Wet milieubeheer (uittreksel)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wet milieubeheer (uittreksel)"

Transcriptie

1 Wet milieubeheer (uittreksel) Kernbeschrijving De wet bevat maatregelen met betrekking tot een groot aantal milieuonderwerpen, zoals milieubeleidsplannen, milieukwaliteitseisen, milieu-effectrapportage, eisen aan inrichtingen, stoffen. Inleiding De Wet milieubeheer heette oorspronkelijk Wet algemene bepalingen milieuhygiëne. Sinds 1 maart 1999 draagt ze haar huidige naam. Daarin is tot uitdrukking gebracht dat zij niet meer, zoals voorheen, slechts bepalingen bevat die de verschillende sectoren van het milieu gemeen hebben. Het is nu een algemene wet die het gehele milieuterrein bestrijkt. Voor een aantal specifieke milieuonderwerpen bestaat er nog wel afzonderlijke wetgeving. Het ligt in de lijn dat deze geheel of grotendeels in de Wet milieubeheer zal worden geïntegreerd. Voor een aantal onderwerpen zijn er al hoofdstukken in de wet gereserveerd. Uit oogpunt van overzichtelijkheid zijn passages uit de parlementaire behandeling van de uitbreidingshoofdstukken voorzover van belang opgenomen bij het desbetreffende hoofdstuk. Bij een wet die veelvuldig gewijzigd wordt, speelt overgangsrecht een belangrijke rol. De voornaamste overgangsbepalingen die voor de uitvoering van de wet van belang zijn, zijn daarom weergegeven. Wet van 13 juni 1979, houdende regelen met betrekking tot een aantal algemene onderwerpen op het gebied van de milieuhygiëne, zoals deze wet opnieuw is vastgesteld bij de Wet van 2 juli 1992, Stb. 414 jo 23 december 1992, Stb. 1993, 31, Stb. 1979, 442, zoals laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 maart 2010, Stb. 2010, 135. Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, naast de wettelijke regelingen, geldende voor de onderscheidene onderdelen van het gebied van de milieuhygiëne, regelen te stellen met betrekking tot een aantal algemene onderwerpen op dat gebied; 11

2 Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Hoofdstuk 16 Handel in emissierechten Titel 16.1 Algemeen Parlementaire behandeling Met dit wetsvoorstel wordt voorzien in de invoering van het nieuwe instrument handel in broeikasgasemissierechten (hierna: emissierechten). Het wetsvoorstel voegt hiervoor een nieuw hoofdstuk 16 in de Wet milieubeheer (hierna: Wm) in, waarin een regeling voor de handel in emissierechten is opgenomen. Het wetsvoorstel dient ter implementatie van richtlijn nr. 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad (hierna: EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten). 1 De (categorieën van) inrichtingen die onder de nieuwe regeling komen te vallen, zullen bij algemene maatregel van bestuur worden aangewezen overeenkomstig de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten. Vooralsnog zal het alleen gaan om inrichtingen met broeikasgas-installaties (hierna: installaties) die kooldioxide-emissies (hierna: CO2-emissies) veroorzaken en die staan opgesteld in inrichtingen in de zin van de Wm. Het nieuwe hoofdstuk 16 Wm waarin de handel in emissierechten wordt geregeld, richt zich, net als hoofdstuk 8 Wm, tot degene die de inrichting drijft. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 3 (MvT) In het systeem van handel in emissierechten zijn twee elementen van wezenlijke betekenis. Enerzijds zijn dit de emissies, anderzijds zijn dat de emissierechten. Een emissie is de feitelijke uitworp van een bepaalde stof, die installaties binnen een inrichting veroorzaken. Een emissierecht is een van overheidswege verstrekt recht om een bepaalde hoeveelheid van een emissie te mogen veroorzaken. Dit verstrekken kan om niet of tegen betaling geschieden. Kenmerk van een systeem van handel in emissierechten is dat 1. PbEU L

3 het emissierecht verhandelbaar is en niet, zoals de ingeburgerde term emissiehandel suggereert, de emissie. Adequate meting van de emissies is noodzakelijk om het systeem goed te kunnen laten functioneren. Dit meten of monitoren moet aan de juiste nauwkeurigheidseisen voldoen en wordt in nadere regels op grond van hoofdstuk 16 Wm verankerd. Jaarlijks moet de emittent een emissieverslag overleggen waarin is aangegeven hoe groot de emissies zijn die hij heeft veroorzaakt. Registratie van de emissierechten is noodzakelijk om de overgang van deze rechten bij te houden. Een dergelijk register van de emissierechten is dynamisch; elke overdracht leidt tot mutaties in het register (hierna: register voor handel in broeikasgasemissierechten). Uiteindelijk dienen tegenover de emissies een gelijke hoeveelheid aan emissierechten te staan. De emittent moet jaarlijks kunnen laten zien dat zijn emissies worden afgedekt door voldoende emissierechten, zoals deze in het register voor handel in broeikasgasemissierechten zijn vastgelegd. Indien de emittent wat dit laatste betreft tekortschiet, overtreedt hij de Wm en volgen sancties. Doel van de invoering van handel in emissierechten is het bereiken van een grotere kosteneffectiviteit van milieumaatregelen en emissiereducties. Doordat de emissierechten verhandelbaar zijn, zullen emissiebeperkende maatregelen daar genomen worden waar ze het goedkoopst zijn. Immers, een emittent zal zelf emissiebeperkende maatregelen treffen als de prijs van zijn maatregel lager is dan de prijs van de emissierechten die hij anders moet kopen. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 4-5 (MvT) Handel bestaat uit twee elementen, te weten schaarste en de mogelijkheid tot ruil. In dit geval ontstaat schaarste doordat de overheid een verplichting aan de emittenten oplegt om aan een emissienorm te voldoen. Deze is zodanig vastgesteld dat daarvoor additionele reductiemaatregelen noodzakelijk zijn, terwijl niet alle emittenten daaraan op dezelfde kostenefficiënte wijze kunnen voldoen door het nemen van emissiereducerende maatregelen binnen de eigen inrichting. Vervolgens is eveneens essentieel dat het door de overheid wettelijk mogelijk wordt gemaakt dat een ieder emissierechten kan verhandelen. De emissienorm, die de schaarste doet ontstaan, is gebaseerd op een emissieplafond voor een emittent in de vorm van een bepaald aantal toegewezen emissierechten. In paragraaf wordt hier uitvoerig op ingegaan. De toewijzing van de emissierechten vindt plaats op basis van algemene criteria. De emittent is verplicht een emissievergunning aan te vragen indien hij één of meer installaties exploiteert met activiteiten die emissies van CO2 veroorzaken (artikel 16.5, eerste lid, Wm). Hij mag zonder zo'n emissievergunning geen inrichting met dergelijke installaties in werking hebben. 13

4 Een emissievergunning wordt geweigerd als het bestuur van de emissieautoriteit er niet van overtuigd is dat de emittent in staat is de emissies te bewaken (monitoren) en te rapporteren volgens de regels van de EG-richtlijn handel in broeikasemissierechten en de Wm. Aan de emissievergunning zijn voorschriften verbonden (artikel 16.12, Wm) en deze kan onder beperkingen worden verleend. Het monitoringsprotocol maakt deel uit van de emissievergunning. Aan de emittent wordt elk emissiejaar voor 1 maart door het bestuur van de emissieautoriteit een aantal emissierechten verleend (artikel 16.35, eerste lid, Wm). Uitsluitend vergunningplichtige inrichtingen kunnen emissierechten verkrijgen (artikel 16.32, vierde lid, Wm). De emittent kan deze emissierechten benutten om te voldoen aan de verplichting dat hij voor 1 mei van het jaar volgend op het emissiejaar bij de emissieautoriteit ten minste een aantal emissierechten inlevert, dat gelijk is aan de CO2- emissie die hij gedurende het emissiejaar heeft veroorzaakt (artikel 16.37, eerste lid, Wm). Om voor een emissiejaar aan de emissienorm voor CO2 te voldoen, kan de emittent de emissierechten benutten die aan hem zijn verleend of kan hij emissierechten inleveren die hij van anderen heeft verkregen. In het wetsvoorstel is, overeenkomstig de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten, geregeld dat de emissierechten per periode (hierna: planperiode) van drie jaar ( ) en vervolgens telkens per periode van vijf jaar ( , enz.) aan de emittent worden toegewezen door de Minister van VROM en de Minister van Economische Zaken (hierna: EZ) (artikel 16.29, eerste lid, Wm). Ieder jaar wordt vervolgens een gedeelte van de toegewezen emissierechten verleend door bijschrijving op de rekening die de emittent in het register voor handel in broeikasgasemissierechten houdt. Emissierechten kunnen pas na de verlening worden benut. Verleende emissierechten blijven geldig tot het einde van de desbetreffende planperiode (artikel 16.36, eerste lid, Wm). Binnen een planperiode kan een emittent ter dekking van de emissies in een emissiejaar uitsluitend de emissierechten benutten die in die periode geldig zijn. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p (MvT) Indien de emittent op 1 mei van het jaar volgend op het emissiejaar onvoldoende emissierechten heeft ingeleverd, moet hij de te veel veroorzaakte emissie (de emissie waar geen emissierechten tegenover staan) in het jaar volgend op het emissiejaar compenseren (artikel Wm). Deze compensatieplicht is erop gericht de nadelige gevolgen voor het milieu die door de overmatige emissies zijn ontstaan, weer ongedaan te maken. Bovendien zal het bestuur van de emissieautoriteit een bestuurlijke boete opleggen die is gerelateerd aan de omvang van de overmatige emissie (artikel 18.16a, tweede lid Wm). Uiteraard dienen bij het opleggen van boetes ingevolge deze bepaling alle waarborgen die zijn neergelegd in artikel 6 Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) on- 14

5 verkort in acht genomen te worden. Voor wat betreft de sancties bij een tekort aan emissierechten wordt ook verwezen naar hoofdstuk 10. In het systeem van handel in emissierechten vervult de registratie van emissierechten een centrale rol. Er is een register voor handel in broeikasgasemissierechten, waarin per individuele emittent wordt geregistreerd welke genummerde en dus individualiseerbare emissierechten aan hem zijn verleend en welke emissierechten hij van andere emittenten heeft verworven dan wel aan andere emittenten heeft overgedragen (artikel Wm). De regeling inzake handel in emissierechten, uitgezonderd enkele specifieke onderdelen, wordt als een afzonderlijk hoofdstuk in de Wm opgenomen en niet in een bestaand hoofdstuk geïntegreerd. De reden hiervoor is dat sprake is van een nieuw instrument, dat niet goed in een bestaand hoofdstuk, met name hoofdstuk 8 Wm, valt in te passen, aangezien invalshoek, onderwerp, reikwijdte en algehele opzet van de regeling hiervoor te sterk afwijken van de bestaande hoofdstukken van deze wet. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p (MvT) De verhouding tussen hoofdstuk 16 Wm en hoofdstuk 8 Wm vraagt bijzondere aandacht. In het kader van hoofdstuk 8 Wm is het mogelijk concentratiewaarden te stellen wat betreft CO2-emissies. Tot op heden is van deze mogelijkheid geen of weinig gebruik gemaakt. In de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten (artikel 26) wordt, ter voorkoming van een dubbele aanpak vanuit twee verschillende invalshoeken, bepaald dat in het kader van de IPPC-richtlijn (die is geïmplementeerd in hoofdstuk 8 Wm) geen concentratiewaarden inzake CO2 meer mogen worden gesteld, tenzij dat noodzakelijk is om te verzekeren dat er geen significante plaatselijke verontreiniging wordt veroorzaakt. Deze concentratiewaarden zijn vervangen door een vrachteis (dat wil zeggen de door de inrichting in een emissiejaar geëmitteerde absolute hoeveelheid CO2) voor de inrichting als geheel. Voorts is in de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten aan lidstaten de mogelijkheid gegeven dat zij in het kader van de IPPC-richtlijn (hoofdstuk 8Wm) ook geen eisen meer stellen aan de energie-efficiency, omdat dit impliciet op hetzelfde neerkomt als het stellen van concentratiewaarden voor CO2. Nederland maakt van deze mogelijkheid gebruik. Dit betekent dat niet langer energie-efficiencyeisen gesteld worden aan inrichtingen waarop de handel in emissierechten betrekking heeft. Daarmee wordt een onnodige stapeling van instrumenten voorkomen en wordt de toename van administratieve lasten voor de betrokken bedrijven beperkt. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 14 (MvT) Het proces om tot de uiteindelijke verlening van emissierechten te komen, kent drie fasen. Om te beginnen wordt een nationaal plan voor de toewijzing 15

6 van emissierechten (hierna aangeduid als het nationale toewijzigingsplan) vastgesteld. Het nationale toewijzingsplan is onderworpen aan de goedkeuring van de Commissie. Vervolgens wordt op basis van dit plan een besluit genomen over het totale aantal emissierechten dat wordt toegewezen alsmede over de verdeling van die rechten. Dit besluit wordt het nationale toewijzingsbesluit genoemd. Deze twee fasen vinden plaats voorafgaand aan de planperiode (van drie of vijf jaar) waarop het nationale toewijzingsbesluit betrekking heeft. De derde stap is het daadwerkelijk verlenen van de toegewezen emissierechten aan de emittenten aan wie emissierechten zijn toegewezen. Het verlenen van emissierechten geschiedt door het overschrijven van het betreffende aantalemissierechten op de rekening die de emittent in het register voor handel in broeikasgasemissierechten houdt. Voor 1 maart van elk emissiejaar dat valt binnen de planperiode wordt een gedeelte van de toegewezen emissierechten verleend. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 16 (MvT) Er is ook een regeling opgenomen inzake het toewijzen en verlenen van emissierechten aan zogenaamde nieuwkomers. Dit zijn emittenten met nieuwe of gewijzigde inrichtingen (in verband met uitbreidingen) waaraan een (gewijzigde) emissievergunning is of wordt verleend nadat het nationale toewijzingsplan aan de Commissie is meegedeeld (artikel 3, onder h, EGrichtlijn handel in broeikasgasemissierechten). Het nationale toewijzingsplan regelt verschillende onderwerpen (artikel Wm). De drie belangrijkste, verplichte onderdelen worden hieronder eerst besproken. Het plan bevat in de eerste plaats een aanduiding van het totale aantal emissierechten dat de Minister van EZ en de Minister van VROM 2 voornemens zijn voor inrichtingen met installaties die CO2 emitteren en waarop hoofdstuk 16 Wm van toepassing is, voor een planperiode toe te wijzen. De eerste planperiode loopt van 2005 tot en met 2007, de volgende planperioden beslaan telkens een periode van vijf jaar. In de tweede plaats moet het plan criteria bevatten aan de hand waarvan de toewijzing van emissierechten aan emittenten zal plaatsvinden. In artikel 9, eerste lid, EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten is aangegeven dat de criteria voor toewijzingen objectief en transparant moeten zijn. De criteria zijn deels te vinden in bijlage III bij de richtlijn. De inhoudelijke criteria hebben in elk geval betrekking op de initiële toewijzing van emissierechten die voorafgaand aan een planperiode plaatsvindt. Indien het plan voorziet in een emissierechtendepot voor nieuwkomers, moet het plan tevens inhoudelijke criteria bevatten voor de manier waarop in de loop van 2. Zie bijlage III bij de richtlijn (onderdeel 10). 16

7 de planperiode emissierechten worden toegewezen aan die categorie bedrijven. In de derde plaats bevat het nationale toewijzingsplan een lijst van alle installaties waaraan de Minister van EZ en de Minister van VROM voornemens zijnemissierechten toe te wijzen, onder vermelding van het aantal emissierechten dat zij voornemens zijn toe te wijzen aan die installaties. 3 De lijst van installaties die in het plan opgenomen dient te worden, met een aanduiding van het aantal emissierechten dat de Minister van EZ en de Minister van VROM voornemens zijn toe te wijzen voor elke installatie, heeft een indicatief karakter. Het gaat om voorlopige, indicatieve toewijzingen. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p (MvT) De procedure begint ermee dat de lidstaat een nationaal toewijzingsplan voor emissierechten opstelt en aan inspraak van het publiek onderwerpt (zie nader paragraaf 8.1.5). Het opstellen van een nationaal toewijzingsplan is echter geen zaak van de lidstaat alleen. Voor de eerste planperiode is het nationale toewijzingsplan voor die periode in april 2004 medegedeeld aan de Commissie (in verband met toetsing aan onder meer bijlage III bij de richtlijn) en de andere lidstaten. De resultaten van de inspraak zijn voor die mededeling al in het nationale toewijzingsplan verwerkt. Het nationale toewijzingsplan kan naderhand niet meer worden gewijzigd, behalve wanneer de Commissie het plan geheel of gedeeltelijk verwerpt. De nationale procedure van totstandkoming (inclusief de inspraak) van het nationale toewijzingsplan waren op het moment van de mededeling van het nationale toewijzingsplan voor de eerste planperiode dan ook volledig afgerond. Het aan de Commissie toegezonden plan wordt eerst bestudeerd door het comité, bedoeld in artikel 23, eerste lid, EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten. De Commissie kan vervolgens twee dingen met het nationale toewijzingsplan doen. In de eerste plaats kan zij het nationale toewijzingsplan gemotiveerd geheel of gedeeltelijk verwerpen. Dit moet gebeuren binnen drie maanden nadat het nationale toewijzingsplan aan haar is medegedeeld. De grond voor verwerping kan alleen zijn dat het nationale toewijzingsplan niet voldoet aan de vereisten die zijn gesteld in artikel 10 van of in bijlage III bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten. Op basis van het nationale toewijzingsplan nemen de Minister van VROM en de Minister van EZ een definitief besluit over het totale aantal emissierechten dat wordt toegewezen alsmede over de toewijzing van emissierech- 3. Zie bijlage III bij de richtlijn (onderdeel 10). 17

8 ten aan de emittenten. 4 Hierbij zijn ze gebonden aan de algemene criteria voor toewijzing en de verdeling van emissierechten zoals die zijn opgenomen in het nationale toewijzingsplan; ook wat betreft het totale aantal rechten is het plan richtinggevend. De betrokken bedrijven kunnen bij hun planning en investeringsbeslissingen uitgaan van dit nationale toewijzingsbesluit. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 22 (MvT) Voor de duidelijkheid wordt erop gewezen dat het is uitgesloten dat de toewijzing van emissierechten in de loop van de planperiode waarvoor het nationale toewijzingsbesluit geldt, wijzigingen ondergaat. Nadat eventuele beroepsprocedures zijn gevoerd en het nationale toewijzingsbesluit onherroepelijk is geworden (zie paragraaf 8.1.5), staat de inhoud van het besluit en daarmee de toewijzing van emissierechten voor die planperiode vast. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 23 (MvT) Gelet op het voorgaande, en met inachtneming van de eerdergenoemde randvoorwaarden, wordt de rechtsbescherming in het kader van de EGrichtlijn handel in broeikasgasemissierechten geconcentreerd bij de tweede fase in het proces: het nationale toewijzingsbesluit. Tegen het nationale toewijzingsbesluit wordt geen beroep opengesteld. Eventuele geschillen over de jaarlijkse verlening van emissierechten (de uitvoering van het nationale toewijzingsbesluit) dienen aan de burgerlijke rechter te worden voorgelegd. Omdat in de systematiek van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten tijdig duidelijkheid moet bestaan over de rechtmatigheid van het nationale toewijzingsbesluit, zijn enkele speciale procedurele voorzieningen opgenomen. De belangrijkste hiervan is de introductie van een bijzonder soort tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, ter inleiding van een zogenaamde bestuurlijke lus. Deze constructie houdt in dat de Minister van VROM en de Minister van EZ de gelegenheid krijgen om door de rechter geconstateerde gebreken in het nationale toewijzingsbesluit te herstellen, waarna het gewijzigde besluit in de reeds lopende beroepsprocedure wordt meegenomen. De omvang van het geschil wordt dan verbreed. Met deze constructie kan worden voorkomen dat naar aanleiding van de einduitspraak van de rechter door het bestuur een gewijzigd besluit moet worden genomen, waartegen opnieuw rechtsbescherming openstaat. Tevens wordt voorgeschreven dat de rechter zaken over het nationale toewijzingsbesluit gevoegd behandelt. Dit is gebeurd vanwege de samenhang tussen deze zaken en vanwege de wens 4. De Minister van EZ is eerstverantwoordelijke voor het nationaal toewijzingsplan. De Minister van VROM is eerstverantwoordelijke voor het nationaal toewijzingsbesluit. 18

9 om de rechtsbeschermingprocedure in de tijd gezien synchroon te laten lopen. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p (MvT) Indien bij de jaarlijkse verlening van emissierechten (artikel 11, vierde lid, van de richtlijn) iets fout gaat (bijvoorbeeld: het aantal verleende emissierechten spoort niet met het nationale toewijzingsbesluit, de verlening blijft uit of vindt te laat plaats), kan daartegen worden opgekomen bij de burgerlijke rechter. Het verlenen van emissierechten betreft uitsluitend het uitvoering geven aan het nationale toewijzingsbesluit. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 29 (MvT) Tevens wordt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State voor het doen van een uitspraak een gezien de bijzondere belangen die zijn verbonden aan het op zo kort mogelijke termijn beschikken over duidelijkheid over de toewijzing van emissierechten aanvaardbaar te achten termijn gesteld van veertig weken na afloop van de termijn voor het indienen van een beroepschrift. Die belangen vloeien voort uit de dwingende termijnen die worden gesteld door de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten. De rechterlijke beslistermijn is opgenomen in artikel 20.1, tweede lid, Wm. Die termijn biedt ruimte voor het doen van een tussenuitspraak en het uitvoeren van een bestuurlijke lus. Indien het nationale toewijzingsplan daarin voorziet kunnen daarin criteria (Bew.: worden ) opgenomen voor het geval naar aanleiding van een tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State aan individuele appellanten meer emissierechten moeten worden toegewezen dan in het oorspronkelijke nationale toewijzingsbesluit het geval was (artikel 16.25, tweede lid, onder b, Wm). In het plan kan worden bepaald dat een bepaald percentage van de toegewezen emissierechten in depot wordt gehouden. Dit houdt in dat dit gedeelte van de emissierechten (voorlopig) niet wordt toegewezen. Het depot kan worden gebruikt om gegrond verklaarde beroepen te honoreren. Op deze wijze kan een gecompliceerde herverdeling van emissierechten worden voorkomen. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 31 (MvT) Ter uitvoering van het systeem van handel in emissierechten wordt een zelfstandig bestuursorgaan op het gebied van handel in emissierechten, de Nederlandse emissieautoriteit, ingesteld. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 45 (MvT) De Minister van VROM is verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van handel in emissierechten in het algemeen. Het gaat daarbij om de voorbereiding en vaststelling van regelgeving en het toezicht op de uitvoering van de hoofdstukken 16 en 18 Wm door de emissie-autoriteit. In ver- 19

10 Art band met dat laatste zijn in het onderhavige wetsvoorstel bepalingen opgenomen voor wat betreft de verhouding van de Minister van VROM en de emissie-autoriteit. Deze bepalingen vullen de omvang van de ministeriële verantwoordelijkheid in en bepalen zodoende de controlemogelijkheden die het parlement jegens de Minister van VROM heeft. In het wetsvoorstel zijn diverse bevoegdheden voor de Minister van VROM neergelegd om invulling te geven aan zijn politieke verantwoordingsverplichtingen jegens het parlement. Het gaat in het bijzonder om de volgende instrumenten. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 49 (MvT) In het wetsvoorstel is ervoor gekozen een systeem van bestuurlijke boeten op te nemen. Dit instrument kan worden ingezet om de naleving van de normen die in de wet- en regelgeving inzake handel in emissierechten zijn neergelegd, af te dwingen. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 57 (MvT) In artikel 16.1, eerste lid, worden definities opgenomen van de begrippen tonkilometer en tonkilometergegevens. Het begrip tonkilometergegevens is ontleend aan richtlijn 2003/87. In bijlage IV bij de richtlijn wordt beschreven volgens welke formule de tonkilometergegevens moeten worden berekend. Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3 (MvT) Artikel In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: jaarvracht: totale hoeveelheid van een emissie gedurende een kalenderjaar; nationaal toewijzingsbesluit: besluit als bedoeld in artikel 16.29, eerste lid; nationaal toewijzingsplan: plan als bedoeld in artikel 16.23, eerste lid; Onze Ministers: Onze Minister en Onze Minister van Economische Zaken; planperiode: periode waarop een nationaal toewijzingsplan ingevolge artikel 16.23, tweede lid, betrekking heeft; projectactiviteit: project of activiteit als bedoeld in artikel 6 onderscheidenlijk artikel 12 van het Protocol van Kyoto;. register voor handel in broeikasgasemissierechten: register als bedoeld in artikel 16.43, eerste lid; register voor handel in NO x -emissierechten: register als bedoeld in artikel 16.58, eerste lid; tonkilometer: één ton vracht, vervoerd over een afstand van één kilometer, waarbij onder vracht wordt verstaan: de totale massa aan vracht, post en passagiers die wordt vervoerd; 20

11 Art tonkilometergegevens: gegevens betreffende de omvang van een luchtvaartactiviteit als bedoeld in bijlage I bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten;. verkoopplafond: het aantal NO x -emissierechten, bedoeld in artikel 16.49, derde lid. 2 Voor de toepassing van titel 16.2 en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: broeikasgasinstallatie: vaste technische eenheid, waarin een of meer activiteiten worden verricht, die een emissie van een broeikasgas in de lucht veroorzaken en die behoren tot een categorie die met betrekking tot het betrokken broeikasgas bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen, alsmede andere activiteiten die met eerstbedoelde activiteiten rechtstreeks samenhangen en daarmee technisch in verband staan en die gevolgen kunnen hebben voor de emissie van het betrokken broeikasgas in de lucht; kalenderjaar: jaar als bedoeld in artikel 2, onder y, van de EG-verordening register handel in broeikasgasemissierechten. 3 Voor de toepassing van titel 16.3 en de daarop berustende bepalingen wordt onder NO x -installatie verstaan: vaste technische eenheid die een emissie van stikstofoxiden in de lucht veroorzaakt en die behoort tot een categorie die bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen. 4 Voor de toepassing van afdeling onderscheidenlijk afdeling wordt verstaan onder: emissieverslag: verslag als bedoeld in artikel 16.12, eerste lid, onder b, onderscheidenlijk artikel 16.39f, eerste lid; monitoringsplan: plan als bedoeld in artikel 16.6, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 16.39c; verificateur: onafhankelijke deskundige als bedoeld in artikel 16.12, eerste lid, onder c, onderscheidenlijk de artikelen 16.39f, tweede lid, en 16.39j, tweede lid; verificatie: beoordeling als bedoeld in artikel 16.12, eerste lid, onder c, onderscheidenlijk artikel 16.39g. Parlementaire behandeling Het begrip jaarvracht is een belangrijk begrip in hoofdstuk 16 Wm. Dat hoofdstuk heeft betrekking op de totale hoeveelheid van een stof die in de lucht wordt geëmitteerd gedurende een jaar, terwijl het in hoofdstuk 8 Wm gaat om de hoeveelheid van een stof die op een willekeurig moment in de lucht wordt geëmitteerd. In hoofdstuk 16 Wm gaat het derhalve om de totale milieubelasting gedurende een langere periode, terwijl het in hoofdstuk 8 Wm in beginsel om piekbelastingen op een bepaald moment gaat (concentraties). Het verschil tussen hoofdstuk 16Wm en hoofdstuk 8 Wm is niet zozeer gelegen in verschillende milieudoelstellingen, maar in het instrumentarium dat wordt gebruikt om tot emissiereductie te komen. Handel in emissierech- 21

12 Art ten is alleen mogelijk indien met hoeveelheden emissies en emissierechten wordt gewerkt, die op langere periodes betrekking hebben, terwijl het niveau van de technische maatregelen die in de inrichting worden getroffen goed kan worden afgemeten aan overschrijdingen van gestelde concentratiegrenzen. Het eerste gebeurt in hoofdstuk 16 Wm, het tweede in hoofdstuk 8 Wm. De omschrijving van het begrip broeikasgasinstallatie is afgeleid van de omschrijving van het begrip installatie in de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten (artikel 3, onder e). De begrippen inrichting en broeikasgasinstallatie (verder: installatie) worden in hoofdstuk 16Wm naast elkaar gebruikt. Het begrip inrichting is bepalend voor de reikwijdte van de emissievergunning, terwijl het begrip installatie bepalend is ter aanduiding van de emissiebronnen die worden meegeteld bij de bepaling van de emissie die de inrichting veroorzaakt. Het begrip inrichting wordt gebruikt om aan te geven wie als de exploitant van de installatie in de zin van artikel 3, onder f, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten moet worden aangemerkt, te weten degene die de inrichting drijft waarvan de installatie deel uitmaakt. Deze persoon is de houder van de emissievergunning en tevens degene aan wie emissierechten worden toegewezen. Ter nadere toelichting wordt het volgende opgemerkt. Het begrip inrichting wordt ter afbakening van de reikwijdte van de emissievergunning gebruikt omdat de begrippen inrichting en degene die de inrichting drijft gedurende de afgelopen decennia zowel in algemene zin als in concrete gevallen in de jurisprudentie zijn uitgekristalliseerd. Voor de bedrijven die onder het systeem van handel in emissierechten vallen, geldt dit zeker, aangezien voor vrijwel alle bedrijven reeds milieuvergunningen zijn verleend. Bovendien is in dit verband relevant dat artikel 8 EGrichtlijn handel in broeikasgasemissierechten tot coördinatie van emissievergunningen en milieuvergunningen verplicht. Voorts is het ter voorkoming van onduidelijkheid van belang dat de houder van de milieuvergunning, de houder van de emissievergunning en degene aan wie emissierechten worden toegewezen dezelfde persoon zijn. Degene die de inrichting drijft, is tevens altijd als exploitant van de installatie in de zin van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten aan te merken. Een van de in de jurisprudentie ontwikkelde criteria ter afbakening van het begrip inrichting is namelijk dat tot dezelfde inrichting behoort al hetgeen waarover degene die de inrichting drijft, zeggenschap heeft. Indien dat niet het geval zou zijn, zou hij als vergunninghouder geen zorg kunnen dragen voor de nakoming van alle aan de vergunning verbonden voorschriften, zoals artikel 8.20 Wm vereist. 22

13 Art Op grond van het bovenstaande wordt het begrip inrichting als aanknopingspunt gehanteerd bij de implementatie van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 93 en p. 94 (MvT) Omwille van de toegankelijkheid van de wet worden de definities in artikel 16.1 Wm alfabetisch gerangschikt (onderdeel 1). Deze lijn is ook gevolgd in artikel 1.1, eerste lid, Wm.1 Onderdeel 2 strekt ertoe een voor de werking van hoofdstuk 16 Wm relevante definitie toe te voegen aan artikel 16.1, eerste lid, Wm. Het gaat om de definitie van projectactiviteit. De wijze waarop instemming wordt verleend met deelname aan CDMen JI-projectactiviteiten is geregeld in de nieuwe paragraaf Wm en is nader beschreven in hoofdstuk 3 van het algemeen deel van deze memorie van toelichting. In de definitie van projectactiviteit in artikel 3, onder l, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissie-rechten is ook het verkregen hebben van instemming als element opgenomen. Dit element is in de Wm niet overgenomen. Dit is enerzijds niet mogelijk, omdat het in de voorgestelde afdeling Wm nu juist gaat om projecten die nog instemming behoeven. Anderzijds is het evenmin nodig. Waar in het kader van het gebruikvan CER s en ERU s in het Europese handelssysteem wordt verwezen naar projectactiviteiten (artikel 16.37b, tweede lid, Wm), volgt namelijk uit de Kyotoen Marrakesh-context reeds dat het alleen kan gaan om een project waarvoor een partij bij het Kyoto-Protocol instemming heeft verleend. De uitgifte van CER s en ERU s kan namelijk alleen plaatsvinden op basis van een project dat instemming heeft verkregen van een bijlage I-partij. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 21 (MvT) In de Wm zijn enkele bepalingen aangepast in verband met de wijziging van de beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 januari 2004 tot vaststelling van richtsnoeren voor de bewaking en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (hierna: wijziging van de richtsnoeren inzake monitoring), die naar verwachting in oktober 2006 zal worden vastgesteld. Om aan te sluiten bij een eenduidige en uniforme terminologie in Europa is het wenselijk om de term monitoringsprotocol te vervangen door monitoringsplan. Binnen Europa heeft het monitoringsplan feitelijk dezelfde inhoud als het Nederlandse monitoringsprotocol. Kamerstukken II 2005/06, , nr. 3, p. 9 (MvT) In artikel 16.1 zijn enkele begripsomschrijvingen opgenomen die specifiek betrekking hebben op titel Net als bij titel 16.2 met betrekking tot broeikasgassen en broeikasgasemissie-rechten het geval is, is voor de toepassing van titel 16.3 ook een definitie voor het register voor handel in NO x -emissierechten en NO x -installatie opgenomen. De definitie van 23

14 Art NO x -installatie geeft aan dat het een specifiek NO x -emitterende eenheid betreft, zoals bijvoorbeeld een fornuis, een ketel, een gasturbine-installatie of een procesinstallatie. Dit is met name relevant in verband met het door het bedrijf op te stellen monitoringsprotocol. Artikel 16.6 Wm, dat van overeenkomstige toepassing is verklaard in titel 16.3, regelt dat bij de aanvraag om een emissievergunning een monitoringsprotocol moet worden ingediend dat voor de inrichting een beschrijving omvat van de wijze waarop de jaarvracht wordt bepaald. In het kader van een adequate monitoring van de NO x -emissies (NO x -emissies) van de inrichting dient deze beschrijving per afzonderlijke NO x -emitterende eenheid plaats te vinden. Dit wordt bij algemene maatregel van bestuur geregeld. Om deze reden is NO x -installatie gedefinieerd als een vaste technische eenheid die NO x -emissies veroorzaakt. Daarmee wordt aangegeven dat het elke individuele proces- of verbrandingsinstallatie betreft waarbij NO x -emissies plaatsvinden. Bij algemene maatregel van bestuur zal dit nader worden uitgewerkt. Aangewezen zullen worden inrichtingen, waarin zich verbrandingsinstallaties (stook- of afvalverbrandingsinstallaties) bevinden met een gezamenlijk opgesteld vermogen van ten minste 20 MWth of inrichtingen waarin bij algemene maatregel van bestuur aangewezen procesinstallaties staan opgesteld. Telkens wanneer van NO x -installatie wordt gesproken, wordt een installatie bedoeld die NO x emitteert. Het gaat om alle installaties met een vermogen van ten minste 1 MWth in het geval van verbrandingsinstallaties dan wel procesinstallaties met een ondergrens van één ton NO x per jaar. Dit zal bij algemene maatregel van bestuur worden geregeld. Wat betreft de definitie van het verkoopplafond zij verwezen naar de toelichting bij artikel 16.49, derde lid, Wm, en artikel 16.56, tweede lid, Wm. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 56 (MvT) In artikel 16.1, eerste lid, worden definities opgenomen van de begrippen tonkilometer en tonkilometergegevens. Het begrip tonkilometergegevens is ontleend aan richtlijn 2003/87. In bijlage IV bij de richtlijn wordt beschreven volgens welke formule de tonkilometergegevens moeten worden berekend. Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p. 57 (MvT) 24

15 Art Titel 16.2 Broeikasgassen en broeikasgasemissierechten Afdeling Inrichtingen Algemeen Artikel Deze afdeling is van toepassing op inrichtingen waarin zich een of meer broeikasgasinstallaties bevinden. 2 Een emissie van een broeikasgas in de lucht wordt uitgedrukt in tonnen kooldioxide-equivalent. 3 Voor de toepassing van deze afdeling wordt onder brandstofverbruik en grondstofgebruik verstaan het verbruik van brandstoffen, onderscheidenlijk het gebruik van grondstoffen, voorzover dat verbruik, onderscheidenlijk gebruik, waarschijnlijk tot emissies van een broeikasgas zal leiden. 4 Degene die een inrichting drijft, waarin zich een broeikasgasinstallatie bevindt: a die tot een krachtens het tweede lid aangewezen categorie behoort, kan in bij algemene maatregel van bestuur aangegeven gevallen verzoeken met betrekking tot een planperiode buiten die aanwijzing te blijven; b die niet tot een krachtens het tweede lid aangewezen categorie behoort, kan in bij algemene maatregel van bestuur aangegeven gevallen verzoeken met betrekking tot een planperiode binnen die aanwijzing te vallen. 5 Degene die een inrichting drijft, waarin zich een NOx-installatie bevindt: a die tot een krachtens het derde lid aangewezen categorie behoort, kan in bij algemene maatregel van bestuur aangegeven gevallen verzoeken met ingang van een bepaald tijdstip buiten die aanwijzing te blijven; b die niet tot een krachtens het derde lid aangewezen categorie behoort, kan in bij algemene maatregel van bestuur aangegeven gevallen verzoeken tot en met een bepaald tijdstip binnen die aanwijzing te vallen. 6 Het bestuur van de emissieautoriteit beslist op de verzoeken, bedoeld in het vierde en vijfde lid. De verzoeken worden beoordeeld op grond van bij algemene maatregel van bestuur gestelde criteria. 7 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ter uitvoering van het vierde, vijfde en zesde lid regels worden gesteld. Artikel 16.3 Onder inrichtingen als bedoeld in artikel 16.2, eerste lid, worden mede begrepen inrichtingen binnen de Nederlandse exclusieve economische zone. 25

16 Art Artikel 16.4 Een wijziging van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten of van een bijlage bij die richtlijn gaat voor de toepassing van deze titel gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij een besluit van Onze Minister, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld Vergunning Artikel Het is verboden zonder vergunning van het bestuur van de emissieautoriteit: a een inrichting in werking te hebben; b een inrichting te veranderen of de werking daarvan te veranderen op zodanige wijze dat dit een significante toename van de emissie van broeikasgassen in de lucht tot gevolg heeft; c het voor de betrokken inrichting geldende monitoringsplan ingrijpend te veranderen. 2 Indien voor een inrichting tevens de in artikel 16.49, eerste lid, vervatte verboden gelden, hebben de in het eerste lid vervatte verboden tevens betrekking op de emissies van stikstofoxiden in de lucht, die de inrichting veroorzaakt, en zijn de in artikel 16.49, eerste lid, vervatte verboden niet van toepassing. Titel 16.3, met uitzondering van artikel 16.49, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing, voorzover het de emissie van stikstofoxiden in de lucht betreft. Parlementaire behandeling Dit artikel is een kernbepaling in het wetsvoorstel. Hiermee wordt het in werking hebben van inrichtingen met installaties, waarin activiteiten worden verricht die CO 2 -emissies veroorzaken en die in bijlage I bij de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten worden genoemd, afhankelijk gesteld van een emissievergunning. De vergunningplicht geldt ook voor het uitbreiden van een inrichting, voor veranderingen van de inrichting of van de werking daarvan die significante gevolgen hebben voor de emissie van broeikasgassen en voor ingrijpende veranderingen van het monitoringsprotocol. Het vereiste van vergunning in het eerste lid is vooral bedoeld om ervoor te zorgen dat voor elke inrichting een monitoringsprotocol wordt opgesteld, waarin wordt aangegeven op welke wijze de monitoring van de emissies vanuit de inrichting zal geschieden. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 96 (MvT) In artikel 16.5 Wm wordt een nieuw (tweede) lid ingevoegd dat een samenloopregeling bevat voor gevallen waarin zich in een inrichting zowel 26

17 Art broeikasgasinstallaties als NO x -installaties bevinden. In datgeval wordt één emissievergunning verleend. De bedoeling van deze regeling is te bevorderen dat er één motinoringsprotocol wordt ingediend en dat volstaan kan worden met één emissieverslag voor zowel de CO 2 - als de NO x -emissies. Kamerstukken II , nr. 3, p. 56 (MvT) In artikel 16.5 Wm wordt een nieuw (tweede) lid ingevoegd dat een samenloopregeling bevat voor gevallen waarin zich in een inrichting zowel broeikasgasinstallaties als NO x -installaties bevinden. In dat geval wordt één emissievergunning verleend. De bedoeling van deze regeling is te bevorderen dat er één monitoringsprotocol wordt ingediend en dat volstaan kan worden met één emissieverslag voor zowel de CO 2 - als de NO x -emissies. Deze emissies vertonen namelijk veel samenhang. Integratie beperkt derhalve de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de emissieautoriteit. De EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten eist dat in elk geval de emissievergunning wordt verleend indien het bevoegd gezag ervan overtuigd is dat de emittent in staat is de emissies te bewaken en daarover te rapporteren conformde eisen uit de richtlijn. De emissievergunning wordt dan desnoods gedeeltelijk verleend voor CO 2, indien de emissievergunning ten aanzien van het NO x -deel geweigerd moet worden (artikel 16.10, tweede lid, Wm). Ook is de omgekeerde situatie denkbaar: de emissievergunning wordt alleen voor NO x verleend en niet voor CO 2. Inrichtingen die een zodanige hoeveelheid NO x emitteren dat zij onder het systeemvan handel in NO x -emissierechten vallen (titel 16.3), zullen veelal ook een zodanige hoeveelheid CO 2 emitteren dat de bedrijven onder het systeemvan handel in broeikasgasemissierechten vallen (titel 16.2). Daarom zal een emissievergunning voor NO x in de regel vereist zijn op grond van deze samenloopbepaling (artikel 16.5, eerste lid, in verbinding met artikel 16.5, tweede lid, Wm) in plaats van op grond van artikel 16.49, eerste lid, Wm. Zie ook de toelichting bij artikel 16.49, eerste lid, Wm, en bij artikel 16.20, vierde en vijfde lid, Wm. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 56 MvT) Artikel Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop de aanvraag om een vergunning moet geschieden, de gegevens en de bescheiden die door de aanvrager moeten worden verstrekt met het oog op de beslissing op de aanvraag, en de wijze waarop die gegevens moeten worden verkregen. 2 Bij of krachtens de maatregel wordt in ieder geval bepaald dat de aanvrager bij de aanvraag een monitoringsplan indient, dat voor de inrichting een beschrijving bevat van de wijze waarop: a de jaarvracht wordt bepaald, b het brandstofverbruik en het grondstofgebruik worden bepaald, 27

18 Art c gegevens die op het bepaalde onder a en b betrekking hebben, worden geregistreerd en bewaard, en d aan het bestuur van de emissieautoriteit verslag wordt gedaan van de jaarvracht en de gegevens betreffende het brandstofverbruik en het grondstofgebruik. 3 Onze Minister kan nadere regels stellen ter uitvoering van het bepaalde krachtens het eerste of tweede lid. Deze regels voldoen in elk geval aan de beschikking die de Commissie van de Europese Gemeenschappen heeft vastgesteld op grond van artikel 14, eerste lid, van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten. 4 Voor het bepalen van de jaarvracht van een inrichting worden uitsluitend de emissies in aanmerking genomen, die worden veroorzaakt door activiteiten die in een broeikasgasinstallatie worden verricht en die krachtens artikel 16.1, tweede lid, zijn aangewezen. Parlementaire behandeling Voorts is in artikel 16.6, derde lid, Wm verduidelijkt: de richtsnoeren worden vastgesteld in een beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna: Commissie), die vervolgens wordt gepubliceerd. Een verwijzing naar zo n beschikking is duidelijker dan een verwijzing naar vastgestelde richtsnoeren. Kamerstukken II 2005/06, , nr. 3, p. 9 (MvT) Artikel 16.7 Op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag om een vergunning is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Parlementaire behandeling De voorgestelde aanpassing van dit artikel is louter van tekstuele aard. De redactie wordt hiermee identiek aan artikel 8.6 Wm. Kamerstukken II 2005/06, , nr. 3, p. 9 (MvT) Artikel Het bestuur van de emissieautoriteit zendt het monitoringsplan dat is ingediend bij de aanvraag om een vergunning krachtens artikel 16.5, eerste lid, aan het bestuursorgaan dat voor de inrichting waarop de aanvraag betrekking heeft, bevoegd is een vergunning te verlenen krachtens artikel 8.1, dan wel, in geval voor de inrichting het in artikel 40, tweede lid, van de Mijnbouwwet vervatte verbod geldt, Onze Minister van Economische Zaken. 2 Het bestuur van de emissieautoriteit stelt het betrokken andere bestuursorgaan, bedoeld in het eerste lid, gedurende vier weken in de gelegenheid advies uit te brengen over het monitoringsplan met het oog op de samen- 28

19 Art hang tussen dit plan en de aanvraag of vergunning, bedoeld in artikel 8.1 van deze wet of artikel 40 van de Mijnbouwwet. Parlementaire behandeling Artikel 16.8 wordt technisch aangepast in verband met de integratie van de vergunning krachtens artikel 8.1 in de omgevingsvergunning. Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p. 110 (MvT) Artikel 16.9 Het bestuur van de emissieautoriteit draagt er bij de beslissing op de aanvraag zorg voor dat geen strijd ontstaat met regels die met betrekking tot de inrichting gelden, gesteld bij of krachtens dit hoofdstuk of hoofdstuk 8. Artikel De vergunning wordt geweigerd indien het monitoringsplan niet voldoet aan de eisen die daaraan bij of krachtens dit hoofdstuk zijn gesteld dan wel indien door verlening anderszins strijd zou ontstaan met regels die met betrekking tot de inrichting gelden, gesteld bij of krachtens dit hoofdstuk, of indien het bestuur van de emissieautoriteit van oordeel is dat onvoldoende is gewaarborgd dat de houder van de vergunning in staat is het monitoringsplan naar behoren uit te voeren. 2 In een geval als bedoeld in artikel 16.5, tweede lid, wordt de vergunning gedeeltelijk geweigerd voorzover het de emissies van broeikasgassen, onderscheidenlijk de emissies van stikstofoxiden, betreft, indien een vergunning krachtens artikel 16.5, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 16.49, eerste lid, zou zijn geweigerd in geval uitsluitend het vereiste van een vergunning krachtens artikel 16.5, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 16.49, eerste lid, zou gelden. Parlementaire behandeling De emissievergunning moet in twee gevallen worden geweigerd. Weigering vindt plaats indien het monitoringsprotocol niet voldoet aan de eisen die daaraan bij of krachtens hoofdtuk 16 Wm zijn gesteld dan wel indien door verlening anderszins strijd zou ontstaan met regels die bij of krachtens dat hoofdstuk zijn gesteld, of indien het bestuur van de emissieautoriteit van oordeel is dat onvoldoende is gewaarborgd dat de houder van de vergunning in staat is het monitoringsprotocol naar behoren uit te voeren. De eerste weigeringsgrond is onder meer van toepassing indien het monitoringsprotocol dat is ingediend, niet voldoet aan de wettelijke vereisten. Het is ook mogelijk dat er redenen zijn om aan te nemen dat de emittent de monitoring niet overeenkomstig het monitoringsprotocol kan verrichten, bijvoorbeeld omdat hij hiervoor niet over de juiste apparatuur of de juiste personen beschikt. Dan is de tweede weigeringsgrond van toepassing. Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 96 (MvT) 29

20 Art Indien voor een inrichting zowel een emissievergunning voor CO 2 -emissies is vereist als een emissievergunning voor NO x -emissies en ingevolge artikel 16.5, tweede lid, Wm dus sprake is van één overkoepelend verbod om deze stoffen te emitteren zonder vergunning, is het denkbaar dat de emittent door de emissieautoriteit wel in staat wordt geacht de monitoring voor CO 2 te verrichten, maar niet de monitoring voor NO x of omgekeerd. In dat geval zou de gecombineerde emissievergunning moeten worden geweigerd. In artikel 16.10, tweede lid, Wm is bepaald dat in een dergelijk geval de emissievergunning wel voor de CO 2 -emissies of de NO x -emissies moet worden verleend. Dit is, in het geval de emittent wel aan alle CO 2 -vereisten heeft voldaan maar niet aan alle NO x -vereisten, nodig om te voorkomen dat de emittent in situaties waarin hij recht heeft op de emissievergunning voor de emissie van CO 2, deze emissievergunning toch niet krijgt. Dan kan (en moet) uitsluitend het NO x -gedeelte van de emissievergunning worden geweigerd. Omgekeerd geldt hetzelfde indien niet aan alle CO 2 -vereisten, maar wel aan alle NOx-vereisten is voldaan. De wettelijke basis voor het verlenen van de emissievergunning voor de NO x -emissies blijft in de bovenstaande gevallen artikel 16.5, eerste lid, Wm in verbinding met artikel 16.5, tweede lid, Wm. Het is dus niet zo dat de vergunningplicht op grond van artikel 16.49, eerste lid, Wm dan weer herleeft. In dat geval zouden namelijk alsnog twee afzonderlijke monitoringsprotocollen en emissieverslagen, te weten één voor broeikasgassen en één voor NO x, moeten (of kunnen) worden ingediend. Dit is niet wenselijk. Voor het NO x -gedeelte moet dan ook een wijziging van de reeds voor CO 2 verleende emissievergunning worden aangevraagd. In verband hiermee is in het wetsvoorstel een speciale voorziening opgenomen (artikel 16.20, vierde en vijfde lid, Wm). Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 57 (MvT) Artikel In een vergunning wordt duidelijk aangegeven waarop zij betrekking heeft. De vergunning vermeldt de naam en het adres van degene die de inrichting drijft, waarop de vergunning betrekking heeft. 2 Het monitoringsplan maakt in ieder geval deel uit van de vergunning. De overige onderdelen van de aanvraag om de vergunning maken deel uit van de vergunning, voorzover dat in de vergunning is aangegeven. Artikel Aan een vergunning worden de voorschriften verbonden, die nodig zijn in het belang van de goede werking van het systeem van handel in emissierechten. Deze voorschriften houden voorts in ieder geval de verplichting in dat: a gedurende ieder kalenderjaar de jaarvracht, het brandstofverbruik en het grondstofgebruik worden bepaald en geregistreerd overeenkomstig het voor de betrokken inrichting geldende monitoringsplan; 30

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 611 Wet van 22 november 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer in verband met verduidelijking en verbetering van de regelgeving met

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 233 Wet van 28 april 2005 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de invoering van een systeem

Nadere informatie

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO 2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO 2- prijs elektriciteitsopwekking) VOORSTEL

Nadere informatie

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag voor de invoering van een minimum CO 2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO 2-prijs elektriciteitsopwekking) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 190 Wijziging van de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 189 Wet van 22 maart 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2004/101/EG van het

Nadere informatie

L181) en van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de

L181) en van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2012-2013 33 466 Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met de vaststelling van Verordening (EU) nr. 600/2012

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2012-2013 33 428 Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de intrekking van het stelsel van handel in NOx-emissierechten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16636 14 september 2011 Besluit van 8 september 2011, nr. IenM/BSK-2011/114418, houdende wijziging van de Beleidsregels

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 195 Wet van 19 april 2012 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de implementatie van richtlijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 197 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer en enkele andere wetten ten behoeve van de implementatie van

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 29 Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 383 Wet van 28 augustus 2009 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met doeltreffendere rechtsmiddelen tegen niet tijdig beslissen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 163 Wet van 24 maart 2011 tot wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet op de economische delicten en de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 517 Wet van 18 oktober 2001, houdende wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Wet bodembescherming (verbetering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 90 Wet van 17 februari 2007 tot wijziging van de Wet milieubeheer ter uitvoering van verordening (EG) nr. 2216/2004 van de Commissie van de Europese

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 980 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over samenhangende besluiten (Wet samenhangende besluiten Awb) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

Regeling register voor handel in NO x -emissierechten

Regeling register voor handel in NO x -emissierechten VROM Regeling register voor handel in NO x - Regeling van de Staatssecretaris van en Milieubeheer van 7 juli 2005, nr. KvI 2005060151, houdende regels met betrekking tot het register voor handel in NO

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 459 Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 224 Wet van 11 mei 2007, houdende wijziging van de voorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten Consultatieversie Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

In artikel 1.1, tweede lid, worden het volgende begrip en de daarbij behorende begripsomschrijving in alfabetische rangschikking ingevoegd:

In artikel 1.1, tweede lid, worden het volgende begrip en de daarbij behorende begripsomschrijving in alfabetische rangschikking ingevoegd: Besluit van... tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Besluit handel in emissierechten en het Besluit omgevingsrecht en tot intrekking van het Wijzigingsbesluit Besluit handel in emissierechten

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 376 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 654 Voorstel van wet tot wijziging van de Wet ammoniak en veehouderij Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 737 Besluit van 17 december 2004, houdende regels ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2003/87/EG van het Europees Parlement en

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 606 Wet van 22 november 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer en enige andere daarmee verband houdende wetten (modernisering van de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 429 Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen en de Geneesmiddelenwet in verband met de uitvoering van verordening

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 339 Wijziging van de Waterleidingwet (eigendom waterleidingbedrijven) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 9 december 2003 Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 177 Wet van 4 mei 2015 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de aanpassing van het klachtrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 247 Regels ter bevordering van de totstandkoming en realisatie van maatschappelijke initiatieven gericht op duurzame ontwikkeling door na een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 361 Besluit van 27 juni 1995 tot wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur met het oog op de uitvoering van de Overeenkomst betreffende

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 428 Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op een aantal punten van uiteenlopende aard alsmede wijziging van de Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer

Nadere informatie

Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de modernisering van het speelcasinoregime

Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de modernisering van het speelcasinoregime Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de modernisering van het speelcasinoregime Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Nadere informatie

Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte)

Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte) Wijziging van de Mijnbouwwet (aanpassing van het vergunningsstelsel voor opsporen en winnen van aardwarmte) VOORSTEL VAN WET 8-6-2010 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 135 Besluit van 9 april 2008 tot wijziging van enige algemene maatregelen van bestuur in verband met aanpassing aan de artikelen 8.8 en 8.11,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 84 Besluit van 22 februari 2012 tot wijziging van het Kansspelenbesluit en het Speelautomatenbesluit 2000 in verband met de instelling van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 341 Wet van 23 juni 2005, houdende wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet openbaarheid van bestuur en de Archiefwet 1995 ten behoeve van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 074 Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 206 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 323 Besluit van 22 juni 2011 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de implementatie van titel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 77 Wet van 25 februari 2008 tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2006/21/EG van het Europees

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 894 Uitbreiding en wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de uitvoering van de verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 129 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) B GEWIJZIGD

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 448 Wet van 14 november 2016 tot wijziging van de Gezondheidswet en de Jeugdwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 215 Wet van 10 april 1997 tot wijziging van de Wet inzake bloedtransfusie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

VOORSTEL VAN DECREET

VOORSTEL VAN DECREET Zitting 2008-2009 30 april 2009 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Patrick Lachaert, mevrouw Tinne Rombouts en de heren Bart Martens, Patrick De Klerck, Erik Matthijs en André Van Nieuwkerke houdende wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 54 Wet van 24 januari 2002 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de samenvoeging

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. http://wetten.overheid.nl/bwbr00069/07-06-7/0/afdrukken De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Wet toezicht financiële verslaggeving Geldend van 7-06-07 t/m heden Wet van 8 september

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 99 Wet van 13 maart 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het aanmerken van het kentekenregister als basisregistratie

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 021 Wijziging van de Wet geluidhinder, de Wet luchtvaart en de Spoorwegwet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/49/EG van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1 RMC-wet 2001 636 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Wijziging van de bepalingen inzake beroep in de Kieswet en de Wet Europese verkiezingen NADER GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET Wij eatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en de Telecommunicatiewet in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking van maatregelen voor de beveiliging van persoonsgegevens (meldplicht

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 01-12-2014) Wet van 22 januari 2014, houdende regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (Uitvoeringswet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 208 Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 62 Wet van 6 februari 2003 tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (verbetering van de handhaving en bepalingen inzake uitbreidingstoelatingen)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 276 Wijziging van de Mededingingswet en van enige andere wetten in verband met de implementatie van EG-verordening 1/2003 Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

Afdeling 2.1 van de Regeling monitoring handel in emissierechten wordt als volgt gewijzigd:

Afdeling 2.1 van de Regeling monitoring handel in emissierechten wordt als volgt gewijzigd: Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van., nr. DGM/K&L2010016258 tot wijziging van de Regeling monitoring handel in emissierechten in verband met het verstrekken

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 622 Wet van 13 december 2001 tot uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 696 Wijziging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 teneinde richtlijn nr. 98/78/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 145 Wet van 7 maart 2002 tot wijziging van de Wet tot behoud van cultuurbezit in verband met een evaluatie van die wet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 279 26 287 Wijziging Wet Luchtverkeer (implementatie LVB-evaluatie) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 24 juni 1999 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 826 Voorstel van het lid Van Velzen houdende een verbod op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 533 Besluit van 30 november 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit algemene chemische produktveiligheid in verband met verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 834 Wijziging van de Wet milieubeheer (jaarverplichting hernieuwbare energie vervoer, hernieuwbare brandstofeenheden en elektronisch register

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 223 Besluit van 11 juni 2007, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen en van het Warenwetbesluit

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van... houdende aanpassing van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria en enkele andere besluiten terzake van een aantal onderwerpen van diverse aard (Verzamelbesluit rechtsbijstand 2009)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 48 Wet van 22 januari 2014, houdende regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 51 Wet van 10 februari 2017, houdende tijdelijke regels inzake het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 815 Wijziging van de Wet inzake bloedvoorziening in verband met risicobeheersing binnen de Bloedvoorzieningsorganisatie A GEWIJZIGD VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 559 Besluit van 3 december 2008, houdende wijziging van het Voertuigreglement ter implementatie van VN/ECE-reglementen nrs. 108 en 109 met uniforme

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 475 Herziening van de Wet arbeid vreemdelingen Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur)

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Besluit van tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 108 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enkele andere wetten in verband met de implementatie van Verordening (EU) nr. 2017/1129

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 748 Uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg, de Wet cliëntenrechten zorg en enkele andere wetten in verband met het tijdig signaleren van risico's voor de continuïteit van zorg alsmede in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 157 Voorstel van wet van de leden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk tot wijziging van de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 2 Wet van 11 december 2013 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de uitbreiding van het gebruik van biometrische kenmerken

Nadere informatie

CONCEPT (versie 5 juni 2012) WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN

CONCEPT (versie 5 juni 2012) WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN WET ONAFHANKELIJK NETBEHEER INCLUSIEF VOORGENOMEN WIJZIGINGEN (deze geconsolideerde versie is bedoeld als handreiking ten behoeve van de internetconsultatie; er kunnen op geen enkele wijze rechten aan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 556 Wet van 5 november 2012 tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 teneinde inbesteding van openbaar vervoer mogelijk te maken in een

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 26 Besluit van 12 december 2018 tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten in verband met de uitvoering van

Nadere informatie

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden:

Voorstel van wet. Artikel I. De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden: Wijziging van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie betreffende de vereisten gesteld aan de beginseltoestemming, de leeftijdscriteria, de bijdrage in de kosten van het gezinsonderzoek, enige

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. wijziging van de Mededingingswet in verband met wijziging van de bepalingen over markt en overheid en wijzigingen in het concentratietoezicht, en wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 122 Wet van 25 februari 1999 tot wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet rampen en zware ongevallen en de Arbeidsomstandighedenwet ter uitvoering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 599 Besluit van 12 november 2004, houdende intrekking en wijziging van diverse Warenwetbesluiten in verband met de intrekking van beschikkingen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 182 Wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 111 Wijziging van de Gezondheidswet en de Wet op de jeugdzorg teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van informatie over de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 30 Wet van 25 januari 2017 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Crisis- en herstelwet in verband met de uitvoering van Richtlijn 2014/52/EU

Nadere informatie