Beleid gesprekkencyclus

Transcriptie

1 Beleid gesprekkencyclus Directeurenberaad : Algemeen bestuur : GMR : Definitieve versie : Mei 2008 Laatste bijstelling : April 2016 SKBA Beleid gesprekkencyclus april

2 Inhoudsopgave Inhoud Inleiding Gesprekkencyclus... 4 Verantwoordelijk voor de gesprekken... 5 Informatiebron voor de gesprekken... 5 Frequentie Wet BIO Doel van het startgesprek Werkwijze van het startgesprek Verslaglegging POP gesprek Doel van het POP gesprek Werkwijze van het POP gesprek Verslaglegging Voortgangsgesprekken Doel van het voortgangsgesprek Werkwijze van het voortgangsgesprek Verslaglegging Leeropbrengstengesprekken Doel van het leeropbrengstengesprek Werkwijze van het leeropbrengstengesprek Verslaglegging Beoordelingsgesprekken Doel van het beoordelingsgesprek Werkwijze van het beoordelingsgesprek Verslaglegging Overzicht gesprekken Tijdlijn gesprekken...14 Bijlage 2, agenda startgesprek...17 Bijlage 3, verslagformulier startgesprek...18 Bijlage 4, POP vragen...19 Bijlage 5, verslagformulier Persoonlijk Ontwikkelplan...20 Bijlage 6, voorbereiding voortgangsgesprek (mw)...22 Bijlage 7, agenda voortgangsgesprek...23 Bijlage 8, verslagformulier voortgangsgesprek...24 Bijlage 9, verslagformulier leeropbrengstengesprek...25 Bijlage 10, verslagformulier beoordelingsgesprek...26 Bijlage 11, overzicht gevoerde gesprekken...28 SKBA Beleid gesprekkencyclus april

3 Inleiding De kwaliteit van het onderwijs wordt voor een groot deel bepaald door de kwaliteit van de medewerkers. Ontwikkeling van kwaliteit ligt onder andere in het aanbieden van mogelijkheden tot het volgen van een opleiding/ training, krijgen van coaching of het organiseren van collegiale consultatie. Het begint echter met het herkennen en erkennen van de kwaliteiten en het geven van feedback op het functioneren van de medewerker. De gesprekkencyclus is gericht op het in zicht hebben (of krijgen) van de duurzame inzetbaarheid van de medewerker, en op het geven van feedback op het functioneren. Van belang is om helder te krijgen wat de medewerker nodig heeft om nu en in de toekomst goed te kunnen (blijven) functioneren. Eenheid in verscheidenheid is niet alleen van toepassing op de scholen en de leerlingen, maar ook op de medewerkers. De leerlingen worden uitgedaagd om de eigen mogelijkheden en talenten te verkennen en de kwaliteiten te gebruiken. Ditzelfde streeft SKBA ook na met de medewerkers. Het is van belang om de juiste medewerker op de juiste plek te hebben. In het SKBA beleidsplan is een aantal speerpunten geformuleerd: Kinderen die maximaal presteren. Kinderen beschikken over vaardigheden die houvast voor hun toekomst geven. Een goede dialoog en ondersteuning van ouders. Een goede aansluiting met andere voorzieningen en samenwerkingspartners rond het kind Het behalen van de doelstellingen, gekoppeld aan deze speerpunten, vraagt van de medewerkers bepaalde vaardigheden en capaciteiten. Binnen de gesprekkencyclus wordt aandacht geschonken aan het eventueel benodigde ontwikkeltraject. We stimuleren de professionele cultuur door op een open en heldere wijze met elkaar in gesprek te gaan over het functioneren van de individuele medewerker. De medewerker krijgt feedback op het functioneren en kan zich op basis van deze feedback verder ontwikkelen. Op deze manier werken we binnen SKBA met professionele medewerkers die aan de eigen ontwikkeling (blijven) werken. Het al bestaande beleid is met input van de werkgroep Professionalisering bijgesteld. SKBA Beleid gesprekkencyclus april

4 1. Gesprekkencyclus Binnen de gesprekkencyclus stemmen de medewerker en de directeur formeel het huidige functioneren, het toekomstig gewenst functioneren en de te bereiken resultaten met elkaar af. De hoofddoelstelling van de gesprekkencyclus is het optimaliseren van zowel het functioneren van de individuele medewerker als van de totale organisatie. Gedurende de gesprekkencyclus staat de ontwikkeling van de medewerker centraal. De (gewenste) ontwikkeling van de medewerker wordt in relatie gezien tot de (gewenste) organisatieontwikkeling. Met andere woorden, de doelen voor de individuele medewerker passen in het beleid van de organisatie. Individuele ontwikkelingsdoelen en organisatiedoelen staan niet los van elkaar. Capaciteiten, ambitie en motivatie medewerker Missie, visie, strategie en doelen SKBA Doelen medewerker Meerjarenbeleidplan Afstemmen en doelen bepalen voor de individuele medewerker Resultaten meten, evalueren en beoordelen Begeleiden, voortgang bewaken en bijstellen De gesprekkencyclus is gericht op het in zicht hebben (of krijgen) van de duurzame inzetbaarheid van de medewerker, en op het geven van feedback op het functioneren. Van belang is om helder te krijgen wat de medewerker nodig heeft om nu en in de toekomst goed te kunnen (blijven) functioneren. Daarnaast stemmen medewerker en leidinggevende formeel het huidige functioneren, het toekomstig gewenst functioneren en de te bereiken resultaten met elkaar af. Aan het einde van de cyclus wordt de medewerker beoordeeld door de directeur. De Wet BIO en de speerpunten van het SKBA beleidsplan zijn de basis. De gesprekkencyclus van SKBA is modulair opgebouwd en bestaat uit: startgesprek; ontwikkelgesprek(ken); leeropbrengstengesprek(ken); POP gesprek(ken); Maatjesgesprek(ken); 360 graden feedback; een beoordelingsgesprek. SKBA Beleid gesprekkencyclus april

5 Verantwoordelijk voor de gesprekken Een deel van de te voeren gesprekken kunnen door de directeur worden gedelegeerd aan de adjunct directeur, een LB leerkracht of de Intern Begeleider. Indien de directeur niet zelf de gesprekken voert, informeert de medewerker die de gesprekken voert, de directeur. De verantwoordelijkheid voor het volgen van de procedure en het tijdig plannen en voeren van de gesprekken, blijft echter altijd bij de directeur liggen. Indien het een kleinere school betreft, waarbij de gesprekken worden gevoerd door de directeur, wordt bij langdurige afwezigheid van de directeur de gesprekken overgenomen door de waarnemend directeur. Het beoordelingsgesprek is het enige gesprek dat niet gedelegeerd mag en kan worden, dit wordt altijd gedaan door de directeur. De leerkracht, al dan niet met lesgevende taken, heeft de gesprekken met de (adjunct) directeur. De leerkracht in de invalpool heeft de gesprekken met de (adjunct) directeur van de stamschool. Het OOP (administratie, conciërge, onderwijsassistent) met de directeur. De bovenschoolse medewerkers en directeuren met het College van Bestuur. En het College van Bestuur met de Raad van Toezicht. Informatiebron voor de gesprekken De meest belangrijke informatiebron voor de te voeren gesprekken, is de eigen waarneming van de persoon die de gesprekken voert. Deze waarneming wordt onder andere gevormd tijdens de klassenbezoeken, teamvergaderingen, deelname aan commissies en oudergesprekken. Voorkomen moet worden dat informatie van derden (collega s, ouders en kinderen) wordt gebruikt, zonder dat de gesprekspartner en medewerker op de hoogte zijn van de inhoud van de signalen. Ter voorbereiding van de gesprekken kan de medewerker zelf gebruik maken van diverse reflectie instrumenten welke op de website staan, onder het kopje Instrumenten. Hier kan een quickscan of checklist op worden ingevuld. Of er kan gebruik gemaakt worden van een 360 graden feedback in de vorm van een feedbackscan. Hiermee kan de medewerker zichzelf toetsen en een overzicht krijgen van waar hij staat ten opzichte van de bekwaamheidseisen. Frequentie De gesprekken zijn modulair opgebouwd. Dat wil zeggen dat er gedurende de gesprekkencyclus gekeken wordt aan welk soort gesprek er behoefte is op het moment. Daarmee is niet de volgorde van de gesprekken, maar de behoefte van de directeur en medewerker aan het soort gesprek leidend in de opbouw van de cyclus. Een aantal uitgangspunten is voor de medewerkers met een benoeming van onbepaalde tijd wel vaststaand: - 1 keer per jaar heeft de directeur een gesprek met de medewerker in het kader van de gesprekkencyclus - 1 keer per twee jaar vindt er een beoordelingsgesprek plaats tussen de directeur en de medewerker SKBA Beleid gesprekkencyclus april

6 Voor medewerkers met een tijdelijke benoeming voor een jaar wordt onderstaande tijdsplanning aangehouden: Wanneer Maand 2 Maand 5 Gekoppeld aan cito - periode Maand 8-9 Soort gesprek Startgesprek Voortgangsgesprek Leeropbrengstengesprek Beoordelingsgesprek Voor medewerkers met een tijdelijke benoeming vanwege vervanging en / of vanwege tijdelijke formatieruimte, is het afhankelijk van de duur van de benoeming welke gesprekken er gevoerd worden: indien de tijdelijke benoeming > 2 maanden duurt, volgt er een startgesprek; indien de tijdelijke benoeming > 5 maanden duurt, worden er gedurende deze periode een start- en een voortgangsgesprek gevoerd; aan het einde van een langdurige tijdelijke benoeming (> 8 maanden) volgt er een beoordelingsgesprek. Directeuren geven een korte schriftelijke terugkoppeling aan P&O met betrekking tot het functioneren van tijdelijke medewerkers die > 1 week invallen. De gesprekken in deze cyclus zijn geen op zich staande gesprekken, maar hebben een overlap met elkaar. In de gesprekken worden afspraken gemaakt, die vervolgens worden uitgevoerd, bijgesteld en geëvalueerd. SKBA Beleid gesprekkencyclus april

7 2. Wet BIO Een medewerker is competent als hij het vermogen bezit om in een concrete situatie zijn geheel van kennis, vaardigheden, inzicht en houding inzet om een beoogd doel te bereiken. De medewerkers moeten bekwaam zijn en daarna bekwaam blijven. Eens bevoegd is niet hetzelfde als voor altijd bekwaam. Ook na de benoeming zullen de bekwaamheden onderhouden moeten worden. De Wet BIO (Beroepen in Onderwijs), in werking getreden per augustus 2006, is praktisch uitgewerkt in zeven persoonlijke, organisatorische en specifieke beroepscompetenties. Deze zijn uitgeschreven in bekwaamheidseisen (beschrijving van benodigde kennis en vaardigheden) en gedragsindicatoren (houding en inzicht, beschreven in zichtbaar gedrag) door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijspersoneel (SBL). Het betreft de basiscompetenties van een leerkracht. Zie voor de competenties van de Wet BIO bijlage 1 (verkorte versie). Volgens de Wet BIO is een leerkracht in elk geval: - Interpersoonlijk competent - Pedagogisch competent - Vakinhoudelijk en didactisch competent - Organisatorisch competent - Competent in het samenwerken met collega s - Competent in het samenwerken met de omgeving - Competent in reflectie en ontwikkeling Het uitgangspunt is het werken met leerlingen. Vakkennis, pedagogisch inzicht, didactische vaardigheid en organisatorisch talent moeten worden ingezet ten behoeve van de leerling. Daarnaast is het belangrijk dat de leerkracht kan samenwerken met collega s en de omgeving, terwijl hij ook de blik naar zichzelf moet richten met de vraag waar hij staat in zijn persoonlijke ontwikkeling. Het onderwijs staat niet stil. Bekwaamheidseisen worden aanpast aan nieuwe ontwikkelingen in en rond het onderwijs. In de Wet BIO is opgenomen dat de beroepsorganisaties, die daartoe door de minister zijn aangewezen, in elk geval eenmaal in de zes jaar in de gelegenheid wordt gesteld voorstellen te doen over ongewijzigde handhaving of wijziging van de bekwaamheidseisen. SKBA Beleid gesprekkencyclus april

8 3. Startgesprek 3.1 Doel van het startgesprek Het doel van het startgesprek is om te komen tot een inzicht en overzicht van de competenties en talenten van de medewerker. Dit zowel gezien vanuit de optiek van de medewerker als van de leidinggevende. In dit gesprek komen de aanwezige competenties, talenten, persoonlijke ontwikkeling, doelen en ambities van de medewerker aan de orde. De inventarisatie vanuit dit gesprek vormt voor een belangrijk deel de input voor het Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP). 3.2 Werkwijze van het startgesprek Voorafgaand aan het startgesprek neemt de medewerker de functieomschrijving door. Daarnaast is de medewerker bekend met de competenties van de Wet BIO (Beroepen in Onderwijs). Ter voorbereiding op het startgesprek vult de medewerker een zelfreflectie-instrument in ( quickscan of checklist). Het instrument is bedoeld om de medewerker vooraf na te laten denken over het eigen functioneren en dient als hulpmiddel om de reflectie op gang te brengen. In het gesprek halen de medewerker en de directeur de relevante punten naar voren om te reflecteren. De directeur ontvangt voorafgaand aan het gesprek een exemplaar van het ingevulde instrument. De agenda voor het startgesprek staat in bijlage Verslaglegging Het startgesprek is de start van een ontwikkelproces. De medewerker is zelf verantwoordelijk voor de verslaglegging en maakt hierbij gebruik van het verslagformulier startgesprek (zie bijlage 3). Binnen twee weken na het gesprek levert de medewerker het verslag in bij de directeur. Dit verslag wordt door zowel de medewerker als de directeur voor akkoord ondertekend. Het verslag startgesprek wordt toegevoegd aan het bekwaamheidsdossier. SKBA Beleid gesprekkencyclus april

9 4. POP gesprek 4.1 Doel van het POP gesprek Het doel van het POP gesprek is het opstellen van een Persoonlijk Ontwikkelplan, gericht op een haalbaar resultaat. Ontwikkeling en optimalisering van het functioneren is belangrijk. Het POP gesprek is gericht op de verbinding tussen de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker en de schoolontwikkeling. In het POP gesprek wordt afgestemd of het opgestelde POP voldoende smart is geformuleerd. 4.2 Werkwijze van het POP gesprek De conclusies uit het startgesprek vormen de input voor een eerste versie van het POP. Deze eerste versie wordt besproken in het POP gesprek. Het POP kan in een kort gesprek worden vastgesteld. Een gesprek over het POP hoeft niet met de directeur plaats te vinden. De gesprekspartner stelt coachende vragen. Binnen een school kunnen maatjes worden gevormd tussen collega s, of een LB leerkracht kan deze rol op zich nemen. De POP-vragen die gebruikt kunnen worden bij het nadenken over en het opstellen van een POP staan in bijlage Verslaglegging De medewerker is zelf verantwoordelijk voor de verslaglegging en maakt hierbij gebruik van het verslagformulier Persoonlijk Ontwikkelingsplan (zie bijlage 5). Binnen twee weken na het gesprek levert de medewerker het verslag in bij de directeur. Het POP wordt toegevoegd aan het bekwaamheidsdossier. Het verslag blijft in het bezit van de gesprekspartners. Het verslag van de directeur wordt in het personeelsdossier van de medewerker bewaard. Relevante conclusies voor het College van Bestuur en / of personeelszaken, worden gerapporteerd door de directeur. Bij mobiliteit van de medewerker naar een andere school binnen SKBA, wordt het volledige personeelsdossier door de huidige directeur overgedragen aan de nieuwe directeur van de medewerker. SKBA Beleid gesprekkencyclus april

10 5. Voortgangsgesprekken 5.1 Doel van het voortgangsgesprek Het doel van het voortgangsgesprek is tussentijds evalueren of de afgesproken resultaten vanuit het POP (gaan) worden behaald of dat bijstelling noodzakelijk is. Er wordt besproken wat goed gaat, waar eventuele belemmeringen liggen en wat er gedaan kan worden om de voortgang te continueren. 5.2 Werkwijze van het voortgangsgesprek Voorafgaand aan het voortgangsgesprek bereid de medewerker zich voor middels het invullen van het formulier voorbereiding voortgangsgesprek, zie bijlage 6. Er wordt tijdens het voortgangsgesprek teruggekeken naar de afspraken zoals deze eerder gemaakt zijn in het startgesprek en het POP. Tijdens het gesprek is vooral de medewerker aan het woord over: - Hoe verloopt mijn ontwikkeling? - Lukt het om mijn doelen in het POP te realiseren? - Wat lukt wel, wat lukt niet, waar ligt dat aan? - Zijn er problemen die ik zelf niet op kan lossen en wie of wat heb ik nodig? - Hoe verloopt de samenwerking met anderen? - Krijg en vraag ik voldoende gerichte feedback? - Wat heb ik van mijn directeur nodig? - Welke afspraken maken we voor de komende tijd? - Etc. De agenda voor het voortgangsgesprek staat in bijlage Verslaglegging De medewerker is zelf verantwoordelijk voor de verslaglegging en maakt hierbij gebruik van het verslagformulier voortgangsgesprek (zie bijlage 8). Binnen twee weken na het gesprek levert de medewerker het verslag in bij de directeur. Dit verslag wordt door zowel de medewerker als de directeur voor akkoord ondertekend. Het verslag voortgangsgesprek wordt toegevoegd aan het bekwaamheidsdossier. Het verslag blijft in het bezit van de gesprekspartners. Het verslag wordt in het personeelsdossier van de medewerker bewaard. Relevante conclusies voor het College van Bestuur en / of personeelszaken, worden gerapporteerd door de directeur. Indien het functioneren van de medewerker, volgens de directeur, niet voldoende is, is het verslag ter inzage voor het College van Bestuur en personeelszaken. Zodra het verslag ter inzage wordt gegeven, wordt dit door de directeur aan de betreffende medewerker gemeld. Bij het inzien van het verslag wordt er zowel naar de inhoud als naar de procedure van het gesprek gekeken. Bij mobiliteit van de medewerker naar een andere school binnen SKBA, wordt het volledige personeelsdossier door de huidige directeur overgedragen aan de nieuwe directeur van de medewerker. SKBA Beleid gesprekkencyclus april

11 6. Leeropbrengstengesprekken 6.1 Doel van het leeropbrengstengesprek Het doel van het leeropbrengstengesprek is om zicht te krijgen op de resultaten welke bereikt zijn met de groep. Op welke vlakken gaat het goed, op welke vlakken lopen de resultaten achter en wat kan er gedaan worden om bij te stellen en/of de voortgang te continueren. 6.2 Werkwijze van het leeropbrengstengesprek Directeur, intern begeleider of LB leerkracht met specialisatie zorg/onderwijs voert de gesprekken met de leerkrachten. De leerkracht bereidt het gesprek voor door de cito gegevens te analyseren. De directeur beslist welke functionaris het leeropbrengstengesprek voert met de medewerker. Tijdens het gesprek is vooral de leerkracht aan het woord over: - Hoe verloopt de ontwikkeling van de leerlingen? - Wat lukt wel, wat lukt niet, waar ligt dat aan? - Waar ben ik trots op? - Wat wil ik aanpakken de komende periode? - Zijn er problemen die ik zelf niet op kan lossen en wie of wat heb ik nodig? - Krijg en vraag ik voldoende gerichte feedback? - Wat heb ik van mijn directeur nodig? - Welke afspraken maken we voor de komende tijd? En in welk gesprek komen we op deze afspraken terug? - Etc. 6.3 Verslaglegging De medewerker is zelf verantwoordelijk voor de verslaglegging en maakt hierbij gebruik van het verslagformulier leeropbrengstengesprek (zie bijlage 9). Binnen twee weken na het gesprek levert de medewerker het verslag in bij de directeur/ib er/lb leerkracht. Het verslag wordt toegevoegd aan het bekwaamheidsdossier. Het verslag blijft in het bezit van de gesprekspartners. Daarnaast wordt er een verslag in het personeelsdossier van de medewerker bewaard. SKBA Beleid gesprekkencyclus april

12 7. Beoordelingsgesprekken 7.1 Doel van het beoordelingsgesprek Het doel van het beoordelingsgesprek is het geven van een oordeel over het functioneren van de medewerker door de directeur. Het gesprek is gericht op het verleden. 7.2 Werkwijze van het beoordelingsgesprek Voorafgaand aan het gesprek heeft de directeur het beoordelingsformulier ingevuld. De medewerker ontvangt uiterlijk een week voorafgaand aan het gesprek het ingevulde beoordelingsformulier. Het beoordelingsgesprek heeft een eenzijdig karakter. De directeur spreekt een oordeel uit over het functioneren van de medewerker. De medewerker is wel in de gelegenheid zijn mening over zijn beoordeling kenbaar te maken. Deze mening wordt toegevoegd aan het beoordelingsformulier. Het resultaat van het beoordelingsgesprek kan leiden tot rechtspositionele gevolgen. Dit kunnen zowel positieve (bijv. vaste benoeming of promotie) als negatieve gevolgen (bijv. demotie of ontslag) zijn. Als er sprake is van rechtspositionele gevolgen wordt dit het personeelslid schriftelijk medegedeeld. 7.3 Verslaglegging Bij het voeren van het beoordelingsgesprek wordt gebruik gemaakt van het beoordelingsformulier van SKBA (zie bijlage 10). De tijdens het gesprek gedane constateringen en gemaakte afspraken worden toegevoegd aan het al deels ingevulde beoordelingsformulier. Dit verslag wordt door zowel de medewerker als de directeur voor akkoord ondertekend. Het verslag is ter inzage voor het College van Bestuur en personeelszaken. Het verslag van de directeur wordt in het personeelsdossier van de medewerker bewaard. Relevante conclusies voor het College van Bestuur en / of personeelszaken, worden gerapporteerd door de directeur. Zodra het verslag door de directeur ter inzage wordt gegeven aan het College van Bestuur en/of personeelszaken, wordt dit door de directeur aan de betreffende medewerker gemeld. Bij het inzien van het verslag wordt er zowel naar de inhoud als naar de procedure van het gesprek gekeken. Bij mobiliteit van de medewerker naar een andere school binnen SKBA, wordt het volledige personeelsdossier door de huidige directeur overgedragen aan de nieuwe directeur van de medewerker. SKBA Beleid gesprekkencyclus april

13 8. Overzicht gesprekken GESPREKKENCYCLUS VOOR ALLE MEDEWERKERS Soort gesprek Startgesprek POP-gesprek Voortgangsgesprek THEMA S RICHTING RECHTS- POSITIONELE CONSEQUEN- TIES Ontwikkelingsgericht Kwaliteiten in beeld Welzijn Taakvervulling Gericht op de toekomst Twee richting gesprek Vaststelling van het persoonlijk ontwikkelplan Coachende vraagstelling richting medewerker POP - doelen Ontwikkelingsgericht Kwaliteiten in beeld Welzijn Taakvervulling Gericht op de toekomst Twee richting gesprek Beoordeling s- gesprek Beoordeling van de medewerker door de directeur Gericht op het verleden Een richting gesprek Geen Geen Geen Mogelijk, afhankelijk van resultaat van beoordeling FREQUENTIE Naar behoefte Naar behoefte Naar behoefte Minimaal 1 x per 2 jaar INFORMATIE- BRON GESPREKS- PARTNERS GESPREKS- VERSLAG ONDERTEKE- NING Medewerker Eigen waarneming directeur Quickscan Informatie of signalen van derden Medewerker en directeur Ja, medewerker stelt het verslag op adhv het format Onderdeel van het bekwaamheidsdossier Door beide gesprekspartners Medewerker, afspraken over gemaakt in startgesprek Een collega kan coachende vragen stellen. Niet per definitie de directeur Ja, medewerker stelt het verslag op adhv het format Onderdeel van het bekwaamheidsdossi er Geen ondertekening Medewerker Eigen waarneming directeur Klassenbezoeken Informatie of signalen van derden Medewerker en directeur Ja, medewerker stelt het verslag op adhv het format Onderdeel van het bekwaamheidsdossier Door beide gesprekspartners Eigen waarneming directeur Klassenbezoeken Informatie of signalen van derden Medewerker en directeur Ja, directeur stelt verslag op adhv het format Voor akkoord door directeur. Voor akkoord of gezien door medewerker Leerkrachten hebben in de gesprekkencyclus ook nog een aantal maal een leeropbrengstengesprek, gericht op de leerresultaten van de kinderen in de groep en het eigen handelen daarbij. Dit betreft een tweerichting gesprek zonder rechtspositionele gevolgen. Het gesprek vindt naar behoefte plaats met de directeur, IB er of LB leerkracht (dit gesprek kan gedelegeerd worden door de directeur). De cito resultaten en de analyse daarvan door de leerkracht is de informatiebron voor het gesprek en de leerkracht maakt een verslag. Dit verslag wordt ondertekend door beide gesprekspartners. SKBA Beleid gesprekkencyclus april

14 9. Tijdlijn gesprekken In een periode van 2 jaar vinden er diverse gesprekken plaats en is er voorbereiding nodig door zowel de medewerker als de directeur (of gedelegeerd verantwoordelijke). Hieronder zijn de stappen overzichtelijk weergegeven. Wat Wie Wanneer Vastleggen datum startgesprek, toesturen agenda + format verslagformulier Directeur Uiterlijk 3 weken voor datum gesprek startgesprek en de link (voor invullen van de quickscan) aan de medewerker Invullen quickscan en exemplaar overhandigen aan directeur Medewerker Uiterlijk 1 week voor datum gesprek Startgesprek Directeur en medewerker Verslaglegging gesprek, exemplaar overhandigen aan directeur en toevoegen aan bekwaamheidsdossier Persoonlijk Ontwikkelplan opstellen POP overhandigen aan directeur en toevoegen aan bekwaamheidsdossier Vastleggen datum voortgangsgesprek en toesturen formulier voorbereiding voortgangsgesprek + verslagformulier voortgangsgesprek aan de medewerker Voortgangsgesprek Verslaglegging gesprek, exemplaar overhandigen aan directeur en toevoegen aan bekwaamheidsdossier Vastleggen datum leeropbrengstengesprek en toesturen verslagformulier leeropbrengstengesprek aan de medewerker Leeropbrengstengesprek Verslaglegging gesprek, exemplaar overhandigen aan directeur en toevoegen aan bekwaamheidsdossier Medewerker Medewerker, evt in gesprek met een maatje (collega) Medewerker Directeur Directeur en medewerker Medewerker Directeur, mogelijk gedelegeerd aan IB er/ LB leerkracht Directeur/IB er of LB leerkracht en medewerker Medewerker Uiterlijk 2 weken na datum gesprek Afgesproken in startgesprek Afgesproken in startgesprek Uiterlijk 3 weken voor datum gesprek Uiterlijk 2 weken na datum gesprek Uiterlijk 3 weken voor datum gesprek na de cito - toetsen Uiterlijk 2 weken na datum gesprek Vastleggen datum beoordelingsgesprek Directeur Uiterlijk 3 weken voor datum gesprek Beoordelingsgesprek Directeur en medewerker Vastleggen beoordelingsgesprek, exemplaar overhandigen aan medewerker en toevoegen bekwaamheidsdossier Directeur Uiterlijk 2 weken na datum gesprek Van bovengenoemde volgorde kan afgeweken worden indien er de behoefte bestata aan een andersoortig gesprek. SKBA Beleid gesprekkencyclus april

15 Bijlage 1, competenties Wet BIO 1. Interpersoonlijk competent Een leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding. Zo'n leraar schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand. Zo'n leraar bevordert de zelfstandigheid van de kinderen en zoekt in zijn interactie met hen een goede balans tussen: leiden en begeleiden sturen en volgen confronteren en verzoenen corrigeren en stimuleren 2. Pedagogisch competent Een leraar die pedagogisch competent is, creëert een veilige leeromgeving in zijn groep en zijn lessen. Zo'n leraar zorgt ervoor dat de kinderen weten dat ze erbij horen en welkom zijn weten dat ze gewaardeerd worden op een respectvolle manier met elkaar omgaan uitgedaagd worden om verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar initiatieven kunnen nemen en zelfstandig kunnen werken 3. Vakinhoudelijk & didactisch competent Een leraar die vakinhoudelijk en didactisch competent is, ontwerpt een krachtige leeromgeving in zijn groep en zijn lessen. Zo'n leraar stemt de leerinhouden en ook zijn doen en laten af op de kinderen en houdt rekening met individuele verschillen motiveert de kinderen voor hun leertaken, daagt hen uit om er het beste van te maken en helpt hen om ze met succes af te ronden leert de kinderen leren, ook van en met elkaar, om daarmee onder andere hun zelfstandigheid te bevorderen 4. Organisatorisch competent Een leraar die organisatorisch competent is, zorgt voor een overzichtelijke, ordelijke, taakgerichte sfeer in zijn klas en zijn lessen. Zo'n leraar zorgt er dus voor dat de kinderen weten waar ze aan toe zijn en welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief weten wat ze moeten doen, hoe en met welk doel ze dat moeten doen 5. Competent in het samenwerken met collega s Een leraar die competent is in het samenwerken met zijn collega's, levert zijn bijdrage aan een goed pedagogisch en vakinhoudelijk & didactisch klimaat op zijn school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie. Dat wil zeggen dat zo'n leraar goed met collega s communiceert en samenwerkt een constructieve bijdrage levert aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functioneren een bijdrage levert aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school 6. Competent in het samenwerken met de omgeving Een leraar die competent is in het samenwerken met de omgeving, levert in het belang van de kinderen zijn bijdrage aan een goede samenwerking met mensen en instellingen in de omgeving van de school. Dat wil zeggen dat zo'n leraar goede contacten onderhoudt met de ouders of verzorgers van de kinderen SKBA Beleid gesprekkencyclus april

16 goede contacten onderhoudt met andere mensen en instellingen die ook te maken hebben met de zorg voor de kinderen 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt regelmatig na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid. Zo'n leraar streeft ernaar zijn beroepsuitoefening bij de tijd te houden en te verbeteren. Zo'n leraar weet goed wat hij belangrijk vindt in zijn leraarschap en van welke waarden, normen en onderwijskundige opvattingen hij uitgaat heeft een goed beeld van zijn eigen competenties, zijn sterke en zwakke kanten werkt op een planmatige manier aan zijn verdere ontwikkeling stemt zijn eigen ontwikkeling af op het beleid van zijn school en benut de kansen die de school biedt om zich verder te ontwikkelen SKBA Beleid gesprekkencyclus april

17 Bijlage 2, agenda startgesprek Onderstaande agenda is aan te vullen op schoolniveau - Opening - Inleidende vragen (door directeur) (doel: heb je zicht op de kwaliteiten en ontwikkelpunten) Voorbeeldvragen: Wat maakt dat je juichend naar huis gaat? Wanneer ging je met een steen op je maag naar huis? Waar ben je trots op? Waar heb je spijt van? Waar heb je last van? Wat is je grootste drijfveer in je werk? Naar wie ga je als je. een moederdagcadeautje moet hebben? een rekenprobleem hebt? een schoolreisje moet organiseren? een leerling met speciale zorg in de groep krijgt? etc - Welzijn van de medewerker Tijdens dit onderdeel komt het welzijn van de medewerker aan bod. Denk aan bijvoorbeeld balans werk/prive, verzuim, arbeidsomstandigheden, sociaal functioneren in het team etc. - Doornemen van de ingevulde instrumenten (door de medewerker) De scores uit de ingevulde quickscan/ checklist worden concreet gemaakt door de medewerker in waarneembaar handelen. Herkent de directeur de score? Eigen waarneming van de directeur? Wat zeggen de scores uit het instrument en wat wil de medewerker/ directeur ermee doen? - Specifieke schoolaspecten Tijdens dit onderdeel komen de specifieke schoolaspecten aan bod. Denk bijvoorbeeld aan de onderwijskundige richting van de school (Jenaplan, fasenonderwijs, hoogbegaafden), organisatieafspraken en het eigen schoolprofiel. - Samenvatting van het startgesprek (door de medewerker) Wat zijn mijn conclusies uit dit startgesprek? Wat neem ik hieruit mee naar mijn POP? En wie vraag ik mij te helpen? - Afspraken tbv het maken van een Persoonlijk Ontwikkelingsplan Wanneer lever ik het POP in bij mijn directeur - Afsluiting Invullen quickscan / zelfevaluatie op door medewerker (exemplaar uitkomst quickscan uiterlijk een week voorafgaand aan het gesprek inleveren bij de directeur) SKBA Beleid gesprekkencyclus april

18 Bijlage 3, verslagformulier startgesprek Verslagformulier startgesprek Naam medewerker : Functie : Gesprekspartner : Datum startgesprek : Verslag: Gemaakte afspraken: Voor gezien en besproken: Medewerker: Gesprekspartner: (naam) (naam) (handtekening) (datum) (handtekening) (datum) SKBA Beleid gesprekkencyclus april

19 Bijlage 4, POP vragen POP vragen (bij opstelling) - Wat wil je dit (school)jaar bereiken? Wat is je doel? Wat is je motivatie? - Hoe worden de opbrengsten zichtbaar? - Welke specifieke activiteiten ga je ondernemen in het kader van je actieplan? - Wat is de huidige situatie, wat is de gewenste situatie? - Wat wil je dat het jou oplevert? - Welke specifieke problemen verwacht je tegen te komen? - Welke specifieke problemen verwacht je bij jezelf tegen te komen? - Welke activiteiten zijn nodig om eventuele problemen op te lossen? - Wanneer is je doel bereikt? - Hoe kan een collega (maatje) jou helpen? - Van wie wil je feedback? - Hoe wil jij je maatje helpen? Formuleer dit in concrete activiteiten. - Welke bijdrage verwacht je van de directeur? POP vragen (bij evaluatie) - Wat heb je bereikt? Wat zijn de zichtbare opbrengsten? - Welke activiteiten heb je concreet ondernomen in het kader van je POP? - Welke specifieke problemen heb je ervaren? - Welke specifieke problemen ben je bij jezelf tegen gekomen? - Heb je deze problemen kunnen oplossen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet? - Hoe heeft je collega (maatje) jou kunnen helpen? - Heb jij je maatje geholpen? Zo ja, hoe? - Welke bijdrage heeft de directeur geleverd? - Weke ideeën heb je voor je volgend POP? SKBA Beleid gesprekkencyclus april

20 Bijlage 5, verslagformulier Persoonlijk Ontwikkelplan Persoonlijk Ontwikkelplan Naam medewerker Functie Directeur Betreft schooljaar Gesprekspartner Datum gesprek : : : : : : POP SMART Specifiek Gericht op een klein, overzichtelijk en gedetailleerd onderdeel. Meetbaar Gericht op een toetsbaar, observeerbaar doel met de mogelijkheid om begin- en eindsituatie te vergelijken en te beoordelen. Acceptabel De opsteller van het POP staat zelf achter het beoogde doel. Realistisch Het doel is haalbaar. Tijdgebonden Wanneer begin ik en wanneer is het doel bereikt? SKBA Beleid gesprekkencyclus april

21 POP-FORMULIER (plan van aanpak) Waar ga ik aan werken en wat wil ik bereiken? Specifiek Een leerdoel geformuleerd in concreet waarneembaar gedrag Meetbaar Wat kunnen anderen aan jou merken als dit doel is bereikt? Acceptabel Sta je er achter? Wat maakt het voor jou persoonlijk de moeite waard? Realistisch Is het haalbaar voor jou in de context van je werk? Tijdgebonden Hoe plan je, wat, waar en wanneer? SKBA Beleid gesprekkencyclus april

22 Bijlage 6, voorbereiding voortgangsgesprek (mw) Voorbereiding voortgangsgesprek (medewerker) Naam medewerker Functie Directeur Betreft schooljaar Gesprekspartner Datum gesprek Datum POP : : : : : : : Welke vorderingen maak ik? (terugblik) Reflectie op activiteiten in de afgelopen periode (wat gaat goed? Welke successen heb je geboekt? Hoe komt dat? Waar ben je trots op?): Waar moet ik bijsturen? (blik vooruit, bijstelling/ aanscherping POP) Aandachtspunten (persoonlijke en met betrekking tot de omgeving): SKBA Beleid gesprekkencyclus april

23 Bijlage 7, agenda voortgangsgesprek Agenda van het voortgangsgesprek Onderstaande agenda is aan te vullen op schoolniveau - Opening - Verslag startgesprek Wat is de status met betrekking tot de gemaakte afspraken? - Persoonlijk ontwikkelplan Wat is de status met betrekking tot de gemaakte afspraken? - Welzijn van de medewerker Tijdens dit onderdeel komt het welzijn van de medewerker aan bod. Denk aan bijvoorbeeld balans werk/prive, verzuim, arbeidsomstandigheden, sociaal functioneren in het team etc. - Specifieke schoolaspecten Tijdens dit onderdeel komen de specifieke schoolaspecten aan bod. Denk bijvoorbeeld aan de onderwijskundige richting van de school (Jenaplan, fasenonderwijs, hoogbegaafden), organisatieafspraken en het eigen schoolprofiel. - Samenvatting van het voortgangsgesprek (door de medewerker) Wat zijn mijn conclusies uit dit voortgangsgesprek? Dient mijn POP aangepast te worden? - Afspraken - Afsluiting SKBA Beleid gesprekkencyclus april

24 Bijlage 8, verslagformulier voortgangsgesprek Verslagformulier voortgangsgesprek Naam medewerker Functie Gesprekspartner Periode Datum gesprek : : : : : Verslag: Gemaakte afspraken: Voor gezien en besproken: Medewerker: Gesprekspartner: (naam) (naam) (handtekening) (datum) (handtekening) (datum) SKBA Beleid gesprekkencyclus april

25 Bijlage 9, verslagformulier leeropbrengstengesprek Verslagformulier leeropbrengstengesprek Naam medewerker Functie Gesprekspartner Periode Datum gesprek : : : : : Verslag: Gemaakte afspraken: Voor gezien en besproken: Medewerker: Gesprekspartner: (naam) (naam) (handtekening) (datum) (handtekening) (datum) SKBA Beleid gesprekkencyclus april

26 Onvoldoende Matig Voldoende Goed Bijlage 10, verslagformulier beoordelingsgesprek Verslagformulier beoordelingsgesprek Naam medewerker Functie Gesprekspartner Periode Datum gesprek : : : : : Realisatie eerder gemaakte afspraken (start-,pop-, leeropbrengstvoortgangsgesprekken): Beoordeling competenties Wet BIO: Competenties Interpersoonlijk competent Pedagogisch competent Vakinhoudelijk en didactisch competent Organisatorisch competent Competent in het samenwerken met collega s Competent in het samenwerken met de omgeving Competent in reflectie en ontwikkeling Mogelijkheid tot toevoegen van schoolspecifieke competenties: Sterke punten/ ontwikkelpunten, totaal oordeel: SKBA Beleid gesprekkencyclus april

27 Verslag: Gemaakte afspraken: Reactie medewerker: Voor gezien en besproken: Medewerker: Gesprekspartner: (naam) (naam) (handtekening) (datum) (handtekening) (datum) SKBA Beleid gesprekkencyclus april

28 Startgesprek Voortgangsgesprek Leeropbrengstengesprek Beoordelingsgesprek Bijlage 11, overzicht gevoerde gesprekken Rapportage gevoerde gesprekken School : Directeur : Naam In november en juni wordt middels dit formulier een rapportage over de gehouden en geplande gesprekken gemaakt door de directeur aan het college van bestuur en de personeelsconsulent. SKBA Beleid gesprekkencyclus april