Wij menen het! Vertel de leerlingen dat je een brief hebt gekregen van een aantal onderzoekers die hulp nodig hebben.

Transcriptie

1 Action de graad Voor je begint Wij menen het! Verdeel het bord in 2 Print de brief van de onderzoekers Print het verhaal van Samuel of toon het op het smartboard Print de probleemkaartjes en knip deze uit Laat de kinderen in 3 groepjes zitten Inleiding Vertel de leerlingen dat je een brief hebt gekregen van een aantal onderzoekers die hulp nodig hebben. Op onderzoek in België Lees de brief van de onderzoekers voor of laat één van de leerlingen de brief voorlezen. Verdeel de klas in 3 groepjes. Vertel de leerlingen dat ze, zoals de onderzoekers vragen, op onderzoek gaan in eigen land. Laat elk groepje nadenken over een vraag: Armoede: Zijn er in België arme mensen? Hoe kan je arm worden? Natuur: Wordt er in België goed voor de natuur gezorgd? Wat gebeurt er als er niet goed voor de natuur wordt gezorgd? Gelijke kansen: Kan in België iedereen op vakantie gaan? Welke mensen kunnen niet op vakantie gaan? Laat elk groepje zijn ontdekkingen voorstellen. Op onderzoek in het buitenland Vertel het verhaal van Samuel. Geef daarna aan elk groepje een kopie van het verhaal en een blanco blad. Vraag hen om alle problemen op te schrijven die in het verhaal van Samuel voorkomen.

2 Laat daarna elk groepje om de beurt een probleem benoemen en schrijf de problemen willekeurig op de linkerhelft van het bord. Ga zo verder tot alle problemen benoemd zijn. De problemen zijn: er is veel regen er is geen vervoer het graan is vernietigd er zijn veel muggen er is malaria de familie van Samuel heeft geen geld de familie van Samuel heeft geen eten de familie van Samuel voelt zich zwak het broertje van Samuel wordt ziek er is geen ziekenhuis in het dorp de ouders van Samuel zijn lang onderweg naar een ander ziekenhuis de broer van Samuel is bijna dood Vertel de leerlingen: We gaan een oorzaak-gevolg ketting maken waarbij we bovenaan het grote probleem schrijven en dan verder noteren welke problemen door het grote probleem worden veroorzaakt. Vraag de leerlingen welk probleem eerst kwam (regen). Vraag hen welke problemen de regen rechtstreeks veroorzaakt (geen vervoer, graan is vernietigd en er zijn veel muggen). Schrijf dit op de rechterhelft van het bord. Regen geen vervoer graan vernietigd muggen.

3 Geef elk groepje een gevolg van de regen en vraag om op basis van de problemen op het bord de oorzaak-gevolgketting verder aan te vullen. Vertel hen dat het kan zijn dat ze niet alle problemen die op het bord staan moeten gebruiken. De groepjes met geen vervoer en muggen zijn waarschijnlijk sneller klaar dan het groepje graan vernietigd. Laat hen als ze klaar zijn nadenken of de gevolgen die zij hebben aangevuld in de ketting ook nog door iets anders kunnen veroorzaakt zijn dan door de oorzaak die ze nu hebben. Laat elk groepje om beurt over zijn ketting vertellen. Begin met het groepje graan vernietigd. Laat de klas verbeteren, als dat nodig is. Vul verder aan met de andere groepjes. Regen geen vervoer graan vernietigd muggen geen geld malaria geen eten zwak ziek geen ziekenhuis lang onderweg naar ander ziekenhuis bijna dood

4 Reflectie Vraag aan de leerlingen: -Zijn er gevolgen die opnieuw oorzaak zijn van iets anders? -Kan één oorzaak verschillende gevolgen hebben? Oorzaken en gevolgen benoemen is een belangrijk onderdeel van systeemdenken om zicht te krijgen op verbanden. Smaakt dit naar meer? In de nascholing 'initiatie in systeemdenken' pas je tal van methodieken toe op prikkelende verhalen die leerlingen helpen verbanden te visualiseren. Of bekijk wat een coaching voor jou (en je team) kan betekenen. Interessante informatie over systeemdenken vind je bij de links. Op zoek naar oplossingen Verdeel de klas in 6 groepjes. Je kan de groepjes van in het begin van de les splitsen. Geef aan elk groepje een probleemkaartje. Vraag om per probleem een A3 blad te nemen en bovenaan te schrijven wie iets aan het probleem kan doen en wat dat dan zou zijn. Vraag hen vervolgens om de keten opnieuw te tekenen wanneer het probleem opgelost zou zijn. Laat ieder groepje zijn nieuwe ketting voorstellen. Vraag de leerlingen telkens of Samuel en zijn familie hiermee geholpen zouden zijn. Reflectie Vraag aan de leerlingen wat hen opvalt aan de oplossingen? Vraag hen: Zijn alle problemen opgelost als er voor één probleem een oplossing komt? Stel dat de familie van Samuel voldoende eten heeft, worden zij dan nooit meer zie? Moeten zij nooit meer naar een ziekenhuis? Laat de leerlingen nadenken over welke problemen zeker moeten opgelost worden zodat de familie van Samuel een beter leven heeft. Filosoferen

5 Start een kringgesprek. Stel de volgende vragen: -Ben je ooit al eens droevig geweest? -Hoe kwam dat? -Wanneer ben je de laatste keer heel blij geweest? -Hoe kwam dat? Ga over naar een filosofisch gesprek rond de vraag: -Wat heb je nodig om gelukkig te zijn? Smaakt dit naar meer? In de nascholing 'initiatie in filosoferen met kinderen' reiken we een houvast aan om een filosofisch gesprek te begeleiden aan de hand van inspirerende vragen. Of bekijk wat een coaching voor jou (en je team) kan betekenen. Interessante informatie over filosoferen met kinderen vind je bij de links. Over tot actie! Vraag aan de leerlingen om een brief te schrijven of een tekening te maken waarin ze de politici duidelijk maken wat er allemaal moet veranderen. Extra lestip: Op de website kan je tattoos bestellen voor je leerlingen. Laat je leerlingen een action/2015- tattoo zetten en neem een foto van je klas die je kan uploaden op Op deze manier laat je de politici zien dat jouw klas het echt meent.