Zaaknummers : CBHO nrs. 93/69 t/m 93/73
|
|
- Simon Wouters
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Zaaknummers : CBHO nrs. 93/69 t/m 93/73 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 5 januari 1994 Partijen : Appellanten tegen Christelijke Hogeschool Noord-Nederland Trefwoorden : bevoegdheid voorzitter CvB, feiten, horen, huis- en orde maatregelen, [punitieve] maatregel, proportionaliteit, uitsluiting onderwijs en deelname tentamens, strijd met behoorlijk bestuur Artikelen : WHW artikel 1.1 onderdeel j, 7.61 lid 4 onderdelen a en d, 7.66 lid 2, 7.67, 10.3, 10.4 lid 1, 10.8; UWWO artikel 61 lid 1 aanhef en onderdeel b; Awb [Stb. 1993, 650] artikel I lid 2 en 3 onderdeel 6; Bestuursreglement Christelijke Hogeschool Noord-Nederland artikel 3 lid 2, artikel 7, artikel 8 lid 2 Uitspraak : Gegrond, verzoek afgewezen Hoofdoverwegingen : De Voorzitter van het College constateert dat in de onderhavige gevallen aan het hiervoor gestelde niet is voldaan. Uit de machtiging van de voorzitter van verweerder aan de directeur van de sector economie van verweerders hogeschool van 15 december 1993 blijkt reeds dat in feite de maatregel al was genomen, zij het dat nog een voorbehoud werd gemaakt van nieuwe informatie betreffende het wangedrag. Voorts werd onmiddellijk aan het eind van het gesprek met appellanten op donderdag 16 december 1993 de genomen maatregel aan hen medegedeeld, terwijl zij evenmin vooraf ervan op de hoogte waren gesteld welke voorschriften zij hadden overtreden, alsmede welke feiten aan die overtredingen ten grondslag werden gelegd. De Voorzitter van het College acht deze procedurele tekortkomingen, nu deze van beslissende betekenis zijn voor de vraag of men zich op behoorlijke wijze kan verdedigen, zo ernstig dat de bestreden beslissingen ook om deze reden niet in stand kunnen blijven en behoren te worden vernietigd wegens strijd met het in het algemeen rechtsbewustzijn levend beginsel van behoorlijk bestuur dat vereist dat een beslissing met zorgvuldigheid wordt voorbereid en genomen. Uitspraak met toepassing van artikel 61, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit W.W.O., tevens uitspraak op de voet van het bepaalde bij artikel 7.67 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, in de gedingen tussen: 1. appellant 1, 2. appellant 2, 3. appellant 3, 4. appellant 4, en 5. appellant 5, allen te Leeuwarden, appellanten, gemachtigde: mr. R.A. Schutz, advocaat te Leeuwarden, en het college van bestuur van de Christelijke Hogeschool Noord-Nederland, te Leeuwarden, verweerder, gemachtigde: mr. H. Bierma, directeur van de sector economie van de hogeschool. 1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij onderscheiden brieven van 17 december 1993 heeft de directeur van de sector economie van verweerders hogeschool appellanten mededeling gedaan van zijn op 16 december 1993 namens verweerder genomen beslissing om hen met onmiddellijke ingang te schorsen van deelneming aan de onderwijsactiviteiten en de tentamens in het
2 resterende gedeelte van de derde, van 6 december 1993 tot en met 28 januari 1994 lopende moduulperiode van het studiejaar Tegen deze beslissingen hebben appellanten bij onderscheiden beroepschriften van 20 december 1993, ingekomen bij het College op 21 december 1993 en aangevuld bij brieven van 29 december 1993 en 4 januari 1994, beroep doen instellen. Bij onderscheiden verzoekschriften, ingekomen bij het College op eveneens 21 december 1993, hebben appellanten voorts de Voorzitter van het college doen verzoeken om, in afwachting van de uitspraak van het College in de hoofdzaken, bij wege van voorlopige voorziening de bestreden beslissingen te schorsen, alsmede te bepalen dat appellanten in de gelegenheid worden gesteld om in het resterende gedeelte van de derde moduulperiode van het studiejaar aan alle onderwijsactiviteiten deel te nemen. De verzoeken om een voorlopige voorziening zijn door de Voorzitter van het College gevoegd en behandeld ter openbare zitting van 5 januari 1994, waar partijen zijn verschenen en hun standpunt nader hebben toegelicht, appellanten in persoon en bij monde van hun gemachtigde, en verweerder vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tevens is ter zitting gehoord de heer Tiemersma, medewerker van verweerders hogeschool. 2. DE BEOORDELING VAN DE VERZOEKEN OM EEN VOORLOPIGE VOORZIENING De beroepen en de verzoeken om een voorlopige voorziening zijn aanhangig gemaakt voor 1 januari 1994, de dag waarop de Algemene wet bestuursrecht in werking is getreden. Ingevolge onderdeel 6, artikel I, tweede en derde lid, van de Wet van 16 december 1993, Stb. 650, blijft het recht zoals dat gold voor 1 januari 1994, van toepassing. Bij artikel 10.4, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) is als volgt bepaald: "Het instellingsbestuur van een hogeschool zonder rechtspersoonlijkheid kan voorschriften geven en maatregelen nemen met betrekking tot de goede gang van zaken in de gebouwen en op de terreinen van de hogeschool. Die maatregelen kunnen inhouden, dat aan degene die de bedoelde voorschriften heeft overtreden, de toegang tot die gebouwen en terreinen geheel of gedeeltelijk voor de tijd van ten hoogste een jaar wordt ontzegd." Gelet op het bepaalde bij artikel 10.8, in verbinding met artikel 1.1, eerste lid, onder j, van de WHW, moet voor verweerders hogeschool onder instellingsbestuur, als bedoeld in voormelde bepaling, het bestuur van de stichting christelijk hoger (beroeps)onderwijs in Noord-Nederland worden verstaan. Blijkens het bepaalde bij artikel 3, tweede lid, van het bestuursreglement van verweerders hogeschool, gelezen in samenhang met artikel 8, tweede lid, van de statuten van voormelde stichting, heeft het bestuur van die stichting de in artikel 10.4, eerste lid, van de WHW genoemde bevoegdheid tot het nemen van maatregelen overgedragen aan verweerder. Een dergelijke overdracht is mogelijk op grond van artikel 10.3 van de WHW. De Voorzitter van het College gaat ervan uit dat de in de onderhavige gedingen bestreden beslissingen aldus moeten worden verstaan, dat aan appellanten de toegang tot de gebouwen en terreinen van verweerders hogeschool gedurende de periode van 17 december 1993 tot en met 28 januari 1994 is ontzegd, voor zover het betreft deelneming door appellanten aan de onderwijsactiviteiten en de tentamens. Blijkens een op 15 december 1993 gedateerde machtiging heeft de voorzitter van verweerder de directeur van de sector economie van verweerders hogeschool gemachtigd om: 1. namens hem te spreken met de studenten appellant 2, appellant 5, appellant 3, appellant 4 en appellant 3; 2. namens hem de onder 1 genoemde studenten mede te delen dat hen, naar aanleiding van wangedrag op woensdag 15 december, de toegang tot de gebouwen en de terreinen van de hogeschool wordt ontzegd met
3 onmiddellijke ingang tot aan het einde van de 3e moduulperiode, e.e.a. op grond van het reglement betreffende de handhaving van de goede gang van zaken (bijlage 1 bij het studentenstatuut), e.e.a. onder voorbehoud van nieuwe informatie betreffende het wangedrag; 3. namens hem de onder 1. genoemde studenten te wijzen op de beroepsmogelijkheid tegen deze beslissing." De Voorzitter van het College merkt in de eerste plaats op dat de bevoegdheid tot het opleggen van maatregelen door de hiervoor genoemde overdracht toekomt aan verweerder en niet aan de voorzitter van verweerder. Zo al de in geding zijnde bevoegdheid zou kunnen worden gemandateerd aan bijvoorbeeld de directeur van de sector economie van verweerders hogeschool, dan moet toch in ieder geval een dergelijk mandaat zijn verleend door verweerder. De zich in het dossier bevindende machtiging van de voorzitter van verweerder kan derhalve voormelde directeur niet bevoegd maken. Gelet op het verhandelde ter zitting, mag en moet ervan worden uitgegaan dat verweerder zijn bevoegdheid tot het opleggen van een maatregel, als bedoeld in artikel 10.4, eerste lid, van de WHW, niet, ook niet voor dit ene geval heeft gemandateerd. Derhalve moet worden geconcludeerd dat de bestreden beslissingen onbevoegd zijn genomen en dienen te worden vernietigd wegens strijd met de wet. Ter zitting is weliswaar gesteld dat verweerder de genomen maatregelen had bekrachtigd, maar een dergelijke bekrachtiging is niet aannemelijk gemaakt, laat staan gebleken. Hooguit zou kunnen worden gezegd dat de voorzitter van verweerder de genomen maatregelen heeft gefiatteerd, maar zoals gezegd komt de bevoegdheid tot het nemen van maatregelen, als hiervoor bedoeld, niet toe aan de voorzitter van verweerder, doch aan verweerder. De Voorzitter van het College merkt voorts op dat de bevoegdheid om een maatregel te nemen, die kan inhouden dat voor een bepaalde periode aan een student de toegang tot de gebouwen en terreinen van de hogeschool geheel of gedeeltelijk wordt ontzegd, zo ingrijpend is dat geoordeeld moet worden dat de aard van die bevoegdheid zich tegen mandatering verzet. overigens is niet aannemelijk geworden dat aan een dergelijk mandaat ook behoefte bestaat, nu aannemelijk is dat slechts zeer incidenteel tot het nemen van maatregelen, als bedoeld in artikel 10.4, eerste lid van de WHW, zal moeten worden overgegaan. In dat licht bezien komt geen betekenis toe aan het feit, dat artikel 7 van het bestuursreglement van verweerders hogeschool in beginsel grondslag biedt aan mandatering door verweerder van zijn bevoegdheden aan functionarissen binnen zijn hogeschool. Deze grondslag kan immers niet afdoen aan het feit dat de aard van de bevoegdheid zich niet tegen mandatering mag verzetten. De Voorzitter van het College merkt in de derde plaats op dat artikel 10.4, eerste lid, van de WHW de bevoegdheid geeft maatregelen te nemen ter zake van het overtreden van de gegeven voorschriften met betrekking tot de goede gang van zaken in de gebouwen en op de terreinen van de hogeschool. Gelet op het ingrijpende karakter van de thans opgelegde maatregelen, alsmede gelet op het feit dat deze maatregelen als een sanctie op de gestelde overtreding van bepaalde voorschriften moeten worden gezien, behoort degene, ten aanzien van wie wordt overwogen bedoelde maatregelen te nemen, alvorens die maatregelen worden genomen tenminste in de gelegenheid te worden gesteld zich door of namens verweerder te doen horen. Daarbij mag worden verlangd dat vóór het horen aan de betrokkene kenbaar is gemaakt, welke voorschriften door hem zijn overtreden, alsmede op welke gronden vooralsnog wordt aangenomen dat hij de genoemde voorschriften heeft overtreden. Indien vervolgens wordt besloten tot het nemen van maatregelen, behoort in de beslissing melding te worden gemaakt van het horen, alsmede te worden aangegeven welke betekenis is toegekend aan hetgeen door de betrokkene naar voren is gebracht. De Voorzitter van het College constateert dat in de onderhavige gevallen aan het hiervoor gestelde niet is voldaan. Uit de machtiging van de voorzitter van verweerder aan de directeur van de sector economie van verweerders hogeschool van 15 december 1993 blijkt reeds dat in feite de maatregel al was genomen, zij het dat nog een voorbehoud werd gemaakt van nieuwe informatie betreffende het wangedrag. Voorts werd
4 onmiddellijk aan het eind van het gesprek met appellanten op donderdag 16 december 1993 de genomen maatregel aan hen medegedeeld, terwijl zij evenmin vooraf ervan op de hoogte waren gesteld welke voorschriften zij hadden overtreden, alsmede welke feiten aan die overtredingen ten grondslag werden gelegd. De Voorzitter van het College acht deze procedurele tekortkomingen, nu deze van beslissende betekenis zijn voor de vraag of men zich op behoorlijke wijze kan verdedigen, zo ernstig dat de bestreden beslissingen ook om deze reden niet in stand kunnen blijven en behoren te worden vernietigd wegens strijd met het in het algemeen rechtsbewustzijn levend beginsel van behoorlijk bestuur dat vereist dat een beslissing met zorgvuldigheid wordt voorbereid en genomen. Voor zover onverwijlde spoed zou noodzaken tot het kunnen ontzeggen van de toegang tot de gebouwen en terreinen met onmiddellijke ingang, verweegt de Voorzitter van het College dat artikel 7 van bijlage 1 bij het studentenstatuut van verweerders hogeschool de mogelijkheid biedt dat aan een student door of namens verweerder met onmiddellijke ingang de toegang tot en deelname aan het onderwijs wordt ontzegd voor de duur van ten hoogste een maand. Overigens acht de Voorzitter de termijn van een maand in dit verband te lang. De Voorzitter wijst er voorts op dat in de bestreden beslissingen ten onrechte de term schorsing is gebruikt, nu aan die term in het algemeen een voorlopig karakter toekomt, alsmede dat gebleken is dat in de onderhavige gevallen geen toepassing aan evenvermeld artikel is gegeven. Voor zover namens appellanten is gesteld dat de bestreden beslissingen ten onrechte niet aangetekend zijn verzonden, wijst de Voorzitter van het College deze grief af. Doordat tegen tekening voor ontvangst de brieven van 17 december 1993 aan appellanten in persoon zijn uitgereikt, is door die uitreiking in ieder geval voldaan aan de betekenis en strekking van het voorschrift van artikel 7, derde lid, van bijlage 1 bij voormeld studentenstatuut. Evenzeer kan de grief dat in de aanhef van de aan appellante sub 2 uitgereikte brief haar voornaam is verwisseld met die van haar zuster, niet tot vernietiging van de bestreden beslissing leiden en derhalve evenmin tot het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien appellante zelf door die vergissing niet in onzekerheid heeft verkeerd met betrekking tot de vraag tot wie de beslissing was gericht. De Voorzitter van het college merkt voorts op dat de lezingen van partijen met betrekking tot de ernst van de gebeurtenissen, alsmede de reikwijdte daarvan sterk uiteenlopen, en dat het in de eerste plaats verweerder is die daarover zelf een standpunt behoort te bepalen, en wel in de beslissing tot het al dan niet opleggen van een maatregel. In dit verband merk de Voorzitter op dat, gelet op het verhandelde ter zitting, alsmede gelet op de stukken, waaronder de bestreden beslissingen, aannemelijk is dat slechts één van de appellanten, te weten appellant sub 4, een medewerker van verweerders hogeschool op grove wijze heeft beledigd. Hoewel de Voorzitter niet wil uitsluiten dat onder omstandigheden niet alleen degene die de belediging uit, zich dan aan belediging schuldig maakt, doch ook anderen, heeft verweerder te lichtvaardig geconcludeerd dat ook de andere appellanten zich aan belediging hebben schuldig gemaakt. Het enkele feit dat zij een groep met appellant sub 4 vormden en zich niet hebben gedistantieerd, noch hebben gepoogd hem van de beledigingen te weerhouden, is daartoe onvoldoende, zeker gelet op de omstandigheden zoals door de gemachtigde van verweerder ter zitting geschetst. Gelet op het feit dat de bestreden beslissingen reeds om de hiervoor genoemde redenen niet in stand kunnen blijven, laat de voorzitter van het College daar hetgeen partijen verder verdeeld houdt, met name of de opgelegde maatregel niet onevenredig is, gelet op de begane overtreding. De Voorzitter merkt slechts op dat hij voldoende aannemelijk acht dat appellanten zich schuldig hebben gemaakt aan overtreding van een of meer van de gestelde voorschriften met betrekking tot de goede gang van zaken in de gebouwen en op de terreinen van verweerders hogeschool, en dat in zoverre verweerder bevoegd moet worden geacht tot het opleggen van een maatregel. Op zichzelf moet de opgelegde maatregel als zeer ingrijpend worden aangemerkt, zeker nu de maatregel zich ook uitstrekt tot het afleggen van tentamens. Voorts kan er niet aan worden voorbijgegaan dat de gebeurtenissen zich in de ochtend van 15 december 1993 tussen 8.00 uur en 8.45 uur hebben voorgedaan en dat deze, zeker wat betreft het verstoren
5 van de onderwijsactiviteiten en het discrediet brengen van de goede naam van verweerders hogeschool, feitelijk een zeer beperkt karakter hebben gehad. Anderzijds is zeer afkeurenswaardig dat de geuite beledigingen later op de dag feitelijk zijn herhaald, nog afgezien van het feit dat deze beledigingen op zichzelf ook al niet door de beugel kunnen. Echter met name ten aanzien van de appellanten die zelf zich niet hebben schuldig gemaakt aan het uiten van grove beledigingen van een medewerker van verweerders hogeschool, heeft de Voorzitter van het College grote twijfels of de opgelegde maatregel niet als onevenredig moet worden aangemerkt. Gelet op het feit dat de Voorzitter van het College van oordeel is dat de verdere behandeling van de zaken hem niet nodig voorkomt, omdat de bestreden beslissingen - in de termen van artikel 61, eerste lid, aanhef en onder b, van het Uitvoeringsbesluit W.W.O. - kennelijk niet in stand kunnen blijven en reeds op de grond, genoemd in artikel 7.66, tweede lid, in verbinding met artikel 7.61, vierde lid, onder a en d, van de WHW, dienen te worden vernietigd, doet de Voorzitter onmiddellijk uitspraak. Nu de bestreden beslissingen moeten worden vernietigd, is er geen plaats meer voor het treffen van een voorlopige voorziening, zodat deze verzoeken worden afgewezen. 3. DE BESLISSING De voorzitter van het College: - Vernietigt de bestreden beslissingen van 16 december 1993, zoals neergelegd in de brieven van 17 december 1993, kenmerk 1366/401; - Wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
X wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder,
Zaaknummer: 1995/155 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 21 december 1995 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Trefwoorden: Auditor, inschrijving,
Nadere informatieZaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden
Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2015/293 en 2015/293.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 12 januari 2016 Partijen : Appellant en Haagse Hogeschool Trefwoorden : bindend negatief studieadvies BNSA duidelijkheid
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van de Saxion Hogeschool (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/079 Rechter(s) : mrs. Loeb, De Rijke-Maas, Borman Datum uitspraak : 21 augustus 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Saxion Hogeschool Trefwoorden : [tijdig]aanvoeren gronden, deficiëntie,
Nadere informatieZaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam
Zaaknummer : 2014/282 en 282.1 Rechter[s] : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2015 Partijen : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam Trefwoorden : [onderzoek] Adviseur Bijzondere omstandigheden Finale
Nadere informatieZaaknummer : 2012/220 en 220.1
Zaaknummer : 2012/220 en 220.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 3 december 2012 Partijen : Appellant tegen NHTV internationale hogeschool Breda Trefwoorden : Begeleiding student, bindend negatief
Nadere informatieZaaknummer : 2014/159 en Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 oktober 2014 Partijen : Verzoekster tegen Hogeschool voor de Kunsten
Zaaknummer : 2014/159 en 159.1 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 oktober 2014 Partijen : Verzoekster tegen Hogeschool voor de Kunsten Utrecht Trefwoorden : Beoordeling, kennen en kunnen, onverwijlde
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,
Nadere informatiehet college van bestuur van de Leidse Hogeschool, verweerder, gemachtigde: mw. mr C.F. Mewe, werkzaam bij de centrale diensten van de hogeschool
Zaaknummer: 1994/103 Rechter(s): mrs. Loeb, Hingst, Olivier, Datum uitspraak: 8 december 1994 Partijen: Appellant tegen Leidse Hogeschool Trefwoorden: Auditor, terugwerkende kracht, eerbiedigende werking,
Nadere informatieVerweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend.
Zaaknummer: 1995/147 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, dr Brommer Datum uitspraak: 4 maart 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden: Fatale datum, bekendmaking
Nadere informatie3 oktober 2012 heeft plaatsgevonden, leidt niet tot een ander oordeel.
Zaaknummer : 2013/073 Rechter(s) : mrs. Loeb, Troostwijk, Van der Spoel Datum uitspraak : 7 oktober 2013 Partijen : Appellante tegen Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : Aanmelding, afstudeertijdstip,
Nadere informatieZaaknummer : 2013/129
Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,
Nadere informatieVertrouwensbeginsel, terugwerkende kracht Artikelen: WHW art lid 1,3 en 4, Uitvoeringsbesluit WHW art. 2.1 en 2.2 lid 1, Awb art.
Zaaknummer: 1997/209 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, Nijenhof Datum uitspraak: 14 januari 1998 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Trefwoorden: Vertrouwensbeginsel, terugwerkende
Nadere informatieVerweerder heeft op 20 september 1995 desverzocht nog een stuk in het geding gebracht.
Zaaknummer: 1995/122 Rechter(s): mrs. Olivier, Nijenhof, Hingst Datum uitspraak: 15 december 1995 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Katholieke Universiteit Nijmegen Trefwoorden: Motiveringsbeginselen,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :
Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : collegegeld gegrond inschrijven ingetrokken inschrijving
Nadere informatieU I T S P R A A K 1 1-0 6 9
U I T S P R A A K 1 1-0 6 9 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Masterexamencommissie Criminologie, verweerder en van de
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,
Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,
Nadere informatieBij beslissing van 28 augustus 2013 heeft de examencommissie van de opleiding Informatica appellant een negatief bindend studieadvies gegeven.
Zaaknummer : CBHO 2014/045 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 23 juni 2014 Partijen : Appellant tegen Hogeschool Leiden Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, duale opleiding NBSA, negatief bindend
Nadere informatievan het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden
U I T S P R A A K 12-17 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Talen en Culturen van Japan,
Nadere informatieZaaknummer : 2014/145
Zaaknummer : 2014/145 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 10 december 2014 Partijen : Appellant en CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : (schriftelijk) advies studentendecaan, bindend negatief
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen:
Zaaknummer: 1995/120 Rechter(s): mrs. Olivier, Nijenhof, Hingst Datum uitspraak: 15 december 1995 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Katholieke Universiteit Nijmegen Trefwoorden: Beoordelingsmaatstaf,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden
Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden : Afwijzing, bindend negatief studieadvies, BNSA, herkansing
Nadere informatieZaaknummer : 2014/204 en 204.1
Zaaknummer : 2014/204 en 204.1 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 28 december 2014 Partijen : Appellant en Radboud Universiteit Nijmegen Trefwoorden : Aanmaning ter voldoening Betalingsverplichting
Nadere informatieTegen eerstvermeld besluit heeft appellant bij een beroepschrift, ingekomen bij het College op 19 februari 1996, beroep ingesteld.
Zaaknummer: 1996/162 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, Olivier Datum uitspraak: 1 juli 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Utrecht Trefwoorden: Bevoegdheid, inschrijvingsduur,
Nadere informatieZaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1
Zaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 27 februari 2014 Partijen : Verzoeker tegen CBE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Trefwoorden : [duur] Bindend negatief
Nadere informatieZaaknummer : 2014/038 Rechter(s) : mr. Kleijn Datum uitspraak : 28 juli 2014 Partijen : Appellant tegen het CvB van Hogeschool van Amsterdam
Zaaknummer : 2014/038 Rechter(s) : mr. Kleijn Datum uitspraak : 28 juli 2014 Partijen : Appellant tegen het CvB van Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Afstuderen, beëindiging inschrijving, bericht
Nadere informatiehet college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.
Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2003:AF3863
ECLI:NL:CRVB:2003:AF3863 Instantie Datum uitspraak 07-01-2003 Datum publicatie 04-02-2003 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 01/2345 WAO Bestuursrecht
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 2 0 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen,
Nadere informatieZaaknummer : 2013/020 en 020.1
Zaaknummer : 2013/020 en 020.1 Rechter(s) : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 23 april 2013 Partijen : Verzoekster tegen Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, [instellings]collegegeld,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-2 5 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Toelatingscommissie
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 2 3 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2010:BN4493
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN4493 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 20-08-2010 Datum publicatie 20-08-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie SBR 10/2513 (voorlopige voorziening)
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-3 6 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen [naam], verweerder 1. Ontstaan en loop
Nadere informatieZaaknummers : 2011/019 en 019.1
Zaaknummers : 2011/019 en 019.1 Rechter : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 14 februari 2011 Partijen : Appellante tegen Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : CRIHO, differentiatie instellingscollegegeld,
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van Fontys Hogescholen (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/041 Rechter(s) : mrs. Olivier, Troostwijk, Scholten-Hinloopen Datum uitspraak : 12 juni 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Fontys Hogescholen Trefwoorden : Beoordeling, bindend negatief
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.
103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/247.5 Rechter(s) : mrs. Borman, Lubberdink en Streefkerk Datum uitspraak : 6 juni 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool
Zaaknummer : CBHO 2015/247.5 Rechter(s) : mrs. Borman, Lubberdink en Streefkerk Datum uitspraak : 6 juni 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : beroepspraktijk bijzondere omstandigheden
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellant, het CBE van de Hanzehogeschool Groningen (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2014/047 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 2 juli 2014 Partijen : Appellant tegen het CBE van de Hanzehogeschool Trefwoorden : Besluit van gelijke strekking, bindend negatief studieadvies,
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2014/272 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 juli 2015 Partijen : Appellante en CBE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Trefwoorden : afwijzing bezwaarprocedure bindend negatief
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland
Zaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : Ad-programma bijzondere omstandigheden bindend
Nadere informatieBij beslissing van 14 april 2013 heeft het college van bestuur het daartegen door appellant gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Zaaknummer : 2013/091 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 9 oktober 2013 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bestuursakkoord collegegeld tweede
Nadere informatiehet college van bestuur van de Vrije Universiteit van Amsterdam, verweerder.
Zaaknummer : 2013/010 Rechter(s) : mrs. Loeb, Olivier, Van der Spoel, Datum uitspraak : 25 juni 2013 Partijen : Appellant tegen Vrije Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : [instellings-]collegegeld,
Nadere informatie2. Beoordeling. 2.4 Artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo)
LJN: BP4832,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 11/816 Print uitspraak Datum uitspraak: 16-02-2011 Datum publicatie: 16-02-2011 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Voorlopige voorziening
Nadere informatieUITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.
107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 6-0 1 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Deelexamencommissie Notarieel Recht,
Nadere informatiePrint deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / E-mail deze uitspraak
Essentie uitspraak: Indien in een inrichting meerdere overslag- of laad- en losgedeelten aanwezig zijn, mag per overslag- of laad- en losgedeelte maximaal 10.000 kilogram gevaarlijke stoffen tijdelijk
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
MigratieWeb ve07001324 200608064/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, appellant, tegen
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 6-2 1 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Examencommissie MA International
Nadere informatiehet college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.
Zaaknummer : 2013/249 Rechter(s) : mrs. Troostwijk, Lubberdink, Borman Datum uitspraak : 9 mei 2014 Partijen : Appellant tegen CvB Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bedreigingsgevaar, belangenafweging,
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.
LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij
Nadere informatieU I T S P R A A K en
U I T S P R A A K 0 9-0 3 3 en 0 9-0 4 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake de beroepen van de heer XXX te Breda, appellant tegen de Centrale Examencommissie Geneeskunde,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/033 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Troostwijk Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en
Zaaknummer : CBHO 2015/033 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Troostwijk Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : EU/EER nationaliteit gelijkheidsbeginsel
Nadere informatieLJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065
LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-10-2010 Datum publicatie: 29-10-2010 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2014/302 Rechter(s) : mrs. Borman, Troostwijk en Kleijn Datum uitspraak : 23 september 2015 Partijen : Appellant en Hogeschool van
Zaaknummer : CBHO 2014/302 Rechter(s) : mrs. Borman, Troostwijk en Kleijn Datum uitspraak : 23 september 2015 Partijen : Appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : aanmelden bekostiging belangenafweging
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/085 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 5 november 2013 Partijen : Appellant tegen CBE Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid examencommissie,
Nadere informatieZaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :
Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : NBSA, causaal verband, herkansing, persoonlijke omstandigheden,
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345
ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 Instantie Datum uitspraak 16-04-2004 Datum publicatie 26-04-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Awb 03 / 930 GEMWT
Nadere informatieLJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207
LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207 Datum uitspraak: 16-02-2011 Datum publicatie: 25-02-2011 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2014/060 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juni 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden
Zaaknummer : CBHO 2014/060 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juni 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : NBSA, causaal verband, persoonlijke omstandigheden,
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB7292
ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2007 Datum publicatie 07-11-2007 Zaaknummer 200702345/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieNoot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is
Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580
ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieBij beslissing van 9 juli 2014 heeft het CBE het door appellante daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Zaaknummer : 2014/125.5 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Kleijn Datum uitspraak : 8 oktober 2014 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend studieadvies, BNSA,
Nadere informatieZaaknummer : 2014/069 Rechter(s) : mr. Nijenhof. Datum uitspraak : 23 juli 2014 Partijen : Appellante tegen het CBE van de Hogeschool Rotterdam
Zaaknummer : 2014/069 Rechter(s) : mr. Nijenhof. Datum uitspraak : 23 juli 2014 Partijen : Appellante tegen het CBE van de Hogeschool Rotterdam Trefwoorden : Assessment, kennen en kunnen, stage Artikelen
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:1997
ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste
Nadere informatieZaaknummer : 2013/136
Zaaknummer : 2013/136 Rechter[s] : mr. van der Spoel Datum : 28 november 2013 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Tilburg Trefwoorden : Afdoening buiten zitting, begeleiding, [instellings] collegegeld,
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855
ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2016/087 Rechter(s) : mrs. Van der Spoel, Verheij en Streefkerk Datum uitspraak : 4 januari 2017 Partijen : Appellante en CBE
Zaaknummer : CBHO 2016/087 Rechter(s) : mrs. Van der Spoel, Verheij en Streefkerk Datum uitspraak : 4 januari 2017 Partijen : Appellante en CBE Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : actuele kennis geldigheidsduur
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen:
LJN: AT7485, Raad van State, 200405147/1 (Printbare versie) Datum uitspraak: 15-06-2005 Datum publicatie: 15-06-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4-1 0 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam en woonplaats], appellante tegen [naam], verweerder 1. Ontstaan en loop van
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-3 3 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Wiskunde
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en
Zaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en Universiteit Maastricht Trefwoorden : algemeen verbindend voorschrift
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...
pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 3-0 0 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Psychologie, verweerder 1. Ontstaan en loop
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:3368
ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:CBB:2004:AR3508
ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 Instantie Datum uitspraak 05-10-2004 Datum publicatie 08-10-2004 Zaaknummer AWB 03/647 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:1522
ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:3026
ECLI:NL:RVS:2014:3026 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 13-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311562/1/A3 Eerste
Nadere informatievanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk
, Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1 AANTEKENEN Raad van de gemeente Montfoort Postbus 41 3417ZG MONTFOORT 04 nov 2016/1106 Datum 3 november 2016 Ons nummer 201607060/1/R2 Uw kenmerk
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2011:BQ4936
ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieVoor zover appellant aldus beoogt te betogen dat de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde als één opleiding
Zaaknummer : 2013/216 Rechter[s] : mrs. Loeb, Nijenhof, Van der Spoel Datum uitspraak : 20 maart 2014 Partijen : Naam en Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : BaMa-structuur, [instellings-] collegegeld,
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550
ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/254 Rechter(s) : mr. B.K. Olivier Datum uitspraak : 13 januari 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland
Zaaknummer : CBHO 2015/254 Rechter(s) : mr. B.K. Olivier Datum uitspraak : 13 januari 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : bewijsmiddelen bindend negatief studieadvies BNSA
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 0-1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Bachelor Examencommissie Instituut Politieke Wetenschappen,
Nadere informatieCollege van Beroep voor het Hoger Onderwijs
College van Beroep voor het Hoger Onderwijs Zaaknummer: CBHO 2015/288 Datum uitspraak: 28 april 2016 Uitspraak in de zaak tussen: [naam], appellant, en het college van beroep voor de examens van de Universiteit
Nadere informatieZaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam
Zaaknummer : 2014/150 Rechter(s) : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 Partijen : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid College Bekostiging
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 2-0 3 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het
Nadere informatieReglement Commissie van beroep voor de examens Mondriaan
Reglement Commissie van beroep voor de examens Mondriaan Instemming Deelnemersraad: 26 april 2011 Vastgesteld door College van Bestuur: 10 mei 2011 Ingangsdatum: 10 mei 2011 Inhoudsopgave ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN...
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BN2186
ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam
Zaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Trefwoorden : bindend negatief studieadvies compensatieregeling
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
E03.97.1224/1. Datum uitspraak: 10 april 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en appellanten, gedeputeerde staten van Limburg, verweerders. E03.97.1224/1 2 10 april 2001 1.
Nadere informatiehet college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam (hierna: het college van bestuur), verweerder.
Zaaknummer : 2012/016 Rechter(s) : mrs. Olivier, Mollee, Kleijn Datum uitspraak : 12 juni 2012 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, gelijkheidsbeginsel,
Nadere informatieZaaknummer : 2013/261
Zaaknummer : 2013/261 Rechter[s] : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 27 maart 2014 Partijen : Appellante tegen CBE De Haagse Hogeschool Trefwoorden : Begeleiding, BNSA, gelijkheidsbeginsel, [extra]herkansing,
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
MigratieWeb ve07001320 200700456/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma Chinees Japans Specialiteitenrestaurant A., gevestigd
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:3233
ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste
Nadere informatieZaaknummer : 2014/153
Zaaknummer : 2014/153 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 10 december 2014 Partijen : Appellant en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Trefwoorden : Begeleiding, (tussentijdse) beoordeling, evenredigheidsbeginsel,
Nadere informatie