...

Nadere informatie

b. de soorten icbe s en beleggingsinstellingen die de beheerder van een icbe beheert of voornemens is te beheren.

b. de soorten icbe s en beleggingsinstellingen die de beheerder van een icbe beheert of voornemens is te beheren. Registratiedocument I Gegevens over de werkzaamheden van NN Investment Partners B.V. (de beheerder van een icbe) De werkzaamheden van de beheerder van een icbe, te onderscheiden in: a. de activiteiten

Nadere informatie

DE MINISTER VAN FINANCIËN, Gelet op de artikelen 2:104, eerste en tweede lid, en 4:7 van de wet; BESLUIT: ARTIKEL I

DE MINISTER VAN FINANCIËN, Gelet op de artikelen 2:104, eerste en tweede lid, en 4:7 van de wet; BESLUIT: ARTIKEL I Regeling van de Minister van Financiën van PM 2018, 2018- PM, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de aanpassing van het Nationaal regime naar aanleiding

Nadere informatie

Reactie NVP op de concept corporate governance code

Reactie NVP op de concept corporate governance code Reactie NVP op de concept corporate governance code 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen ( NVP ) maakt langs deze weg graag gebruik van de uitnodiging om te reageren op

Nadere informatie

Algemeen. 6. Publicatie Priciples De meest actuele versie van deze Principles of Fund Governance is te vinden op www.gilissen.nl.

Algemeen. 6. Publicatie Priciples De meest actuele versie van deze Principles of Fund Governance is te vinden op www.gilissen.nl. FUND GOVERNANCE Algemeen 1. Compliance functie Een directielid van de Beheerder is aangesteld als Compliance Officer. Deze ziet toe op de correcte naleving van: (i) de Prospectussen van de TG Fondsen;

Nadere informatie

Dutch Residential Fund V BV. Jaarrekening 2010

Dutch Residential Fund V BV. Jaarrekening 2010 Dutch Residential Fund V BV Jaarrekening 2010 Inhoudsopgave pagina Directieverslag 3 Jaarrekening 1. Ten geleide 4 2. Grondslagen van waardering van activa en passiva en van bepaling van het resultaat

Nadere informatie