A. Cooreman. 4 CIJ Deel 1 Cijferen met natuurlijke getallen

Transcriptie

1 A. Cooreman x ijke xe mp la ar CIJ Deel Cijferen met natuurlijke getallen Ink + Leerjaar kk Groep Remediëring digitaal Naam: i.s.m Klas:

2 Legende iconen Leer dit vanbuiten. Werk schriftelijk en mondeling. Maak deze oefening met losse getalkaarten. Leg deze oefening met geld. Deze info is voor de coach. Het geeft verdere uitleg over de opbouw van RekenrapperS. Maak deze oefening met je handen. Gebruik je vaste getalkaart bij deze oefening. Gebruik je lintmeter bij deze oefeningen. Gebruik je rekenmachine om de oefening op te lossen. Deze oefening moet in kleur afgedrukt worden om de oefeningen te kunnen uitvoeren. Los de oefeningen op met speelkaarten. Herhaal deze oefening. Per keer je de oefening maakt, kleur je een deel in. Knip uit. Je hebt het nodig in dit boek

3 Inhoud Info coach... Rekentaal... Analysetoets basistoets eind de leerjaar... Schatten...9 Cijferend optellen met onthouden Instructies... Samen oefenen op schatten en cijferen met getallen tot Zelfstandig oefenen... oets cijferend optellen zonder en met onthouden... 9 Cijferend aftrekken met lenen Onderbouw begrip over en tekort... 0 Instructie cijferend aftrekken... Samen oefenen... Zelfstandig oefenen... 9 Verder oefenen... oets aftrekken met lenen technisch niveau... Contextueel cijferen met optellen en aftrekken... 7 Cijferend vermenigvuldigen met onthouden Instructies... Zelfstandig oefenen: vermenigvuldigen alle soorten... Vermenigvuldigen met twee natuurlijke getallen... Samen inoefenen... Zelfstandig inoefenen... oets vermenigvuldigen technisch niveau Delen met rest... Staartdelingen Instructies... Samen inoefenen... Zelfstandig oefenen: staartdelingen per soort... 7 Contextueel vermenigvuldigen en delen indtoets cijferend alle bewerkingen met natuurlijke getallen Bewerkingen met rekentaal Bewerkingen correct uitvoeren Afronden en schatten Knipblad tafelvierkant... 0 ureka xpert

4 0 ureka xpert

5 Info coach Welke doelen bereik je met de module cijferen met natuurlijke getallen de leerjaar? Je herhaalt de rekentaal voor de hoofdbewerkingen. Je onderbouwt het schatten bij cijferen. Je stimuleert zelfcontrolerend leren door zelfcontrole met de ZRM. Je legt de onderbouw voor het cijferen tot Je leert werken met stappenplannen en je leert instructies opzoeken als een leerlingen de techniek niet meer kent. Je maakt differentiëring mogelijk door de leerlingen op eigen niveau en tempo te laten oefenen.je legt een verband tussen cijferen en probleemoplossend denken. o Je stimuleert het denkend rekenen. Je toetst de kennis via aangepaste begintoetsen en eindtoetsen. Je remedieert op basis van de vastgestelde problemen. Moeten alle leerlingen eenzelfde einddoel behalen? De einddoelen en leerplandoelstellingen vereisen het technisch kunnen toepassen van de bewerkingen bij cijferen. Het getalbereik is echter niet bepaald. Leerlingen kunnen oefenen om een basisniveau te behalen. Het is belangrijk dat leerlingen hierbij succes ervaren. Cijferen vraagt heel wat basisvaardigheden en concentratie. Leerlingen met leerstoornissen kunnen om diverse redenen problemen hebben bij het cijferen. Maak een probleemanalyse als een leerling problemen heeft op vlak van cijferen. Zijn de termen gekend? Kan de leerling M een stappenplan de stappen correct uitvoeren? Kent de leerling de stappen? Zou die leerling baat hebben bij een stappenplan of instructiekaart? Kent de leerling de tafels voldoende? Zou die leerling baat hebben bij een productenblad? Kan die leerling ook delingen uitvoeren met een productenblad? Zijn de fouten te wijten aan overschrijffouten en omkeringen? Zo ja, kan de leerling baat hebben bij oefeningen die hij niet zelf moet overschrijven? Zijn de fouten te wijten aan dyspraxie en/of motorische problemen? Zou de leerling gebaat zijn bij grotere ruitjes? Zijn de fouten te wijten aan ADD, ADHD, concentratieproblemen,? Zou de leerling gebaat zijn bij kortere oefeningen en minder oefeningen? Aftrekken met tekort voor leerlingen die de splitsingen en brug over 0 onvoldoende beheersen We zullen bij het aftrekken met een tekort steeds het tekort noteren en dan aftrekken van 0. Zo vermijden we dat een leerling fouten maakt of te traag werkt bij het aftrekken met lenen. De techniek brengen we aan met speelkaarten. Leg de speelkaarten boven elkaar en stel vast of er over is of te kort. Bedek bij kaart de stippen. Je hebt over. - Bedek bij kaart de stippen. Dat gaat niet. Je hebt er te kort. Als er te kort is, leen dan steeds van 0. 0 ureka xpert

6 Onderzoek in de voortoetsen of de leerling de maal- en deeltafels snel én juist kan oplossen. Leerlingen die hun tafels kennen maar heel traag zijn, moeten bij het cijferend vermenigvuldigen en delen een tafelkaart gebruiken. Doen ze dit niet, dan leren ze wel cijferen, maar is dit veel te traag. Ze moeten leren werken aan een voldoende tempo om voldoende te automatiseren bij het cijferen. Leerlingen die fouten maken bij tafels, zullen ook bij het cijferen veel fouten maken. Zij moeten leren de tafelkaart te gebruiken om geen of heel weinig fouten te maken. Zorg ervoor dat de leerling de tafelkaart snel en juist kan gebruiken zowel voor vermenigvuldigen en delen. Volg de instructies bij de tafelkaart. Stap Voordoen met imitatie Coach + leerling in groep. De leerkracht of de coach doet voor. De coach zegt alle instructies luidop. De geschreven instructies staan op het bord en liggen naast de leerling. De leerling(en) doet (doen) na op het uitwisbaar bord. De leerling zegt na. De leerling mag de geschreven instructies aflezen. Stap Zelf uitvoeren met directe coaching Coach + leerling = leerling + leerling of leerkracht + leerling. De leerling is de coach. De leerling zegt luidop alle instructies. De leerling volgt hiervoor de instructies in het leerboek. De coach (andere leerling of leerkracht) doet na zoals in stap. De coach stuurt bij. Hoe? o De stappen lezen. Controleren of de leerling de instructies goed verwoordt. o De instructies luidop doen verwoorden op een juiste manier. Stap Zelfstandig luidop uitvoeren Leerling individueel, de coach loopt rond en stuurt bij. lke leerling voert de stappen uit. De leerling controleert steeds met de geschreven instructies. De leerling werkt half luidop. Stap Zelfstandig uitvoeren, inwendig verwoorden Leerling individueel, de coach loopt rond en stuurt bij. Stap Controle en foutenanalyse 0 ureka xpert Laat de leerlingen steeds zelf controleren met rekenmachine. Stimuleer bij elke fout om een foutenanalyse te maken. Geef tips bij het soort fouten om de fout te vermijden. Werk naar een doel toe: drie tot vijf oefeningen na elkaar zonder fouten.

7 De leerlingen maken oefeningen op eigen niveau en tempo. Wie maakt welke oefeningen? A = Oefeningen voor wie een remediëringsniveau nodig heeft. Deze oefeningen zijn sterk aangepast. B = Basis. Deze oefeningen hebben een gemiddelde moeilijkheidsgraad. C = Uitbreiding. Wie nood heeft aan meer, mag meteen met deze oefeningen beginnen. Remediëring Maak zeker de A-oefeningen. Probeer ook de B-oefeningen. Basis Maak zeker de B-oefeningen. Meer dan fout? Maak ook de A-oefeningen. én fout of geen fouten? Snel klaar? Maak ook de C-oefeningen. xtra Je kan goed rekenen? Maak meteen de C-oefeningen. én fout of wat traag? Maak ook de B-oefeningen. Geen fouten en snel? Bied je aan als coach. Je kan andere leerlingen bijsturen en helpen bij de controle De begrippen optellen, som, term, aftrekken, verschil, aftrektal, aftrekker, vermenigvuldigen, product, factor, delen, deeltal, deler, quotiënt, rest en aanverwante termen door middel van voorbeelden kunnen weergeven en hanteren in een context van probleemoplossend denken. Hoofdrekenen handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen met natuurlijke getallen. Maal- en deeltafels tot 0 Cijferend optellen met natuurlijke getallen. Cijferend aftrekken met natuurlijke getallen. Cijferend vermenigvuldigen met natuurlijke getallen, de vermenigvuldiger < 00. Hoofdrekenen delen met rest. en natuurlijk getal cijferend delen door een natuurlijk getal < 0 tot op nauwkeurig. nkelvoudige vraagstukken oplossen over optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en dlen met natuurlijke getallen. Schattend rekenen bij optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Bij probleemoplossend denken kiezen uit cijferen of een hoofdbewerking. nkelvoudige vraagstukken oplossen via cijferen met natuurlijke getallen. Bij het cijferen vooraf een schatting maken. RS/CleverMath kiest voor een sterke technische onderbouw voor de onderdelen die in de bovenbouw aan bod komen. Wij gaan in deze module daarom ook breder dan de opgelegde leerplandoelstellingen voor het de leerjaar. 0 ureka xpert 7 7

8 Rekentaal Leer de woordenschat van de bewerkingen. + - optellen som meer dan vermeerderen en plus x aftrekken verschil minder dan verminderen min : of breuk vermenigvuldigen product maal keer voud delen quotiënt verdelen zoveelste deel RM + RM = SOM H + H + ermen mag je van plaats wisselen. term + term som Hoe noem je in + 00 = 9 het getal? Hoe noem je in de vorige oefening het getal 9? Noteer zelf als oefening. De som is 900, de termen zijn 0 en 0. De termen zijn en. Schrijf dit op als een som. Ik zoek de som van de termen en. Wat is mijn antwoord? Is + gelijk aan +? 0 ja 0 neen Mag je termen van plaats wisselen? 0 ja 0 neen 0 ureka xpert

9 AFRKAL - AFRKKR = VRSCHIL H - H aftrektal - aftrekker verschil denk aan getal Let op Als je het verschil zoekt, zet je steeds het grootste getal eerst. grootste getal kleinste getal = verschil Hoe noem je in - 00 = het getal? Hoe noem je in de vorige oefening het getal? Hoe noem je in de vorige oefening het getal 00? Noteer zelf als oefening. Het verschil is 00, de aftrekker is 0. Zoek zelf het aftrektal. Verminder 7 met. Hoeveel bekom je? Noteer de bewerking. FACOR x FACOR = PRODUC H x H x factor x factor (= vermenigvuldiger) product Hoe noem je in 0 x = 0 het getal 0? Hoe noem je in de vorige oefening het getal 0? Vermenigvuldig met. Noteer de bewerking. Hoeveel is keer 7? Noteer de bewerking. 0 ureka xpert 9 9

10 DLAL : DLR = QUOIËN + RS = deeltal deler 0 quotiënt Hoe noem je in 7 : = en rest het getal? Hoe noem je in de vorige oefening het getal 7? Hoeveel keer gaat in 7? Schrijf de bewerking op. Het quotiënt is en het deeltal is. Wat is de deler? Het quotiënt is en de deler is. Is het deeltal groter of kleiner? bewerking. Zoek het prodcut van de factoren en.. Vermeerder 7 met.. Het verschil tussen 00 en 9 is. el en bij elkaar op.. Hoeveel houd je over als je van 79 ml nog 7 ml wegdoet?. Deel door Vermenigvuldig en 7.. Hoeveel houd je over als je aftrekt van 0? 9. Bereken het quotiënt van en. 0. De aftrekker is 7 en het aftrektal is. Wat is het verschil? 0 ureka xpert 0 0 OK?