Begeleiding op maat als opmaat voor goed docentschap.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Begeleiding op maat als opmaat voor goed docentschap."

Transcriptie

1 Begeleiding op maat als opmaat voor goed docentschap. Liefde voor leren. Thesis Master Begeleidingskunde Transfergroep Rotterdam Marion Slabbers Januari 2014

2 Tekst behorend bij de afbeelding op het voorblad: De heroïek van de smekeling Een paradox die voor mij gelijk staat aan de kracht van de kwetsbaarheid. Een lerend vermogen dat moed vraagt. 2

3 Voorwoord In 2011 startte ik de master Begeleidingskunde in Nijmegen. Na de eerste fase rondde ik het gedeelte Supervisie en Professionele Coaching af. Inmiddels, ruim twee jaar verder, sta ik voor de afronding van het masterprogramma van de studie. Het bewijs hiervan ligt voor u, in de vorm van deze masterthesis. In deze thesis doe ik verslag van het onderzoek dat ik uitgevoerd heb in fase drie van deze studie. Het onderzoek was gericht op de begeleiding van nieuwe docenten in hun inwerkperiode in het HBO. Het onderzoek vond plaats bij één van de twee teams van de opleiding Sport Gezondheid en Management, behorende bij het Instituut Sport en Bewegingsstudies. Zonder de steun en input van een aantal mensen, was dit onderzoek nooit tot stand gekomen. Ik wil in de eerste plaats mijn dank uitspreken aan de docenten van team A van de opleiding SGM voor hun medewerking aan het onderzoek. Mijn opdrachtgever Frank Stöteler, bedank ik voor zijn positief kritische inbreng, gemengd met een dosis geraaktheid en humor. Ik liep altijd weer lachend de deur uit. Ik bedank mijn studiemaatjes Maria, Michiel, Wilma en Zizi. Met hen heb ik vele uurtjes samengewerkt. Zij zijn tijdens deze studie vrienden voor het leven geworden. Mijn thesisbegeleider Bert Coenen, bedank ik voor de deskundige en inspirerende begeleiding. Wim, Yulan en Helen, heel erg bedankt voor jullie geduld, stimulans en relativerende woorden. Bedankt voor alle tijd die jullie mij gunden in mijn studeerkamer. Ik hoop met deze thesis een bijdrage te leveren aan het lerende aspect binnen een professionele gemeenschap, specifiek gericht op het inwerken van nieuwe docenten binnen de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen. 3

4 Samenvatting De kwaliteit van het hoger beroepsonderwijs staat de laatste jaren erg in de belangstelling. Zowel het aantrekken van docenten als het opleidingsniveau van de docenten is een belangrijk thema (onderwijsinspectie, 2012), ook binnen de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Nieuwe docenten geven aan niet voldoende begeleid te worden bij de start van hun werkzaamheden in het hoger beroepsonderwijs. De directie van de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij signaleerde deze ontwikkeling en gaf mij de opdracht de begeleidingsbehoefte van nieuwe docenten binnen de ingezette koers van de professionele leergemeenschappen in de kaart te brengen. In het beleidsplan van de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (2012, p. 24) worden de verwachte resultaten van een professionele leergemeenschap genoemd: - Een permanente kwaliteitsverbetering van het niveau van de professionals die worden opgeleid. - Een verhoging van de studenttevredenheid en medewerkertevredenheid. - Een verhoging van de betrokkenheid van de leden van de professionele leergemeenschap. Het onderwerp van dit onderzoek is de begeleiding van startende docenten in het hoger beroepsonderwijs binnen een dergelijke professionele leergemeenschap. De centrale onderzoeksvragen werden als volgt geformuleerd: Wat hebben nieuwe docenten aan begeleiding nodig, om volwaardig te kunnen functioneren binnen het door de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen geformuleerde concept van een professionele leergemeenschap? Hoe geef je vorm aan begeleiding op maat van nieuwe docenten, om volwaardig te kunnen functioneren in een professionele leergemeenschap? Het onderzoek vond plaats in de periode van maart 2013 tot januari 2014 in één van de onderwijsteams van de opleiding Sport, Gezondheid en Management. Dit is één van de opleidingen van het Instituut Sport en Bewegingsstudies, onderdeel van de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij. Omdat het onderzoek naar het inwerken van nieuwe docenten gericht is op praktijkleren, past handelingsonderzoek binnen deze context. Dit type onderzoek is bijzonder geschikt voor het blootleggen en in beweging brengen van belemmerende patronen, collectief gedrag en andere fenomenen binnen organisaties. 4

5 Conclusies van dit onderzoek zijn: - Het huidige inwerkaanbod voor nieuwe docenten is onvoldoende afgestemd op de behoefte aan begeleiding om volwaardig te kunnen functioneren. - Nieuwe docenten ervaren weinig betrokkenheid en ondersteuning vanuit de organisatie bij het inwerken. - Docenten die niet ingewerkt worden zijn matig betrokken bij de organisatie. - Docenten ervaren weinig ondersteuning vanuit de organisatie bij het inwerken van nieuwe docenten. - Faciliteren van inwerken door het bieden van een begeleidingsaanbod op maat vormt de basis van een professionele leergemeenschap. - Begeleiding van nieuwe docenten vraagt om een voortdurend proces van afstemming op de leerbehoefte van de nieuwe docent. Dit behoeft monitoring. Dit proces kan vorm gegeven worden door regelmatige reflectie op het leerproces, de daarin ingebedde begeleidingsvorm en inhoud en op het gewenste resultaat. - Om vanuit individueel leren een collectief leerproces op gang te brengen is een voortdurend proces van monitoring, evaluatie en reflectie nodig. 5

6 Summary In recent years, the quality of higher professional education is drawing a lot of attention. Both the recruiting of new teachers as well as the level of education of teachers are important themes (Onderwijsinspectie, 2012), also at the Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. New teachers indicate that they do not receive sufficient coaching at the start of their employment in the higher professional education. The management of the faculty of Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (Health, Behaviour and Society) observed this development and gave me the assignment to map the coaching needs of new teachers within the organisational strategy of a professional learning community. Developing said professional learning communities has been declared as one of the key strategic pillars for the Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. In the long range Plan of the faculty of Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (2012, page 24), the expected outcome is described of the implementation of said professional learning community: - A continuous improvement of the standard of the professionals that are being trained - An increase in student and employee satisfaction - An increased involvement of the members of the professional learning community The coaching of new - higher professional education teachers participating in a professional learning community is the subject matter of this investigation. The key questions of this investigation have been formulated as follows: What coaching do new teachers need, to allow them to function fully within the concept of a professional learning community, as defined by the Hogeschool van Arnhem en Nijmegen? How to design customised coaching for new teachers, so as to allow them to fully function in a professional learning community? The investigation was conducted from March 2013 to January It was performed in one of the teaching teams of the school of Sport, Gezondheid en Management (Sport, Health and Management). This is one of the schools of the Institute of Sport en Bewegingsstudies (Sport and Motion Studies), which is part of the faculty of Gezondheid, Gedrag en Maatschappij. As the question of the investigation is focused on learning on the job from new teachers, action research is a fitting tool for this context. This type of research is very suitable to uncover and influence inhibiting patterns, collective behaviour as well as other phenomena within organisations. 6

7 Some conclusions of the investigation are: - The current mentoring offering is not sufficiently customised to the needs of the individual to allow him / her to function fully in the new organisation - New teachers experience little involvement and support of the organisation while growing into their new job - New teachers that do not receive training on the job often show limited involvement in the organisation - Fellow teachers experience little support from the organisation while providing training on the job for new teachers - To facilitate training on the job for new staff by offering customised mentoring and training opportunities forms the foundation of a professional learning community - Mentoring of new teaching professionals requires a continuous process to adapt to the needs of the new teacher. This requires monitoring. This process can be effected by frequent reflection on i) learning process, ii) the mentoring style, iii) the mentoring content and iv) the desired results - To evolve from individual learning to a collective learning process, it is required to continuously monitor, evaluate and reflect on the learning process 7

8 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Samenvatting 4 Summary 6 1. Probleemformulering Aanleiding Ontwikkeling van de onderzoeksvraag Mijn geraaktheid met het onderwerp Methodologisch kader Onderzoeksstrategie Onderzoeksfases Dataverzameling Context Onderzoekscontext Maatschappelijke ontwikkelingen t.a.v. het HBO De Hogeschool Arnhem en Nijmegen Geschiedenis van de opleiding Sport, Gezondheid en Management Theoretische context Inwerken Leren in (onderwijs-) organisaties Professionele leergemeenschappen Conclusie Onderzoeksuitvoering Themafase Kristallisatiefase Exemplarische fase Resultaten en conclusie Resultaten voor team A opleiding Sport Gezondheid en Management Betekenis van de onderzoeksresultaten voor de organisatie 42 8

9 5.3 Theoretische opbrengst Eindconclusie Persoonlijke reflectie 45 Bibliografie 47 Bijlagen in extern document 9

10 1. Probleemformulering In dit hoofdstuk beschrijf ik hoe de onderzoeksvraag is ontstaan en waar in de organisatie het onderzoek plaatsvond. 1.1 Aanleiding Ik werk als docent logopedie bij het Instituut Paramedische Studies, één van de instituten binnen de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen, zie het organogram (bijlage 1). Daarnaast begeleid ik nieuwe docenten binnen het Instituut Paramedische Studies, gedurende de start van hun werkzaamheden, totdat zij de pedagogisch-didactische scholing volgen. Ik heb, in samenwerking met de afdeling Human Resource, de instituutsdirectie, zittende en nieuwe docenten, een programma geschreven dat voorziet in een inleiding in didactische principes en werkvormen. Ook de onderwijsvisie van het instituut, de professionele dialoog over goed docentschap en intervisie komen aan bod. Vanuit de faculteitsraad van de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij bereikte mij de vraag om mee te denken over een verbetering van het inwerkproces voor docenten binnen de faculteit. Het inwerken van nieuwe docenten binnen de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen heeft momenteel de aandacht. In het kader van de professionele leergemeenschap, hebben we 2 of 3 sessies gehad met nieuwe docenten en eigenlijk was dat een compleet fiasco, omdat ze niet geïnteresseerd waren in de professionele leergemeenschap, ze waren alleen maar bezig met het overleven voor de klas... Docentschap, los van je inhoudelijke vakdeskundigheid, is een hele belangrijke. Constructivisme, hoe construeer je nieuwe kennis aan dat wat...(gebaart bouwen op elkaar), al dat soort dingen zijn uitermate belangrijk. En daar moeten we mensen zo goed mogelijk in begeleiden, anders knappen ze enorm af. En het is niet alleen dat docenten afknappen, de personele verantwoordelijkheid die je daar als faculteitsdirectie bij voelt, maar het gaat verder. Het gaat er ook om dat je je studenten te kort doet, als je niet gekwalificeerde c.q. beïnstrumenteerde docenten voor een groep zet. Daar doen wij het voor, dat zijn onze klanten. Dus moeten we ze zo optimaal mogelijk voorbereiden. (Faculteitsdirecteur, bijlage 4) 10

11 1.2 Ontwikkeling van de onderzoeksvraag De kwaliteit van het hoger beroepsonderwijs staat erg in de belangstelling de laatste jaren (het gebrek aan kwaliteit bij In-Holland, andere hogescholen in Nederland). Zowel het aantrekken van HBO-docenten als hun opleidingsniveau heeft de aandacht. Het blijkt moeilijk om gekwalificeerde HBO-docenten aan te trekken, zeker nu de maat is dat nieuwe docenten een Mastertitel of PhD moeten hebben. In mijn dagelijkse werkomgeving zie ik dat er mensen aangetrokken worden, die vervolgens vaak meteen in het onderwijs ingezet worden (als tutor, trainer, ontwikkelaar, examinator). Dit gebeurt onafhankelijk van hun didactische ervaring. Iedere opleiding heeft een eigen inwerkprogramma, dat op papier staat, maar in de praktijk niet voldoet aan wat de startende docent nodig heeft. Nieuwe docenten durven vaak niet veel vragen te stellen en gaan hun grenzen over, ten koste van hun eigen welbevinden en van de kwaliteit van het onderwijs. Ik zie zelf nieuwe docenten vol enthousiasme beginnen, maar ik schrik als ik zie hoeveel taken ze krijgen en hoe groot de taken zijn. Ik zie nieuwe docenten worstelen door gebrek aan didactische vaardigheden in combinatie met de veelheid aan organisatorische zaken die veel ruis veroorzaken. Hierdoor wordt hun plezier in dat waar ze voor kwamen minder. De richtlijn binnen de Hogeschool Arnhem en Nijmegen is om binnen twee jaar de didactische scholing succesvol afgerond te hebben. Nieuwe docenten verschillen in didactische ervaring, als ze met hun werk starten. Ligt hier een begeleidingsvraag? 1.3 Mijn geraaktheid met het onderwerp. In de gesprekken met alle betrokkenen rondom het thema inwerken, heb ik mijn eigen ervaringen als startend docent logopedie in 2008, meegenomen. Opmerkelijk is dat de ervaringen die ik indertijd heb opgedaan, niet anders lijken te zijn dan de ervaringen die startende docenten 20 jaar geleden opdeden. Startende docenten doen op het moment weer dezelfde ervaring op. Ik ben niet ingewerkt en ben vooral zelf op zoek gegaan naar informatie en hulp. Ik verwonder me over het feit dat er niets lijkt veranderen in het begeleiden van nieuwe docenten. Mijn liefde voor leren uit zich in de behoefte aan verdieping en verbreding van mijn eigen kennis en vaardigheden. Ik merk dat ik energie krijg als ik leer. Daarnaast boeit het leerproces van anderen me. Het begeleiden van mensen in een leerproces is een rode draad in mijn leven. In mijn betrokkenheid bij het leren van anderen, word ik gestuurd door liefde voor de ander, ook wel te begrijpen als wat Buber (1958) benoemt als de liefdevolle erkenning van de uniciteit van de ander, met aandacht voor wat er is en voor wat mag groeien. Quin (in: van den Nieuwenhof en de Weerdt, 2006) noemt dat succes in leerprocessen het gevolg is van liefde. Dit spreekt me erg aan. Ik verwonder mij over de vraag: waarom blijft dit patroon 11

12 van inwerken zich herhalen? Ik hoop met dit onderzoek bij te dragen aan een duurzame verandering in het inwerken van HBO docenten binnen de faculteit. In het beleidsplan van de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (2012, p. 23) wordt het vormen van een professionele leergemeenschap als belangrijk speerpunt genoemd. Deze professionele leergemeenschap wordt als volgt gedefinieerd: Een professionele leergemeenschap bestaat uit een groep studenten, docenten, onderzoekers en andere medewerkers die intensief met elkaar samenwerken gericht op het optimaal leren van alle deelnemers aan de leergemeenschap en gericht op het lerend vermogen van de organisatie. Ik krijg van de directeur van de faculteit de opdracht om binnen de faculteit onderzoek te doen naar het inwerken van startende docenten. Ik richt mij bij de start van mijn onderzoek op de vraag: Wat hebben nieuwe docenten aan begeleiding nodig, om volwaardig te kunnen functioneren binnen het door de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen geformuleerde concept van een professionele leergemeenschap? 12

13 2. Methodologisch kader In dit hoofdstuk beschrijf ik de methodische achtergronden van exemplarisch handelingsonderzoek. Ik ga in op de onderzoeksstrategie (2.1) en de onderzoeksfases (2.2). Daarna vertaal ik deze strategie naar de concrete methode van dataverzameling en analyse in dit onderzoek. Vervolgens beschrijf ik mijn begeleidingskundig handelen tijdens de verschillende fases van het onderzoek. Door dit te doen hoop ik een bijdrage te leveren aan de betrouwbaarheid, validiteit en waarde van dit onderzoek. 2.1 Onderzoeksstrategie Samen met een groep docenten van de opleiding Sport, Gezondheid en Management heb ik onderzoek gedaan naar de eerder beschreven onderzoeksvraag. Dit gebeurde in de vorm van exemplarisch handelingsonderzoek. Dit type onderzoek is bijzonder geschikt voor het blootleggen en in beweging brengen van belemmerende patronen, collectief gedrag en fenomenen binnen organisaties. Vaak worden dit soort fenomenen wel herkend, maar niet expliciet gemaakt of gethematiseerd. Zo blijft het fenomeen in stand. Bij exemplarisch handelingsonderzoek gaat het om het onderzoeken van mogelijkheden, het ontwerpen van nieuwe handelingsscripts en vervolgens het uittesten daarvan in de praktijk (Boog in: De Boer & Smaling, 2011 p. 59). Exemplarisch handelingsonderzoek is passend in de context, omdat de onderzoeksvraag gericht is op de dagelijkse praktijk en op praktijkleren. Dit onderzoek heeft een dialogisch hermeneutisch en een kritisch emancipatoir karakter. Het dialogisch hermeneutische karakter wordt duidelijk omdat er gezocht wordt naar betekenis van constructen en concepten die door de onderzoekers geformuleerd worden, met als doel elkaar te begrijpen. Het onderzoek heeft een kritisch emancipatoir karakter omdat het bijdraagt aan empowerment van een nieuwe docent en van het team waarbinnen de docent gaat functioneren. Ook de organisatie kan op een diepgaander niveau leren van het resultaat van dit onderzoek. Een belangrijke doelstelling van handelingsonderzoek is, naast bijdragen aan de theorievorming, empowerment, dat wil zeggen het bevorderen dat werknemers, burgers kunnen uitgroeien tot krachtige individuen of krachtige beroepsbeoefenaren (Coenen, 2009, p. 117). De onderzoekers zijn in staat hun handelen vorm te geven op basis van een, vanuit kritische reflectie ontwikkelde, verandering. Onderzoek toont aan dat handelingsonderzoek ertoe leidt dat docenten minder afhankelijk worden van aanwijzingen die externe experts aandragen (Ponte in: Boog, Slagter, Jacobs- Moonen & Meijering, 2005). Voor dit type onderzoek beschrijft Coenen (in: de Boer & Smaling, 2011) enkele kwaliteitseisen en kenmerken die ik heb toegepast in de onderzoeksuitvoering: 13

14 2.1.1 Wederkerige adequaatheid en validiteit Aan de adequaatheid van kennis droeg ik bij door de interpretaties, beschrijvingen en verklaringen terug te koppelen naar onderzochten en deze ter controle aan hen voor te leggen. In dit onderzoek heb ik van de meeste gesprekken een audio-opname gemaakt en van ieder gesprek een verslag geschreven. Deze verslagen heb ik de onderzoekers toegestuurd, met mijn interpretatie en vragen die bij me opkwamen. Hierdoor ontstond adequate kennis. Een dergelijk proces geeft vorm aan wederkerige adequaatheid. Omdat het bij dit type onderzoek gaat om een interpretatief proces is validiteit belangrijk. Ik heb gewerkt aan een valide en betrouwbaar resultaat door wederkerige adequaatheid in acht te nemen (Boog, Slagter, Jacobs-Moonen & Meijering, 2005) Triangulatie Een volgende belangrijke kwaliteitseis is het gebruik van triangulatie (Coenen, 2005). Triangulatie is een manier om informatie te analyseren en op geldigheid te toetsen, door deze met andere bronnen te vergelijken. Dit is van belang voor de geldigheid van de verkregen data. Ponte en van de Ven (z.d.) beschrijven verschillende vormen van triangulatie, waarvan ik er enkele heb toegepast. In de beschrijving van mijn begeleidingskundig handelingsproces (zie paragraaf 2.3) beschrijf ik dit nader Subject/subjectrelatie Naast eerder genoemde kwaliteitseisen is de subject-subjectrelatie van groot belang. Onderzochten zijn geen onderzoeksobjecten, maar medeonderzoekers wier expertise en kennis van even groot belang zijn als die van de onderzoeker. In plaats van het subject-object model, dat in klassiek onderzoek centraal staat, wordt uitgegaan van een subject-subject model. Dit veronderstelt een gelijkwaardige relatie tussen onderzoeker en onderzochten, onderling vertrouwen en een open communicatie of dialoog. Ik ben in gesprek gegaan vanuit een open, nieuwsgierige houding. Doordat ik de gegevens vastlegde en ter toetsing voorlegde aan de ander ontstond meer intersubjectiviteit. Als deze ontstaat, is er een voortdurende afstemming, die bijdraagt aan de validiteit en betrouwbaarheid. Omdat de verkregen data bij handelingsonderzoek vooral ontstaan vanuit de subjectieve beleving en interpretatie van ervaringen, is aandacht voor betrouwbaarheid en validiteit van groot belang Co-creatie Handelingsonderzoek is een co-creatief proces. Ik ging met verschillende medeonderzoekers in gesprek, verbond de verhalen met elkaar en verrijkte ze met input vanuit andere perspectieven, zoals bijvoorbeeld de theoretische concepten. Er was sprake van een proces waarin kennis delen en 14

15 nieuwe kennis creëren centraal stonden. De groep onderzoekers creëerde kennis in interactie met elkaar, een proces met een open einde. Met de medeonderzoekers ben ik op zoek gegaan naar gedeelde betekenisgeving, door wederzijdse interpretatie, herinterpretatie en reflectie. Hierdoor ontstond er nieuwe kennis die leidt tot verandering (Wierdsma, 2004) Kritische (zelf-)reflectie Vanuit het eerder genoemde principe van wederkerige adequaatheid ontstond (zelf-) reflectie bij de onderzoeker en de onderzochten. Er ontstond een proces van voortdurende reflectie op het eigen handelen, wat kennis oplevert. Deze kennis kan aan de basis liggen van nieuw handelen. 2.2 Onderzoeksfases In handelingsonderzoek zijn drie fases te herkennen: de themafase, de kristallisatiefase en de exemplarische fase (Boog, Slagter, Jacobs-Moonen & Meijering, 2005). Deze fases zijn niet strikt van elkaar te onderscheiden, maar vertonen veel overlap en een vloeiende overgang. Ik zal verduidelijken wat de onderzoeksfases bij een handelingsonderzoek inhouden. Binnen de themafase worden op basis van vertrouwelijkheid individuele gesprekken gevoerd met medewerkers op verschillende niveaus van de organisatie, die te maken hebben met het effect van het fenomeen en daarin een rol spelen. Van de gesprekken worden verslagen geschreven. Vanuit de gesprekken kunnen thema s ontstaan, die vervolgens in de onderzoeksgroep gepresenteerd en onderzocht worden. Hier spelen gelijkwaardigheid en wederzijdse adequaatheid een grote rol. Volgens Tromp (2004) gaat het hier over het betekenis geven aan wat de problematische situatie is en welke kernthema s daarbinnen spelen. In de kristallisatiefase wordt op zoek gegaan naar het centrale thema dat het meest verbonden lijkt met het fenomeen en er wordt toe gewerkt naar een blootlegging van de kern die het in stand houdt. Patronen en in stand houdende factoren staan in deze fase centraal. Tromp (2004) benoemt dat het hier gaat om de definiëring van de ongewenste situatie en van welke situatie als gewenst wordt bevonden. In de exemplarische fase wordt gekeken naar de kernwerking (het exemplaar) en wordt een handelingsplan opgesteld om de gestelde kern in beweging te krijgen. Het ontstaan ervan wordt daardoor steeds eerder herkend. Er kan vervolgens gericht worden ingegrepen in de vaste loop van het fenomeen. Omdat de werking van dit fenomeen binnen de organisatie letterlijk taal en bewustzijn heeft gekregen, zal dit een sterk signalerende werking kunnen hebben in vergelijkbare situaties. Hierdoor ontstaan nieuwe ervaringen, die op alle niveaus helpen transformeren naar een 15

16 gewenste cultuur. In deze fase is ook sprake van een voortduren evalueren, reflecteren en bijstellen van het plan (Tromp, 2004). 2.3 Dataverzameling Tijdens de verschillende onderzoeksfases heb ik mensen op verschillende plaatsen en van verschillende niveaus geïnterviewd. Hieronder geef ik aan hoe ik de verzameling van informatie in het onderzoek, tijdens de themafase, de kristallisatiefase en de exemplarische fase heb vormgegeven. In bijlage drie staat de verantwoording van de contactmomenten. Slenteren Ik ben me aanvankelijk gaan oriënteren binnen de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij. Maas (2011) noemt dit slenteren. Het doel van dit slenteren, was de ontmoeting. Ik wilde luisteren, proeven aan hoe het onderzoeksonderwerp leeft en hoe mensen op verschillende plekken binnen de faculteit over dit onderwerp denken en spreken. Ik had gesprekken met instituutsdirecteuren, onderwijsmanagers, docenten en studenten. Deze gesprekken vonden plaats van maart tot juli Het slenteren vond in een later stadium ook plaats bij de opleiding Sport, Gezondheid en Management. Ik informeel met studenten en had gesprekken met de diverse medeonderzoekers bij het koffiezetapparaat. Ik zorgde ervoor ruim de tijd te hebben vóór of na een afspraak om informeel aanwezig te kunnen zijn en te observeren. Interviews Voor dit onderzoek voerde ik oriënterende individuele gesprekken met opleidingsmanagers, instituutsdirecteuren, nieuwe docenten en studenten van de faculteit. Binnen de specifieke onderzoekscontext van team A van de opleiding Sport, Gezondheid en Management, had ik individuele gesprekken met de instituutsdirecteur en negen docenten, van wie er één de teamleider is. Observatie Ik observeerde tijdens individuele gesprekken, tijdens groepsbijeenkomsten en tijdens mijn deelname aan teamoverleggen van team A van Sport, Gezondheid en Management. Ook informele momenten leverden observatiedata op. Focusgroep Een groot deel van de docenten die ik individueel gesproken heb, maakte deel uit van de focusgroep. Met deze groep vond drie keer een bijeenkomst plaats. 16

17 Begeleidingskundig handelingsproces Gedurende dit onderzoek heb ik mijn begeleidingskundig handelen vorm gegeven door in de gesprekken aan te sluiten bij de ander, de aandacht op hem te richten, vertrouwen te hebben, open te zijn en wederzijdse emotionele betrokkenheid te voelen (Boog, Slagter, Jacobs-Moonen & Meijering, 2005). Om recht te doen aan het principe van wederzijdse adequaatheid heb ik voortdurend getracht om vanuit een niet wetende houding open vragen te stellen en me te laten verrassen door de ander. Daarbij checkte ik of dat, wat ik dacht gehoord te hebben, klopte met wat de ander had willen zeggen. Methodische triangulatie vond plaats door verschillende vormen van dataverzameling toe te passen (interviews, observatie, toevallige gesprekken en documentanalyses). Onderzoekertriangulatie kreeg vorm doordat de medeonderzoekers, onafhankelijk van elkaar de data analyseerden en interpreteerden. Ik heb gebruik gemaakt van theoretische triangulatie door de informatie uit de gesprekken te verrijken met theorie vanuit de bedrijfskunde, veranderkunde, organisatiekunde, begeleidingskunde, filosofie, ethiek en pedagogiek. Intervisiebijeenkomsten met mijn peergroep, thesisbegeleider en critical friends binnen de Hogeschool Arnhem en Nijmegen hebben bijgedragen aan de verrijking van de resultaten. Ik heb de medeonderzoekers hun verhalen en ervaringen met betrekking tot inwerken laten vertellen en vanuit positieve waardering uitgenodigd te komen tot het formuleren van een wens, als onderliggende visie op het onderwerp van het onderzoek, namelijk inwerken. Vanuit het principe van Appreciative Inquiry ( Masselink & van den Nieuwenhof, 2008) hebben we de stadia doorlopen van: benoemen van het kernthema (inwerken), ontdekken van successen (wat waardeer je in jouw inwerkproces?), verbeelden van de toekomst (beeld van de optimale situatie), ontwikkelen van alternatieven (wat zou daarvoor nodig zijn?) en bestemming bereiken (wat gaan we daaraan doen?). In de gesprekken en de bijeenkomsten heb ik getracht door het stellen van trage vragen te komen tot verdere verdieping van de onderzoeksvraag. Deze vragen appelleren niet alleen aan oplossingen, maar ook aan duiding en zingeving. Beantwoording ervan doet niet zozeer een beroep op professionele expertise, maar op existentiële overtuigingen en persoonlijke moed. Het echt onder ogen zien van deze vragen vergt een existentieel leerproces, dat een beroep doet op het hart van de persoon, en daarmee op diens verankering in zingevende tradities en diens bereidheid om daarnaar te luisteren in morele en existentiële dilemma s (Kunneman, 2005, p.15). 17

18 3. Context In dit hoofdstuk beschrijf ik allereerst binnen welke context dit onderzoek plaatsvindt (3.1). Vervolgens belicht ik de verschillende theoretische concepten, die centraal staan in dit onderzoek (3.2). 3.1 Onderzoekscontext De ontwikkelingen op maatschappelijk gebied en het beleid van de organisatie bepalen voor een groot deel hoe opleidingen hun onderwijs organiseren en in welke vorm er door docenten en studenten geleerd wordt. Daarom beschrijf ik in de volgende paragrafen achtereenvolgens de maatschappelijke context (3.1.1) van het onderzoek, de organisatie de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (3.1.2), de opleiding Sport, Gezondheid en Management (3.1.3), waartoe het onderzoeksteam behoort Maatschappelijke ontwikkelingen t.a.v. het HBO Het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap en de onderwijsinspectie geven aan dat het studierendement (kortere studieduur en minder uitval) omhoog moet en dat de studenttevredenheid omhoog moet, kwaliteitsborging en niveaubewaking beter moeten, er meer diversiteit moet komen in de instroom in de opleidingen, meer studenten het eindniveau moeten behalen en dat de opleidingen uitdagender moeten (Onderwijsinspectie, 2012). In de politiek en op hogescholen wordt momenteel volop gesproken over het ontwikkelen van een kwaliteitsregister voor HBO-docenten. Professionalisering door deskundigheidsbevordering, waardoor de kwaliteit van onderwijs gewaarborgd wordt lijkt een goede toekomstontwikkeling. Internationale voorbeelden laten zien dat een hoge opleiding voor leraren loont. Goed presterende onderwijslanden kenmerken zich onder meer door het grote belang dat ze hechten aan de doorlopende professionele ontwikkeling van hun leerkrachten (Onderwijsinspectie, 2013). Het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap stelt steeds scherpere eisen aan kwaliteit van professionaliteit, te zien in bijvoorbeeld de prestatieafspraak om in % master of PhD gekwalificeerde docenten in huis te hebben. De aanname is dat een stijgend kwalificatieniveau van de docent leidt tot een stijgend niveau van onderwijs. In navolging van het WO heeft het HBO de basiskwalificatie didactische bekwaamheden ingevoerd. Een HBO-docent wordt geacht binnen de eerste twee jaar aanstelling zijn didactische bevoegdheid te behalen. In hetzelfde verslag lees ik dat er ondersteuning nodig is voor beginnende leraren. Al is een leraar met een diploma startbekwaam, 18

19 het dagelijks lesgeven leert hij in hoge mate in de praktijk. Scholen zouden gericht aandacht moeten hebben voor deze startfase. (Onderwijsinspectie, 2012) De Hogeschool Arnhem en Nijmegen De Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) formuleert in haar instellingsplan van (2012, p.62) een strategie waarin kwaliteit centraal staat. Dit zelfde document beschrijft het streven van de organisatie om in % masteropgeleide en gepromoveerde docenten te hebben. De maatschappelijke opdracht (missie) van de hogeschool is studenten op een hoog niveau opleiden en beantwoorden aan de vraag naar hooggeschoolde, innovatieve en ondernemende mensen (Instellingsplan, 2012). De volgende kernwaarden worden benoemd in het Instellingsplan : Onderwijsleergemeenschappen De vorm waarin dit onderwijs aangeboden wordt is de onderwijsleergemeenschap. Het wordt georganiseerd in voor de studenten herkenbare entiteiten en in gebouwen en een omgeving die de identiteit uitstralen van het beroep waar we voor opleiden. Docenten en medewerkers voelen de ruimte om eigenaar van het onderwijs te zijn en geven mee vorm aan die eigen identiteit. We vragen van studenten inzet, eigen verantwoordelijkheid en de wil om ook het beste uit zichzelf te halen. We bieden aanvankelijk structuur, maar willen dat studenten op enig moment het heft in eigen hand nemen. Onderzoek hoort bij ons en krijgt een natuurlijke plek in wat we doen. Onderzoek: praktijkgericht en innovatief Onderzoek innoveert en verbetert de beroepspraktijk, wat 'materiaal' oplevert voor verbetering van het onderwijs aan de toekomstige beroepsbeoefenaren. HAN-kwaliteitskeurmerk We zetten de komende jaren een duidelijk HAN-kwaliteitskeurmerk neer en beloven dat ons onderwijs over de hele linie aan dat keurmerk voldoet. Daarmee creëren we een brede basis van goed bacheloronderwijs. Een aantal medewerkers van de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij schrijft een document ter operationalisering van het concept professionele leergemeenschappen (bijlage 5). 19

20 In de volgende paragraaf beschrijf ik hoe de opleiding Sport, Gezondheid en Management, de opleiding waar het onderzoek plaatsvindt, ontstaan is. Om de plaats van de opleiding binnen de organisatie te duiden, verwijs ik naar het organogram (bijlage 1) Geschiedenis van de opleiding Sport, Gezondheid en Management De opleiding Sport, Gezondheid en Management is onderdeel van het Instituut voor Sport en Bewegingsstudies. Het instituut is één van de vier instituten die behoren tot de faculteit Gezondheid Gedrag en Maatschappij (zie organogram bijlage 1). In het meerjaren beleidsplan van Instituut voor Sport en Bewegingsstudies Vitaal Onderwijs in beweging (bijlage 6) staat het volgende over de geschiedenis van de opleiding: Het instituut is ontstaan vanuit initiatieven uit de paramedische en sociaalagogische opleidingen binnen de faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen; waarbij de focus lag op de bevordering van een gezonde leefstijl en meer bewegen. In 2002 start de opleiding Sport, Gezondheid en Management met drie uitstroomprofielen: Sport Management, Health Promotion en Sport, Gezondheid en Management integraal. In 2006 volgt de start van de opleiding tot Leraar Lichamelijk Opvoeding 1 e graad In 2008 gaat Sport- en Bewegingseducatie van start met twee afstudeerprofielen: Sport en Leisure Management en Sporten Bewegingsagogiek. In 2011 vindt er een ingrijpende organisatieombouw plaats, die leidt tot een herverdeling van medewerkers over tien teams: Vijf onderwijsteams, elk verantwoordelijk voor de eerste tweeënhalf jaar van een opleiding: waarvan er twee behoren tot de opleiding Sport Gezondheid en Management, twee tot de opleiding tot Leraar Lichamelijke Opvoeding en één tot de opleiding Sport- en Bewegingseducatie. Vijf expertiseteams, elk werkend op een specifiek expertisegebied en verantwoordelijk voor onderwijs in de laatste anderhalf jaar van elke opleiding en voor onderzoek en dienstverlening. Het betreft de expertisegebieden Talent Identification & Talent Development, Sports Economics & Strategic Sport Management, Health & Performance, Lifestyle & Health Promotion, Sports & Exercise Nutrition. De serviceorganisatie, ingericht naar de drie opleidingen 20

21 Team A Het onderzoek vindt plaats binnen team A. Dit team is één van de twee onderwijsteams van Sport, Gezondheid en Management. In de vorm van een onderwijsteam bestaat team A twee jaar. Het team bestaat uit 12 docenten, van wie er één teamleider is. De langstwerkende docent is de teamleider, die vanuit docentschap een leidinggevende functie heeft gekregen. Zij werkt vijf jaar bij de opleiding en is daarmee de langstwerkende docent van team A. De laatst aangestelde docent heeft een jaarcontract sinds september 2013, na twee korte periodes werkzaam te zijn geweest bij team A. 3.2 Theoretische context In mijn zoektocht naar praktijktheorieën met betrekking tot de onderzoeksvraag, heb ik voorafgaand en tijdens het onderzoek literatuur gebruikt. Ik heb me gericht op literatuur die richting geeft aan begripsvorming over inwerken (3.2.1), leren in (onderwijs-) organisaties (3.2.2) en professionele leergemeenschappen (3.2.3). Ik heb gekozen voor deze concepten omdat zij nodig zijn om de onderzoeksvraag in een bredere theoretische context te kunnen plaatsen en de input te verwerken tijdens het onderzoeksproces Inwerken De begeleiding van startende docenten vindt in eerste instantie plaats in de introductie en inwerkperiode. Vanuit dat vertrekpunt, met de input die de medeonderzoekers leverden over hun inwerkervaringen, ben ik op zoek gegaan naar informatie over inwerken in het HBO. Inwerken in het HBO Eerder onderzoek In opdracht van het sectorbestuur Onderwijsmarkt en de Stichting Mobiliteitsfonds HBO is er een brochure (IVA Beleidsonderzoek en Advies, 2006) ontstaan over het inwerken van nieuwe docenten in het HBO. De aanleiding voor het onderzoek was de ontwikkeling van vergrijzing van het onderwijspersoneel, waardoor een grote behoefte ontstond aan nieuwe docenten. In deze brochure lees ik dat er een onderzoek gedaan is binnen enkele HBO-instellingen, waaronder de Hogeschool Arnhem en Nijmegen, waarin een aantal aanbevelingen gedaan wordt met concrete suggesties voor de invulling hiervan. Ik herken in de beschrijving van de problematiek en van de gewenste situatie de verhalen van de docenten die ik spreek. De inhoud van deze brochure zou een grote rol kunnen spelen in het vervolg van het onderzoek. Hier wordt namelijk ook beschreven dat er een inwerkaanbod is op de verschillende opleidingen, maar dat de kwaliteit ervan onvoldoende is. Dat 21

22 het niet aansluit bij de behoefte. Maar wat is de behoefte van deze onderzoeksgroep? Verder wordt er beschreven dat er onvoldoende afstemming is op de behoefte van de individuele starter (maatwerk) en dat de professionalisering van de startende docent nog onvoldoende samenhangt met het strategisch beleid. De visie op leren en ontwikkelen van startende docenten wordt benoemd als te weinig zichtbaar in de organisatie. In de nieuwsbrief van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (Hannovatie, november 2013) wordt verwezen naar de Lerarenagenda (Rijksoverheid, 2013) waarin het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap o.a. het belang van een goed beschreven en inhoudelijk op maat geschreven inwerkprogramma voorstaat. Conclusie: Op basis van de in de brochure (2006) geschreven aanbevelingen is er nog weinig veranderd binnen de Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Om inwerken in organisatorisch perspectief te kunnen plaatsen, heb ik mij vervolgens gericht op het bedrijfskundige aspect van inwerken. De inwerkfase van nieuwe medewerkers, wordt in de literatuur bekeken vanuit het perspectief van personeelsmanagement. Inwerken vanuit bedrijfskundig perspectief In bedrijfskundige literatuur over inwerken wordt een onderscheid gemaakt tussen introductie en inwerken. Met de introductie wordt de eerste opvang bedoeld en vervolgens de gewenning aan de nieuwe functie. Inwerken is gericht op de verschillende aspecten van een functie of taak (Guiver- Freeman, 2008). Introductiebeleid Ardts (in: Kluytmans, 2005) schrijft over het belang van een introductiebeleid in een organisatie. Hij benoemt wat het investeren in dit beleid oplevert aan kwaliteit voor de medewerker en de organisatie, maar ook welke risico s het inhoudt voor de werknemer en de organisatie, wanneer er niet ingezet wordt op introductiebeleid. Redenen om je in te zetten voor een goed introductiebeleid: uitstralen van interesse in de nieuwkomer, het gevoel geven welkom te zijn en gewaardeerd te worden, blijk geven van het belang van goed functioneren van de nieuwkomer en hier inzet voor te tonen, de nieuwkomer is sneller inzetbaar (gemiddeld twee maanden eerder dan niet gestructureerd ingewerkte medewerkers), het overbrengen van verwachtingen rondom competenties van werknemers, je blijft als organisatie alert je imago en bedrijfscultuur, communicatie over waarden en normen binnen de organisatie, verkleinen van de kans op vroegtijdig vertrek en suboptimale werkprestaties, 70% van de werknemers is na drie jaar nog in dienst na het doorlopen van een gestructureerd introductieprogramma. Hier wordt introductie gezien als een onderdeel van de socialisatie van de werknemer binnen het bedrijf. Er worden verschillende socialisatietactieken 22

23 benoemd die zich bevinden tussen twee uiteinden; geïnstitutionaliseerde en geïndividualiseerde socialisatie. Er worden drie typen introductiebeleid beschreven; overlaten, faciliteren en overnemen. Als metafoor voor overlaten noemt Ardts de ontdekkingsreis, een reis zonder georganiseerde aspecten. Faciliteren ziet hij als een zelf georganiseerde reis waarbij van tevoren bij de reisorganisatie reisadviezen, routekaarten en dergelijke ingewonnen zijn. Overnemen vergelijkt hij met de geheel door een reisorganisatie georganiseerde en verzorgde reis. Omdat ik nieuwsgierig werd naar de resultaten van inwerken, ging ik op zoek naar literatuur over diverse inwerkvormen en de resultaten hiervan. Sink or swim beleid (Ardts in: Kluytmans, 2005) Ardts spreekt over verschillende vormen van inwerkbeleid. Hij ziet deze als een vorm van socialisatie. De geïndividualiseerde socialisatie (sink or swim beleid) is de aanpak waarbij de nieuwkomer zelf volledig verantwoordelijk is voor zijn eigen introductie. De faciliterende socialisatie is de vorm waarin de organisatie en de nieuwkomer gedeelde verantwoordelijkheid dragen voor de introductie. De geïnstitutionaliseerde socialisatie (tell and sell) is de aanpak waarbij de verantwoordelijkheid voor de introductie volledig bij de organisatie ligt. Het doel van introductie is volgens Ardts het versnellen en bevorderen van het in- en aanpassingsproces van nieuwkomers, met als uitgangspunt de kloof tussen de organisatie en de nieuwkomer te overbruggen, zowel vaktechnisch als cultureel. Het gaat om het leren van wat er verwacht worden op het gebied van functie-uitoefening en van hun optreden in de organisatie als geheel. Type 1, type 2 en type 3 beleid Onderzoek (Ardts in: Kluytmans, 2005) laat zien dat inwerken die volgens type 1 beleid (overlaten), proactieve, zelfredzame nieuwkomers oplevert, die innovatief werkgedrag laten zien en zich gematigd betrokken voelen bij de organisatie. Type 2 (faciliteren) introductiebeleid ontwikkelt bij nieuwkomers zowel innovatief rolgedrag als een sterke binding met de organisatie. Bij type 3 (overnemen) leidt tot een sterk gevoel van binding met andere nieuwkomers en de organisatie, maar ook tot minder innovatief rolgedrag dan nieuwkomers, die een minder gestructureerde introductieperiode meemaken. Trainingsprogramma Nickels, Mc Hugh & Mc Hugh (2012) beschrijven het belang van het aanbieden van trainingsprogramma s aan (nieuwe) medewerkers, omdat veranderingen, innovaties en nieuwe 23

24 technologieën van voortdurende invloed zijn op de werkplek. De term training en ontwikkeling omvat alle pogingen om het functioneren van werknemers te verbeteren en daarmee de kwaliteit van hun werk. Een goed opgezet trainingsprogramma leidt vaak tot langer in de organisatie blijven, toename van de productiviteit en meer werkplezier en tevredenheid. Training is gericht op korte termijn skills, terwijl ontwikkeling gericht is op lange termijn competenties. Beide varianten vragen drie stappen: 1. In kaart brengen van de behoefte van de organisatie in relatie tot de vaardigheden van de werknemer om de trainings- en ontwikkelingsbehoefte te bepalen 2. Ontwerpen van een trainingsaanbod om aan te sluiten bij de vastgestelde behoefte 3. Evaluatie van de effectiviteit van de training Conclusie: Uit het bovenstaande wordt duidelijk hoe groot het belang is van het vinden van de juiste maat van begeleiding. Het belang van inwerken, ondersteunt de zoektocht naar een passende vorm. Het gaat om het faciliteren van leren, door de nieuwkomer te verwelkomen, optimaal gebruik te maken van zijn expertise en hierdoor zijn/haar betrokkenheid bij de organisatie te vergroten. Omdat in de voorgaande theoretische concepten gesproken wordt over het welkom heten en het belang van de opname in nieuwe context, heb ik me verdiept in literatuur die input levert over socialisatie in organisaties in relatie tot socialisatie in een gezin. Inwerken als socialisatieproces Kampen (2011) legt de link tussen leiderschap in organisaties en opvoeden en tussen opvoedingsklimaat en organisatieklimaat. Opvoeden kan een belangrijke inspiratiebron zijn voor het begrijpen van stagnerende veranderprocessen in organisaties. Hij heeft het in zijn concept over de parallel tussen verwaarlozing in opvoedkundige termen en verwaarlozing in organisaties. Hij benoemt verwaarlozing in opvoeding als gevolg van gebrek aan bewustzijn en kennis bij de opvoeders, gebrek aan bekwaamheid, gebrek aan bereidheid om in te gaan op de behoeften van het kind en gebrek aan beschikbaarheid van de opvoeders. In verwaarloosde organisaties ontbreekt een relatie van wederzijdse bereikbaarheid. Conclusie: om groei van een nieuwe docent te faciliteren is een basishouding van beschikbaarheid en bereidheid tot faciliteren van leren nodig. Er is een parallel tussen socialisatie in het opvoedingsproces en in het inwerkproces in een organisatie. De start van de relatie tussen de nieuwe docent en de organisatie is bij het introductie- en inwerkproces. 24

25 Ardts (in: Kluytmans, 2005) benoemt het welkom heten als onderdeel van de introductie van een nieuwe medewerker. Ik lees over het opnemen van mensen in een groep de volgende theorie. Weisfelt (2006) schrijft over het proces van opnemen in de groep, waarbij er sprake is van oerkrachten van onze biologische/psychologische bepaaldheid. Dit uit zich door het proces van verbinden met elkaar en het stimuleren van anderen zich bij het systeem te voegen. Zo ontstaan gezinnen, familiesystemen, sociale en professionele samenwerkingsverbanden. Het belang om erbij te horen heeft direct te maken met het onbewuste dat men alleen niet zal kunnen overleven. Het opnemen in dit systeem is geen vanzelfsprekendheid. Er wordt afgetast of de nieuwkomer wordt toegelaten of niet. In de beschrijvingen van de teamleider hoor ik dat dit proces al gaande is tijdens de sollicitatieprocedure. Weisfelt benoemt ook dat het voor het binnentredende lid van belang is dat er aandacht besteed wordt aan zijn komst. Eén van de eerste bijdragen aan de betrokkenheid is het welkom. Er worden in eerste instantie mensen met inhoudelijke expertise gezocht. Er worden bij SGM zowel mensen met, als mensen zonder didactische achtergrond aangenomen. Optimaal is natuurlijk beide in één persoon, maar dat is soms niet mogelijk. In een sollicitatiegesprek wordt dan wel duidelijk of iemand geschikt lijkt voor het onderwijs. Die inschatting wordt gemaakt op basis van de interactie die tijdens het gesprek ervaren wordt. Weet iemand je al pratend te boeien, bijvoorbeeld, maar ook wat weet iemand te vertellen over wat hij heeft gedaan. Zou het er in kunnen zitten, daar maak je dan een inschatting van. Dat bepaal je niet op intuïtie, het zijn wel benoembare dingen, waarover gesproken wordt. (Teamleider Sport Gezondheid en Management, bijlage 7) Conclusie: De nieuwe docent zal de behoefte hebben deel uit te maken van de groep, waarbinnen hij werkzaam wordt. Daarbij komt dat de organisatie de taak heeft de nieuwkomer deel te maken van het nieuwe professionele samenwerkingsverband. Het gaat dus om het aangaan van een professionele relatie. In het volgende deel beschrijf ik hoe deze relatie in leerprocessen speelt. Leren in relatie Zoals de eerdergenoemde Kampen (2011) het heeft over bereikbaarheid en beschikbaarheid van de organisatie, zo schrijft Baart (2001) over beschikbaarheid, presentie en nabijheid in de relatie. Bij presentie noemt hij dat deze vooral betekenisvol is voor mensen die (nog) geen deel uit maken van de gemeenschap. Het inzicht dat een persoonlijke relatie een belangrijke voorwaarde is om gedragsveranderingen te bewerkstelligen is algemeen geaccepteerd in de organisatiekunde (Schön in: Kampen, 2011). Buber (1958) spreekt over `Ich werde am Du. Ik vertaal dit in: mijn mens-zijn ontwikkelt zich in de relatie en de ontmoeting met de ander. 25

26 Conclusie: Om een verandering in een organisatie te bewerkstelligen is een persoonlijke relatie belangrijk. Deze relatie moet gebaseerd zijn op bereikbaarheid, beschikbaarheid, presentie en nabijheid. Ik beschrijf in de volgende paragraaf hoe deze relatie zich verhoudt tot het leren in onderwijsorganisaties Leren in (onderwijs-) organisaties Om inwerken vanuit het concept leren te bestuderen, geef ik hieronder weer wat de literatuur beschrijft over leren in organisaties. Ik beschrijf hoe individueel leren zich verhoudt tot collectief leren en de betekenis van deze processen voor een (onderwijs-) organisatie. Collectief leren Wierdsma en Swieringa (2011) schrijven over het leren van organisaties. Een organisatie leert als de gedragsverandering van de ene persoon effect heeft op het gedrag van andere individuen. Hier wordt gesproken over het leervermogen van de organisatie. Individuele bekwaamheid leidt niet vanzelf tot collectief leervermogen. Er worden drie niveaus van leren beschreven; enkelslag leren (als collectief leren leidt tot verandering van regels), dubbelslag leren (niet alleen regels, maar ook achterliggende inzichten op het gebied van collectief weten en begrijpen zijn aan de orde) en drieslagleren (essentiële principes van de organisatie komen ter discussie te staan, de missie, de identiteit van de organisatie). Drieslagleren wordt gezien als het ontwikkelen van nieuwe principes, nodig om de volgende fase in te kunnen gaan. Conclusie: Een organisatie is een lerende organisatie, wanneer het individuele leerproces dient als basis voor het leren van de organisatie. Voor mij een impuls om te onderzoeken wat de organisatie kan leren van de ervaringen van docenten op het gebied van inwerken. Over het leren van docenten in onderwijsorganisaties lees ik het volgende. Dialoog Palmer ( 2005) benoemt, bij het leren van de organisatie, het belang van de dialoog over onderwijs tussen de docenten. Hij beweert dat het een professionele verplichting is van een onderwijsinstelling, om de deelnemers in de gemeenschap te betrekken bij die dialoog. Dat het niet een vrijblijvende optie is voor individuele docenten, op zoek naar steun en groeiopties. Lesgeven in afzondering is in zijn optiek een belemmering in het vervullen van de opdracht van de onderwijsinstelling. Door geen ruimte te bieden aan het professionele gesprek over de 26

- Iemand moet zich welkom/thuis voelen. Hoe maak je kennis, wie is hiervoor verantwoordelijk?

- Iemand moet zich welkom/thuis voelen. Hoe maak je kennis, wie is hiervoor verantwoordelijk? Concrete handelingsvoorstellen opleidingen Algemeen Belangrijk bij inwerken: - dat de starter zich welkom voelt - dat het de productiviteit bevordert - dat het onnodige fouten voorkomt Als basis voor een

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving

Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving Jouw ervaring Neem iets in gedachten dat je nu goed kunt en waarvan je veel plezier hebt in je werk: Vertel waartoe je in staat bent. Beschrijf

Nadere informatie

MANIFEST BEROEPSONDERWIJS: ONDERWIJS VOOR HET LEVEN!

MANIFEST BEROEPSONDERWIJS: ONDERWIJS VOOR HET LEVEN! MANIFEST BEROEPSONDERWIJS: ONDERWIJS VOOR HET LEVEN! > WAAROM? > WIE WE ZIJN INHOUD > WAAR WE IN GELOVEN > WAT WE BEOGEN 6 THEMA S 1. DE BEDOELING VOOROP > 2. LEER-WERK-LEEF > 3. LIEFDE VOOR LEREN > 4.

Nadere informatie

Maak je eigen professionaliseringsplan!

Maak je eigen professionaliseringsplan! DAG VAN DE LERAAR 5 OKTOBER 2013 Maak je eigen professionaliseringsplan! Een minicursus Sectorraad Hoger Onderwijs CNV Onderwijs Academie Maak je eigen professionaliseringsplan! 1. Inleiding In de CAO

Nadere informatie

ONDERZOEK ALS EFFECTIEVE INTERVENTIE OM DE PRAKTIJK TE VERSTERKEN MARCO SNOEK

ONDERZOEK ALS EFFECTIEVE INTERVENTIE OM DE PRAKTIJK TE VERSTERKEN MARCO SNOEK ONDERZOEK ALS EFFECTIEVE INTERVENTIE OM DE PRAKTIJK TE VERSTERKEN MARCO SNOEK Onderwijs ontwikkeling 2 INHOUD Onderzoek als impuls voor onderwijsontwikkeling? Wat weten we over onderwijsontwikkeling? De

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Actieonderzoek als stimulans voor een positieve leesattitude bij studenten uit de lerarenopleiding (HBO)

Actieonderzoek als stimulans voor een positieve leesattitude bij studenten uit de lerarenopleiding (HBO) Actieonderzoek als stimulans voor een positieve leesattitude bij studenten uit de lerarenopleiding (HBO) Deeviet Caelen Inge Landuyt Magda Mommaerts Iris Vansteelandt 1 Actieonderzoek als stimulans 1 Situering

Nadere informatie

Post HBO opleiding Management in Zorg en Welzijn

Post HBO opleiding Management in Zorg en Welzijn Zorg en Welzijn Algemeen De post-hbo opleiding Management in Zorg en Welzijn is een opleiding van 1,5 jaar voor mensen met een afgeronde hbo-opleiding die werkzaam zijn in de sector zorg en welzijn en

Nadere informatie

Leiding geven aan leren 2015-2016 ACADEMIE PEDAGOGIEK EN ONDERWIJS. saxion.nl/apo

Leiding geven aan leren 2015-2016 ACADEMIE PEDAGOGIEK EN ONDERWIJS. saxion.nl/apo Leiding geven aan leren 2015-2016 ACADEMIE PEDAGOGIEK EN ONDERWIJS saxion.nl/apo Leiding geven aan leren Waarom en voor wie Onderwijsgevenden in het primair onderwijs (regulier en speciaal onderwijs),

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

Trainingen Coaching Intervisie Supervisie. Voor de zorg

Trainingen Coaching Intervisie Supervisie. Voor de zorg Trainingen Coaching Intervisie Supervisie Voor de zorg Professioneel communiceren met 2013 Training Professioneel communiceren met Voor wie? De training is bedoeld voor mensen in de zorg die hun communicatie

Nadere informatie

Verantwoording gebruik leerlijnen

Verantwoording gebruik leerlijnen Verantwoording gebruik leerlijnen In de praktijk blijkt dat er onder de deelnemers van Samenscholing.nu die direct met elkaar te maken hebben behoefte bestaat om de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden

Nadere informatie

Professionalisering van docenten. Gerda Geerdink Studiedag Facta 24 maart 2015 Amersfoort

Professionalisering van docenten. Gerda Geerdink Studiedag Facta 24 maart 2015 Amersfoort Professionalisering van docenten Gerda Geerdink Studiedag Facta 24 maart 2015 Amersfoort Opbouw presentatie Welke docenten hebben we nodig? Professionalisering binnen de HAN Resultaten onderzoek naar vier

Nadere informatie

VERBINDEN VAN ONDERZOEK EN ONDERWIJS

VERBINDEN VAN ONDERZOEK EN ONDERWIJS VERBINDEN VAN ONDERZOEK EN ONDERWIJS ONDERZOEK ALS BOUNDARY ACTIVITEIT OM DE PRAKTIJK TE VERSTERKEN EAPRIL SEMINAR 2017 MARCO SNOEK Onderwijs ontwikkeling 2 INHOUD Onderzoek als impuls voor onderwijsontwikkeling?

Nadere informatie

spoorzoeken en wegwijzen

spoorzoeken en wegwijzen spoorzoeken en wegwijzen OVERZICHT OPLEIDINGEN OPBRENGSTGERICHT LEIDERSCHAP Opbrengstgericht leiderschap Opbrengstgericht werken en opbrengstgericht leiderschap zijn termen die de afgelopen jaren veelvuldig

Nadere informatie

De professionele leergemeenschap met een onderzoekende cultuur. Masterclass 3

De professionele leergemeenschap met een onderzoekende cultuur. Masterclass 3 De professionele leergemeenschap met een onderzoekende cultuur Masterclass 3 De professionele leergemeenschap met een onderzoekende cultuur Thomas Friedman (2005) The world is flat Onderwijs is zeer traag

Nadere informatie

REALTIME LEIDERSCHAP ONTWIKKELING

REALTIME LEIDERSCHAP ONTWIKKELING REALTIME LEIDERSCHAP ONTWIKKELING ERNST JAN REITSMA 27 NOVEMBER 2014 REALTIME LEADERSHIP DEVELOPMENT 1. Iets over theorieën 2. Belang van Live Event 3. Ervaringen 4. Feedback organiseren 5. Voorbeelden

Nadere informatie

Docententeam ontwikkelt zich als leergemeenschap

Docententeam ontwikkelt zich als leergemeenschap Docententeam ontwikkelt zich als leergemeenschap Actie onderzoek naar invloedrijke factoren en interventies Voorstellen Voorzitter: Prof. dr. Elly de Bruijn Lector Beroepsonderwijs Faculteit Educatie Hogeschool

Nadere informatie

Leraarschap en leiderschap. Marco Snoek Hogeschool van Amsterdam Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding

Leraarschap en leiderschap. Marco Snoek Hogeschool van Amsterdam Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding Leraarschap en leiderschap Marco Snoek Hogeschool van Amsterdam Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding Inhoud De opkomst van de leraar Beelden over leiderschap Shit & assholes Leiderschapskwaliteiten Structuur

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Studenten en leerkrachten leren praktijkgericht onderzoek doen. Anje Ros, Lector Leren & Innoveren Anja van Wanrooij, Basisschool Het Mozaïek

Studenten en leerkrachten leren praktijkgericht onderzoek doen. Anje Ros, Lector Leren & Innoveren Anja van Wanrooij, Basisschool Het Mozaïek Studenten en leerkrachten leren praktijkgericht onderzoek doen Anje Ros, Lector Leren & Innoveren Anja van Wanrooij, Basisschool Het Mozaïek Tijdschema Inleiding Anje (15 minuten) Praktijk casus Anja (10

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

Integraal HR voor leidinggevenden

Integraal HR voor leidinggevenden Integraal HR voor leidinggevenden Leidinggeven aan professionals in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs vergt een hoge mate van inhoudelijk-inspirerend leiderschap. Daar waar docenten zich als

Nadere informatie

perspectief voor professionele ontwikkeling

perspectief voor professionele ontwikkeling Actie-onderzoek als perspectief voor professionele ontwikkeling Workshop ALTHUS-Seminar 6 maart 2012 Geert Kelchtermans (KU Leuven) 1. What s in a name? 1. Term: veelgebruikt; uitgehold? In literatuur:

Nadere informatie

MAXIME VOLLERS OPLEIDINGSADVISEUR & ONTWIKKELAAR

MAXIME VOLLERS OPLEIDINGSADVISEUR & ONTWIKKELAAR MAXIME VOLLERS OPLEIDINGSADVISEUR & ONTWIKKELAAR WERKPLEKLEREN IN DE BBL PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK IN HET MBO WERKPLEKLEREN IN DE FASTSERVICE EEN VERKENNENDE EVALUATIE VAN DE MIDDELBARE BEROEPSOPLEIDING

Nadere informatie

Welkom in het Horizon College

Welkom in het Horizon College Welkom in het Horizon College Bij het Horizon College maken we onze naam waar: we geven middelbaar beroepsonderwijs dat bij jou past en jouw horizon groter maakt. We leren je niet alleen een vak met toekomst,

Nadere informatie

Leiderschapsontwikkeling: inspiratie en resultaat

Leiderschapsontwikkeling: inspiratie en resultaat OPEN YOUR EYES Leiderschapsontwikkeling: inspiratie en resultaat Leiderschap ontwikkeling vanuit de kern Leiderschap is van grote invloed op de resultaten van de organisatie. Hoe kunnen we onze ambities

Nadere informatie

ONDERZOEK ALS MIDDEL VOOR ONDERWIJSONTWIKKELING?

ONDERZOEK ALS MIDDEL VOOR ONDERWIJSONTWIKKELING? ONDERZOEK ALS MIDDEL VOOR ONDERWIJSONTWIKKELING? OVER KLOVEN EN BRUGGEN CVI CONFERENTIE 2017 MARCO SNOEK INHOUD Onderzoek als impuls voor onderwijsontwikkeling? Wat betekent dat voor de criteria voor goed

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

De opleider als rolmodel

De opleider als rolmodel De opleider als rolmodel De opleider als rolmodel programma 14.00 welkom 14.15 voorstelronde/verwachtingen 14.35 excellent teacher en excellent rolemodel 14.55 groepswerk 15.10 plenaire rapportage 15.35

Nadere informatie

Over Performance Dialogue

Over Performance Dialogue Over Performance Dialogue Wij ondersteunen organisaties bij het versterken van de dialoog tussen de organisatie en haar medewerkers over functioneren en presteren. Dit doen wij door middel van training

Nadere informatie

LESSON STUDY SUI LIN GOEI VU AMSTERDAM HOGESCHOOL WINDESHEIM DOOR SAMENWERKEN DE LES VERSTERKEN MAATSCHAPPELIJKE IMPACT ALFA- EN GAMMAWETENSCHAPPEN

LESSON STUDY SUI LIN GOEI VU AMSTERDAM HOGESCHOOL WINDESHEIM DOOR SAMENWERKEN DE LES VERSTERKEN MAATSCHAPPELIJKE IMPACT ALFA- EN GAMMAWETENSCHAPPEN LESSON STUDY DOOR SAMENWERKEN DE LES VERSTERKEN MAATSCHAPPELIJKE IMPACT ALFA- EN GAMMAWETENSCHAPPEN 7 DECEMBER 2017 SESSIE ONDERWIJS EN PEDAGOGIEK SUI LIN GOEI VU AMSTERDAM HOGESCHOOL WINDESHEIM nr. 1

Nadere informatie

Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon!

Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon! Onderwijsconcept Onderwijsconcept Albeda Zet De Toon! Voorwoord Albeda heeft een mooie en grote maatschappelijke opdracht. We willen een TOP-school zijn voor studenten en bedrijven in de stad Rotterdam

Nadere informatie

Agile Consortium International Agile Master Assessment

Agile Consortium International Agile Master Assessment Agile Consortium International Agile Master Assessment Agile Master Assessment Info & Criteria Page 1 of 5 Version 1.0 Wat is het Agile Master Certificaat Het Agile Master Certificaat is een bewijs van

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

ISED Denk- & leervaardighedensymposium, februari 2011 Rijksuniversiteit Groningen 2

ISED Denk- & leervaardighedensymposium, februari 2011 Rijksuniversiteit Groningen 2 Samenvattende posters van leerkrachten over Britse L2L' projecten 10 februari 2011 Titel Poster 1 Exploring cooperative learning strategies and social interaction. De lollipop methode (elke week een andere

Nadere informatie

Vastgesteld november 2013. Visie op Leren

Vastgesteld november 2013. Visie op Leren Vastgesteld november 2013. Visie op Leren Inhoudsopgave SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Doel... 4 2. VISIE OP LEREN EN ONTWIKKELEN... 6 2.1 De relatie tussen leeractiviteiten

Nadere informatie

Opbrengstgericht Werken

Opbrengstgericht Werken Opbrengstgericht Werken Opleidingen en maatwerk M&O-groep is een netwerkorganisatie met een gedreven groep professionals die sturen op kwaliteit. We verlenen diensten aan het onderwijs, gemeenten en jeugdzorg.

Nadere informatie

Stilstaan bij de start

Stilstaan bij de start Wat hebben startende leraren nodig om zich in de eerste jaren van hun beroepspraktijk te ontwikkelen tot stevige professionals? Voorlopige opbrengst literatuuronderzoek in het kader van het R&D-project

Nadere informatie

Inhoud. Vechten voor wie je bent! Illustratie van een docent 11

Inhoud. Vechten voor wie je bent! Illustratie van een docent 11 Inhoud Vechten voor wie je bent! Illustratie van een docent 11 Leidinggevende wie ben je? Inleiding op het centrale thema 13 Dolf van den Berg, namens alle auteurs en andere betrokkenen Wie is het die

Nadere informatie

stimuleert ondernemerschap BRochure STEVE

stimuleert ondernemerschap BRochure STEVE BRochure STEVE 2015/2016 DreamStorm presenteert STEVE het introductie programma ondernemend leren Steve is een individueel lesprogramma voor studenten in het Middelbaar Beroeps Onderwijs. In 12 lesuren

Nadere informatie

Kadernotitie professionalisering

Kadernotitie professionalisering Kadernotitie professionalisering 2015-2020 Colofon Uitgave : ZAAM interconfessioneel voortgezet onderwijs Voorgenomen besluit College van Bestuur : 31 maart 2015 Instemming GMR : 24 april 2015 Vastgesteld

Nadere informatie

Professionele werkplaatsen: een model voor leren en onderzoekend samenwerken

Professionele werkplaatsen: een model voor leren en onderzoekend samenwerken Professionele werkplaatsen: een model voor leren en onderzoekend samenwerken Wat gaan we doen? 1. Waarom, wat en hoe - Professionele Werkplaatsen (PW) - WIN project 2. WIN uitkomst fase 1 definitie en

Nadere informatie

Art of Hosting. organisatie en aan het grotere geheel.

Art of Hosting. organisatie en aan het grotere geheel. Art of Hosting Hoe bouw je in deze tijden van verandering een omgeving waarin je met elkaar in vertrouwen werkt aan een zinvolle en gezamenlijke toekomst? Hoe creëer je een veilige omgeving, waarin ruimte

Nadere informatie

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE) SAXION Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE) Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel

Nadere informatie

PDA s gericht op praktijkonderzoek in de lerarenopleiding Themagroep Professionele Georgia, Ontwikkeling 36, bold van Leraren Opleiders voor en door

PDA s gericht op praktijkonderzoek in de lerarenopleiding Themagroep Professionele Georgia, Ontwikkeling 36, bold van Leraren Opleiders voor en door PDA s gericht op praktijkonderzoek in de lerarenopleiding Themagroep Professionele Georgia, Ontwikkeling 36, bold van Leraren Opleiders voor en door onderzoek Context Belang van praktijkonderzoek (en het

Nadere informatie

OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen

OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen Professionaliseringsaanbod Pabo 2010 2011 OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen Inleiding Nieuw in ons aanbod! Een vervolg op de Post-HBO Coach en opleider in de school!

Nadere informatie

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK SCHOOLONTWIKKELPLAN 2017-2021 SAMEN UNIEK Instemming van de medezeggenschapsraad: 23 januari 2017 1 Inhoud 1. Voorwoord... 3 2. Missie... 4 3. Visie... 4 4. Zes pijlers... 5 5. Kernwaarden en ambities...

Nadere informatie

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek.

Begaafde leerlingen komen er vanzelf... Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek. Begaafde leerlingen komen er vanzelf... toch? Implementatie van een verandering van de pedagogische beroepspraktijk op basis van praktijkgericht onderzoek. Teambijeenkomsten Anneke Gielis Begaafde leerlingen

Nadere informatie

Aan de slag met de Startwijzer-mbo Handleiding

Aan de slag met de Startwijzer-mbo Handleiding Aan de slag met de Startwijzer-mbo Handleiding Inleiding De Startwijzer-mbo is een digitale scan die in beeld brengt hoe starters op dit moment worden ingewerkt en begeleid en op welke onderdelen er (nog)

Nadere informatie

Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken

Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken

Nadere informatie

STICHTING KINDANTE. Visie Personeel

STICHTING KINDANTE. Visie Personeel STICHTING KINDANTE Visie Personeel Visie Personeel 1 Inleiding De onderwijskundige visie van stichting Kindante vormt de basis voor de wijze waarop de Kindantescholen hun onderwijs vormgeven. Dit vraagt

Nadere informatie

Samen bouwen aan schoolontwikkeling

Samen bouwen aan schoolontwikkeling H og er o n d e r w ij s School ont wi kk ing el S c h o ol k Wer der e n An j e p a r ti pl a at so nd e r w ij s o n d e e rzo k Samen bouwen aan schoolontwikkeling Een werkmodel voor onderzoekssamenwerking

Nadere informatie

Rollen en taken in Opleidingsschool Boss po. Bijlage 11. Kenniscentrum Talentontwikkeling

Rollen en taken in Opleidingsschool Boss po. Bijlage 11. Kenniscentrum Talentontwikkeling Rollen en taken in Opleidingsschool Boss po Bijlage 11 Kenniscentrum Talentontwikkeling Rollen en taken in Opleidingsschool Boss po De werkplekbegeleider De werkplekbegeleider begeleidt de student bij

Nadere informatie

Persoonlijke coaching. 19 maart 2009. Welkom!

Persoonlijke coaching. 19 maart 2009. Welkom! Persoonlijke coaching als leervorm 19 maart 2009 Welkom! Ik wil, ik weet, ik kan... en toch doe ik het niet! 19 maart 2009 Welkom! Prestaties bekeken Prestatie = Potentieel - interferentie Ik als coach:

Nadere informatie

Training Resultaatgericht Coachen

Training Resultaatgericht Coachen Training Resultaatgericht Coachen met aandacht voor zingeving Herken je dit? Je bent verantwoordelijk voor de gang van zaken op je werk. Je hebt alle verantwoordelijkheid, maar niet de bijbehorende bevoegdheden.

Nadere informatie

Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog

Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog Kwaliteit van zorg door georganiseerde reflectie en dialoog Bert Molewijk (RN,MA, PhD) Voorbij de vrijblijvendheid Programmaleider Moreel Beraad, VUmc Associate professor Clinical Ethics, Oslo VWS, Week

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 03. Missie en kernwaarden 07. Nieuwe perspectieven voor de toekomst 13. Beloften 23. Merkbaar en herkenbaar 37

Inhoud. Voorwoord 03. Missie en kernwaarden 07. Nieuwe perspectieven voor de toekomst 13. Beloften 23. Merkbaar en herkenbaar 37 Inhoud Voorwoord 03 Missie en kernwaarden 07 Nieuwe perspectieven voor de toekomst 13 Beloften 23 Merkbaar en herkenbaar 37 01 Voorwoord ROC Friese Poort staat midden in de samenleving, want onderwijs

Nadere informatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Annette Koops: Een dialoog in de klas Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een

Nadere informatie

Elementen van een professionele leergemeenschap

Elementen van een professionele leergemeenschap Professioneel Statuut Op de Groen van Prinstererschool werken we aan een professionele leergemeenschap: een cultuur waarin alle betrokkenen in de school samenwerken, reflecteren, onderzoeken en professionaliseren.

Nadere informatie

Op expeditie naar waarde(n)

Op expeditie naar waarde(n) Op expeditie naar waarde(n) 21e eeuwse educatie Effectief leiderschap Vakmanschap: de leraar doet ertoe! Verbinding met de gemeenschap Waardengedreven onderwijs Op expeditie naar waarde(n) De hele opvoeding

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Velon-congres, Breda, 19 maart 2019 Rob Moggré, r.moggre@ipabo.nl Ronald Keijzer, r.keijzer@ipabo.nl https://kenniscentrum.ipabo.nl Hogeschool ipabo We zoomen in

Nadere informatie

Management & Organisatie

Management & Organisatie Management & Organisatie Algemeen De Master Leiderschap wordt verzorgd door het Instituut voor Bedrijfskunde, Hanzehogeschool Groningen. Durf uzelf (verder) te ontwikkelen tot de inspirerende leider met

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

Hoe kunt u passende sturing en ruimte geven aan uw team?

Hoe kunt u passende sturing en ruimte geven aan uw team? Hoe kunt u passende sturing en ruimte geven aan uw team? Leidinggevenden in het mbo hebben tijdens de werkplaats van SOM op 20 september gespard en ervaringen uitgewisseld over dagelijkse dilemma s rondom

Nadere informatie

Morele leerprocessen in Communities of Practice. Onderzoekslijn 3

Morele leerprocessen in Communities of Practice. Onderzoekslijn 3 Morele leerprocessen in Communities of Practice Onderzoekslijn 3 Onderzoekslijn 3 ProSense Versterking van het bewustzijn van leerkrachten van hun moreel- pedagogisch handelen 1. Welk type ontwikkeling

Nadere informatie

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit Reader ten behoeve van bestuurstafels Kwaliteitsnetwerk mbo op 15 en 16 maart 2017 Uitnodigingstekst

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Instituut voor Sociale Opleidingen

Instituut voor Sociale Opleidingen Instituut voor Sociale Opleidingen Naar een nieuwe opleiding Social Work In september 2016 start Hogeschool Rotterdam met de nieuwe opleiding Social Work. Dit betekent dat eerstejaars studenten (die in

Nadere informatie

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod

Hulp bij ADHD. Scholingsaanbod Hulp bij ADHD Dit heeft mijn beeld van ADHD enorm verrijkt. Ik zie nu veel mogelijkheden om kinderen met ADHD goede begeleiding te bieden deelnemer workshop bij Fontys Hogescholen Copyright 2010 Hulp bij

Nadere informatie

ONDERWIJS EN INNOVATIE OP DE LINDERTE

ONDERWIJS EN INNOVATIE OP DE LINDERTE ONDERWIJS EN INNOVATIE OP DE LINDERTE Onderwijs zoals we dat vroeger kenden, bestaat al lang niet meer. Niet dat er toen slecht onderwijs was, maar de huidige maatschappij vraagt meer van de leerlingen

Nadere informatie

Het verhaal als kwaliteitsinstrument

Het verhaal als kwaliteitsinstrument Het verhaal als kwaliteitsinstrument Drs. Beatriz Roman Science-practitioner / Promovendus Tranzo (Tilburg University) Onderzoeker Lectoraat Dynamische Talentinterventies Docent Fontys Hogescholen HRM

Nadere informatie

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Versie 1.0 12 april 2012 Inhoudsopgave blz. Voorwoord 2 Algemeen -Visie 3 -Methodiek 4 Intake/assessment 5 Jobfinding 6 Coaching on the job 7 Definitielijst

Nadere informatie

Deze vraagstelling is nader toegespitst op de volgende sub-vragen:

Deze vraagstelling is nader toegespitst op de volgende sub-vragen: Samenvatting Dit proefschrift gaat over ervaringen en leerprocessen in de ontwikkeling van de theorie en praktijk van Moreel Beraad als methode van ethiekondersteuning in de gezondheidszorg. Hoofdstuk

Nadere informatie

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Voorstellen voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres:

Nadere informatie

DE PERFECTE MATCH EEN NIEUWE KIJK OP HET VINDEN EN HERKENNEN VAN TALENT

DE PERFECTE MATCH EEN NIEUWE KIJK OP HET VINDEN EN HERKENNEN VAN TALENT DE PERFECTE MATCH EEN NIEUWE KIJK OP HET VINDEN EN HERKENNEN VAN TALENT WELKOM PROGRAMMA Welkom Introductie ORMIT Aan de slag! - Myrte Ferwerda - Ingrid van Tienen - Alla Liberova Deel 1: Je kan pas iets

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1

Samenvatting Hoofdstuk 1 Samenvatting Dit proefschrift onderzocht manieren om community ontwikkeling in opleidingsscholen te stimuleren. De vier studies leverden inzichten op in de manier waarop docentenin-opleiding (dio s) samenwerken

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

Leve de competente coach!

Leve de competente coach! Silvia van Schaik-Kuijer Leve de competente coach! Van competentieanalyse naar ontwikkelplan Inhoud Voorwoord 9 Inleiding 11 Deel 1 Algemene informatie over Leve de competente coach! Coachen en coachcompetenties:

Nadere informatie

Voorwoord! Wie wil ik helpen?!

Voorwoord! Wie wil ik helpen?! Voorwoord Allereerst dankjewel dat je mijn boek hebt gekocht of gekregen en dat je dit ook leest. Dit toont dat jij vooruit wil in het leven en dat je ook actiegericht bent. En actiegerichte mensen halen

Nadere informatie

PROEFTUINEN VERSTERKING PROFESSIONELE DIALOOG BINNEN DOCENTENTEAMS

PROEFTUINEN VERSTERKING PROFESSIONELE DIALOOG BINNEN DOCENTENTEAMS PROEFTUINEN VERSTERKING PROFESSIONELE DIALOOG BINNEN DOCENTENTEAMS Peter Horsselenberg Lectoraat ghrm Lector Teamprofessionalisering Daniel van Middelkoop Hogeschool van Amsterdam p.horsselenberg@hva.nl

Nadere informatie

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie. Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie. De cliënt krijgt een groot vel papier en kleurkrijt. De opdracht is: Teken je gezin van herkomst rond de etenstafel. Een werkvorm

Nadere informatie

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Op weg naar de (academische) opleidingsschool Discussienota Nationalgeographic.nl Adviescommissie ADEF OidS Mei 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Uitgangspunten Samen Opleiden 2. Ambities van (academische) opleidingsscholen 3. Concept Samen Opleiden

Nadere informatie

Strategienota Ruimte, Relatie & Rekenschap

Strategienota Ruimte, Relatie & Rekenschap Strategienota 2019-2022 Ruimte, Relatie & Rekenschap 2 Strategienota Landstede Groep 2019-2022 Inhoudsopgave Inleiding 4 Hoofdstuk 1 Missie & waarden 6 1.1 Missie 6 1.2 Waarden 6 We willen ontwikkelen

Nadere informatie

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Marco Snoek over de masteropleiding en de rollen van de LD Docenten De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Het intended curriculum : welke doelen worden

Nadere informatie

Veranderen als avontuurlijke tocht. PBLQ Jaap Boonstra 25 november 2013

Veranderen als avontuurlijke tocht. PBLQ Jaap Boonstra 25 november 2013 Veranderen als avontuurlijke tocht PBLQ Jaap Boonstra 25 november 2013 Opbouw Veranderen als avontuurlijke tocht Wat is er gaande in de wereld om ons heen Zijnswaarde en publieke waarde PBLQ Professionele

Nadere informatie

Uitwerkingen van Brainpower sessies

Uitwerkingen van Brainpower sessies Hieronder zijn de resultaten van de Brainpower ingeklonken weergegeven. We zijn zo dicht mogelijk gebleven bij de geschreven teksten, maar hebben de tweedeling leraar/directeur weggelaten. Het is voor

Nadere informatie

Marjo Maas: fysiotherapeut / docent / onderzoeker Peer assessment De impact van peer assessment op het klinische redeneren en het klinisch handelen van fysiotherapeuten in opleiding en fysiotherapeuten

Nadere informatie

Kernwaarden + Een stip aan de horizon

Kernwaarden + Een stip aan de horizon Kernwaarden + Een stip aan de horizon Samenwerkende Mediatheken Fontys Hogescholen Versie 1.0, 19 januari 2016 Inleiding Fontys Mediatheken ondersteunen en faciliteren het onderwijs en het onderzoek bij

Nadere informatie

Hoe begeleiden we praktijkonderzoek in BNBSON? Jan Labbe

Hoe begeleiden we praktijkonderzoek in BNBSON? Jan Labbe Hoe begeleiden we praktijkonderzoek in BNBSON? Jan Labbe Verhaal 1 Leerlingen ondervinden veel moeilijkheden in het eerste leerjaar Mijn collega s willen niet samenwerken Eerste oriëntatie: Er blijkt een

Nadere informatie

Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg

Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg 2018-2021 Inleiding Het meerjarenplan 2016-2018 eindigt dit jaar, dat vraagt om een vervolg met inzicht naar een zeer dynamisch zorglandschap in een samenleving

Nadere informatie

Het huis van JBC. Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw

Het huis van JBC. Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw Het huis van JBC Stap 1 op weg naar een gezamenlijke beleving van het nieuwe schoolgebouw Van schoolvisie naar gezamenlijke beleving van het nieuwe gebouw Met leerlingen, school, ouders en architect aan

Nadere informatie

Het sociaal regelsysteem: externe sturing door discipline. Het systeem van communicatieve zelfsturing: zelfsturing in communicatie

Het sociaal regelsysteem: externe sturing door discipline. Het systeem van communicatieve zelfsturing: zelfsturing in communicatie De logica van lef, discipline en communicatie Theoretisch kader voor organisatieontwikkeling Tonnie van der Zouwen, maart 2007 De gelaagdheid in onze werkelijkheid Theorieën zijn conceptuele verhalen met

Nadere informatie

Ik ben. Eerlijk. Geduldig. Creatief. Gestructureerd. Communicatief. Geïnteresseerd. Geeft aandacht WWW.IKBENHARRIE.NL

Ik ben. Eerlijk. Geduldig. Creatief. Gestructureerd. Communicatief. Geïnteresseerd. Geeft aandacht WWW.IKBENHARRIE.NL Ik ben Geïnteresseerd Creatief WWW.IKBENHARRIE.NL Communicatief Geeft aandacht Eerlijk Gestructureerd Geduldig Harrie is ontwikkeld door CNV Jongeren en Vilans, met dank aan de support van UWV en Instituut

Nadere informatie

Op weg naar een integraal kindcentrum. Janny Reitsma

Op weg naar een integraal kindcentrum. Janny Reitsma Op weg naar een integraal kindcentrum Janny Reitsma Programma: Verkenning van het integraal kindcentrum Leiderschap: mensen in beweging zetten Leiderschap: planmatig organiseren Leren als strategie voor

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN M.11i.0419 De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN versie 02 M.11i.0419 Naam notitie/procedure/afspraak Visie op professionaliseren Eigenaar/portefeuillehouder Theo Bekker

Nadere informatie