MONTAGEHANDLEIDING * MONTAGEHANDLEIDING * MONTAGEHANDLEIDING * MONTAGEHANDLEIDING. kabelbaan tot 50 m best. nr

Transcriptie

1 Algemene voorschriften: A. Ondergrond Het toestel dient minimaal op een valdempende ondergrond geplaatst te worden, welke geschikt is voor deze valhoogte. B. Fundering stuks 0 x 0 x 60 cm Zie aanwijzingen funderingsblad. C. Maximale valhoogte: H = 100 cm Extra voorschriften Gekeurd door TÜV Product Service GmbH Geen veranderingen aan het toestel aanbrengen, dit zou het veiligheidsvolume kunnen schenden. kabelbaan tot 50 m best. nr Leveringsspecificatie: Aantal delen: 7 4 bundels: elk met 2 staanders 1 dwarsbalk 1 dwarsbalk met spanmanchette 1 bundel onderdelen: 1 draagkabel 1 loopwagen 1slingerzitje met ophanging 5 kabelklemmen voor enkele kabel stoppers 1 rubber stootblok 1 remveer 2 rubberhulzen 2 revetten Copyright NL-EN Technische wijzigingen voorbehouden! Voor verdere informatie kunt u terecht onder tel. nr.: Nederland België 09/ plaatsingsoppervlak incl. veiligheidsafstand: 5,95 x 4,00 m schets niet op schaal alle maten in cm fundatiediepte is afhankelijk van grondsituatie BERGSTATION maat voor stopset totaal gewicht: zwaarste deel: 720 kg 10 kg maat voor stopset DALSTATION markeerpunt pag. 1 van 9

2 Aanbevolen montagehulpmiddelen gereedschapskist dopsleutelset rubber hamer 2 waterleidingbuizen 1 ca. 1,50 m lang als spanningshefboom hoogtemeter of slangmeter 4 hulplatten m lang kraan of heftruck ladder Opgelet! Het toestel mag tijdens de montage (incl. de uithardingsfase van het beton) niet bespeeld of belast worden, zodat de stabiliteit bij navolgend gebruik gewaarborgd blijft. Uitharden van beton duurt min. 2 weken. bergstation betonfundament 0 x 0 x 60 cm Let op! De doorhang moet uit veiligheidsoverwegingen minstens 1,40 m zijn controlepunt doorhanging dalstation met spaninrichting betonfundament 0 x 0 x 60 cm pag. 2 van 9

3 Algemeen: De staanders zijn lang genoeg om de kabelbaan op een vlakke grond op te bouwen en daarna de heuvels volgens de schets op pagina 2 aan te brengen. Indien de kabelbaan op een bestaande heuvel geplaatst wordt, dan moeten de staanders ingekort en de heuvels volgens de schets aangepast worden. Let daarbij op dat het opmeten vanaf het diepste punt (= ± 0) moet gebeuren. Indien de staanders ingekort worden moet men letten dat de funderingen in ingeklonken bodem komen. Montagevolgorde: 1. Standplaats bepalen volgens de schets op pagina 1. Let daarbij op de veiligheidsafstanden! 2. Bij het markeerpunt beginnen met meten en de fundatiegaten uitgraven.. Staanders op de grond voormonteren: deuvelverbinding iets losdraaien en staanders schaarvorming uit elkaar trekken, tot het spankoord strak staat. De bijgeleverde stellatten van 1,90 m moeten op de gemarkeerde plaatsen passen. Funderingsijzers in de staanders slaan. afstandslatten 4. Staanders voor de fundatiegaten leggen en met de hulplatten fixeren. 4 4 pag. van 9

4 5. Berg- en dalstation in de gaten plaatsen (dalstation) met opspaninstallatie) en juist opstellen. Fundatieaten vullen met B25 beton en aanstampen (zie aanwijzingen funderingsblad). Veredere montage pas na uitharden van het beton. bergstation dalstation met opspaninstallatie 5 6. Kabel uitrollen. Opgelet! Kabel moet uitgerold worden. Kabel moet recht liggen. Kabel mag niet in lussen liggen. Bij lussen bestaat de kans op knikken Volgorde voor aanbrengen van de stopperonderdelen volgens schets: 7 dwarsbalk bergstation met remveer loopwagen dalstation met rubber stootblok dwarsbalk pag. 4 van 9

5 . Montage van de kabel. a. Bij het bergstation: De kabel (ca. 2,00 m) om de dwarsbalk leggen en 2 maal om de balk wikkelen, er doorheen steken, met kabelklemmen vastzetten, het uiteinde terugbuigen en in het bevestigingsgat steken. Kabel strak trekken. De rubberhuls dient, ter bescherming van kabel en draagbalk, om de laatste omwenteling, aan de trekzijde te liggen. ca. bergstation b. Bij het dalstation: De kabel door de dwarsbalk steken en minimaal 2 maal om de balk wikkelen. (De kabel moet minimaal 40 cm uitsteken.) Het uiteinde vastzetten met een kabelklem, het uiteinde terugbuigen en in het bevestigingsgat steken. dalstation met spaninrichting pag. 5 van 9

6 9. De kabel kan nu d.m.v. de spaninrichting aan het dalstation gespannen worden. Daarvoor de waterleidingbuis door balk steken en de dwarsbalk draaien tot de juiste spanning ontstaat. Aanwijzing: na een paar dagen moet de kabel opnieuw aangespannen worden doordat na het gebruik van de kabelbaan de kabel zichzelf strakker om de balken trekt. dalstation met spaninrichting 10. De draagbalk met schroeven aan het spanmanchette bevestigen. Opgelet! De rubberhuls moet zich, als bescherming van kabel en draagbalk, ter hoogte van de laatste omwikkeling aan de trekzijde bevinden. 11. Proefdraaien met belasting en afduwen: Kabel-spanning en -doorhanging zijn goed als een kind (ca. 50 kg) zonder afduwen vanaf de bovenste stopper vloeiend tot aan de onderste stopper komt en deze licht raakt. De snelheid kan gecorrigeerd worden (zie laatste maat voor stopset 11 maat voor stopset pag. 6 van 9

7 SNELHEIDSCORRECTIE sneller: kabelomwikkeling bij het dalstation wijzigen langzamer: kabelomwikkeling bij het bergstation wijzigen berg berg dal dal 12. Kleine transport- en montageschade herstellen. 1. Alle montagehulpmiddelen zoals schroeven, handleidingen, stellatten of plakband na de montage geheel verwijderen. Erop nazien dat na ± 6 weken alle schroefverbindingen nagekeken en indien nodig aangedraaid worden. pag. 7 van 9

8 Voorschriften slijtagecontrole speeltoestellen Speelplek:... Plaatsingsdatum:... - toestelafhankelijke controle 1 x per seizoen, bij beweegbare toestellen minimaal 2 x per seizoen. - tussentijdse controle en/of onderhoud is afhankelijk van: - standplaats - gebruik - speelfrequentie - vandalisme - de hiernaast vermelde controlepunten dienen uitgevoerd te worden voor zover ze van toepassing zijn zie ook "algemene onderhoudshandleiding voor speelplekken" kabelbaan, tot 50 m best. nr bergstation 2,50 m Controlepunten kabelspanning/kabel slingerzitje 6 9 kabelspanning controleren, de vrije ruimte onder het slingerzitje moet min. 40 cm zijn (eerste controle 1 week na montage; tweede controle na 4 weken, daarna gebruikelijke controlebeurten aan houden) indien nodig conform schets naspannen kabel controleren op beschadiging, indien nodig vervangen functie loopwagen controleren op soepel verloop positie van stootblok controleren, minimale afstand tot dwarsbalk (zie schets) slingerzitje bij blootliggende metaaldelen vervangen houtdelen 7 controleren op slijtage, splinters gladschuren schroefverbindingen controleren op speling, indien nodig natrekken aanbeveling: 1 x per jaar de kopshoutvlakken met paraffinewas insmeren Controlebewijs 10 4 min. 40 cm 1 6 2,50 m stabiliteit 10 1 x per jaar fundering blootleggen en stabiliteit testen 7 dalstation m.b.t. 2) Naspannen: benodigd materiaal: waterleidingsbuis als hefboom, 1,50 m lang dopsleutel, ladder, rubber huls Dwarsbalkbevestiging iets losdraaien. Kabel op juiste spanning brengen door dwarsbalk te draaien m.b.v. hefboom. De rubber huls moet ter hoogte van de laatste omwikkeling blijven. Dwarsbalk provisorisch bevestigen en de kabelspanning controleren door gebruik, dan pas schroeven echt vastdraaien. 10 reserveonderdelen z.o.z.! Reparatie niet uitgevoerd toestel kan nog bespeeld worden Reparatie niet uitgevoerd, toestel geblokkeerd Opmerkingen Copyright Opgelet! De min. doorhang van 1,00 m bij de 0 m kabelbaan en 1,40 m bij 50 m kabelbaan moet absoluut aangehouden worden, daar anders de kracht uitgeoefend op het gehele systeem te groot wordt. pag. van 9 Alle werkzaamheden uitgevoerd, alles in orde! Naam controleur... datum... Spereco Holland BV Doemesweg 7 NL-6004 RN Weert Tel Fax

9 reserveonderdelen voor: kabelbaan, tot 50 m best. nr OPGELET! Het veiligheidsvolume van het toestel mag niet geschonden worden. Daarom is het raadzaam bij reparaties alleen originele reserveonderdelen te gebruiken. best. nr. artikel best. nr. artikel slingerzitje met ophanging kettinglengte 1,50 m remveer spanring met schroeven slingerzitje loopwagen zonder zitje schoteltje kabel 54 m looprol met kogellager loopwagen remblok loopwagen veer stopperonderdelen bergstation set schroeven voor dwarsbalk (bergstation) stopperonderdelen dalstation stopperonderdelen berg- en dalstation, compleet pag. 9 van 9 Spereco Holland BV Doemesweg 7 NL-6004 RN Weert Tel Fax

10 Aanwijzingen funderingsblad Fundamentvoeten uit hout of staal Bij staalvoeten of bij montage op parkeergarages de achterzijde raadplegen. Algemene aanwijzingen niveau A niveau B niveau C = bovenkant zand/aardbodem = bovenkant beton = uitgraafdiepte De volgende aanwijzingen dienen, bij het opstellen van onze speeltoestellen in acht genomen te worden: I bedekking van het fundament met los materiaal, b.v. zand bedekking van het fundament met aarde I Wordt de fundering met los materiaal, zoals zand, kiezel, houtsnippers, begroeide bodem of gras bedekt, dan is het noodzakelijk dat de funderingszijden afgerond worden, de dekking bedraagt 20 cm tot fundamentbovenzijde (niveau B tot niveau A). Dit is onze standaardfundering! niveau A B C II Wanneer de speeltoestellen op beton, asfalt of rubbertegels staan, is het mogelijk met de fundering tot direct onder die laag te gaan. III De aangegeven fundamentgrootte van de afzonderlijke toestellen in acht nemen. Het fundamentgewicht en de druk van de aarde zorgen voor standvastigheid. De aangegeven maten gelden voor middelzware bodem; bij losse, zand bodem of wanneer de funderingen niet in begroeide bodem vastgezet zijn (in los materiaal staan), moeten de funderingen groter zijn. Ze moeten dan kegelvormig (ca 45 ) uitgevoerd worden (zie afbeelding). Eventueel zijn de afzonderlijke fundering met elkaar te verbinden. II III bedekking van het fundament met beton, asfalt, rubbertegels grotere fundamenten in losse bodem niveau A B C niveau A B Werkvolgorde bij funderen: C 1. Uitgraven van de fundatiegaten (niveau C). normaal steunvlak 2. Toestel volgens montagehandleiding monteren. Bovenkant zand/aardbodem en bovenkant beton zijn op de staanders gemarkeerd vergroot steunvlak. Fundatiegaten met aardvochtig B25 beton (= 00 kg cement per 1 m³) maximaal tot niveau B vullen en vast aanstampen. Let op! Het toestel mag tijdens de montage (incl. de uithardingsfase van het beton) niet bespeeld of belast worden, zodat de stabiliteit bij navolgend gebruik gewaarborgd blijft. Bij gewone beton en normale temperatuur duurt dit minimaal 2 weken. 4 zand beton niveau A B 4. Fundamenten tot niveau A met valdempende ondergrond bedekken. C

11 Speeltoestel met staalvoeten Let op de aanwijzingen voor de standaardfundamenten aan de voorkant. Onderstaande fundatiediepten aanhouden: buis versterkte buis klein U-profiel Montage van speeltoestellen op parkeergarages De fundamentvoeten uit staal zijn per toestel afzonderlijk uitgevoerd. De lengte van de staalvoeten is berekend op een opbouwdiepte van 40 cm. Grotere lengtes op aanvraag. Werkvolgorde bij funderen: 1. Toestel volgens de eigen montagehandleiding opbouwen. 2. Bekisting maken en vullen met aardvochtig B 25 beton (= 00 kg cement per 1 m³). Fundatiekanten afronden. bovenkant zand/aardbodem bovenkant parkeergarage Let op! Het toestel mag tijdens de montage (incl. de uithardingsfase van het beton) niet bespeeld of belast worden, zodat de stabiliteit bij navolgend gebruik gewaarborgd blijft. Uitharden van beton duurt minimaal 2 weken.. Fundamenten met valdempende ondergrond bedekken. fundatiekanten afronden!