BESCHIKKING. EX ARTIKEL 8.1 lid 1 WET MILIEUBEHEER (wijzigingsvergunning) Kenmerk: MA

Transcriptie

1 BESCHIKKING EX ARTIKEL 8.1 lid 1 WET MILIEUBEHEER (wijzigingsvergunning) Kenmerk: MA Betreffende een schildersbedrijf met opslag en verkoop van consumentenvuurwerk: Schildersbedrijf Wormgoor

2 Burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland, hebben besloten een wijzigingsvergunning te verlenen op grond van het bepaalde in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer (Wm) naar aanleiding van het op 11 juni 2007 ontvangen verzoek van Schildersbedrijf Wormgoor,, te Neede, voor een schildersbedrijf met de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk, gelegen op het adres te Neede, kadastraal bekend gemeente Neede, Sectie G, nummers 2229, 3297 en Soort inrichting : Schildersbedrijf met opslag en verkoop van consumentenvuurwerk Naam : Schildersbedrijf Wormgoor Postadres : Postcode en plaats : Adres inrichting : Postcode en plaats : Kenmerk : MA VERZOEK Het wordt van belang geacht de volgende bescheiden deel uit te laten maken van deze milieuvergunning: Aanvraagformulier, ingekomen 11 juni 2007; Plattegrondtekening bestaand, ingekomen 11 juni 2007; Plattegrondtekening nieuwe situatie, ingekomen 11 juni 2007; Uittreksel kadastrale kaart (situatieschets), ingekomen 11 juni 2007; Programma van eisen automatische sprinklerinstallatie/brandmeld- en ontruimingsinstallatie, nr. K.M.C /FK/A, ingekomen 11 juni 2007; Studieverslag Programma van Eisen, ANPI, nr. FID/4178V/PBE/07-122nl/P , gedateerd 9 mei 2007, ingekomen 11 juni PROCEDURE 2.1 Bekendmaking ontwerpbeschikking De procedure is uitgevoerd overeenkomstig hoofdstuk 13 van de Wet milieubeheer en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. De aanvraag is getoetst aan de criteria die zijn gesteld in artikel 8.8 van de Wet milieubeheer. De ontwerpbeschikking heeft van 3 oktober 2007 tot en met 13 november 2007 voor een ieder ter inzage gelegen. De ter inzage legging is gepubliceerd in het huis-aan-huisblad Achterhoek Nieuws. Binnen voornoemde termijn zijn geen zienswijzen ingebracht. De beschikking wijkt niet af van het ontwerp zoals deze ter inzage heeft gelegen. 2.2 Coördinatie Woningwet In de Wet milieubeheer en de Woningwet (Ww) zijn bepalingen opgenomen die de afstemming tussen de Wm-vergunning en de bouwvergunning regelen. Uit het verzoek om milieuvergunning blijkt niet dat ook bouwactiviteiten worden uitgevoerd waarvoor een bouwvergunning noodzakelijk is. Een afstemming tussen de Wm-vergunning en een bouwvergunning kan hierdoor buiten toepassing blijven. 2.3 Coördinatie Wet verontreiniging oppervlakte wateren De inrichting loost geen bedrijfsafvalwater waarop de Wet verontreiniging oppervlaktewateren van toepassing is. De coördinatieregeling volgens de artikelen 8.28 t/m 8.34 en hoofdstuk 14 van de Wm is niet van toepassing. Schildersbedrijf Wormgoor Pagina 2 van 6

3 3. BEDRIJFSGEGEVENS EN AANVRAAG 3.1 Situering De inrichting is gelegen binnen de dorpskern van Neede ( bestemmingsplan Dorp Neede ). In de directe omgeving van de inrichting zijn slechts woningen gelegen. De inrichting bestaat uit een bedrijfswoning met aanpandig een winkelruimte en een opslag/stallingsruimte voor schildersbenodigdheden, een magazijn en kantoorruimte. Inpandig is bovendien een tweetal vuurwerkbewaarplaatsen aanwezig, alsmede een bufferbewaarplaats. Er zijn voldoende parkeerplaatsen aanwezig voor bezoekers van de inrichting. 3.2 Bedrijfsactiviteiten Onderhavig bedrijf betreft een schildersbedrijf waar schildersbenodigdheden worden opgeslagen in magazijnruimtes en waar schilderwerkzaamheden in de bedrijfshal plaatsvinden. Bovendien is een winkelruimte aanwezig waar schildersbenodigdheden worden verkocht en waar producten voor woondecoratieve doeleinden zijn uitgestald. Daarnaast wordt vanuit de inrichting jaarlijks op de daartoe aangewezen tijden vuurwerk verkocht. De bedrijfshal wordt hiertoe ingericht als verkoopruimte. 3.3 Rechtsgeldige vergunningsituatie Voor onderhavige inrichting is door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Neede bij besluit van 23 december 1999 een oprichtingsvergunning in de zin van de Wet milieubeheer (Wm) verleend (kenmerk: Wmv-193). Vervolgens is op 15 mei 2001 (kenmerk: Wmm-99) en op 4 oktober 2001 (kenmerk: Wmm-105) een melding ex artikel 8.19 Wm ingekomen voor wijzigingen binnen de inrichting. Bij besluit van 21 oktober 2004 tenslotte is een wijzigingsvergunning (kenmerk: Wmv-296) door burgemeester en wethouders van Neede verleend. 3.4 Aanleiding voor de aanvraag Op 1 maart 2002 is het Vuurwerkbesluit in werking getreden. Het Vuurwerkbesluit beoogt de gehele keten van het invoeren, verhandelen, uitvoeren, opslaan, bewerken en afsteken van vuurwerk te regelen, met inbegrip van bepaalde vervoershandelingen van vuurwerk. Tevens is in het Vuurwerkbesluit geregeld in welke gevallen een meldings- of vergunningplicht geldt voor de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk. Op basis van de opgeslagen, c.q. op te slaan hoeveelheid vuurwerk, geldt voor onderhavige inrichting een vergunningplicht. Op grond van Bijlage I, categorie 3.5 onder a van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit ( Inrichtingen waar ontplofbare stoffen, preparaten of producten worden vervaardigd, bewerkt, verwerkt, verpakt of herverpakt, opgeslagen of overgeslagen ) is burgemeester en wethouders bevoegd gezag. Onderhavig verzoek richt zich op een wijziging van de opslag van vuurwerk. De wijzigingen kunnen als volgt worden omschreven: - het samenvoegen van de twee bestaande vuurwerkbewaarplaatsen tot één bewaarplaats; - het realiseren van een nieuwe inpandige vuurwerkbewaarplaats; - uitbreiding van de hoeveelheid consumentenvuurwerk (klasse 1.4s/1.4g) binnen de inrichting van 4.010kg naar 6.248kg. 3.5 Toekomstige ontwikkelingen Voor wat betreft de aard, omvang en werkwijze van/in de inrichting zijn op korte termijn (binnen drie jaar) geen wijzigingen voorzien. Ook worden er in de omgeving van de inrichting geen ontwikkelingen verwacht die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu (woonbebouwing of andere bebouwing, natuurontwikkeling, bestemmingsplanwijzigingen). 3.6 Geen strijd met andere regelgeving Op grond van artikel 8.9 van de Wm dienen wij er voor zorg te dragen dat de onderhavige vergunning niet in strijd is met de regels uit de Wm en met de regels uit de in de artikel 13.1, lid 2 van de Wm genoemde wetten. Voor zover ons bekend zijn voornoemde regels niet strijdig met deze vergunning. Schildersbedrijf Wormgoor Pagina 3 van 6

4 4. BEOORDELING MILIEURELEVANTE ASPECTEN 4.1 Algemeen De Wet milieubeheer omschrijft in de artikelen 8.8, 8.9 en 8.10 het toetsingskader voor de beslissing op de aanvraag. Hierna wordt aangegeven hoe de aanvraag zich tot het toetsingskader verhoudt. Wij beperken ons tot die onderdelen van het toetsingskader die ook daadwerkelijk op onze beslissing van invloed kunnen zijn. In verband met de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, merken wij het volgende op. Conform artikel 8.8 lid 1 Wet milieubeheer hebben wij bij de beslissing op de aanvraag betrokken: a. de bestaande toestand van het milieu, voor zover de inrichting daarvoor gevolgen kan veroorzaken; b. de gevolgen voor het milieu, mede in hun onderlinge samenhang bezien, die de inrichting kan veroorzaken, mede gezien haar technische kenmerken en haar geografische ligging; c. de met betrekking tot de inrichting en het gebied waar de inrichting zal zijn of is gelegen, redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu; d. de mogelijkheden tot bescherming van het milieu, door de nadelige gevolgen voor het milieu, die de inrichting kan veroorzaken te voorkomen, dan wel zoveel mogelijk te beperken, voor zover zij niet kunnen worden voorkomen; Ad a: Bestaande toestand van het milieu De inrichting kan gevolgen hebben ten aanzien van de bestaande toestand van het milieu. Onderhavig verzoek om vergunning, is ondermeer door het stellen van voorschriften, geen verslechtering van de bestaande toestand van het milieu te verwachten. De milieuhygiënische gevolgen wordt door middel van specifieke eisen tot een minimum beperkt. Op basis van de aanvraag kan geconcludeerd worden dat er geen verslechtering van de bestaande toestand van het milieu zal plaatsvinden Ad b: De gevolgen voor het milieu Vanwege het in werking zijn van de inrichting kunnen verschillende gevolgen voor het milieu ontstaan. Het gaat hierbij om de volgende milieuaspecten: Lucht; Geluid en trillingen; Bodem; Verruimde reikwijdte aspecten (afval- en emissiepreventie, energiebesparing, waterbesparing en afvalwater); Veiligheid. Onderliggend verzoek om milieuvergunning richt zich met name op bouwkundige aspecten. De bedrijfsvoering wordt niet zodanig gewijzigd dat een nadere beoordeling van milieuhygiënische aspecten als lucht, geluid en trillingen, bodem, afvalstoffen en afvalwater nader beschouwd dienen te worden. De voorschriften in de onderliggende vergunning waarborgen het belang van de bescherming van het milieu in voldoende mate. Ten aanzien van de opslag en verkoop van vuurwerk echter, is het Vuurwerkbesluit van belang, waar ook veiligheidsaspecten aan de orde zijn Ad c: Redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen Voor wat betreft de aard, omvang en werkwijze van/in de inrichting zijn op korte termijn (binnen drie jaar) geen wijzigingen voorzien. Ook worden er in de omgeving van de inrichting geen ontwikkelingen verwacht die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu (woonbebouwing of andere bebouwing, natuurontwikkeling, bestemmingsplanwijzigingen) Ad d: Maatregelen ter voorkoming of beperking van nadelige gevolgen In het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu worden aan de vergunning de voorschriften verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare tech- Schildersbedrijf Wormgoor Pagina 4 van 6

5 nieken worden toegepast. Ten aanzien van de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk is het Vuurwerkbesluit van belang. Voor de inrichting zijn bepaalde gedeelten van de voorschriften uit het Vuurwerkbesluit rechtstreeks van toepassing. 4.2 Vuurwerkbesluit Algemeen Het Vuurwerkbesluit, gepubliceerd op 29 januari 2002, geldt voor alle bedrijven binnen de keten van het invoeren, uitvoeren dan wel vervaardigen of assembleren, verhandelen, uitvoeren, opslaan, bewerken en afsteken van vuurwerk. Het Vuurwerkbesluit richt zich zowel op professioneel als consumentenvuurwerk. Voor inrichtingen die maximaal kg consumentenvuurwerk opslaan is de vergunningplicht vervallen en geldt een meldingsplicht. Onderhavige inrichting vraagt vergunning voor het opslaan van 6.248kg consumentenvuurwerk (klasse 1.4s/1.4.g). Voor de inrichting geldt derhalve een vergunningplicht Opslag consumentenvuurwerk Het vuurwerk wordt binnen de inrichting opgeslagen in een tweetal bewaarplaatsen en een bufferbewaarplaats, welke alle inpandig zijn gesitueerd. Volgens het Vuurwerkbesluit mogen in een inrichting waar tussen de kg en kg consumentenvuurwerk wordt opgeslagen ten hoogste twee bewaarplaatsen aanwezig zijn en één bufferbewaarplaats. In een bewaarplaats mag uitsluitend vuurwerk worden opgeslagen in de dichte, originele verpakking. Het ompakken van vuurwerk mag uitsluitend plaatsvinden in de bufferbewaarplaats. In de bufferbewaarplaats mag ten hoogste kg consumentenvuurwerk aanwezig zijn. In de verkoopruimte mag tijdens de openingstijden maximaal 250kg vuurwerk aanwezig zijn. Buiten de openingstijden moet dit vuurwerk in de daartoe bestemde opslagplaatsen worden bewaard. Ten aanzien van de bewaarplaats, de (buffer)bewaarplaats en de verkoopruimte zijn in het Vuurwerkbesluit doelvoorschriften gesteld die betrekking hebben op prestatie-eisen met betrekking tot de brandwerendheid van constructieonderdelen Brandbeveiligingsinstallatie De bewaarplaatsen en bufferbewaarplaats moeten aan bepaalde brandveiligheidseisen, gesteld in het Vuurwerkbesluit voldoen. Tevens dient voor onderhavige inrichting een automatische sprinklerinstallatie aanwezig te zijn. De brandbeveiligingsinstallatie moet zijn ontworpen, aangelegd, opgeleverd en onderhouden overeenkomstig een Programma van Eisen (PvE), opgesteld conform memorandum 60, getiteld: sprinklerinstallatie en brandmeldinstallatie in vuurwerkbewaarplaatsen en verkoopruimten voor consumentenvuurwerk volgens het Vuurwerkbesluit. Het Programma van Eisen moet zijn beoordeeld door daartoe op basis van EN door de Raad voor de Accreditatie geaccrediteerde inspectie-instelling. Uit het goedkeurend inspectierapport of het certificaat blijkt dat de brandbeveiligingsinstallatie voldoet aan het goedgekeurde PvE. Het PvE is door een dergelijke instelling goedgekeurd (zie bijlage Studieverslag Programma van Eisen ). Het Programma van Eisen, dat deel uitmaakt van deze vergunning, moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag, voordat met de aanleg van de brandbeveiligingsinstallatie wordt begonnen. Het programma van eisen is tevens voor advies voorgelegd aan de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG), afdeling Veiligheid. In het (mondelinge) advies van 27 september 2007 adviseert de heer Jansen van de VNOG: het programma van eisen goed te keuren; de maximale hoeveelheden opgeslagen consumentenvuurwerk op te nemen in de milieuvergunning. Bovengenoemd advies stelt tevens dat, gelet op de opgeslagen hoeveelheid consumentenvuurwerk in relatie tot de locatie van de inrichting, de noodzaak van een automatische doormelding naar de brandweer niet aan de orde is. Op 19 oktober 2007 en 14 november 2007 zijn de adviezen van de VNOG op schrift ingekomen. De adviezen van de VNOG hebben wij in onderhavige vergunning overgenomen Voorschriften en veiligheidsafstanden Ingevolge artikel van het Vuurwerkbesluit dient een inrichting waar meer dan kg consumentenvuurwerk wordt opgeslagen te voldoen aan de voorschriften die zijn opgenomen in bijlage 1 onder A, B en D van het Vuurwerkbesluit en aan de veiligheidsafstanden die van toepas- Schildersbedrijf Wormgoor Pagina 5 van 6

6 sing zijn ingevolge bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit. Uit de overgelegde bescheiden welke deel uitmaken van het verzoek om vergunning blijkt, dat aan de in bijlage 3 genoemde veiligheidsafstanden door toepassing van een mobiele vitrine en balie kan worden voldaan. 5. CONCLUSIE Gelet op bovenstaande overwegingen met betrekking tot de gevolgen voor het milieu die de inrichting kan veroorzaken, kan de aangevraagde vergunning als gevraagd worden verleend. De mogelijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen worden voorkomen dan wel tot een acceptabel niveau worden beperkt door de aan deze vergunning verbonden voorschriften/beperkingen die voortvloeien uit het van deze vergunning onderdeel uitmakende Programma van Eisen (PvE), alsmede door de voorschriften uit rechtstreeks werkende Besluiten (Vuurwerkbesluit). 6. BESLUITEN Burgemeester en wethouders van Gemeente Berkelland besluiten, gelet op de desbetreffende bepalingen van de Wet milieubeheer en de Algemene wet bestuursrecht, aan Schildersbedrijf Wormgoor voor de inrichting gelegen op het adres te Neede: de milieuvergunning te verlenen conform de aanvraag en bijgevoegde bescheiden; te bepalen dat de aanvraag en bijlagen onderdeel uitmaken van de vergunning; het Programma van eisen, getiteld: Programma van eisen automatische sprinklerinstallatie/brandmeld- en ontruimingsinstallatie, nr. K.M.C /FK/A, goed te keuren. Borculo, 19 november 2007 Burgemeester en wethouders van Berkelland, Namens deze, J.H. te Paske vergunningverlener Grondgebied/Milieu Schildersbedrijf Wormgoor Pagina 6 van 6