Loopbaanmonitor onderwijs 2008

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Loopbaanmonitor onderwijs 2008"

Transcriptie

1 Loopbaanmonitor 2008 Onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van de lerarenopleidingen in 2006 en 2007 Opdrachtgever: ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ECORYS Ruud van der Aa Bart van Hulst RISBO Lyanda Vermeulen Rotterdam, februari 2009

2

3 ECORYS Nederland BV Postbus AD Rotterdam Watermanweg GG Rotterdam T F E asb@ecorys.com W K.v.K. nr ECORYS Arbeid & Sociaal Beleid T F AA/RG EE13891rapdefcohort2008

4 AA/RG EE13891rapdefcohort2008

5 Inhoudsopgave Voorwoord 7 Managementsamenvatting 9 1 Inleiding Achtergrond Doel van de Loopbaanmonitor Conceptueel kader Aanpak van het onderzoek Opzet Dataverzameling en respons 18 2 Naar de lerarenopleiding Inleiding Keuze voor de lerarenopleiding Vooropleiding Afstudeerleeftijd 24 3 Na de lerarenopleiding Inleiding Eerste positie na afstuderen Ontwikkeling in arbeidsmarktpositie cohort 2006 en Werkzaam in het De loopbaan na de eerste baan in het Toekomstige loopbaan in het Werkzaam buiten het Werken buiten het De loopbaan na de eerste baan buiten het Terugkeer in het? Niet werkzaam na afstuderen Verschillen in baankenmerken naar arbeidsmarktpositie Verschillen in arbeidsmarktpositie naar achtergrondkenmerken 47 AA/RG EE13891rapdefcohort2008

6 4 Regionale verschillen in arbeidsmarktpositie De arbeidsmarktpositie per regio Noord Oost Midden West Zuid Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht Arbeidsmarktpositie per RBA 54 5 Het werkklimaat voor beginnende leraren Inleiding Definitie van werkklimaat Verwachtingen van het werkklimaat Teleurstellingen over het werkklimaat De relatie tussen werkklimaat en verwachte loopbaanduur in het 62 Literatuur 65 Lijst met tabellen 69 Lijst met figuren 71 Bijlage bij hoofdstuk 1: Responsanalyse 73 Bijlage bij hoofdstuk 3 75 AA/RG EE13891rapdefcohort2008

7 Voorwoord Dit onderzoeksrapport is tot stand gekomen door de medewerking van afgestudeerden van de lerarenopleiding voor het basis en het voortgezet in 2006 en Hun medewerking bestond uit het invullen van een vragenlijst op internet of op papier. De Loopbaanmonitor 2008 geeft inzicht in de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden uit 2006 en Het voorliggende rapport is een vervolg op de Loopbaanmonitor 2007 die de positie van afgestudeerden uit 2005 en 2006 beschrijft. Met betrekking tot de afgestudeerden uit 2006 voegt onderhavige publicatie een extra meetmoment toe ten opzichte van de voorgaande publicatie. Van elke lichting afgestudeerden geeft de Loopbaanmonitor inzicht in de arbeidsmarktpositie op verschillende tijdstippen, te weten kort na afstuderen, een half jaar na afstuderen en (voor afstudeerjaar 2006) een jaar na afstuderen. Vragen die in de Loopbaanmonitor centraal staan, zijn: hoeveel leraren vinden een baan in het, hoeveel blijven langs de kant staan en dreigen voor de sector verloren te gaan? Daarnaast biedt deze rapportage wederom tal van inzichten in studie- en loopbaankeuzes van nieuwe leraren. In combinatie met beschikbare informatie over openstaande vacatures en verwachtingen over de toekomstige vraag naar leraren, beschikt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met de Loopbaanmonitor over strategische informatie om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te monitoren en waar nodig tijdig bij te sturen. De Loopbaanmonitor 2008 is in opdracht van het ministerie van OCW uitgevoerd door een samenwerkingsverband van ECORYS en RISBO. De IB-groep heeft de verzending van brieven en enquêtes verzorgd. De verwerking van de enquêtes is uitgevoerd door Bureau Mediad, in samenwerking met DESAN. RISBO heeft de elektronische enquête verzorgd. De lay-out van het eindrapport is verzorgd door Ria Groenendijk. Namens het ministerie is het onderzoek begeleid door een commissie bestaande uit medewerkers van de directie Leraren van het ministerie van OCW, te weten: Hans Ruesink, Henk Lindner en Suzanne Westdorp. Wij bedanken allen die op directe of indirecte wijze hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het onderzoek en het uiteindelijke rapport. Ruud van der Aa Projectleider Loopbaanmonitor

8

9 Managementsamenvatting De arbeidsmarktpositie van pas afgestudeerde leraren staat regelmatig ter discussie. De ene keer omdat de lerarenopleidingen onvoldoende leraren opleiden om in de toenemende vraag naar leraren te kunnen voorzien, de andere keer omdat niet alle afgestudeerden binnen een redelijke termijn een baan in het kunnen vinden. Dynamiek van vraag en aanbod en daaruit resulterende spanningen op de arbeidsmarkt zijn van alle tijden. Vanuit een oogpunt van opleidings- en arbeidsmarktbeleid is het belangrijk om de vinger aan de pols te houden. Het ministerie van OCW gebruikt hiervoor verschillende informatiekanalen, zoals de arbeidsmarktprognoses ( de arbeidsmarktbarometer voor primair, voortgezet en de bve-sector ( en de voorliggende Loopbaanmonitor De Loopbaanmonitor geeft inzicht in de arbeidsmarktpositie van pas afgestudeerden, hun ervaringen bij de start van de loopbaan, het beroepsrendement van de lerarenopleidingen, de uitstroom naar concurrerende sectoren op de arbeidsmarkt en de omvang en samenstelling van de stille reserve. Door middel van schriftelijke en internet-enquêtes is op verschillende meetmomenten de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van de lerarenopleiding vastgesteld. Hiermee wordt zowel een actueel beeld van de arbeidsmarktposities gegeven als van de ontwikkelingen die zich in het eerste jaar na afstuderen hebben voorgedaan. De uitkomsten zijn representatief voor de totale populatie van afgestudeerden aan de lerarenopleidingen in Nederland. Arbeidsmarktpositie van beginnende leraren Lerarenopleiding basis De uitkomsten van de Loopbaanmonitor laten zien dat afgestudeerden van de lerarenopleiding basis (BaO) in 2007 vaker (dan hun voorgangers in het voorgaande jaar) direct na afstuderen een baan in het vinden. Van de afgestudeerden in 2007 heeft 66 procent direct na afstuderen een baan in het (zie tabel S.1). Een half jaar na afstuderen is het aandeel afgestudeerden met een baan in het toegenomen tot 79 procent. De werkloosheid onder afgestudeerden is met 1 procent een half jaar na afstuderen extreem laag. Voor cohort 2006 bleef het aandeel afgestudeerden dat in het gaat werken direct na afstuderen achter ten opzichte van eerdere jaren. Van de afgestudeerden was Loopbaanmonitor

10 64 procent direct na afstuderen werkzaam in het. Deze aansluitingsdiscrepantie is echter van tijdelijke aard; in het eerste half jaar na afstuderen vinden veel afgestudeerden alsnog een baan in het. Overigens is de werkloosheid direct na afstuderen voor cohort 2006 eveneens laag te noemen. Tabel S.1 Arbeidsmarktsituaties van afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO, cohort 2006 en 2007, op drie meetmomenten 1 Direct na afstuderen a) Half jaar na afstuderen a) Jaar na afstuderen a) Cohort 2006 Baan in 64% 72% 75% Baan buiten 15% 10% 13% Doorstuderen 8% 7% 4% Werkloos 3% 2% 3% Overig 9% 10% 5% Cohort 2007 Baan in 66% 79% Nb Baan buiten 15% 9% Nb Doorstuderen 11% 6% Nb Werkloos 2% 1% Nb Overig 6% 5% Nb Noot: als gevolg van afronding is het mogelijk dat de aantallen niet optellen tot 100%. a) direct na afstuderen heeft betrekking op de situatie in de maand oktober van het jaar van afstuderen; half jaar na afstuderen heeft betrekking op de situatie in de maand maart/april van het jaar, volgend op het jaar van afstuderen; jaar na afstuderen heeft betrekking op de situatie in de maand oktober, volgend op het jaar na afstuderen. Lerarenopleiding voortgezet (inclusief ULO) Het aandeel afgestudeerden uit 2007 van de lerarenopleiding voortgezet (VO) 2 dat direct na afstuderen in het gaat werken is 70 procent, vrijwel identiek aan de situatie in 2006 (zie tabel S.02). Een half jaar na afstuderen is het aandeel afgestudeerden met een baan in het toegenomen tot 75 procent, iets lager dan in 2006 (77%). Ongeveer één op de vijf afgestudeerden gaat na afstuderen buiten het werken. Dit is vergelijkbaar met de arbeidsmarktsituatie van afgestudeerden in Een aandeel van 20 procent met een baan buiten het is overigens hoog ten opzichte van voorgaande jaren. Mogelijk speelt de sterke economie in 2006 en 2007 hierin een rol, waardoor de arbeidsmarktkansen buiten het ruim zijn. Ook kan er een tijdelijke dip zijn in de vraag naar nieuwe leraren. 1 Deze cijfers wijken iets af van cijfers zoals deze in een eerdere rapportage over de Loopbaanmonitor zijn gepresenteerd. De gegevens voor cohort 2006 betreffen een deelpopulatie van de eerdere publicatie: de respondenten in onderhavige publicatie hebben deelgenomen aan alle drie de meetmomenten. 2 In deze rapportage verstaan we onder de lerarenopleiding VO zowel de lerarenopleiding voortgezet als de Universitaire Lerarenopleiding (ULO). 10 Loopbaanmonitor 2008

11 Tabel S.2 Arbeidsmarktsituaties van afgestudeerden van de lerarenopleiding VO, cohort 2006 en 2007, op drie meetmomenten Direct na afstuderen Half jaar na afstuderen Jaar na afstuderen Cohort 2006 Baan in 71% 77% 79% Baan buiten 20% 19% 11% Doorstuderen 5% 3% 5% Werkloos 2% 1% 2% Overig 2% 1% 4% C Cohort 2007 Baan in 70% 75% Nb Baan buiten 19% 19% Nb Doorstuderen 6% 3% Nb Werkloos 2% 1% Nb Overig 3% 2% Nb Noot: als gevolg van afronding is het mogelijk dat de aantallen niet optellen tot 100%. Start van de loopbaan in het De belangrijkste uitkomst is dat mensen die in het aan de slag gaan, het eerste halfjaar na afstuderen ook in het werkzaam blijven (meer dan 95%). Wanneer zij het verlaten, kan dit gaan om een baan buiten het, maar ook om een positie buiten de arbeidsmarkt (andere studie, zorgtaken, werkloosheid en dergelijke). Wanneer afgestudeerden een baan hebben gevonden in het, zijn zij in de meeste gevallen van plan om voor langere tijd in het werkzaam te blijven: in het basis ambieert meer dan helft van de afgestudeerden een langdurige loopbaan in het (meer dan tien jaar). Onder afgestudeerden van de lerarenopleiding VO heeft 44 procent van de afgestudeerden uit 2007 deze ambitie. Ongeveer een kwart van de pas afgestudeerde leraren heeft geen idee van de duur van hun loopbaan in het. Onder de afgestudeerden uit 2006 lag dit aandeel overigens circa 5 procentpunt hoger. Een baan in het verschilt in meerdere opzichten van een baan buiten het. In de voorgaande metingen van de Loopbaanmonitor is geconstateerd dat zij die binnen het werken in de regel vaker een contract voor langere duur hebben. Voor de afgestudeerden van de lerarenopleiding VO in 2007 geldt dit nog steeds. Afgemeten aan het aandeel afgestudeerden met een vaste aanstelling lijkt de baanzekerheid voor pas afgestudeerde leraren in het te zijn afgenomen. Van de afgestudeerden in 2007 met een baan in het basis heeft 30 procent een vast contract, voor degenen met een baan buiten het is dat 41 procent. Voor de afgestudeerden in 2006 was dit respectievelijk 39 en 42 procent. Loopbaanmonitor

12 Onder de afgestudeerden van de lerarenopleiding VO heeft 60 procent van de afgestudeerden met een baan in het een vast contract, tegen 46 procent van de afgestudeerden met een baan buiten het. Ook deze percentages liggen lager dan voor het cohort afgestudeerden uit Andere kenmerkende verschillen tussen een baan binnen en een baan buiten het zijn voor afgestudeerden onveranderd. In het zijn minder salarisverschillen; buiten het komen hogere salarissen vaker voor maar ook juist lagere salarissen. Verder geldt dat afgestudeerden die in het basis werken vaker voltijds werken, vaker dan de afgestudeerden die buiten het gaan werken en vaker dan hun collega s in het voortgezet. Baan buiten het Van de afgestudeerden uit 2007 heeft - direct na afstuderen - 15 procent van de afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO en 19 procent van de afgestudeerden van de lerarenopleiding VO een baan buiten het. De redenen om voor een baan buiten het te kiezen, verschilt per type lerarenopleiding: Voor afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO is de meest genoemde reden om buiten het te gaan werken, dat een baan in het moeilijk te vinden is. Dit was in de afgelopen jaren ook de meest genoemde reden; wel blijkt deze reden in 2007 vaker genoemd te worden dan in eerdere jaren. Voor afgestudeerden van de lerarenopleiding VO is juist de aantrekkingskracht van een baan buiten het de belangrijkste reden om niet in het te gaan werken. Van de afgestudeerden (in 2007) met - direct na afstuderen - een baan buiten het heeft ruim de helft een half jaar later nog steeds een baan buiten het. Ruim een derde heeft een half jaar na afstuderen alsnog een baan in het gevonden. Afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO slagen hierin vaker dan de afgestudeerden van de lerarenopleiding VO. De afgestudeerden die buiten het werken, maken deel uit van de zogenaamde stille reserve. Een groot deel van de afgestudeerden die na een half jaar (nog) buiten het werken, zou eventueel in het willen werken (78% voor het BaO en 65% voor het VO). Aan een mogelijke overstap naar het worden door de afgestudeerden wel voorwaarden verbonden: een vast contract, een goed salaris en mogelijkheden voor eigen ontwikkeling zijn voor de potentiële overstappers belangrijke voorwaarden om een baan in het te accepteren. 12 Loopbaanmonitor 2008

13 Zonder baan en dan? Direct na afstuderen had 19 procent van de afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO uit 2007 en 11 procent van de lerarenopleiding VO uit 2007 geen baan. De samenstelling en ontwikkeling van deze groep is als volgt: Slechts een klein deel is werkloos (2%). Andere redenen voor het niet hebben van een baan zijn: doorstuderen, zorg voor kinderen, een lange reis of vrijwilligerswerk. Van de afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO die geen baan hadden, heeft een half jaar later 52 procent alsnog een baan in het gevonden. Van de afgestudeerden van de lerarenopleiding VO zonder baan direct na afstuderen heeft een half jaar later 38 procent alsnog een baan in het gevonden. Regionale verschillen in arbeidsmarktposities De kansen op een baan in het zijn regionaal verschillend. De kansen op een baan in het zijn het laagst in de regio Noord (Groningen, Friesland en Drenthe). Dit geldt zowel direct na afstuderen, als voor de arbeidsmarktsituaties een half jaar en een jaar na afstuderen. Een half jaar na afstuderen heeft 68 procent van de afgestudeerden uit 2007 in de regio Noord een baan in het. In de regio Oost en Zuid is dat 75 procent. In de regio Midden West is het aandeel afgestudeerden met een baan in het het hoogst (83 %). Overige verschillen in arbeidsmarktposities De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden hangt (significant) samen met achtergrondkenmerken van de afgestudeerden: Mannelijke afgestudeerden hebben direct na afstuderen vaker een baan in het dan vrouwen. Dit verschil neemt af gedurende het eerste jaar na afstuderen. Afgestudeerden die tijdens hun studie een betaald LIO-of DIO-schap 3 hebben gehad, vinden vaker een baan in het dan degenen die dit niet hebben gehad. Afgestudeerden ouder dan 30 gaan vaker in het werken dan jongere afgestudeerden. Van de afgestudeerden van de lerarenopleiding VO werken afgestudeerden Nederlands, talen en (vooral) exacte vakken vaker in het dan andere afgestudeerden. Werkklimaat Dit jaar is in de Loopbaanmonitor apart aandacht besteed aan het werkklimaat voor beginnende leraren. Onder werkklimaat verstaan we de professionele relatie en sfeer tussen enerzijds de beginnende leraar en anderzijds het schoolmanagement en de 3 Toelichting: Een LIO of DIO heeft een leerarbeidsplaats en heeft bij de school een tijdelijk dienstverband van 5 maanden met een volledige werkweek of 10 maanden voor een deeltijdaanstelling (LIO= Leraar in opleiding; DIO=docent in opleiding). Loopbaanmonitor

14 collega s. Aspecten hiervan zijn bijvoorbeeld een positieve werksfeer, een gevoel van saamhorigheid onder het personeel, positieve feedback vanuit het management en de mate waarin leraren zeggenschap hebben over het schoolbeleid. In het algemeen zijn beginnende leraren in ruime meerderheid tevreden over het werkklimaat op hun school. Voor slechts tien procent van de beginnende leraren heeft het werkklimaat in het eerste jaar in hun baan tot teleurstellingen geleid. Beginnende leraren die afgestudeerd zijn aan een lerarenopleiding BaO zijn gemiddeld genomen meer tevreden over het werkklimaat dan beginnende leraren die afgestudeerd zijn aan een lerarenopleiding VO. Ontevredenheid over het werkklimaat heeft daarbij vaker betrekking op de relatie tussen de beginnende leraar en het schoolmanagement dan de relatie tussen de beginnende leraar en de collega s. Het gaat dan bijvoorbeeld om de mate waarin het schoolmanagement informeert naar hoe het de beginnende leraren vergaat en in hoeverre het schoolmanagement bij het toekennen van taken rekening houdt met het feit dat de leraren beginnende leraren zijn. Hoewel er bepaalde aspecten van het werkklimaat zijn waar veel leraren ontevreden over zijn, leidt dit over het geheel genomen niet tot grote teleurstellingen bij de beginnende leraren. Wel is gebleken dat beginnende leraren die teleurgesteld zijn over het werkklimaat op school beduidend minder lang van plan zijn in het werkzaam te blijven dan beginnende leraren die positief zijn over het werkklimaat. Twee aspecten halen we hierbij naar voren, namelijk werkdruk en aandacht van het schoolmanagement. Als het schoolmanagement meer structurele aandacht schenkt aan de beginnende leraren kan onduidelijkheid over bijvoorbeeld huisregels en procedures tijdig weggenomen worden en is de drempel voor beginnende leraren lager om problemen te bespreken. Hierdoor ervaren beginnende leraren de werkdruk als minder hoog. Aangezien een hoge werkdruk een belangrijke reden is om het te verlaten, kan hiermee uitval van personeel worden voorkomen. 14 Loopbaanmonitor 2008

15 1 Inleiding 1.1 Achtergrond De arbeidsmarkt staat volop in de belangstelling. De commissie Leraren (onder voorzitterschap van Rinnooy Kan) heeft in september 2007 de op termijn te verwachten knelpunten op de arbeidsmarkt nogmaals voor het voetlicht gebracht. Het ministerie van OCW heeft in reactie hierop het Actieplan LeerKracht van Nederland 4 gepresenteerd. Op basis van dit actieplan is tussen de minister van OCW en de sociale partners het Convenant Leerkracht van Nederland afgesloten. Het Convenant bevat een pakket aan maatregelen dat ervoor moet zorgen dat meer mensen kiezen voor een baan in het en dat de huidige leraren behouden blijven. De afspraken gaan onder meer over een betere beloning, meer scholingsmogelijkheden en meer zeggenschap voor leraren in het hele 5. Vanuit een oogpunt van personeelsvoorziening op de korte en middenlange termijn is het van belang de arbeidsmarktontwikkelingen in het nauwgezet te volgen. Een belangrijke graadmeter hiervoor is de arbeidsmarktpositie van recent afgestudeerde leraren. Andere belangrijke instrumenten hiervoor zijn de Arbeidsmarktbarometer en de arbeidsmarktprognoses zoals die aan de hand van het model MIRROR worden opgesteld voor het primair, voortgezet en de bve-sector. De voorliggende Loopbaanmonitor gaat in op de arbeidsmarktpositie van de afgestudeerden van de lerarenopleiding uit 2006 en Voor afgestudeerden uit 2006 is de arbeidsmarktpositie kort na afstuderen (oktober), een half jaar na afstuderen (april) en een jaar na afstuderen (oktober) in kaart gebracht. Voor de afgestudeerden uit 2007 heeft de meting alleen op de eerste twee meetmomenten betrekking. Door een vergelijking te maken met eerdere jaren wordt een longitudinaal inzicht verkregen van de ontwikkelingen in de arbeidsmarktpositie van nieuwe leraren. 1.2 Doel van de Loopbaanmonitor Het doel van de Loopbaanmonitor is het vaststellen van de arbeidsmarktpositie en de verschuivingen daarin, van afgestudeerden van de lerarenopleidingen in 2006 en Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de afgestudeerden van de lerarenopleiding voor het basis (BaO) en de lerarenopleiding voor het voortgezet (VO). De lerarenopleiding voor het voortgezet wordt in de meeste gevallen 4 Ministerie van OCW, Actieplan Leerkracht van Nederland, Den Haag, november Voor meer informatie hierover, zie: Loopbaanmonitor

16 gevolgd aan de lerarenopleiding VO, maar kan ook worden gevolgd als een studie na of naast een universitaire opleiding, de zogenaamde universitaire lerarenopleiding (ULO). De arbeidsmarktpositie is op drie meetmomenten vastgesteld: de arbeidsmarktpositie direct na afstuderen; de arbeidsmarktpositie een half jaar na afstuderen; de arbeidsmarktpositie een jaar na afstuderen. Voor cohort 2006 zijn alle drie de meetmomenten in kaart gebracht. Voor cohort 2007 zijn tot nu toe alleen de eerste twee meetmomenten verricht. Nagegaan wordt in hoeverre er in de arbeidsmarktpositie van de afgestudeerden significante verschillen bestaan naar achtergrondkenmerken als geslacht en etniciteit. Naast de nationale ontwikkelingen in de arbeidsmarktposities van afgestudeerden van lerarenopleidingen is er ook aandacht voor regionale verschillen hierin. Regionale verschillen komen in hoofdstuk 4 aan bod. In hoofdstuk 5 tot slot wordt ingegaan op het werkklimaat voor beginnende leraren, het verdiepingsthema van deze monitor. 1.3 Conceptueel kader De loopbaan is de keten van arbeidsfuncties die een mens in zijn leven bekleedt 6. In theorie kunnen zich na het afstuderen van de lerarenopleiding diverse loopbaanstappen voordoen. Figuur 1.1 schetst de (mogelijke) loopbaanstappen vanaf het moment dat een persoon een keuze maakt voor de lerarenopleiding (op tijdstip t = -1). Hierbij kan het gaan om jongeren in het voortgezet die een keuze maken voor een vervolgopleiding, maar ook om herintreders die (op latere leeftijd) aan een lerarenopleiding beginnen. Figuur 1.1 Mogelijke loopbaanstappen voor, tijdens en na de lerarenopleiding Motieven t=0 Motieven t=1,2,3,4, etc. Onderwijs doorgroei t=nu Motieven t= -1 Leraren- Schoolverlater/ opleiding herintreder Andere opleiding Onderwijs Niet Onderwijs zelfde functie Niet Onderwijs Niet Onderwijs Niet Verschillen met andere sectoren Verschillen naar achtergrondkenmerken 6 A.L. Mok. De Loopbaan is heel het leven. In: De diversiteit in levenslopen: consequenties voor de arbeidsmarkt. SISWO, Amsterdam, Loopbaanmonitor 2008

17 Loopbaanstappen De loopbaan van een leraar wordt door ons opgevat als een opeenvolging van min of meer rationele, strategische keuzes, beginnend bij instroom in de lerarenopleiding (t = -1), via afstuderen (t = 0), naar respectievelijk te onderscheiden arbeids(markt)- posities in latere fases van de loopbaan (t = 1, 2, 3, 4, et cetera). We onderscheiden, in theorie, de volgende loopbaanstappen: van voortgezet naar lerarenopleiding (t = -1) 7 ; van lerarenopleiding naar (t = 0) 8 ; van lerarenopleiding naar andere sector of naar een vervolgopleiding (t = 0) 9 ; vanuit naar andere sector (t = 1, 2, 3, 4, et cetera); vanuit naar andere functie in (bijvoorbeeld van leraar naar directie) (t = 1, 2, 3, 4, et cetera); vanuit andere sector naar (t = 1, 2, 3, 4, et cetera); baanwisseling binnen andere sectoren (t = 1, 2, 3, 4, et cetera). De tijdstippen t = 1, 2, 3, 4, et cetera hebben betrekking op het aantal jaren na afstuderen. Aangezien een individu een groot aantal loopbaanstappen kan zetten, bestaat er een grote variatie in individuele loopbanen. Voor de cohorten uit 2005 en 2006 zal deze variatie vooralsnog beperkt zijn (dit is overigens altijd het geval voor cohorten van recent afgestudeerden). Motieven en voorwaarden Op het moment dat een loopbaanstap wordt gezet, is het relevant welke motieven hieraan ten grondslag liggen. Hierbij kan grofweg onderscheid worden gemaakt tussen push- en pullfactoren. Arbeidsmarktgedrag dat is gebaseerd op pushfactoren is ingegeven door een negatieve motivatie ten opzichte van het huidige werk (of het gebrek aan perspectief daarin), terwijl in het geval van pullfactoren de positieve motivatie voor een andere werksituatie overheerst. In de praktijk gaat het vaak om een combinatie van factoren/ motieven die het arbeidsmarktgedrag van individuen beïnvloedt. 1.4 Aanpak van het onderzoek Opzet De arbeidsmarktpositie van pas afgestudeerde leraren is onderzocht door middel van een populatieonderzoek onder de afgestudeerden uit 2006 en De afgestudeerden uit 2006 zijn de eerste keer benaderd via een brief, waarbij de mogelijkheid werd geboden een schriftelijke, dan wel elektronische enquête in te vullen. Bij deze eerste keer is gevraagd naar de arbeidsmarktpositie direct na afstuderen en een half jaar na afstuderen. Zodoende betreft dit een eerste en tweede meting. De afgestudeerden zijn later nogmaals benaderd voor een derde meting. Bij de derde meting is gebruik gemaakt van een elektronische enquête. Voor de afgestudeerden uit 2007 is het proces analoog verlopen. 7 Aangezien de loopbaan van een afgestudeerde begint ná afronding van de lerarenopleiding op t=0, stellen wij de keuze voor de lerarenopleiding op t = We hebben ervoor gekozen om de beroepsloopbaan te laten beginnen op het moment van afstuderen (tijdstip t=0). 9 Onder een andere sector verstaan we hier ook een niet-actieve participatie op de arbeidsmarkt. Loopbaanmonitor

18 De afgestudeerden uit 2007 zijn benaderd via een brief, waarbij de mogelijkheid werd geboden een schriftelijke, dan wel elektronische enquête in te vullen. Tijdens deze meting is zowel gevraagd naar de eerste positie na afstuderen als naar de positie een half jaar na afstuderen. Tabel 1.1 toont op welke momenten de metingen van beide cohorten tot nu toe hebben plaatsgevonden. In de vragenlijsten is gevraagd naar de arbeidsmarktsituatie per peildatum, de peildatum wijkt af van het meetmoment. Tabel 1.1 Meetmomenten van arbeidsmarktsituaties cohort 2006 en cohort 2007 Arbeidsmarktsituatie a) Metingen Cohort 2006 Metingen Cohort 2007 Direct na afstuderen (oktober) April 2007 Mei / juni 2008 Half jaar na afstuderen (april) April 2007 Mei / juni 2008 Jaar na afstuderen (oktober) December 2007 N.v.t. a) In de vragenlijst is gevraagd naar de arbeidsmarktsituatie op peildatum. De structuur van de gebruikte vragenlijst ziet er op hoofdlijnen als volgt uit: algemene vragen: geboortejaar, geslacht, kinderen, geboorteland, woonplaats, type lerarenopleiding, gemiddeld eindcijfer aan de lerarenopleiding, vervolgopleiding; huidige arbeidsmarktpositie: werkend/niet-werkend, sector, omvang arbeidscontract, bruto maandsalaris; loopbaanontwikkeling: vervolgkeuze direct na afstuderen, aantal en soort loopbaanstappen; motivatievragen: keuzemotieven voor de lerarenopleiding, motivatie tijdens de opleiding, keuzemotieven voor eerste baan binnen of buiten, redenen voor niet-deelname arbeidsmarkt, motivatie voor loopbaanstappen, motieven om in te blijven, bereidheid om eventueel in terug te keren Dataverzameling en respons Voor de dataverzameling onder afgestudeerden is een gecombineerde methode gebruikt. In totaal zijn alle afgestudeerden uit een studiejaar schriftelijk benaderd. Hierbij zijn twee groepen onderscheiden: De helft (5.440) van de respondenten had de mogelijkheid om de enquête zowel per post als per internet in te vullen. Indien zij de enquête via internet invulden, maakten zij kans op een cadeaubon, bij het schriftelijk invullen van de enquête niet. De andere helft (6.000) van de respondenten heeft alleen een brief ontvangen met daarin een inlogcode. Zij konden de enquête alleen via internet invullen en maakten daarbij eveneens kans op een cadeaubon. De afgestudeerden uit 2006 die hebben deelgenomen aan de eerste meting konden aangeven of ze bezwaar hadden om nogmaals te worden benaderd. Degenen die geen bezwaar hadden zijn op het volgende meetmoment benaderd met een elektronische vragenlijst over de arbeidsmarktpositie een jaar na afstuderen. 18 Loopbaanmonitor 2008

19 Tabel 1.2 Responsoverzicht van de verschillende metingen, cohort 2006 en 2007 Cohort 2006 Cohort e meting en 2 e meting Bruto benaderd Netto respons (%) (29%) 3.181(28%) waarvan: lerarenopleiding BaO lerarenopleiding VO universitaire lerarenopleiding onbekend 83 3 e meting N.v.t. Bruto benaderd Netto respons (%) 970 (41%) waarvan: lerarenopleiding BaO 620 lerarenopleiding VO 287 universitaire lerarenopleiding 63 In de analyses van cohort 2006 waarin een longitudinale vergelijking wordt gemaakt, zijn de resultaten gebaseerd op de respondenten die aan alle drie de metingen hebben deelgenomen (970 respondenten). Hierdoor kunnen er kleine verschillen bestaan met de resultaten uit de eerder gepubliceerde Loopbaanmonitor Voor de op de verschillende wijze benaderde groepen ziet de respons er als volgt uit: alleen internetoptie aangeboden: 25 procent respons; beide opties aangeboden en gekozen voor internet: 16 procent respons; beide opties aangeboden en gekozen voor schriftelijk enquête: 14 procent respons. De respons van de gecombineerde methode is dit jaar hoger (samen 30%), waarbij de internetvariant licht favoriet is. Over het totaal genomen is de respons verdeeld over 76 procent internet en 24 procent schriftelijk. Representativiteit In totaal zijn alle afgestudeerden van de lerarenopleidingen in 2007 aangeschreven 10. Bijna drie op de tien afgestudeerden uit 2007 heeft deelgenomen aan het onderzoek. In de bijlage zijn enkele kenmerken van de respons opgenomen in vergelijking met de totale populatie van afgestudeerden. Samengevat zijn de belangrijkste conclusies als volgt. In het algemeen blijkt de respons een goede afspiegeling van de totale populatie afgestudeerden. Wel is er sprake van een lichte oververtegenwoordiging van vrouwen in de respons. Gelet op de beperkte afwijkingen tussen onderzoekspopulatie en responsgroepen naar achtergrondkenmerken, zijn de onderzoeksresultaten representatief voor de afgestudeerden van zowel de lerarenopleiding BaO als de lerarenopleiding VO. 10 Verschil tussen totaal afgestudeerden en bruto benaderd wordt verklaard door aangeschreven afgestudeerden waarvoor de brief onbestelbaar was. Loopbaanmonitor

20 20 Loopbaanmonitor 2008

21 2 Naar de lerarenopleiding 2.1 Inleiding De loopbaan van een leraar begint in feite met de keuze voor de lerarenopleiding. Met deze keuze wordt de kiem gelegd voor een loopbaan in het, hoewel een keuze voor een loopbaan buiten het ook een mogelijkheid is. In het onderstaande schema is deze periode gearceerd. Het gaat om periode t = -1, die voorafgaat aan de feitelijke start van een loopbaan als leraar. Figuur 2.1 Het begin van de loopbaan; keuze en motieven voor de lerarenopleiding en ervaringen tijdens de lerarenopleiding Motieven t=0 Motieven t=1,2,3,4, etc. Onderwijs doorgroei t=nu Motieven t= -1 Leraren- Schoolverlater/ opleiding herintreder Andere opleiding Onderwijs Niet Onderwijs zelfde functie Niet Onderwijs Niet Onderwijs Niet Verschillen met andere sectoren Verschillen naar achtergrondkenmerken In dit hoofdstuk gaan wij achtereenvolgens in op de leeftijd waarop jongeren op het idee komen om aan de lerarenopleiding te beginnen ( 2.2), hun vooropleiding ( 2.3) en de afstudeerleeftijd ( 2.4). 2.2 Keuze voor de lerarenopleiding Een keuze voor de lerarenopleiding kan op verschillende momenten worden gemaakt. Sommige mensen weten al heel jong dat ze leraar willen worden, maar andere mensen maken deze keuze pas als ze al een andere opleiding hebben gevolgd en een aantal jaren werkervaring hebben opgedaan. Aan de afgestudeerden van verschillende jaargangen is gevraagd op welke leeftijd zij op het idee zijn gekomen om een lerarenopleiding te gaan volgen. Figuur 2.2 laat zien dat het Loopbaanmonitor

22 merendeel (65%) van de afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO voor hun 20 e op het idee is gekomen om een lerarenopleiding te volgen. Onder afgestudeerden aan de lerarenopleiding VO is het omgekeerde het geval; 65 procent komt na hun 20 e op het idee om de lerarenopleiding te gaan volgen. Deze hoge gemiddelde leeftijd is vooral een gevolg van de groep afgestudeerden van de universitaire lerarenopleiding; van hen is 82 procent ouder dan 20 jaar als zij op het idee komen om de lerarenopleiding te gaan volgen. Dit is niet zo vreemd, aangezien zij in veel gevallen eerst een reguliere universitaire studie hebben afgerond. Van de afgestudeerden van de lerarenopleiding VO is 57 procent ouder dan 20 jaar. Een deel van de afgestudeerden betreft zij-instromers. Zij-instromers komen, logischer wijs, op latere leeftijd op het idee om de lerarenopleiding te gaan volgen. Gemiddeld komen zij-instromers op hun 27 e op het idee om de lerarenopleiding te volgen. Van de totale populatie is 7,3 procent zij-instromer, vooral in de lerarenopleiding VO. Onder de afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO was eerder een trend waar te nemen, waarbij het idee om naar de lerarenopleiding te gaan steeds later lag. Deze trend lijkt met cohort 2007 te zijn gekeerd. Mogelijk is dit een gevolg van de daling van het aantal studenten in de deeltijdopleiding. Op basis van onze gegevens kan dat niet met zekerheid worden gesteld. Wel wordt een daling van het aantal zij-instromers geconstateerd, waardoor de gemiddelde keuzeleeftijd iets naar beneden wordt beïnvloed. Het aandeel zij-instromers in de lerarenopleiding BaO is echter beperkt. Figuur 2.2 Leeftijd waarop studenten op het idee zijn gekomen om naar de lerarenopleiding te gaan, cohort 2004 (N=1.424), 2005 (N=4.702 ), cohort 2006 (N=3297) en cohort 2007 (3.064) 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Lerarenopleiding basis Lerarenopleiding voortgezet Lerarenopleiding basis Lerarenopleiding voortgezet Lerarenopleiding basis Lerarenopleiding voortgezet Lerarenopleiding basis Lerarenopleiding voortgezet Jonger dan 12 jaar 12 tot 15 jaar 16 en 17 jaar 18 en 19 jaar Ouder dan 20 Tussen verschillende groepen bestaan hierin verschillen. Mannen zijn gemiddeld ouder wanneer ze op het idee komen dan vrouwen. Voor mannen is 23 jaar de gemiddelde leeftijd voor de lerarenopleiding BaO en 25 jaar voor de lerarenopleiding VO, voor vrouwen is 19 jaar de gemiddelde leeftijd voor lerarenopleiding BaO en 24 jaar voor de 22 Loopbaanmonitor 2008

23 lerarenopleiding VO. Allochtone afgestudeerden komen gemiddeld later op het idee om een lerarenopleiding te gaan volgen dan autochtone afgestudeerden (respectievelijk 24 jaar voor allochtonen en 21 jaar voor autochtonen). 2.3 Vooropleiding De meest gangbare weg naar de lerarenopleiding was van oudsher havo of vwo. De diversiteit in routes naar de lerarenopleiding is de laatste jaren echter toegenomen. Vooral de mbo-route naar de lerarenopleiding BaO heeft aan betekenis gewonnen. Terwijl in 2003 ongeveer een derde van de instromende studenten in de lerarenopleiding BaO een mbo-opleiding als vooropleiding had, is dit in 2007 gestegen tot 40 procent 11. Tabel 2.1 laat zien, op basis van de enquêteresultaten, welke vooropleidingen zijn gevolgd voorafgaand aan de lerarenopleiding. Meer dan de helft van de personen die afgestudeerd zijn aan de lerarenopleiding BaO heeft havo of vwo als vooropleiding. Ruim een kwart komt van het mbo, zoals de opleidingen voor sociaal pedagogisch werker en assistent. In totaal heeft 16 procent van de afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO al eerder een hbo- of universitaire opleiding afgerond. In ruim de helft van de gevallen betreft dit een opleiding in een pedagogische richting (zie tabel 2.2) 12. Voor de lerarenopleiding VO is het beeld anders. Dertig procent van de afgestudeerden heeft voorafgaand aan de lerarenopleiding havo gedaan. Dit is een toename ten opzichte van cohort 2006, waarvoor het aandeel met als vooropleiding havo 25 procent was. Doorstroom vanuit het mbo komt minder vaak voor dan bij de lerarenopleiding BaO, namelijk 16 procent (versus 27%voor de lerarenopleiding BaO). Het gaat hier om uiteenlopende mbo-opleidingen. Veertig procent van de afgestudeerden van de lerarenopleiding VO heeft eerder een andere hbo- of universitaire opleiding afgerond. Hierbij gaat het deels om zij-instromers maar deels ook om personen die een ulo-opleiding hebben gevolgd na hun universitaire studie. Tabel 2.2 laat zien welke richting deze andere hbo- of wo-opleiding betreft. 11 Zie: 12 Dit kan ook de lerarenopleiding BaO zijn geweest, waarna de betreffende personen op een later moment deelnemen aan een kopstudie voor speciaal. Dit geldt voor maximaal 9 procent van de afgestudeerden (58% van 16%). Loopbaanmonitor

24 Tabel 2.1 Type vooropleiding, cohort 2007 BaO VO Universiteit 3% 16% Hbo 13% 24% Vwo 11% 11% Havo 43% 30% Mbo, sociaal pedagogisch werker niveau 3 & 4 9% 1% Mbo, assistent niveau 3 & 4 9% 2% Mbo, anders 9% 13% Anders 1% 3% 100% (1.866) 100% (1.188) Tabel 2.2 laat tevens goed zien waarin de vooropleiding van ulo-afgestudeerden verschilt van die van de lerarenopleiding VO. Vrijwel alle afgestudeerden van de universitaire lerarenopleiding hebben een universitaire opleiding afgerond, de meesten in een vreemde taal of een discipline in natuur en techniek. Tabel 2.2 Aandeel afgestudeerden dat een andere hbo of universitaire studie heeft afgerond voor aanvang van de lerarenopleiding, naar studierichting Lerarenopleiding BaO Lerarenopleiding VO Universitaire lerarenopleiding Hbo of universitaire studie afgerond voor aanvang van de lerarenopleiding 16% 31% 95% Waarvan: Pedagogie/ 58% 38% 8% Economie/bedrijfskunde 12% 13% 12% Gezondheidszorg 10% 10% 4% Sociaal-agogisch/gedrag en maatschappij 15% 18% 9% Landbouw/agrarisch 1% 1% 3% Natuur en techniek 3% 11% 25% Recht 1% 3% 1% Taal en cultuur 9% 9% 44% Kunst 5% 11% 5% Anders 2% 1% 0% Noot: percentages tellen op tot meer dan 100 procent omdat meerdere antwoorden mogelijk waren. 2.4 Afstudeerleeftijd De lerarenopleiding bestaat uit een diverse groep studenten. Uit paragraaf 2.2 bleek al dat veel van hen pas op latere leeftijd kiezen voor een lerarenopleiding. Dit patroon is terug te vinden in de gemiddelde leeftijd van afstuderen (Figuur 2.3). In 2007 zijn afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO gemiddeld 26 jaar bij afstuderen, afgestudeerden van de lerarenopleiding VO zijn gemiddeld 31 jaar. Zij-instromers in het vo zijn 24 Loopbaanmonitor 2008

25 gemiddeld ouder dan reguliere afstudeerders, gemiddeld 35. Zonder zij-instromers ligt de gemiddelde leeftijd van deze groep een jaar lager. De figuur laat zien dat de stijgende gemiddelde leeftijd van afstuderen, waarvan tot en met cohort 2005 sprake was, niet doorzet. Na een daling van de gemiddelde leeftijd voor cohort 2006, daalt de gemiddelde leeftijd bij afstuderen verder voor cohort De daling is voor afgestudeerden aan de lerarenopleiding BaO vooral toe te schrijven aan een toename van het aandeel afgestudeerden van 22 jaar en jonger en een afname van het aandeel van de afgestudeerden in de leeftijdsklasse 36 tot 40 jaar. Voor de lerarenopleiding VO is het aandeel afgestudeerden in de leeftijdsklasse jaar toegenomen, in de leeftijdsklasse is de afname het grootst. De daling in de oudere leeftijdsgroepen is in lijn met de daling van het aantal deeltijdstudenten, zoals die uit de HBO-monitor blijkt 13. Figuur 2.3 Ontwikkeling van afstudeerleeftijd BaO VO Bron voor gegevens van voor 2005: Loopbaanmonitor Onderwijs (brede meting). De gemiddelde leeftijd zegt niet alles, want een relatief kleine groep oudere afstudeerders kan een sterke stijging van het gemiddelde veroorzaken. De gemiddelde leeftijd van afstuderen laat zien dat een deel van de afgestudeerden al een carrière op de arbeidsmarkt heeft gehad. Voor het merendeel moet de loopbaan nog aanvangen. Veelzeggend is dat de mediane 14 afstudeerleeftijd een aantal jaren lager ligt dan de gemiddelde afstudeerleeftijd. De helft van de afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO is 23 jaar of jonger en de helft van de afgestudeerden van de lerarenopleiding VO is jonger dan 27 jaar 15. Verder blijkt dat vrouwen gemiddeld een jongere afstudeerleeftijd hebben dan mannen. Voor afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO betreft dit verschil drie jaar 13 Zie: 14 De mediane afstudeerleeftijd is de afstudeerleeftijd van de middelste respondent als de respondenten op afstudeerleeftijd gesorteerd zijn. De helft van de afgestudeerden is jonger dan de mediane leeftijd. 15 De mediane leeftijd voor de afgestudeerden van de lerarenopleiding VO is 26 jaar; voor de afgestudeerden van de ulo is dat 27 jaar. Loopbaanmonitor

26 (respectievelijk 26 en 29 jaar). Voor afgestudeerden van de lerarenopleiding VO gaat het om een verschil van één jaar (respectievelijk 30 en 31 jaar). Autochtone afgestudeerden hebben gemiddeld een lagere afstudeerleeftijd dan allochtonen. Dit verschil komt vooral op conto van de westerse allochtonen die gemiddeld drie jaar ouder zijn dan hun autochtone cohortgenoten. Tussen autochtonen en niet-westers allochtonen is het verschil in gemiddelde afstudeerleeftijd marginaal. 26 Loopbaanmonitor 2008

27 3 Na de lerarenopleiding 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden na het afronden van de lerarenopleiding. Hierbij maken we onderscheid tussen: (1) werkzaam binnen het, (2) werkzaam buiten het en (3) niet werkzaam. Iemand is werkzaam binnen het wanneer deze een baan heeft in het van minimaal 12 uur per week. Omdat wij het afstuderen opvatten als de formele start van de loopbaan, noemen we dit moment t =0. Figuur 3.1 laat zien welk deel van de loopbaan in dit hoofdstuk aan bod komt. Figuur 3.1 Loopbaanstappen in het : de eerste keuzes na afstuderen Motieven t=0 Motieven t=1,2,3,4, etc. Onderwijs doorgroei t=nu Schoolverlater/ herintreder Motieven t= -1 Lerarenopleiding Andere opleiding Onderwijs Niet Onderwijs zelfde functie Niet Onderwijs Niet Onderwijs Niet Verschillen met andere sectoren Verschillen naar achtergrondkenmerken In paragraaf 3.2 wordt ingegaan op de eerste positie na afstuderen. Paragraaf 3.3 gaat vervolgens in op de eerste loopbaanstappen na afstuderen. Deze stappen beschrijven we vervolgens voor drie groepen. Paragraaf 3.4 gaat in op de vervolgstappen van personen die na de opleiding binnen het zijn gaan werken. Paragraaf 3.5 beschrijft de keuzes van de personen die buiten het zijn gaan werken. Ook gaat de paragraaf in op de voorwaarden waaronder zij overwegen weer in het te gaan werken. Paragraaf 3.6 gaat over degenen die direct na afstuderen nog geen baan hebben. In paragraaf 3.7 kijken we naar de baankenmerken van degenen die werk hebben. Hierbij gaan we in op de verschillen tussen werken in het en werken buiten het. Tot slot bekijken we in paragraaf 3.8 welke achtergrondkenmerken van invloed zijn op de verworven arbeidsmarktpositie. Loopbaanmonitor

28 3.2 Eerste positie na afstuderen Uit voorgaande metingen van de Loopbaanmonitor is gebleken dat verreweg de meeste afgestudeerden in het gaan werken. Dit geldt traditioneel sterker voor de afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO dan voor de lerarenopleiding VO. Het aandeel afgestudeerden dat een baan vindt in het is niet constant. Figuur 3.2 laat dit zien 16. Hierna bespreken wij de eerste positie na afstuderen van achtereenvolgens de afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO en de lerarenopleiding VO. Arbeidsmarktpositie afgestudeerden lerarenopleiding BaO Van de lerarenopleiding BaO is het aandeel afgestudeerden dat kort na afronding van de opleiding een baan vindt in het de laatste jaren gedaald, van 82 procent in 2003 naar 64 procent in In 2007 zien we het aandeel dat een baan in het vindt licht oplopen naar 66 procent. Het aandeel afgestudeerden dat de loopbaan aanvangt met een baan buiten het blijft met 15 procent stabiel. Het aandeel zonder baan daalt naar 19 procent. Ten opzichte van 2006 zijn meer afgestudeerden direct in het gaan werken, maar ten opzichte van eerdere cohorten ligt het aandeel dat direct in het gaat werken onder het gemiddelde. De werkloosheid onder afgestudeerden direct na afstuderen fluctueert van jaar op jaar. De werkloosheid onder afgestudeerden direct na afstuderen was 4 procent in 2004, 6 procent in 2005 en 3 procent in 2006 (tabel 3.1). In 2007 is de werkloosheid onder afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO direct na afstuderen gedaald naar 2 procent. Arbeidsmarktpositie afgestudeerden lerarenopleiding VO Van de lerarenopleiding VO ligt het aandeel afgestudeerden dat in het is gaan werken tussen 2001 en 2007 rond de 70 procent. Jaarlijks zijn er kleine fluctuaties. Zo was in 2001 het aandeel afgestudeerden met een baan in het 72 procent, in 2004 was dat 67 procent, en in 2007 is het aandeel werkenden in het direct na afstuderen 70 procent. Het aandeel afgestudeerden van de lerarenopleiding VO dat buiten het gaat werken is van 2001 tot en met 2005 vrij stabiel (tussen de 15 en 18%). In 2006 bleek de aantrekkingskracht van een baan buiten het relatief sterk, met 20 procent van de afgestudeerden met (direct na afstuderen) een baan buiten het. Voor cohort 2007 is dat overigens met 19 procent, nog steeds bovengemiddeld. 16 Deze cijfers wijken licht af van cijfers zoals deze in de voorgaande publicatie zijn gepresenteerd. De reden hiervoor is dat de definitie voor werkzaam in het is bijgesteld. In voorgaande jaren is gevraagd naar de hoofdactiviteit. In deze meting is iedereen met een baan van 12 uur in het gerekend tot de categorie werkzaam in het, ongeacht de andere activiteiten. De cijfers in figuur 3.2 zijn vanaf 2004 aangepast aan deze nieuwe definitie. 28 Loopbaanmonitor 2008

29 Figuur 3.2 Arbeidsmarktpositie direct na afstuderen van lerarenopleiding BaO en VO, 1997 tot en met % 17% 17% 17% 15% 16% 20% 21% 19% 80% 2% 2% 4% 3% 3% 11% 15% 15% 60% 40% 82% 81% 79% 82% 80% 69% 64% 66% 20% 0% Lerarenopleiding basis Baan in het Baan buiten het Overig 100% 18% 15% 12% 17% 16% 10% 9% 11% 80% 27% 25% 16% 15% 17% 16% 20% 19% 60% 40% 55% 61% 72% 68% 67% 74% 71% 70% 20% 0% Lerarenopleiding voortgezet Baan in het Baan buiten het Overig Het aandeel afgestudeerden zonder baan is de laatste jaren laag. In 2007 is het aandeel afgestudeerden van de lerarenopleiding VO zonder baan 11 procent, vergelijkbaar met de voorgaande jaren. Er is wel sprake van een lichte toename ten opzichte van 2006, toen het aandeel afgestudeerden zonder baan met 9 procent ronduit laag was. De werkloosheid onder afgestudeerden daalde van 4 procent in 2005 naar 2 procent in 2006, en eveneens 2 procent in 2007 (tabel 3.1). Tabellen B3.1 en B3.2 in de bijlage laten zien welke verschillen er bestaan in de eerste arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van de lerarenopleiding VO en de universitaire lerarenopleiding (ulo). Afgestudeerden van de universitaire lerarenopleiding komen direct Loopbaanmonitor

30 na afstuderen aanmerkelijk vaker in een baan terecht (80%) dan de afgestudeerden van de lerarenopleiding VO (68%). Geen baan Tabel 3.1 toont de situatie direct na afstuderen van personen zonder baan. Vergeleken met 2006 is het aandeel afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO dat werkloos is in 2007 afgenomen van 3 naar 2 procent. Van de afgestudeerden van de lerarenopleiding VO is het aandeel gelijk gebleven op het lage niveau van 2 procent. Tabel 3.1 Maatschappelijke positie van personen die niet werkzaam zijn direct na afstuderen Lerarenopleiding BaO Lerarenopleiding VO Doorstuderend 8% 11% 5% 5% Werkloos 3% 2% 2% 2% Overig a) 9% 6% 3% 2% Totaal 21% 19% 9% 11% Noot: het is mogelijk dat de aantallen niet precies optellen tot de totaalkolom als gevolg van afronding. a) Onder overig valt bijvoorbeeld zorg voor kinderen, vrijwilligerswerk of een lange reis. Het aandeel afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO dat kiest voor een (vervolg)studie is toegenomen van 8 procent in 2006 naar 11 procent in Ook besteedt een deel van de niet-werkenden zijn tijd aan vrijwilligerswerk, reizen in het buitenland, of zorg voor kinderen en familie. Zowel onder afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO als onder afgestudeerden van de lerarenopleiding VO is dit aandeel afgenomen. Werken buiten het Het aandeel personen met een baan buiten het is traditioneel hoger onder de afgestudeerden van de lerarenopleiding VO dan onder de afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO. De aantrekkingskracht van een baan buiten het is voor afgestudeerden van de lerarenopleiding VO dan ook een belangrijk motief om buiten het te werken (zie 3.5). Voor afgestudeerden van de lerarenopleiding BaO geldt juist dat zij minder makkelijk een (passende) baan kunnen vinden in het direct na afstuderen, en daarom (tijdelijk) kiezen voor een baan buiten het. Naast de toegenomen werkgelegenheidskansen buiten het zijn er ook fluctuaties in de toegankelijkheid van de arbeidsmarkt, tot uiting komend in een variabel aantal vacatures, zoals uit de Arbeidsmarktbarometer voor het naar voren komt. Hoewel het aantal openstaande vacatures in het (po, vo en mbo) nog niet zo hoog is als een jaar of zes, zeven geleden, is in 2008 het aantal openstaande vacatures wel flink gestegen van in het schooljaar naar in het schooljaar Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door een hoger aantal openstaande vacatures voor leraren, in zowel het primair als het voortgezet 17. Tegen deze achtergrond zijn de fluctuaties van het aandeel afgestudeerden met een baan in het goed verklaarbaar. 17 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Nota Werken in het 2009, Den Haag, september Loopbaanmonitor 2008

Loopbaanmonitor onderwijs 2007

Loopbaanmonitor onderwijs 2007 januari 2008 165 Beleidsonderzoek Arbeidsmarkt en Personeelsbeleid Onderwijs Loopbaanmonitor 2007 Onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van de lerarenopleidingen in 2005 en 2006 ECORYS

Nadere informatie

Allochtone afgestudeerden van de lerarenopleiding

Allochtone afgestudeerden van de lerarenopleiding Allochtone afgestudeerden van de lerarenopleiding Secundaire analyses op de gegevens in de loopbaanmonitor Allochtone afgestudeerden van de lerarenopleiding Secundaire analyses op de gegevens in de loopbaanmonitor

Nadere informatie

Loopbaanmonitor onderwijs 2005

Loopbaanmonitor onderwijs 2005 Loopbaanmonitor onderwijs 2005 Onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van de lerarenopleidingen in 2003 en 2004 Opdrachtgever: Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap ECORYS Arbeid

Nadere informatie

Loopbaanmonitor onderwijs 2011

Loopbaanmonitor onderwijs 2011 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Loopbaanmonitor 2011 Onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van de lerarenopleidingen in 2010 Beleidsonderzoek Arbeidsmarkt en Personeelsbeleid

Nadere informatie

Loopbaanmonitor Onderwijs 2012

Loopbaanmonitor Onderwijs 2012 Loopbaanmonitor Onderwijs 2012 Onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van de lerarenopleidingen in 2011 Beleidsonderzoek Arbeidsmarkt en Personeelsbeleid Onderwijs drs. H. van Leenen

Nadere informatie

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ORWOORD De Loopbaanmonitor is een jaarlijks onderzoek onder pas afgestudeerden van de lerarenopleiding. Gezien de te verwachten uitstroom van onderwijspersoneel

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2018 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2016-2017 centraal. Eind 2018,

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2017 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2015-2016 centraal. Eind 2017,

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo April 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer

Nadere informatie

Aantal instromende studenten tussen 2010 2014 gedaald. Figuur 1: Ontwikkeling instroom lerarenopleidingen 2010 2014. 1

Aantal instromende studenten tussen 2010 2014 gedaald. Figuur 1: Ontwikkeling instroom lerarenopleidingen 2010 2014. 1 Het aantal studenten dat start met een opleiding tot leraar basisonderwijs, leraar speciaal onderwijs of leraar voortgezet onderwijs is tussen en afgenomen. Bij de tweedegraads en eerstegraads hbo-lerarenopleidingen

Nadere informatie

Loopbanen van leraren door de tijd heen

Loopbanen van leraren door de tijd heen Loopbanen van leraren door de tijd heen Onderzoek naar de loopbaanontwikkeling van afgestudeerden van de lerarenopleiding basisonderwijs en voortgezet onderwijs 1970-2007 Opdrachtgever: Ministerie van

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, Studenten sector Onderwijs vallen vaker uit... 2 Veel uitval bij 2 e graads hbo... 3 Meer uitval van pabo studenten met mbo-achtergrond... 5 Steeds meer mannen vallen uit bij pabo... 7 Studenten met niet-westerse

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden HBO-Monitor 2016 De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden Managementsamenvatting In deze factsheet staat de arbeidsmarktpositie van de hbo-afgestudeerden uit studiejaar 2014/2015 centraal. Eind 2016,

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aanmelding voor opleidingen tot vo docent steeds vroeger, pabo trekt steeds minder late aanmelders juni 2009 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013 céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013 céáíéå=éå=åáàñéêë 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. Juni 2016

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. Juni 2016 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo Juni 2016 Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

De hbo er aan het werk

De hbo er aan het werk De hbo er aan het werk Hogescholen leiden op voor de arbeidsmarkt. Dat doen zij met succes. Het overgrote deel van de studenten vindt binnen 3 maanden een baan op minimaal hbo-niveau. Beroepen en functies

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999-4Middelbaar BeroepsOnderwijs ROA De cijfers in deze publicatie zijn gebaseerd op de jaarlijkse schoolverlatersonderzoeken van het Researchcentrum voor

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013 FACTSHEET Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht Platform Beleidsinformatie Mei 2013 Samenstelling: Pauline Thoolen (OCW/Kennis) Rozemarijn Missler (OCW/Kennis) Erik Fleur (DUO/IP) Arrian Rutten

Nadere informatie

Facts & Figures. Aansluiting arbeidsmarkt

Facts & Figures. Aansluiting arbeidsmarkt Facts & Figures Aansluiting arbeidsmarkt 1 De Nationale Alumni Enquête (NAE, voorheen WO-Monitor) wordt tweejaarlijks afgenomen onder de afgestudeerden van de ruim 800 masteropleidingen aan de Nederlandse

Nadere informatie

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013 Jaarrapport integratie 2013 Willem Huijnk Mérove Gijsberts Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlage bij hoofdstuk 2... 2 Bijlage bij hoofdstuk 3... 8 Bijlage bij hoofdstuk 4... 11 Bijlage bij hoofdstuk 5... 14 Bijlage

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aantal vooraanmeldingen voor 2 e graads opleiding stijgt, 1 e graads daalt en pabo blijft gelijk juni 2010 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo) Aantal gediplomeerden aan de lerarenopleidingen in Nederland Ondanks huidige en verwachte lerarentekorten is er geen sprake van een substantiële groei van aantal gediplomeerden aan de verschillende lerarenopleidingen.

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs April 2016 Feiten en cijfers 2 Het algemene beeld Start van de studie uitval en wisselaars Tal van inspanningen bij hogescholen

Nadere informatie

Tevredenheid uitzendkrachten

Tevredenheid uitzendkrachten Tevredenheid uitzendkrachten Opdrachtgever: Algemene Bond Uitzendondernemingen ECORYS Peter Donker van Heel Martin van der Ende Rotterdam, 8 juli 2009 ECORYS Nederland BV Postbus 4175 3006 AD Rotterdam

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers April 2017 Inhoud 1 Het algemene beeld 2 2 Start van de studie: uitvallers 4 3 Start van de studie: wisselaars 5 4 Afsluiting van de studie: studiesucces

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2014 Honderden Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

Instroom en inschrijvingen

Instroom en inschrijvingen Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel

Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2016-2017 Samenvatting van de monitor 2016-2017 en de volgmodules najaar 2017 Sectorraad Praktijkonderwijs december 2017 Versie definitief 1 Vooraf In de periode 1 september

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Mei 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding Op 19 mei 2015 hebben de hogescholen hun strategische agenda #hbo2025: wendbaar & weerbaar1

Nadere informatie

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Inleiding In 2014 heeft de AHK deelgenomen aan het jaarlijkse landelijke onderzoek onder recent afgestudeerden: de Kunsten-Monitor. Alle bachelor en master afgestudeerden

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013

Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013 Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2012-2013 Samenvatting van de monitor 2012-2013 en de volgmodules najaar 2013 Platform Praktijkonderwijs Rotterdam, 2 december 2013 1 Introductie In deze beknopte samenvatting

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt : een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt Harry Bierings en Robert de Vries Direct nadat zij school hadden verlaten, maar ook nog vier jaar daarna, hebben voortijdig naar verhouding vaak geen baan. Als

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten

Nadere informatie

Loopbaanmonitor onderwijs

Loopbaanmonitor onderwijs Loopbaanmonitor onderwijs Microdata: 2010 2016 Enquête: 2015 2016 CentERdata MOOZ Klaas de Vos Peter Fontein Eva van der Boom Sil Vrielink 19 oktober 2017 CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Onderzoek Alumni Bètatechniek Onderzoek Alumni Bètatechniek 0 meting - Achtergrond Eén van de knelpunten op de Nederlandse arbeidsmarkt is een tekort aan technisch geschoolden. De Twentse situatie is hierin niet afwijkend. In de analyse

Nadere informatie

Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo

Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo Waar is de leraar scheikunde? Ontwikkelingen in tekortvakken in het vo 1. Inleiding In de afgelopen jaren is het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs (vo) gegroeid van 902.000 leerlingen in 2009

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2015-2016 Samenvatting van de monitor 2015-2016 en de volgmodules najaar 2016 Platform Praktijkonderwijs december 2016 Definitieve versie 161208 1 Vooraf In de periode

Nadere informatie

Resultaten WO-monitor 2013

Resultaten WO-monitor 2013 Resultaten WO-monitor 2013 Samenvatting: De WO-Monitor is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De WO-monitor wordt

Nadere informatie

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs Leer- en Innovatiecentrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk IR24052017 contactpersoon Daniël Rijckborst telefoon 0610359505 onderwerp Factsheet Vereniging Hogescholen e-mail d.rijckborst@avans.nl

Nadere informatie

Loopbaanmonitor Onderwijs

Loopbaanmonitor Onderwijs Loopbaanmonitor Onderwijs Microdata: 2006-2013 Enquête: 2014-2015 CentERdata MOOZ Peter Fontein Marcia den Uijl Klaas de Vos Eva van der Boom Sil Vrielink Concept 13 oktober 2015 CentERdata, Tilburg, 2015

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

Resultaten WO-monitor 2011

Resultaten WO-monitor 2011 Resultaten WO-monitor 2011 - kan met recht een werelduniversiteit genoemd worden, kijkend naar het afkomst van studenten. - Gemiddeld zijn Wageningers actiever dan de studenten in andere ederlandse studiesteden/andere

Nadere informatie

en de studiekeuze van jongeren

en de studiekeuze van jongeren 5 Arbeidsmarkt en de studiekeuze van jongeren 5.1 Inleiding Voor een goed begrip van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt is het aanbod van schoolverlaters van essentieel belang. De middellangetermijnprognoses

Nadere informatie

Aantal respondenten 1758 1707 1578 13981 Aantal benaderd 4500 4404 4344 36949

Aantal respondenten 1758 1707 1578 13981 Aantal benaderd 4500 4404 4344 36949 Onderwijs & Kwaliteit Eerste rapportage HBO-Monitor 2013 Op 3 april 2014 zijn de resultaten van de jaarlijkse HBO-monitor (enquête onder afgestudeerden) over 2013 binnengekomen. Het onderzoek betreft studenten

Nadere informatie

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt Hbo als emancipatiemotor Onderzoek met impact Hbo in vogelvlucht #hbocijfers Februari 2018 Hbo als emancipatiemotor 453.354 Ingeschreven studenten in studiejaar

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO Uitgevoerd door ABF Research in opdracht van SOM Aanleiding De arbeidsmarkt voor mbo-personeel is dynamisch. Nieuw personeel stroomt in en ander personeel

Nadere informatie

Van de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar.

Van de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar. Resultaten NAE 2016 Samenvatting: De NAE is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De NAE wordt uitgevoerd door DESAN,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Drenthe / Overijssel datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014 Sectorrapport Waterbouw Ruud van der Aa Jenny Verheijen 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Belangrijkste uitkomsten 4 1. Samenstelling werkgelegenheid 5 2. Verwachte

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Limburg datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Afgestudeerden en uitvallers 2017 In deze factsheet staan de belangrijkste kengetallen en ontwikkelingen met betrekking tot uitval, studiewissel en studiesucces. Alle cijfers betreffen voltijd hbo-bachelorstudenten

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Van de 367 Wageningse respondenten zijn er 156 man (43%) en 211 vrouw (57%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 27 jaar.

Van de 367 Wageningse respondenten zijn er 156 man (43%) en 211 vrouw (57%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 27 jaar. Resultaten NAE 2015 Samenvatting: De NAE (vroeger: WO-Monitor) is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De NAE wordt

Nadere informatie

Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO

Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO Analyse van de positie van gediplomeerden van het mbo van opleidingen binnen ECABO op basis van de gegevens van de MBO-Kaart - Tabellen en vragenlijsten

Nadere informatie

Tekortvakken in het voortgezet onderwijs Deborah van den Berg januari 2012

Tekortvakken in het voortgezet onderwijs Deborah van den Berg januari 2012 Tekortvakken in het voortgezet onderwijs Deborah van den Berg januari 2012 1. Inleiding In het voortgezet onderwijs worden op de korte termijn tekorten aan leraren verwacht, oplopend tot een verwacht tekort

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2011

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2011 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juli 2011 2 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo Afgestudeerden

Nadere informatie

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Notitie a Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Juli 2014 Nelet Kuipers, team Onderwijs SQS 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Analyse instroom

Analyse instroom Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio en datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden / Rijn Gouwe

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden / Rijn Gouwe De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio / datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Loopbaanmonitor onderwijs

Loopbaanmonitor onderwijs Loopbaanmonitor onderwijs Microdata: 2011 2017 Enquête: 2016 2017 CentERdata MOOZ Klaas de Vos Peter Fontein Sil Vrielink November 2018 CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze

Nadere informatie

Loopbaanmonitor onderwijs

Loopbaanmonitor onderwijs Loopbaanmonitor onderwijs Microdata: 2006-2014 Enquête: 2015-2016 CentERdata MOOZ Peter Fontein Natalia Kieruj Marcia den Uijl Klaas de Vos Eva van der Boom Sil Vrielink 28 oktober 2016 CentERdata, Tilburg,

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren po 2018-2023 Regio Limburg datum 4 januari 2018 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2018 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

De totale bruikbare landelijke respons onder de master- en doctoraalalumni was 18%. WUR is goed vertegenwoordigd met een respons van 23%.

De totale bruikbare landelijke respons onder de master- en doctoraalalumni was 18%. WUR is goed vertegenwoordigd met een respons van 23%. Resultaten NAE 2017 Samenvatting: De Nationale Alumni Enquete (NAE) is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (alumni die 1-2 jaar geleden zijn afgestudeerd) van de universiteiten

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Flevoland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Flevoland De arbeidsmarkt voor leraren po 2017-2022 Regio datum 5 april 2017 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein CentERdata, Tilburg, 2017 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

De hbo er aan het werk

De hbo er aan het werk De hbo er aan het werk Hogescholen leiden op voor de arbeidsmarkt. Dat doen zij met succes. Het overgrote deel van de studenten vindt binnen 3 maanden een baan op minimaal hbo-niveau. Beroepen en functies

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie