DE NIEUWE ARCHITECT ATELIER KEMPE THILL ARCHITECTS AND PLANNERS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE NIEUWE ARCHITECT ATELIER KEMPE THILL ARCHITECTS AND PLANNERS"

Transcriptie

1 DE NIEUWE ARCHITECT ONDERZOEK NAAR DE RECENTE VERANDERINGEN BINNEN DE NEDERLANDSE BOUW EN DE POSITIE VAN DE ARCHITECT ATELIER KEMPE THILL ARCHITECTS AND PLANNERS

2 Deze studie is een product van Atelier Kempe Thill Architects And Planners. Interviews en uitwerking zijn uitgevoerd door André Kempe en Oliver Thill persoonlijk. De interviews hebben plaatsgevonden in de tijd van september 2009 tot januari De studie is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Stimuleringsfonds voor Architectuur Rotterdam. Met grote dank voor de ondersteuning en zeer constructieve bijdrages en commentaren aan alle interviewpartners, waarbij in het bijzonder: Juriaan van Stigt (LEVS architecten), Albert Herder (HVDN Architecten), Ronald Schleurholts (CEPEZED Architecten), Liesbeth van der Pol (Rijksbouwmeester), Alex Vermeulen (Rijksgebouwendienst) Atelier Kempe Thill Architects And Planners, Maart

3 DE NIEUWE ARCHITECT INTRODUCTIE In de Nederlandse bouwketen zijn tegenwoordig structurele veranderingen gaande met grote gevolgen voor de positie en werkwijze voor architecten. De veranderingen ontstaan met name door de introductie van nieuwe contractvormen en samenwerkingsconstellaties die sterk afwijken van de zogenaamde klassieke werkwijze. In de klassieke wijze werkt een architect in opdracht van een opdrachtgever een ontwerp uit, vervolgens stuurt de architect de uitvoerende aannemer op de bouw aan. Inmiddels is er een onderscheid tussen het traditionele proces, waar met een iets afdoende toon de klassieke werkwijze me wordt bedoeld, en vernieuwend proces ontstaan. Onder goedkeuring van de Nederlandse overheid worden alle vernieuwende processen die afwijken van de klassieke werkwijze van een positief imago voorzien. Deze studie probeert de wezenlijke vragen naar voren te brengen die ontstaan rond deze veranderingen. Hoofdzakelijk draaien alle vragen om: 1. Welke consequenties ontstaan uit de veranderingen voor de architectuur? 2. Welke consequenties ontstaan uit de veranderingen voor de architecten? De vraagstukken hebben een veel diepere culturele dimensie dan op het eerste gezicht mogelijkerwijs helder wordt. Deze dimensie valt ten eerste nader te onderzoeken aan de architecten zijde - Hoe moeten architecten zich opstellen gezien deze veranderingen? Ten tweede richt het onderzoek zich duidelijk tot de overheid als opdrachtgever: Zijn de lopende veranderingen werkelijk dwingende gevolgen van een veranderende maatschappij? Is de liberalistische strategie van de Rijksoverheid, verantwoording te delegeren door nieuwe contractvormen, de enige gangbare weg? Wordt de verantwoording bij de juiste partijen weggelegd? Om grip te krijgen op deze materie is de studie gebaseerd op een interviewmarathon. Argumenten, opmerkingen, ideeën van de geïnterviewden worden verdicht en samengevat tot een omvattend beeld. Aan het einde wordt een conclusie geformuleerd. De serie interviews is uiteindelijk geordend in drie inhoudelijke delen. In het vierde deel worden conclusies getrokken. 3

4 INHOUD DEEL 1: KORTE GESCHIEDENIS VAN DE VERHOUDINGEN IN DE BOUW PAG.5 - Dr. Guido Steenmeijer, de fabryck, Utrecht - Dr. Freek Schmidt, VU Amsterdam - Dr. Coert Krabbe, Bureau Monumenten Amsterdam - Wilfred van Leeuwen, Bureau Mille Colonnes, Amsterdam - Erik Budiner, Architektenkammer Bayern - Klaus Jan Philipp, Universität Stuttgart - Gerard Heijke, Amsterdam DEEL 2: ARCHITECTEN EN VERANDERINGEN IN DE HUIDIGE BOUW PAG.7 architecten: - Robert Winkel, Mei Architecten, Rotterdam - Albert Herder, HVDN, Amsterdam - Floor Arons, Arnoud Gelauff, Arons en Gelauff architecten, Amsterdam - Bjarne Mastenbroek, SeARCH, Amsterdam - Frits van Dongen, de Cie, Amsterdam - Haiko Meijer, Onix Architecten, Groningen / Gøteborg - Hans van der Heijden, biq stadsontwerp, Rotterdam - Jan Peter Wingender, Wingender Hovenier Architecten, Amsterdam - Juriaan van Stigt, Jan Jonkers, LEVS architecten, Amsterdam - Jurien van der Meer, De Zwarte Hond, Groningen / Rotterdam - Roel Bosch, DKV Architecten, Rotterdam - Dirk Jan Postel, Kraaijvanger Urbis Architecten, Rotterdam opdrachtgevers: - Brigitte de Maar, Delta Forte / Rochedale Amsterdam - Job Posner, Synchroon Ontwikkeling Utrecht - Aldo van Kleef, toen Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam, nu Mitros projecten Utrecht - Peter van der Gugten, Proper Stok Ontwikkeling, Rotterdam DEEL 3: TWEE ICONEN VOOR DE RIJKSOVERHEID DBFMO VERSUS TRADITIONEEL PAG.13 Rijkswaterstaat Westraven Utrecht versus Ministerie van Financiën Den Haag case Westraven: - Ronald Schleurholts, CEPEZED Architecten, Delft case Ministerie van Financiën: - Do Janne Vermeulen, Meyer en van Schooten Architecten, Amsterdam algemene interviews - Liesbeth van der Pol - RGD / Rijksbouwmeester, Atelier Rijksbouwmeester - Hennes de Ridder, TU Delft, Hoogleraar Civiele Techniek, TU Delft - Alex Vermeulen, Directeur Advies en Architecten VROM, Den Haag - Mels Crouwel, Benthem en Crouwel Architecten, Amsterdam - Sietske Bergsma, Ministerie van Financiën, Opdrachtgeefster Ministerie van Financiën, Den Haag - Piet Vollaard, Archined, Rotterdam DEEL 4: CONCLUSIE EN AANBEVELING OPROEP AAN DE OVERHEID PAG.23 4

5 DEEL 1: KORTE GESCHIEDENIS VAN DE VERHOUDINGEN IN DE BOUW INTERVIEWREEKS GESCHIEDENIS Om het heden werkelijk te kunnen verstaan en voorspellingen te kunnen maken voor de toekomst is de kennis van het verleden van fundamenteel belang. Om die reden is voor deze studie een kort historisch onderzoek gedaan om ten minste van de 17 e eeuw tot op heden de relaties die de bouw bepalen nauwkeuriger te kunnen begrijpen. Per eeuw hebben een of twee kenners te woord gestaan voor de 17 e eeuw Dr. Guido Steenmeijer, voor de 18 e eeuw Dr. Freek Schmidt, voor de 19 e eeuw. Dr. Coert Krabbe en Wilfred van Leeuwen, voor de 20 e eeuw en als levende getuige Gerard Heijke. Voor vergelijkende analyses tussen de Nederlandse en de Duitse situatie zijn Erik Budiner en Klaus Jan Philipp geïnterviewd. VAN ALMACHTIGE NAAR MACHTLOZE OPDRACHTGEVERS Van de opdrachtgevers is in de geschiedenis redelijk weinig gedocumenteerd en daarom weinig bekend. Terwijl ze in de 17 e eeuw nog een soort almacht hadden, zijn er met de toenemende democratisering structuren ontwikkeld als prijsvraagsystemen met regels voor de toewijzing van opdrachten. Een heel belangrijk aspect is een redelijk recente: Opdrachtgevers waren door de hele geschiedenis heen tot jaren tachtig van de 20 e eeuw behartigers van hun eigen belangen met rechtstreekse beslissingsstructuren. Met de groei en de toenemende complexiteit van de maatschappij in de laatste twee decennia van de 20 e eeuw is in veel overheidsstructuren en bij grote woningbouwverenigingen een nieuwe managementtussenlaag ontstaan. De extra laag schijnt de duidelijke reden te zijn voor een vergroting van de afstandelijkheid en de complicering in besluitvorming, kortom voor een flinke breuk. Directeuren van professionele opdrachtgeverorganisaties gingen zich vanaf dat moment niet meer zelf bezig houden met de bouw, maar hun werk delegeren in een steeds veelkoppigere interne structuur. De opdrachtgeverorganisaties hebben bovendien een hoge percentage ingehuurd personeel met weinig of geen binding met het bedrijf. DE ARCHITECT: SPECIALISERING EN ONTSTAAN VAN EEN ONGEKEND CULTUREEL BEWUSTZIJN Het architectenberoep in zijn moderne betekenis is in een geleidelijk proces de afgelopen 400 jaar ontstaan; vooral vanaf het midden van de 19de eeuw heeft het door de stedelijke en maatschappelijke modernisering vorm gekregen. Nog in de 17 e eeuw bestaan uitzonderlijk weinig architecten, per stad één of hooguit twee. Slechts ongeveer 5% van de bouwproductie was ontworpen door architecten. De architect had een zwakke positie, hij mocht adviseren waarbij hij bij de kleinste meningsverschillen met de opdrachtgever werd ontslagen. Zijn sociale status was laag, op geruime afstand van het rijke opdrachtgeverschap. De architect was eerder vergelijkbaar met een timmerman. Zijn werk ontstaat uit liefhebberij zonder officiële status of rechtsgelding en zonder opleiding. De architecten werken bijna altijd in dienst van een gemeente, waarbij zij zorg dragen voor alle bouwzaken. Ontwerpen is enkel een klein percentage van het werk en vindt meestal plaats in de avonduren. De herkomst van de architecten is meestal buiten de bouw, zij hebben voornamelijk een schildersachtergrond. In de 18 e eeuw komen zij uit de beeldhouwerei mensen die door hun tekenvaardigheid een positie in de bouw kunnen veroveren. De architect levert meestal tekeningen, maar voert geen directie. In de 18 e eeuw bestaan heel weinig prestige projecten waarbij sprake kan zijn van architectenwerk. Naast dat de eerste Nederlandse architecten op aanbeveling en door financiering van hun vorsten gaan studeren aan de École des Arts van Blondel in Parijs werken er nog grotendeels amateurs. In deze eeuw ontstaat ook de zogenaamde dessinateur, een architect die voor woningbouwprojecten alleen maar een gevel ontwierp. Al deze architecten hebben op de bouw esthetische verantwoordelijkheid, maar geen technische. Alleen bij grote prestigeprojecten houdt de architect toezicht op de bouw. Pas in de 19 e eeuw werd de waarde van de architect als vertrouwensman en bemiddelaar tussen aannemer en opdrachtgever en als diegene die de bouw in een bredere maatschappelijke context kon plaatsen in toenemende mate erkend. Moet hij in Nederland aanvankelijk nog concurreren met de ingenieur die behalve bruggen en spoorwegen ook utiliteitsgebouwen ontwerpt, in de laatste drie, vier decennia van de 19de eeuw weet hij zijn positie te versterken en neemt het aantal architecten fors toe. In Amsterdam bijvoorbeeld waar in 1860 nog maar 8 architecten bestonden, was het aantal rond 1890 naar gestegen. De eerste architecten ontstonden die met hun vrije beroepsuitoefening hun levensonderhoud konden verdienen en tegen het einde van de eeuw kwamen de eerste grotere bureaus. Het gevecht om de positie tussen architect en aannemer kwam rond die tijd op volle gang. 5

6 Bij alle overheidsprojecten controleren de architecten de bouw, duidelijke contractuele afspraken leggen de verhoudingen vast, bestekken werden dichtgetimmerd en ook de kostenbeheersing wordt aan architecten overgedragen. Als resultaat van het moeizame, honderden jaren durende, loskomen van de feodale en vroegstedelijke verhoudingen in de Middeleeuwen was een belangrijke basis voor de moderne burgerlijke cultuur ontstaan. De leidende rol in de bouw van middeleeuwse gildebazen was overgegaan naar de architect als omvattend belangenbehartiger van de wensen van de opdrachtgever en het publieke domein tegelijkertijd. Als onderdeel van deze groeiende burgerlijke cultuur ontstond het zelfbegrip van het openbare karakter van de stad. In toenemende mate werd de stad van haar puur pragmatische betekenis als huisvesting van allerlei activiteiten meer als collectieve ruimte gezien, als bewust ontworpen omgeving, als weerspiegeling van een burgerlijk zelfbewustzijn, tot uiteindelijk een wezenlijk onderdeel van het Nederlandse zelfbegrip. De meest dienstbare en geëngageerde adviseur omtrent vragen van de stad en de architectuur werd de architect. Architecten werden door hun vaardigheden trekker van het ontwerp en de uitwerking van openbare gebouwen en de publieke ruimte. Later in de 20 e eeuw tot aan de Tweede Wereldoorlog verzorgde de architect voor een groot deel ook van de uitwerking van de woningbouwproductie. De architect als beroep was dus het resultaat van een moderne ontwikkeling binnen de maatschappij, van kapitalisme, industrialisering en democratie, een vakmatige specialisering, een weerspiegeling van een schaalsprong na een ongekend cultureel bewustzijn. DE ONTWIKKELING VAN MODERN BOUWEND NEDERLAND Net als de beroepsgroep van architecten heeft de moderne aannemerij zich in de loop van de laatste 400 jaar ontwikkeld vanuit een randgroep van de maatschappij tot de machtige economische drager van het moderne Nederland. Bepaalde eigenschappen zoals de primaire bedrijfsmatige doelstelling om vooral winst te maken - zijn door de hele geschiedenis dezelfde gebleven. Een aantal aspecten die in de loop der decennia veranderden zijn opmerkelijk. Nog in de 17 e eeuw waren bouwbedrijven financieel flink uitgeknepen en hadden weinig rechten en lobby. Juridische procedures werden bijna altijd verloren. Nog in de 18 e eeuw was het een groot geluk voor een aannemingsbedrijf om in vaste dienst te treden van een overheid. Pas aan het einde van de 19 e eeuw heeft zich een flinke emancipatiestap voltrokken, gekoppeld aan de bouwboom eind 19 e eeuw verbeterde de rechtspositie enorm. De eerste buiten de grenzen van grote steden als Amsterdam werkende bouwbedrijven ontstonden in de 17 e eeuw met een bereik tot in Friesland. Met de bouwboom in de 17 e eeuw begonnen structurele standaardiseringen. In de 18 e eeuw werd in heel veel projecten gewerkt met hoofdaannemerstructuren waarbij de volledige coördinatie van de onderaannemingen bij één van de bedrijven lag. In die tijd werkte al 20% (!) van de bevolking in de bouw. Onderlinge fusies vonden al frequent plaats waarbij er onderling getrouwd werd om de machtsposities te versterken. In de 19 e eeuw domineerde de hoofdaannemerstructuur feitelijk de hele bouw. In eigen coördinatie hadden architecten alleen specialistische onderdelen die een grote mate aan engineering behoeften die in de bouw niet bestond. De woningbouw werd hoofdzakelijk door ontwikkelende aannemers beheerst. Tegen diens slechte kwaliteit gingen de architecten in de 19 e eeuw in hun nieuw ontstane tijdschriften ook soms polemisch overdreven - flink tekeer. Aannemers daarentegen schreven niet, sterker nog ze waren tot diep in de 19 e eeuw grotendeels analfabeten. Het einde van de 19 e eeuw bracht een enorme schaalsprong in de bouwbedrijven teweeg. Ook ontstond in die tijd het eerste tijdschrift de aannemer. In 1895 werd de stichting Aannemersbond opgericht met als primair doel belangenbehartiging en versterking van de rechtspositie tegenover opdrachtgever en architect maar ook als podium voor lobbywerk te hebben en om daarnaast prijsafspraken te kunnen maken. In 1910 vond nog eens een grote schaalsprong plaats. Omstreeks die tijd gingen ook de eerste in Delft opgeleide ingenieurs in de aannemerij werken. In 1920 is sprake van een beduidende verbetering van de rechtspositie, voor het eerst worden juristen ingehuurd om meer kans te maken bij rechtszaken. De tijd na de tweede wereldoorlog, met de explosieve toename van het werk en de onmogelijkheid voor de architecten dit allemaal te coördineren, heeft de definitieve grondslag gelegd voor de ongekende machtspositie van bouwend Nederland van vandaag. 6

7 DEEL 2: ARCHITECTEN EN VERANDERINGEN IN DE HUIDIGE BOUW INTERVIEWREEKS ARCHITECTEN EN OPDRACHTGEVERS Om de situatie en meningen te polsen over de veranderingen in de contractuele verhoudingen, het zeggenschap en de verantwoording in de huidige bouwketen is een serie interviews gevoerd met zowel architecten zelf als ook met hun directe aanspreekpersonen, de opdrachtgevers. De geïnterviewde architecten opereren zowel in de woningbouw alsmede gedeeltelijk in de utiliteitsbouw en behoren tot de nationale top 50. De beste bureaus met relevante publicaties zoals bijvoorbeeld regelmatig in het architectuurjaarboek. Het resultaat van de interviews is geordend naar aspecten van hoofdzakelijk procesmatige aard. PERCENTAGE TRADITIONELE EN ANDERE CONTRACTEN De aangegeven percentages zijn op te vatten als globale verhoudingen. De verhoudingen zijn gerelateerd aan het tijdstip van het interview en zijn aan veranderingen onderhevig. Alle interviews hebben plaats gevonden tussen begin september 2009 en eind oktober Architect Bureau Tradit. VO VO/DO DB DBFMO Albert Herder HVDN 70% 0% 15% 15% 0% Floor Arons, Arnoud Gelauff AronsGelauff 100% 0% 0% 0% 0% Bjarne Mastenbroek SeArch 100% 0% 0% 0% 0% Dirk Jan Postel Kraaijvanger U. 90% 0% 0% 10% 0% (wel acquisitie) Frits van Dongen Cie 100% 0% 0% 0% 0% (wel acquisitie) Haiko Meijer Onix 75-80% 0% 10-15% 10-15% 0% Hans van der Heijden biq stadsontw. 60% 0% 40% 0% 0% Jan Peter Wingender Wing. Hov. Arch. 80% 0% 10% 10% 0% Juriaan van Stigt LEVS architecten 100% 0% 0% 0% 0% Mels Crouwel Benthem Cr. 70% 0% 0% 30% 0% (wel acquisitie) Robert Winkel Mei Architecten 10% 10% 50% 30% 0% (wel acquisitie) Roel Bosch DKV architecten 85% 0% 0% 15% 0% (wel acquisitie) Ronald Schleurholts CEPEZED 100% 0% 0% 0% 0% (wel benaderd) Legende Tradit. VO DO VO/DO DB DBFMO Traditioneel: architect werkt in opdracht van de opdrachtgever, de opdracht omvat een percentage van 85 t/m 100% conform SR Voorlopig Ontwerp Definitief Ontwerp Opdrachten die beperkt zijn tot Voorlopig Ontwerp t/m Definitief Ontwerp Basistype van de zogenaamde geïntegreerde contractvormen. Design & Build, soms ook DC (Design and Construct) genoemd of EC (Engineering and Construct). Contractvorm, waar vaak vanaf begin van het traject de uitvoerende aannemer niet alleen verantwoordelijk is voor de uitvoering maar ook voor het ontwerp. De architect en de andere adviseurs werken hierbij in dienst van de aannemer. Soms wordt een DB contract ook gesloten na het Definitief Ontwerp van een tot op dat moment onafhankelijk werkende architect. Meest ver gaande van de zogenaamde geïntegreerde contractvormen. Deze methode verenigd Design, Build, Finance, Maintain and Operate. Dat houdt in dat niet alleen werkzaamheden die traditioneel door de architect worden uitgevoerd, maar ook werkzaamheden van de opdrachtgever zoals onderhoud en financiering door een consortium van commerciële partijen wordt uitgevoerd. 7

8 HOUDING De verschillende bureaus hebben zeer uiteenlopende meningen omtrent de veranderende contractvormen voor de architecten. Een redelijk doorgaande rode draad binnen de meerderheid van de geïnterviewde architecten is dat: - De architectonisch beste resultaten ontstaan voornamelijk binnen de traditionele werkwijze. Dit uit zich bijvoorbeeld in het aantal publicaties van projecten. Projecten waar de architecten minder zeggenschap hebben, zijn in vergelijking tot een traditioneel traject kwalitatief meestal minder sterk, hiermee willen de architecten eerder niet in verbinding worden gebracht. Om die reden worden deze projecten vaak niet gepubliceerd. - Als de architecten VO/DO opdrachten aangeboden krijgen wordt bijna altijd sterk geprobeerd de opdracht in een volledig opdracht te veranderen, ten miste inclusief bestek en werktekeningen. - Ervaringen met DBFMO bestaan nog nauwelijks, omdat een beperkt aantal projecten überhaupt op die manier ontwikkeld wordt - Ervaringen met DB opdrachten zijn redelijk summier, bij de bureaus die hiermee ervaring hebben is door een goed samenspel met aannemers wederzijds begrip ontstaan tussen architect en aannemer architect bureau traditioneel VO//VO/DO DB DBFMO Albert Herder HVDN Floor Arons, Arnoud Gelauff AronsGelauff Bjarne Mastenbroek SeArch Dirk Jan Postel Kraaijvanger U F. van Dongen Cie Haiko Meijer Onix Hans van der Heijden biq stadsontwerp Jan Peter Wingender Wing. Hov. Arch Juriaan van Stigt LEVS architecten Jurien van der Meer De Zwarte Hond Mels Crouwel Benthem Cr Robert Winkel Mei Architecten Roel Bosch DKV architecten Ronald Schleurholts CEPEZED Do Janne Vermeulen Meijer v.schoten Legende beste resultaten met deze methode beste resultaten met deze methode, maar geen principiële houding ten opzichte van deze methode geen principieel afwijzende of positieve houding ten opzichte van deze methode positief kritische houding ten opzichte van deze methode deze methode kan wel, maar heeft niet de voorkeur principieel afwijzend tegen deze methode / geen interesse (nog) geen ervaring in deze methode JURIDISCHE CONSEQUENTIES Algemeen constateren zowel architecten alsmede opdrachtgevers dat de werksfeer in de laatste 15 jaar juridisch een heel stuk ingewikkelder, harder en zakelijker is geworden. De wens om steeds meer risico s te willen elimineren heeft een cultuur van contracten laten ontstaan waar men geen kant meer op kan. Deze hele trend is in wezen gedreven door de wens om geld te besparen. Woningbouwcorporaties lijken over het algemeen meer juridisch te dichten dan bijvoorbeeld overheden, simpelweg doordat woningbouw een massaproduct is met potentieel een grotere kans op claims. Er is een toename van aansprakelijkheidsgevallen bij voornamelijk aannemers maar mede bij architecten. De geschillen worden in toenemende mate harder gespeeld. Betreffende de rol van architecten is het absurd te constateren dat enerzijds het aantal aansprakelijkheidsgevallen is toegenomen terwijl anderzijds tegelijkertijd een duidelijke krimp van hun zeggenschap in de bouw heeft plaatsgevonden. De architect wordt enerzijds niet meer enkel als creatieveling gezien maar als een omvattende adviseur anderzijds wordt de architect steeds meer als een conceptmaker voor een goede marketing beschouwd. 8

9 DNR. De DNR heeft over het algemeen zowel vanuit het perspectief van de architecten alsmede van de opdrachtgevers geen verbetering of opheldering van de verhouding opdrachtgever / architect teweeg gebracht. Verzekeringsrisico s zijn sinds de invoering van de DNR groter geworden. Inmiddels wordt bij ieder project een aparte discussie gevoerd over contractuele vraagstukken met als gevolg dat iedere keer een aanvullende aparte beroepsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten moet worden. Hierdoor ontstaan hogere extra kosten, die door opdrachtgevers apart vergoed moeten worden. Auteursrecht. Het auteursrecht wordt steeds meer uitgekleed, waarover de meningen onder de architecten verschillen. Veel architecten willen geen afstand van hun auteursrecht doen, sommige architecten vinden bijvoorbeeld dat het auteursrecht voor losers is. Anderen kijken er genuanceerder naar en stellen aan opdrachtgevers voor vijf jaar na oplevering afstand van het recht te doen. Juridisch blijft de vraag in hoe verre het überhaupt mogelijk is dat een architect afstand doet van zijn auteursrecht. Doorverkoop van projecten (woningbouw). Binnen de wereld van commerciële ontwikkelaars ontstaan soms problemen van contractuele aard met architecten door de scheiding tussen ontwerp en uitvoering. Omdat bij ontwikkelaars vaak geen mensen werken die ervaring in de uitvoering hebben worden projecten aan aannemers doorverkocht. Vervolgens probeert de aannemer soms de uitwerking aan een andere partij (tekenbureau) over te dragen dan aan de architect, die een contractuele verbinding met de opdrachtgever heeft. Hierdoor is niet alleen de kwaliteit waarborging van het project in het geding, maar wordt daarnaast het recht van de architect op de opdracht geschonden. DB / DBFMO. Binnen DB, DBFMO en andere zogenaamde geïntegreerde contracten is de opdrachtgever voor de architect veranderd. Niet de eigenlijke gebruiker van het gebouw, maar een aannemer, een consortium uit bank of een aannemer in combinatie met andere partijen neemt de rol van opdrachtgever voor de architect over. In zoverre is de beroepsaansprakelijkheid dezelfde, alleen de opdrachtgever is van volstrekt andere aard. In zijn geheel zijn de juridische consequenties nog niet te overzien omdat de in een traditioneel proces duidelijke constellatie van architect en opdrachtgever ontbreekt. Dit is met name van belang na de gunning van de opdracht aan een consortium bij DBFMO contracten. De architect heeft puur door zijn gebondenheid aan het consortium een veel moeilijkere positie om de kwaliteit te bewaken. Nog niemand heeft werkelijk het overzicht over de juridische gevolgen in dit soort opdrachtstructuren omdat de ervaring nog te gering is. INVLOED OP HET ONTWERPPROCES Algemeen. Een algemeen verschijnsel zowel bij traditionele als bij vernieuwende vormen van samenwerking tussen architecten, aannemers en opdrachtgevers is dat werkzaamheden steeds verder naar het begin van het traject worden verschoven. Om op een vroeger tijdstip zekerheid te hebben in kosten en technische haalbaarheid is het inmiddels normaal geworden dat een VO eigenlijk een DO is en dat binnen het DO een bestekachtige uitwerking plaats vindt. In die samenhang is het moeilijk in te schatten hoe serieus planningen werkelijk bedoeld zijn. De druk op planningen wordt kunstmatig opgevoerd met als gevolg dat de uitwerking schijnbaar erg snel moet worden verzorgd. Wat achteraf vaak niet noodzakelijk blijkt. Puur ontwerp - inhoudelijk zijn de meningen verdeeld. Sommige architecten zien het ontwerpen als autonome bezigheid, waarbij een veranderd proces geen invloed op ontwerp strategieën, zwaartepunten of thema s heeft. Andere architecten gaan bewust andere richtingen op, zoals ontwikkelen van meer prefab elementen om kwaliteit veilig te stellen. Een andere hierop inspelende insteek is het hufterproeve ontwerp. Door een grofheid in de detaillering probeert men resistent te zijn tegen de wijzigingen in het ontwerp ten tijde van de uitvoering. Door de geringe zeggenschap van de architect worden de wijzigingen binnen de hufterproeve tactiek als onoverkomelijk beschouwd. Alle elementen van een ontwerp moeten op een veelvoud manieren te beargumenteren zijn. De architect moet veel meer denken als een aannemer, ontwerpen wordt zakelijker en het verschuift in sterke mate in de richting van dienstverlening. Puur pragmatische vraagstukken van het bouwen domineren vanaf begin het proces, culturele vraagstukken zijn ondergeschikt. Design & Build. DB opdrachten worden normaliter aanbesteed via selectieprocedures en prijsvragen. Hierdoor begint de ontwerpfase al tijdens de selectie. Binnen de intensieve prijsvraagrondes bestaat aan de zijde van de trekker van het team meestal een aannemingsbedrijf meer ambitie om kwalitatief iets goeds te maken in vergelijking tot een traditioneel proces zonder concurrentie. Ook duurzaamheid maakt op die manier meer kans. De maakbaarheid wordt binnen een DB project al in de prijsvraagronde één van de 9

10 beslissende criteria. Ten onrechte wordt met name door projectmanagers de DB constellatie gezien als tijdsbesparend. Een integraal ontwerp duurt uiteindelijk net zo lang binnen een DB contract dan in een traditioneel proces, omdat de nodige werkzaamheden dezelfde blijven. Het DB proces biedt ook kansen hiervoor in de praktijk, zoals het maken van proefopstellingen en 1:1 modellen, de ervaring van de bureaus is dat tot op heden de kansen niet worden benut. De architect dient zich professioneel en breed op te stellen, daarbij is interesse in aspecten als onderhoud en financiering vereist. Na de selectiefase bestaat de neiging aan de zijde van de aannemer om de architect buiten de besluitvorming te houden, de rol van de architect als conceptmaker en als marketing instrument is volbracht in de ogen van de aannemer. Design Build Finance Maintain Operate (DBFMO). De opdrachtgever/gebruiker binnen een DBFMO proces levert een nauwkeurige outputspecificatie in plaats van een traditioneel programma van eisen. Vanwege de enorme complexiteit van de gehele contractconstellatie duurt de prijsvraagfase een jaar. Het product aan het einde van het jaar is in alle facetten en onderdelen een contractstuk. Om die reden wordt de uitwerking in het prijsvraagjaar opgevoerd, het bereikt bijna het niveau van een Definitief Ontwerp met veel details, een kleur - en materiaalstaat, een technische omschrijving, renderings etc. De intensiteit van het contact met de gebruikers is in het prijsvraagjaar afhankelijk van de gekozen procedure. Bij een goede voorbereiding (Ministerie van Financiën) kan met twee vergaderingen worden volstaan. Bij een concurrentiegerichte dialoog vinden soms maandelijks overlegsessies plaats, vergelijkbaar met een traditioneel traject. Onderhoud en energiebesparing spelen een belangrijke rol in het ontwerpproces doordat exploitatie en onderhoud onderdeel zijn van de opdracht. Het consortium heeft baat bij een bepaalde kwaliteit. Inherent aan de procedure wordt duurzaamheid bevorderd. Innovatie wordt door de methodiek niet bevordert. Er worden bewezen technieken toegepast omdat de aannemer in het consortium het risico dat innovatie met zich meebrengt vermijdt. De architect moet in ieder opzicht competent zijn en in staat zijn voorstellen te doen betreffende alle technische, budgettaire en bouwmethodische kwesties. POSITIE EN ROL VAN DE ARCHITECT Zichtwijze architecten In hoe verre de architect niet alleen de regisseur is van het ontwerpproces, maar tevens van de bouw zijn de meningen verdeeld. Het meest voorkomende zelfbegrip onder de geïnterviewde architecten is - de architect als totaaladviseur voor de opdrachtgever in ieder opzicht - de architect als regisseur van het hele ontwerpproces inclusief de uitwerking HVDN neemt een dienstverlenende houding aan en geeft advies over het gehele proces. De architect moet de expertise in huis hebben om het hele (ontwerp)proces inclusief technische uitwerking, planning, kostbeheersing en bouwmethodieken te controleren. HVDN experimenteert met andere samenwerkingsvormen tussen opdrachtgever/architect/aannemer, soms door een grotere samenwerking met de aannemer (Design en Build) of juist door de rol van de hoofdaannemer over te nemen. Arons en Gelauff beginnen in ontwerpprocessen meestal als dienstverlener en eindigen als bouwheer. Zij werken procesgericht en proberen altijd in het begin met de opdrachtgever een doel te definiëren. Ze proberen te laten zien dat hun inbreng financieel interessant is voor de opdrachtgever. Ze zien zich beslist niet als bouwkunstenaar, waarbij projecten soms alsnog aan het einde zo worden gezien. SeArch ziet de architect als generalist en adviseur en regisseur over het geheel. SeArch zou liefst de aannemer als onderaannemer van de architect zien. Dirk Jan Postel ziet de architect als auteur met een totaal visie inclusief de volledige technische expertise. Niet het concept telt, maar het gebouw als leefomgeving. Het is een verlies dat de architect geen toezicht meer doet op de bouw, vroeger werd Kraaijvanger Urbis zelfs door aannemers hiervoor gevraagd. Kraaijvanger Urbis werkt soms als generaal planner. Meijer Van Schooten werken geïntegreerd en als totaal adviseur. Frits van Dongen werkt als totaaladviseur en ziet zichzelf als straatvechter. Voor Onix moet de architect multidisciplinair werken, het proces kennen en een slimme psycholoog zijn. biq stadsontwerp ziet zich als adviseur in de meest omvattende zin, die vooral strategisch opereert en niet in eerste instantie operationeel. Wingender Hoevenier Architecten vindt dat de rol van bouwmeester per definitie achter de architecten ligt. Het is één van de rollen die een architect zich kan aanmeten, per geval moet de architect strategisch kiezenwat zijn rol in het krachtenspel is. LEVS architecten ziet zich als volwaardig architectenbureau, totaal adviseur in alle facetten rond het bouwen en wil liefst 110% opdracht in plaats van 100%. 10

11 Voor De Zwarte Hond is de architect de regisseur van het ontwerp proces terwijl de aannemer regisseur is van het bouwproces. De architect moet kennis hebben van alle facetten van het vak. Benthem Crouwel is als architect binnen bijna alle projecten de meest belangrijke factor. Zij hebben vaak minder zeggenschap dan vroeger. Als reden hiervoor ziet Benthem Crouwel dat door specialisering meer mensen in processen aan tafel zitten. De rol van Benthem en Crouwel groeit meestal tijdens het proces. Mei architecten vindt dat de architect onmisbaar is in het proces. DKV ziet de architect in een heel brede rol, als adviseur in de meest omvattende zin. De architect is dirigent van het proces door zijn kennis van de hoofdlijnen. CEPEZED werkt als totaaladviseur, soms zelfs als hoofdaannemer of ten minste als general planner Zichtwijze opdrachtgevers Aldo van Kleef / toen Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam, nu Mitros projecten Utrecht. De architect is geen kunstenaar, dat is één van de grootste misvattingen onder sommige architecten. De architect moet technieken en materialen omvattend beoordelen, niet alleen esthetisch. De architect moet over de grenzen van zijn eigen discipline denken, innovatief zijn en zich als een meewerker tonen zonder een ja knikker te zijn. Geen autisme maar een brede oriëntatie. Job Posner / Synchroon. Synchroon sluit een raamovereenkomst met architecten voor een totale opdracht die gefaseerd wordt verstrekt. De architect heeft voor Synchroon de grootste toegevoegde waarde tijdens het VO en het DO traject. De architect is interessant vanuit zijn creatief strategisch vermogen. Afhankelijk van de kunde van de architect of het toe te passen bouwsysteem worden verdere ontwerpfases opgedragen aan de architect. Niet iedere architect kan even goed detailleren. Zo kan de aannemer een bouwsysteem hebben waarbij hij zelf de bouwvoorbereiding verzorgt. In aanvulling op het VO en DO worden architecten meestal betrokken bij de esthetische begeleiding. Peter van der Gugten / Proper Stok: De architect moet strategisch kunnen denken en vanuit creatief denken onderscheidende producten leveren die maakbaar zijn. Proper Stok kiezen een architect die in hun beleving bij een opgave past. KWALITEITSWAARBORG Binnen een steeds complexere constellatie in de bouw - door de toename van het aantal specialistische partijen en door de toename van afstandelijkheid en hiërarchieën bij zowel opdrachtgevers, aannemers en in geringere mate architectenbureaus - is één van de steeds relevantere vragen van de afgelopen jaren hoe kwaliteit bewaakt kan worden. Bepaalde structuren functioneren in die samenhang redelijk goed zoals de kwaliteitsbewaking op stedelijk niveau door de samenwerking van gemeentelijke stedenbouwkundigen en welstandstoezicht. De kwaliteitswaarborg heeft een relatie met wijzigingen die zonder goedkeuring door aannemers worden doorgevoerd tijdens de uitvoering. De wijzigingen hebben niet alleen esthetisch minderwaardige resultaten als gevolg maar veroorzaken veelal technische problemen. Het toenemend aantal bouwfouten brengt het belang van kwaliteitsborging aan het voetlicht, het is een aanbeveling de samenhang met de krimpende rol van architecten te onderzoeken. Bij de interviews kwamen de volgende aspecten centraal naar voren: - geïnterviewde architectenbureaus hechten doorgaans waarde aan de volledige uitwerking van hun ontwerpen tot en met het opvragen van offertes, het deelnemen aan de onderhandeling met aannemers enz. Sommige architecten gaan wel in op de vraag van opdrachtgevers om een beperkte opdracht uit te werken. De bureaus wijzen de opdrachtgever erop dat de uitwerking niet verzekerd is, of ontwikkelen strategieën als hufterproef ontwerpen of het aanpassen van het concept op de faalstatistiek van de aannemer. Feitelijk wordt het niveau van hun ontwerp verlaagd omdat duidelijk is dat binnen een beperkte opdracht sowieso van alles mis gaat. - In toenemende mate leeft onder opdrachtgevers de misvatting dat ontwerp en uitwerkingfasen volledig bespaard kunnen worden, zoals soms bij VO/DO opdrachten. Uiteindelijk zijn alle onderdelen van het uitwerkingsproces noodzakelijk. Als de architecten het niet verzorgen zal iemand anders het doen waarbij de kosten nog immer ontstaan. - De rol van de architecten in de uitvoeringscontrole is al langer gemarginaliseerd. Volledige directievoering met toezicht komt nog maar zelden voor en menig architectenbureau heeft nog directievoerders in loondienst. Architecten moeten vechten om zelfs esthetische directievoering te mogen uitoefenen. - De eis om kosten te besparen wordt sterker ondanks de toename van partijen in processen. Deze trend is tegenstrijdig en leidt naar een enorme spanning die kwaliteitsverlies bijna onvermijdelijk tot 11

12 gevolg moet hebben. Hierbij gaat het zowel om de kwaliteit van de ontwerpen als om de kwaliteit van de uitvoering. - Bij het toezicht op de bouw is sinds het verdwijnen van de toezichthoudende architect een groeiend structureel gat te constateren. Soms wordt het toezicht inmiddels volledig aan de uitvoerende aannemers overgelaten. De eigenlijke reden van dit ontstaande gat ligt in de steeds verder verspreide mening binnen professionele opdrachtgevers dat op toezicht structureel bezuinigd kan worden. In het verleden hebben architecten directie gevoerd, vervolgens de opdrachtgevers zelf en inmiddels wordt het toezicht vanuit opdrachtgevers achterwege gelaten of wordt het met een zeer geringe urenbesteding verzorgd. - Opdrachtgevers beseffen niet dat een onafhankelijke uitvoeringscontrole van aannemers ook voor de aannemer zelf van cruciaal belang is om te voorkomen dat hij later zelf met klachten wordt geconfronteerd. Het is een misvatting dat controle voornamelijk door aannemers zelf toereikend is. De complexiteit van een gebouw is dermate groot dat door controle door enkel aannemers geen verantwoorde werkstructuur bestaat. - Kwaliteit is inmiddels een vies woord geworden, het gaat steeds meer alleen om rendabiliteit. - In het proces is niemand meer proceseigenaar behalve de architect, die desondanks in zijn rol steeds meer gemarginaliseerd wordt. De architect is vaak de enige continue factor binnen een ontwerp en bouwtraject, hij is betrokken van het prille begin tot en met uitvoering. Daarnaast speelt het toenemende jobhopping een rol, dat bij aannemingsbedrijven en opdrachtgevers veel vaker voorkomt dan bij architecten. De eigenlijke potentie ligt in de versterking van de rol van de architect. - Er is onder professionele opdrachtgevers een groeiend geloof in de probleem oplossende gave van de uitvoerende partij. Dit naïeve geloof lijkt te berusten op het feit dat de aannemer diegene is die het gebouw daadwerkelijk gaat maken. Door de steeds afstandelijkere hoofdaannemerstructuren en zelfs binnen de onderaannemingen ontstaande managementtussenlagen is een groot kennisverlies ontstaan. Grote hoofdaannemers zijn vandaag niet meer dan inkopers die grote moeite hebben de onderaannemers te coördineren en beperkte kennis kunnen toevoegen in het ontwerpproces. 12

13 DEEL 3: TWEE ICONEN VOOR DE RIJKSOVERHEID DBFMO VERSUS TRADITIONEEL ALGEMEEN Deel 3 probeert een vergelijkende analyse op te stellen tussen de traditionele contractvorm en de meest nieuwe en meest gediscuteerde contractvorm: de geïntegreerde contractvorm DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain, Operate). Als case studies dienen daarbij twee recent opgeleverde en succesvolle Rijksoverheidsprojecten: Westraven ontworpen door CEPEZED Architecten en Ministerie van Financiën ontworpen door Meijer en Van Schooten Architecten. Essentieel in de vergelijking van de beide methodes is de door de overheid geprezen pragmatische voordelen van DBFMO (en de pragmatische nadelen die de overheid door contractuele vastleggingen meent te kunnen oplossen) en de mogelijk op den duur veel grotere prijs van culturele aard die hiervoor betaald moet worden. De negatieve gevolgen van DBFMO op de lange termijn zijn in al zijn opzichten nog niet bekend en kunnen het kader van deze studie alleen geschetst worden. Of de stap naar geïntegreerde opdrachten zoals DBFMO op den duur in een groter cultureel kader pennywise / poundfoolish te noemen is kan men zich afvragen. Wegen de nadelen van projecten die doorgevoerd zijn binnen de traditionele methode werkelijk op tegen de culturele nadelen van geïntegreerde methodes. Kortom wordt het kind niet met het badwater weggegooid. MINISTERIE VAN FINANCIEN - DBFMO Interview met Do Janne Vermeulen, Meijer van Schooten Architecten Rolverdeling. Het Ministerie van Financiën is opgeleverd in Opdrachtgever was de Rijksgebouwendienst, gebruiker is het ministerie zelf. Het consortium dat de opdrachtnemer vormt is Safire, bestaand uit Strukton, Burgers Ergon, GTI, ISS facilities services en een investment fonds bestaande uit DFI en ABN Amro. Het architectenbureau Meijer en Van Schooten werd ingehuurd door het consortium. De rolverdeling tussen architect, opdrachtgever en aannemer wordt binnen het contract volstrekt anders gedefinieerd dan binnen de klassieke driehoek bij een traditioneel contract. Er is een zeer verkleinde opdrachtgever en een enorm vergrootte opdrachtnemer. traditionele rolverdeling rolverdeling binnen DBFMO Vergeleken met de traditionele opzet loopt de grens tussen opdrachtgever en opdrachtnemer dwars door de verdeling heen zoals op de schets te zien is. De architect werkt hierbij niet in opdracht van de opdrachtgever / gebruiker, maar in opdracht van het consortium. Werkomvang. Meijer en Van Schooten kregen binnen het consortium een (bijna) volledige ontwerp- en uitwerkingsopdracht vergelijkbaar met het traditionele model. Zij hebben vanaf begin bedongen bestek-, werktekeningen en esthetische begeleiding te verzorgen. Kostenbeheersing was geen onderdeel van hun opdracht, wel kregen zij inzage in de besteksbegroting. Ze kregen geen inzage in de uitvoeringsbegroting. De andere adviseurs werken naast Meijer en Van Schooten met separate contracten met het consortium. 13

Het uit en aanbestedingsbeleid van decentrale overheden in Noord Brabant en Zeeland

Het uit en aanbestedingsbeleid van decentrale overheden in Noord Brabant en Zeeland Het uit en aanbestedingsbeleid van decentrale overheden in Noord Brabant en Zeeland Op zoek naar een balans tussen rechtmatig aanbesteden en doelmatig uitbesteden Onderzoek uitgevoerd in opdracht van:

Nadere informatie

Best practices architectenselectie. Zo kan het ook! steunpunt. architectuuropdrachten ontwerpwedstrijden

Best practices architectenselectie. Zo kan het ook! steunpunt. architectuuropdrachten ontwerpwedstrijden Best practices architectenselectie Zo kan het ook! steunpunt architectuuropdrachten ontwerpwedstrijden Best practices architectenselectie Zo kan het ook! steunpunt architectuuropdrachten ontwerpwedstrijden

Nadere informatie

Bureau-DNA als basis voor de toekomst

Bureau-DNA als basis voor de toekomst Bureau-DNA als basis voor de toekomst Een competentiematrix voor architectenbureaus TiasNimbas Executive Master of Real Estate Masterthesis Haarlem mei 2013 Auteur ing. J.M. van Tienhoven Begeleiders dr.

Nadere informatie

STAWON, Amsterdam. 2 Leidraad Bouwen met je buren voor collectief particulier opdrachtgeverschap

STAWON, Amsterdam. 2 Leidraad Bouwen met je buren voor collectief particulier opdrachtgeverschap Bouwen met je buren STAWON, Amsterdam 2 Leidraad Bouwen met je buren voor collectief particulier opdrachtgeverschap Colofon Inhoud Uitgever 2006 STAWON 7 Voorwoord STAWON, Amsterdam Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Bondgenoten in de decentralisaties

Bondgenoten in de decentralisaties Januari 2013 Bondgenoten in de decentralisaties Invulling geven aan het transformatieproces en de coalitieaanpak TransitieBureau Begeleiding in de Wmo Januari 2013 Bondgenoten in de decentralisaties TransitieBureau

Nadere informatie

Uitbesteding, van strategie tot organisatorische werkelijkheid

Uitbesteding, van strategie tot organisatorische werkelijkheid Uitbesteding, van strategie tot organisatorische werkelijkheid F3010 1 Uitbesteding, van strategie tot organisatorische werkelijkheid Drs. J. de Bruijn Ontleend aan het boek Uitbesteding, Samsom bv, 1999.

Nadere informatie

Systems Engineering, waarom zou je nog anders werken?

Systems Engineering, waarom zou je nog anders werken? Systems Engineering, waarom zou je nog anders werken? Systems Engineering, waarom zou je nog anders werken? Werkplaats Systems Engineering 2 Inhoudsopgave Woord vooraf 5 1. Pioneering 7 2. Systems Engineering

Nadere informatie

Een goede basis. Advies van de Commissie Kennisbasis Pabo

Een goede basis. Advies van de Commissie Kennisbasis Pabo Een goede basis Advies van de Commissie Kennisbasis Pabo 1 2 Inhoudsopgave Voorwoord 4 Deel A Adviezen 5 1 Opdracht 6 2 Aanpak 8 3 Probleemstelling 9 4 Oplossingsrichting 11 5 Herziening van de kennisbases

Nadere informatie

Ketens de baas. pijlers en bouwstenen voor ketensturing

Ketens de baas. pijlers en bouwstenen voor ketensturing Ketens de baas pijlers en bouwstenen voor ketensturing Ketens de baas pijlers en bouwstenen voor ketensturing Toelichting: De Allegorie voor goed en slecht bestuur is een serie fresco s die rond 1338 geschilderd

Nadere informatie

Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg? De invloed van vertrouwen en samenwerking op de organisaties binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin.

Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg? De invloed van vertrouwen en samenwerking op de organisaties binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg? De invloed van vertrouwen en samenwerking op de organisaties binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. Auteur: Eva Geesing 2 Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg?

Nadere informatie

Werkmap Europees Aanbesteden voor opdrachtgevers Aanbevelingen voor het selecteren van een architect BNA

Werkmap Europees Aanbesteden voor opdrachtgevers Aanbevelingen voor het selecteren van een architect BNA Werkmap Europees Aanbesteden voor opdrachtgevers Aanbevelingen voor het selecteren van een architect BNA BNA Inhoud Inhoud Inleiding Het proces van aanbesteden Het project De opdracht: uw ambities De procedure

Nadere informatie

Van het oude werken De dingen Die voorbijgaan HET NIEUWE WERKEN BIJ HET RIJK. Drs. Marloes Pomp Dr. Anthon Klapwijk Gerbrand Haverkamp Anita Smit Msc

Van het oude werken De dingen Die voorbijgaan HET NIEUWE WERKEN BIJ HET RIJK. Drs. Marloes Pomp Dr. Anthon Klapwijk Gerbrand Haverkamp Anita Smit Msc Van het oude werken De dingen Die voorbijgaan HET NIEUWE WERKEN BIJ HET RIJK Drs. Marloes Pomp Dr. Anthon Klapwijk Gerbrand Haverkamp Anita Smit Msc Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2 De Hub 24 Hoofdstuk

Nadere informatie

GOED OPDRACHTGEVERSCHAP JEGENS ICTU

GOED OPDRACHTGEVERSCHAP JEGENS ICTU GOED OPDRACHTGEVERSCHAP JEGENS ICTU Mark van Loon WEBPUBLICATIE NR. 50 Verkennende studie voor het rapport ioverheid De voorliggende studie is opgesteld in opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor het

Nadere informatie

PRIVAAT WAT MOET, PUBLIEK WAT ONVERMIJDELIJK IS

PRIVAAT WAT MOET, PUBLIEK WAT ONVERMIJDELIJK IS PRIVAAT WAT MOET, PUBLIEK WAT ONVERMIJDELIJK IS versie 12 maart 2013 1 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1. Introductie... 7 1.1. Privaat wat moet... 7 1.2. Markt een stap erbij... 8 1.3. Publiek wat onvermijdelijk

Nadere informatie

Bouwstenen voor een nieuw businessmodel

Bouwstenen voor een nieuw businessmodel Bouwstenen voor een nieuw businessmodel 1 Bouwstenen voor een nieuw businessmodel kpmg.nl Inhoud bouwstenen 1 2 3 4 5 Voorwoord Op weg naar professioneel partnership Anders kijken naar financiering Werkkapitaal

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Mediation bij de Overheid

Onderzoeksrapport Mediation bij de Overheid Conflictdiagnose en geschiloplossing op maat bij conflicten tussen burgers en overheden Uitgevoerd door Laurens Bakker Carla Schouwenaars Instituut voor Rechtssociologie Instituut voor Culturele Antropologie

Nadere informatie

Professionalisering van besturen in het primair onderwijs

Professionalisering van besturen in het primair onderwijs Professionalisering van besturen in het primair onderwijs 2 - Professionalisering van besturen in het primair onderwijs Professionalisering van besturen in het primair onderwijs Verslag van de commissie

Nadere informatie

Aan Tafel! Een onderzoek in opdracht van vno-ncw en mkb-nederland naar publiek en privaat toezicht op bedrijven. Cecile Schut. Michiel van der Heijden

Aan Tafel! Een onderzoek in opdracht van vno-ncw en mkb-nederland naar publiek en privaat toezicht op bedrijven. Cecile Schut. Michiel van der Heijden Aan Tafel! Een onderzoek in opdracht van vno-ncw en mkb-nederland naar publiek en privaat toezicht op bedrijven Cecile Schut Michiel van der Heijden Olaf Wilders Robert van der Laan Master of Public Administration

Nadere informatie

Deze publicatie is tot stand gekomen dankzij financiering van het ministerie van VWS. 2010 MOVISIE

Deze publicatie is tot stand gekomen dankzij financiering van het ministerie van VWS. 2010 MOVISIE Sturing van welzijn Auteurs: Heleen Rijnkels en Amanda Jansen, BMC Tim Robbe, Robbe Adviesbureau Joost van Alkemade en Saskia van Grinsven, MOVISIE Eindredactie: Ethiscript Vormgeving: Ontwerpburo Suggestie

Nadere informatie

Een literatuuronderzoek naar nieuwe bevindingen op het gebied van kwaliteit en diversiteit

Een literatuuronderzoek naar nieuwe bevindingen op het gebied van kwaliteit en diversiteit Diversiteit en kwaliteit Een literatuuronderzoek naar nieuwe bevindingen op het gebied van kwaliteit en diversiteit In opdracht van NSvP Annemieke van Beek Wilma Henderikse Anneke van Doorne-Huiskes VanDoorneHuiskes

Nadere informatie

Advies bezuiniging cultuur 2013-2016. Noodgedwongen keuzen

Advies bezuiniging cultuur 2013-2016. Noodgedwongen keuzen Advies bezuiniging cultuur 2013-2016 Noodgedwongen keuzen 2 Inhoudsopgave Samenvatting advies 4 Vooraf 11 Uitgangspunten 13 Criteria 13 Rol van rijksoverheid, fondsen en andere overheden 16 Cultureel ondernemerschap

Nadere informatie

Wat is gunnen op waarde? Hoe kan ik gunnen op waarde? Hoe voldoe ik aan regels?

Wat is gunnen op waarde? Hoe kan ik gunnen op waarde? Hoe voldoe ik aan regels? Gunnen op waarde; hoe doe je dat? Praktische handreiking voor bouwopdrachten PSIBouw O20B Wat is gunnen op waarde? Hoe kan ik gunnen op waarde? Hoe voldoe ik aan regels? Rapport in het kader van het PSIBouw-programma

Nadere informatie

Shared Services Nieuwe vormen van krachtenbundeling bij gemeenten A.F.A. Korsten L. Schaepkens L.J.M.J. Sonnenschein

Shared Services Nieuwe vormen van krachtenbundeling bij gemeenten A.F.A. Korsten L. Schaepkens L.J.M.J. Sonnenschein VWRD_Inhoud_2edruk 20-10-2004 10:27 Pagina 1 Shared Services Nieuwe vormen van krachtenbundeling bij gemeenten A.F.A. Korsten L. Schaepkens L.J.M.J. Sonnenschein VWRD_Inhoud_2edruk 20-10-2004 10:27 Pagina

Nadere informatie

Inaugerele rede bij aanvaarding van de Atlant-leerstoel Inclusieve (arbeids)organisatie WERKEN NAAR VERMOGEN: VERMOGEN OM TE WERKEN

Inaugerele rede bij aanvaarding van de Atlant-leerstoel Inclusieve (arbeids)organisatie WERKEN NAAR VERMOGEN: VERMOGEN OM TE WERKEN Inaugerele rede bij aanvaarding van de Atlant-leerstoel Inclusieve (arbeids)organisatie WERKEN NAAR VERMOGEN: VERMOGEN OM TE WERKEN WERKEN NAAR VERMOGEN: VERMOGEN OM TE WERKEN Rede Uitgesproken bij de

Nadere informatie

Sociaal en fysiek verbonden: het geheim van het hoe Verbinding door confrontatie bij sociaal-fysieke wijkaanpak

Sociaal en fysiek verbonden: het geheim van het hoe Verbinding door confrontatie bij sociaal-fysieke wijkaanpak Sociaal en fysiek verbonden: het geheim van het hoe Verbinding door confrontatie bij sociaal-fysieke wijkaanpak KEI kennis centrum stede lijke vernieuwing Inhoud Inleiding 3 Inleiding 3 Weerbarstige materie

Nadere informatie

Op weg naar effectieve schuldhulp. Preventie: voorkomen is beter dan genezen

Op weg naar effectieve schuldhulp. Preventie: voorkomen is beter dan genezen Op weg naar effectieve schuldhulp Preventie: voorkomen is beter dan genezen Gemeenten en Schuldhulpverlening Voorwoord Auteurs dr. Nadja Jungmann dr. Roeland van Geuns dr. Jeanine Klaver drs. Peter Wesdorp

Nadere informatie

Gezond en goed. Scholenbouw in topconditie

Gezond en goed. Scholenbouw in topconditie Gezond en goed Scholenbouw in topconditie 1 Gezond en goed, Scholenbouw in topconditie 2 Gezond en goed, Scholenbouw in topconditie Gezond en goed Scholenbouw in topconditie Rijksbouwmeester Juli 2009

Nadere informatie

Bouwen is oplossingen aanbieden

Bouwen is oplossingen aanbieden Groningenweg 10 Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 0182-540626 Telefax 0182-540627 secretariaat@regieraadbouw.nl www.regieraadbouw.nl Bouwen is oplossingen aanbieden De praktijk van conceptueel bouwen

Nadere informatie

Toezicht op herbeoordelingen door banken van rentederivaten bij het nietprofessionele

Toezicht op herbeoordelingen door banken van rentederivaten bij het nietprofessionele Rapportage rentederivatendienstverlening aan het MKB Toezicht op herbeoordelingen door banken van rentederivaten bij het nietprofessionele MKB Maart 2015 3333 Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert

Nadere informatie