0.1 Verdieping BAG Bevragen. versie 0.1. Datum. 1 juli Document versie. 0.1 ConceptICT Services Keten RZDirectie IT

Transcriptie

1 0.1 Verdieping BAG Bevragen versie 0.1 Datum 1 juli 2016 Document versie 0.1 ConceptICT Services Keten RZDirectie IT

2 Versiehistorie Versie datum Omschrijving Initiële versie. Versie / 11

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Referentie documentatie Datastructuur BAG Schema: Informatie Model BAG BAG producten Een product in één van de 3 gegevensvarianten De bouwstenen van een BAG-product Betekenis van navigatierichting voor de producten Het datamodel kent een navigatierichting Momentopname-producten samengesteld in tegengestelde richting Platte structuren, ook bij momentopname-producten, ter voorkoming van redundantie Niet BAG-authentieke gegevens Niet BAG-authentiek gegeven - verkorte naam openbare ruimte Bronhouders Versie / 11

4 1 Inleiding Dit document bevat een aantal verdiepingsfacetten van BAG Verstrekkingen, waarvan LVBAG Bevragen één van de producten is. 1.1 Referentie documentatie Te vinden op: [Informatieproducten] BAG Bevragen - Productbeschrijving v1.0 [Foutmeldingen] BAG foutmeldingen BAG Bevragen (pdf) Overige gerelateerde documenten BAG PKI overheid certificaten (pdf) BAG Verstrekkingen producten- en dienstencatalogus (pdf) BAG Diensten Niveau Overeenkomst (pdf) Versie / 11

5 2 Datastructuur BAG 2.1 Schema: Informatie Model BAG De gegevens van de BAG zijn beschreven in de documenten Grondslagen Adressen en Grondslagen Gebouwen. Vervolgens zijn deze gegevens in samenhang gemodelleerd in de vorm van een UML class diagram: het Informatie Model BAG (IMBAG) wordt beheerd door het Kadaster. Het model vormt de basis voor het ontwerp van alle gegevens gerelateerde zaken, zoals database, producten, diensten en XML berichten. Schematisch: UML IMBAG (versie ) Versie / 11

6 3 BAG producten 3.1 Een product in één van de 3 gegevensvarianten Een product van BAG geschiedt naar keuze in één van de 3 gegevensvarianten Actueel, Peildatum, Levenscyclus: 1) Actueel (momentopname): De gegevensvariant Actueel omvat het actieve voorkomen van een BAG object waarbij de datum begin geldigheid kleiner of gelijk is aan vandaag en de datum einde geldigheid leeg of groter is dan vandaag. Het resultaat bevat de laatst bekende gegevens op de datum en tijdstip van levering. 2) Peildatum (momentopname): De gegevensvariant Peildatum omvat het actieve voorkomen van een BAG object waarbij de datum begin geldigheid kleiner of gelijk is aan de gespecificeerde peildatum en de datum einde geldigheid leeg of groter is dan de gespecificeerde peildatum. Het resultaat bevat de laatste gegevens die op de gevraagde datum, aan het einde van de dag, geldig waren. De gespecificeerde peildatum kan in het verleden, heden of toekomst liggen. De gespecificeerde peildatum kan niet vóór de startdatum van de BAG (de exacte datum moet nog worden vastgesteld) liggen. De gegevensvariant actueel is in feite een bijzonder geval van de gegevensvariant peildatum. 3) Levenscyclus: De gegevensvariant Levenscyclus omvat alle inactieve en actieve voorkomens van een BAG object. Het product beslaat dan de gehele levensduur van het object en wordt dus niet opgenomen voor een bepaalde datum of voor een bepaald tijdvak. Wél bestaat het levenscyclus-product uit voorkomens: elk met een ander tijdvak. Een product van gegevensvarianten Peildatum of Actueel kan ook een Momentopname-product worden genoemd. 3.2 De bouwstenen van een BAG-product Objecttypen, objecten en voorkomens De BAG kent 7 typen objecten: woonplaats (WPL), openbareruimte (OPR), nummeraanduiding (NUM), verblijfsobject (VBO), ligplaats (LIG), standplaats (STA) en pand (PND). In de werkelijke wereld hebben we te maken met concrete instanties van deze objecttypen, de individuele objecten. Ieder object is aanwijsbaar doordat het een object-identificatie heeft. Bijvoorbeeld: een bepaalde openbare ruimte behoort tot een bepaalde woonplaats. Omdat een object gedurende de tijd van eigenschappen zal kunnen veranderen, worden de z.g. voorkomens van de objecten onderscheiden. Een voorkomen beslaat een tijdvak waarin alle eigenschappen van het object constant zijn. Eigenschappen zijn zowel gegevens als verwijzingen naar andere objecten. De totale levensduur van een object bestaat dan uit de aaneenschakeling van al deze tijdvakken. Iedere verwijzing bevat de unieke identificatie van het object waarnaar verwezen wordt. Deze verwijzingen bepalen zo de relaties die er zijn tussen de voorkomens van de objecten. Versie / 11

7 Producten bestaan uit voorkomens van BAG Objecten en uit relaties tussen deze objecten De producten van de BAG zijn gebaseerd op objecten maar worden geleverd in de vorm van aan elkaar gerelateerde voorkomens. Bij producten, gebaseerd op een momentopname, verloopt dit anders dan bij levenscyclus-producten. Bijvoorbeeld: een voorkomen kan gedurende een bepaald tijdvak de naam van de openbare ruimte (een gegeven) bevatten als de verwijzing naar de identificatie van een bepaalde woonplaats (een relatie tussen het voorkomen van openbare ruimte en een woonplaatsobject). Merk op: verwijzing naar object, niet naar voorkomen! Er wordt in het voorbeeld vanuit het voorkomen van openbare ruimte verwezen naar het woonplaatsobject; er wordt dus niet verwezen naar een specifiek voorkomen van het woonplaatsobject. Immers, voor de openbare ruimte is het niet relevant als er bepaalde eigenschappen van de woonplaats gaan veranderen; zolang de woonplaats zelf maar niet veranderd. De openbare ruimte blijft gewoon refereren aan het woonplaatsobject! Een verandering in een object is dus geen reden voor verandering in de verwijzende objecten, en is dus ook geen reden voor een nieuw voorkomen van het verwijzende object! Versie / 11

8 4 Betekenis van navigatierichting voor de producten 4.1 Het datamodel kent een navigatierichting De bouwstenen van een product, de voorkomens van objecten, voldoen aan het BAG datamodel. In het model worden de verschillende typen objecten schematisch verbeeld inclusief hun onderlinge relaties. De relaties bestaan uit 2 soorten: 4) Verwijzingen via een vreemde sleutel, de z.g. heeft een -relatie. Een voorbeeld is de relatie tussen woonplaats en openbare ruimte: een openbare ruimte heeft een woonplaats. 5) De type subtype relatie, d.w.z. de is een -relatie. Bijvoorbeeld: een verblijfsobject is een adresseerbaar object. Bij het navigeren tussen de individuele voorkomens van objecten is er bij verschillende 1 op n relaties slechts één richting mogelijk, waarmee vanuit een object eenduidig het gerefereerde object wordt opgehaald. Deze z.g. navigatierichting geeft aan hoe de navigatie het beste dient te verlopen om de gegevens op te halen die nodig zijn voor een bepaald produkt. Dit is volgens de richting van de pijlen in het onderstaande schema. <figuur> De navigatierichting in het BAG datamodel. Een voordeel van het navigeren volgens dit schema is ook dat er geen cyclische trajecten doorlopen worden. We kunnen hierbij opmerken dat deze navigatierichting niet meer is dan een voorkeursrichting. Het is ook mogelijk om de relaties in de tegengestelde richting af te lopen. Dit betekent dan wel dat dan per (bron)voorkomen tot meerdere (doel)voorkomens kan leiden. Bijvoorbeeld een woonplaats met een groot aantal nummeraanduidingen. Hierdoor kan het product groter worden dan wenselijk. Veel momentopname-producten zijn samengesteld volgens de voorkeursnavigatie. Voor enkele momentopnameproducten is de tegengestelde richting gebruikt. Zie hiervoor de volgende paragraaf. Voor tijdvakproducten geldt dat alleen de losse voorkomens worden geleverd. De aanvrager kan dan zelf de complete structuur op een bepaald moment afleiden. Voor het tijdvakproduct is één bepaalde richting niet van toepassing. Versie / 11

9 De relaties van gerelateerde objecttypes zijn dan in beide richtingen afleidbaar door het ID te matchen op de gevraagde datum in het tijdvak. Binnen het tijdvak kan dit voor elke datum worden gedaan, waarbij er in theorie telkens andere gerelateerde gegevens kunnen worden gevonden. In de praktijk worden vaak dezelfde gegevens gevonden. 4.2 Momentopname-producten samengesteld in tegengestelde richting. In deze paragraaf betreft het de momentopname-producten welke zijn samengesteld via navigatie langs de relaties in een richting, tegengesteld aan de (voorkeurs)navigatierichting. In de volgende gevallen is de navigatierichting tegengesteld: 1. De relaties van woonplaats naar openbare ruimte en van openbare-ruimte naar nummeraanduiding. Hierbij kan het bronvoorkomen leiden tot meerdere, soms vele, doel-voorkomens. Bijvoorbeeld een bepaalde woonplaats die leidt tot vele voorkomens van Openbare ruimtes. In deze twee gevallen wordt dan gebruik gemaakt van z.g. relatieservices : het product wordt niet samengesteld met alle samenstellende objecten, maar in plaats daarvan met slechts de id s van deze samenstellende objecten. Hierna kan de afnemer via een ander produkt de nadere detail-gegevens van de betreffende openbare ruimtes bevragen. 2. De hoofadres-relatie tussen adresseerbaar object en nummeraanduiding: Dit betreft een 1 op 1 relatie en wordt in twee richtingen afgelopen. 3. De relatie tussen adresseerbaar object en nummeraanduiding is (vanwege de nevenadressen) een 1 op n-relatie. Daar het in de praktijk altijd om een beperkt aantal aantal nevenadressen gaat, is het geen werkelijk probleem. 4. De relatie van pand naar de gerelateerde verblijfsobjecten. Omdat het aantal verblijfsobjecten per pand meestal beperkt is vormt het geen probleem voor de grootte van het product. B. Bij levenscyclus-producten De relaties van gerelateerde objecttypes zijn in beide richtingen afleidbaar door het ID te matchen op de gevraagde datum in het tijdvak. Binnen het tijdvak kan dit voor elke datum worden gedaan, waarbij er in theorie telkens andere gerelateerde gegevens kunnen worden gevonden. In de praktijk worden vaak dezelfde gegevens gevonden. De tegengestelde navigatierichting is afleidbaar 1, waardoor het desgewenst mogelijk is om de producten op verschillende wijzen een andere structuur te geven. 1 Afleidbaar via de attributen welke objecten en voorkomens uniek identificeren: identificatie en datum begin geldigheid. Versie / 11

10 cmp Dubbele voorkomens Product NummeraanduidingVoorkomen + gerelateerdeopenbareruimte: OpenbareRuimteVoorkomen + gerelateerdewoonplaats: WoonplaatsVoorkomen + identificatie: Objectnummer WoonplaatsVoorkomen + identificatie: Woonplaatscode OpenbareRuimteVoorkomen + gerelateerdewoonplaats: WoonplaatsVoorkomen + identificatie: Objectnummer Verdiepingsdocument LVBAG Bevragen 4.3 Platte structuren, ook bij momentopname-producten, ter voorkoming van redundantie M.b.t. het opnemen van voorkomens in de structuur van een product zullen bepaalde voorkomens vaker voorkomen. Binnen de producten van BAG Bevraging is de kans groot dat éénzelfde woonplaats op meerdere plaatsen in de structuur (hoofadres, nevenadressen) voorkomt. Hetzelfde, maar in mindere mate, geldt voor openbare ruimte. Ook zullen meerdere verblijfsobjecten betrekking kunnen hebben op hetzelfde pand. Een productstructuur waarbij de voorkomens in elkaar genest zijn, heeft dan het nadeel dat de geneste voorkomens dubbel zullen voorkomen en dus dat de geleverde producten dan onnodig groot kunnen worden. Een oplossing voor dit probleem is de gerelateerde voorkomens niet in elkaar te nesten maar ontkoppeld in het product op te nemen: In plaats van het opnemen van een gerefereerd voorkomen, wordt slechts een identificatie opgenomen als een verwijzing naar het voorkomen. Daarnaast worden dan wel per product alle voorkomens zelf precies één maal geleverd. Een dergelijk aangepaste structuur noemen we ontkoppeld of platgeslagen. Voor de momentopname-producten wordt dit toegepast voor verwijzingen naar voorkomens van de typen Woonplaats en Openbare Ruimte: Deze voorkomens worden zo precies één maal geleverd. Logische structuur: Platgeslagen structuur: cmp Geoptimaliseerd Product NummeraanduidingVoorkomen + gerelateerdeopenbareruimte: OpenbareRuimteId + gerelateerdewoonplaats: WoonplaatsId + identificatie: Objectnummer heeft heeft OpenbareruimteVoorkomen 0..* + gerelateerdewoonplaats: WoonplaatsId + identificatie: volatile OpenbareruimteId WoonplaatsVoorkomen 0..* + identificatie: WoonplaatsId Voor de panden is deze optimalisatie nog niet uitgevoerd: In ieder Verblijfsobject wordt daar het voorkomen van Pand steeds weer opnieuw opgenomen. Voor de levenscyclus-producten is een dergelijke maatregel niet nodig. Deze zijn al ontkoppeld. 5 Niet BAG-authentieke gegevens 5.1 Niet BAG-authentiek gegeven - verkorte naam openbare ruimte In de BAG wordt het object Openbare ruimte geleverd, welke als authentiek gegeven het attribuut naam openbare ruimte bevat. Indien dit BAG-attribuut een lengte heeft van meer dan 24 dan wordt er in de BAG producten een aanvullend gegeven meegeleverd welke is ingekort 2 op basis van de NEN5825:2002 NL standaard tot een lengte van 24 of minder. 2 Deze inkorting wordt uitgevoerd op basis van een zo juist mogelijke interpretatie van de NEN5825:2002 norm. Versie / 11

11 Het aanvullende gegeven wordt geleverd via het attribuut verkorte naam openbare ruimte en dit is géén authentiek gegeven van de BAG. Er vindt geen beheer plaats op dit aanvullende gegeven en wijzigingen hierin resulteren niet in extra voorkomens in de levenscyclus van een object. Het attribuut wordt geleverd als attribuut van de entiteit Openbare ruimte, maar om duidelijk herkenbaar te maken dat het géén BAG attribuut betreft is er gekozen om aan het attribuut in een apart (niet-bag) schema onder te brengen. IMBAG_NEN5825_v1_0_0.xsd XML prefix en namespace: nen5825: Bronhouders Zie het document BAG Bevragen - Productbeschrijving v1.0. Versie / 11