Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak"

Transcriptie

1 Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Van Advies- en ingenieursbureau TAUW Aan Waterschap Brabantse Delta + Bestuurlijke Stuurgroep + Ambtelijke werkgroep Document Concept Milieueffectrapport (MER) Inhoud Voor het doorlopen van de m.e.r.-procedure stelt initiatiefnemer Waterschap Brabantse Delta het Milieueffectrapport (MER) op. Het MER levert de milieu-informatie bij de besluitvorming over het projectplan Waterwet. Het MER gaat samen met het projectplan Waterwet formeel in procedure (ter inzage legging, toetsing door de Commissie voor de M.e.r.). Dit zal naar verwachting medio 2018 het geval zijn. Het huidige MER bevat de milieuinformatie en beoordeling voor de kansrijke alternatieven en het daaruit samen te stellen Voorkeursalternatief (VKA). De hoofdlijn en conclusies van het MER zijn overgenomen in de nota VKA. Het MER wordt zo nodig in de opvolgende planuitwerkingsfase aangevuld bij verdere uitwerking/detaillering van het gekozen VKA. Bij het MER wordt ook een publieksvriendelijke samenvatting opgesteld. Deze is nog niet beschikbaar. Aan de samenvatting wordt de komende weken nog gewerkt. De definitieve Concept MER is medio juni 2017 beschikbaar. Documentstatus Openbaar Op basis van de voorliggende Concept MER van 6 april 2017 is het voorkeursalternatief (VKA) op 6 mei 2017 vastgesteld Na vaststelling wordt de Concept MER in juni 2017 door TAUW definitief opgeleverd, de wijzigingen betreffen een laatste kwaliteitscontrole en de toevoeging van een publieksvriendelijke samenvatting Deze concept-versie is daarom actueel tot juni 2017 Contactpersoon Omgevingsmanagers Ad Mureau en Eline Boele Telefoon Ad: Eline: dijkversterkinggea@ brabantsedelta.nl Opgesteld door TAUW Registratienummer 17IN Openbaarmaking op 23 mei 2017 Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520, 4801 DZ Breda T F E info@brabantsedelta.nl l IBAN NL

2

3 Dijkversterking 14A Geertruidenberg en Amertak Milieueffectrapport (MER) 6 april 2017

4

5 Dijkversterking 14A Geertruidenberg en Amertak Milieueffectrapport (MER)

6

7 Verantwoording Titel Geertruidenberg en Amertak Opdrachtgever Waterschap Brabantse Delta Projectleider Ir Arjen van der Linde Auteur(s) Hugo Weimer MSc Projectnummer Aantal pagina's 272 (exclusief bijlagen) Datum 7 april 2017 Handtekening Colofon Tauw bv BU Water & Ruimtelijke Kwaliteit Australiëlaan 5 Postbus GA Utrecht Telefoon Fax Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: - NEN-EN-ISO 9001 Geertruidenberg en Amertak 5\310

8 6\310 Geertruidenberg en Amertak

9 Inhoud Verantwoording en colofon... 5 Deel A Kernpunten van het MER Inleiding Aanleiding dijkversterkingsproject Taken van het Waterschap Brabantse Delta M.e.r.-procedure Partijen betrokken bij de m.e.r.-procedure De procedure stappen Inhoudelijke vereisten Advies van de Commissie voor de m.e.r Leeswijzer Gebiedsbeschrijving en probleem- en doelstelling Plan- en studiegebied en aandachtspunten dijkversterking Dijktrajectindeling Probleemanalyse Doelstelling/opgave Hoofddoel/ Voorgenomen activiteit Nevendoelen Onderzoek en afweging systeemoplossing dynamische keermiddelen Ontwikkeling alternatieven Referentiesituatie (2030) Toekomstige ontwikkelingen Toelichting werkwijze alternatievenontwikkeling Oplossingsrichtingen voor de alternatievenontwikkeling Werkwijze selectie kansrijke alternatieven uit oplossingsrichtingen Oplossingen die in dit project niet kansrijk zijn Kansrijke alternatieven (uitkomst zeef 1) Doelbereik en integrale effectvergelijking Aanpak effectbeoordeling en reikwijdte en detailniveau Doelbereik en integrale effectvergelijking Geertruidenberg en Amertak 7\60

10 6 Voorkeursalternatief en milieueffecten Deel B Nadere beschrijving van de milieueffecten Veiligheid Wettelijk kader en beleid Methode effectbeoordeling Veiligheid Algemene aanpak onderzoek Criterium Betrouwbaarheid van sterkte Criterium Beheer en onderhoud Criterium Uitbreidbaarheid Effecten die niet nader worden onderzocht Huidige situatie en autonome ontwikkeling Ontwikkeling hydraulische belasting door klimaatontwikkelingen Autonome maaivelddaling Effectbeoordeling Amertak West en Oost Criterium betrouwbaarheid van sterkte Criterium Beheer en onderhoud Criterium Uitbreidbaarheid Effectbeoordeling Slikpolder (Amercentralehaven + Donge West) Criterium Betrouwbaarheid van sterkte Criterium beheer en onderhoud Criterium Uitbreidbaarheid Effectbeoordeling Donge Oost Criterium betrouwbaarheid van sterkte Criterium beheer en onderhoud Criterium uitbreidbaarheid Conclusies Bodem en Water Wettelijk kader en beleid Methode effectbeoordeling Algemene aanpak onderzoek Effecten op bodemkwaliteit Effecten op de hydrologische situatie Effecten tijdens de aanlegfase Effecten die niet nader worden onderzocht Huidige situatie en autonome ontwikkeling Bodemopbouw \60 Geertruidenberg en Amertak

11 8.3.2 Grond- en oppervlaktewater Bodem- en grondwaterkwaliteit Effectbeoordeling Amertak West en Oost Effectbeoordeling Slikpolder (Amercentralehaven + Donge West) Effectbeoordeling Donge Oost Conclusie en mitigerende maatregelen Mitigerende maatregelen Natuur Wettelijk kader en beleid Methode effectbeoordeling Algemene aanpak onderzoek Criterium Wnb, onderdeel Natura Criterium Wnb, onderdeel soorten, tijdelijke effecten Criterium Wnb, onderdeel Soorten, permanente effecten Criterium Natuur Netwerk Brabant (NNB) Ecologische verbindingszone Amertak en Donge Effecten die niet nader worden onderzocht Huidige situatie en autonome ontwikkeling Beschermde gebieden Nationaal Natuur Netwerk Beschermde gebieden Natura Beschermde soorten Effectbeoordeling Amertak West en Oost Criterium Wnb tijdelijke effecten Natura Criterium Wnb, tijdelijke effecten beschermde soorten Criterium Wnb, permanente effecten beschermde soorten Criterium effecten NNB Effectbeoordeling Slikpolder (Amercentralehaven + Donge West) Criterium Wnb tijdelijke effecten Natura Criterium Wnb, tijdelijke effecten beschermde soorten Criterium Wnb, permanente effecten beschermde soorten Criterium effecten NNB Effectbeoordeling Donge Oost Criterium Wnb tijdelijke effecten Natura Criterium Wnb, tijdelijke effecten beschermde soorten Criterium Wnb, permanente effecten beschermde soorten Criterium effecten NNB Conclusie en mitigerende maatregelen Landschap, cultuurhistorie en archeologie Geertruidenberg en Amertak 9\60

12 10.1 Wettelijk kader en beleid Methode effectbeoordeling Algemene aanpak onderzoek Criterium gebiedskarakteristiek Criterium ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) Criterium cultuurhistorische waarden Criterium archeologie Effecten die niet nader worden onderzocht Huidige situatie en autonome ontwikkeling Landschap Cultuurhistorie Archeologie Effectbeoordeling Amertak West en Oost Criterium gebiedskarakteristiek Criterium ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) Criterium cultuurhistorische waarden Criterium archeologie Effectbeoordeling Slikpolder (Amercentralehaven + Donge West) Criterium gebiedskarakteristiek Criterium ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) Criterium cultuurhistorische waarden Criterium archeologie Effectbeoordeling Donge Oost Criterium gebiedskarakteristiek Criterium ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) Criterium cultuurhistorische waarden Criterium archeologie Conclusie en mitigerende maatregelen Thema woon-, werk- en leefmilieu Wettelijk kader en beleid Methode effectbeoordeling Algemene aanpak onderzoek Criterium effecten op bereikbaarheid woningen en bedrijven Criterium invloed ruimtebeslag Criterium tijdelijke hinder (geluid en trillingen) Criterium verandering recreatieve functies Criterium invloed op verkeer (veiligheid & verkeersafwikkeling) Criterium invloed op de scheepvaart \60 Geertruidenberg en Amertak

13 Criterium complexiteit realisatie door aanwezigheid kabels en leidingen Huidige situatie en autonome ontwikkeling Criterium effecten op bereikbaarheid woningen en bedrijven Criterium invloed ruimtebeslag Criterium tijdelijke hinder (geluid, trillingen) tijdens realisatiefase Criterium verandering recreatieve functies Criterium invloed op verkeer (veiligheid & verkeersafwikkeling) Criterium invloed op scheepvaart Criterium complexiteit realisatie door K&L Effectbeoordeling Amertak West en Oost Criterium effecten op bereikbaarheid woningen en bedrijven Criterium invloed ruimtebeslag Criterium tijdelijke hinder (geluid, trillingen) tijdens realisatiefase Criterium verandering recreatieve functies Criterium invloed op verkeer (veiligheid & verkeersafwikkeling) Criterium invloed op scheepvaart Criterium complexiteit realisatie door aanwezigheid kabels en leidingen Effectbeoordeling Slikpolder (Amercentralehaven + Donge West) Criterium effecten op bereikbaarheid woningen en bedrijven Criterium invloed ruimtebeslag Criterium tijdelijke hinder (geluid, trillingen) tijdens realisatiefase Criterium verandering recreatieve functies Criterium invloed op verkeer (veiligheid & verkeersafwikkeling) Criterium invloed op scheepvaart Criterium complexiteit realisatie door aanwezigheid kabels en leidingen Effectbeoordeling Donge Oost Criterium effecten op bereikbaarheid woningen en bedrijven Criterium invloed ruimtebeslag Criterium tijdelijke hinder (geluid, trillingen) tijdens realisatiefase Criterium verandering recreatieve functies Criterium invloed op verkeer (veiligheid & verkeersafwikkeling) Criterium invloed op scheepvaart Criterium complexiteit realisatie door aanwezigheid kabels en leidingen Conclusie en mitigerende maatregelen Kosten Bijlage(n) 1 Referentielijst Geertruidenberg en Amertak 11\60

14 2 Verklarende woordenlijst 3 Noodzaak passende beoordeling bij dijkversterking Geertruidenberg en Amertak (GEA) 4 Bomen 5 Dwarsprofielen alternatieven 6 Overzichtskaart ontwikkelingen (vanuit bestemmingsplannen) 7 Hinderzonekaart 12\60 Geertruidenberg en Amertak

15 Deel A Kernpunten van het MER Geertruidenberg en Amertak 13\60

16

17 Geertruidenberg en Amertak 15\310

18 1 Inleiding Om iedereen te beschermen tegen hoogwater hebben de waterschappen altijd al dijken gebouwd, verhoogd en versterkt. Alle primaire keringen/dijken in Nederland worden elke 6 tot 12 jaar getoetst. In de zogenaamde derde toetsronde en in de verlengde derde toetsronde is een deel van de dijken langs de Amertak en de Donge afgekeurd, omdat deze niet voldoen aan de wettelijke norm. Waterschap Brabantse Delta is daarom voornemens om in het project dijkversterking 14A Geertruidenberg en Amertak de afgekeurde dijktrajecten op orde te brengen. 1.1 Aanleiding dijkversterkingsproject In de derde toetsronde en in de verlengde derde toetsronde (2013) is gebleken dat een aantal dijkvakken van de dijkringen 34-1, 34a-1 en 35-2 (op dat moment beschreven als 34, 34a en 35) niet voldoet aan de normen. Deze afgekeurde trajecten zijn weergegeven op figuur 1.1. In de toetsronde zijn meerdere dijkvakken op verschillende faalmechanismen (oorzaken waardoor dijken kunnen bezwijken) afgekeurd. Over het algemeen kan gesteld worden dat de oeverbekleding van de dijk onvoldoende sterkte heeft, en dat de weerstand tegen piping, de macrostabiliteit en weerstand tegen zettingsvloeiing (uitleg faalmechanismen volgt in paragraaf 2.3) van enkele dijkvakken niet aan de norm voldoet. Primaire keringen en het Hoogwaterbeschermingsprogramma Een primaire kering is een dijk die het achterliggende gebied beschermt tegen buitenwater zoals de zee, meren en grote rivieren. Een voorbeeld hiervan is de rivier de Amer. In de Waterwet zijn normen, richtlijnen en regels over de hoogte, sterkte en bekleding van deze dijken vastgesteld. De in de wettelijke toetsing afgekeurde dijken worden binnen het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma versterkt. 16\310 Geertruidenberg en Amertak

19 Figuur 1.1 Afgekeurde trajecten Alle Nederlandse primaire waterkeringen worden vanaf 2017 volgens een nieuwe veiligheidsfilosofie/wettelijke beoordelingsinstrumentarium getoetst (Eerste beoordeling van de primaire keringen op basis van overstromingskans). De kans op een overstroming en de mogelijke gevolgen bepalen daarbij het gewenste veiligheidsniveau. Toetsing aan deze nieuwe veiligheidsfilosofie/normering en bijbehorende nieuwe rekenregels kan ertoe leiden dat dijken worden afgekeurd op andere faalmechanismen dan waarop ze eerder zijn afgekeurd (in de derde toetsronde). De nieuwe normering is per 1 januari 2017 vastgelegd in de Waterwet. Geertruidenberg en Amertak 17\310

20 Om te voorkomen dat het waterschap de dijken versterkt op grond van de eerdere faalmechanismen en deze in de volgende toetsronde opnieuw worden afgekeurd op nieuwe faalmechanismen, zorgt het waterschap ervoor dat met de versterking zo goed als mogelijk geanticipeerd wordt op de nieuwe normering en rekenregels. Waterschap Brabantse Delta heeft daarom opdracht gegeven voor een veiligheidsanalyse om de impact van de nieuwe normen en rekenregels in beeld te brengen De veiligheidsanalyse geeft input voor het bepalen van de versterkingsmaatregelen, waarmee de dijken na de dijkversterking weer voor tientallen jaren veilig zijn. De veiligheidsanalyse toont aan dat de dijken die in de derde toetsronde en verlengde derde toetsronde zijn afgekeurd, ook afgekeurd worden op basis van de nieuwe normen en rekenregels. Kort samenvattend zijn de belangrijkste uitkomsten van de veiligheidsanalyse dat het gehele traject niet voldoet aan de eisen voor het faalmechanisme opbarsten en piping. Aanvullend hierop voldoen de trajecten langs de Donge en in de Amercentrale haven niet op basis van macrostabiliteit binnenwaarts. Het traject langs de Amertak voldoet aanvullend niet aan de eisen voor het faalmechanisme stabiliteit voorland, microstabiliteit en bekleding. In hoofdstuk 2 gaan we dieper op de problematiek in. 1.2 Taken van het Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta zorgt voor veilige dijken en kades, zuivert rioolwater, verbetert en bewaakt de kwaliteit van het oppervlaktewater en regelt de hoogte (en daarmee de beschikbaarheid) van het water in Midden- en West-Brabant. Bij de uitvoering van deze taken werkt het waterschap samen met inwoners, agrariërs, bedrijven en anderen. Hierbij houdt het waterschap rekening met de belangen van de samenleving en bereidt zich voor op toekomstige ontwikkelingen. Het werkgebied van waterschap Brabantse Delta omvat het deel van de provincie Noord-Brabant dat ligt ten westen van de lijn Waalwijk/Tilburg/Baarle-Nassau en ten zuiden van het Hollandsch Diep, de Amer en de Bergsche Maas. Droge voeten (waterveiligheid) Om te zorgen dat iedereen nu en in de toekomst veilig kan wonen en werken in Midden- en West- Brabant beheert waterschap Brabantse Delta ruim 400 kilometer aan dijken. Om iedereen te beschermen tegen hoogwater hebben de waterschappen altijd al dijken gebouwd, verhoogd en versterkt. In sommige gevallen wordt de veiligheid bereikt door de rivier meer ruimte te geven, zoals bijvoorbeeld het geval is in de Overdiepse Polder. 18\310 Geertruidenberg en Amertak

21 Omdat veilige waterkeringen van levensbelang zijn, zorgt het waterschap ervoor dat ze in goede staat zijn. Dat doet het waterschap door dijken te verzwaren, verhogen of versterken, maar ook door maaionderhoud, baggerwerkzaamheden en bestrijding van muskusratten. Op dit moment is er geen sprake van een alarmerende situatie bij de Amertak en de Donge en zijn mensen veilig achter de dijken. Het waterschap houdt de situatie van de dijken en het water nauwlettend in de gaten. Wanneer nodig, neemt het waterschap maatregelen, zoals het wegpompen van het water of het tijdelijk beschermen van de dijk. Er kan zorgeloos gewerkt, gewoond en gerecreëerd worden. Toch is versterking van de dijken nodig om mogelijke problemen in de toekomst te voorkomen. 1.3 M.e.r.-procedure Voorliggend document betreft het concept MER ten behoeve van het bepalen van het voorkeursalternatief door het waterschap in de Verkenningsfase, het MER wordt definitief gemaakt ten tijde van de formele planprocedure (projectplan Waterwet), in de planuitwerkingsfase van de dijkverbetering zie hiervoor ook paragraaf 4.3. In de Wet Milieubeheer (Wm) is in hoofdstuk 7 geregeld dat bij ruimtelijke ordeningsplannen en/of besluiten met mogelijk grote milieugevolgen het verplicht is informatie te verzamelen over de eventuele milieugevolgen. Het doel is het milieubelang volwaardig te laten meewegen bij dergelijke plannen en/of besluiten. Voor deze plannen en/of besluiten wordt de procedure van milieueffectrapportage (m.e.r.) doorlopen. Het bijbehorende milieueffectrapport wordt afgekort met de hoofdletters MER. In het Besluit m.e.r is bepaald voor welke ingrepen een m.e.r.- procedure doorlopen moet worden. Voor de dijkversterking 14A Geertruidenberg en Amertak wordt een projectplanprocedure van de Waterwet gevolgd. Op grond van de bijlage bij het Besluit m.e.r. (onderdeel D, categorie 3.2) geldt er een m.e.r.-beoordelingsplicht voor de vaststelling van een Projectplan Waterwet voor werken ter beperking van overstromingen, ongeacht de omvang van deze werken. Deze m.e.r.-beoordeling is geregeld in de Wet milieubeheer, artikel 7.2 lid 1 b (m.e.r.-beoordelingsplicht), artikel 7.16 lid 2 (aanmeldingsnotitie) en artikel 7.17 (m.e.r.-beoordeling door bevoegd gezag). Waterschap Brabantse Delta is de initiatiefnemer voor het op te stellen projectplan Waterwet en daaraan gekoppeld het MER. Door het Waterschap Brabantse Delta is, vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid en om het milieubelang volwaardig te laten meewegen, de keuze gemaakt om Geertruidenberg en Amertak 19\310

22 direct de volledige m.e.r.-procedure te doorlopen en niet eerst een (beperktere) m.e.r.- beoordeling uit te voeren. De m.e.r.-procedure wordt gekoppeld aan de besluitvormingsprocedure van de voorgenomen dijkversterking. Dit formele besluit is de goedkeuring door het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van het te zijner tijd door het bestuur vast te stellen projectplan voor dijkversterking. Het projectplan is een verplicht onderdeel onder de Waterwet, het geeft een beschrijving van het werk en de wijze waarop het aanleggen of wijzigen van waterstaatswerken zal worden uitgevoerd. Voor enkele delen van het dijkverbeteringstraject is mogelijk ook aanpassing van bestemmingsplannen nodig om de beoogde dijkversterking mogelijk te maken, dit wordt na de keuze voor het VKA duidelijk Partijen betrokken bij de m.e.r.-procedure In deze paragraaf worden de partijen belicht die bij de m.e.r.-procedure betrokken zijn en/of worden. Initiatiefnemer en bevoegd gezag De verantwoordelijkheid voor het beheer van de primaire waterkeringen in het plangebied ligt bij waterschap Brabantse Delta. Vanuit deze verantwoordelijkheid treedt waterschap Brabantse Delta op als initiatiefnemer voor het projectplan Waterwet voor de dijkversterking en het daaraan gekoppelde MER. De initiatiefnemer vraagt het bevoegd gezag om mede op basis van het op te stellen milieueffectrapport een besluit te nemen over het projectplan Waterwet voor de dijkversterking. Als bevoegd gezag voor het projectplan Waterwet en de m.e.r. procedure treedt het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant op. Overige betrokken partijen Rijkswaterstaat Zuid Nederland Gemeenten Geertruidenberg, Drimmelen en Oosterhout Belanghebbenden (private partijen, bedrijven en maatschappelijke organisaties) Om de verschillende belanghebbenden op een juiste manier te betrekken bij de planvorming zijn ze ingedeeld in een aantal groepen. Bestuurlijke stuurgroep (BSG) In de bestuurlijke Stuurgroep worden bestuurlijke issues afgestemd die voor ieder van de bevoegde gezagen van belang zijn voor het Project. De BSG heeft een rol in het sturen en 20\310 Geertruidenberg en Amertak

23 adviseren van enerzijds het projectteam maar anderzijds ook de besluitvormers (DB van het waterschap). In de BSG zijn de volgende partijen vertegenwoordigd. Tabel 1.1 BSG Organisatie RWS Zuid Nederland Gemeente Drimmelen Gemeente Geertruidenberg Gemeente Oosterhout Provincie Noord Brabant Waterschap Brabantse Delta Ambtelijke werkgroep bevoegd gezag (AWBG) De Ambtelijke werkgroep Bevoegd gezag is het meest intensief bij de totstandkoming van producten waaronder de NRD en het MER betrokken. Deze groep heeft de taak om de plannen binnen de eigen organisatie af te stemmen. Dat is van belang omdat deze medeoverheden hun eigen taken en bevoegdheden hebben die raakvlakken hebben met de dijkverbetering. Tabel 1.2 AWBG Organisatie Gemeente Drimmelen Gemeente Geertruidenberg Gemeente Oosterhout Provincie Noord-Brabant RWS Zuid-Nederland Klankbordgroep (KBG) De klankbordgroep bestaat uit belangenvertegenwoordigers die geen zitting hebben in de Ambtelijke Werkgroep en Bestuurlijke Stuurgroep zoals bewoners of leden uit de dorps-, wijkraad, bedrijven, recreatieve organisaties, visvereniging, lokale landschap-, historie- en natuurverenigingen. Deze vertegenwoordigers van groepen denken mee namens een achterban. Zij adviseren gevraagd en ongevraagd en kunnen onderwerpen ter overweging indienen. Om het gebiedsproces zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de lokale ingrepen is de klankbordgroep onderverdeeld in een groep stakeholders in het gebied rond de Dongemond (Slikpolder) en een groep stakeholders in het gebied rond de Amertak. Geertruidenberg en Amertak 21\310

24 Overige belanghebbenden De overige belanghebbenden worden via diverse communicatiemiddelen en kanalen betrokken en op de hoogte gehouden. Aan de start van de ter inzage legging van de NRD is een informatieavond georganiseerd. De belanghebbenden konden hun wensen kenbaar maken via de bijeenkomsten of door contact op te nemen met het waterschap. Commissie voor de milieueffectrapportage (Cie m.e.r.) De onafhankelijke Cie m.e.r. heeft advies uitgebracht over reikwijdte en detailniveau aan het Bevoegd Gezag (de provincie). De provincie heeft obv het advies van de Cie m.e.r., overige adviseurs en uitgebrachte zienswijzen bij brief d.d advies uitgebracht aan het waterschap m.b.t. de reikwijdte en het detailniveau van het op te stellen MER. De onafhankelijke Commissie toetst in een latere fase voorliggend MER op juistheid en volledigheid en geeft daarover wederom advies aan de provincie. De provincie geeft o.b.v. dat advies aan het waterschap aanbevelingen voor het besluitvormingstraject in het kader van de Waterwet. Wettelijke adviseurs Het bevoegd gezag vraagt advies aan de wettelijke adviseurs: De regiodirectie van het ministerie van Economische Zaken De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed De procedure stappen Het dijkversterkingsproject start met een verkenningsfase die circa 2 jaar duurt. In deze fase van het dijkversterkingsproject is het de taak van het waterschap om verschillende alternatieven voor de versterking van de dijken te onderzoeken èn hieruit het beste alternatief te kiezen, het zogenaamde voorkeursalternatief. Daarna volgt de planuitwerkingsfase inclusief wettelijke procedure die ook 2 jaar duurt, gevolgd door de realisatiefase. In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de procedurestappen van de m.e.r.-procedure die voor een belangrijk deel binnen de verkenningsfase worden doorlopen maar pas wordt afgerond in de planuitwerkingsfase. Voorfase In de Notitie reikwijdte en Detailniveau (NRD) is vastgelegd welke oplossingen als kansrijk worden bestempeld. Tevens is aangegeven op welke thema s het onderzoek in het MER zich zal richten: de reikwijdte van het onderzoek. De publicatie is onder andere bedoeld om derden (burgers en belangengroepen) en wettelijke adviseurs te informeren over de start van de m.e.r.- procedure voor de dijkversterking. Na publicatie van de NRD bestond de mogelijkheid tot 22\310 Geertruidenberg en Amertak

25 inspraak, zoals die door het bevoegd gezag, de provincie Noord-Brabant is georganiseerd. Een ieder heeft vervolgens gedurende zes weken de gelegenheid gehad om zienswijzen in te dienen. De Commissie voor de m.e.r. heeft advies uitgebracht aan het Bevoegd Gezag (de provincie). De provincie brengt vervolgens op basis van het advies van de commissie en de inspraakreacties aan het waterschap advies uit over de reikwijdte en het detailniveau van het op te stellen MER. MER Het MER wordt opgesteld aan de hand van de onderzoeksopgave zoals beschreven in de NRD en het advies van het bevoegd gezag over reikwijdte en detailniveau. Waterschap Brabantse Delta formuleert mede op basis van het conceptmer een gemotiveerde keuze uit de bestudeerde alternatieven, een voorkeursalternatief (VKA). Dit VKA wordt in de planuitwerkingsfase uitgewerkt in het ontwerp-projectplan. Daarin wordt een beschrijving gegeven van het plan en de effecten er van en wordt tevens ingegaan op de wijze waarop de dijkversterking zal worden uitgevoerd. Het concept MER wordt in deze planuitwerkingsfase nader aangevuld en aangescherpt tot een definitief MER dat met het ontwerp Projectplan waterwet in procedure gaat. Inspraak Wanneer het MER inhoudelijk is afgerond wordt deze samen met het ontwerp-projectplan ter inzage gelegd. Een ieder kan vervolgens zienswijzen indienen op het MER. De Commissie voor de m.e.r. brengt advies uit over het MER. Definitief besluit Na inspraak en advisering over MER en ontwerp-projectplan voor de dijkversterking wordt het definitieve projectplan door het waterschap vastgesteld en ingediend bij Gedeputeerde Staten voor goedkeuring volgens artikel 5.7 van de Waterwet. Het definitieve projectplan voor de dijkversterking wordt ter inzage gelegd. Er is dan beroep mogelijk bij de Raad van State. Na vaststelling van het projectplan voor dijkversterking wordt het bestek voor het dijktraject voorbereid. De uitvoering kan gestart worden zodra alle benodigde vergunningen voor de aanleg verleend zijn door het bevoegd gezag. Daarnaast dienen waar nodig de gemeentelijke bestemmingsplannen gewijzigd te zijn en zullen de benodigde grondverwervingsprocedures doorlopen moeten zijn. In bijlage 2 is de m.e.r.-procedure weergegeven, inclusief alle termijnen en verantwoordelijke partijen Inhoudelijke vereisten Een MER moet aan een aantal eisen voldoen. Deze eisen zijn wettelijk bepaald (Wet milieubeheer): Geertruidenberg en Amertak 23\310

26 Een beschrijving van de voorgenomen activiteit en de wijze van uitvoering, met de (reële) alternatieven daarvoor, en de motivering van de keuze voor de in beschouwing genomen alternatieven Een aanduiding van het te nemen besluit of de besluiten waarvoor het milieueffectrapport wordt gemaakt, en een overzicht van de eerder genomen besluiten die betrekking hebben op de voorgenomen activiteit en alternatieven Een beschrijving van de huidige situatie en autonome ontwikkeling van het milieu, voor zover de voorgenomen activiteit of de beschreven alternatieven daarvoor gevolgen kunnen hebben Een beschrijving van de gevolgen van voorgenomen activiteit en alternatieven voor het milieu, alsmede een motivering van de wijze waarop deze gevolgen zijn bepaald en beschreven Een vergelijking van de alternatieven op basis van de bepaalde milieueffecten Een beschrijving van de maatregelen om belangrijke nadelige milieueffecten van de activiteit te voorkomen, te beperken of zoveel mogelijk teniet te doen Een overzicht van de leemten in kennis, ten gevolge van het ontbreken van de benodigde gegevens Een publieksvriendelijke samenvatting Advies van de Commissie voor de m.e.r. De Commissie voor de m.e.r. heeft advies over reikwijdte en detailniveau voor het MER uitgebracht. De Commissie adviseert om in het rapport de omvang en de oorzaken van de veiligheidsproblemen te beschrijven, en een doorkijk te geven naar de veiligheid op de langere termijn. Daarnaast moet duidelijk worden welke doelen voor ruimtelijke kwaliteit worden nagestreefd en welke kansen er liggen voor andere functies, zoals recreatie en natuur. Als de doelen en kansen helder zijn kan vervolgens bepaald worden welke verschillende inrichtingsmogelijkheden er zijn en kunnen daarvan de milieueffecten worden onderzocht. De Commissie beschouwt de volgende punten als essentiële informatie in het MER. Dat wil zeggen dat voor het meewegen van het milieubelang in de besluitvorming het MER in ieder geval onderstaande informatie moet bevatten: Een navolgbare onderbouwing van de probleem- en doelstellingen voor de voorgenomen dijkversterkingen op basis van een beschrijving van de verschillende faalmechanismen en met een doorkijk naar de langere termijn. Gebruik hiervoor een heldere beschouwing over de oorzaken en de omvang van de problematiek, uitgaande van de aanpak en bijbehorende veiligheidsnormen zoals sinds 1 januari 2017 vastgelegd in de Waterwet. Inzicht in doelstellingen voor het project ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit, mede op basis van de ruimtelijke diagnose. 24\310 Geertruidenberg en Amertak

27 Een onderbouwing van de in beschouwing te nemen alternatieven en varianten, gegeven de doelstellingen voor hoogwaterveiligheid, de visie op ruimtelijke kwaliteit en meekoppelkansen voor andere functies. Een beschrijving van de milieueffecten, onderverdeeld in een beschrijving van de effecten van de alternatieven op een detailniveau dat nodig is voor de onderbouwing van de keuze voor het voorkeursalternatief (VKA), en een beschrijving gericht op de effecten van het VKA, op een detailniveau dat nodig is voor het Projectplan. Bovenstaande punten komen in dit MER aan bod. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft de probleem- en doelstelling en geeft een korte beschrijving van het gebied waarbinnen de ingrepen gaan plaatsvinden. In hoofdstuk 3 is het onderzoek naar een systeemoplossing met behulp van dynamische keermiddelen als alternatief voor de dijkverbetering samengevat. De referentiesituatie en te beschouwen alternatieven voor de dijkversterking zijn beschreven in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de aanpak van het milieuonderzoek en wordt een totaaloverzicht gegeven van de milieueffecten. Hoofdstuk 6 gaat in op het voorkeursalternatief. In deel B, hoofdstuk 7 tot en met 12, zijn de thematische hoofdstukken opgenomen, namelijk Veiligheid, Bodem en Water, Natuur, Landschap, Cultuurhistorie en Archeologie, Woon- en leefmilieu en kosten. Daar komende effectbeoordelingen aan de orde, ook wordt per aspecrt ingegaan op de huidige situatie en autonome ontwikkeling. Geertruidenberg en Amertak 25\310

28 2 Gebiedsbeschrijving en probleem- en doelstelling Dit hoofdstuk gaat in op het plan- en studiegebied (paragraaf 2.1 en 2.2) en op de probleem- en doelstelling (paragraaf 2.3 en 2.4) 2.1 Plan- en studiegebied en aandachtspunten dijkversterking Plangebied Het plangebied ligt ten zuiden van de Amer en langs de Donge en Amertak in de gemeenten Drimmelen, Geertruidenberg en Oosterhout. Op de volgende figuur zijn de primaire waterkeringen rondom Geertruidenberg weergegeven. De waterkeringen zijn onderdeel van de trajecten 34-1, 34a-1 en 35-2 zoals aangeduid in de (nieuwe) eerste beoordeling van de primaire keringen op basis van overstromingskans. 26\310 Geertruidenberg en Amertak

29 Figuur 2.1 Dijken plangebied + omgeving Vanuit de derde toetsingsronde en verlengde derde toetsingsronde zijn secties van de dijktrajecten afgekeurd, die secties vormen het plangebied en zijn in het zwart weergegeven op de volgende figuur 2.2. Geertruidenberg en Amertak 27\310

30 Kenmerkend voor het plangebied en de directe omgeving zijn onder andere de vesting van Geertruidenberg, de Amercentrale (elektriciteitscentrale gestookt op steenkool en biomassa met stadswarmtelevering aan Breda en Tilburg en het kassengebied Plukmade) inclusief de hoogspanningsverbindingen daar naar toe, de scheepsbouw en de jachthavens. In onderstaande figuur zijn, niet uitputtend, verschillende gebiedskenmerken weergegeven. Figuur 2.2 Plangebied en kenmerken. Het plangebied is opgedeeld in twee deeltrajecten, de Amertak en Donge/Slikpolder. 28\310 Geertruidenberg en Amertak

31 Deeltraject Amertak Dit deeltraject ligt aan de oost- en westzijde van de Amertak. Aan de oostzijde van de Amertak loopt het plangebied verder noordelijk door tot aan de monding van de Amer. Aan de westzijde loopt het plangebied verder zuidelijk door tot net ten zuiden van de A59. De Amertak is 60 meter breed van oever tot oever. De oevers zijn verstevigd met stortsteenbekleding. De dijken hebben een talud van 1:3 en ten noorden van de Amertakbrug/Kanaalweg een steunberm aan de binnendijkse zijde. Het noordelijke deel van de Amertak wordt begeleid door een dubbele rij populieren op deze bermen. Aan de westzijde ligt binnendijks gedeeltelijk een industriespoor. Ook ligt aan de westzijde een fietspad. Ten noorden van de Amertakbrug ligt het fietspad op de kruin van de dijk, en aan de zuidzijde op de binnendijkse berm. Sinds de aanleg van de Amertak is de uitbreiding van het industriegebied bij Oosterhout versterkt doorgezet. Ten noorden van de A59 is het glastuinbouwcomplex Plukmade ontwikkeld. Langs de Amer is aan de westzijde bij Drimmelen een groot recreatiegebied en een watersportcentrum ontwikkeld. Dit deeltraject kenmerkt zich door relatief open gebied aan de noordkant en hoofdzakelijk kassen aan de zuidkant. Aan de oostzijde van de Amertak en ten noorden van de provinciale weg N623 grenst de dijk aan agrarisch gebied. Ten zuiden van de provinciale weg grenst de dijk aan agrarisch gebied en aan een bedrijventerrein. De Amertak is vormgegeven als functioneel en statig kanaal met robuuste dijken. De lange lijnen en formele boombeplanting aan de noordzijde maken de Amertak tot een sterke landschappelijke structuur: een drager die structuur en beschutting geeft in dit sterk industriële en infrastructurele gebied. De dijken zijn deels toegankelijk en worden gebruikt als uitloopgebied. Goed begaanbare paden ontbreken echter. De Amertak is vanuit Geertruidenberg enkel oversteekbaar bij de provinciale weg N623. Aandachtspunten in dit deeltraject zijn de klachten over kwel, de ruimtelijke inpassing van de dijkversterking rekening houdend met de bestaande kassen, kabels en leidingen (hoogspanning onder andere). Deeltraject Donge en Slikpolder Dit deeltraject ligt aan de noordkant van de rivier de Donge (oost- en westzijde). De Donge kenmerkt zich door het natuurlijke, bochtige verloop. Aan de westzijde ligt de Slikpolder. Aan de oostzijde ligt het bedrijventerrein Dombosch inclusief loswal. De Slikpolder is een relatief open gebied. Het betreft relatief korte dijksecties. Geertruidenberg en Amertak 29\310

32 De dijktrajecten die zijn afgekeurd langs de Slikpolder en de Donge bevinden zich aan de noordoostelijke zijde van Geertruidenberg. Het is een gebied met een tweeledig karakter. Je ervaart het natuurlijke, extensieve gebied. Maar de Amercentrale en het industriegebied zijn ook voelbaar aanwezig. Dijken met hoge hekken met prikkeldraad bij de Amercentrale maken een onvriendelijke indruk. Deze dijken zijn duidelijk hoger en robuuster dan de dijken langs de Donge. De dijken langs zowel de Slikpolder als de Donge zijn overwegend niet openbaar toegankelijk. De dijken langs weerszijden van de Donge worden beweid door schapen. De Slikpolder is het laatste gebied met relatief natuurlijke inrichting aan de noordzijde van Geertruidenberg. Er wordt in de winter een tijdelijke ijsbaan gecreëerd, maar verder biedt de Slikpolder weinig mogelijkheden voor recreatief gebruik. De woonwijken aan de rand van Geertruidenberg staan met hun achterzijde (tuinen) naar de Slikpolder gesitueerd. De te verbeteren dijk aan de oostzijde van de Donge grenst binnendijks direct aan de bedrijfskavels van industrieterrein Dombosch. Aandachtspunten in dit deeltraject zijn de ruimtelijke inpassing van de dijkversterking, onder andere rekening houdend met het bedrijventerrein. Op structuurniveau ligt Geertruidenberg met de rug naar de Bergsche Maas. Met de recente stedelijke herstructurering van het centrum en de aanpak van de Donge oevers wordt het contact met de Donge weer opgezocht. In het structuurplan van de gemeente Geertruidenberg wordt de potentie van de Donge als recreatieve verbinding en ecologische structuur richting de Bergsche Maas onderkend. Ook de toegankelijkheid voor het scheepvaartverkeer is een aandachtspunt, vanwege de aanwezige scheepswerven voor (zeer) grote schepen. Studiegebied Het studiegebied is het gebied waar effecten als gevolg van de voorgenomen activiteit kunnen optreden. Het betreft het plangebied én de omgeving daarvan. De omvang van het studiegebied kan niet bij voorbaat worden aangegeven. Uit onderzoek in het kader van het MER zal blijken hoe ver de milieugevolgen van de dijkversterking zich uitstrekken. Dit kan per milieuaspect verschillen. 2.2 Dijktrajectindeling De onderverdeling van dijktrajecten wordt bepaald door de kenmerken van de omgeving, geometrie van de waterkering, de faalmechanismen die aan de orde zijn en de bodemopbouw. Tabel 2.1 geeft de te onderscheiden dijktrajecten per normtraject, met de verschillende kenmerken. Figuur 2.3 geeft bovengenoemde dijktrajecten weer op kaart 30\310 Geertruidenberg en Amertak

33 Tabel 2.1 Kenmerken dijktrajecten: omgeving, geometrie en bodemopbouw Normtraject Dijktraject Omgeving Geometrie Bodemopbouw 34-1 Amertak West - noord Landelijk Dijk met een berm (ca. 25m) Zandkern, dunne deklaag en een teensloot 34-1 Amertak West - zuid Bebouwd, ruimte Dijk met een berm (ca. 20m) Zandkern, dunne deklaag beschikbaar tot teensloot en een teensloot Kadeconstructie met dijk Kleidijk, deklaagdikte varieert 34a-1 Amertak Oost - noord Landelijk Dijk met teensloot Zandkern, overwegend met een dunne deklaag (delen zonder deklaag) 34a-1 Amertak Oost midden Landelijk Dijk met teensloot Zandkern, overwegend met een dunne deklaag (delen zonder deklaag) 34a-1 Amertak Oost zuid Landelijk/ bedrijventerrein Dijk met teensloot Zandkern, overwegend met een dunne deklaag (delen zonder deklaag) 34a-1 Slikpolder Amercentrale Landelijk Hoge dijk met teensloot Kleidijk, met dunne deklaag in het achterland 34a-1 Slikpolder Donge West Landelijk Dijk met teensloot Zandkern, met dunne deklaag in het achterland 34a-1 Slikpolder - Dijkverlegging (Alternatief) Landelijk Nader te bepalen Geen dijklichaam, dunne deklaag 35-2 Donge Oost Bebouwd Dijk met greppel bij de binnenteen Kleidijk, deklaagdikte varieert Geertruidenberg en Amertak 31\310

34 Slikpolder Donge West Donge Oost Slikpolder Amercentralehaven Amertak Oost Noord Slikpolder Dijkverlegging (alternatief) Amertak West Noord Amertak Oost Midden Amertak Oost Zuid Amertak West Zuid Figuur 2.3 Dijktrajecten. 32\310 Geertruidenberg en Amertak

35 Figuur 2.4 Amertak Oost Geertruidenberg en Amertak 33\310

36 2.3 Probleemanalyse In deze paragraaf wordt dieper ingegaan op de problematiek. Dijken kunnen op verschillende manieren bezwijken. In onderstaande paragrafen worden de faalmechanismen, waar delen van de dijk op zijn afgekeurd, nader toegelicht. De probleemanalyse is gebaseerd op de veiligheidsanalyse die is opgesteld om naast de uitkomsten van de derde toetsing ook aan te sluiten bij de nieuwe veiligheidsfilosofie (2017). In de onderstaande alinea s wordt dan ook apart aandacht besteed aan de uitkomst van de veiligheidsanalyse. Overloop en overslag (hoogte) Toelichting faalmechanisme Als de dijk te laag is kan bij hoogwater water over de dijk stromen (overloop). Ook kan door golfoverslag water over de dijk lopen. Wanneer te veel water over de dijk stroomt door overloop of golfoverslag, kan het binnentalud eroderen, met eventueel bezwijken van de dijk als gevolg. Figuur 2.5 Schematische weergave van hoogtetekort als faalmechanisme (l) [bron: helpdeskwater.nl] en een voorbeeld van een overstromende zomerkade (r). Uitkomst veiligheidsanalyse De dijken hebben momenteel voldoende hoogte. Dit geldt voor alle dijkvakken. In de verdere toekomst wordt verwacht dat hoogte wel een probleem kan worden. Voor de situatie in 2070 geldt dat de dijken van normtraject 34a-1 een hoogtetekort hebben over een lengte van m. Hoogte vormt daardoor wel een onderzoekspunt voor de versterking. Voor de dijken waar in de periode vóór 2070 een hoogtetekort ontstaat geldt dat het slechts een zeer beperkt hoogtetekort betreft. Dit tekort kan te zijner tijd met eenvoudige maatregelen worden opgelost. Zou dit hoogtetekort nu al worden meegenomen in de versterkingsmaatregelen dan resulteert dit (door het meenemen van onzekerheden in bijv. klimaatscenario s)in relatief grote maatregelen om een beperkt hoogtetekort op te lossen. In het kader van doelmatigheid is daarom door het Waterschap Brabantse Delta besloten de dijktrajecten binnen dit dijkversterkingsproject niet te verhogen. 34\310 Geertruidenberg en Amertak

37 Opbarsten en piping Toelichting faalmechanisme Bij hoge waterstanden, kan water door zandlagen, die aanwezig zijn onder de basis van de dijk, onder de dijk doorstromen. Dit gebeurt veelal na het opbarsten van de deklaag (door waterdruk) op een binnendijkse plek/locatie. Wanneer zanddeeltjes meegevoerd worden, kan door terugschrijdende erosie een holle ruimte, ook wel pipe genoemd, onder de dijk ontstaan (zie figuur 2.5 met bijbehorende foto), waardoor de dijk ondermijnd wordt en kan bezwijken. Dit bezwijkmechanisme noemen we piping. Figuur 2.6 Schematische weergave van piping als faalmechanisme (l) [bron: helpdeskwater.nl] en een voorbeeld van een zandvoerende wel (r). Uitkomst veiligheidsanalyse Alle dijkvakken worden afgekeurd op opbarsten en piping. Piping is te verhelpen door ervoor te zorgen dat de weg die het water moet afleggen, de kwelweg, zodanig lang is dat de grondwaterdruk afneemt en geen zand meer kan uitspoelen. Andere mogelijkheid is een voorziening te treffen dat, ondanks de hoge waterdruk, toch geen zand kan uitspoelen. Voorbeelden hiervan worden in paragraaf 4.3 gegeven. Voor een nadere uitleg over grondwater en kwel wordt verwezen naar hoofdstuk 8 bodem en water. Macrostabiliteit binnen- en buitenwaarts (afschuiving) Uitleg faalmechanisme Een te lage stabiliteit van het binnen- of buitentalud van de dijk kan bij hoge belastingen (waterstand, golfoverslag) leiden tot het afschuiven van het talud. Een grondmoot van het talud schuift dan af (zie volgende figuur ter illustratie). Op de plek van de afschuiving wordt de dijk zwakker en kan deze bezwijken. Geertruidenberg en Amertak 35\310

38 Figuur 2.7 Schematische weergave van binnenwaartse macrostabiliteit als faalmechanisme (l) [bron: helpdeskwater.nl] en een voorbeeld uit de praktijk (r). Uitkomst veiligheidsanalyse In de veiligheidsanalyse is hier veel grond- en labonderzoek naar uitgevoerd en zijn nieuwe rekenmethodieken toegepast. De uitkomsten zijn dat de dijken: Voldoen aan de eisen van macrostabiliteit buitenwaarts Langs de Amertak van zowel dijkring 34-1 als 34a-1 voldoen aan de eisen ten aanzien van macrostabiliteit binnenwaarts. Ook voor het zichtjaar 2070 voldoen de keringen nog aan de eisen Langs de Donge en in de haven van de Amercentrale voldoen de dijken niet aan de eisen Stabiliteit Voorland (=zijde van de dijk aan de rivier/het kanaal) Uitleg faalmechanisme Voorlandstabiliteit wordt getoetst op twee faalmechanismen, te weten afschuiving (naar beneden schuiven) en zettingsvloeiing. Afschuiving kan optreden omdat de oever van het voorland, met name onder water, te steil is. Zettingsvloeiing ontstaat als een zandlaag zich als een vloeistof gaat gedragen onder invloed van toegenomen grondwaterspanningen (drijfzand). Het gevolg van zettingsvloeiing kan zijn dat er delen van de dijk of het voorland de riviergeul inschuiven, vooral als het (onderwater)talud erg steil is. 36\310 Geertruidenberg en Amertak

39 Zettingsvloeiing klei zand vloeibaar zand klei Figuur 2.8 Schematische weergave en foto zettingsvloeiing [bron foto: Optimum, Nr. 9, september 2002]. Uitkomst veiligheidsanalyse De keringen langs de Amertak voldoen niet aan de eisen van het faalmechanisme stabiliteit voorland. De zandlagen in de ondergrond zijn relatief los gepakt waardoor ze verwekingsgevoelig kunnen zijn. De keringen langs de Donge en de haven van de Amercentrale voldoen. Micro-(in)stabiliteit Uitleg faalmechanisme Binnen het spoor microstabiliteit wordt beoordeeld of het binnentalud van de dijk op microniveau stabiel is. Micro-instabiliteit treedt op wanneer deklaag aan het oppervlak van het binnentalud onvoldoende weerstand geeft tegen bij de druk van het grondwater dat door het grondlichaam stroomt. De deklaag van (meestal de onderzijde van) het binnentalud bezwijkt, waardoor door het stromende grondwater materiaal uit de kern van de dijk kan uitspoelen. Ook kan de afdekkende ondoorlatende kleilaag door het drukverschil over de toplaag worden afgedrukt van de dijk. Uitkomst veiligheidsanalyse Op de dijktrajecten Donge West en Haven Amercentrale bestaat de dijk uit klei en kan dit faalmechanisme niet optreden. Echter op de overige trajecten kan niet worden uitgesloten dat micro-instabiliteit optreedt aangezien de kern van de waterkering uit zand bestaat. Op basis van de huidig beschikbare informatie worden de dijktrajecten Donge west en de gehele Amertak als onvoldoende beoordeeld. Bekleding Uitleg faalmechanisme De bekleding van de dijk bestaat vaak uit stenen, gras of een combinatie van beide. Deze kan Geertruidenberg en Amertak 37\310

40 beschadigen door hoge waterdruk, stroming veroorzaakt door scheepvaart, of door toedoen van mensen. Dit maakt de dijk kwetsbaar voor invloeden van water en wind. Uitkomst veiligheidsanalyse De bekleding op de dijk bestaat uit (breuk)steenbekleding op de lagere delen van het buitentalud en gras op de hogere delen van het buitentalud en het binnentalud. De breuksteenbekleding is aangebracht voor dagelijkse belastingen zoals scheepvaartgolven. Bij maatgevende omstandigheden wordt de bekleding nauwelijks belast. Vanuit dat oogpunt voldoet de bekleding aan de eisen voor waterveiligheid. Echter er is wel schade aan de breuksteenbekleding. Dit komt door tekortkomingen bij het aanbrengen van de bekleding en achterstallig onderhoud. De grasbekleding van de waterkeringen langs het Amerkanaal voldoet. De golfcondities van het water zijn hier beperkt. De grasbekleding op het buitentalud voldoet niet voor de trajecten 34a-1 Slikpolder - Amercentrale en 35-2 Donge Oost. 38\310 Geertruidenberg en Amertak

41 Samengevat per dijktraject In onderstaande tabel worden de conclusies uit de veiligheidsanalyse samengevat weergegeven. Daarbij geldt dat wordt uitgegaan van de resultaten van de derde (verlengde) ronde toetsing waarbij tevens geanticipeerd wordt op de nieuwe normering en rekenregels (zie hoofdstuk 1). Per dijktraject is te zien of de faalmechanismes onvoldoende, voldoende of goed scoren. Tabel 2.2 Samenvatting conclusies veiligheidsanalyse Normtraject Dijkvak Overloop en overslag Opbarsten en piping 34-1 Amertak West - noord G O G V O O V V 34-1 Amertak West - midden G O G G O O V V 34-1 Amertak West - zuid G O G G O O V V Amertak West - zuid 34-1 kadeconstructie G O G G O O V V 34a-1 Amertak Oost - noord G O G V O O V V 34a-1 Amertak Oost zuid G O G G O O V V 34a-1 Slikpolder Amercentrale G O O G V G V O 34a-1 Slikpolder Donge West G O O G V O V V 35-2 Donge Oost G O O G V G V O Macrostabiliteit binnenwaarts Macrostabiliteit buitenwaarts Stabiliteit Voorland Microstabiliteit Bekleding - Steenbestorting Bekleding - Gras Onvoldoende [m] Voldoende [m] Goed [m] Geertruidenberg en Amertak 39\310

42 2.4 Doelstelling/opgave Hoofddoel/ Voorgenomen activiteit Het waterschap wil overstromingen voorkomen, slachtoffers vermijden en schade zoveel mogelijk beperken. Vanuit deze doelstelling werkt het waterschap aan de dijken, zodat die voldoen aan de wettelijk vastgestelde veiligheidsnorm. Dit is het primaire doel van het dijkversterkingsproject. Voor de dijkversterking Geertruidenberg en Amertak houdt dat in dat de dijken langs de kop van de Donge en het kanaal de Amertak moeten worden versterkt. Specifiek voor het project is het doel het versterken van de afgekeurde dijktrajecten uit de derde en verlengde derde toetsronde, zodanig dat de trajecten aan de nieuwe sinds van kracht zijnde normen gaan voldoen voor de komende 50 jaar. Bij de aanpassing van de Waterwet per is besloten om voor het beoordelen van de veiligheid van de primaire waterkeringen over te stappen van de overschrijdingskansbenadering naar de overstromingskansbenadering. Op de volgende figuur staat per traject de kans weergegeven waar de dijken nu aan moeten voldoen. De waterkeringen langs de Amertak en de Donge moeten voldoen aan een overstromingskans van 1/1000 per jaar (westelijke oever Amertak) en 1/3000 per jaar (overige dijken). Betrouwbaarheid van sterkte Het hoofddoel is verder vertaald naar de betrouwbaarheid van sterkte. Het gaat dan om de zekerheid die een dijkversterkingsoplossing biedt aan de beheerder dat de waterkerende functie gedurende de gewenste/verwachte levensduur intact blijft. Deze zekerheid is afhankelijk van het materiaalgebruik, de complexiteit van de oplossing, gecombineerde afhankelijkheden en de reeds opgedane ervaring met de oplossingsrichting. Een oplossingsrichting met een onzekere toekomstige sterkte kan meer inspectie, monitoring en onderhoud vergen. 40\310 Geertruidenberg en Amertak

43 1/ / / /1.000 Figuur 2.9 Projectgebied met vigerende norm (signaalkans)per jaar per traject. Waarom is er een verschil in normering tussen de oost- en westoever van de Amertak De nieuwe normering voor de dijkversterking is gebaseerd op basisveiligheid, economische doelmatigheid en beheersing van het groepsrisico. Eisen aan primaire waterkeringen vanuit basisveiligheid Een basisveiligheidsniveau voor iedereen achter de dijk is benoemd als een leidend principe bij de actualisering van het waterveiligheidsbeleid. De basisveiligheid is geoperationaliseerd met het stellen van eisen aan het Lokaal Individueel Risico (LIR). Dit is per gebied de kans dat iemand op een bepaalde locatie overlijdt door een overstroming waarbij rekening gehouden is met de mogelijkheid van evacuatie. Deze kans mag niet groter zijn dan 1 keer in de jaar (10-5). Eisen aan primaire waterkeringen vanuit economische doelmatigheid Geertruidenberg en Amertak 41\310

44 Het economisch optimaal beschermingsniveau is afhankelijk van de economische schade ten gevolge van een overstroming en de kosten die gemaakt moeten worden om de overstromingskans te verkleinen. Per traject is de overstromingsschade in 2050 berekend en de kosten van het realiseren van een 10 maal hoger beschermingsniveau. De totale schade bestaat uit economische schade en (gemonetariseerde) schade als gevolg van (dodelijke) slachtoffers en getroffenen. Voor de groei van de economische schade is uitgegaan van een groeipercentage van 1,9 %. Het verhoudingsgetal van schaden en kosten is een goede voorspeller gebleken van het economisch optimale beschermingsniveau. Voor het afleiden van eisen aan de overstromingskans vanuit economische doelmatigheid is gebruik gemaakt van een vereenvoudigde werkwijze. Eisen aan keringen vanuit beheersing groepsrisico Bij slachtofferrisico s wordt gekeken naar het aantal dodelijke slachtoffers als direct gevolg van een overstroming. Vanuit het maatschappelijk perspectief is het van belang om ook te kijken naar de kans op een groot aantal slachtoffers in één overstroming. In gebieden waar veel mensen wonen of waar een groot gebied in één keer kan onderstromen, kunnen veel slachtoffers vallen. Eén overstroming met een groot aantal slachtoffers heeft een grotere impact dan veel kleine(re) incidenten. Dit aspect komt tot uitdrukking in het groepsrisico. Voor de verschillende normtrajecten zijn de eisen afgeleid. De afleiding van deze normen is beschreven in verschillende rapportages. Zie bijvoorbeeld de rapportage bij de Deltabeslissing Waterveiligheid. Bij het afleiden van de nieuwe normen is rekening gehouden met inzet van het Volkerak-Zoommeer als waterbergingsgebied. Samenvattend kan gesteld worden dat vanwege de verschillende kenmerken van de gebieden en andere bevolkingsdichtheden ten westen en oosten er verschillende risico s zijn en andere potentiële gevolgen kunnen optreden. De verschillende uitgangspunten worden meegenomen in de berekening en daarom zijn de normen anders voor de west- en oostzijde van de Amertak. Kunstwerken buiten opgave/scope Binnen de afgekeurde dijktrajecten zijn drie gemalen aanwezig (zie ook figuur 2.2). Het eventuele aanpassen van deze kunstwerken valt buiten de scope van het project Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak. Bij de Amercentralehaven bevinden zich restanten van een oud gemaal in de dijk. Deze restanten worden in het kader van dit project verwijderd. Verder is er binnen dit project aandacht voor de aansluiting op de bestaande kunstwerken (maatwerkoplossing indien noodzakelijk). 42\310 Geertruidenberg en Amertak

45 2.4.2 Nevendoelen Naast het hiervoor behandelde primaire doel van de dijkversterking van optimale betrouwbaarheid van sterkte bestaan er nog een aantal nevendoelen: Tabel 2.3 Doelen Thema Hoofddoel Nevendoel Veiligheid Optimale betrouwbaarheid van sterkte Goede mogelijkheden voor beheer en onderhoud Optimale uitbreidbaarheid Ruimtelijke kwaliteit Behoud en waar mogelijk versterking van Ruimtelijke kwaliteit (continuïteit, gebruiks- en belevingswaarde) en optimale (landschappelijke) inpassing dijkverskeringsmaatregelen Meekoppelkansen Zoveel mogelijk verzilveren van meekoppelkansen Beheer en onderhoud Onder dit nevendoel vallen inspecteerbaarheid, beheerbaarheid, beoordeelbaarheid. Omdat deze deelcriteria congruent zijn, d.w.z een goed inspecteerbare kering is goed te beheren en te beoordelen, vallen de criteria onder één noemer beheer en onderhoud. De waterkering dient onder normale en hoogwateromstandigheden geïnspecteerd te kunnen worden door de beheerder zodat preventief zwaktes in de kering geïdentificeerd kunnen worden waarmee tijdig maatregelen getroffen kunnen worden. De kering en kerende elementen dienen daarvoor toegankelijk te zijn of falen dient indirect zichtbaar te zijn (bijvoorbeeld via monitoring). Ook onder hoogwater omstandigheden dient inspectie mogelijk te zijn om een aanstaande calamiteit tijdig op te sporen. De waterkering en waterkerende elementen dienen dus ook onder deze omstandigheden toegankelijk te zijn. De kering en kerende elementen dienen toegankelijk te zijn voor regulier beheer waarbij maatwerkwerk en handwerk zoveel mogelijk vermeden dienen te worden. Periodiek (iedere 12 jaar) beoordeelt de beheerder de sterkte van de waterkering aan de dan actuele belasting. Des te eenduidiger de waterkering is samengesteld en des te meer inzicht is in de samenstelling en des te beter zicht is op de actuele sterkte van constructieve Geertruidenberg en Amertak 43\310

46 onderdelen, hoe beter en nauwkeuriger de sterkte van de waterkering is te beoordelen en hoe kleiner de kans is dat deze onterecht wordt afgekeurd. Uitbreidbaarheid Het nevendoel uitbreidbaarheid beoordeelt een oplossingsrichting op het creëren van, of behouden van de mogelijkheid, om de waterkering op termijn aan te passen aan nieuwe inzichten. Inzichten in de mate van belasting zoals hogere waterstanden en nieuwe inzichten in de sterkte van de waterkering. Hoe kleiner de inspanning die gepleegd moet worden om de waterkering aan te passen, des beter scoort de oplossingsrichting. Ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk Naast het ontwikkelen van een dijkversterking die veiligheid biedt tegen hoog water is het belangrijk recht te doen aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied en te zorgen voor een goede landschappelijke inpassing. In de Nota Ruimtelijke Diagnose en Ambitie is hieraan specifiek uitgebreid aandacht gegeven. De nota beschrijft de kwaliteiten van het gebied en de dijk daarbinnen, geeft informatie ten behoeve van de effectvergelijking van de alternatieven in dit MER en gaat uiteindelijk in op een optimale landschappelijke inpassing van het VKA. Een goede ruimtelijke kwaliteit bij een dijk gaat om het behoud/ hebben van een eigen karakter (continuïteit) en een goede landschappelijke inpassing (belevingswaarde), mogelijkheden tot dubbelgebruik/ combinatie van functies (gebruikswaarde). Dit laatste betreft bijvoorbeeld de begaanbaarheid van de dijken en het gebruik als wandel- of fietspad. De toekomstwaarde wordt komt aan bod bij de meekoppelkansen bij het dijkversterkingsproject. Een continu dijkprofiel over de totale lengte van de waterloop levert een goed leesbaar landschap op. Twee symmetrische profielen aan weerszijden van de waterloop versterken dit beeld nog eens. Dit geldt voor de dijken langs de Amertak als aangelegde waterloop, maar ook voor de dijken langs de Donge. Onderlinge overgangen van secties en overgangen van het niet aan te passen dijktraject naar de aan te passen secties dienen ruimtelijk geleidelijk in elkaar over te gaan. Als er overgangen gemaakt dienen te worden tussen verschillende alternatieven, dan het liefst alleen op duidelijke overgangen die al zichtbaar zijn in het landschap. De Amertakbrug is zo n duidelijk overgang. Een ruimtelijk symmetrisch uiterlijk van de Amertak aan weerszijden blijft hierbij een ruimtelijk uitgangspunt. Voor de kwaliteit van de Slikpolder is het van belang dat er keuzes worden gemaakt die zorgen voor ruimtelijk eenheid. Wordt de dijkverlegging gekozen, dan is het van belang dat de nieuwe dijk zo wordt ingepast dat deze ruimtelijk naadloos aansluit op de dijk van de Amercentrale en dezelfde continuïteit uitstraalt. Wordt de grondberm of de stabiliteitsberm met verticale 44\310 Geertruidenberg en Amertak

47 pipingconstructie gekozen dan is het van belang dat de overgang van niet aan te passen dijken naar de aan te passen dijk landschappelijk in elkaar overvloeien. Meekoppelkansen De versterking van de dijken zorgt niet alleen voor waterveiligheid, maar biedt ook kansen voor een kwaliteitsimpuls waar de omgeving en regio van profiteert. Zowel tijdens de werkzaamheden als in een toekomstige situatie ontstaan namelijk ook kansen voor ontwikkelingen die een ander doel hebben dan het verbeteren van de dijken ten behoeve van de waterveiligheid. Dit zijn de zogenaamde meekoppelkansen. Het waterschap heeft tot doel gesteld meekoppelkansen zoveel mogelijk te verzilveren. Het waterschap heeft in de verkenningsfase verschillende meekoppelkansen geïnventariseerd die vanuit haar eigen organisatie en andere belanghebbenden zijn aangedragen. Deze meekoppelkansen zijn opgenomen en beschreven in de Notitie Meekoppelkansen. In de nota is ook een indeling gemaakt voor de meekoppelkansen. In de verkenningsfase zijn enkel meekoppelkansen relevant die mogelijk van invloed zijn op de keuze van een bepaald dijkversterkingsalternatief. Wordt door de meekoppelkans een bepaald alternatief voor de dijkversterking bijvoorbeeld beïnvloed of wellicht zelfs onmogelijk gemaakt, dan is dat belangrijke informatie om mee te wegen. Omgekeerd kan het ook zo zijn dat door de keuze voor een bepaald dijkversterkingsalternatief de meekoppelkans wordt beïnvloed, ook dat is informatie die voor de verkenningsfase van belang is. Tabel 3.3 Overzicht relevante meekoppelkansen verkenningsfase Naam Herontwikkeling Slikpolder Wateroverlast Amertak Pontje Amertak EVZ Amertak EVZ Donge Uitbreiding Sibelco Verbreden en verdiepen Amertak Bij de ontwikkeling en afweging van de kansrijke alternatieven is inzichtelijk gemaakt wat het raakvlak en de effecten en kansen voor deze meekoppelkansen zijn. De meekoppelkansen spelen daarmee een rol bij de selectie van het VKA. Geertruidenberg en Amertak 45\310

48 3 Onderzoek en afweging systeemoplossing dynamische keermiddelen In de aanloop naar de voorbereiding van de dijkversterking van de afgekeurde dijktrajecten is een versterkingsmogelijkheid ter sprake gekomen die niet alleen van invloed is op de afgekeurde dijksecties maar ook grote invloed heeft op de functionaliteit van het gehele achterliggende watersysteem. Het betreft hier de aanleg van dynamische keermiddelen in de Donge en Amertak ter hoogte van de Maasmonding. Dergelijke kunstwerken worden gesloten bij dreigend hoog water en voorkomen daarmee dat het dreigend hoogwater zich via de Donge en Amertak verder richting het achterliggende gebied verplaatst. In dit scenario blijven de waterkeringen in het achterliggende gebied wel behouden maar worden deze waarschijnlijk afgewaardeerd naar zogeheten regionale waterkeringen. Figuur 3.1 Indicatieve locatie dynamische keermiddelen (rood gemarkeerd). 46\310 Geertruidenberg en Amertak

49 Waterschap Brabantse Delta heeft besloten de aanleg van een tweetal dynamische keermiddelen (vooraan in de verkenningenfase) op haalbaarheid te onderzoeken. Hieraan ligt een tweetal redenen ten grondslag: In de voorkeursstrategie van het Deltaprogramma is geadviseerd om bij een integrale aanpak van de totale verbeteropgave te bezien of aanleg van keersluizen een oplossing kan bieden Bij dijkversterkingen binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma dient geanticipeerd te worden op de aanstaande normwijziging voor primaire waterkeringen Deltaprogramma, deelprogramma rivieren; De genoemde primaire keringen liggen in een gebied met een grote diversiteit aan functies direct op of langs deze keringen. Om die reden is in het betreffende regioproces geconcludeerd dat voor het vervullen van de hoogwaterbeschermingsopgaven in dit gebied een afweging gemaakt zou moeten worden tussen het versterken van de primaire keringen en de bouw van twee (keer-) sluizen aan de mondingen van Donge en Amertak. Gezien de functies en belangen die in dit gebied aan de orde zijn, vraagt de afweging om een integrale aanpak zodat vanuit meerdere invalshoeken bekeken, de maatschappelijk beste oplossing gekozen kan worden. Het advies is dan ook om voor dit gebied de genoemde afweging vooraf te laten gaan aan de uitvoering van maatregelen. Omdat in het gebied sprake is van enkele afgekeurde dijkvakken is de vraag aan de orde of de verbetering hiervan een relatie heeft met de integrale afweging. Deze vraag kan op korte termijn beantwoord worden. De regionale partijen zijn bereid om hierin het voortouw te nemen. Figuur 3.2 Voorbeeld dynamische keermiddel met puntdeuren (links, zeewering Vlissingen) en met een roldeur (rechts, Noordersluis Ijmuiden) Bron: Rijkswaterstaat, Geertruidenberg en Amertak 47\310

50 Afweging aan het begin van het proces Er is een integrale afweging gemaakt (bezien vanuit meerdere invalshoeken) of de aanleg van een tweetal dynamische keermiddelen (keersluizen) maatschappelijk de beste oplossing is. Onderdeel van deze afweging is een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) op hoofdlijnen met daarin een vergelijking tussen de situatie met keersluizen en de situatie zonder keersluizen. Omdat de keuze voor wel of geen keersluizen cruciaal is voor het vervolg van de verkenningsfase, is dit onderzoek reeds voor het publiceren van voorliggende NRD afgerond. Er is daarom een analyse uitgevoerd van een tweetal situaties: Alternatief 1 DKM: Aanleg dynamische keermiddelen (DKM) in de monding van de Donge en van de Amertak. Door aanleg van de DKM wordt de waterstand in het achterliggende gebied gemaximeerd op een vast te stellen sluitpeil. Dijken in het gebied blijven hun functie behouden, echter ze worden mogelijk afgewaardeerd naar regionale keringen en hoeven t.a.v. toenemende buitenwaterstanden niet meer te worden versterkt. Alternatief 2: Geen aanleg DKM De dijken blijven hun functie behouden als primaire waterkering en zullen in de toekomst versterkt moeten worden als gevolg van inzichten t.a.v. toenemende buitenwaterstanden (vanwege klimaatveranderingen) Resultaten De situatie met en zonder DKM zijn onderling vergeleken op grond van ruimtelijke thema s en milieuthema s. Daaruit volgt op kwalitatieve gronden een lichte voorkeur voor de toepassing van DKM. Achtergrond daarvan is dat de impact van DKM op de omgeving kort maar hevig is gedurende de realisatieperiode en uiteraard lokaal een ruimtelijke impact heeft, maar op de lange termijn een beperkter invloed heeft op het gebied. Er is met DKM minder en beperkter ruimtebeslag door dijkversterking dan in de situatie zonder DKM. Om inzicht te krijgen in de kosten van de beide maatregelen is een MKBA uitgevoerd en een kostenraming opgesteld. Hieruit blijkt dat, gegeven de huidige inzichten, aanleg van DKM om een aanzienlijk hogere investering vraagt dan de situatie met traditionele dijkversterking. Uit de analyse van de technische oplossing voor versterking van de afgekeurde dijktrajecten is daarnaast gebleken dat: De maatregelen die nodig zijn om de waterkeringen langs de Amertak die in de derde toetsronde zijn afgekeurd veilig te maken, onafhankelijk zijn van het wel of niet aanleggen van dynamische keermiddelen De maatregelen die nodig zijn om de waterkering langs de Domboschpolder (oosten plangebied) die in de derde toetsronde is afgekeurd veilig te maken, beperkt afhankelijk zijn van de aanleg van dynamische keermiddelen. Een eventuele desinvestering (door de dijken 48\310 Geertruidenberg en Amertak

51 eigenlijk iets te sterk te maken) bedraagt hier < enkele tonnen t.o.v. de investeringskosten van alternatief 1 DKM Door het dagelijks bestuur van het waterschap, op advies van de bestuurlijke stuurgroep van betrokken overheden, is besloten dat: De keuze voor toepassing van dynamische keermiddelen uit te stellen tot na uitvoering van de definitieve Eerste beoordeling primaire waterkeringen overstromingskans (voormalig benaming 4e toetsronde) (betreffende de dijktrajecten langs Donge en Wilhelminakanaal) wanneer meer gegevens beschikbaar zijn en De dijkversterking langs Amertak, Slikpolder en Domboschpolder (afgekeurd in de 3e toetsronde) uit te voeren zonder rekening te houden met de eventuele bouw van dynamische keermiddelen Rol milieueffecten in afweging dynamische keermiddelen (DKM) De principe-oplossingen DKM en reguliere versterking zijn beschouwd op een breed beoordelingskader. Daarbij is zowel naar technische- ruimtelijke, milieu als financiële aspecten gekeken. Dit is gebeurd door middel van een kwalitatief spoor (toepassing beoordelingskader en opstelling stakeholders) en kwantitatief (kosten/baten) spoor. Voor de milieueffecten is op kwalitatieve wijze een beoordeling door middel van expert judgement uitgevoerd, die aansluit bij het beoordelingskader zoals in dit MER wordt toegepast. Voor het in beeld brengen en monetariseren van de kosten en baten is een maatschappelijke Kosten en Baten Analyse (MKBA) opgesteld. Een maatschappelijke kosten-baten analyse is een economische projectbeoordeling die kan dienen als hulpmiddel bij het maken van keuzes tussen projectalternatieven. In een MKBA worden ongelijksoortige effecten van een beleidsmaatregel (bijvoorbeeld financiële kosten en opbrengsten, effecten op natuur, milieu, economie) systematisch in beeld gebracht, gewaardeerd en met elkaar vergeleken. De vergelijking van de diverse effecten wordt gemaakt door ze allemaal zo veel mogelijk onder dezelfde noemer te scharen. Hiertoe worden alle effecten zoveel mogelijk gemonetariseerd. Dit houdt in dat deze effecten aan de hand van verschillende economische waarderingsmethoden in euro s worden uitgedrukt. Geertruidenberg en Amertak 49\310

52 4 Ontwikkeling alternatieven Dit hoofdstuk beschrijft de referentiesituatie, toekomstige ontwikkelingen en ontwikkeling van de alternatieven voor de dijkversterking. 4.1 Referentiesituatie (2030) Om de wijzigingen in milieueffecten als gevolg van de dijkversterking in beeld te brengen, worden de te ontwikkelen alternatieven voor de dijkversterking vergeleken met de referentiesituatie. De referentiesituatie geeft de situatie weer die naar verwachting op termijn zal ontstaan zonder uitvoering van de dijkversterkingsmaatregelen. Als referentiesituatie wordt de combinatie van de huidige situatie en autonome ontwikkelingen (HSAO) in beeld gebracht. Autonome ontwikkelingen zijn de ontwikkelingen (overheidsplannen en andere gebiedsactiviteiten) waarover al een formeel besluit is genomen en welke binnen afzienbare tijd tot uitvoering kunnen worden gebracht. Relevante autonome ontwikkelingen in het gebied zijn: Ontwikkelingen op bedrijventerreinen (nieuwe bedrijven, verplaatsing van bedrijven, et cetera) Natuurontwikkeling Beheer en onderhoud aan de watergangen (vaardiepte, et cetera) Deze autonome ontwikkelingen hebben zeer beperkt invloed op het te versterken dijktraject. Het gaat daarbij vooral om de effecten van de uitbreidingsplannen van een aantal bedrijven. In het MER zal dit nader behandeld worden. Over het algemeen geldt dat voor de dijkversterking de referentiesituatie nagenoeg gelijk is aan de huidige situatie. 4.2 Toekomstige ontwikkelingen De bestemmingsplannen zijn weergegeven op kaart in bijlage 6. Voor de dijkversterking is één ontwikkeling relevant voor de effectbeoordeling in dit MER. Het betreft de uitbreiding van het bedrijventerrein (Sibelco/Rameva) aan de Amertak Oost Zuid. Het gebied is inmiddels in het bestemmingsplan bestemd als bedrijventerrein (zie ook volgende uitsnede). 50\310 Geertruidenberg en Amertak

53 Figuur 4.1 Uitbreiding bedrijventerrein (Sibelco/Rameva) Geertruidenberg en Amertak 51\310

54 4.3 Toelichting werkwijze alternatievenontwikkeling Trechteringsproces Het dijkversterkingsproject Geertruidenberg en Amertak doorloopt richting de realisatie een drietal fasen waarin van grof naar fijn wordt gewerkt; de Verkenningsfase, de Planuitwerkingsfase en de Realisatiefase. Momenteel bevindt het project zich in de Verkenningsfase. In deze fase wordt de scope van het project bepaald (welke faalmechanismen zijn aan de orde), wordt grip gekregen op het plan- en studie gebied inclusief de belanghebbenden en worden alternatieven voor de dijkversterking onderzocht en afgewogen. Deze fase eindigt in een gedragen voorkeursalternatief (VKA) voor de dijkversterking dat daarna zal worden uitgewerkt. Het ontwikkelen van een VKA gebeurt in vijf stappen van grof naar fijn (zie figuur in kantlijn). De eerste stap is gezet in de Nota reikwijdte en detailniveau (NRD). Hierin zijn de aanleiding van het dijkversterkingsproject, het proces tot vormgeving van (kansrijke) alternatieven en het toe te passen beoordelingskader voor de kansrijke alternatieven beschreven. De NRD heeft ter inzage gelegen en de provincie heeft advies uitgebracht. De NRD vormt samen met dit advies het kader voor de MER. Stap 2 uit het proces was de selectie van kansrijke alternatieven per dijktraject uit alle mogelijke oplossingsrichtingen (zogenaamde Zeef 1). Dit wordt hierna beschreven in 4.4 en 4.5. De kansrijke alternatieven per dijktraject zijn door het Dagelijks bestuur van het waterschap vastgesteld. Vervolgens zijn in stap 3 de kansrijke alternatieven die zijn geselecteerd per dijktraject uitgewerkt en besproken met klankbordgroepen (KBG s) en de ambtelijke werkgroep bevoegd gezag (AWBG). De kansrijke alternatieven worden in dit MER beoordeeld op de milieueffecten (MER). Naast de milieueffecten worden de kansrijke alternatieven beschouwd op een aantal andere belangrijke aspecten. Dit zijn de ruimtelijke kwaliteit, kosten, draagvlak en ruimte voor meekoppelkansen, tevens is gekeken naar technische aspecten. Op basis daarvan wordt in stap 4 per dijktraject een onderbouwde keuze gemaakt, samen vormen deze keuzes het voorkeursalternatief (VKA). De totstandkoming van het VKA wordt beschreven in de nota VKA. Na ambtelijke en bestuurlijke behandeling van het concept VKA wordt het VKA door het Dagelijks 52\310 Geertruidenberg en Amertak

55 bestuur van het waterschap vastgesteld. Het bestuurlijk vastgestelde VKA is het resultaat van stap 5 en sluit de Verkenningsfase af. Met het VKA wordt vervolgens de planuitwerkingsfase gestart. 4.4 Oplossingsrichtingen voor de alternatievenontwikkeling In deze paragraaf wordt beschreven welke mogelijke oplossingsrichtingen er zijn om de dijk voor de verschillende faalmechanismen weer veilig te krijgen. Vanuit de mogelijke oplossingsrichtingen zijn via een eerste selectie op hoofdlijnen per dijktraject kansrijke alternatieven geselecteerd die vervolgens worden beoordeeld op milieueffecten in dit MER. De alternatieven zijn niet statisch. Dat wil zeggen dat verschillende elementen bij de uiteindelijke keuze voor het VKA gecombineerd kunnen worden, bijvoorbeeld om maatwerk te leveren bij milieu- of ruimtelijke optimalisaties. Mogelijke oplossingen De mogelijke oplossingen zijn onder te verdelen in: Grondoplossingen: het versterken van de dijk door deze met grond te verhogen/verbreden Constructieve oplossingen, vaak in combinatie met grond: bijvoorbeeld een damwand, wanneer de beschikbare ruimte beperkt is Innovatieve oplossingen waaronder een verticaal Geotextiel (zanddicht doek) In de volgende tabel zijn de mogelijke oplossingen weergegeven voor de voor dit project relevante faalmechanismen Piping en Macrostabiliteit binnenwaarts. Piping Piping is te verhelpen door de kwelweg zodanig lang te maken dat de grondwaterdruk afneemt en er geen zand meer kan uitspoelen. Andere mogelijkheid is een voorziening te treffen dat, ondanks de hoge waterdruk, toch geen zand kan uitspoelen. Macrostabiliteit binnenwaarts Een te lage stabiliteit binnenwaarts kan bij hoge belastingen (waterstand, golfoverslag) leiden tot het afschuiven van het talud. Er zijn verschillende oplossingen mogelijk waarbij de sterkte en stabiliteit toeneemt. Geertruidenberg en Amertak 53\310

56 Tabel 5.1 Oplossingsrichtingen Piping Macrostabiliteit binnenwaarts Grond Aanleg berm Aanleg berm Kleiingraving voorland Taludverflauwing Dijkverlegging Grondverbetering inclusief drainage Constructies Damwand Damwand Bentonietscherm Diepwand Kwelscherm Filterconstructie sloot Innovatief Verticaal zanddicht geotextiel Dijkvernageling Grofzandfilter Ontlastsystemen (o.a. waterontspanner) Waterberm Dijkdeuvels Ontlastsystemen (o.a. waterontspanner) Klimaatdijk Klimaatdijk De genoemde (grond) oplossingsrichtingen zijn leidend qua ruimtebeslag en daarmee van invloed op de selectie van kansrijke alternatieven. Bij de nadere uitwerking van het gekozen voorkeursalternatief voor het projectplan waterwet, worden tevens de problemen voor de overige voor dit project gevonden faalmechanischem meegenomen, zoals voor microstabiliteit, bekleding, en stabiliteit van het voorland. 4.5 Werkwijze selectie kansrijke alternatieven uit oplossingsrichtingen Om uit de mogelijke oplossingsrichtingen een selectie van kansrijke alternatieven te maken is als volgt te werk gegaan. Grip op het gebied Allereerst is door diverse specialisten (vanuit ecologie, archeologie, landschap, bodem en water, techniek enz..) onderzoek gedaan naar de gebiedskenmerken van het plangebied. Er zijn bureauonderzoeken en veldonderzoeken uitgevoerd naar de kwaliteiten van het plangebied en de effecten die een mogelijke dijkversterking daarop heeft. Tevens is vanuit het omgevingsmanagement gesproken met vele belanghebbenden in het plangebied. En er is overleg gevoerd met de bestuurlijke stuurgroep, een ambtelijke werkgroep en twee klankbordgroepen op gezette tijden Daarnaast zijn individuele gesprekken en informatieavonden 54\310 Geertruidenberg en Amertak

57 geweest. Vanuit al die overleggen is een beeld ontstaan van de belangen in het gebied en de wensen en eisen ten aanzien van het project. Gegevens zijn verwerkt in verslagen, een klanteisenoverzicht en in een overzicht van meekoppelkansen. Grip op de opgave Naast inzicht in het gebied en de belanghebbenden is onderzoek gedaan naar de problematiek rond de dijkversterking en de mogelijke oplossingen die daarvoor in aanmerking komen. Inmiddels is duidelijk wat de technische opgave per dijktraject is en is er inzicht in de omvang van oplossingen (bijvoorbeeld inschatting van de lengte van een berm). Beoordeling oplossingsrichtingen op hoofdlijnen In een werksessie waarbij vele disciplines aanwezig waren en daarnaast onderzoek vanuit diverse disciplines is vervolgens per dijktraject beoordeeld of mogelijke oplossingsrichtingen kansrijk zijn. Daarbij gaat het in deze fase om een beoordeling op hoofdlijnen. Welke oplossingen zijn niet zinvol en / of vallen op basis van gedegen expert judgement en globaal onderzoek beargumenteerd af. (o.a. vanwege ruimtegebrek, te hoge kosten, technisch onhaalbaar, zeer veel weerstand bij veel belanghebbenden enz.). Oplossingen waarvoor in deze fase niet voldoende gegevens beschikbaar zijn om ze beargumenteerd af te laten vallen blijven over als kansrijke alternatieven. Daarbij is de volgende volgorde aangehouden waarbij steeds argumentatie vanuit verschillende disciplines wordt verzameld die voldoende is om de selectie te beargumenteren: Welke oplossingen in grond zijn kansrijk (buitenwaarts, binnenwaarts, dijkverlegging)? Zijn constructieve oplossingen kansrijk? Ja / Nee. En indien Ja; zijn er constructieve maatregelen die al beargumenteerd afvallen? Zijn innovatieve oplossingen kansrijk? Ja / Nee. En indien Ja; zijn er innovatieve maatregelen die reeds beargumenteerd afvallen? Beoordelingskader zeef 1 Bij de selectie van kansrijke alternatieven uit mogelijke oplossingsrichtingen is door verschillende disciplines een beoordeling uitgevoerd. Zoals gezegd is dat ten behoeve van de selectie van kansrijke alternatieven nog op hoofdlijnen. Thema s zijn daarbij: Ruimtegebruik: is er voldoende ruimte beschikbaar om een alternatief te kunnen realiseren (of ligt er bijvoorbeeld glastuinbouw of een belangrijke scheepvaart verbinding die dat onmogelijk maakt) Kosten: is de oplossing voldoende concurrerend ten opzichte van andere kansrijke alternatieven of is er sprake van een evident groot kostenverschil waardoor die niet aantrekkelijk is Techniek: is de oplossing op die sectie technisch uitvoerbaar (gezien ondergrond of ruimte) Geertruidenberg en Amertak 55\310

58 Beheer en Onderhoud: is er vanuit beheer en onderhoud dusdanige argumentatie dat andere alternatieven veel beter voldoen Milieu aspecten: zijn er vanuit ecologie, landschap, archeologie, explosieven enz.. zwaarwegende argumenten om een oplossing voldoende beargumenteerd als niet kansrijk te bestempelen (ook een combinatie van milieuaspecten kan aan de orde zijn) Omgeving: zijn er ontwikkelingen of wensen / belangen die dusdanig zwaar wegen dat een bepaald alternatief beargumenteerd kan afvallen Meekoppelkansen: zijn er meekoppelkansen die onmogelijk worden gemaakt door de set aan kansrijke alternatieven en moet een alternatief daarom binnen boord blijven (niet aan de orde gebleken) 4.6 Oplossingen die in dit project niet kansrijk zijn Voorliggende analyse is breed ingestoken om zo een heldere afweging te kunnen maken over de wijze waarop de dijk het beste kan worden versterkt. Daartoe zijn in eerste instantie alle denkbare en gangbare versterkingsmogelijkheden in beeld gebracht. Van deze verzameling is een heel aantal versterkingsmogelijkheden ongeschikt voor toepassing in voorliggende dijkversterking. In deze paragraaf wordt toegelicht welke versterkingsmogelijkheden afvallen en waarom. Het betreft de onderstaande oplossingen: Buitendijks Amertak: De Amertak is een vaarweg ingericht voor CEMT-klasse Va schepen. Een buitenwaartse dijkverlegging gaat ten koste van de breedte van de vaarweg waardoor deze niet meer geschikt is voor ontvangst van dergelijke schepen. Deze oplossing vormt derhalve geen kansrijk alternatief. Waterberm binnendijks Amertak: Bezien vanuit de beschikbare ruimte in het achterland is de aanleg van een waterberm mogelijk. Het ruimtebeslag is grofweg gelijk aan het ruimtebeslag bij aanleg van een binnenberm. Aanleg van een dergelijke waterberm brengt in voorliggende situatie echter teveel nadelen met zich mee. Zo zal aanleg van een waterberm het pipingprobleem niet zelfstandig kunnen oplossen. Aanvullende maatregelen (scherm oid) zullen noodzakelijk blijven. Ander belangrijk nadeel is dat een waterberm de huidige kwelproblematiek in de achterliggende polders zal versterken. Er wordt immers meer water in het gebied gebracht. Gezien de hoge doorlatendheid van de bodem en de aard van deze maatregel zal de waterberm overigens slechts operationeel zijn in tijden van hoogwater. Om echter zeker te zijn dat de waterberm functioneert in dergelijke situaties, zal de berm op gezette tijden moeten worden getest (vullen van het systeem). Dit vraagt om intensiever beheer en onderhoud dan een standaard berm langs een dijk. Tenslotte is aanleg van een dergelijke natte zone ook vanuit ecologische waarden in het gebied niet bijzonder gunstig. Deze oplossing brengt derhalve teveel nadelen met zich mee en is geen kansrijk alternatief 56\310 Geertruidenberg en Amertak

59 Waterberm voor Donge: Argumentatie gelijk aan argumentatie bij Waterberm binnendijks Amertak. Aanvullend hierop is dat de waterberm geen oplossing biedt voor de binnenwaartse stabiliteit die langs de Donge onvoldoende is. Hiervoor zou, bovenop de maatregel waterberm, nog een aanvullende maatregel getroffen moeten worden. Ontlastsysteem (o.a. waterontspanner): Deze maatwerkoplossing wordt doorgaans ingezet wanneer ruimte voor verbeteroplossingen beperkt is en plaatsing van bijvoorbeeld damwanden een probleem kan opleveren voor aangrenzende bebouwing. Nadeel van dit systeem ten opzichte van de meer traditionele technieken is dat dit systeem meer onderhoud behoeft. Het betreft immers een drainagesysteem dat voldoende doorlatend moet blijven om de waterontspanning te kunnen blijven garanderen. Ander nadeel is dat een dergelijk systeem leidt tot een toename van het waterbezwaar in de achterliggende polder. Gangbare grond en constructieve oplossingen zijn in het plangebied goed te realiseren, zijn minder kostbaar en hebben derhalve de voorkeur. Dijkdeuvels/ Dijkvernageling Deze maatwerkoplossing is kostbaar en wordt doorgaans pas ingezet wanneer ruimte voor meer traditionele verbeteroplossingen (grond/damwanden) beperkt is en/of plaatsing daarvan een probleem kan opleveren voor aangrenzende bebouwing. Een dergelijke kritische situatie is in dit gebied niet van toepassing. Bebouwing is weliswaar aanwezig, echter op een zodanige afstand dat gangbare grond en constructieve oplossingen goed te realiseren zijn, en daarmee minder kostbaar. Filtersloot Een filtersloot is een sloot waarvan de bodem en de taluds gefixeerd zijn, met bijvoorbeeld een granulaire filterconstructie of open asfalt. Zo wordt het uittredepunt van de kwelstroom vastgelegd, vindt er geen zandtransport plaats en treedt piping niet op. Omdat de ondergrond ter plaatse van de sloot wordt ontlast, barst de deklaag niet op een ander punt op. Een groot nadeel van een filtersloot is dat het kwelbezwaar vergroot, wat gezien de kwelproblematiek in de omgeving niet wenselijk is. Daarmee is de filtersloot als versterkingsalternatief tegen piping beoordeeld als niet kansrijk. Damwand buitendijkse zijde Bij plaatsing van een damwandconstructie aan de buitenzijde van de waterkering, ter voorkoming van piping, wordt de kwelweg verlengd. Ten opzichte een damwand aan de binnenzijde van de dijk, moet een damwand in het buitentalud fors langer zijn (wat hogere kosten met zich meebrengt). Daarbij is het van groot belang een goede waterdichte aansluiting te realiseren om er voor te zorgen dat de damwand als kwelscherm functioneert. Dit is uitvoeringstechnisch wel mogelijk, maar dit vormt een kwetsbaar punt, wat een risico met zich mee brengen ten aanzien van het functioneren van de constructie. Dit risico wordt weggenomen wordt door de damwand binnendijks te plaatsen. Geertruidenberg en Amertak 57\310

60 4.7 Kansrijke alternatieven (uitkomst zeef 1) In onderstaande tabel worden per dijktraject de kansrijke alternatieven weergegeven die uit de selectie zijn gekomen. Deze kansrijke alternatieven zijn na vaststelling door het waterschap uitgewerkt ten behoeve van een beoordeling in meer detail in het MER. Globaal zijn er vier alternatieven mogelijk (per sectie mogelijk afwijkend, door beperkte beschikbare ruimte): Grondoplossing: piping- en/of stabiliteitsberm, waarbij met grondophoging aan het bestaande dijklichaam, de kwelweg wordt verlengd en/of de stabiliteit van het dijklichaam wordt verbeterd. Constructieve oplossing: kwel- en/of stabiliteitsscherm, waarbij met een verticale constructie de kwelweg wordt verlengd en/of de stabiliteit van het dijklichaam wordt verbeterd. Om de constructie aan te brengen is een werkstrook van ca. 5 meter nodig. Innovatieve pipingoplossende maatregel: ingreep waarbij met een verticaal zanddicht geotextiel of verticale grofzand barrière wordt voorkomen. Hiervoor wordt een sleuf gegraven, waarna vervolgens de innovatieve pipingoplossende maatregel wordt aangebracht. Om deze constructie aan te brengen is een werkstrook van ca. 5 meter nodig. Combinatie van bovenstaande oplossingen. Voor specifiek de Amertak geldt een extra alternatief: Aanbrengen van doorlatendheidbeperkende maatregelen (bijv. folieconstructie of kleilaag), waarbij de bodem van de Amertak ondoorlatend (in het geval van een folieconstructie) of minder doorlatend (in het geval van een kleilaag) wordt gemaakt. Voor specifiek de Slikpolder (secties Slikpolder - Amercentrale en Slikpolder - Donge West) geldt een extra mogelijkheid om de problematiek aan te pakken. Hiervoor zijn 2 alternatieven ontwikkeld: Dijkverlegging die aansluit op een constructieve oplossing langs de Amercentralehaven Dijkverlegging die aansluit op een stabiliteitsberm+ een pipingscherm langs de Amercentrale haven. Bij de Amertak moet hoe dan ook de oeververdediging (stortsteen op een zinkstuk) op het buitentalud worden vervangen. De alternatieven zijn in onderstaande tabel weergegeven. Onder de tabel volgt een nadere toelichting op de verschillende alternatieven en zijn op figuren de bovenaanzichten van de alternatieven per dijktraject weergegeven. In bijlage 5 zijn ook dwarsprofielen van de alternatieven opgenomen. 58\310 Geertruidenberg en Amertak

61 Tabel 4.1 Alternatieven Dijktraject Amertak West - Noord Amertak West - Zuid Amertak Oost - Noord Amertak Oost - Midden Amertak Oost - Zuid Slikpolder Amercentrale Slikpolder Donge West Donge Oost Alternatieven per traject Afmeting berm (lengte x dikte) [m] Lengte constructieve oplossing [m] Lengte innovatieve oplossing [m] Grond piping 40 x 2 Constructie pipingscherm 8 Constructie/innovatief geotextiel 2 Ondoorlatende laag 1 meter stortsteen op folie op bodem, op oevers 60 cm dik Constructie pipingscherm 7 Constructie/innovatief geotextiel 2 Ondoorlatende laag 1 meter stortsteen op folie op bodem, op oevers 60 cm dik Grond piping 40 x 2 Constructie pipingscherm 8 Constructie/innovatief geotextiel 2 Ondoorlatende laag 1 meter stortsteen op folie op bodem, op oevers 60 cm dik Grond piping 40 x 2 Constructie pipingscherm 8 Constructie/innovatief geotextiel 2 Ondoorlatende laag 1 meter stortsteen op folie op bodem, op oevers 60 cm dik Grond piping 40 x 2 Constructie pipingscherm 7 Constructie/innovatief geotextiel 2 Ondoorlatende laag 1 meter stortsteen op folie op bodem, op oevers 60 cm dik Grond stab.berm + piping 55 x 1,5 Combi stab.berm + pipingscherm 14 x 1,5 7,5 Combi stab.berm + geotextiel 14 x 1,5 4 Constructie damwand 10 Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Afmetingen zie schematische doorsnede bijlage 5 Afmetingen zie schematische doorsnede bijlage 5 Grond stab.berm + piping 55 x 1,5 Combi stab.berm + pipingscherm 12 x 1,0 7,5 Combi stab.berm + geotextiel 12 x 1,0 5 Constructie damwand 8 Combi stab.berm + pipingscherm 8 x 1,0 6,5 Combi stab.berm + geotextiel 8 x 1,0 5,5 Constructie damwand 7 Grond: aanleg pipingberm Het aanleggen van een berm aan de binnenzijde van de dijk werkt tegen piping. Hierdoor wordt de kwelweg langer. Normaal gesproken zal een pipingberm alleen veel breder moeten zijn dan Geertruidenberg en Amertak 59\310

62 een stabiliteitsberm, zo breed dat deze ruimte veelal niet beschikbaar is. De pipingbermen hoeven echter minder dik te zijn dan stabiliteitsbermen. Eventueel aanwezige watergangen moeten worden gedempt (en mogelijk hergraven). Klimaatdijk Bij een klimaatdijk wordt door middel van een grondoplossing een extra brede en soms ook extra hoge dijk aangelegd die vele malen sterker is dan de veiligheidsnorm. Dit is een alternatief waarbij het binnendijkse gebied wordt opgehoogd tot dijkkruinniveau benodigd in 2120 en daarmee altijd veilig zal zijn onder omstandigheden van maatgevend hoogwater. Het is een dijk waarop het in de toekomst naar verwachting mogelijk is om op te bouwen. Ophoging van de achterliggend polder brengt op zichzelf aanzienlijke kosten met zich mee en kan puur op grond van het kostenaspect niet concurreren met de overige versterkingsmaatregelen. Omwille van het eerlijke vergelijk en het gebrek aan zicht op een businesscase voor ontwikkeling van de polder blijft de klimaatdijk in deze verkenningsfase buiten beschouwing. Met de overige versterkingsalternatieven wordt het alternatief klimaatdijk overigens niet onmogelijk gemaakt. In de planuitwerkingsfase (waarin het VKA wordt uitgewerkt) kan het alternatief klimaatdijk nog worden aangedragen. Dit alternatief betreft immers grotendeels een gebiedsontwikkeling waarvan de dijk een onderdeel is. Grond: stabiliteitsberm De aanleg van een berm betekent dat aan de binnenzijde van de dijk grond aangebracht wordt die als tegengewicht functioneert. De grond wordt aangebracht als stabiliteitsberm. Afhankelijk van de hoogte van de dijk ten opzichte van het achterliggende land, de grondopbouw en de optredende waterstanden (tegen de dijk, maar ook in en onder de dijk) variëren de benodigde afmetingen sterk. 60\310 Geertruidenberg en Amertak

63 Figuur 4.2 Voorbeeld berm en pipingscherm Constructie: damwand Als er geen ruimte is om een berm aan te brengen kan er gekozen worden voor het aanbrengen van een constructie die samen met het dijklichaam zorgt voor voldoende sterkte. Afhankelijk van de beschikbare ruimte en de soort constructie wordt de beste locatie voor de constructie gekozen. Er zijn verschillende constructies mogelijk om de dijk te versterken, waarvan het aanbrengen van een damwand de meest toegepaste variant is. Constructie: pipingscherm Een kwelscherm kan ter plaatse van de buitenteen geplaatst worden om de kwelweglengte te vergroten, maar ook ter plaatse van de binnenteen. Een scherm in de binnenteen wordt dan vaak ontworpen om een dusdanige lengte te hebben dat voldoende veiligheid tegen heave (opdrijven, zandkorrels worden als het ware door het water opgetild en weggespoeld) kan worden gewaarborgd. Bentonietschermen zijn over het algemeen kostbaar en worden doorgaans ingezet wanneer ruimte voor traditionele verbeteroplossingen (grond/damwand/etc) beperkt is en het plaatsen ervan kritisch is ten aanzien van schade aan nabijgelegen bebouwing (bv schade door trillingen). Te denken valt bijvoorbeeld aan versterking van dijken in stedelijk gebied of direct langs dijkwoningen. Een dergelijke kritische situatie is in dit gebied niet aan de orde. Bebouwing is weliswaar aanwezig, echter op een zodanige afstand dat gangbare grond en constructieve oplossingen goed te realiseren zijn, en daarmee minder kostbaar. Bij het voorkeursalternatief kan als uitwerking van een constructie gekeken worden of dit type scherm nadere voordelen biedt. Geertruidenberg en Amertak 61\310

64 Vooral in het dijktraject Amertak Oost Zuid zijn er wellicht kansen gezien de geplande uitbreiding van Sibelco aldaar. Innovatief: verticaal zanddicht geotextiel Een manier om te voorkomen dat een pipe ontstaat is het aanbrengen van een verticaal geotextiel. Hiermee wordt het transport van zanddeeltjes (en daarmee het ontstaan van een pipe ) tegengegaan, terwijl de grondwaterstroming nauwelijks wordt belemmerd. Grond: Ondoorlatende laag Een andere oplossing is om op het voorland (zone voor de dijk) een waterkerende laag klei aan te brengen/in te graven(kan ook met geotextiel en stenen). Het doel hiervan is om hydraulische weerstand te vergroten waardoor de kwelstroom onder de kering afneemt. Dit alternatief biedt een oplossing tegen pipingproblematiek. Dijkverlegging Slikpolder Voor de Slikpolder wordt een dijkverlegging onderzocht. De dijkverlegging is als alternatief in het project opgenomen omdat het voor het waterschap betekent dat er in de toekomst mogelijk efficiënter en over een korter stuk beheerd (minus circa 660 meter beheertraject) en onderhouden kan worden, bijkomend voordeel voor een aantal belanghebbenden is dat hiermee ruimte ontstaat buitendijks voor nieuwe ontwikkelingen (met name natuur en recreatie). De lijn van dijk bij de Amercentrale is doorgetrokken tot aan de dijk bij de Donge, dit is kortst mogelijk ligging voor een nieuwe dijk die ook het optimaal aansluit bij de bestaande dijken in de Slikpolder. Bij uitwerking van het voorkeursalternatief zijn er nog kleine verschuivingen mogelijk. 62\310 Geertruidenberg en Amertak

65 Figuur 4.3 Lengte dijktrajecten Slikpolder, inclusief dijkverleggingstracé Bij de dijkverlegging spelen diverse (ook tegenstrijdige) belangen, bewoners hebben zich verenigd in een belangengroep. In het MER zal vanuit milieuperspectief een vergelijking tussen alternatieven gegeven worden om bij te dragen aan een keuze over dit locatiealternatief. Voor de Dijkverlegging zijn 2 alternatieven onderzocht: Één alternatief waarbij een nieuw aan te leggen dijk in de Slikpolder aansluit op een constructieve oplossing langs de Amercentralehaven Één alternatief waarbij een nieuw aan te leggen dijk in de Slikpolder aansluit op een stabiliteitsberm+ een pipingscherm langs de Amercentrale haven. De bovenaanzichten van alle onderzochte alternatieven staan op de volgende figuren. De dwarsprofielen van de alternatieven staan in bijlage 5. Geertruidenberg en Amertak 63\310

66 Figuur 4.4 Alternatieven Amertak West (Noord en Zuid) 64\310 Geertruidenberg en Amertak

67 Figuur 4.5 Alternatieven Amertak Oost (Noord, Midden en Zuid) Geertruidenberg en Amertak 65\310

68 Figuur 4.6 Alternatieven Amercentrale, Donge West en Donge Oost 66\310 Geertruidenberg en Amertak

69 Figuur 4.7 Alternatieven Donge Oost Geertruidenberg en Amertak 67\310

70 5 Doelbereik en integrale effectvergelijking De verschillende alternatieven voor de dijkversterking worden in dit MER beoordeeld op de milieueffecten. Dit hoofdstuk beschrijft het (beleids)kader waaruit de (milieu)criteria voor een belangrijk deel voortkomen, de beoordelingscriteria die in het MER behandeld worden en overige criteria die bij de keuze voor een voorkeursalternatief een rol spelen. 5.1 Aanpak effectbeoordeling en reikwijdte en detailniveau Het doel van het MER is om de relevante milieueffecten van de verschillende alternatieven voor de beoogde ingreep op een objectieve manier inzichtelijk te maken. In deze paragraaf wordt ingegaan op de te onderzoeken beoordelingscriteria en het detailniveau van het onderzoek. De beoordelingscriteria die worden gebruikt, zijn afgeleid uit de kader- en randvoorwaardenstellende uitspraken uit relevant milieubeleid en -regelgeving. De milieuonderzoeken in het MER worden uitgevoerd met als leidraad de Handreiking MIRT-verkenning (Rijkswaterstaat 2010) en de Koepelnotitie Zinvol Effecten Bepalen (Rijkswaterstaat 2010) conform het advies van de Commissie Elverding. Dit betekent dat de effectbepaling wordt afgestemd op de te maken keuze. Zinvolle effectbepaling: alleen de effecten die relevant zijn. Dit zijn effecten voor die aspecten die naar verwachting significant en/of duidelijk onderscheidend zijn tussen de alternatieven. Effecten zinvol bepalen: niet meer detail dan nodig. Het detailniveau moet een keuze tussen de alternatieven voor een VKA mogelijk maken. Onderstaande tabel geeft voor de verschillende relevante milieuthema s aan waar de belangrijke aandachtspunten voor de effectbeschrijving in het MER voor de dijkversterking liggen. 68\310 Geertruidenberg en Amertak

71 Tabel 5.2 Milieuthema s en criteria effectbeoordeling Milieuthema Beoordelingscriteria Kwantitatief / kwalitatief Veiligheid Betrouwbaarheid van sterkte Kwalitatief Beheer en onderhoud Uitbreidbaarheid Bodem en water Effecten op de bodem en water Kwalitatief Natuur Effecten op Natura 2000-gebied Kwalitatief / kwantitatief Tijdelijke effecten beschermde soorten Effecten op beschermde soorten Effecten op Natuur Netwerk Brabant Landschap Beïnvloeding gebiedskarakteristiek (landschappelijke lijnen, Kwalitatief gebieden en elementen) Ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk Cultuurhistorie en Effect op aanwezige cultuurhistorische waarden in het plan- en Kwalitatief archeologie studiegebied (historische bouwkunde en -geografie) Effect op aanwezige archeologische waarden in het plan- en studiegebied (verwachtingswaarde en bekende waarden) Woon- werk- en Effect op bereikbaarheid woningen en bedrijven Kwantitatief / kwalitatief leefmilieu Invloed ruimtebeslag Tijdelijke hinder (geluid, trillingen) tijdens realisatiefase Verandering recreatieve functies Invloed op verkeer (veiligheid en verkeersafwikkeling) Effecten op de scheepvaart Effect op kabels en leidingen Kosten Globale inschatting kosten Kwantitatief, geen beoordeling Voor de vergelijking van de alternatieven worden de effecten met plussen en minnen op een zevenpunts-schaal beoordeeld (van +++ naar - - -) ten opzichte van de referentiesituatie (zie tabel 5.2). Het beoordelingskader is opgesteld om de alternatieven op een goede wijze te kunnen beoordelen ten opzichte van de referentiesituatie en om de alternatieven onderling zo goed mogelijk evenwichtig met elkaar te kunnen vergelijken. De referentiesituatie is de huidige situatie plus de autonome ontwikkelingen. Daarbij is de autonome ontwikkeling de situatie in 2030, die Geertruidenberg en Amertak 69\310

72 ontstaat als vastgesteld overheidsbeleid wordt uitgevoerd, maar zonder dat de dijkversterking wordt aangelegd. Per criterium wordt in Deel B toegelicht hoe de effectbepaling en -beoordeling wordt uitgevoerd. Waar relevant worden de effecten kwantitatief bepaald: oppervlaktes of aantallen. Als dit niet mogelijk is, gebeurt de bepaling kwalitatief. Na het bepalen en beschrijven van de effecten worden deze vertaald naar een kwalitatieve score. Voor de effectbeoordeling wordt voor alle thema s gebruik gemaakt van de in tabel 5.2 weergegeven 7-puntsschaal. Tabel 5.2 Beoordelingsschaal score betekenis +++ Zeer positief effect ten opzichte van de referentiesituatie ++ Positief effect ten opzichte van de referentiesituatie + Licht Positief effect ten opzichte van de referentiesituatie 0 Geen effect ten opzichte van de referentiesituatie - Licht negatief effect ten opzichte van de referentiesituatie - - Negatief effect ten opzichte van de referentiesituatie Zeer negatief effect ten opzichte van de referentiesituatie De beschrijving en beoordeling van de milieueffecten in dit MER heeft als doel een goede afweging van de alternatieven op de milieuthema s mogelijk te maken. Bij de vertaling van beschreven effecten naar een effectbeoordeling zijn klassengrenzen gebruikt. Deze klassengrenzen zijn specifiek voor dit project, omdat rekening wordt gehouden met projectspecifieke omstandigheden, zoals trajectlengte, gebiedseigenschappen, en dergelijke. De klassengrenzen worden zo gedefinieerd dat relevante verschillen tussen de alternatieven tot uiting komen en dat tevens de absolute omvang of ernst van het effect tot uiting komt. 5.2 Doelbereik en integrale effectvergelijking In deel B van dit MER zijn de alternatieven beoordeeld op de milieueffecten. In onderstaande tabel zijn de totaal effecten samengevat weergegeven te beginnen met de Amertak en daarop volgend de Slikpolder en Donge Oost. In de tekst na de tabellen volgt een beknopte effectvergelijking, voor de uitgebreide conclusies wordt verwezen naar deel B. Om inzicht te krijgen in de effecten op de doelstellingen zoals benoemd in paragraaf 2.4, zijn in het paars de daarvoor relevante criteria weergegeven. 70\310 Geertruidenberg en Amertak

73 Thema en criteria Amertak West Amertak West Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost (Doelbereik criteria paarse arcering) Noord Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/ innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/ innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/ innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/ innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/ innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Veiligheid Betrouwbaarheid van sterkte Beheer en onderhoud Uitbreidbaarheid Bodem en water Effecten op bodem en water Natuur Natura2000-gebieden Tijdelijke effecten beschermde soorten Permanente effecten beschermde soorten Effecten op Natuur Netwerk Brabant Landschap Beïnvloeding gebiedskarakteristiek Ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk Cultuurhistorie en Archeologie Effect op aanwezige cultuurhistorische waarden Effect op aanwezige archeologische waarden Woon-, werk- en leefmilieu Effect op bereikbaarheid woningen en bedrijven Invloed ruimtebeslag Tijdelijke hinder tijdens realisatiefase Verandering recreatieve functies Invloed op verkeer Effecten op de scheepvaart Kabels en leidingen Geertruidenberg en Amertak 71\310

74 Veiligheid De onderbouwing van de beoordeling van de alternatieven voor de trajecten Amertak West Noord, West Zuid, Oost Noord, Oost Midden en Oost Zuid is gelijk. Waarbij vanwege ruimtetekort bij traject Amertak West Zuid de oplossing met een pipingberm niet toepasbaar is. De grondoplossing voor de pipingproblematiek is een betrouwbare oplossing waarmee ruime ervaring is. Er bestaat weinig onzekerheid over het functioneren ervan op de langere termijn of vermoeden van degradatie. De levensduur van het materiaal is onbeperkt. Omdat het inzicht in de opbouw van de waterkering met de aanleg van een pipingberm toeneemt (tov van de huidige waterkering is er meer documentatie over de gebruikte materialen en opbouw) ontstaat er een betrouwbaarder beeld van de sterkte van de dijk. Totaaloordeel licht positief ten opzichte van HSAO. De plaatsing van een pipingscherm is een beproefde maatregel tegen piping. Echter ten opzichte van een zuivere grondoplossing worden er elementen aangebracht die afbreuk kunnen doen aan de waterkerendheid tijdens de levensduur. Het scherm kan aangetast raken, zetten en daarbij gaan kieren. Mede omdat dit moeilijk te inspecteren is, wordt de betrouwbaarheid van de sterkte licht negatief beoordeeld ten opzichte van de HSAO. Het geotextiel is een innovatieve techniek waarmee beperkt ervaring in het veld is opgedaan. Beperkt in duur (jaren functioneren) en kwantiteit (verschillende situaties en grondsamenstelling). Als gevolg hiervan zal een aanzienlijke inspectie- en monitoringsinspanning gevraagd worden om beheerder en omgeving voldoende vertrouwen te geven in de waterkerendheid van de oplossing. Totaaloordeel negatief ten opzichte van HSAO. Aanbrengen ondoorlatende laag in Amertak. Omdat de ondoorlatende laag zich voor het grootste gedeelde onder het wateroppervlak bevindt en lekkages pas merkbaar worden bij hoogwater, biedt deze oplossing geen zekerheid aan de beheerder. Daarbij is de oplossing gevoelig voor schades die niet (direct) zichtbaar zijn voor de beheerder. Denk aan een slepend anker, aanvaring, (te diep) baggeren, opbarsten waardoor de ondoorlatendheid wordt aangetast.. In combinatie met het moeilijk kunnen lokaliseren van schades is de betrouwbaarheid het functioneren van deze oplossing gedurende de levensduur als onbetrouwbaar beoordeeld. Totaaloordeel zeer negatief ten opzichte van HSAO. Voor het criterium Uitbreidbaarheid scoren de alternatieven ondoorlatende laag en geotextiel positief en het Pipingscherm negatief omdat die na enige jaren niet meer eenvoudig uitbreidbaar is. De pipingberm scoort neutraal en verschilt dus niet van de huidige situatie voor dit criterium. Als gekeken wordt naar beheer en onderhoud scoren de pipingberm en het pipingscherm licht negatief maar wel het gunstigst. Dit komt doordat dit de meest beproefde maatregelen zijn. 72\310 Geertruidenberg en Amertak

75 Bodem en water Gezien de bodemopbouw rondom de gehele Amertak, wordt bij geen van de alternatieven voor de dijkversterking een verandering van de grondwaterstanden verwacht, anders dan een zeer lokaal effect direct binnendijks achter de dijk. Bij de aanleg van de pipingberm wordt de kwelsloot verlegd en op het voorland een waterkerende laag klei aangebracht. Verwacht wordt dat ter plaatse van deze waterkerende laag klei de grondwaterstand verhoogt, maar ook dat er mogelijk in beperkte mate meer kwel optreedt ter plaatse van de kwelsloot of daar juist voorbij. Echter de kwelsloot zal dit effect dempen. Er kan een lichte stijging van het grondwaterniveau direct achter de dijk optreden als gevolg van dit effect, wat leidt tot een licht negatief effect. Door de dikte van het watervoerend pakket ter plaatse van de Amertak zal het effect van de aanleg van een pipingscherm, die vaak beperkt blijft tot slechts een paar meter in diepte, op grondwaterstromen zeer beperkt zijn. De aanleg van een zanddicht geotextiel zal geen effect hebben op de grondwaterstand, aangezien het geotextiel waterdoorlatend is. De aanleg van een ondoorlatende laag in de Amertak kan, afhankelijk van de diepte waarop deze laag wordt aangebracht, een positief effect opleveren voor de grondwaterstand. De kwelweg kan dermate vergroot worden dat dit kan leiden tot een lichte verlaging van de hoeveelheid kwel en de grondwaterstand. Echter, gezien de dikte van het watervoerend pakket is dit effect klein en beperkt zich tot de zone direct achter de dijk. Dit leidt tot een licht positief effect op de grondwaterstand De aanwezigheid van de kleiige laag op ongeveer 20 meter diepte in het zuidelijke gedeelte van de Amertak kan er voor zorgen dat door de aanleg van een ondoorlatende laag de grondwaterstand in de omgeving lokaal wordt verlaagd door een grotere kwelweg Als de ondoorlatende laag doorgetrokken wordt tot aan de kleiige laag, vormt zich een water vertragende barrière, waardoor de waterstanden binnen de polder beter beheersbaar zijn, maar daar wordt in deze beoordeling niet van uitgegaan. Het uitgangspunt is een scherm van 5 tot 6 meter diep. De aanleg van de ondoorlatende laag zal leiden tot een licht positief effect op de grondwaterstand. Natuur Vergeleken met de HSAO geldt voor alle deelgebieden en alle alternatieven dat voor het criterium Natura 2000 geen significant negatieve effecten verwacht worden, mits tijdens de uitvoering van de werkzaamheden enkele maatregelen genomen worden om effecten op bevers te voorkomen (Zwanenburg 2016). De maatregelen zijn omschreven in de soortenstandaard Bever en bestaan Geertruidenberg en Amertak 73\310

76 voornamelijk uit het voorkomen van verstoring van de bever door zo veel mogelijk afstand te houden en te werken buiten de voor de bever gevoelige periode. Deze effecten op de bever zorgen in de beoordeling voor een licht negatief effect in de noordelijke trajecten langs de Amertak. Beschermde soorten en ook het Natuurnetwerk Brabant kunnen wel (zeer) negatief beïnvloed worden en hierin verschillen de alternatieven duidelijk. De belangrijkste effecten binnen deze twee criteria zijn het verlies van bomen langs de noordelijke trajecten van de Amertak en daarmee effecten op vleermuizen en aantasting van de waardevolle bloemdijken. Voor beide effecten geldt dat mitigatie nauwelijks mogelijk is. Bij kap en herplant duurt het tientallen jaren voor een gelijke situatie aanwezig is. Het afplaggen en terugbrengen van de bovenlaag om zo bijzondere planten van de bloemdijken te sparen kan werken voor een aantal maar zeker niet alle soorten (zie ook rapport Zwanenburg 2016). Het is daarmee uiterst onzeker welke toekomstige kwaliteit gerealiseerd kan worden bij grootschalige vergraving van de huidige toplaag. De meest wenselijk oplossing voor de dijkversterking vanuit natuur is het aanbrengen van een ondoorlatende laag in de Amertak zelf. Effecten op habitat van vleermuizen, habitat van grote modderkruiper, maar vooral het vernielen van de bloemdijken kan daarmee voorkomen worden. Een binnendijkse oplossing waarbij de bomen gespaard worden en slechts weinig oppervlak nodig is daarna de meest wenselijke optie, maar dan is veel aandacht nodig voor het voorkomen van effecten. Landschap, cultuurhistorie en archeologie De pipingberm heeft in de verschillende dijktrajecten negatieve beoordelingen vanwege de effecten op belangrijke structueren waaronder de bomen langs de Amertak in de noordelijke trajecten. Het alternatyief onderdoorlatende laag heeft een neutraal effect op alle criteria van landschap, cultuurhistorie en archeologie. De constructieve oplossingen hebben in de zuidelijk dijktrajecten langs de Amertak een neutraal effect op alle criteria. Op de trajecten Amertak west Noord en Amertak Oost Noord scoren deze alternatieven negatief vanwege met name de kap van de bomen aldaar. In de dijktrajecten Amertak West Noord en Amertak Oost Noord hebben de constructieve oplossingen een negatief effect op verwachten archeologische waarden aldaar. Woon en leefmilieu Overwegend vergelijkbare (niet onderscheidende) effecten treden op voor de eerste vijf criteria. Het alternatief pipingberm is hierop een uitzondering, vanwege negatieve scores voor ruimtebeslag (en ook bereikbaarheid). Voor de gehele Amertak geldt dat de constructieve oplossingen het meest gunstig uitpakken voor de scheepvaart. De ondoorlatende laag wordt op alle locaties als zeer negatief beoordeeld. In 74\310 Geertruidenberg en Amertak

77 dijktraject Amertak Zuid Oost hebben bijna alle alternatieven negatieve scores, vanwege mogelijk aanzienlijke aanpassingen om de leidingstraat te passeren. Geertruidenberg en Amertak 75\310

78 Thema en criteria (Doelbereik criteria paarse arcering) Amercentralehaven + Donge West (Slikpolder) Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab- en pipingberm Veiligheid Betrouwbaarheid van sterkte Beheer en onderhoud Uitbreidbaarheid Bodem en water Effecten op bodem en water / / Natuur Natura2000-gebieden Tijdelijke effecten beschermde soorten Permanente effecten beschermde soorten * Effecten op Natuur Netwerk Brabant Landschap Beïnvloeding gebiedskarakteristiek Ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk Cultuurhistorie en Archeologie Effect op aanwezige cultuurhistorische waarden Effect op aanwezige archeologische waarden Woon-, werk- en leefmilieu Effect op bereikbaarheid woningen en bedrijven Invloed ruimtebeslag Tijdelijke hinder tijdens realisatiefase Verandering recreatieve functies Invloed op verkeer Effecten op de scheepvaart Kabels en leidingen \310 Geertruidenberg en Amertak

79 Veiligheid Slikpolder De onderbouwing van de beoordeling van de alternatieven voor de dijktrajecten Amercentralehaven en Donge West is grotendeels gelijk. De gecombineerde beoordeling (om te kunnen vergelijken met de dijkverlegging) volgt de totaalbeoordeling van de beide losse trajecten. De grondoplossingen voor opgave piping en stabiliteit zijn een betrouwbare oplossing waarmee ruime ervaring is. Het functioneren is zeker en er zijn geen aanwijzingen dat de sterkte van een grondoplossing an sich afneemt. De levensduur van het materiaal is onbeperkt. Omdat het inzicht in de opbouw van de waterkering met de aanleg van een pipingberm toeneemt (tov van de huidige waterkering is er meer documentatie over de gebruikte materialen en opbouw) ontstaat er een betrouwbaarder beeld van de sterkte van de dijk. Totaaloordeel licht positief ten opzichte van HSAO. De plaatsing van een pipingscherm in combinatie met een stabiliteitsberm is een beproefde maatregel tegen piping. Echter ten opzichte van een zuivere grondoplossing worden er elementen aangebracht die afbreuk kunnen doen aan de waterkerendheid tijdens de levensduur. Het scherm kan aangetast raken, zetten en daarbij gaan kieren. Mede omdat dit moeilijk te inspecteren is, wordt de betrouwbaarheid van de sterkte licht negatief beoordeeld ten opzichte van de HSAO. De stabiliteitsberm is een betrouwbare oplossing. Echter geotextiel is een innovatieve techniek waarmee beperkt ervaring in het veld is opgedaan. De ervaring er mee is beperkt, zowel in het aantal jaren als in de hoeveelheid toepassingen en diversiteit hiervan. Pilots lopen op dit moment bij enkele waterschappen. Als gevolg hiervan zal een aanzienlijke inspectie- en monitoringsinspanning gevraagd worden om beheerder en omgeving voldoende vertrouwen te geven in de waterkerendheid van de oplossing. Totaaloordeel negatief ten opzichte van HSAO. De damwandconstructie ten behoeve van stabiliteit en piping is een beproefde techniek. Echter omdat de constructie zich onder het maaiveld bevindt en uit meerdere faalbare elementen bestaat, wordt oplossing als licht negatief beschouwd ten opzichte van de HSAO. De dijkverlegging met bij de amercentrale een stabiliteitsberm inclusief pipingscherm verbetert de betrouwbaarheid van de sterkte ten opzichte van de HSAO omdat de waterkering optimaal aangelegd kan worden en er volledige inzicht is op de opbouw. Tevens wordt de lengte van de waterkering ingekort waardoor de totale kans op falen wordt beperkt. Deze variant introduceert echter wel een vreemd element in de waterkering (het pipingscherm bij de amercentralehaven). De lengte is tot een deel van het traject beperkt Geertruidenberg en Amertak 77\310

80 waardoor dit effect niet heel zwaar meeweegt. DeTotaaloordeel licht positief ten opzichte van het HSAO. De dijkverlegging in grond met damwand ter hoogte van de Amercentrale wordt uitgevoerd met beproefde technieken waarvan de sterkte inzichtelijk is. Deze variant introduceert echter wel een vreemd element in de waterkering (damwand). De lengte is tot een deel van het traject beperkt waardoor dit effect niet heel zwaar meeweegt. Totaaloordeel licht positief ten opzichte van het HSAO. Voor het thema Veiligheid geldt dat de alternatieven in grond de voorkeur verdienen, in het bijzonder de dijkverlegging. Zowel voor beheer en onderhoud, uitbreidbaarheid en betrouwbaarheid van sterkte scoren deze alternatieven het beste. De constructieve oplossingen scoren licht negatief. Ten opzichte van een zuivere grondoplossing worden er elementen aangebracht die afbreuk kunnen doen aan de waterkerendheid tijdens de levensduur. Het scherm kan aangetast raken, zetten en daarbij gaan kieren. Mede omdat dit moeilijk te inspecteren is, wordt de betrouwbaarheid van de sterkte licht negatief beoordeeld. Donge Oost De plaatsing van een pipingscherm in combinatie met een stabiliteitsberm is een beproefde maatregel tegen piping. Echter ten opzichte van een zuivere grondoplossing worden er elementen aangebracht die afbreuk kunnen doen aan de waterkerendheid tijdens de levensduur. Het scherm kan aangetast raken, zetten en daarbij gaan kieren. Mede omdat dit moeilijk te inspecteren is, wordt de betrouwbaarheid van de sterkte licht negatief beoordeeld ten opzichte van de HSAO. De stabiliteitsberm is een betrouwbare oplossing. Echter geotextiel waarmee deze oplossing gtecombineerd moet worden is een innovatieve techniek waarmee beperkt ervaring in het veld is opgedaan. Beperkt in duur (jaren functioneren) en kwantiteit (verschillende situaties en grondsamenstelling). Als gevolg hiervan zal een aanzienlijke inspectie- en monitoringsinspanning gevraagd worden om beheerder en omgeving voldoende vertrouwen te geven in de waterkerendheid van de oplossing. Totaaloordeel negatief ten opzichte van HSAO. De damwandconstructie ten behoeve van stabiliteit en piping is een beproefde techniek. Echter omdat de constructie zich onder het maaiveld bevindt en uit meerdere faalbare elementen bestaat, wordt oplossing als licht negatief beschouwd ten opzichte van de HSAO. Gezien de beperkte ruimte voor de maatregel en de mogelijkheid tot uitbreiding, is vanuit veiligheid een constructieve damwand als meest gunstig aan te wijzen. 78\310 Geertruidenberg en Amertak

81 Bodem en water Slikpolder De verschillen van de alternatieven van dijkversterking langs dijktraject Amercentrale-haven en Donge West op de effecten op de grondwaterstand in het achterliggende gebied worden minimaal en lokaal verwacht. Dit komt door de bodemopbouw. Er is overal een dunne deklaag van maximaal enkele meters, met hieronder een dik watervoerend pakket, waardoor er bij elk alternatief net als in de huidige situatie relatief veel kwelwater in het gebied optreedt door veel ondergrondse waterstroom onder de dijk door (beide richtingen). De uitvoering van een damwand of ondoorlatende laag zal de stroombanen van de kwelweg verlengen maar beïnvloed de totale kwelstroom zodanig beperkt dat deze als neutraal wordt beoordeeld. De aanleg van een pipingberm kan een lichte verhoging van de grondwaterstand direct onder en achter het dijklichaam veroorzaken. Dit effect is goed op te vangen door de kwelsloot voldoende breed uit te voeren zodat extra kwel kan worden opgevangen en afgevoerd. De effecten van het verleggen van de dijk zijn kwalitatief ingeschat Er worden geen verschillen verwacht tussen de varianten waarbij een klein gedeelte van de dijk wordt uitgevoerd door middel van een combinatie van een stabiliserende berm met een pipingscherm of met geotextiel, of door middel van een damwandconstructie. Bij een normale waterstand is er geen effect op de grondwaterstand door het verleggen van de dijk. Hierbij wordt aangenomen dat de Slikpolder bij deze waterstand niet onderloopt en dat de kwelweg van het oppervlaktewater tot de bebouwing dus even lang is als in de huidige situatie. De huidige grondwaterproblematiek heeft naar verwachting voor een deel te maken met de bovenste laag die slecht doorlatend is waardoor water lang blijft staan. Op het moment dat de Slikpolder echter onderloopt zal dit, afhankelijk van de manier van de aanleg van nieuwe dijk, effect hebben op de grondwaterstand direct achter de dijk door een groter verhang van de grondwaterstand in het eerste watervoerend pakket. Dit volgt uit het feit dat de stroombanen van de kwelstroom aanzienlijk verkleind worden ten opzichte van de huidige situatie waarin de afstand tussen het oppervlaktewater en de bebouwde kom groter is. Dit is met name het geval als wordt gekeken naar de bebouwing direct achter de nieuw aan te leggen dijk in de noordrand van de bebouwde kom. Door het gebruik van zeer ondoorlatende klei of een ondoorlatende laag in en/of onder de dijk (nadere uitwerking in planuitwerkingsfase) kan de stroming dermate vertraagd worden dat het effect van het verplaatsen van de dijk op de grondwaterstand zeer klein is. Om deze redenen wordt dit alternatief neutraal tot matig negatief beoordeeld (dubbele score in de tabel). Geertruidenberg en Amertak 79\310

82 Donge Oost De verschillen van de alternatieven in Donge Oost op de effecten op de grondwaterstand in het achterliggende gebied zijn minimaal en lokaal. Dit komt door de bodemopbouw, met een dunne deklaag van maximaal enkele meters, met hieronder een dik watervoerend pakket, waardoor er bij elk alternatief, net als in de huidige situatie, relatief veel kwelwater in het gebied optreedt door veel ondergrondse waterstroom onder de dijk door. De uitvoering van een damwand of ondoorlatende laag zal de stroombanen van de kwelweg het meeste verlengen, maar is gezien de relatief ondiep stekende damwand in de dikke watervoerende laag beperkt. Natuur Slikpolder In dit deelgebied heeft het versterken van de bestaande dijken geen invloed op het nabij gelegen Natura 2000-gebied. Een bijzondere kans voor Natura 2000 is er duidelijk wel. Door het verleggen van de dijk ontstaat potentieel een buitendijkse kwelder onder invloed van getijdewerking. Dit levert een type natuur op waar de Biesbosch beroemd mee geworden is, met uitstekende mogelijkheden voor recreatie. De polder kan aan het Natura 2000-gebied worden toegevoegd. De doelsoorten blauwborst, rietzanger en bruine kiekendief zijn er al aanwezig. Of en in welke mate deze kans wordt benut is nog zeer onzeker. De inrichting van de Slikpolder is onderwerp van discussie. Bij het versterken van de huidige dijken is het, vanwege de berm niet mogelijk bomenkap te voorkomen. Wat betreft het criterium beschermde soorten geldt dat door de kap van bomen kleine negatieve effecten op vleermuizen kunnen optreden waarvoor een ontheffing nodig is. Het kappen van bomen ten zuiden van de Amercentrale-haven zorgt door de aanwezigheid van een paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis voor een negatief effect (ontheffing verkrijgen is echter mogelijk). Alleen met het alternatief damwand kunnen effecten op deze vleermuis voorkomen worden. Bij een eventuele dijkverlegging is de tracékeuze van belang, door een juiste tracékeuze kunnen effecten op vleermuizen voorkomen worden. Het criterium Natuur Netwerk Brabant is in dit deelgebied niet erg onderscheidend. De dijken van de Amercentrale-haven en Donge West maken voor het grootste deel uit van NNB, maar de kwaliteit van de bloemdijk Amercentrale-haven is minder hoog vergeleken met deelgebied Amertak. Grondoplossingen met een groot ruimtebeslag zijn als meest negatief beoordeeld. De dijk Donge-west is geen bloemdijk. Van deze dijk maakt alleen het noordelijk buitendijks deel onderdeel uit van de NNB. Vochtig hakhout en middenbos is hier aanwezig (natuurbeheerplan Provincie Noord-Brabant). Dit bos kan bij alle alternatieven behouden blijven. 80\310 Geertruidenberg en Amertak

83 Vanuit natuur biedt het verleggen van de dijk veruit de meeste kansen door een meer natuurlijk systeem en oppervlaktewinst. Daarmee vergeleken is het alternatief damwand wat betreft effecten redelijk neutraal, vanwege het beperkte benodigde oppervlak. Door geluid kunnen wel tijdelijke effecten optreden. Alle andere varianten zijn negatief vanwege de bomenkap en het grote ruimtebeslag in de slikpolder, wat vooral nadelig is voor niet beschermde soorten en de beschikbare ruimte voor natuur. Donge Oost In dit deelgebied is de beverburcht in het Natura 2000-gebied buitendijks een aandachtspunt. Een effect kan met mitigatie eenvoudig voorkomen worden. Vanuit ecologisch perspectief zijn verder vooral de vooroevers langs de Donge interessant, vanwege de spindotterbloemen en ecologische potentie. De dijkversterking heeft geen invloed op deze waarden. Tijdelijke effecten door verstoring moeten voorkomen worden, maar dit kan ook eenvoudig. De dijken maken geen onderdeel uit van de NNB. Vanuit het thema natuur is er geen onderscheid te maken tussen verschillende alternatieven. Landschap cultuurhistorie en archeologie Slikpolder De alternatieven constructie damwand zijn overwegend het minst schadelijk op de milieuthema s landschap, cultuurhistorie en archeologie. Op de criteria gebiedskarakteristiek, ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) en cultuurhistorie hebben deze namelijk een neutraal effect, daarentegen hebben deze alternatieven wel een negatief effect op archeologie. Hetzelfde geldt als de dijktrajecten Amercentralehaven en Donge West samen worden beschouwd. In de vergelijking tussen het alternatief dijkverlegging (inclusief grondoplossing stabiliteitsberm+pipingscherm) en de alternatieven in de dijktrajecten Amercentralehaven en Donge West zorgt de dijkverlegging voor de meeste aantasting op landschap, cultuurhistorie en archeologie: op de criteria gebiedskarakteristiek en archeologie een negatief effect en op ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) een licht negatief effect. Donge Oost In Donge Oost heeft het alternatief damwand op alle criteria van landschap, cultuurhistorie en archeologie een neutraal effect. Beide andere alternatieven hebben weliswaar een neutraal effect op archeologie, maar hebben een licht negatief effect op zowel gebiedskarakteristiek als ruimtelijke kwaliteit en de continuïteit van de dijk. Woon- en leefmilieu Slikpolder Geertruidenberg en Amertak 81\310

84 Overwegend treden bij de alternatieven vergelijkbare negatieve of licht negatieve effecten voor de verschillende criteria. De damwand heeft de meest gunstige neutrale beoordeling op ruimtebeslag, bereikbaarheid, scheepvaart en kabels en leidingen. Op die laatste twee criteria scoort ook dijkverleggingsvariant 2 met damwand relatief gunstig. Alternatief stabiliteitsberm + piping en de dijkverleggingen wijken enkel bij het criterium ruimtebeslag wel af in negatieve zin, vanwege de zeer negatievere scores op ruimtebeslag door de grote grondlichamen. Donge Oost Voor Donge Oost geldt dat alle oplossingen voor het overgrote deel neutraal tot licht negatief zijn beoordeeld ten opzichte van de HSAO. Voor de alternatieven met damwand en de stabiliteitsberm + pipingscherm wordt meer tijdelijke hinder verwacht, daarom hebben deze alternatieven op dit criterium wel een negatieve score. De criteria scheepvaart en kabels en leidingen zijn ook niet onderscheidend voor de keuze van de oplossing op het traject Donge Oost. Meekoppelkansen Meekoppelkansen zijn waar relevant bij verschillend milieuthema s aan de orde gekomen (zie deel B van het MER). Uit de onderzoeken is gebleken dat het bij alle alternatieven mogelijk blijft om de in deze fase geïdentificeerde meekoppelkansen (zie paragraaf 2.4.6), met een aanvullende investering, te realiseren. Dit geldt voor de meekoppelkansen in de Slikpolder en bij de Amertak (zoals de ecologische verbindingszone). In de Nota Voorkeursalternatief en later het Projectplan Waterwet wordt specifieker per dijktraject op de meekoppelkansen ingegaan. 82\310 Geertruidenberg en Amertak

85 Geertruidenberg en Amertak 83\310

86 6 Voorkeursalternatief en milieueffecten De beschrijvingen van de milieueffecten in het concept MER vormen input voor de integrale vergelijking van de alternatieven en voor de selectie van een VKA (zie ook hoofdstuk 4). Naast de genoemde milieuthema s, zullen daarbij ook andere aspecten een rol spelen. De overige aspecten worden hierna kort genoemd. 1. Draagvlak belanghebbenden (waarbij ook de meekoppelkansen worden behandeld) 2. Levensduurkosten (Life Cycle Costs, LCC). 3. Ruimtelijke kwaliteit 4. Techniek 5. Vastgoed en schadeverwachting Voor de dijkversterking wordt de totale afweging richting een voorkeursalternatief beschreven in het projectplan Waterwet dat gezamenlijk met het MER in procedure zal worden gebracht. De effecten van het uitgewerkte voorkeursalternatief worden later in der planuitwerkingsfase opgenomen in dit hoofdstuk. 84\310 Geertruidenberg en Amertak

87 Deel B Nadere beschrijving van de milieueffecten Geertruidenberg en Amertak 85\310

88 Deel A beschrijft de hoofdlijnen van het MER. Deel B gaat dieper in op de verschillende milieuthema s en de effectvergelijking. In de vijf hoofdstukken worden de vijf milieuthema s beschreven: Veiligheid (Hoofdstuk 8), Bodem en Water (Hoofdstuk 9), Landschap, Cultuurhistorie en Archeologie (Hoofdstuk 10), Natuur (Hoofdstuk 11) en Woon-, werk- en leefmlieu (hoofdstuk 12). In het afsluitende hoofdstuk 13 worden de kosten van de alternatieven beschreven. Elk hoofdstuk begint met de beschrijving van wetgeving, beleid, de methode effectbepaling en de huidige situatie en autonome ontwikkeling. Vervolgens worden de effecten per criterium beschreven voor de Amertak West en Oost, de Slikpolder en Donge Oost. Ten slotte volgt de conclusie inclusief mogelijk te nemen mitigerende en compenserende maatregelen. Voor een algemene uitleg over de aanpak van de effectbeoordeling wordt ook verwezen naar paragraaf 5.1 van deel A van het MER. 86\310 Geertruidenberg en Amertak

89 7 Veiligheid 7.1 Wettelijk kader en beleid Beleid en wetgeving Korte beschrijving en relevantie beleid voor dit project Internationaal Europees Geen relevant beleid binnen dit thema voor dit project anders dan Europees De Europese Hoogwaterrichtlijn houdt in dat de problemen per stroomgebied in kaart worden gebracht en vervolgens aan de hand van risicokaarten en stroomgebiedbeheersplannen gezamenlijk worden aangepakt. De richtlijn schrijft geen normen voor, maar geeft kaders en principes, en laat de uitwerking over aan de EUlidstaten. Provinciaal Waterschap Naast de aanpak op stroomgebiedniveau maken een integrale en veiligheidsketenaanpak onderdeel uit van de Richtlijn. Dat betekent dat naast aandacht voor preventie ook meer rekening wordt gehouden de gevolgen van overstromingen. Daarnaast moet rekening worden gehouden met waterkwaliteit (Kaderrichtlijn Water). Het geven van ruimte aan rivieren voor waterberging bij het voorkomen van overstromingen is ook een belangrijk element. Naast versterking van de grensoverschrijdende samenwerking is solidariteit voor Nederland een belangrijk principe in de nieuwe richtlijn. Landen kunnen niet meer zonder overleg maatregelen nemen tegen hoogwater (bijvoorbeeld door dijken te verhogen) als zij daarmee de waterafvoer naar andere landen vergroten. Dit is het zogenaamde nietafwentelprincipe. De Europese Richtlijn Overstromingsrisico's (ROR), 2007 heeft als doel de negatieve gevolgen van overstromingen voor de gezondheid van de mens, het milieu, het culturele erfgoed en de economische bedrijvigheid te beperken. In 2016 is de eerste implementatieronde (ROR1) afgerond en is begonnen met de tweede implementatieronde (ROR2). In 2009 zijn vereisten vanuit de richtlijn in de Nederlandse wet- en regelgeving opgenomen. Concreet verplicht de ROR de EU lidstaten tot het maken van een voorlopige risicobeoordeling, overstromingsgevaar- en overstromingsrisicokaarten en overstromingsrisicobeheerplannen. Geen relevant beleid binnen dit thema voor dit project Geertruidenberg en Amertak 87\310

90 Product 2.4 beleidsuitgangspunten toetsing en ontwerp. Hierin verwoord de beheer wensen en eisen ten aanzien van het toekomstig ontwerp van de waterkering Regionaal/gemeente Geen relevant beleid binnen dit thema voor dit project Nationaal Nationaal Waterplan De waterplannen geven het landelijke, respectievelijk regionale (strategische) waterbeleid weer. Voor het rijk is dit vastgelegd in het Nationaal Waterplan. Het Nationaal Waterplan wordt vastgesteld door de minister van Infrastructuur en Milieu en de staatssecretaris van Economische Zaken. In het plan zijn de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid en de daartoe behorende aspecten van het nationale ruimtelijke beleid beschreven. Het Deltaprogramma doet jaarlijks een voorstel voor de programmering van maatregelen, uitgebracht in het Deltaplan Waterveiligheid en het Deltaplan Zoetwater. Dit is voor de eerste zes jaar in detail en de twaalf jaar daarna op hoofdlijnen, en geeft een doorkijk tot Het Hoogwaterbeschermingsprogramma is onderdeel van Deltaplan Waterveiligheid en vormt zo een afgestemd geheel met andere onderzoeken en maatregelen die op de korte termijn nodig zijn. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma is onderdeel van het Deltaprogramma. Het valt onder het uitvoeringsprogramma, het zogenaamde Deltaplan Waterveiligheid. De relatie tussen beide programma's bestaat er vooral uit dat de langetermijnopgaven en voorkeursstrategieën van het Deltaprogramma verbonden moeten worden met de kortetermijnmaatregelen van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Hoogwaterbeschermingsprogramma. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Daarnaast levert de Waterwet een belangrijke bijdrage aan kabinetsdoelstellingen zoals vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. Totdat de Omgevingswet in werking treedtvoorzien voor blijft de Waterwet van kracht. 88\310 Geertruidenberg en Amertak

91 7.2 Methode effectbeoordeling Veiligheid Algemene aanpak onderzoek Voor het beoordelen van deze oplossingsrichtingen worden de voor een dijkversterking gangbare beoordelingscriteria gehanteerd voor het thema veiligheid. Dit betreffen Beheer en Onderhoud (inspecteerbaarheid, beheerbaarheid, beoordeelbaarheid), Uitbreidbaarheid en Betrouwbaarheid van sterkte Criterium Betrouwbaarheid van sterkte Het criterium Betrouwbaarheid van sterkte beoordeelt een oplossingsrichting op de zekerheid die het biedt aan de beheerder dat de waterkerende functie gedurende de levensduur intact blijft. Deze zekerheid is afhankelijk van het materiaalgebruik, de complexiteit van de oplossing, gecombineerde afhankelijkheden en de reeds opgedane ervaring met de oplossingsrichting. Een oplossingsrichting met een onzekere toekomstige sterkte kan meer inspectie, monitoring en onderhoud vergen. Om de effecten van de alternatieven per criterium te kunnen vergelijken, worden deze op basis van een + / - score in 7 schalen beoordeeld, de verdeling van deze schalen is opgenomen in onderstaande tabel. Per criterium is aangegeven hoe deze schalen ingedeeld zijn. Geertruidenberg en Amertak 89\310

92 Tabel 7.1 Beoordelingsschalen criterium Betrouwbaarheid van sterkte Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect Ten opzichte van HSAO brengt de oplossingsrichting dusdanig veel onzekerheid mee dat de inspanning op inspectie, monitoring en onderhoud onacceptabel is voor de beheerder en maatschappelijke onrust ontstaat over de veiligheid van de waterkering binnen de ontwerplevensduur - - Negatief effect Ten opzichte van de HSAO is er een duidelijke afname van de zekerheid dat de oplossing blijft functioneren waardoor de beheerder een grote druk voelt om intensief te inspecteren en te monitoren binnen de ontwerplevensduur - Licht negatief effect Ten opzichte van de HSAO is er een lichte verslechtering de zekerheid dat de oplossingsrichting blijft functioneren en de kering zijn sterkte behoudt 0 Nihil of neutraal effect Ten opzichte van de HSAO is er geen tot een nihil verschil in de zekerheid van de toekomstige sterkte + Licht positief effect Ten opzichte van de HSAO is er een lichte verbetering van de zekerheid in de toekomstige sterkte van de waterkering + + Positief effect Ten opzichte van de HSAO is er een duidelijke verbetering van de zekerheid dat de waterkering in de toekomst zijn sterkte behoud Zeer positief effect Ten opzichte van de HSAO is er veel meer zekerheid dat de waterkering en waterkerende elementen hun sterkte behouden binnen de ontwerplevensduur Criterium Beheer en onderhoud Onder dit criterium vallen inspecteerbaarheid, beheerbaarheid, beoordeelbaarheid. Omdat deze deelcriteria congruent zijn, d.w.z een goed inspecteerbare kering is goed te beheren en te beoordelen krijgen zij eenzelfde beoordeling. De waterkering dient onder normale en hoogwateromstandigheden geïnspecteerd te kunnen worden door de beheerder zodat preventief zwaktes in de kering geïdentificeerd kunnen worden waarmee tijdig maatregelen getroffen kunnen worden. De kering en kerende elementen dienen daarvoor toegankelijk te zijn of falen dient indirect zichtbaar te zijn (bijvoorbeeld via monitoring). Ook onder hoogwater omstandigheden dient inspectie mogelijk te zijn om een aanstaande calamiteit tijdig op te sporen. De waterkering en waterkerende elementen dienen dus ook onder deze omstandigheden toegankelijk te zijn. 90\310 Geertruidenberg en Amertak

93 De kering en kerende elementen dienen toegankelijk te zijn voor regulier beheer waarbij maatwerkwerk en handwerk zoveel mogelijk vermeden dienen te worden. Periodiek (iedere 12 jaar) beoordeelt de beheerder de sterkte van de waterkering aan de dan actuele belasting. Des te eenduidiger de waterkering is samengesteld en des te meer inzicht is in de samenstelling en des te beter zicht is op de actuele sterkte van constructieve onderdelen, hoe beter en nauwkeuriger de sterkte van de waterkering is te beoordelen en hoe kleiner de kans is dat deze onterecht wordt afgekeurd. Om de effecten van de alternatieven per criterium te kunnen vergelijken, worden deze op basis van een + / - score in 7 schalen beoordeeld, de verdeling van deze schalen is opgenomen in onderstaande tabel. Per criterium is aangegeven hoe deze schalen ingedeeld zijn. Tabel 7.2 Beoordelingsschalen criterium Beheer en onderhoud Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect Ten opzichte van HSAO zijn cruciale waterkerende elementen niet te inspecteren en niet toegankelijk, aanstaand falen niet visueel waar te nemen, waterkerende onderdelen zijn niet of moeilijk te onderhouden, de waterkering is dusdanig opgebouwd dat het resultaat van de beoordeling grote onzekerheden kent en deze niet zijn te verkleinen zonder intensief onderzoek - - Negatief effect Ten opzichte van de HSAO is er een duidelijke verslechtering van de inspecteerbaarheid van cruciale waterkerende elementen, beheerbaarheid en is de beoordeling gecompliceerder dan in de huidige situatie - Licht negatief effect Ten opzichte van de HSAO is een lichte verslechtering van of de inspecteerbaarheid, of de beheerbaarheid of de beoordeling aan de orde 0 Nihil of neutraal effect Ten opzichte van de HSAO is er geen tot een nihil verschil in de inspectie, het beheer en de veiligheidsbeoordeling + Licht positief effect Ten opzichte van de HSAO is een lichte verbetering van of de inspecteerbaarheid, of de beheerbaarheid of de beoordeling aan de orde + + Positief effect Ten opzichte van de HSAO is er een duidelijke verbetering van de inspecteerbaarheid van cruciale waterkerende elementen, de beheerbaarheid en is beoordeling eenvoudiger en eenduidiger uit te voeren Zeer positief effect Ten opzichte van de HSAO zijn waterkering en waterkerende elementen zeer goed toegankelijk voor inspectie en onderhoud. Geertruidenberg en Amertak 91\310

94 Eventuele schade openbaart zich tijdig en is eenvoudig te verhelpen. De waterkering is zonder onzekerheid te beoordelen Criterium Uitbreidbaarheid Het criterium Uitbreidbaarheid beoordeelt een oplossingsrichting op het creëren van, of behouden van de mogelijkheid, om de waterkering op termijn aan te passen aan nieuwe inzichten. Inzichten in de mate van belasting zoals hogere waterstanden en nieuwe inzichten in de sterkte van de waterkering. Hoe kleiner de inspanning die gepleegd moet worden om de waterkering aan te passen, des beter scoort de oplossingsrichting. Om de effecten van de alternatieven per criterium te kunnen vergelijken, worden deze op basis van een + / - score in 7 schalen beoordeeld, de verdeling van deze schalen is opgenomen in onderstaande tabel. Per criterium is aangegeven hoe deze schalen ingedeeld zijn. 92\310 Geertruidenberg en Amertak

95 Tabel 7.3 Beoordelingsschalen criterium Uitbreidbaarheid Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect Ten opzichte van HSAO is de oplossingsrichting dusdanig star of inflexibel dat deze niet aan te passen is aan wijzigende inzichten zonder grootschalige, kostbare ingrepen of compleet vervangen van de waterkerende elementen. - - Negatief effect Ten opzichte van de HSAO is er een duidelijke verslechtering van de mogelijkheden om de waterkering nog aan te passen aan wijzigende inzichten in belasting of sterkte. Met de nodige inspanning is de kering uit te breiden - Licht negatief effect Ten opzichte van de HSAO is een lichte verslechtering van de uitbreidbaarheid 0 Nihil of neutraal effect Ten opzichte van de HSAO is er geen tot een nihil verschil in de uitbreidbaarheid van de kering + Licht positief effect Ten opzichte van de HSAO is er een lichte verbetering van de uitbreidbaarheid van de waterkering + + Positief effect Ten opzichte van de HSAO zijn waterkering en waterkerende elementen goed en eenvoudig uit te breiden zodat de waterkering weer aan de vereisten voldoet Zeer positief effect Ten opzichte van de HSAO hoeven waterkering en waterkerende elementen niet meer aangepast te worden bij verhoging belastingen Effecten die niet nader worden onderzocht Alle alternatieven verbeteren de waterveiligheid ten opzichte van de huidige situatie en worden zodanig vormgegeven dat de dijkvakken allen weer voldoen aan de vereiste norm. Het aspect voldoen aan de waterveiligheidsnorm is daarom niet onderscheidend. Geertruidenberg en Amertak 93\310

96 7.3 Huidige situatie en autonome ontwikkeling Ontwikkeling hydraulische belasting door klimaatontwikkelingen In het adviesrapport van HKV 1 is voor zichtjaar 2100, Deltascenario Warm en Stoom de relatie tussen de herhalingstijd en waterstand bepaald voor de monding van de Amertak. De Donge kent eenzelfde relatie met een enkele cm s afwijkende waterstand. Gecombineerd met de ontwerpstanden uit Nadere veiligheidsanalyse 2 levert dit de onderstaande relatie op. Voor zichtjaar 2070 liggen de verwachte ontwerpwaterstanden circa 20 cm lager dan 2100 en voor 2120 circa 20 cm hoger. Als gevolg hiervan zal richting 2070 een hoogteopgave voor delen van de waterkering langs de Donge en Amertak ontstaan. Figuur 7.1 Indicatieve ontwerpwaterstand monding Amertak bij diverse zichtjaren van 2020 tot Autonome maaivelddaling Het projectgebied is in de nadere veiligheidsanalyse aangemerkt als niet zettingsgevoelig 3. Er treedt nauwelijks tot geen maaivelddaling op in de planperiode. 1 HKV (2016). rapport_amertakdonge_d1.0_definitief.docx_s_16in013627_1 2 RHDHV (2016). Nadere veiligheidsanalyse. WATBD9169R004F03_DefVeiligheidsanalyseGeertuidenbergAmertak_ RPS, Amertak, Onderzoek naar de fysieke toestand van oever en kering, NC , 13 december \310 Geertruidenberg en Amertak

97 7.4 Effectbeoordeling Amertak West en Oost Criterium betrouwbaarheid van sterkte Tabel 7.4 Beoordeling criterium betrouwbaarheid van sterkte Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Totaal betrouwbaarheid van sterkte De onderbouwing van de beoordeling van de alternatieven voor de trajecten Amertak West Noord, West Zuid, Oost Noord, Oost Midden en Oost Zuid is gelijk. Waarbij opgemerkt moet worden dat vanwege ruimtetekort bij traject Amertak West Zuid de oplossing met een pipingberm niet toepasbaar is. De grondoplossing voor opgave piping is een betrouwbare oplossing waarmee ruime ervaring is. Er bestaat weinig onzekerheid over het functioneren ervan op de langere termijn of vermoeden van degradatie. De levensduur van het materiaal is onbeperkt. Omdat het inzicht in de opbouw van de waterkering met de aanleg van een pipingberm toeneemt (tov van de huidige waterkering is er meer documentatie over de gebruikte materialen en opbouw) ontstaat er een betrouwbaarder beeld van de sterkte van de dijk. Totaaloordeel licht positief ten opzichte van HSAO. De plaatsing van een pipingscherm is een beproefde maatregel tegen piping. Echter ten opzichte van een zuivere grondoplossing worden er elementen aangebracht die afbreuk kunnen doen aan de waterkerendheid tijdens de levensduur. Het scherm kan aangetast raken, zetten en daarbij gaan kieren. Mede omdat dit moeilijk te inspecteren is, wordt de betrouwbaarheid van de sterkte licht negatief beoordeeld ten opzichte van de HSAO. Het geotextiel is een innovatieve techniek waarmee beperkt ervaring in het veld is opgedaan. Beperkt in duur (jaren functioneren) en kwantiteit (verschillende situaties en Geertruidenberg en Amertak 95\310

98 grondsamenstelling). Als gevolg hiervan zal een aanzienlijke inspectie- en monitoringsinspanning gevraagd worden om beheerder en omgeving voldoende vertrouwen te geven in de waterkerendheid van de oplossing. Totaaloordeel negatief ten opzichte van HSAO. Aanbrengen ondoorlatende laag in Amertak. Omdat de ondoorlatende laag zich voor het grootste gedeelde onder het wateroppervlak bevindt en lekkages pas merkbaar worden bij hoogwater, biedt deze oplossing geen zekerheid aan de beheerder. Daarbij is de oplossing gevoelig voor schades die niet (direct) zichtbaar zijn voor de beheerder. Denk aan een slepend anker, aanvaring, (te diep) baggeren, opbarsten waardoor de ondoorlatendheid wordt aangetast.. In combinatie met het moeilijk kunnen lokaliseren van schades is de betrouwbaarheid het functioneren van deze oplossing gedurende de levensduur als onbetrouwbaar beoordeeld. Totaaloordeel zeer negatief ten opzichte van HSAO. 96\310 Geertruidenberg en Amertak

99 7.4.2 Criterium Beheer en onderhoud Tabel 7.5 Beoordeling criterium beheer en onderhoud Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Inspecteerbaarheid Beheerbaarheid Beoordeelbaarheid Totaal De onderbouwing van de beoordeling van de alternatieven voor de trajecten Amertak West Noord, West Zuid, Oost Noord, Oost Midden en Oost Zuid is gelijk. Met uitzondering van traject Amertak West Zuid waarbij door ruimtegebrek de oplossing met een pipingberm niet toepasbaar is. Grondoplossing voor piping scoort licht negatief, omdat de omvang van de kering toeneemt. Er is meer m2 aan dijk te inspecteren en te beheren. Ten opzichte van de huidige situatie is deze oplossing met eenzelfde inspanning te beoordelen. Totaaloordeel licht negatief ten opzichte van HSAO. Het pipingscherm is niet eenvoudig te inspecteren, omdat het zich geheel onder het maaiveld bevindt. Ook is niet direct inzichtelijk of het pipingscherm ondergronds goed is geplaatst. Lekkages zijn niet direct waar te nemen en vervolgens moeilijk te lokaliseren. Dit maakt ook dat de beoordeling van de oplossing onzekerheden kent. Regulier beheer van de kering is gelijk aan de HSAO. Totaaloordeel licht negatief ten opzichte van HSAO. Het Geotextiel is niet eenvoudig te inspecteren omdat het zich onder het maaiveld bevindt. Een separaat monitoringssysteem is noodzakelijk om de werking te controleren. Dagelijks beheer en onderhoud wordt niet belast door de aanwezigheid ervan. Omdat het functioneren Geertruidenberg en Amertak 97\310

100 van het geotextiel moeilijk is te verifiëren is de beoordeling van deze oplossing complexer dan bij de HSAO. Totaaloordeel negatief ten opzichte van HSAO. Ondoorlatende laag bodem Amertak. Eenmaal aangebracht is de staat van de ondoorlatende laag in het kanaal zeer lastig te inspecteren. Inspectie vindt plaats onder de waterlijn in troebel water. Inspectie wordt verstoort door slibvorming. Scheepvaart ondervindt hinder en vice versa. Beheerbaarheid van de laag is complex vanwege de slechte toegankelijkheid en het lokaliseren van eventuele tekortkoming / kortsluiting etc. Ook het beoordelen van de laag is complex omdat het functioneren van de laag moeilijk is aan te tonen als er zich geen extreme waterstanden voordoen. Totaaloordeel zeer negatief ten opzichte van HSAO Criterium Uitbreidbaarheid Tabel 7.6 Beoordeling criterium Uitbreidbaarheid Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Totaal uitbreidbaarheid De onderbouwing van de beoordeling van de alternatieven voor de trajecten Amertak West Noord, West Zuid, Oost Noord, Oost Midden en Oost Zuid is gelijk. Waarbij vanwege ruimtetekort bij traject Amertak West Zuid de oplossing met een pipingberm niet toepasbaar is. De grondoplossing voor opgave piping scoort gelijk aan de HSAO. De grondoplossing staat toekomstige aanpassingen aan de waterkering niet meer of minder in de weg dan in de huidige situatie. Totaaloordeel neutraal ten opzichte van HSAO. De plaatsing van een pipingscherm beperkt de uitbreidbaarheid van de waterkering ten opzichte van de HSAO. Daarbij is het uitgangspunt dat een pipingscherm na enige jaren in de grond niet opgelengd en dieper ingebracht kan worden. Bij strengere eisen zal een nieuwe mits geotextiel blijft functioneren = betrouwbaarheid sterkte 98\310 Geertruidenberg en Amertak

101 maatregel getroffen moeten worden. Het reeds aanwezige pipingscherm is daarbij niet volledig mee te nemen in het maatregelenpakket omdat een element betreft met een eindige levensduur. Totaaloordeel negatief ten opzichte van HSAO. Het geotextiel sluit het mechanisme piping volledig uit ongeacht toekomstige toenames in het verval. Deze oplossingsrichting maakt de waterkering voor het mechanisme piping toekomst bestendig. Maatregelen voor een toekomstige hoogteopgave worden niet ingeperkt door de aanwezigheid van het geotextiel. Totaaloordeel positief ten opzichte van HSAO. Uitgangspunt voor deze beoordeling is dat het geotextiel blijft functioneren gedurende de verwachte levensduur. Eventuele onzekerheden die een innovatieve techniek als het geotextiel met zich meebrengen, worden meegenomen in het criterium Betrouwbaarheid van sterkte. Aanbrengen ondoorlatende laag bodem Amertak. Met deze maatregel wordt het mechanisme piping volledig uitgesloten. Er is immers geen hydraulische verbinding meer tussen Amertak en achterland. Deze oplossingsrichting maakt de waterkering voor het mechanisme piping toekomstbestendig. Maatregelen voor een toekomstige hoogteopgave worden niet ingeperkt door de aanwezigheid van de ondoorlatende laag. Totaaloordeel positief ten opzichte van HSAO. 7.5 Effectbeoordeling Slikpolder (Amercentralehaven + Donge West) Criterium Betrouwbaarheid van sterkte Tabel 7.7 Beoordeling criterium betrouwbaarheid van sterkte Amercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab- en pipingberm Donge West Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab- en pipingberm Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab- en pipingberm Totaalbeoordeling Betrouwbaarheid Totaalbeoordeling combinatie Geertruidenberg en Amertak 99\310

102 De onderbouwing van de beoordeling van de Amercentralehaven en Donge West is gelijk en op de bovenstaande trajecten van toepassing. De gecombineerde beoordeling (om te kunnen vergelijken met de dijkverlegging) volgt de totaalbeoordeling van de beide losse trajecten. De grondoplossingen voor opgave piping en stabiliteit zijn een betrouwbare oplossing waarmee ruime ervaring is. Het functioneren is zeker en er zijn geen aanwijzingen dat de sterkte van een grondoplossing an sich afneemt. De levensduur van het materiaal is onbeperkt. Omdat het inzicht in de opbouw van de waterkering met de aanleg van een pipingberm toeneemt (tov van de huidige waterkering is er meer documentatie over de gebruikte materialen en opbouw) ontstaat er een betrouwbaarder beeld van de sterkte van de dijk. Totaaloordeel licht positief ten opzichte van HSAO. De plaatsing van een pipingscherm in combinatie met een stabiliteitsberm is een beproefde maatregel tegen piping. Echter ten opzichte van een zuivere grondoplossing worden er elementen aangebracht die afbreuk kunnen doen aan de waterkerendheid tijdens de levensduur. Het scherm kan aangetast raken, zetten en daarbij gaan kieren. Mede omdat dit moeilijk te inspecteren is, wordt de betrouwbaarheid van de sterkte licht negatief beoordeeld ten opzichte van de HSAO. De stabiliteitsberm is een betrouwbare oplossing. Echter geotextiel is een innovatieve techniek waarmee beperkt ervaring in het veld is opgedaan. De ervaring er mee is beperkt, zowel in het aantal jaren als in de hoeveelheid toepassingen en diversiteit hiervan. Pilots lopen op dit moment bij enkele waterschappen. Als gevolg hiervan zal een aanzienlijke inspectie- en monitoringsinspanning gevraagd worden om beheerder en omgeving voldoende vertrouwen te geven in de waterkerendheid van de oplossing. Totaaloordeel negatief ten opzichte van HSAO. De damwandconstructie ten behoeve van stabiliteit en piping is een beproefde techniek. Echter omdat de constructie zich onder het maaiveld bevindt en uit meerdere faalbare elementen bestaat, wordt oplossing als licht negatief beschouwd ten opzichte van de HSAO. De dijkverlegging in grond verbetert de betrouwbaarheid van de sterkte ten opzichte van de HSAO omdat de waterkering optimaal aangelegd kan worden en er volledige inzicht is op de opbouw. Tevens wordt de lengte van de waterkering ingekort waardoor de totale kans op falen wordt beperkt. Totaaloordeel licht positief ten opzichte van het HSAO. De dijkverlegging in grond met damwand ter hoogte van de Amercentrale wordt uitgevoerd met beproefde technieken waarvan de sterkte inzichtelijk is. Deze variant introduceert echter wel een vreemd element in de waterkering (damwand). De lengte is tot een deel van het traject beperkt waardoor dit effect niet heel zwaar meeweegt. Totaaloordeel licht positief ten opzichte van het HSAO. 100\310 Geertruidenberg en Amertak

103 7.5.2 Criterium beheer en onderhoud Tabel 7.8 Beoordeling beheer en onderhoud Amercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab- en pipingberm Donge West Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab- en pipingberm Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab- en pipingberm Inspecteerbaarheid Beheerbaarheid Beoordeelbaarheid Totaalbeoordeling Totaalbeoordeling combinatie De onderbouwing van de beoordeling van de Amercentralehaven en Donge West is gelijk en op de bovenstaande trajecten van toepassing. De gecombineerde beoordeling (om te kunnen vergelijken met de dijkverlegging) volgt de totaalbeoordeling van de beide losse trajecten. Grondoplossing voor piping en stabiliteit scoort licht negatief omdat de omvang van de kering toeneemt. Er is dus meer m2 aan dijk te inspecteren en beheren. Ten opzichte van de huidige situatie is deze oplossing met eenzelfde inspanning te beoordelen. Totaaloordeel licht negatief ten opzichte van HSAO. Het pipingscherm in combinatie met een stabiliteitsberm is niet eenvoudig te inspecteren omdat het zich geheel onder het maaiveld bevindt. Ook is niet direct inzichtelijk of het pipingscherm ondergronds goed is geplaatst. Eventuele lekkages zijn niet direct waar te nemen en vervolgens moeilijk te lokaliseren. Regulier beheer van de kering is licht negatief omdat de waterkering in omvang toeneemt. Door de introductie van een constructief element kent de beoordeling een iets grotere onzekerheid. Totaaloordeel licht negatief ten opzichte van HSAO. Het geotextiel in combinatie met een stabiliteitsberm is niet eenvoudig te inspecteren omdat dit zich onder het maaiveld bevindt. Een separaat monitoringssysteem is noodzakelijk. Geertruidenberg en Amertak 101\310

104 Dagelijks beheer en onderhoud wordt niet belast door de aanwezigheid ervan. Wel neemt de omvang van de kering toe waardoor de beheer inspanning groter wordt. Omdat het functioneren van het geotextiel moeilijk is te verifiëren scoort deze oplossing slecht op beoordeelbaarheid. Totaaloordeel negatief ten opzichte van HSAO. Een oplossing waarbij de pipingopgave en de stabiliteitsopgave met een damwandconstructie worden opgelost scoort qua inspecteerbaarheid negatief omdat de damwand volledig onder het maaiveld zit en eventuele openingen of schades pas bij hoogwater zichtbaar worden. De oplossing vergt geen aanvullende beheerinspanning omdat de omvang van de waterkering niet toeneemt en de damwand geen tussentijds onderhoud vergt (mits goed aangebracht). Het constructieve en waterkerende element maakt een beoordeling iets complexer dan de huidige situatie, echter er is veel ervaring met deze oplossing en het functioneren ervan is relatief betrouwbaar. Totaaloordeel licht negatief ten opzichte van HSAO. De dijkverlegging voor Slikpolder resulteert in een nieuwe waterkering die volledig naar de wensen van de beheerder kan worden gedimensioneerd. De kering is onder normale omstandigheden aan weerszijden te inspecteren en beter bereikbaar voor onderhoud dan de huidige kering. De verlegging zorgt voor een verkorting waardoor de inspectie- en beheerinspanning kleiner is. Omdat de kering nieuw wordt aangelegd is er volledig zicht op de opbouw en het materiaalgebruik. Hierdoor is de kering eenvoudiger te beoordelen met minder onzekerheid over de opbouw. Wel is er meer inspectieoppervlak voor het waterschap vanwege de berm. Totaal oordeel positief ten opzichte van HSAO. De dijkverlegging waarbij ter hoogte van de Amercentrale een damwand wordt gerealiseerd scoort positief omdat de nieuwe dijk beter te inspecteren en te beheren is, deze korter is en door volledige inzicht van de opbouw ook goed te beoordelen is. De aanwezige damwand vraagt geen beheerinspanning. Inspectie is beperkt mogelijk maar door volledig inzicht in de samenstelling is deze goed te beoordelen. 102\310 Geertruidenberg en Amertak

105 7.5.3 Criterium Uitbreidbaarheid Tabel 7.9 Beoordeling criterium uitbreidbaarheid Amercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextile Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab- en pipingberm Donge West Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab- en pipingberm Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab- en pipingberm Totaalbeoordeling uitbreidbaarheid Totaalbeoordeling combinatie Amercentrale-haven Grond stab- en pipingberm. Deze oplossing scoort neutraal omdat er net als in de huidige situatie geen ruimte is om de waterkering uit te breiden zonder de aanwezige bomenrij te verwijderen. Aandachtspunt is aanwezigheid gasunieleiding Combi stabiliteitsberm en pipingscherm, deze scoort negatief om er niet kan worden uitgebreid zonder de bomen te verwijderen. Het pipingscherm dient tevens vervangen te worden (verlengd op en op een andere positie ingebracht). Aandachtspunt is de gasunieleiding Combi stabiliteitsberm + geotextiel. Deze oplossing scoort neutraal omdat er net als in de huidige situatie geen ruimte is om de waterkering uit te breiden zonder de aanwezige bomenrij te verwijderen. Het geotextiel hoeft echter niet aangepast te worden want dit zorgt voor uitsluiting van het mechanisme Constructiedamwand. Beperkt in ruimte waardoor er niet over de aanwezige gasunieleiding heen hoeft te worden gewerkt., eenvoudig zodanig te (over)dimensioneren dat deze verdere ontwikkelingen in de belasting kan opvangen binnen de levensduur. Score neutraal Donge West 5 Geotextiel + mits deze blijft functioneren Geertruidenberg en Amertak 103\310

106 De grondoplossing voor opgave piping en stabiliteit scoort gelijk aan de HSAO. De grondoplossing staat toekomstige aanpassingen aan de waterkering niet meer of minder in de weg dan in de huidige situatie. Totaaloordeel neutraal ten opzichte van HSAO. De plaatsing van een pipingscherm beperkt de uitbreidbaarheid van de waterkering ten opzichte van de HSAO. Daarbij is het uitgangspunt dat een pipingscherm na enige jaren in de grond niet opgelengd en dieper ingebracht kan worden. Bij strengere eisen zal een nieuwe maatregel getroffen moeten worden. Het reeds aanwezige pipingscherm is daarbij niet volledig mee te nemen in het maatregelenpakket omdat een element betreft met een eindige levensduur. Totaaloordeel negatief ten opzichte van HSAO. Het geotextiel in combinatie met een stabiliteitsberm sluit het mechanisme piping volledig uit ongeacht toekomstige toenames in het verval. Deze oplossingsrichting maakt de waterkering voor het mechanisme piping toekomst bestendig. Indien er een aanvullende stabiliteitsopgave ontstaat zal de berm verzwaard en verlengd moeten worden. Hierdoor komt het geotextiel op een sub optimale plek onder de berm te liggen. Dit kan leiden tot beperkte pipe-vorming onder de berm aan de binnendijkse zijde van het geotextiel. Door het geotextiel zal de pipe zich niet volledig kunnen ontwikkelen en komt de standvastigheid van de kering niet in gevaar. Beide effecten overwegend wordt deze oplossing licht positief beoordeeld ten opzichte van HSAO. Uitgangspunt voor deze beoordeling is dat het geotextiel blijft functioneren. Eventuele onzekerheden die een innovatieve techniek als het geotextiel met zich meebrengen, worden meegenomen in het criterium Betrouwbaarheid van sterkte. Een oplossing waarbij de pipingopgave en de stabiliteitsopgave met een damwandconstructie worden opgelost beperkt de uitbreidbaarheid ten opzichte van de huidige situatie omdat de sterkte en stabiliteit de wand niet eenvoudig is aan te passen en de constructie een beperkte levensduur heeft. Verlengen (door oplassen) en dieper inbrengen (ten behoeve van piping) van de wand is alleen mogelijk als deze in eerste instantie zonder verankering is aangebracht en al voorgesorteerd is op een hogere belasting (toename instabiliteit). Omdat deze keuze nu leidt tot overdimensionering van een relatief dure oplossing, wordt de kans op deze keuze klein geacht. Totaaloordeel licht negatief ten opzichte van HSAO. Dit wijkt af van de beoordeling langs de centrale waar de bomen en gasunieleiding in het voordeel van de damwandconstructie uitvallen. Dijkverlegging Slikpolder De dijkverlegging voor Slikpolder met grondoplossing voor Amercentrale. Een nieuwe waterkering ter hoogte van de Slikpolder die volledig naar de wensen van de beheerder kan worden gedimensioneerd. Daarbij kan eenvoudig worden voorgesorteerd op toekomstige uitbreiding door in de veiligheidszone rond de kering te handhaven. De kering is vrij van constructieve elementen die een eenvoudige versterking in de weg staan. Aandachtspunt is de ligging van een recreatieve verbinding op of langs de kering, zodat deze de uitbreidbaarheid niet inperken. Omdat deze kering korter is dan dijk in het HSAO, is de 104\310 Geertruidenberg en Amertak

107 uitbreidingsinspanning tevens beperkter. De bermoplossing ter hoogte van de Amercentrale tempert de score van deze variant omdat de aanwezige bomenrij dan dient te verdwijnen. Totaal oordeel licht positief ten opzichte van HSAO. Idem dijkverlegging met een damwandconstructie ter hoogte van de Amercentrale. Hoewel de damwandconstructie niet onbeperkt uitbreidbaar is, kan bij deze variant de bomenrij ten zuiden van de Amercentrale blijven staan. Totaal oordeel licht positief ten opzichte van HSAO. 7.6 Effectbeoordeling Donge Oost Criterium betrouwbaarheid van sterkte Tabel 7.10 beoordeling criterium betrouwbaarheid van sterkte Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Beoordeling betrouwbaarheid van sterkte De plaatsing van een pipingscherm in combinatie met een stabiliteitsberm is een beproefde maatregel tegen piping. Echter ten opzichte van een zuivere grondoplossing worden er elementen aangebracht die afbreuk kunnen doen aan de waterkerendheid tijdens de levensduur. Het scherm kan aangetast raken, zetten en daarbij gaan kieren. Mede omdat dit moeilijk te inspecteren is, wordt de betrouwbaarheid van de sterkte licht negatief beoordeeld ten opzichte van de HSAO. De stabiliteitsberm is een betrouwbare oplossing. Echter geotextiel is een innovatieve techniek waarmee beperkt ervaring in het veld is opgedaan. Beperkt in duur (jaren functioneren) en kwantiteit (verschillende situaties en grondsamenstelling). Als gevolg hiervan zal een aanzienlijke inspectie- en monitoringsinspanning gevraagd worden om beheerder en Geertruidenberg en Amertak 105\310

108 omgeving voldoende vertrouwen te geven in de waterkerendheid van de oplossing. Totaaloordeel negatief ten opzichte van HSAO. De damwandconstructie ten behoeve van stabiliteit en piping is een beproefde techniek. Echter omdat de constructie zich onder het maaiveld bevindt en uit meerdere faalbare elementen bestaat, wordt oplossing als licht negatief beschouwd ten opzichte van de HSAO Criterium beheer en onderhoud Tabel 7.11 beoordeling criterium beheer en onderhoud Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Inspecteerbaarheid Beheerbaarheid Beoordeelbaarheid Totaalbeoordeling Het pipingscherm in combinatie met een stabiliteitsberm is niet eenvoudig te inspecteren omdat het scherm zich onder het maaiveld bevindt. Ook is niet direct inzichtelijk of het pipingscherm ondergronds goed is geplaatst. Lekkages zijn niet direct waar te nemen en komen pas aan het licht bij extreme waterstanden. Met monitoring is dit te mitigeren. Regulier beheer van de kering is licht negatief omdat de waterkering in omvang toeneemt door de berm. Door de introductie van een constructief element kent de beoordeling een iets grotere onzekerheid. Totaaloordeel licht negatief ten opzichte van HSAO. Het geotextiel in combinatie met een stabiliteitsberm is niet eenvoudig te inspecteren omdat het geotextiel zich onder het maaiveld bevindt. Een separaat monitoringssysteem is noodzakelijk. Dagelijks beheer en onderhoud wordt niet belast door de aanwezigheid ervan. Wel neemt de omvang van de kering toe waardoor de beheer inspanning groter wordt. Omdat het functioneren van het geotextiel moeilijk is te verifiëren in situaties zonder hoogwater 106\310 Geertruidenberg en Amertak

109 scoort deze oplossing slecht op beoordeelbaarheid. Totaaloordeel negatief ten opzichte van HSAO. Een oplossing waarbij de pipingopgave en de stabiliteitsopgave met een damwandconstructie worden opgelost scoort qua inspecteerbaarheid negatief omdat de damwand volledig onder het maaiveld zit en eventuele openingen of schades pas bij hoogwater zichtbaar worden. De oplossing vergt geen aanvullende beheerinspanning omdat de omvang van de waterkering niet toeneemt en de damwand geen tussentijds onderhoud vergt (mits goed aangebracht). Het constructieve en waterkerende element maakt een beoordeling iets complexer dan de huidige situatie, echter er is veel ervaring met deze oplossing en het functioneren ervan is relatief betrouwbaar. Totaaloordeel licht negatief ten opzichte van HSAO Criterium uitbreidbaarheid Tabel 7.12 beoordeling criterium uitbreidbaarheid Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Beoordeling uitbreidbaarheid De plaatsing van een pipingscherm beperkt de uitbreidbaarheid van de waterkering. Daarbij is het uitgangspunt dat een pipingscherm na enige jaren in de grond niet opgelengd en dieper ingebracht kan worden. Bij strengere eisen zal een nieuwe maatregel getroffen moeten worden. Het dan aanwezige pipingscherm is daarbij niet volledig mee te nemen in het maatregelenpakket omdat een element betreft met een eindige levensduur. Er is nog ruimte om de stabiliteitsberm verder uit te breiden. De berm is beperkt uitbreidbaar in lengte gezien de beperkt beschikbare ruimte. Totaaloordeel licht negatief ten opzichte van HSAO. Het geotextiel in combinatie met een stabiliteitsberm sluit het mechanisme piping volledig uit ongeacht toekomstige toenames in het verval. Deze oplossingsrichting maakt de waterkering voor het mechanisme piping toekomst bestendig. Indien er een aanvullende stabiliteitsopgave ontstaat zal de berm verzwaard en verlengd moeten worden. Hiervoor is echter geen ruimte Geertruidenberg en Amertak 107\310

110 waardoor op een andere oplossing overgestapt dient te worden. Hierdoor komt het geotextiel op een sub optimale plek onder de berm te liggen. Beide effecten overwegend wordt deze oplossing neuraal beoordeeld ten opzichte van HSAO. Uitgangspunt voor deze beoordeling is dat het geotextiel blijft functioneren. Eventuele onzekerheden die een innovatieve techniek als het geotextiel met zich meebrengen, worden meegenomen in het criterium Betrouwbaarheid van sterkte. Een oplossing waarbij de pipingopgave en de stabiliteitsopgave met een damwandconstructie worden opgelost neemt geen aanvullende ruimte in beslag. Er blijft ruimte beschikbaar om aanpassingen te plegen. Dit kan zowel door de damwand te verlengen, mits deze hierop gedimensioneerd wordt of over of achter de damwand aanvullende maatregelen te treffen. De sterkte en stabiliteit van de wand is na plaatsing niet eenvoudig aan te passen en de constructie heeft geen oneindige levensduur. Totaaloordeel licht positief ten opzichte van HSAO. Met als uitgangspunt dat in de levensduur en dimensionering wel wordt voorgesorteerd op toekomstige uitbreiding wat gezien de beperkte uitbreidingsruimte een logische keuze is. 108\310 Geertruidenberg en Amertak

111 7.7 Conclusies Tabel 7.13 Conclusies Amertak Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Betrouwbaarheid van sterkte Beheer en onderhoud Uitbreidbaarheid De onderbouwing van de beoordeling van Amertak West Noord, West Zuid, Oost Noord, Oost Midden en Oost Zuid is gelijk en op de bovenstaande trajecten van toepassing. Waarbij vanwege ruimtetekort bij traject Amertak West Zuid de oplossing met een pipingberm niet toepasbaar is. De grondoplossing voor opgave piping is een betrouwbare oplossing waarmee ruime ervaring is. Er bestaat weinig onzekerheid over het functioneren ervan op de langere termijn of vermoeden van degradatie. De levensduur van het materiaal is onbeperkt. Omdat het inzicht in de opbouw van de waterkering met de aanleg van een pipingberm toeneemt (tov van de huidige waterkering is er meer documentatie over de gebruikte materialen en opbouw) ontstaat er een betrouwbaarder beeld van de sterkte van de dijk. Totaaloordeel licht positief ten opzichte van HSAO. De plaatsing van een pipingscherm is een beproefde maatregel tegen piping. Echter ten opzichte van een zuivere grondoplossing worden er elementen aangebracht die afbreuk kunnen doen aan de waterkerendheid tijdens de levensduur. Het scherm kan aangetast raken, zetten en daarbij gaan kieren. Mede omdat dit moeilijk te inspecteren is, wordt de betrouwbaarheid van de sterkte licht negatief beoordeeld ten opzichte van de HSAO. Het geotextiel is een innovatieve techniek waarmee beperkt ervaring in het veld is opgedaan. Beperkt in duur (jaren functioneren) en kwantiteit (verschillende situaties en mits geotextiel blijft functioneren = betrouwbaarheid sterkte Geertruidenberg en Amertak 109\310

112 grondsamenstelling). Als gevolg hiervan zal een aanzienlijke inspectie- en monitoringsinspanning gevraagd worden om beheerder en omgeving voldoende vertrouwen te geven in de waterkerendheid van de oplossing. Totaaloordeel negatief ten opzichte van HSAO. Aanbrengen ondoorlatende laag in Amertak. Omdat de ondoorlatende laag zich voor het grootste gedeelde onder het wateroppervlak bevindt en lekkages pas merkbaar worden bij hoogwater, biedt deze oplossing geen zekerheid aan de beheerder. Daarbij is de oplossing gevoelig voor schades die niet (direct) zichtbaar zijn voor de beheerder. Denk aan een slepend anker, aanvaring, (te diep) baggeren, opbarsten waardoor de ondoorlatendheid wordt aangetast.. In combinatie met het moeilijk kunnen lokaliseren van schades is de betrouwbaarheid het functioneren van deze oplossing gedurende de levensduur als onbetrouwbaar beoordeeld. Totaaloordeel zeer negatief ten opzichte van HSAO. Als naast de betrouwbaarheid ook gekeken wordt naar beheer en onderhoud en uitbreidbaarheid is de beoordeling van een grondoplossing voor de pipingopgave in de Amertak het meest gunstig. Waar dit niet mogelijk is wegens ruimtelijke beperkingen zoals glastuinbouw of spoorlijn, verdient het pipingscherm de voorkeur. 110\310 Geertruidenberg en Amertak

113 Tabel 7.14 Conclusies Amercentrale, Donge West en Slikpolder Amercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab- en pipingberm Donge West Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab- en pipingberm Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab- en pipingberm Betrouwbaarheid sterkte Beheer en onderhoud Uitbreidbaarheid De onderbouwing van de beoordeling van de Amercentralehaven en Donge West is gelijk en op de bovenstaande trajecten van toepassing. De gecombineerde beoordeling (om te kunnen vergelijken met de dijkverlegging) volgt de totaalbeoordeling van de beide losse trajecten. De grondoplossingen voor opgave piping en stabiliteit zijn een betrouwbare oplossing waarmee ruime ervaring is. Het functioneren is zeker en er zijn geen aanwijzingen dat de sterkte van een grondoplossing an sich afneemt. De levensduur van het materiaal is onbeperkt. Omdat het inzicht in de opbouw van de waterkering met de aanleg van een pipingberm toeneemt (tov van de huidige waterkering is er meer documentatie over de gebruikte materialen en opbouw) ontstaat er een betrouwbaarder beeld van de sterkte van de dijk. Totaaloordeel licht positief ten opzichte van HSAO. De plaatsing van een pipingscherm in combinatie met een stabiliteitsberm is een beproefde maatregel tegen piping. Echter ten opzichte van een zuivere grondoplossing worden er elementen aangebracht die afbreuk kunnen doen aan de waterkerendheid tijdens de levensduur. Het scherm kan aangetast raken, zetten en daarbij gaan kieren. Mede omdat dit 7 Geotextiel + mits deze blijft functioneren Geertruidenberg en Amertak 111\310

114 moeilijk te inspecteren is, wordt de betrouwbaarheid van de sterkte licht negatief beoordeeld ten opzichte van de HSAO. De stabiliteitsberm is een betrouwbare oplossing. Echter geotextiel is een innovatieve techniek waarmee beperkt ervaring in het veld is opgedaan. De ervaring er mee is beperkt, zowel in het aantal jaren als in de hoeveelheid toepassingen en diversiteit hiervan. Pilots lopen op dit moment bij enkele waterschappen. Als gevolg hiervan zal een aanzienlijke inspectie- en monitoringsinspanning gevraagd worden om beheerder en omgeving voldoende vertrouwen te geven in de waterkerendheid van de oplossing. Totaaloordeel negatief ten opzichte van HSAO. De damwandconstructie ten behoeve van stabiliteit en piping is een beproefde techniek. Echter omdat de constructie zich onder het maaiveld bevindt en uit meerdere faalbare elementen bestaat, wordt oplossing als licht negatief beschouwd ten opzichte van de HSAO. De dijkverlegging in grond verbetert de betrouwbaarheid van de sterkte ten opzichte van de HSAO omdat de waterkering optimaal aangelegd kan worden en er volledige inzicht is op de opbouw. Tevens wordt de lengte van de waterkering ingekort waardoor de totale kans op falen wordt beperkt. Totaaloordeel licht positief ten opzichte van het HSAO. De dijkverlegging in grond met damwand ter hoogte van de Amercentrale wordt uitgevoerd met beproefde technieken waarvan de sterkte inzichtelijk is. Deze variant introduceert echter wel een vreemd element in de waterkering (damwand). De lengte is tot een deel van het traject beperkt waardoor dit effect niet heel zwaar meeweegt. Totaaloordeel licht positief ten opzichte van het HSAO. Voor het thema Veiligheid geldt dat de oplossingen in grond de voorkeur verdienen, in het bijzonder de dijkverlegging. Zowel voor beheer en onderhoud, uitbreidbaarheid en betrouwbaarheid van sterkte is dit de beste oplossing. De constructieve oplossingen scoren licht negatief. Ten opzichte van een zuivere grondoplossing worden er elementen aangebracht die afbreuk kunnen doen aan de waterkerendheid tijdens de levensduur. Het scherm kan aangetast raken, zetten en daarbij gaan kieren. Mede omdat dit moeilijk te inspecteren is, wordt de betrouwbaarheid van de sterkte licht negatief beoordeeld. 112\310 Geertruidenberg en Amertak

115 Tabel 7.15 Conclusie Donge Oost Donge Oost Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Betrouwbaarheid sterkte Beheer en onderhoud Uitbreidbaarheid Gezien de beperkte ruimte voor de maatregelen en de mogelijkheid tot uitbreiding, is vanuit veiligheid een constructieve damwand het meest gunstig. Geertruidenberg en Amertak 113\310

116 114\310 Geertruidenberg en Amertak

117 8 Bodem en Water In dit hoofdstuk is beschreven op welke wijze de effectbepaling en beoordeling wordt gedaan (paragraaf 9.3). In paragraaf 9.2 wordt eerst aangegeven welk beleid relevant is voor de m.e.r.- procedure. Dit hoofdstuk sluit af met paragraaf 9.4, waarin wordt aangegeven welke aspecten niet worden onderzocht of bij een ander milieuthema worden beschouwd. 8.1 Wettelijk kader en beleid Op verschillende niveaus worden door overheden in beleidsdocumenten kaders aangegeven waarbinnen ruimtelijke ontwikkelingen plaats mogen en kunnen vinden. Met bestaand beleid dient zo veel mogelijk rekening gehouden te worden. De wet- en regelgeving vormt een dwingend kader bij de planvorming. In dit hoofdstuk is een samenvatting opgenomen van wet- en regelgeving en van beleid ten aanzien van het thema Bodem en Water dat relevant is voor de effectbeoordeling en het te nemen ruimtelijk besluit voor de dijkversterking. Tabel 8.1 Samenvatting relevant beleid Beleidsniveau Beleidsstuk Toelichting Internationaal Nationaal Provinciaal Kaderrichtlijn Bodem Kaderrichtlijn Water Wet Milieubeheer Kaderwet Wet bodembescherming (Wbb) Wet ruimtelijke ordening (Wro) Waterwet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Nationaal Waterplan Voorkomen van verontreinigingen, structuurverlies en aantasting van bijzondere waarden Behouden en verbeteren van de waterkwaliteit Stelt wettelijke normen aan de bodemkwaliteit Regels voor bodembescherming en saneren van bodemverontreinigingen Afweging van belangen in de ruimtelijke ordening Integraal waterbeheer: vasthouden bergen afvoeren en schoon houden scheiden schoon maken Raamwet gericht op onder andere oppervlaktewaterverontreiniging en de vergunningsregeling voor handelingen in beschermde natuur Plan waarin de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid en de daartoe behorende aspecten van het nationale ruimtelijke beleid zijn beschreven Geertruidenberg en Amertak 115\310

118 Regionaal Gemeentelijk Grondwaterbescherming Waterbeheerplan Keur (waterschap) Besluit Bodemkwaliteit Besluit Bodemkwaliteit Regels voor het veiligstellen van de drinkwatervoorziening Dit beleidsstuk zet lijnen uit voor het gehele werkpakket van de waterschappen en gaat in op zowel waterkwantiteits- als waterkwaliteitsaspecten Regels ten aanzien van waterkeringen, en het lozen, onttrekken en infiltreren van grond- en oppervlaktewater Regels voor het toepassen van bouwstoffen, grond en bagger in het oppervlaktewater. Waterschap of Rijkswaterstaat is bevoegd gezag voor toepassingen in oppervlaktewater Zie ook regionaal beleidsniveau. De gemeente is bevoegd gezag voor de landbodem 8.2 Methode effectbeoordeling Bij dit thema gaat het met name om de effecten van de dijkversterking op mogelijke bodemverontreinigingen en de gevolgen voor het hydrologische situatie en de vraag of de alternatieven daarin onderscheidend zijn. In tabel 8.3 zijn de deelaspecten, zoals die binnen het thema worden beoordeeld, opgenomen en deze worden vervolgens in paragraaf 9.4 toegelicht. Tabel 8.2 Beoordelingscriteria en beoordelingswijze van effecten op Bodem en Water Deelaspect en relevantie Beoordelingscriterium Beoordeling Bodemkwaliteit Effecten op de hydrologische situatie (binnendijks en buitendijks) Tijdelijke effecten tijdens realisatiefase Het saneren van Kwantitatief o.b.v. oppervlakte aantasting bodemverontreinigingen leidt tot een bestaande en potentiële blijvend (permanent) positief milieueffect verontreinigingen (aantal locaties) Het wijzigen van de (grond)waterstanden Kwalitatief t.o.v. de huidige situatie. of het watersysteem leidt tot een milieueffect, positief danwel negatief. Het tijdelijk wijzigen van de Kwalitatief t.o.v. de huidige situatie. (grond)waterstanden of het watersysteem dat leidt tot schade of een permanent een milieueffect, positief danwel negatief. 116\310 Geertruidenberg en Amertak

119 8.2.1 Algemene aanpak onderzoek Voor de dijkversterking treden de effecten voor het thema Bodem en Water hoofdzakelijk op daar waar wordt gegraven en / of de dijk wordt verbreed. Daarnaast kan het inbrengen van ondergrondse obstakels, zoals een damwand, effect hebben op grondwaterstanden en / of stromingen. Onderstaand worden de criteria en wijze van effectbeoordeling nader beschreven Effecten op bodemkwaliteit Mogelijk zijn in het studiegebied potentiële en/of bestaande bodemverontreinigingen aanwezig. Bestaande verontreinigingen zijn door onderzoek aangetoond. Bij potentiële verontreinigingen bestaat er een vermoeden dat er een verontreiniging op basis van historische activiteiten aanwezig kan zijn. Er is echter (nog) geen onderzoek verricht om dit te verifiëren. Bodemverontreinigingen ter plaatse van dijkverbreding worden indien nodig gesaneerd. Dit is beoordeeld als een blijvend positief effect. Als de graafwerkzaamheden een (potentiële) verontreiniging raken, dan wordt aan de hand van bodemonderzoek bepaald welke maatregelen nodig zijn (geen actie nodig, monitoren, gedeeltelijk saneren of volledig saneren). Daarom is het mogelijk dat het positieve effect van een sanering in de praktijk minder vaak zal voorkomen. De resultaten van de effectbeoordeling geven een inschatting van de milieuwinst. De daadwerkelijke milieuwinst blijkt pas tijdens de uitvoeringsfase, wanneer de daadwerkelijke maatregelen verder uitgewerkt worden Methode van onderzoek Van de provincie Noord-Brabant zijn gegevens ontvangen met betrekking tot bekende bodemverontreinigingen. Deze data zijn afkomstig van het landsdekkend beeld bodemverontreinigingen (LDB). In dit databestand zijn de puntlocaties van verontreinigingen, grondwatervervuilingen en stortlocaties opgenomen. In andere gevallen bestaat een reële kans op verontreiniging, maar heeft er nog geen (afperkend, nader) bodemonderzoek plaatsgevonden. Daarnaast beschikken mogelijk nabijgelegen gemeenten over meer gedetailleerde gegevens (van specifieke gevallen) die niet zijn uitgewisseld met de provincie. De bij de provincies beschikbare gegevens vormen het uitgangspunt voor de effectbepaling, omdat deze een voor alle gemeenten gelijkwaardig beeld geven van de verontreinigingssituatie. De verontreinigde locaties zijn in een GIS op kaart gezet. Het aantal doorkruiste bestaande en potentiële verontreinigingen is bepaalt op basis van het ruimtebeslag van de dijkversterking per alternatief. Geertruidenberg en Amertak 117\310

120 Wijze van beoordeling Voor de beoordeling van de effecten zijn de klassengrenzen vastgesteld. De klassengrenzen zijn bepaald door rekening te houden met de reikwijdte van alle onderzoeksresultaten in alle deelgebieden en de mate van het effect. De classificatie van het criterium bodemverontreiniging is weergegeven in tabel 8.3. Om de effecten van de alternatieven per criterium te kunnen vergelijken, worden deze op basis van een + / - score in 7 schalen beoordeeld, de verdeling van deze schalen is opgenomen in onderstaande tabel. Per criterium is aangegeven hoe deze schalen ingedeeld zijn. Tabel 8.3 Classificatie effecten bestaande en potentiële verontreinigingen Waardering effecten Omschrijving Aantal te saneren locaties +++ Zeer positief effect >10 ++ Positief effect Licht positief effect Neutraal effect 0 - Licht negatief effect n.v.t. - - Negatief effect n.v.t Zeer negatief effect n.v.t Effecten op de hydrologische situatie In het studiegebied is sprake van een complexe hydrologische situatie. De grondwaterstanden zijn sterk afhankelijk van de aanwezigheid van de grote wateren zoals de Bergsche Maas, Amer, Amertak en Donge (zie ook 8.4). In geen van de alternatieven wordt het oppervlaktewatersysteem significant aangetast. Plaatselijk kan het zijn dat watergangen of sloten over een beperkte afstand moeten worden verlegd. In de praktijk is dit door maatwerk goed in te passen, dus wordt dat niet meegenomen in deze effectbeoordeling. Buitendijks zijn de alternatieven niet onderscheidend, omdat er beperkte veranderingen aan de waterwegen worden aangebracht. Uitzondering daarop is de dijkverlegging in de Slikpolder. Door de verlegging ontstaat hier een buitendijks gebied dat er op dit moment nog niet is. Echter is op dit moment nog niet duidelijk op welke wijze dit gebied ingericht zal worden. Door de constructie van de dijk te wijzigen door verbreding of het aanbrengen van damwanden of geotextiel kan de plaatselijke grondwaterstand- en stroming worden beïnvloed. Dit kan mogelijk 118\310 Geertruidenberg en Amertak

121 een effect hebben op de hydrologische situatie binnendijks. Van het gebied is bekend dat er nu al sprake is van (tijdelijk te) hoge grondwaterstanden. Daarom wordt een daling van de grondwaterstand als positief gezien en een stijging als negatief. Op basis van expert judgement, gebruik van beschikbare gegevens en gebiedskennis worden de effecten in beeld gebracht. Uitzondering op een positieve beoordeling van daling van de waterstand is een zeer grote daling van de grondwaterstanden. Bij een zeer grote daling kunnen er in stedelijk gebied problemen ontstaan met funderingen (stabiliteit of paalrot) en in het landelijk gebied kan schade aan de landbouw ontstaan door te droge situaties (droogteschade) Methode van onderzoek Op basis van gegevens van het watersysteem en de lokale bodemopbouw van de bodem en het grondwatersysteem is per deeltraject de huidige situatie in beeld gebracht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van gegevens uit openbare bronnen zoals Dinloloket en Regis. Wijze van beoordeling Voor de beoordeling van de effecten zijn de klassengrenzen vastgesteld. De klassengrenzen zijn bepaald door rekening te houden met de reikwijdte van alle onderzoeksresultaten in alle deelgebieden en de mate van het effect. Om de effecten van de alternatieven per criterium te kunnen vergelijken, worden deze op basis van een + / - score in 7 schalen beoordeeld, de verdeling van deze schalen is opgenomen in onderstaande tabel. Per criterium is aangegeven hoe deze schalen ingedeeld zijn. Tabel 8.4 Classificatie effecten op hydrologie Waardering effecten Omschrijving +++ n.v.t. ++ Matige daling van grondwaterstanden + Lichte daling lokale grondwaterstanden in zone direct binnendijks 0 Neutraal effect - Lichte stijging lokale grondwaterstanden in zone direct binnendijks - - Matige stijging van grondwaterstanden Grote stijging of daling van grondwaterstanden Effecten tijdens de aanlegfase Voor de aanleg van de verschillende alternatieven zal voor elk een unieke methode gehanteerd worden om de risico s, de overlast, maar ook de kosten zo laag mogelijk te houden. Echter, er is Geertruidenberg en Amertak 119\310

122 op voorhand geen inschatting te maken van de uitvoeringsmethodes en de manier van aanleg van de dijkversterking en dus van het effect van de verstoringen. Het uitgangspunt binnen deze rapportage is dat verstoring door het aanleg voor alle alternatieven vergelijkbaar zal zijn en dus niet onderscheidend is. In een later stadium van de planvorming, bij de uitwerking van het gekozen voorkeursalternatief, worden de effecten in beeld gebracht Effecten die niet nader worden onderzocht Een aantal effecten kan wel optreden, maar is niet relevant voor dit MER, omdat het effect kan worden gemitigeerd of omdat de effecten op basis van expert judgement als niet belangrijk nadelig worden beoordeeld. Onderstaand wordt beschreven om welke effecten het gaat en waarom ze niet worden onderzocht. Niet gesprongen explosieven Er kunnen mogelijk niet gesprongen explosieven in het zoekgebied aanwezig zijn. In 2015 is een vooronderzoek naar conventionele explosieven uitgevoerd (Bombs Away, september 2015). Daaruit blijkt dat delen van het plangebied verdacht is op het voorkomen van NGE, maar dat een groot deel van de grond in het plangebied (met name bij de Amertak) is geroerd en daardoor niet meer verdacht op het aantreffen van NGE. Specifiek gaat het dan om het verrichten van werkzaamheden waarbij de grond niet wordt geroerd of minder dan 0,5 m. diep wordt geroerd in naoorlogs aangebrachte grond. Een aantal andere gebieden zijn nog wel verdacht en moet nog nader worden onderzocht als daar graaf- of heiwerkzaamheden plaatsvinden. Als onderdeel van de nadere onderzoeken moet nog onderzocht worden of op tracés niet gesprongen explosieven aanwezig kunnen zijn. Het advies is om dit door middel van oppervlaktedetectie uit te voeren. Dit is een uitvoeringsaspect dat in een latere fase nader wordt gekwantificeerd en voorbereid. Voor de (planning van de) uitvoering zijn deze niet gesprongen explosieven uiteraard wel van belang, maar integraal onderdeel van de projectvoorbereiding van de uitvoeringsfase en daardoor in deze fase niet onderscheidend.. Dit milieueffect wordt daarom niet nader beschreven en niet gekwantificeerd in de effectbeschrijving. Cultuurtechnische aspecten Tijdens de aanleg kan de cultuurtechnische waarde van de bodem negatief beïnvloed worden. Bijvoorbeeld doordat een tijdelijke bouwweg leidt tot structuurverlies of verspreiding van ziekten en plagen. Deze effecten zijn te voorkomen door er tijdens de uitvoering van de werkzaamheden tijdens de realisatiefase rekening mee te houden en voorwaarden aan te stellen. Ze zijn daarom in dit MER niet onderzocht. Voor de aanleg van de dijkverzwaring wordt een cultuurtechnisch onderzoek 120\310 Geertruidenberg en Amertak

123 uitgevoerd. Hieruit volgt een advies waarin gedetailleerd wordt omschreven hoe de uitvoering dient plaats te vinden. Grondbalans Bij de aanleg wordt grond vergraven. Uitgangspunt is om gebiedseigen grond zoveel mogelijk ter plekke te verwerken. Daardoor treden geen significante milieueffecten op. Wanneer bekend is hoeveel grond er exact vrijkomt en/of benodigd is, kan een (lokale) grondbalans worden opgesteld. Dit wordt voor de uitvoering onderzocht en is onderdeel van de aanbestedings- en uitvoeringsstrategie Daarnaast is dit sterk afhankelijk van andere projecten in de omgeving waar mogelijk grond vrij komt bijvoorbeeld. Op dit moment is daar nog geen onderbouwing van te geven omdat daar nog geen zicht op is. Zetting tijdens aanlegfase De zettingsgevoeligheid is de mate waarin de grond in elkaar wordt gedrukt bij een belasting en is afhankelijk van de bodemopbouw. Klei is bijvoorbeeld zettingsgevoelig, terwijl zand niet zettingsgevoelig is. Tijdens de aanlegfase kan zetting van de bodem optreden door twee oorzaken. Allereerst door een lagere grondwaterstand door de bemaling van het grondwater. Deze bemaling kan bijvoorbeeld nodig zijn voor het tijdelijk droog houden van bouwlocaties. Daarnaast kan zetting optreden door zware belasting van grondpakketten, tijdelijke bouwwegen en transport. Ten behoeve van de uitvoering zal onderzoek worden gedaan naar de kans op zetting. Op basis hiervan wordt de uitvoeringsmethodiek bepaald. Uitgangspunt voor de effectbeoordeling is dat geen zetting optreedt (al dan niet door de uitvoering van mitigerende maatregelen) dan wel wordt hersteld. Dit aspect is daarom niet nader onderzocht. Geertruidenberg en Amertak 121\310

124 8.3 Huidige situatie en autonome ontwikkeling In het MER zetten we de effecten van de alternatieven af tegen de referentiesituatie: de huidige situatie + autonome ontwikkelingen in de komende periode. Het referentiejaar voor de autonome ontwikkelingen is Zoals in paragraaf 4.1 beschreven spelen de volgende relevante autonome ontwikkelingen in het gebied: Ontwikkelingen op bedrijventerreinen (nieuwe bedrijven, verplaatsing van bedrijven, et cetera) Natuurontwikkeling Beheer en onderhoud aan de watergangen (vaardiepte, et cetera) Er is in dit rapport vanuit gegaan dat deze ontwikkelingen geen significante invloed zullen hebben voor het thema Bodem en Water, en als deze invloed hebben, dat dan ten minste de referentiesituatie behouden, zo niet verbeterd wordt. Daarom is de referentiesituatie gelijk aan de huidige situatie. Met betrekking tot de huidige situatie zijn de volgende (voor het thema Bodem en Water) relevante aspecten beschreven: Bodemopbouw en hydrologie (grond- en oppervlaktewater) Bodem- en grondwaterkwaliteit Bodemopbouw In tabel 9.5 is de geohydrologische bodemopbouw ter plaatse van het tracé schematisch weergegeven. Deze bodemopbouw is gebaseerd op het landelijk geohydrologisch model REGIS II van TNO en de sonderingen en boringen opgenomen in het DINO-loket. Figuur 9.1 geeft een overzicht welke boringen uit het DINO-loket geraadpleegd zijn. 122\310 Geertruidenberg en Amertak

125 Figuur 8.1 Locatie boringen uit het DINOloket Tabel 8.5 Schematisatie geohydrologische bodemopbouw Deelgebieden Amertak Oost-Noord en Amertak West-Noord Bovenkant Onderkant Samenstelling Geohydrologische eenheid laag (m NAP) laag (m NAP) +2,00 á -1,00-3,00 á -5,00 Zand, met afwisselend Deklaag kleiige en organogene afzettingen -3,00 á -5,00-40,00 Zand, fijn tot grof, grind en schelpen Eerste en tweede watervoerend pakket - Formatie van Kreftenheye en Formatie van Sterksel -40,00-50,00 Zandige klei Tweede scheidende laag Formatie van Waalre -50,00-65,00 Zand, fijn tot grof, grind en schelpen Derde watervoerend pakket Formatie van Peize en Formatie van Waalre -65,00-70,00 Klei en zandige klei Derde scheidende laag - Formatie van Waalre Geertruidenberg en Amertak 123\310

126 Figuur 8.2 Bodemopbouw Amertak Noord (bron; REGIS II van TNO) Tabel 8.6 Schematisatie geohydrologische bodemopbouw Deelgebieden Amertak Oost-Midden, Amertak Oost-Zuid en Amertak West-Zuid Bovenkant Onderkant Samenstelling Geohydrologische eenheid laag (m NAP) laag (m NAP) +2,00 á 0,00-3,00 á -5,00 Zand, met afwisselend Deklaag kleiige en organogene afzettingen -3,00 á -5,00-20,00 Zand, fijn tot grof, grind en schelpen Eerste en tweede watervoerend pakket - Formatie van Kreftenheye en Formatie van Sterksel -20,00-25,00 Klei en zandige klei Eerste scheidende laag Formatie van Waalre -25,00-45,00 Zand, fijn tot grof, grind en schelpen Derde watervoerend pakket Formatie van Peize en Formatie van Waalre -45,00-50,00 Zandige klei Tweede scheidende laag Formatie van Waalre -50,00-65,00 Zand, fijn tot grof, grind en schelpen Derde watervoerend pakket Formatie van Peize en Formatie van Waalre -65,00-70,00 Klei en zandige klei Derde scheidende laag - Formatie van Waalre 124\310 Geertruidenberg en Amertak

127 Figuur 8.3 Bodemopbouw Amertak Zuid (bron; REGIS II van TNO) In de gebieden langs de Amertak varieert het maaiveld van NAP -1,00 tot +2,00 m (bron: AHN2). De boringen uitgevoerd voor de milieuonderzoeken laten in het gebied een constant beeld van een kleiige afzetting met daaronder een diep zandig watervoerend pakket. Volgens de DINOsonderingen en de REGIS-modellen loopt dit watervoerend pakket in het noordelijke gedeelte van de Amertak tot ongeveer NAP -35 á -40 meter. In het midden- en zuidelijke gedeelte wordt deze laag opgesplitst door een scheidende laag van klei op ongeveer NAP -20 meter. Vanaf een diepte van NAP -40 á -45 meter volgen opeenvolgend een eerste scheidend pakket, bestaande uit zandige klei, een tweede (of derde) watervoerend pakket bestaande uit fijn tot grof zand en op een diepte van NAP -65 meter een derde scheidende laag bestaande uit klei. Er zijn geen noemenswaardige verschillen gevonden in de bodemopbouw tussen de west- en oostzijde van de Amertak. Geertruidenberg en Amertak 125\310

128 Figuur 8.4 Bodemopbouw lengtedoorsnede Amertak (bron; REGIS II van TNO) Tabel 8.7 Schematisatie geohydrologische bodemopbouw Deelgebieden Slikpolder / Donge-West en Donge-Oost Bovenkant Onderkant Samenstelling Geohydrologische eenheid laag (m NAP) laag (m NAP) +2,00 á +0,00 0,00 á -1,00 Zand, met afwisselend Deklaag kleiige en organogene afzettingen 0,00 á -1,00-35,00 Zand, fijn tot grof, grind en schelpen Eerste en tweede watervoerend pakket - Formatie van Kreftenheye en Formatie van Sterksel -35,00-55,00 Zandige klei, afgewisseld Eerste scheidende laag Formatie van Stamproy, met zandige tussenlagen Formatie van Waalre -55,00-65,00 Zand, fijn tot grof, grind en schelpen Derde watervoerend pakket Formatie van Peize en Formatie van Waalre -65,00-70,00 Klei en zandige klei Derde scheidende laag - Formatie van Waalre De bodemopbouw ter hoogte van de Donge (zowel west als oost) en de Slikpolder is vergelijkbaar met de bodemopbouw bij het noordelijk gedeelte van de Amertak, met als uitzondering dat de deklaag minder dik kan worden beschouwd en dat het eerste watervoerend pakket daarom eerder wordt bereikt. Onderstaande figuur illustreert genoemde bodemopbouw van het gebied rondom Slikpolder. 126\310 Geertruidenberg en Amertak

129 Figuur 8.5 Bodemopbouw Slikpolder (bron; REGIS II van TNO) Grond- en oppervlaktewater Geertruidenberg is een laaggelegen gemeente omringd door landbouw en oppervlaktewater. Het historische centrum is een uitzondering omdat dit juist hoger ligt dan de omgeving met een hoogte van 2,0-3,0 m +NAP. De voornaamste oppervlaktewateren zijn de Amertak aan de westzijde, de Donge aan de zuiden oostzijde en de Bergsche Maas aan de noordzijde. De aan de Donge en Amertak grenzende gebieden betreffen allen poldergebieden. De ligging van de watergangen is weergegeven in Figuur 8.6. Geertruidenberg en Amertak 127\310

130 Figuur 8.6 Watergangen en gemalen nabij Geertruiderberg Het oppervlaktewater van het gebied tussen de Amertak en Donge wordt bemalen door het gemaal de Middelschans, gelegen aan de westzijde van de gemeente. Dit gemaal loost op de Amertak en heeft een capaciteit van 30 m3/min. In het Noord-oostelijk deel van de Amertak bevindt zich een extra gemaal, om het kleine compartiment te kunnen bemalen dat op deze locatie gecreëerd is. Dit gemaal heeft een capaciteit van 4,98 m3/min. Het landelijk gebied ten westen van de Amertak wordt bemalen door het gemaal Plukmade. Het gebied ten oosten van de Donge (Donge-Oost) wordt bemalen door gemaal Dombosch (40,2 m3/min). Op ongeveer 3 kilometer ten oosten van gemaal Dombosch bevindt zich het gemaal de Keizersveer, welke met zijn capaciteit (1650 m3/min) waarschijnlijk de grondwaterstromingsrichting beïnvloed. Op basis van de grondwaterstanden uit DINO-loket is de grondwaterstroming in de gemeente Geertruidenberg in westelijke richting, richting het gemaal de Middelschans. Ten westen van de Amertak is de grondwaterstroming dichtbij de Amertak in westelijke richting, door de infiltrerende 128\310 Geertruidenberg en Amertak

131 werking van de Amertak. Verder van de Amertak af, in westelijke richting is de grondwaterstroming in het eerste watervoerend pakket moeilijker vast te stellen door de grote hoeveelheid drainage en irrigatie in het gebied. Vermoedelijk is de grondwaterstroming hierdoor seizoensafhankelijk, met een westelijke richting in de winter en een oostelijke richting in de zomer. De grondwaterstroming ten hoogte van de Donge-Oost is in zuid-oostelijke richting. Met een, op basis van gegevens uit het AHN2, geschatte hoogte van het oppervlaktewater van de Amertak en de Donge van +0,5m NAP, en een gemiddelde grondwaterstand van -0,2 tot - 1,0m NAP, hebben de rivier en het kanaal een infiltrerende werking. In het gehele gebied rond de rivier en het kanaal treedt kwel op. Uit boringen in de Amertak (figuur 9.1) blijkt dat deze is omlijnd met klei. In theorie leidt dit tot beperkte infiltratie. Toch zijn er meldingen van overlast in dit gebied. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn dat er toch kwelwater uit de Amertak in het gebied komt door een lek in de kleilaag van de Amertak of door regenwater wat niet door de deklaag kan infiltreren. Deze twee principes worden beiden niet beïnvloed door de dijkverzwaring waardoor ze niet onderscheidend zijn en niet worden meegenomen in de beoordeling. Gezien de grillige opbouw van de deklaag kan het grondwater in het eerste watervoerend pakket als freatisch worden beschouwd (grondwater dat zich direct onder het maaiveld bevindt zonder scheidende laag). Drooglegging van de deklaag als gevolg van een grote daling van de grondwaterstanden kan er voor zorgen dat lagen veen of klei op een diepte van 2 tot 5 m-mv door bovenliggende belasting gaan zetten. Om deze reden wordt nader onderzoek bij de realisatie van de dijkversterking geadviseerd om zettingsschade bij bestaande woningen te voorkomen Bodem- en grondwaterkwaliteit Op basis van bekende gegevens over bodem- en mobiele grondwatervervuiling is een ruimtelijke analyse gemaakt van de locaties waar bodem- en/ of grondwatervervuiling aanwezig kan zijn. Geertruidenberg en Amertak 129\310

132 Figuur 8.7 Overzicht bekende locaties grond- en oppervlaktewaterverontreingingen Op bovenstaande afbeelding is te zien dat op geen van de tracés van de alternatieven locaties binnen de contour van het ruimtebeslag ligt. Omdat er geen locaties zijn binnen de contour is er ook geen sprake van een milieueffect en wordt dit onderdeel verder niet meer behandeld bij de effectbeoordeling. De gemeente Geertruidenberg heeft gezamenlijk met een aantal andere gemeenten een bodemkwaliteitskaart laten opstellen (Bodemkwaliteitskaart Brabant, oktober 2011). 130\310 Geertruidenberg en Amertak

133 Figuur 8.8 Uitsnede ontgravingskaart van Bodemkwaliteitskaart regio Brabant (Bijlage 1) Op bovenstaande kaart is te zien dat het gehele plangebied in de categorie AW2000 valt. Dat betekent dat het voldoet aan de achtergrondwaarden op het gebied van chemische bodemkwaliteit het zonder restricties vrij toepasbaar is, Voor het toepassen van grond geldt dat de bodemfunctiekaart van toepassing is. De bodemfunctiekaart bepaalt de kwaliteit van de grond die toegepast mag worden. Dit betekent dat een toe te passen partij grond of baggerspecie getoetst moet worden aan zowel de kwaliteitsklasse als de functieklasse van de ontvangende bodem. De strengste van beide klassen bepaalt uiteindelijk de kwaliteitsklasse waar een toe te passen partij grond of baggerspecie aan moet voldoen. Op onderstaande afbeelding is te zien dat het gehele plangebied de functie Landbouw / natuur heeft, uitgezonderd het gebied Amertak West Zuid en Donge oost. In deze gebieden geldt de klasse Industrie. Omdat deze klasse geldt voor het gehele traject is er geen onderscheid tussen de verschillende varianten op de tracés. Geertruidenberg en Amertak 131\310

134 Figuur 8.9 Uitsnede bodemfunctiekaart van Bodemkwaliteitskaart regio Brabant (Bijlage 2) Tussen de deeltrajecten en alternatieven treedt geen verschil op ten opzichte van de referentiesituatie en de alternatieven onderling zijn niet onderscheidend. Om deze reden wordt dit criterium niet verder meegenomen in de effectbeoordeling. 132\310 Geertruidenberg en Amertak

135 8.4 Effectbeoordeling Amertak West en Oost Tabel 8.8 Effectbeoordeling hydrologie Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Pipingberm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Pipingberm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Pipingberm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Pipingberm Beoordeling Amertak West Noord en Oost Noord Gezien de bodemopbouw rondom de gehele Amertak, wordt bij geen van de alternatieven voor de dijkversterking een verandering van de grondwaterstanden verwacht, anders dan een zeer lokaal effect direct binnendijks achter de dijk. Bij de aanleg van de pipingberm wordt de kwelsloot verlegd en op het voorland een waterkerende laag klei aangebracht. Verwacht wordt dat ter plaatse van deze waterkerende laag klei de grondwaterstand verhoogt, maar ook dat er mogelijk in beperkte mate meer kwel optreedt ter plaatse van de kwelsloot of daar juist voorbij. Echter de kwelsloot zal dit effect dempen. Er kan een lichte stijging van het grondwaterniveau direct achter de dijk optreden als gevolg van dit effect, wat leidt tot een licht negatief effect. Door de dikte van het watervoerend pakket ter plaatse van de Amertak zal het effect van de aanleg van een pipingscherm, die vaak beperkt blijft tot slechts een paar meter in diepte, op grondwaterstromen zeer beperkt zijn. De aanleg van een zanddicht geotextiel zal geen effect hebben op de grondwaterstand, aangezien het geotextiel waterdoorlatend is. De aanleg van een ondoorlatende laag in de Amertak kan, afhankelijk van de diepte waarop deze laag wordt aangebracht, een positief effect opleveren voor de grondwaterstand. De kwelweg kan dermate vergroot worden dat dit kan leiden tot een lichte verlaging van de hoeveelheid kwel en de grondwaterstand. Echter, gezien de dikte van het watervoerend pakket is dit effect klein en Geertruidenberg en Amertak 133\310

136 beperkt zich tot de zone direct achter de dijk. Dit leidt tot een licht positief effect op de grondwaterstand De aanwezigheid van de kleiige laag op ongeveer 20 meter diepte in het zuidelijke gedeelte van de Amertak kan er voor zorgen dat door de aanleg van een ondoorlatende laag de grondwaterstand in de omgeving lokaal wordt verlaagd door een grotere kwelweg Als de ondoorlatende laag doorgetrokken wordt tot aan de kleiige laag, vormt zich een water vertragende barrière, waardoor de waterstanden binnen de polder beter beheersbaar zijn, maar daar wordt in deze beoordeling niet van uitgegaan. Het uitgangspunt is een scherm van 5 tot 6 meter diep. De aanleg van de ondoorlatende laag zal leiden tot een licht positief effect op de grondwaterstand. 8.5 Effectbeoordeling Slikpolder (Amercentralehaven + Donge West) Tabel 8.9 Amercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Donge West Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Beoordeling / / - - Amercentralehaven en Donge West (exclusief dijkverlegging) Ter plaatse van het dijktraject Amercentrale-haven en het dijktraject Donge West bestaat de bodemopbouw uit een zeer dunne deklaag van maximaal een aantal meter, met daaronder een dik watervoerend pakket. Gezien de dikte van deze laag wordt bij geen van de alternatieven voor de dijkversterking een verandering van de grondwaterstanden ten opzichte van de huidige situatie verwacht. 134\310 Geertruidenberg en Amertak

137 Wanneer een stabiliserende berm achter de dijk op maaiveldniveau wordt aangelegd zal de aanleg van deze stabiliserende berm geen invloed hebben op de grondwaterstanden in het gebied. In combinatie met de aanleg van de pipingberm wordt de kwelsloot verlegd en op het voorland een waterkerende laag klei aangebracht. Verwacht wordt dat ter plaatse van deze waterkerende laag klei de grondwaterstand licht verhoogt, maar ook dat er mogelijk meer kwel optreedt ter plaatse van de kwelsloot of daar juist voorbij. De kwelsloot zal dit effect echter dempen, maar er kan een lichte stijging van het grondwaterniveau optreden. Aangezien de aanpassingen relatief dicht bij de bebouwde kom plaatsvinden, kan dit effect als onwenselijk worden beschouwd. Er wordt om deze reden een licht negatieve beoordeling gegeven voor het alternatief. Door de dikte van het watervoerend pakket ter plaatse van dijktraject Amercentrale-haven en Donge-West zal het effect van de aanleg van een stabiliserende berm in combinatie met een pipingscherm, die vaak beperkt blijft tot slechts een paar meter in diepte, beperkt zijn. Ook de aanleg van een stabiliserende berm in combinatie met een constructief geotextiel zal geen effect hebben op de grondwaterstand, aangezien het geotextiel waterdoorlatend is. De aanleg van een stabiliserend scherm (damwand) zorgt voor verlenging van de kwelweg wat een vertragend effect op de ontwikkeling van de waterstand met zich meebrengt. Dit geldt zowel voor grondwaterstroming de Slikpolder in (bij hoge buitenwaterstanden) als de Slikpolder uit (bij normale waterstanden). Gezien de dikte van het watervoerende pakket(orde grootte 35 m) en het feit dat de damwand relatief ondiep in dit pakket steekt (10m) is dit effect echter zeer beperkt. De aanleg van het stabiliserend scherm (damwand) wordt daarom als neutraal beoordeeld. Amercentralehaven en Donge West (inclusief dijkverlegging) Bij het alternatief van de dijkverlegging zal deze worden uitgevoerd in combinatie met een stabiliteitsberm. Bij de aanleg van de nieuwe dijk zal de deklaag worden verwijderd en zal de dijk bekleed worden met klei. Deze kleilaag is qua doorlatendheid vergelijkbaar met de huidige deklaag en sluit aan op de deklaag in het voorland. De kleilaag zal de kwel door de dijk vergelijkbaar houden met de huidige situatie. Aanvullend wordt bij variant 1 van de dijkverlegging een klein gedeelte van de dijk (~300 meter) ten westen van de slikpolder uitgevoerd door middel van een combinatie van een stabiliserende berm met een pipingscherm of een combinatie van een stabiliserende berm met geotextiel. Bij variant 2 van de dijkverlegging wordt een klein gedeelte van de dijk ten westen van de slikpolder uitgevoerd in combinatie met de aanleg van een damwand. Bij de beschrijving van de effecten van de dijkverlegging dichter naar het bewoonde gebied moeten er twee situaties los van elkaar gezien worden: De effecten bij een normale en bij een Geertruidenberg en Amertak 135\310

138 (extreem) hoge waterstand van de Bergsche Maas. Daarnaast wordt bij de toetsing aangenomen dat de dijk aan de noord-oost en noord-westkant van de Slikpolder wordt ontgraven. Indien deze niet wordt ontgraven en vergelijkbaar wordt onderhouden, is niet de verwachting dat door de ontwikkelingen veranderingen van de grondwaterstanden ten opzichte van de huidige situatie plaats vinden. Bij een normale waterstand is er geen effect op de grondwaterstand door het verleggen van de dijk. Hierbij wordt aangenomen dat de Slikpolder bij deze waterstand niet onderloopt en dat de kwelweg van het oppervlaktewater tot de bebouwing dus even lang is als in de huidige situatie. Op het moment dat de Slikpolder echter onderloopt zal dit, afhankelijk van de manier van de aanleg van nieuwe dijk, effect hebben op de grondwaterstand direct achter de dijk door een groter verhang van de grondwaterstand in het eerste watervoerend pakket. Dit volgt uit het feit dat de stroombanen van de kwelstroom aanzienlijk verkleind worden ten opzichte van de huidige situatie waarin de afstand tussen het oppervlaktewater en de bebouwde kom groter is. Dit is met name het geval als wordt gekeken naar de bebouwing direct achter de nieuw aan te leggen dijk in de noordrand van de bebouwde kom. Door het gebruik van zeer ondoorlatende klei of een ondoorlatende laag in en/of onder de dijk (nadere uitwerking in planuitwerkingsfase) kan de stroming dermate vertraagd worden dat het effect van het verplaatsen van de dijk op de grondwaterstand zeer klein is. Om deze redenen wordt dit alternatief neutraal tot matig negatief beoordeeld. De verwachting is niet dat de variërende uitvoeringen tussen variant 1 en 2 van de dijkverlegging verschillende effecten zullen laten zien op de grondwaterstand. Dit wordt veroorzaakt door de beperkte lengte van de verschillende uitvoeringen van de dijkverlegging (~300 meter) in combinatie met het dikke watervoerend pakket. Beide varianten krijgen om deze reden dezelfde beoordeling. 8.6 Effectbeoordeling Donge Oost Tabel 8.10 Donge Oost 136\310 Geertruidenberg en Amertak

139 Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Beoordeling Ter plaatse van het dijktraject Donge Oost bestaat de bodemopbouw uit een zeer dunne deklaag van maximaal een aantal meter, met daaronder een dik watervoerend pakket. Gezien de dikte van deze laag wordt bij geen van de alternatieven voor de dijkversterking een grote verandering van de grondwaterstanden ten opzichte van de huidige situatie verwacht. Door de dikte van het watervoerend pakket ter plaatse van de Donge-Oost zal het effect van de aanleg van een stabiliserende berm in combinatie met een pipingscherm, die vaak beperkt blijft tot slechts een paar meter in diepte, beperkt zijn. Ook de aanleg van een stabiliserende berm in combinatie met een constructief geotextiel zal geen effect hebben op de grondwaterstand, aangezien het geotextiel waterdoorlatend is. De aanleg van een stabiliserend scherm (damwand) zorgt voor verlenging van de kwelweg wat een vertragend effect op de ontwikkeling van de waterstand met zich meebrengt. Gezien de dikte van het watervoerende effect (orde grootte 20 m) en het feit dat de damwand relatief ondiep in dit pakket steekt (7m) is dit effect echter zeer beperkt. De aanleg van het stabiliserend scherm (damwand) wordt daarom als neutraal beoordeeld. Geertruidenberg en Amertak 137\310

140 8.7 Conclusie en mitigerende maatregelen Tabel 8.11 Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Pipingberm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Pipingberm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Pipingberm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Pipingberm Beoordeling De verschillen van de alternatieven van dijkversterking langs de Amertak op de effecten op de grondwaterstand in het achterliggende gebied zijn minimaal en lokaal. Dit komt door de bodemopbouw, met een dunne deklaag van maximaal enkele meters, met hieronder een dik watervoerend pakket, waardoor er bij elk alternatief net als in de huidige situatie relatief veel kwelwater in het gebied optreedt door veel ondergrondse waterstroom onder de dijk door. De uitvoering van een damwand of ondoorlatende laag zal de stroombanen van de kwelweg meeste verlengen, wat mogelijk een licht positief effect zal hebben op de grondwaterstand. De aanleg van een pipingberm kan een lichte verhoging van de grondwaterstand direct onder en achter het dijklichaam veroorzaken. 138\310 Geertruidenberg en Amertak

141 Tabel 8.12 Amercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Donge West Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Beoordeling / / - - De verschillen van de alternatieven van dijkversterking langs dijktraject Amercentrale-haven en Donge West op de effecten op de grondwaterstand in het achterliggende gebied worden minimaal en lokaal verwacht. Dit komt door de bodemopbouw. Er is overal een dunne deklaag van maximaal enkele meters, met hieronder een dik watervoerend pakket, waardoor er bij elk alternatief net als in de huidige situatie relatief veel kwelwater in het gebied optreedt door veel ondergrondse waterstroom onder de dijk door (beide richtingen). De uitvoering van een damwand of ondoorlatende laag zal de stroombanen van de kwelweg verlengen maar beinvloed de totale kwelstroom zodanig beperkt dat deze als neutraal wordt beoordeeld. De aanleg van een pipingberm kan een lichte verhoging van de grondwaterstand direct onder en achter het dijklichaam veroorzaken. Dit effect is goed op te vangen door de kwelsloot voldoende breed uit te voeren zodat extra kwel kan worden opgevangen en afgevoerd. De effecten van het verleggen van de dijk zijn kwalitatief ingeschat. De uitvoering en dimensionering van de dijk (planuitwerkingsfase) is bepalend voor de effecten. Mogelijk worden de stroombanen van de kwelweg dermate verkort dat hiermee rekening gehouden moet worden bij de opbouw van het nieuwe dijklichaam. Er worden geen verschillen verwacht tussen de varianten waarbij een klein gedeelte van de dijk wordt uitgevoerd door middel van een combinatie van een stabiliserende berm met een pipingscherm of met geotextiel, of door middel van een damwandconstructie. Geertruidenberg en Amertak 139\310

142 Tabel 8.13 Donge Oost Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Beoordeling De verschillen van de alternatieven in Donge Oost op de effecten op de grondwaterstand in het achterliggende gebied zijn minimaal en lokaal. Dit komt door de bodemopbouw, met een dunne deklaag van maximaal enkele meters, met hieronder een dik watervoerend pakket, waardoor er bij elk alternatief net als in de huidige situatie relatief veel kwelwater in het gebied optreedt door veel ondergrondse waterstroom onder de dijk door. De uitvoering van een damwand of ondoorlatende laag zal de stroombanen van de kwelweg het meeste verlengen, maar is gezien de relatief ondiep stekende damwand in de dikke watervoerende laag beperkt Mitigerende maatregelen In situaties waarin er beperkte extra kwel en dus een lichte verhoging van de grondwaterstanden optreedt, kan meestal met het aanleggen van een bredere kwelsloot worden volstaan om de extra kwel op te vangen. Voor de dijkverlegging bij de Amercentrale-haven en Donge West geldt dat er in hoogwatersituaties een verkorting van de kwelweg plaatsvindt. Hierdoor is het niet uit te sluiten dat er een verhoging van de grondwaterstanden direct achter de dijk plaatsvindt gezien de bodemopbouw. Het is mogelijk om mitigerende maatregelen te nemen voor dit alternatief.. Gedacht kan worden aan de aanleg van een extra brede kwelsloot om kwel op te vangen of een damwand om de kwelweg te verlengen wat een vertragend effect op de ontwikkeling van de 140\310 Geertruidenberg en Amertak

143 waterstand met zich meebrengt Gezien de dikte van het watervoerende effect (orde grootte 35 m) is het voorkomen van extra kwel echter lastig. Geertruidenberg en Amertak 141\310

144 9 Natuur 9.1 Wettelijk kader en beleid Voor het thema Natuur wordt voor het beoordelen van de alternatieven rekening gehouden met de in Nederland wettelijk beschermde dier- en plantensoorten en beschermde gebieden. Sinds 1 januari 2017 geldt de Wet Natuurbescherming. Deze wet beschermd soorten, Natura gebieden en houtopstanden. De wet- en regelgeving uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn is opgenomen in deze wet. Naast de Wet Natuurbescherming bestaat er ook provinciaal beleid wat gebieden beschermd. De Ecologische hoofdstructuur (EHS), nu Natuurnetwerk Nederland (NNN) genaamd, is vastgelegd in provinciaal beleid en gemeentelijke bestemmingsplannen. In Brabant heet dit netwerk van gebieden Natuur Netwerk Brabant (NNB). In het plangebied komen beschermde soorten voor. Het plangebied grenst aan het Natura 2000-gebied Biesbosch. De dijken maken deel uit van het NNB. De Donge en Amertak zijn ook aangewezen als ecologische verbindingszone, maar deze zone is nog niet ingericht (zie verder paragraaf ). Bij het beoordelen van de alternatieven is alle genoemde wetgeving en beleid relevant. In onderstaande tabel is dit samengevat. Beleid en wetgeving Korte beschrijving en relevantie beleid voor dit project Internationaal - Europees Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn Opgenomen in nationale wetgeving in de Wet Natuurbescherming Provinciaal Natuur Netwerk Brabant Delen van dit netwerk zijn aanwezig in het plangebied Waterschap - Regionaal/gemeente Overige natuur (niet wettelijk beschermde soorten, kwelnatuur) 9.2 Methode effectbeoordeling De effectbeoordeling voor natuur is gebaseerd op de gegevens uit onderstaande ecologische onderzoeken: Emond et al Effecten op natuur van dijkversterkingstracé Geertruidenberg Verkennend onderzoek in het kader van de natuurwetgeving. Bureau Waardenburg bv Alkemade et al Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak conditioneringsonderzoek lucht- en geluidsaspecten, inclusief Aerius bijlage. Grontmij Nederland bv. Zwanenburg, Natuurtoets Dijkversterking Amertak Geertruidenberg. Ecologica bv. 142\310 Geertruidenberg en Amertak

145 9.2.1 Algemene aanpak onderzoek De bestaande wettelijke kaders en beleid zijn gebruikt voor de effectbeoordeling. Dat betekent dat de effecten van de alternatieven in het kader van de Wet Natuurbescherming (Wnb) worden onderzocht. En de alternatieven in het kader van ruimtebeslag op de Natuur Netwerk Brabant (NNB) worden vergeleken. De populieren langs de Amertak vallen in het kader van de Wet Natuurbescherming art 4.1 lid F2 niet onder het begrip houtopstand. Dit betekent dat geen vergunning en herplantplicht geldt voor deze bomen mocht kap noodzakelijk zijn. Het betekend niet dat deze populieren landschappelijk niet waardevol zijn. Dat wordt echter beoordeeld in het hoofdstuk landschap. Om de effecten van de alternatieven per criterium te kunnen vergelijken, worden deze op basis van een + / - score in 7 schalen beoordeeld, de verdeling van deze schalen is opgenomen in onderstaande tabel. Per criterium is aangegeven hoe deze schalen ingedeeld zijn. Naast wettelijk beschermde soorten en gebieden kan in de deelplangebieden ook sprake zijn van andere waardevolle natuur die niet onder andere kaders beschermd is. Een voorbeeld hiervan is de kwelafhankelijk vegetatie in de slikpolder die door belanghebbenden, o.a. uit de Klankbordgroep, wordt genoemd. De alternatieven worden daarom waar relevant ook beoordeeld op de mate waarin kwaliteitsverlies of winst optreedt op dergelijke overige natuurwaarden. Omdat geen gedetailleerde informatie beschikbaar is van overige natuurwaarden, wordt deze beoordeling op basis van expert judgement uitgevoerd Criterium Wnb, onderdeel Natura 2000 De alternatieven worden voor dit onderdeel vergeleken op de mate van effect die het alternatief heeft op het Natura 2000-gebied de Biesbosch, dat grenst aan het plangebied. Nergens overlappen de alternatieven met de grens van het Natura 2000-gebied. Daardoor en door de aard van de ontwikkeling treden directe en permanente effecten, zoals oppervlakteverlies niet op. Alleen zogenaamde externe effecten worden daarom beoordeeld. Dit zijn bijvoorbeeld effecten door verstoring. Tabel 9.1 Beoordeling-schalen criterium Wnb TIJDELIJKE effecten Natura Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect Significant negatieve effecten op Natura 2000 doelen - - Negatief effect Tijdelijk effect op Natura 2000 doelen, maar niet significant - Licht negatief effect Zeer klein tijdelijk effect op Natura 2000 doelen 0 Nihil of neutraal effect Geen tijdelijke effecten op Natura Licht positief effect Beperkte kwalitatieve verbetering ten gunste van Natura 2000 doelen + + Positief effect Verbetering ten gunste van Natura 2000 doelen Zeer positief effect Sterke verbetering ten gunste van Natura 2000 doelen Geertruidenberg en Amertak 143\310

146 9.2.3 Criterium Wnb, onderdeel soorten, tijdelijke effecten Sommige beschermde soorten kunnen tijdelijk hinder ondervinden van de werkzaamheden, bijvoorbeeld door geluid, licht of beweging van mensen. Bij alle alternatieven wordt beoordeeld of hiervan sprake is. Tabel 9.2 Beoordeling-schalen criterium Wnb TIJDELIJKE effecten beschermde soorten. Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect Negatief effect op meerdere soortgroepen - - Negatief effect Negatief effect op één soortgroep - Licht negatief effect Klein effect op soorten 0 Nihil of neutraal effect Geen effecten op beschermde soorten + Licht positief effect Positief effect op soorten + + Positief effect Verbetering van habitat voor één soortgroep Zeer positief effect Verbetering van habitat voor meerdere soortgroepen Criterium Wnb, onderdeel Soorten, permanente effecten Naast gebieden zijn ook een aantal soorten beschermd in het kader van de wet. Voor de natuurtoets (Zwanenburg, 2016) is onderzocht welke beschermde soorten in het plangebied voorkomen. Bij de verschillende alternatieven wordt beoordeeld in hoeverre deze effecten hebben op de beschermde soorten die zijn aangetroffen. Tabel 9.3 Beoordeling-schalen criterium Wnb PERMANENTE effecten beschermde soorten. Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect Negatief effect op meerdere soorten, ontheffing nodig - - Negatief effect Negatief effect op één soort, ontheffing nodig - Licht negatief effect Klein effect op beschermde soorten, mitigatie nodig 0 Nihil of neutraal effect Geen effecten op beschermde soorten + Licht positief effect Positief effect op beschermde soorten + + Positief effect Verbetering van habitat voor één soort Zeer positief effect Verbetering van habitat voor meerdere soorten Criterium Natuur Netwerk Brabant (NNB) De Amertak en de Donge maken, inclusief de dijken, deel uit van het Natuurnetwerk Brabant. De alternatieven worden beoordeeld op de mate waarin kwaliteitsverlies optreedt en het optreden van tijdelijk effecten op de NNB. Er is geen sprake van permanent oppervlakteverlies. Bij alle alternatieven geldt dat de begrenzing van de NNB ongewijzigd blijft. Er zijn echter wel permanente effecten mogelijk als gevolg van ingrepen die nodig zijn. Dit wordt beoordeeld als een ingrijpende ingreep met veel kwaliteitsverlies. 144\310 Geertruidenberg en Amertak

147 Tabel 9.4 Beoordeling-schalen criterium NNB. Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect Verlies van oppervlakte NNB - - Negatief effect Ingrijpende ingreep in NNB, veel kwaliteitsverlies - Licht negatief effect Beperkte ingreep in NNB, tijdelijk beperkt kwaliteitsverlies 0 Nihil of neutraal effect Geen tijdelijke effecten op NNB, behoud van kwaliteit + Licht positief effect Beperkte kwalitatieve verbetering van NNB + + Positief effect Ingrijpende verbetering van kwaliteit van NNB Zeer positief effect Uitbreiding van NNB in oppervlak en kwaliteit Ecologische verbindingszone Amertak en Donge De Amertak (inclusief dijken) en Donge zijn onderdeel van het Provinciale Natuur Netwerk Brabant en aangewezen als ecologische verbindingszone (EVZ, zie figuur 11.1). De EVZ verbindt de Biesbosch en Bergsche Maas met natuurgebieden van het NNB ten zuiden van Oosterhout. Uit de provinciale subsidiekaart EVZ s van 2013 blijkt dat het realiseren van deze verbindingszone hoge prioriteit heeft, maar de aanleg nog moet plaatsvinden (door Rijkswaterstaat). Het is dus nog onduidelijk voor welke soorten de EVZ precies moet functioneren. Momenteel is er voor de invulling van de EVZ s geen concreet plan. In alle alternatieven is sprake van het vervangen van de steenbestorting van de oevers. Bij alle alternatieven is daarmee sprake van dezelfde tijdelijke effecten door het plaatsen van de nieuwe bekleding. Ten opzichte van de huidige situatie veranderd er in ecologische zin niets. Vanwege de afwezigheid van onderscheidende effecten op de Ecologische verbindingszone (EVZ) over de Amertak en Donge is deze nu niet meegenomen in de beoordeling van de alternatieven. Het realiseren van een smalle natte buitendijkse verbindingszone of het aanleggen van zogenaamde stapstenen is echter een kans die bij het uitwerken van het voorkeursalternatief verder onderzocht moet worden, omdat dit aansluit bij de doelstelling van de Amertak en Donge als EVZ. Het realiseren van een ruime vooroever met plasdras zone is vanwege de beperkte breedte van het kanaal niet mogelijk in verband met scheepvaart. Bij verdere uitwerking van de mogelijkheden kan een tweetal rapporten van Rijkswaterstaat (RWS) gebruikt worden waarin de kansen voor een EVZ langs de Donge en Amertak al uitgewerkt zijn voor het deel van de oever dat bij RWS in beheer is: Visie op de ecologische functie van de Rijkskanalen in Noord-Brabant en Midden-Limburg Opgesteld in opdracht van Rijkswaterstaat Dienst Zuid Nederland Groenbeheerplan Rijkskanalen Noord-Brabant en Midden-Limburg Geertruidenberg en Amertak 145\310

148 Uit de visie blijkt dat voor de Amertak het model groentje en breedscheenjuffer moet worden nagestreefd. Beide modellen verwijzen naar weinig kritische soorten van droog grasland en de natte oeverzone, waarvoor wel een specifieke inrichting en beheer nodig is en stapstenen aangelegd moeten worden. In de visie staat specifiek over de Amertak: Bij het ontwerp van de dijkversterking moet de verbindende functie van de EVZ volgens model Groentje worden behouden. En: De dijken ten noorden van de rijksweg A59 vormen een geheel met de dijken van de Maas en zijn opgenomen in het NNB. Het beheer door het Waterschap is hier gericht op vlinders en andere insecten. In dit opzicht geldt hier model Groentje. De kanaaldijk kan ook een rol spelen in de verbinding voor insecten tussen de bloemdijk langs de Amer en de Hillenput. Ook hiervoor is model Groentje het meest aangewezen model. Het traject vervult geen functie als natte verbinding. Maar ten aanzien van wijzigingen in het buitenpand wordt genoemd: Bij aanpassing van de damwand aan het buitenpand kan de smalle beschikbare zone als plas/drasoever ingericht worden. Door RWS wordt dus gesuggereerd dat er wellicht verbetering buitendijks mogelijk is door middel van het aanleggen van plasdras oevers. In het groenbeheerplan wordt het beheer voor het model groentje als volgt vastgelegd: De huidige kwaliteit van de bloemrijke dijken moeten worden behouden. Het maaibeheer moet zorgvuldig worden uitgevoerd, waarbij al het maaisel wordt afgevoerd Specifieke voorwaarden ten aanzien van het beheer zijn ook opgenomen in het groenbeheerplan. De Donge is niet opgenomen in de visie en het beheerplan van RWS Effecten die niet nader worden onderzocht Externe effecten door stikstof op Natura 2000 gebied Biesbosch Externe effecten op het Natura 2000-gebied treden op als handelingen buiten het gebied invloed hebben op de natuurwaarden in het gebied. Het aspect verstoring is hiervan een voorbeeld en is al genoemd in het toets criterium onder Externe effecten als gevolg van stikstof die kan vrijkomen tijdens de aanleg van de dijkversterking zijn onderzocht in de natuuronderzoeken. Hieruit blijkt dat de depositie die de dijkversterking veroorzaakt niet zorgt voor effecten (Zwanenburg, 2016) bij alle alternatieven vergunbaar is (Alkemade et al. 2015) binnen het PAS (Programmatische Aanpak Stikstof). Noodzaak voor een passende beoordeling op grond van stikstof is er niet zie verder notitie van Tauw (Reimerink, 2017). Een extern effect door stikstof is daarmee niet onderscheidend voor het vergelijken van de alternatieven en is niet verder meegewogen. Andere externe effecten zijn wel meegewogen, zie Huidige situatie en autonome ontwikkeling 146\310 Geertruidenberg en Amertak

149 9.3.1 Beschermde gebieden Nationaal Natuur Netwerk De Amertak (inclusief dijken) en Donge zijn onderdeel van het Provinciale Natuur Netwerk Brabant en aangewezen als ecologische verbindingszone (EVZ, zie paragraaf en figuur 11.1). Bij alle dijkversterkingsalternatieven moet de steenbestorting uit de huidige oever vervangen worden en biedt dit een meekoppelkans om de oever ecologisch beter in te richten en de EVZ te realiseren. In oost-westelijke richting kruist een reeds gerealiseerde ecologische verbindingszone de monding van de Amertak en de Donge, deze zone is ook onderdeel van het NNB en verbindt de Kleine Nieuwe Dombosch met NNB gebieden ten westen van Drimmelen. De dijken langs de Amertak ten noorden van de snelweg zijn in het ontwerp natuurbeheerplan 2017 aangewezen als Bloemdijk. Bloemdijken zijn van belang door het hierop voorkomende glanshaverhooiland en de waarde voor vlinders en kleine zoogdieren. Dijkversterking op deze plaats leidt tot (tijdelijke) achteruitgang of verlies van dit natuurtype. In 2016 heeft een veldonderzoek plaatsgevonden in het plangebied. Daaruit komt de waarde van de dijken voor flora ook naar voren. Bijenorchis, steenanjer, wilde marjolein, spindotterbloem, brede wespenorchis, dotterbloem, grote kaardenbol, zacht vetkruid, zeegroene zegge, paarse morgenster, echt duizendguldenkruid en de grassen bevertje en kamgras zijn aangetroffen. (zie ook figuur 11.2). Met het huidige beheer en onderhoud kunnen de bloemdijken goed in stand worden gehouden en met gericht beheer kan de kwaliteit mogelijk nog verbeterd worden. Geertruidenberg en Amertak 147\310

150 Figuur 9.1 Kaart met beschermde gebieden Beschermde gebieden Natura 2000 Ten noorden van het plangebied bevindt zich het Natura 2000-gebied Biesbosch. Het plangebied grenst aan dit beschermde gebied. Effecten door tijdelijke verstoring van aangewezen habitatsoorten en vogels spelen een rol bij de alternatievenafweging en uitvoering. Uit het veldonderzoek blijkt dat de aangewezen vogelsoorten blauwborst en ijsvogel voorkomen nabij het plangebied (kleine nieuwe Dombosch). Op deze plek is ook een beverburcht aanwezig. Aan 148\310 Geertruidenberg en Amertak

151 weerszijde van de Amertak is binnen de invloedsfeer van het project aan beide zijden ook een beverburcht aangetroffen. De meervleermuis maakt s nachts gebruik van het plangebied (vooral als vliegroute). De bever en meervleermuis zijn beide soorten die als doelsoort zijn aangewezen in het kader van Natura De gemeente heeft het plan de Biesbosch dichter bij Geertruidenberg te brengen. In de huidige situatie zijn hiervoor zeker kansen aanwezig. Maar een integraal ontwerp waarbij ook de dijk verlegd zou worden (één van de alternatieven) biedt veel grotere kansen, zoals het realiseren van een buitendijks gelegen natuur- en recreatiegebied met hoge(re) ecologische waarden in de Slikpolder die aansluiten op de waarden van de Biesbosch Beschermde soorten In 2016 heeft een veldonderzoek plaatsgevonden om beschermde soorten te inventariseren (Zwanenburg, 2016). In het plangebied zijn op de dijken bijzondere planten aangetroffen. Deze planten zijn in de nieuwe Wet natuurbescherming niet langer wettelijk beschermd. Zoals al uit het natuurbeheerplan blijkt zijn deze plekken echter wel het beschermen waard. De vogelinventarisatie heeft zich gericht op soorten met een jaarrond beschermd nest. De kerkuil en steenuil komen vlak naast het plangebied voor (zie figuur 11.2). De dijk nabij de Peuzelaar maakt onderdeel uit van het territorium van de steenuil. In de populieren in het plangebied zijn wel veel nesten van zwarte kraai (alleen tijdens broedtijd beschermd) waargenomen, maar deze werden niet door roofvogels (nest jaarrond beschermd) gebruikt, wat vaak gebeurd. Een aantal nesten van de buizerd zijn in de omgeving aanwezig. De populierenrijen langs de dijken en bosschages in het plangebied worden veel door gewone dwergvleermuizen gebruikt als foerageergebied. Paargedrag van ruige- en gewone dwergvleermuizen is op een zestal plaatsen waargenomen, wat duidt op een wettelijk beschermde verblijfplaats in een boom. Het gebiedsgebruik van vleermuizen is globaal samengevat in figuur 11.3 en nader beschreven in het rapport van Ecologica. Voor de meervleermuizen is de Amertak een belangrijkere vliegroute dan de Donge. Er wordt gefoerageerd boven de havenkom van de Amercentrale. Bevers zijn zoals beschreven aangetroffen, van andere zoogdiersoorten (waterspitsmuis en noordse woelmuis) is door het meten van DNA in watermonsters vastgesteld dat deze soorten niet in het gebied voorkomen. De sloot ten oosten van de Amertak en ten noorden van de brug is waarschijnlijk van belang voor de beschermde grote modderkruiper, al kon dit tijdens het veldonderzoek en met watermonsters niet worden aangetoond. Ook in een sloot net buiten het plangebied komt de soort voor (aangetoond met DNA onderzoek, voor details zie rapport Zwanenburg, 2016). Andere Geertruidenberg en Amertak 149\310

152 aangetroffen vissen zijn in de Wet natuurbescherming niet meer beschermd, maar kunnen bij werkzaamheden ook relatief eenvoudig worden ontzien. Overige beschermde soorten worden op basis van het uitgevoerde veldonderzoek niet verwacht. Wat betreft de autonome ontwikkeling blijven de natuurwaarden bij het huidige beheer en onderhoud op een vergelijkbaar niveau. Figuur 9.2 Soorten 150\310 Geertruidenberg en Amertak

153 Figuur 9.3 Paarplaatsen, vliegroutes en foerageergebieden vleermuizen Geertruidenberg en Amertak 151\310

154 9.4 Effectbeoordeling Amertak West en Oost Criterium Wnb tijdelijke effecten Natura 2000 In de noordelijke Amertak deelgebieden (west en oost) is bij alle alternatieven sprake van een klein negatief effect, want zonder mitigatiemaatregelen is er kans op verstoren van beverburchten. In andere deelgebieden speelt dat niet en is het effect dus 0 voor alle alternatieven Criterium Wnb, tijdelijke effecten beschermde soorten Voor alle alternatieven en deelgebieden geldt dat kleine effecten door verstoring (vooral op vogels) voorkomen kunnen worden door maatregelen te nemen, zoals werken buiten het broedseizoen (of het plangebied voorafgaand daaraan ongeschikt maken). Om verstoring van beverburchten te voorkomen moeten maatregelen worden genomen volgens de landelijke soortenstandaard en is mogelijk een ontheffing nodig. In de noordelijke deelgebieden zijn vanwege de aanwezigheid van de bever (die binnen Natura 2000, maar ook als soort beschermd is) en vanwege de aard van de werkzaamheden (veel grondverzet en/of heien) de alternatieven in grond en het pipingscherm negatiever beoordeeld dan de overige alternatieven (zie tabel 11.1) Criterium Wnb, permanente effecten beschermde soorten Vanwege kap van de populieren en effecten daardoor op de vleermuissoorten gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis vallen alle binnendijkse alternatieven in deelgebied Noord, van zowel Amertak West als Oost, zeer negatief uit en is op voorhand duidelijk dat een ontheffing nodig is voor verlies van essentieel foerageergebied en een tweetal paarverblijfplaatsen. Effecten op het foerageergebied zijn niet of nauwelijks te mitigeren of vergen een lange hersteltijd. Opgemerkt wordt dat de bomenkap voor andere soortgroepen geen effecten heeft, jaarrond beschermde nesten van vogels zijn niet aangetroffen in de populieren. In deelgebied West-zuid, is vanwege aanwezigheid van de grote modderkruiper sprake van een negatief effect, vanwege werkzaamheden in de sloot. Bij werkzaamheden in de sloot is mitigatie mogelijk, maar wel een ontheffing noodzakelijk Criterium effecten NNB De Amertak en de dijken erlangs maken deel uit van de NNB. De grens van de NNB ligt binnendijks, langs de teensloot. In het deelgebied Amertak West-zuid ligt de grens van de NNB langs de buitenteen van de dijk. Voor alle alternatieven geldt dat de werkzaamheden niet plaatsvinden op de kruin van de dijk, maar verder binnendijks, de werkzaamheden tasten de waardevolle bloemdijken met rode lijst soorten aan op het binnendijks talud van de dijk en de bestaande binnendijkse berm. De alternatieven met een berm hebben een groter effect (- -_ dan alternatieven met een scherm of constructieve oplossing (-), vanwege het voor de berm benodigde grotere oppervlak. In deelgebied Amertak west zuid is het effect neutraal beoordeeld, 152\310 Geertruidenberg en Amertak

155 omdat de dijk daar geen onderdeel uitmaakt van de NNB (het ecologische effect treedt er echter wel op). Het aanbrengen van een ondoorlatende laag in de Amertak zelf is gunstig en heeft geen effecten op de NNB, omdat bij dat alternatief de dijken onaangetast blijven. Tabel 9.1 Beoordeling criteria Amertak Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Criterium N Criterium Wnb tijdelijk Criterium Wnb permanent Criterium NNB Effectbeoordeling Slikpolder (Amercentralehaven + Donge West) Criterium Wnb tijdelijke effecten Natura 2000 Omdat werkzaamheden binnendijks plaatsvinden worden geen tijdelijke effecten op Natura 2000 verwacht. Van verstoring door werkzaamheden is geen sprake omdat de werkzaamheden uit het zicht plaatsvinden en ook geluid door de dijk wordt tegengehouden. Er bevinden zich op deze plaats geen bevers vlak bij het werkterrein of broedplaatsen van aangewezen vogelsoorten (Zwanenburg, 2016). Bij het alternatief dijkverlegging is het mogelijk doelstellingen van Natura 2000 positief te beïnvloeden doordat er kansen zijn het gebied zodanig in te richten dat het onderdeel kan uitmaken van de dynamische natuur in de Biesbosch. De inrichting in dit scenario is nog erg onduidelijk is en er is geen zicht op het aandeel natuur in de Slikpolder bij dit alternatief. Toch beoordelen we dit voorlopig als positief (++) Verbetering ten gunste van Natura Geertruidenberg en Amertak 153\310

156 2000 doelen, vanwege de wens van de gemeente om de Biesbosch-natuur te verbinden met Geertruidenberg en de goede kans die de dijkverlegging hiervoor biedt Criterium Wnb, tijdelijke effecten beschermde soorten Bij alle alternatieven, de damwand uitgezonderd, is een stabiliteitsberm nodig en deze alternatieven nemen daardoor veel ruimte in beslag en zorgen langdurend voor verstoring met name voor vogels tijdens het broedseizoen. Ook bij het alternatief dijkverlegging is sprake van veel grondverzet en werkzaamheden die en langere tijd duren. Voor het plaatsen van damwanden geldt dat hei- of trilwerkzaamheden veel geluid produceren en op die manier erg verstorend zijn voor vogels. Dit maakt dat er tussen de alternatieven geen onderscheid is ten aanzien van het negatieve effect op dit criterium. Een speciaal aandachtspunt bij deelgebied Donge west is de aanwezigheid van een jaarrond beschermde nestplaats van de buizerd. Mitigatie van tijdelijke effecten is nodig. De beoordeling van dit alternatief is daarom Criterium Wnb, permanente effecten beschermde soorten Door de kap van bomen in de Amercentrale-haven alternatieven met een stabiliteitsberm is sprake van een negatief effect op een verblijfplaats van de gewone dwergvleermuis en moet een ontheffing worden aangevraagd en is compensatie nodig. Deze drie alternatieven zijn daarom beoordeeld met een - -. Voor alle alternatieven geldt dat door de kap van bomen in de slikpolder niet zoveel foerageergebied verloren dat de slikpolder en omgeving ongeschikt wordt voor vleermuizen (zie de beoordeling van Zwanenburg 2016 op dit punt). Bij het aanbrengen van een damwand bij Amercentrale haven en dijkverlegging variant 2 kunnen bomen blijven staan en zijn er slechts tijdelijke effecten door verstoring en geluid te verwachten, die bovendien gemitigeerd kunnen worden. Het dijkverleggingstracé, variant 1 zorgt echter ook voor vrij veel bomenkap en is dus ongunstig en daarom negatief beoordeeld. Bij een slim gekozen tracé voor de dijkverlegging, kunnen bomen blijven staan en zijn ook dan effecten beperkt. Bij bomenkap kunnen de vleermuiswaarden moeilijk gemitigeerd worden. Tegelijk is nieuwe aanplant van bomen mogelijk en kan op lange termijn (20-40 jaar) de functie voor vleermuizen wel herstellen. Doordat meerdere soorten vleermuizen in de Slikpolder aanwezig zijn weegt deze soortgroep nu relatief zwaar mee bij de beoordeling. Bij een beoordeling op soortgroep-niveau is de bomenkap minder negatief omdat de kap voor vogels en planten minder effect heeft en zelfs kansen kan bieden. Ten behoeve van het uitwerken van een voorkeursalternatief moeten de alternatieven en uitwijkmogelijkheden voor vleermuizen nog beter in beeld gebracht worden Criterium effecten NNB Er ligt een EVZ langs de dijken en de dijken zijn ook als bloemdijken aangewezen. Op basis van het onderzoek van Ecologica is echter niet veel bijzondere flora aanwezig. Het criterium NNB weegt in dit deelgebied daarom wat minder zwaar mee. De dijken van de Amercentrale-haven en Donge West maken voor het grootste deel uit van NNB, maar de kwaliteit van de bloemdijk Amercentrale-haven is minder hoog vergeleken met deelgebied Amertak. Grondoplossingen met 154\310 Geertruidenberg en Amertak

157 een groot ruimtebeslag zijn wel nog steeds als meest negatief beoordeeld. Het alternatief damwand scoort 0 vanwege het geringe ruimtebeslag. De dijk Donge-west is geen bloemdijk. Van deze dijk maakt alleen het noordelijk buitendijks deel onderdeel uit van de NNB. Vochtig hakhout en middenbos is hier aanwezig (natuurbeheerplan Provincie Noord-Brabant). Dit bos kan bij alle alternatieven behouden blijven. De beoordeling van de alternatieven is daarom overal 0. Tabel 9.2 Amercentrale- Donge West Amercentralehaven + Donge West Beoordeling criteria haven Slikpolder Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Criterium N Criterium Wnb tijdelijk Criterium Wnb permanent * 0 Criterium NNB * negatief voor vleermuizen bij huidige projectie dijkverlegging variant 1, geen/ zeer weinig effecten als de nieuwe dijk meer noordelijk aansluit aan de dijk Amercentrale haven. De bomen ten zuiden van de Amercentrale-haven blijven dan behouden. 9.6 Effectbeoordeling Donge Oost Criterium Wnb tijdelijke effecten Natura 2000 Bij alle alternatieven is in het noorden van dit deelgebied tijdens de realisatie aandacht nodig voor het voorkomen van verstoring van de buitendijks gelegen beverburcht en aangewezen vogelsoorten van het Natura 2000-gebied. Met mitigatiemaatregelen kan een effect eenvoudig voorkomen worden. Geertruidenberg en Amertak 155\310

158 9.6.2 Criterium Wnb, tijdelijke effecten beschermde soorten Zoals bij de andere deelgebieden treedt een effect op door verstoring en moeten ook in dit deelgebied tijdens de realisatiefase maatregelen worden genomen om effecten op de aanwezige broedvogels en vleermuizen te voorkomen. Dit geldt voor alle alternatieven. De aard van de verstoring verschilt iets, oplossingen in grond duren wat langer, waardoor de verstoring ook langer duurt. Het plaatsen van damwanden gaat sneller maar zorgt voor meer geluidsoverlast. Omdat er geen alternatief is wat op dit punt duidelijk minder effect heeft zijn alle alternatieven op dit criterium gelijk beoordeeld Criterium Wnb, permanente effecten beschermde soorten Uit het onderzoek van Zwanenburg blijkt dat alleen beschermde vleermuizen en algemene broedvogels van dit deelgebied gebruik maken. Permanente effecten op deze soortgroep zijn niet te verwachten als gevolg van de dijkversterking. De voor vleermuizen relevante ecologische structuren wijzigen niet door de dijkversterking en belangrijke foerageergebieden (Donge zelf en buitendijkse gebieden) blijven onaangetast. Wat betreft dit criterium zijn er geen effecten Criterium effecten NNB In tegenstelling tot de dijken in andere deelgebieden is de dijk in het deelgebied Donge-oost niet opgenomen in het Natuurnetwerk Brabant en niet aangewezen als bloemdijk. Wat dit criterium betreft zijn er daarom geen effecten mogelijk. Tabel 9.3 Beoordeling criteria Donge Oost Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Criterium N Criterium Wnb tijdelijk Criterium Wnb permanent Criterium NNB \310 Geertruidenberg en Amertak

159 9.7 Conclusie en mitigerende maatregelen Tabel 9.4 Beoordeling criteria Amertak Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Criterium N Criterium Wnb tijdelijk Criterium Wnb permanent Criterium NNB Amertak Vergeleken met de HSAO geldt voor alle deelgebieden en alle alternatieven dat voor het criterium Natura 2000 geen significant negatieve effecten verwacht worden, mits enkele maatregelen genomen worden om effecten op bevers te voorkomen (Zwanenburg 2016). De maatregelen zijn omschreven in de soortenstandaard Bever en bestaan voornamelijk uit het voorkomen van verstoring van de bever door zo veel mogelijk afstand te houden en te werken buiten de voor de bever gevoelige periode. Beschermde soorten en ook het Natuurnetwerk Brabant kunnen wel zeer negatief beïnvloed worden en hierin verschillen de alternatieven duidelijk. De belangrijkste effecten binnen deze twee criteria zijn het verlies van bomen en daarmee effecten op vleermuizen en aantasting van de waardevolle bloemdijken. Voor beide effecten geldt dat mitigatie nauwelijks mogelijk is. Bij kap en herplant duurt het tientallen jaren voor een gelijke situatie aanwezig is. Het afplaggen en terugbrengen van de bovenlaag om zo bijzondere planten van de bloemdijken te sparen kan werken voor een aantal maar zeker niet alle soorten (zie ook rapport Zwanenburg 2016). Het is daarmee uiterst onzeker welke toekomstige kwaliteit gerealiseerd kan worden bij grootschalige vergraving van de huidige toplaag. Geertruidenberg en Amertak 157\310

160 De meest wenselijk oplossing voor de dijkversterking vanuit natuur is het aanbrengen van een ondoorlatende laag in de Amertak zelf. Effecten op habitat van vleermuizen, habitat van grote modderkruiper, maar vooral het vernielen van de bloemdijken kan daarmee voorkomen worden. Een binnendijkse oplossing waarbij de bomen gespaard worden en slechts weinig oppervlak nodig is daarna de meest wenselijke optie, maar dan is veel aandacht nodig voor het voorkomen van effecten. Tabel 9.5 Beoordeling criteria Slikpolder Amercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Donge West Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Criterium N Criterium Wnb tijdelijk Criterium Wnb permanent * 0 Criterium NNB * negatief voor vleermuizen bij huidige projectie dijkverlegging variant 1, geen/ zeer weinig effecten als de nieuwe dijk meer noordelijk aansluit aan de dijk Amercentrale haven. De bomen ten zuiden van de Amercentrale-haven blijven dan behouden. Slikpolder In dit deelgebied heeft het versterken van de bestaande dijken geen invloed op het nabij gelegen Natura 2000-gebied. Een bijzondere kans voor Natura 2000 is er duidelijk wel. Door het verleggen van de dijk ontstaat een buitendijkse kwelder onder invloed van getijdewerking. Dit levert een type natuur op waar de Biesbosch beroemd mee geworden is, met uitstekende 158\310 Geertruidenberg en Amertak

161 mogelijkheden voor recreatie. De wens van de gemeente om de Biesbosch dichter bij de bewoners van Geertruidenberg te brengen kan op geen betere wijze gerealiseerd worden. De polder kan aan het Natura 2000-gebied worden toegevoegd. De doelsoorten blauwborst, rietzanger en bruine kiekendief zijn er al aanwezig. Bij het versterken van de huidige dijken is het, vanwege de noodzakelijke berm niet mogelijk bomenkap te voorkomen. Wat betreft het criterium Wnb geldt dat door de kap van bomen kleine negatieve effecten op vleermuizen kunnen optreden waarvoor een ontheffing nodig is. Het kappen van bomen ten zuiden van de Amercentrale-haven zorgt door de aanwezigheid van een paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis voor een negatief effect (ontheffing verkrijgen is echter mogelijk). Alleen met het alternatief damwand kunnen effecten op deze vleermuis voorkomen worden. Bij een eventuele dijkverlegging is de tracékeuze van belang, door een juiste tracékeuze kunnen effecten op vleermuizen voorkomen worden. Het criterium NNB is in dit deelgebied niet erg onderscheidend. De dijken van de Amercentralehaven en Donge West maken voor het grootste deel uit van NNB, maar de kwaliteit van de bloemdijk Amercentrale-haven is minder hoog vergeleken met deelgebied Amertak. Grondoplossingen met een groot ruimtebeslag zijn als meest negatief beoordeeld. De dijk Dongewest is geen bloemdijk. Van deze dijk maakt alleen het noordelijk buitendijks deel onderdeel uit van de NNB. Vochtig hakhout en middenbos is hier aanwezig (natuurbeheerplan Provincie Noord-Brabant). Dit bos kan bij alle alternatieven behouden blijven. Vanuit natuur biedt het verleggen van de dijk veruit de meeste kansen door een meer natuurlijk systeem en oppervlaktewinst. Daarmee vergeleken is het alternatief damwand wat betreft effecten redelijk neutraal, vanwege het beperkte benodigde oppervlak. Door geluid kunnen wel tijdelijke effecten optreden. Alle andere varianten zijn negatief vanwege de bomenkap en het grote ruimtebeslag in de slikpolder, wat vooral nadelig is voor niet beschermde soorten en de beschikbare ruimte voor natuur. Geertruidenberg en Amertak 159\310

162 Tabel 9.6 Beoordeling criteria Donge Oost Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Criterium N Criterium Wnb tijdelijk Criterium Wnb permanent Criterium NNB Donge In dit deelgebied is de beverburcht in het Natura 2000-gebied buitendijks een aandachtspunt. Een effect kan met mitigatie eenvoudig voorkomen worden. Vanuit ecologisch perspectief zijn verder vooral de vooroevers langs de Donge interessant, vanwege de spindotterbloemen en ecologische potentie. De dijkversterking heeft geen invloed op deze waarden. Tijdelijke effecten door verstoring moeten voorkomen worden, maar dit kan ook eenvoudig. De dijken maken geen onderdeel uit van de NNB. Vanuit het aspect natuur is er geen onderscheid te maken tussen verschillende alternatieven. Mitigerende maatregelen Voor het juist mitigeren van effecten bestaan zogenaamde soortenstandaards, opgesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Om effecten op bever, buizerd en vleermuizen te voorkomen moeten de voorgeschreven maatregelen uit deze soortenstandaards verwerkt worden in een werkprotocol voor de aannemer. Ook maatregelen die voortkomen uit de zorgplicht van de wet kunnen verwerkt worden in dit werkprotocol. De negatieve effecten genoemd onder bij de criteria Wnb N2000 en Wnb tijdelijk kunnen met dergelijke maatregelen tot nul gereduceerd worden. Enkele voorbeelden van de nemen maatregelen (niet uitputtend) zijn: 160\310 Geertruidenberg en Amertak

163 De werkzaamheden goed voorbereiden wat betreft planning en het werkterrein en aanrijroutes zo inrichten dat verstoring van natuur voorkomen wordt Werken in het juiste seizoen, bijvoorbeeld buiten het broedseizoen van vogels, en gevoelige periode van de bever Geluidverstoring voorkomen, bijvoorbeeld door bij heien en trillen geluiddemping te gebruiken Verstoring door kunstlicht te voorkomen door in de donkerperiode gerichte verlichting te gebruiken In geval gegraven wordt op plekken met bijzondere flora, de bovengrond apart ontgraven en de bodemopbouw herstellen na de werkzaamheden. Mitigatie bij het aanvragen van een ontheffing Het aanvragen van een ontheffing is nodig in geval een alternatief wordt gekozen waarbij bomenkap in de slikpolder (bomenrij ten zuiden van de Amercentrale-haven) en/of bomenkap in de deelgebieden Amertak West-Noord en Oost-Noord plaatsvindt. In de slikpolder kan het verlies van een enkele paarplaats van de gewone dwergvleermuis eenvoudig gemitigeerd worden door het ophangen van een vleermuiskast. Het foerageergebied langs de Amertak kan niet op korte termijn vervangen worden. In het kader van de ontheffingsaanvraag is een nadere analyse nodig van de beschikbaarheid van foerageergebieden in de omgeving van het plangebied. De noodzaak voor het aanvragen van een ontheffing voor de bever is afhankelijk van het te kiezen alternatief en detailinformatie van de toe te passen techniek en de definitieve afstand van de werkzaamheden tot de burcht. Mogelijk is geen ontheffing nodig. Bij alle alternatieven kunnen eventuele effecten door verstoring worden voorkomen met maatregelen uit de soortenstandaard Bever. Geertruidenberg en Amertak 161\310

164 10 Landschap, cultuurhistorie en archeologie 10.1 Wettelijk kader en beleid Beleid en wetgeving Internationaal Verdrag Werelderfgoed (UNESCO) Verdrag van Valletta (Malta) Nationaal Erfgoedwet Overgangsrecht Monumentenwet 1998 naar Omgevingswet Korte beschrijving en relevantie beleid voor dit project Het Koninkrijk der Nederlanden heeft het Werelderfgoedverdrag in 1992 geratificeerd. De landen die het verdrag hebben geratificeerd, hebben met elkaar afgesproken dat zij zich zullen inzetten voor identificatie, bescherming, behoud, het toegankelijk maken en het overdragen aan komende generaties van cultureel erfgoed binnen hun landgrenzen. Zowel cultureel als natuurlijk erfgoed, als erfgoed dat daarvan een gecombineerde vorm is, kan voor de Werelderfgoedlijst worden voorgedragen. Er staan negen Nederlandse erfgoederen op de Werelderfgoedlijst. Binnen het plangebied komen geen erfgoederen voor die zijn opgenomen op de werelderfgoedlijst. Europees verdrag met als doel het duurzaam beschermen van archeologische resten in de bodem. Het verdrag geldt als uitgangspunt voor de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz), de voorganger van de Erfgoedwet. Wettelijke kader voor de omgang met erfgoed. De Erfgoedwet is de opvolger van de Monumentenwet 1988 en de Wijzigingswet WAMZ. De Erfgoedwet is van kracht per 1 juli Binnen het plangebied komen geen rijksmonumenten voor die beschermd zijn op basis van de Erfgoedwet. In de Omgevingswet zullen de regels voor de omgang met de fysieke leefomgeving geïntegreerd worden, waaronder desbetreffende onderdelen uit de Monumentenwet Daarbij blijven de bevoegdheden en beschermingsniveaus in grote lijnen gehandhaafd. De bepalingen uit de Monumentenwet 1988 die overgaan naar de Omgevingswet blijven van kracht tot de datum dat de Omgevingswet in werking treedt. Deze artikelen gelden tot dat moment als overgangsrecht op grond van de Erfgoedwet. Het betreft: vergunningen tot wijziging, sloop of verwijdering van rijksmonumenten verordeningen, bestemmingsplannen, vergunningen en ontheffingen op het gebied van archeologie bescherming van stads- en dorpsgezichten 162\310 Geertruidenberg en Amertak

165 Structuurvisie Infrastructuur en ruimte In de structuurvisie I en M schetst het Rijk ambities tot 2040 en doelen, belangen en opgaven tot Cultureel erfgoed heeft ook een economisch belang. De nota zet in op het behoud van erfgoed. In de effectbeoordeling worden cultuurhistorische kwaliteiten meegenomen. Beleidsvisie Kiezen voor De Visie erfgoed en ruimte geeft aan hoe het rijk het onroerend cultureel erfgoed borgt karakter, Visie erfgoed en ruimte in de ruimtelijke ordening, welke prioriteiten het kabinet daarbij stelt en hoe het wil samenwerken met publieke en private partijen. Zet onder andere in op behoud van erfgoed uit de wederopbouwperiode. Provinciaal Interimstructuurvisie In de structuurvisie partiele herziening 2014 zijn de (ruimtelijke) belangen en Noord-Brabant doelen van de provincie Noord-Brabant benoemd en op hoofdlijnen in beleid uitgewerkt. Op landschappelijk gebied wil de provincie de beeldkwaliteit en landschappelijke aantrekkelijkheid van Noord-Brabant versterken. Daarnaast heeft de provincie tot doel om cultuurhistorische waarden te behouden en te versterken. Verordening Ruimte 2014, In de Verordening ruimte staan regels waarmee een gemeente rekening moet provincie Noord-Brabant houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. In de verordening is een zorgplicht ruimtelijke kwaliteit opgenomen voor ruimtelijke ontwikkeling waarvoor een bestemmingsplan moet worden herzien. Een goede landschappelijke inpassing maakt deel uit van de zorg voor het behoud en de bevordering van ruimtelijke kwaliteit. Waterschap/regionaal/gemeente Ruimtelijke visie West-Brabant Visie opgesteld door Waterschap Brabantse Delta i.s.m. West-Brabantse 2030 gemeentes. Een regionale visie die gaat over het ruimtelijk casco en een visie geeft op de majeure en bovenlokale thema's van de ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied. In de Visie wordt ingezet op versterking van het ruimtelijk casco en de identiteit. De rijke cultuurhistorie en een herkenbare landschappelijke driedeling in het gebied schept onderscheidende condities voor behoud en ontwikkeling naar de toekomst. Er is expliciete aandacht voor het behoud van de kernkwaliteiten van de regio door het borgen van de regionale omgevingskwaliteit. Structuurvisie 2030 gemeente De Structuurvisie 2030 geeft een visie op de ruimtelijke ontwikkeling van de Geertruidenberg gemeente, met als achterliggend doel behoud en ontwikkeling van een aantrekkelijke gemeente. Erfgoednota gemeente Gemeentelijk beleid gericht op bovengrondse monumentenzorg, inclusief Geertruidenberg cultuurhistorische waardenkaart. Gemeente zet in op onderscheiden van karakteristieken. Archeologiebeleid gemeente Informatiebrief over de omgang met archeologie bij ruimtelijke ontwikkelingen. Geertruidenberg Doel van het gemeentelijk archeologiebeleid is het behouden van het archeologisch erfgoed, indien mogelijk in situ. Geertruidenberg en Amertak 163\310

166 Structuurvisie Drimmelen 2033 Visie die richting geeft aan de ruimtelijke ontwikkelingen in Drimmelen. Een van de ambities is een toekomstbestendig platteland met behoud van het recreatieve landschap. Ruimtelijke kwaliteit geldt als randvoorwaarde. Nota archeologie gemeente Nota met regels over de omgang met archeologie bij ruimtelijke ontwikkelingen, Drimmelen 2013 inclusief Erfgoedkaart Drimmelen. Doel van het gemeentelijk archeologiebeleid is het behouden van het archeologisch erfgoed, indien mogelijk in situ. Structuurvisie Oosterhout (2013) De structuurvisie geeft een duidelijke richting voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente voor de langere termijn. De gemeente zet in op versterking van de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. Beleidsnota Nota waarin de omgang met cultuurhistorie is beschreven. De cultuurhistorische Cultuurhistorie Monumenten en en archeologische waarden en verwachtingsgebieden zijn opgenomen op de Archeologie, gemeente Erfgoedkaart Oosterhout. Met het beleid voor wil de gemeente het erfgoed van Oosterhout Oosterhout beschermen én ontwikkelen Methode effectbeoordeling Algemene aanpak onderzoek De effectbeoordeling voor landschap wordt aan de hand van twee criteria gedaan; ten eerste de beïnvloeding van de gebiedskarakteristiek en ten tweede de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Voor cultuurhistorie wordt gekeken naar de effecten op de aanwezige cultuurhistorische waarden. Dit betreft zowel historische bouwkunde als historisch-geografische elementen. Voor archeologie worden de effecten op de bekende archeologische waarden en op de archeologische verwachtingsgebieden in beeld gebracht. Al deze criteria worden kwalitatief beoordeeld, hierna wordt eerst de methodiek per criterium toegelicht. Tabel 10.1 Beoordelingskader van effecten van de dijkversterking op landschap, cultuurhistorie en archeologie Milieuthema Beoordelingscriteria Beoordeling Landschap Cultuurhistorie Archeologie Beïnvloeding gebiedskarakteristiek (landschappelijke lijnen, gebieden en elementen) Ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk Effect op aanwezige cultuurhistorische waarden in het plan- en studiegebied (historische bouwkunde en -geografie) Bekende archeologische waarden/monumenten en archeologische verwachtingsgebieden kwalitatief kwalitatief kwalitatief kwalitatief 164\310 Geertruidenberg en Amertak

167 Criterium gebiedskarakteristiek Het landschap is opgebouwd uit een aantal kenmerkende eigenschappen, zoals de openheid van de polders, de dijkstructuren, groenstructuren en de watergangen. Het gaat ook om de zichtbaarheid van de omgeving vanaf de dijk, zoals een onbelemmerd zicht op de polder en het water (zie figuur 8.X). Daarnaast gaat het om de reactie van de dijk op het aangrenzende landschap (zie figuur 8.XX). Niet alle dijken snijden als een autonome structuur door het landschap. Met name bij oude dijken zijn er veel aansluitingen en gebeurt er van alles langs de dijk. Het kan landschappelijke meerwaarde opleveren door hier met de inrichting van de dijk op te reageren. Denk o.a. aan de afwisseling van hoge en lage beplanting. Samen bepalen deze eigenschappen de gebiedskarakteristiek (zie ook paragraaf 8.3.1). In dit criterium wordt beoordeeld wat de invloed van de ingreep of het alternatief is op deze gebiedskarakteristiek. Een negatief effect treedt op als een kenmerkende eigenschap negatief wordt beïnvloed. Bijvoorbeeld een dijk die openheid van een gebied vermindert of in belangrijke mate afwijkt van de kenmerkende richtingen of patronen in een gebied. Figuur 10.1 Zichtbaarheid vanaf de dijk (bron: H+N+S, 2016 b) Figuur 10.2 Reageren op aangrenzend landschap (bron: H+N+S, 2016 b) Voor de beoordeling van de effecten zijn klassengrenzen bepaald. De klassengrenzen zijn bepaald door rekening te houden met de reikwijdte van alle onderzoeksresultaten in alle Geertruidenberg en Amertak 165\310

168 deelgebieden en de mate van het effect. De classificatie van het criterium gebiedskarakteristiek is weergegeven in tabel 8.2. Tabel 10.2 Beoordelings-schalen criterium gebiedskarakteristiek Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect (per saldo) grote verzwakking gebiedskarakteristiek - - Negatief effect (per saldo) verzwakking gebiedskarakteristiek - Licht negatief effect (per saldo) enige verzwakking gebiedskarakteristiek 0 Nihil of neutraal effect Geen beïnvloeding van de gebiedskarakteristiek of elkaar per saldo opheffende versterking en verzwakking van de gebiedskarakteristiek + Licht positief effect (per saldo) enige versterking gebiedskarakteristiek + + Positief effect (per saldo) versterking gebiedskarakteristiek Zeer positief effect (per saldo) grote versterking gebiedskarakteristiek Criterium ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) Bij ruimtelijke kwaliteit gaat het om het toevoegen/benutten van waarden en het afwegen van belangen zoals gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde. Een goede ruimtelijke kwaliteit bij een dijk gaat om het behoud/ hebben van een eigen karakter (continuïteit) en een goede landschappelijke inpassing (belevingswaarde), mogelijkheden tot dubbelgebruik/ combinatie van functies (gebruikswaarde). Dit laatste betreft bijvoorbeeld de begaanbaarheid van de dijken en het gebruik als wandel- of fietspad. De toekomstwaarde wordt niet meegenomen in de effectbeoordeling, aangezien deze meer aan bod komt bij de meekoppelkansen bij het dijkversterkingsproject. De meekoppelkansen maken geen onderdeel uit van de voorgenomen activiteit en worden daarom niet meegenomen in de effectbeoordeling. Een continu dijkprofiel langs de totale lengte van de waterloop levert een goed leesbaar landschap op. Twee symmetrische profielen aan weerszijden van de waterloop versterken dit beeld nog eens. Dit geldt voor de dijken langs de Amertak als aangelegde waterloop, maar ook voor de dijken langs de Donge. 166\310 Geertruidenberg en Amertak

169 Figuur 10.3 Continuïteit van een dijk (bron: H+N+S, 2016 b) Een robuust dijkprofiel draagt bij aan de herkenbaarheid van de dijk als landschappelijke drager (zie figuur 8.XX). Dit kan versterkt worden door middel van bomenrijen langs de dijk. Dit speelt meer bij de Amertak dan bij de Donge. Figuur 10.XX Een duidelijk herkenbare dijk (bron: H+N+S, 2016 b) Voor de beoordeling van de effecten zijn klassengrenzen bepaald. De klassengrenzen zijn bepaald door rekening te houden met de reikwijdte van alle onderzoeksresultaten in alle deelgebieden en de mate van het effect. De classificatie van het criterium ruimtelijke kwaliteit (incl continuïteit van de dijk) is weergegeven in tabel 8.3. Geertruidenberg en Amertak 167\310

170 Tabel 10.3 Beoordelings-schalen criterium ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect (per saldo) grote verzwakking ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk - - Negatief effect (per saldo) verzwakking ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk - Licht negatief effect (per saldo) enige verzwakking ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk 0 Nihil of neutraal effect Geen beïnvloeding van de ruimtelijke kwaliteit of elkaar per saldo opheffende versterking en verzwakking van de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk + Licht positief effect (per saldo) enige versterking ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk + + Positief effect (per saldo) versterking ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk Zeer positief effect (per saldo) grote versterking ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk Criterium cultuurhistorische waarden In dit criterium worden de effecten op de cultuurhistorische waarden beoordeeld. Deze is op te delen in bouwhistorische elementen (historische panden en bouwwerken) en historischgeografische elementen (o.a. historische landschappen, infrastructuur zoals trekvaarten, wegen en kanalen, polders en droogmakerijen, steden en dorpen). In het plangebied Geertuidenberg- Amertak liggen geen waardevolle bouwhistorische elementen (gemeentelijke of rijksmonumenten). Wel liggen enkele historisch-geografische elementen in het plangebied. Dit betreft enkele historische dijken, een historisch verkavelingspatroon van polder Brand en het tracé van het Halve zolenlijntje. De historische dijken in het plangebied zijn allemaal nog in gebruik als primaire kering en de Standhazensedijk was dit nog tot bijna 70 jaar geleden. Daarom kan er van uit gegaan worden dat deze historische dijken verschillende malen aangepast zijn om te blijven voldoen als kering. Hierdoor is het dijkprofiel minder als authentiek te beschouwen. Het dijktracé is daarentegen historisch gezien authentieker. In de effectbeoordeling zal bij de historische dijken vooral gekeken worden naar het effect op het historisch dijktracé. Voor de beoordeling van de effecten zijn klassengrenzen bepaald. De klassengrenzen zijn bepaald door rekening te houden met de reikwijdte van alle onderzoeksresultaten in alle deelgebieden en de mate van het effect. De classificatie van het criterium cultuurhistorische waarden is weergegeven in tabel 8.4. De dijkversterking kan geen positief effect opleveren voor de cultuurhistorische waarden. Dat zou in theorie alleen mogelijk zijn als de cultuurhistorische waarde hersteld wordt door een alternatief en dat is niet het geval bij dit dijkversterkingsproject. 168\310 Geertruidenberg en Amertak

171 Tabel 10.4 Beoordelings-schalen criterium cultuurhistorische waarden Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect Grote aantasting van cultuurhistorische waarden - - Negatief effect Aantasting van cultuurhistorische waarden - Licht negatief effect Beperkte aantasting van cultuurhistorische waarden 0 Nihil of neutraal effect Geen aantasting van cultuurhistorische waarden + Licht positief effect n.v.t. + + Positief effect n.v.t Zeer positief effect n.v.t Criterium archeologie Het thema archeologie is onder te verdelen in bekende waarden en verwachtingsgebieden. In het plangebied Geertuidenberg-Amertak liggen geen bekende archeologische waarden (archeologische rijksmonumenten of AMK-terreinen). Daarom worden de archeologische waarden niet meegenomen in de effectbeoordeling. De archeologische verwachtingswaarden worden wel beoordeeld. De feitelijke aanwezigheid van deze waarden moet nog worden vastgesteld door middel van archeologisch onderzoek, echter dit onderzoek gebeurt zo nodig alleen voor het uiteindelijk gekozen alternatief. Een bodemingreep in een gebied met een lage archeologische verwachting wordt aangemerkt als een neutraal effect. Verschillende bodemingrepen kunnen een effect hebben op (verwachte) archeologische resten in een gebied met een middelhoge of hoge archeologische verwachting. Dit geldt voor alle vergravingen die nodig zijn, zoals het graven van sleuven voor een kwel- of stabiliteitsscherm en geotextiel en het graven van (teen)sloten. Daarnaast geldt dit voor het inbrengen van constructies zoals een kwelof stabiliteitsscherm en geotextiel. Bij zowel de vergravingen als het inbrengen van constructies is het afhankelijk van de diepte van de bodemingreep ten opzichte van de verwachte diepte van de archeologische laag of de eventueel aanwezige archeologische resten worden aangetast. Indien de bodemingreep boven het verwachte archeologische vlak blijft, zullen de archeologische resten niet aangetast worden. De constructies die ingebracht worden, zullen naar verwachting dieper gaan dan het archeologisch vlak (deze is afhankelijk van de verwachte periode; zie ook paragraaf 8.3 Huidige situatie en autonome ontwikkeling). Tot slot kunnen archeologische resten aangetast worden door zetting die ontstaat door het opbrengen van grond bij een grondoplossing en bij de realisatie van een nieuwe dijk. Dit is echter onder meer afhankelijk van de hoeveelheid grond, de huidige ondergrond en de verwachte diepte van de (eventueel aanwezige) archeologische resten. In het archeologisch bureauonderzoek 8 dat is uitgevoerd voor de dijkversterking wordt aangegeven dat de effecten op het archeologisch bodemarchief van een kleine (extra) ophoging bij de bestaande dijken gering worden geacht bij de grondoplossingen. De archeologische resten 8 RAAP, 2015, p.14. Geertruidenberg en Amertak 169\310

172 worden vooral in de top van het dekzand verwacht. Dit is in vergelijking met veen en klei relatief zettingsarme ondergrond. Op die plekken wordt in het archeologisch bureauonderzoek geadviseerd om geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren. Voor een eventuele dijkverlegging in de Slikpolder kan de opgebrachte grond echter wel zorgen voor zetting die eventueel aanwezige archeologische resten kan aantasten. Voor de beoordeling van de effecten zijn klassengrenzen bepaald. De klassengrenzen zijn bepaald door rekening te houden met de reikwijdte van alle onderzoeksresultaten in alle deelgebieden en de mate van het effect. Een bodemingreep in een middelhoog of hoog verwachtingsgebied hoeft niet per definitie een effect te hebben op archeologische waarden, omdat er nog sprake is van een verwachting op archeologische resten. De classificatie van het criterium archeologie is weergegeven in tabel 8.5. Tabel 10.5 Beoordelings-schalen criterium archeologie Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect Grote aantasting van archeologische resten - - Negatief effect Aantasting van archeologische resten - Licht negatief effect Beperkte aantasting van archeologische resten 0 Nihil of neutraal effect Geen aantasting van archeologische resten + Licht positief effect n.v.t. + + Positief effect n.v.t Zeer positief effect n.v.t Effecten die niet nader worden onderzocht In de effectbeoordeling van landschap, cultuurhistorie en archeologie zijn de tijdelijke effecten die optreden door bijvoorbeeld de aanleg van tijdelijke bouwwegen, -terreinen en gronddepots niet meegenomen. Pas als duidelijk is welk alternatief gerealiseerd wordt, zullen deze locaties in uitvoeringsfase bekend zijn. Ook het eventuele tijdelijke effect van bemaling op archeologie is niet meegenomen. Deze is sterk afhankelijk van de wijze en duur van bemaling en de werkelijke aanwezigheid van organische archeologische resten (o.a. hout, leer) Huidige situatie en autonome ontwikkeling Landschap 9 Geertruidenberg ligt op de overgang van het Brabantse deklandschap naar de kleigronden (zie figuur 3.1). Nog preciezer gezegd, op een oeverwal bij de uitmonding van de Donge in de 9 Deze beschrijving is gebaseerd op H+N+S, 2016, Nota ruimtelijke diagnose en ambitie, deel 1. Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak. 170\310 Geertruidenberg en Amertak

173 Bergsche Maas. In de kleigebieden zijn het open landschap en de structuur van oude kreken en veenstromen, zoals de kronkelende Donge, belangrijke dragers van het landschap. Met het programma Donge oevers van de gemeente zet de gemeente Geertruidenberg in op het vergroten van het toeristische karakter van de Donge. Geertruidenberg, stad aan de Biesbosch is hetgeen wordt uitdragen. De gebiedskarakteristiek wordt hier bepaald door enerzijds het open polderlandschap en anderzijds de beslotenheid van de bedrijfsterreinen en bebouwde kom van Geertruidenberg. Als gevolg van de vele hoogspanningsverbindingen, de hoogspanning-stationslocatie, het kassencomplex ten noorden van de A59 en de strak vormgegeven Amertak heeft het landschap een bijna industrieel karakter. Dit wordt versterkt door de bijna overal zichtbare Amercentrale, de A59 die autonoom het gebied doorsnijdt en de windmolens ten zuiden van de A59. De bedrijfsgebouwen en scheepsbouw bepalen mede het beeld langs de Donge, waardoor ook deze watergang een grotendeels functioneel karakter heeft. De weidsheid van de Bergsche Maas en de daarachter gelegen Biesbosch is maar op weinig plekken te ervaren. De dijk langs de Bergsche Maas vormt hier een harde grens in het landschap, die duidelijk zichtbaar is. De Amertak is een wezenlijke andere waterloop dan de Donge. De Amertak is in 1992 gegraven en doorsnijdt een dekzanduitloper. De aanleg van de Amertak heeft het gebied opgedeeld in tweeën. De onderliggende structuren zoals verkavelingen, waterlopen, dijken, wegen en de spoorlijn zijn ontkoppeld geraakt. De Donge kronkelt juist door het landschap. Geertruidenberg en Amertak 171\310

174 Figuur 10.1 Fysieke ondergrond (bron: H+N+S, 2016 b). Amertak De Amertak is vormgegeven als functioneel en statig kanaal met robuuste dijken. De lange lijnen en formele boombeplanting aan de noordzijde maakt de Amertak tot een sterke landschappelijke structuur: een drager die structuur en beschutting geeft in dit sterk industriële en infrastructurele gebied. Sinds de aanleg van de Amertak is de uitbreiding van het industriegebied bij Oosterhout versterkt doorgezet. Ten noorden van de A58 is het glastuinbouwcomplex Plukmade ontwikkeld. 172\310 Geertruidenberg en Amertak

175 Langs de Bergsche Maas is aan de westzijde bij Drimmelen een groot recreatiegebied en een watersportcentrum ontwikkeld. Langs de Amertak zijn bij de aanleg bomen geplant. Dit is echter niet consequent doorgezet zoals wel was opgenomen in het oorspronkelijke landschapsplan dat opgesteld is voorafgaand aan de aanleg van de Amertak. De dijken zijn deels toegankelijk en worden gebruikt als uitloopgebied. Goed begaanbare paden ontbreken echter. Aan de westzijde is een fietspad aanwezig. De potenties als fietsroute komen echter maar beperkt uit de verf, omdat het fietspad niet goed aansluit op overige wegen en paden in de omgeving. De Amertak is vanuit Geertruidenberg zeer beperkt oversteekbaar (alleen bij de provinciale weg N623) en vormt daarmee een grote barrière tussen Geertruidenberg en het landelijk gebied aan de westzijde. Vooral als het gaat om wandel- en fietsverkeer. Donge De Donge kenmerkt zicht door het natuurlijke, bochtige verloop. De dijken rond de kop van de Donge en de Slikpolder zijn formeel niet toegankelijk. De oever van de Bergsche Maas is daardoor niet bereikbaar. Op de kruin van de hoge dijk langs de haven van de Amercentrale staat bovendien een hoge afrastering met een onvriendelijke uitstraling. De Slikpolder is het laatste stuk natuurlijk gebied aan de noordzijde van Geertruidenberg. Er ligt een ijsbaan en het wordt door de bewoners als uitloopgebied gebruikt. De woonwijken aan de rand van Geertruidenberg staan met hun achterzijde (tuinen) naar de Slikpolder gesitueerd. De te verbeteren dijk aan de oostzijde van de Donge grenst binnendijks direct aan de bedrijfskavels van industrieterrein Dombosch. Op structuurniveau ligt Geertruidenberg met de rug naar de Bergsche Maas. Met de recente stedelijke herstructurering van het centrum en de aanpak van de Donge oevers wordt het contact met de Donge weer opgezocht. In het structuurplan van de gemeente wordt de potentie van de Donge als recreatieve verbinding en ecologische structuur richting de Bergsche Maas wel onderkend. Met de aanstaande dijkverbetering kan hierop gereageerd worden. Autonome ontwikkelingen De enige autonome ontwikkeling die in het plangebied voorzien wordt is de uitbreiding van het bedrijfsterrein van Sibelco en Ramefa ten zuiden van de Heulweg in Geertruidenberg; dit ligt deels binnen dijktraject Amertak Oost-Zuid (zie figuur 10.X). Deze ontwikkeling is gepland in de historische polder de Brand (zie verder ). Geertruidenberg en Amertak 173\310

176 Figuur 10.x Verbeelding bestemmingsplan gedeeltelijke reparatie bestemmingsplan Gasthuiswaard (bron: Gemeente Geertruidenberg/Rho, 2016) Cultuurhistorie 10 Geertruidenberg en omgeving liggen op de overgang van verschillende landschapstypen: ten westen en ten oosten van de stad en gedeeltelijk ook aan de zuidkant liggen recente zeekleipolders met een relatief grootschalige verkaveling. Naar het oosten gaat dit landschap over in dat van de veenontginningen. Ook ten zuiden van Geertruidenberg ligt nog een hiertoe behorend gebied, De Brand, met een kenmerkende smalle strokenverkaveling. De stad zelf ligt op een uitloper van het Brabantse zandgebied, op de punt van een wat hoger gelegen zandrug, die vanaf Wagenberg over Helkant, Stuivezand en Made in noordoostelijke richting loopt. De permanente bewoning en het agrarisch gebruik van het zandgebied is rond het jaar 1000 op gang gekomen. 11 Vanaf het jaar 1000 werd het veengebied ten zuiden van de Maas ontgonnen door boeren. Door de ontwatering klonk het veen in en waren dijken nodig om te beschermen tegen overstromingen. 10 Deze beschrijving is gebaseerd op het bureauonderzoek van RAAP (2015), de Canon van Geertuidenberg ( en het Onderzoek cultuurhistorische en landschappelijke waarden Geertruidenberg en Amertak van H+N+S (2016). 11 H+N+S, 2016 a. 174\310 Geertruidenberg en Amertak

177 Graaf Willem I van Holland kwam met het plan om het gebied tussen de Maas en Merwede in te polderen: de Grote Waard. Om zijn aanspraak op het gebied te vergroten verleende hij stadsrechten aan verschillende nederzettingen, waaronder Geertruidenberg in De ringdijk om de polder kwam gereed in Bij de St. Elizabethsvloed in 1421 ging de Grote Waard, na al een aantal keren door stormvloeden en overstromingen zwaar te zijn beschadigd, definitief verloren. Bij deze vloed kwam een enorm veen- en klei-op-veengebied onder water te staan en werden het Hollands Diep, de Biesbosch en de Amer gevormd. Na de vloed werden delen van de Grote Waard opnieuw ingepolderd, waaronder de polders Brand en Lage Made ten westen van Geertruidenberg. Na een stormvloed in 1640 overstroomden alle polders. Vijf jaar later werd een grote ringdijk aangelegd en ontstond er een grote polder: de Amaliapolder, tegenwoordig bekend als de Emiliapolder. Op de kaart van Jacob van Deventer uit het laatste deel van de 16 e eeuw zijn de polders te zien (zie figuur 8.X). Ter plaatse van het noordoostelijk deel van het deeltraject Amertak lagen die polders. Het zuidoostelijke stuk lag in de uiterwaarden van de Donge. De gronden daar tussen waren in gebruik als akkerland en weiland. Op de plek van het huidige deeltraject Donge lag in de 16 e eeuw grotendeels water en een deel buitendijkse gronden. Geertruidenberg en Amertak 175\310

178 Figuur 10.X Geertuidenberg in het derde kwart van de 16 e eeuw op de kaart van Jacob van Deventer (bron: RAAP, 2015) Het studiegebied werd doorsneden door een oost-west georiënteerde weg (ter hoogte van de Peuzelaar) waarlangs ten oosten van, en mogelijk ook binnen, het plangebied in de Late Middeleeuwen een kleine agglomeratie van gebouwen was gevestigd. Het gaat mogelijk om een omgracht gebouw uit de 13 e of 14 eeuw, de Sint-Joostkapel en het klooster van de Vrouwenbroeders van Caritaten. Deze groep gebouwen lag rondom de kruising van twee middeleeuwse landwegen: de Sint-Joostweg (noord-zuid) en de (oude) Stadsweg (oost-west). In het zuidelijke deel van het deeltraject Amertak is een zone waar begin 14e eeuw verschillende turfconcessies zijn uitgegeven. Na de verovering van Geertruidenberg in 1573 begon Willem van Oranje met het aanleggen van een verdedigingsgordel van wallen, grachten, schansen rond de stad en een fort bij Steelhoven. Dit werk werd voortgezet in de eeuwen die daarop volgden. In het begin van de 18 e eeuw waren de vestingwerken gereed. Na de vorming van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden ( ) werd de vesting ontmanteld. Na de onafhankelijkheid van België werden de vestingwerken weer hersteld ( ). Het fort Lunet werd gebouwd als onderdeel van de Nieuwe Waterlinie. In 1913 werd de vesting alsnog opgeheven. Aan de zuid- en oostkant werden de wallen geslecht. Aan de zuidkant kwam een weg- en spoorwegemplacement en bedrijven, waaronder de Dongecentrale (complex gebouwd tussen 1916 en 1939). De vestingwerken en het fort Lunet liggen buiten het plangebied Geertruidenberg-Amertak. 176\310 Geertruidenberg en Amertak

179 Figuur 10.X Projectie van de deelgebieden (rood omlijnd) op een historische kaart uit de periode (bron: RAAP, 2015) Op kaarten uit de 19 e eeuw is te zien dat ter hoogte van het deeltraject Donge het gebied is ingepolderd (zie figuur 8.X). Ten westen van de Donge is dat de Slikpolder en ten oosten zijn het de polders Nieuwe en Oude Dombosch. De dijken die op de kaarten van de 19 e eeuw zijn aangegeven liggen op dezelfde locaties als de huidige polderdijken. De polders zijn in gebruik geweest als grasland. Langs de Donge zijn vanaf begin 1900 scheepswerven gebouwd. Een daarvan is de Scheepswerf Tak die zich in 1907 vestigde aan de linkeroever van de Donge. Deze werf ligt buiten het plangebied (ten zuiden aan het dijktraject Slikpolder Donge West). Eind 19 e eeuw werd door de Langstraatspoorlijn aangelegd van Lage Zwaluwe naar s- Hertogenbosch. Omdat over deze lijn vooral leer voor de schoenenindustrie in Langstraat werd Geertruidenberg en Amertak 177\310

180 aangevoerd, werd deze in de volksmond ook wel Halve Zolenlijn genoemd. Tot in 1974 werd de spoorlijn gebruikt. Een deel van de spoorlijn ten westen van de Amertak wordt nu gebruikt als goederenspoorlijn en is een stuk voor de Amertak naar het zuiden afgebogen naar het bedrijventerrein. Vanaf dat punt en ten oosten van de Amertak tot aan Geertruidenberg zijn de sporen verwijderd. De spoorlijn liep in west-oostelijke richting ongeveer ter hoogte van de huidige N623 door het plangebied Geertruidenberg-Amertak. Rond 1900 zijn er twee andere ingrepen die de ruimtelijke situatie van het studiegebied verandert; de aanleg van de Bergsche Maas die in 1904 was voltooid. Om de problematische afvoer van de Maas te verbeteren werd een nieuwe waterweg gegraven vanaf Well (25 km ten oosten van Geertruidenberg) die bij Geertruidenberg uitkomt in de Amer. Van 1910 tot 1923 wordt vervolgens het Wilhelminakanaal aangelegd als verbinding tussen de Amer en de Zuid- Willemsvaart. Het eerste deel wordt gevormd door de Donge en ten zuiden van Geertruidenberg begint het eigenlijke kanaal. 12 Na de watersnoodramp van 1953 werd een nieuwe zeedijk aangelegd ten noorden van de Standhazensedijk. Deze oude zeedijk werd een slaperdijk. De nieuwe dijk werd zodanig getraceerd dat een haven ontstond waarnaast een terrein werd opgespoten voor de Amercentrale, die in 1952 in gebruik kwam. In 1992 is de Amertak gegraven om het Wilhelminakanaal met de Amer te verbinden. In het deeltraject Amertak is een groot deel van de oude Emiliapolder inmiddels in gebruik als kassencomplex (ten westen van de Amertak). Aan de oostkant van de Amertak, in het zuidelijke deel, is nog een historische verkavelingsstructuur van polder Brand terug te zien; ten oosten van de Brandweg en de Heulweg. In het studiegebied is een dergelijke verkaveling verder niet meer terug te vinden, door grootschalige ingrepen zoals ruilverkaveling en bebouwing. Ten zuiden van de Heulweg kan deze verkaveling ook verdwijnen door de geplande uitbreiding van het bedrijfsterrein van Sibelco. In het bestemmingsplan hebben enkele gronden van de historische polder Brand een bestemming als bedrijventerrein (zie figuur 10.x). Het landschap rond Geertruidenberg is in de 20 e en 21 e eeuw aangrijpend veranderd. Door het overschrijven van vlakken, lijnen en punten van het eerdere landschap zijn er in de huidige situatie van het studiegebied buiten het beschermd stadsgezicht een gering aantal elementen van cultuurhistorische waarde aanwezig. De belangrijkste waarden in het studiegebied (zie figuur 8.X) zijn het Fort Lunet, het spoortracé van het halvezolenlijntje, de open polders en restanten van polderdijken en vroegere rivierdijken. Bij deze dijken zijn met name de tracés van belang en in mindere mate de fysieke kwaliteit. De dijklichamen zelf zullen namelijk in de loop der tijd verschillende malen verstevigd zijn. In de buurt van de primaire kering zijn enkele (rijks) 12 H+N+S, 2016 a. 178\310 Geertruidenberg en Amertak

181 monumenten aanwezig, waaronder de Dongecentrale, de spoorbrug over de Donge en Fort Lunet. Deze bevinden buiten de directe invloedsfeer van de aanstaande dijkverbeteringen. 13 Figuur 10.2 Belangrijkste cultuurhistorische waarden (bron: H+N+S, 2016 b) 13 H+N+S, 2016 b, p.13. Geertruidenberg en Amertak 179\310

182 Archeologie 14 Hieronder wordt per deeltraject beschreven wat de huidige situatie is. Voor het milieuthema archeologie is er geen sprake van autonome ontwikkelingen. De huidige situatie van archeologie wordt bepaald door de archeologische waarden en verwachtingen. In het plangebied liggen geen archeologische rijksmonumenten en AMK-terreinen. De archeologische verwachtingen in het gebied zijn hieronder per deeltraject beschreven en weergegeven op figuur 8.3. Deeltraject Amertak Dit deeltraject ligt in een dekzandgebied. Voor de noordelijke helft van het deeltraject Amertak van geldt een hoge verwachting op de aanwezigheid van archeologische resten uit het Neolithicum t/m de Middeleeuwen. Het kan gaan om (resten van) nederzettingsterreinen, grafvelden, akkerlagen en/of gebruiksvoorwerpen. Dergelijke archeologische resten worden verwacht in onverstoorde top van het dekzand naar verwachting op een diepte van circa 0,3 tot 1 m -mv. Ter hoogte van de Steelhovensedijk kunnen overblijfselen van de verdedigingswerken van Geertruidenberg uit de vroege Nieuwe tijd (periode 16e-18e eeuw) aanwezig zijn. Voor de delen ten noorden van de Standhazensedijk en ten zuiden van de Steelhovensedkijk is, gezien hun buitendijkse ligging op historische kaarten, de kans op het aantreffen van nederzettingsresten uit de periode Late Middeleeuwen-Nieuwe tijd te verwaarlozen. in deze landschappelijke zones een dekzandreliëf verscholen liggen dat bedekt is met veen en klei. In het zuidoostelijke deel van deeltraject Amertak geldt een middelhoge verwachting op resten uit de Steentijd. Het kan gaan om (resten van) jachtkampementen en/of gebruiksvoorwerpen. Dergelijke resten worden op grote diepte (3-3,5 m -mv) verwacht. Ter plaatse van de Amertak zullen alle archeologische resten vernietigd zijn door de aanleg van de Amertak in Deeltraject Donge Dit deeltraject maakt deel uit van een jonge aanwasvlakte. Het gaat om een gebied waar sprake is van een dik pakket kleidekken van rivier- en getijdenafzettingen. Hier geldt een lage verwachting voor vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen en de Vroege Nieuwe tijd. Sporen van bewoning uit de Late Nieuwe tijd worden evenmin verwacht. Voor de top van het onderliggende veen (2-3 m -mv) geldt gezien de nabijheid van Geertruidenberg in principe een middelhoge verwachting voor sporen uit Middeleeuwen. Op grond van een booronderzoek ten oosten van het plangebied mag echter worden aangenomen dat de top van het veen is geërodeerd. Voor de top van het dekzand geldt zo dicht bij de Donge een middelhoge verwachting op resten uit de Steentijd. Het kan gaan om (resten van) jachtkampementen en/of gebruiksvoorwerpen. Dergelijke resten worden op grote diepte (3-3,5 m -mv) verwacht. 14 Voor het beschrijven van de archeologische verwachting van het plangebied is gebruik gemaakt van het archeologisch bureauonderzoek van RAAP. ( RAAP, 2015, Plangebied Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak. Gemeenten Geertruidenberg, Drimmelen en Oosterhout. Archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek. RAAP-notitie 5167). Voor een uitgebreide beschrijving en onderbouwing van het archeologisch verwachtingsmodel wordt verwezen naar dat bureauonderzoek. 180\310 Geertruidenberg en Amertak

183 Figuur 10.3 Archeologische verwachtingszones in het plangebied (gebaseerd op: RAAP, 2015). Geertruidenberg en Amertak 181\310

184 10.4 Effectbeoordeling Amertak West en Oost Criterium gebiedskarakteristiek Tabel 10.6 Beoordeling criterium gebiedskarakteristiek Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Beoordeling Amertak West Noord Grondoplossing pipingberm Het ruimtebeslag van een pipingberm is fors. De open karakteristiek van de weide/akkerlanden wordt aangetast. De voor dit landschap beeldbeeldbepalende dubbele bomenrij op de huidige berm moet in z n geheel wijken. Door vernieuwing van de bestorting zal de oevervegetatie verdwijnen. Dit alternatief heeft een negatief effect op de gebiedskarakteristiek. Constructie pipingscherm en innovatief geotextiel Bij toepassing van verticale constructies zal eveneens de dubbele bomenrij moeten wijken. Door vernieuwing van de bestorting zal ook hier de oevervegetatie verdwijnen. Door deze ingrepen scoort dit alternatief negatief op de gebiedskarakteristiek. Ondoorlatende laag Bij het alternatief ondoorlatende laag verdwijnt de huidige oevervegetatie door toepassing van nieuwe bestorting. Verder is er geen ruimtelijk effect op de huidige kwaliteiten. Dit alternatief heeft een neutraal effect op de gebiedskarakteristiek. Amertak West Zuid Constructie pipingscherm en innovatief geotextiel Bij toepassing van verticale constructies is er geen ruimtelijke invloed op de bestaande kwaliteiten. De huidige begroeiing blijft behouden. Door vernieuwing van de bestorting zal de 182\310 Geertruidenberg en Amertak

185 oevervegetatie wel verdwijnen. Deze alternatieven hebben een neutraal effect op de gebiedskarakteristiek. Ondoorlatende laag Bij het alternatief ondoorlatende laag verdwijnt de huidige oevervegetatie door toepassing van nieuwe bestorting. Verder is er geen ruimtelijk effect op de huidige kwaliteiten. De huidige begroeiing blijft behouden. Dit alternatief heeft een neutraal effect op de gebiedskarakteristiek. Amertak Oost Noord Grondoplossing pipingberm Het ruimtebeslag van een pipingberm is fors. Een deel van het open karakteristiek van de weide/akkerlanden wordt hiermee aangetast. De voor dit landschap beeldbepalende dubbele bomenrij zal in dit alternatief moeten wijken. Tot slot zijn de Standhazensedijk, de Brandweg en de Peuzelaar een maatwerklocatie die landschappelijk opnieuw ingepast dienen te worden. Dit alternatief heeft een negatief effect op de gebiedskarakteristiek. Constructie pipingscherm en innovatief geotextiel Bij toepassing van verticale constructies zal eveneens de beeldbepalende bomenrij moeten wijken. Door vernieuwing van de bestorting zal de oevervegetatie eveneens verdwijnen. Deze alternatieven hebben een negatief effect op de gebiedskarakteristiek. Ondoorlatende laag Bij het alternatief onderdoorlatende laag verdwijnt de huidige oevervegetatie door toepassing van nieuwe bestorting. Verder is er geen ruimtelijk effect op de huidige kwaliteiten. Dit alternatief heeft een neutraal effect op de gebiedskarakteristiek. Amertak Oost Midden Grondoplossing pipingberm Het ruimtebeslag van een pipingberm is fors. De (open) karakteristiek van de cultuurhistorisch waardevolle polder de brand wordt aangetast. De Brandweg, Heulweg en het bestaande industriepand aan de dijk zijn maatwerklocaties en dienen landschappelijk ingepast te worden. Daarnaast moet een deel van de bomen inclusief oeverbegroeiing wijken. Dit zal echter maar beperkt van invloed zijn aangezien in de huidige al geen sprake is van een doorlopende groenstructuur op de dijk. Dit alternatief heeft een negatief effect op de gebiedskarakteristiek. Geertruidenberg en Amertak 183\310

186 Constructie pipingscherm en innovatief geotextiel Bij toepassing van verticale constructies is er geen ruimtelijke invloed op de bestaande kwaliteiten. Door vernieuwing van de bestorting zal de oevervegetatie wel verdwijnen. Deze alternatieven hebben een neutraal effect op de gebiedskarakteristiek. Ondoorlatende laag Bij het alternatief onderdoorlatende laag verdwijnt de huidige oevervegetatie door toepassing van nieuwe bestorting. Verder is er geen ruimtelijk effect op de huidige kwaliteiten. Dit alternatief heeft een neutraal effect op de gebiedskarakteristiek. Amertak Oost Zuid Grondoplossing pipingberm In de referentiesituatie is in dit dijktraject de(open) karakteristiek van de cultuurhistorisch waardevolle polder de Brand al verdwenen, door de uitbreiding van het bedrijfsterrein van Sibelco. Het ruimtebeslag van een pipingberm is fors. De Brandweg, Heulweg en het bestaande industriepand aan de dijk zijn maatwerklocaties en dienen landschappelijk ingepast te worden. Een deel van de begroeiing op de dijk zal moeten wijken. In de huidige situatie is echter al geen sprake van een doorlopende groenstructuur. Het effect hiervan is daarom beperkt. Dit alternatief heeft een licht negatief effect op de gebiedskarakteristiek. Constructie pipingscherm en innovatief geotextiel Bij toepassing van verticale constructies is er geen ruimtelijke invloed op de bestaande kwaliteiten. Door vernieuwing van de bestorting zal de oevervegetatie wel verdwijnen. Deze alternatieven hebben een neutraal effect op de gebiedskarakteristiek. Ondoorlatende laag Bij het alternatief onderdoorlatende laag verdwijnt de huidige oevervegetatie door toepassing van nieuwe bestorting. Verder is er geen ruimtelijk effect op de huidige kwaliteiten. Dit alternatief heeft een neutraal effect op de gebiedskarakteristiek. 184\310 Geertruidenberg en Amertak

187 Criterium ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) Tabel 10.7 Beoordeling criterium ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Beoordeling Amertak West Noord Grondoplossing pipingberm De leesbaarheid van de dijk als lineair landschappelijk element neemt af bij dit alternatief, doordat het dijk veel breder en de hellingshoek flauwer wordt. Daarnaast zal dubbele bomenrij verdwijnen waardoor de herkenbaar van de dijk als lineair element eveneens minder wordt. Dit heeft een negatieve invloed op de ruimtelijke kwaliteit (belevingswaarde). Dit alternatief heeft een negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Constructie pipingscherm en innovatief geotextiel De huidige ruimtelijke kwaliteiten worden beïnvloed door het verwijderen van de bestaande bomenrij. De continuïteit van de dijk als lineair element wordt daarmee minder. Het profiel van de dijk blijft gelijk. Deze alternatieven hebben een licht negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Ondoorlatende laag De huidige ruimtelijke kwaliteiten blijven intact. De continuïteit van de dijk blijft gelijk aan de bestaande situatie. Dit alternatief heeft een neutraal effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Amertak West Zuid Constructie pipingscherm en innovatief geotextiel Geertruidenberg en Amertak 185\310

188 De huidige ruimtelijke kwaliteiten blijven intact. De continuïteit van de dijk blijft gelijk aan de bestaande situatie. Deze alternatieven hebben een neutraal effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Ondoorlatende laag De huidige ruimtelijke kwaliteiten blijven intact. De continuïteit van de dijk blijft gelijk aan de bestaande situatie. Dit alternatief heeft een neutraal effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Amertak Oost Noord Grondoplossing pipingberm De leesbaarheid van de dijk als lineair landschappelijk element neemt af bij dit alternatief. Dit door het bredere dijkprofiel en het verwijderen van de bestaande dubbele bomenrij. Dit alternatief heeft een negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Constructie pipingscherm en innovatief geotextiel De huidige ruimtelijke kwaliteiten worden beïnvloed door het verwijderen van de bestaande bomenrij. De continuïteit van de dijk als lineair element wordt daarmee minder. Het profiel van de dijk blijft gelijk. Deze alternatieven hebben een licht negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Ondoorlatende laag De huidige ruimtelijke kwaliteiten blijven intact. De continuïteit van de dijk blijft gelijk aan de bestaande situatie. Dit alternatief heeft een neutraal effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Amertak Oost Midden Grondoplossing pipingberm De leesbaarheid van de dijk als lineair landschappelijk element neemt af bij dit alternatief, doordat het dijk veel breder en de hellingshoek flauwer wordt. Het verwijderen van de huidige begroeiing is maar beperkt van invloed. Van een doorgaande groenstructuur is in de huidige situatie al geen sprake. Dit alternatief heeft een licht negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Constructie pipingscherm en innovatief geotextiel De huidige ruimtelijke kwaliteiten blijven intact. De continuïteit van de dijk blijft gelijk aan de bestaande situatie. Deze alternatieven hebben een neutraal effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. 186\310 Geertruidenberg en Amertak

189 Ondoorlatende laag De huidige ruimtelijke kwaliteiten blijven intact. De continuïteit van de dijk blijft gelijk aan de bestaande situatie. Dit alternatief heeft een neutraal effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Amertak Oost Zuid Grondoplossing pipingberm De leesbaarheid van de dijk als lineair landschappelijk element neemt af bij dit alternatief, doordat het dijk veel breder en de hellingshoek flauwer wordt. Doordat in de autonome deze polder wordt bebouwd is dit maar beperkt zichtbaar. Het verwijderen van de huidige begroeiing is eveneens beperkt van invloed. Van een doorgaande groenstructuur is in de huidige situatie al geen sprake. Dit alternatief heeft een licht negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Constructie pipingscherm en innovatief geotextiel De huidige ruimtelijke kwaliteiten blijven intact. De continuïteit van de dijk blijft gelijk aan de bestaande situatie. Deze alternatieven hebben een neutraal effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Ondoorlatende laag De huidige ruimtelijke kwaliteiten blijven intact. De continuïteit van de dijk blijft gelijk aan de bestaande situatie. Dit alternatief heeft een neutraal effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk Criterium cultuurhistorische waarden Tabel 10.8 Beoordeling criterium cultuurhistorische waarden Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Beoordeling Geertruidenberg en Amertak 187\310

190 Amertak West Noord In het noordelijke deel van dit dijktraject loopt de historische Standhazensedijk, die zijn functie als zeedijk verloor. Deze dijk loopt oost-westelijk door de dijktraject heen, onderbroken door de Amertak. In het zuidelijk deel van dit dijktraject loopt het tracé van het Halve zolenlijntje. Dit tracé is dicht bij de Amertak echter niet meer herkenbaar in het landschap. Daarom is geen sprake van aantasting op de cultuurhistorische waarde van het Halve zolenlijntje door geen van de alternatieven. Het alternatief grond piping heeft een licht negatief effect op de cultuurhistorische waarde van de Standhazensedijk, aangezien de zichtbaarheid op dit deel van het historische tracé beperkt wordt aangetast door de grond die wordt aangebracht. Een pipingscherm en innovatief geotextiel hebben een neutraal effect, aangezien de zichtbaarheid van de historische dijk en het dijktracé behouden blijft. Het alternatief ondoorlatende laag heeft een neutraal effect op cultuurhistorie, aangezien ter plaatse van de Amertak geen cultuurhistorische waarden aanwezig zijn. De Standhazensedijk is hier al vergraven door de aanleg van de Amertak in Amertak West Zuid In dit dijktraject zijn geen cultuurhistorische waarden gelegen. Alle alternatieven hebben daarom een neutraal effect op cultuurhistorische waarden. Amertak Oost Noord In het noordelijke deel van dit dijktraject loopt de historische Standhazensedijk, die zijn functie als zeedijk verloor. Deze dijk loopt oost-westelijk door de dijktraject heen, onderbroken door de Amertak. In het zuidelijk deel van dit dijktraject loopt het tracé van het Halve zolenlijntje. Dit tracé is dicht bij de Amertak echter niet meer herkenbaar in het landschap. Daarom is geen sprake van aantasting op de cultuurhistorische waarde van het Halve zolenlijntje door geen van de alternatieven. Het alternatief grond piping heeft een licht negatief effect op de cultuurhistorische waarde van de Standhazensedijk, aangezien de zichtbaarheid op dit deel van het historische tracé beperkt wordt door de grond die wordt aangebracht. Een pipingscherm en innovatief geotextiel hebben een neutraal effect, aangezien de zichtbaarheid van de historische dijk en het dijktracé behouden blijft. Het alternatief ondoorlatende laag heeft een neutraal effect op cultuurhistorie, aangezien ter plaatse van de Amertak geen cultuurhistorische waarden aanwezig zijn. De Standhazensedijk is hier al vergraven door de aanleg van de Amertak in \310 Geertruidenberg en Amertak

191 Amertak Oost Midden In dit dijktraject is het verkavelingspatroon van de historische polder Brand nog zichtbaar. In het studiegebied is een dergelijke verkaveling verder niet meer terug te vinden. Door het aanbrengen van grond bij het alternatief grond piping wordt de historische verkavelingsstructuur aangetast, aangezien een deel van deze structuur namelijk verdwijnt onder de opgebrachte grond. Dit alternatief heeft daarom een negatief effect. Een pipingscherm en innovatief geotextiel hebben een neutraal effect op cultuurhistorische waarden, aangezien deze ten oosten van de historische verkaveling worden ingebracht. Het alternatief ondoorlatende laag heeft een neutraal effect op cultuurhistorie, aangezien ter plaatse van de Amertak geen cultuurhistorische waarden aanwezig zijn. Amertak Oost Zuid In de referentiesituatie is in dit dijktraject de(open) karakteristiek van de cultuurhistorisch waardevolle polder de Brand al verdwenen, door de uitbreiding van het bedrijfsterrein van Sibelco. In de referentiesituatie zijn er dus geen cultuurhistorische waarden aanwezig in dit dijktraject. Alle alternatieven hebben daarom een neutraal effect op cultuurhistorische waarden Criterium archeologie Tabel 10.9 Beoordeling criterium archeologie Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Beoordeling Amertak West Noord Dit dijktraject ligt in een zone met een middelhoge/hoge archeologische verwachting. Aangezien de grondoplossing een kleine ophoging is van een bestaande ophoging heeft het alternatief grond piping een neutraal effect op archeologie. Een pipingscherm en innovatief geotextiel zullen door de archeologische laag heen gaan en eventueel aanwezige archeologische resten schaden. Geertruidenberg en Amertak 189\310

192 Aangezien dit hele dijktraject een middelhoge/hoge archeologische verwachting heeft, hebben deze alternatieven een negatief effect. Het alternatief ondoorlatende laag heeft een neutraal effect op archeologie, aangezien de archeologische resten al vernietigd zullen zijn bij de aanleg van de Amertak in Amertak West Zuid Dit dijktraject ligt in een zone met een lage archeologische verwachting. Derhalve hebben alle alternatieven een neutraal effect op archeologie. Amertak Oost Noord Dit dijktraject ligt in een zone met een middelhoge/hoge archeologische verwachting. Aangezien de grondoplossing een kleine ophoging is van een bestaande ophoging heeft het alternatief grond piping een neutraal effect op archeologie. Een pipingscherm en innovatief geotextiel zullen door de archeologische laag heen gaan en eventueel aanwezige archeologische resten schaden. Aangezien dit hele dijktraject een middelhoge/hoge archeologische verwachting heeft, hebben deze alternatieven een negatief effect. Het alternatief ondoorlatende laag heeft een neutraal effect op archeologie, aangezien de archeologische resten al vernietigd zullen zijn bij de aanleg van de Amertak in Amertak Oost Midden Dit dijktraject ligt in een zone met een lage archeologische verwachting. Derhalve hebben alle alternatieven een neutraal effect op archeologie. Amertak Oost Zuid Dit dijktraject ligt overwegend in een zone met een lage archeologische verwachting, alleen een beperkt oppervlak in het zuidelijke stukje ligt in een zone met een middelhoge/hoge archeologische verwachting. Op die plek worden resten uit de Steentijd verwacht op ongeveer 3,5 m diepte. Aangezien de grondoplossing een kleine ophoging is van een bestaande ophoging heeft het alternatief grond piping een neutraal effect op archeologie. Het pipingscherm en innovatief geotextiel zullen worden ingebracht buiten de zone met een middelhoge/hoge archeologische verwachting. Beide alternatieven hebben daarom een neutraal effect op archeologie. Het alternatief ondoorlatende laag heeft een neutraal effect op archeologie, aangezien de archeologische resten al vernietigd zullen zijn bij de aanleg van de Amertak in \310 Geertruidenberg en Amertak

193 10.5 Effectbeoordeling Slikpolder (Amercentralehaven + Donge West) Criterium gebiedskarakteristiek Tabel Beoordeling criterium gebiedskarakteristiek Amercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Donge West Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Tussenbeoordeling Beoordeling Amercentralehaven Grondoplossing stabiliteits/pipingberm Het aanleggen van een grondberm is een forse ingreep. Het is een aantasting van de polder op zich en ook een aantasting van het waardevolle met populieren beplante wandellaantje langs de dijk. Daarnaast moet een deel van de doorgaande groenstructuur op de bestaande dijk wijken. Verder zou een berm dicht op de woonwijk komen en is de bestaande groene ruimtelijke eenheid tussen de dijk en de wijk verloren. Dit alternatief heeft een zeer negatief effect op de gebiedskarakteristiek. Combinatie stabiliteitsberm met pipingscherm of innovatief geotextiel Bij toepassing van verticale constructies is er geen ruimtelijke invloed op de bestaande kwaliteiten. De toepassing van een stabiliteitsberm legt wel een ruimtelijk beslag op de bestaande situatie. Maar deze is aanzienlijk compacter dan de grondberm voor piping en heeft in mindere mate invloed op de polderstructuur. Wel moet een deel van de groenstructuur op de bestaande dijk wijken inclusief het met populieren beplantte wandellaantje. Dit heeft een negatieve invloed op de gebiedskarakteristiek. Beide alternatieven hebben een negatief effect op de gebiedskarakteristiek. Geertruidenberg en Amertak 191\310

194 Damwand in de teen De invloed bij het toepassen van een damwand is nihil. De gebiedskarakteristiek blijft overeind. Dit alternatief heeft daarom een neutraal effect op de gebiedskarakteristiek. Donge West Grondoplossing stabiliteits/pipingberm Het aanleggen van een grondberm is een zeer forse ingreep. Het is een aantasting van de polder op zich en ook een aantasting van het waardevolle met populieren beplante wandellaantje langs de dijk. Daarnaast zal de bestaande ijsbaan hiervoor moeten wijken/verplaatsen. Dit alternatief heeft een negatief effect op de gebiedskarakteristiek. Combinatie stabiliteitsberm met pipingscherm of innovatief geotextiel Bij toepassing van verticale constructies is er geen ruimtelijke invloed op de bestaande kwaliteiten. De toepassing van een stabiliteitsberm legt wel een ruimtelijk beslag op de bestaande situatie. Maar deze is aanzienlijk compacter dan de grondberm voor piping. Ook in deze alternatieven geldt echter dat het met populieren beplante wandellaantje verdwijnt. Beide alternatieven hebben een negatief effect op de gebiedskarakteristiek. Damwand in de teen De invloed bij het toepassen van een damwand is nihil. De gebiedskarakteristiek blijft overeind. Dit alternatief heeft daarom een neutraal effect op de gebiedskarakteristiek. Amercentralehaven + Donge West (inclusief alternatief dijkverlegging) De polder als ruimtelijke eenheid is de belangrijkste karakteristiek samen met de huidige beplantingsstructuren zoals het populierenlaantje en de groensingel langs de oostelijk zijde van de polder. Alternatief dijkverlegging, + grondoplossing stabiliteitsberm in combinatie met scherm, variant 1 Met een dijkverlegging wordt de Slikpolder als het ware afgesloten van Geertruidenberg. De open zichtrelatie met de Slikpolder zal verdwijnen en de dijk komt relatief dicht op de bestaande woonwijk. Het aanleggen van een grondberm is een forse ingreep. Het is een aantasting van de polder op zich en ook een aantasting van het waardevolle met populieren beplante wandellaantje langs de dijk. Daarnaast zou een berm dicht op de woonwijk komen en is de bestaande groene ruimtelijke eenheid tussen de dijk en de wijk verloren. Het alternatief dijkverlegging inclusief grondoplossing stabiliteitsberm heeft op gebiedskarakteristiek een zeer negatief effect. Alternatief dijkverlegging, inclusief grondoplossing stabiliteitsberm in combinatie met damwand, variant 2 192\310 Geertruidenberg en Amertak

195 Deze variant kent een vergelijkbaar effect als variant 1 voor wat betreft het deel dijkverlegging. In tegenstelling tot variant 1 wordt in de bestaande dijk geen stabiliteitsberm aangelegd maar wordt alleen een damwand geplaatst. Hierdoor blijft het waardevolle met populieren beplante wandellaantje langs de dijk behouden. En blijft de bestaande groene ruimtelijke eenheid tussen de dijk en de wijk behouden. Dit alternatief heeft op de gebiedskarakteristiek een negatief effect. Als de alternatieven in de dijktrajecten Amercentralehaven en Donge West worden vergeleken met het alternatief dijkverlegging, dan wordt duidelijk dat het alternatief damwand de gebiedskarakteristiek het minst aantast; deze heeft namelijk een neutraal effect in deze dijktrajecten. De combinaties van stabiliteitsberm met pipingscherm of innovatief geotextiel hebben een negatief effect. Het alternatief dijkverlegging en de grondoplossing stabiliteitsberm leveren de grootste aantasting van de gebiedskarakteristiek op; beide hebben namelijk grotendeels een zeer negatief effect Criterium ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) Tabel Beoordeling criterium ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) Amercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Donge West Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Tussenbeoordeling Beoordeling Amercentralehaven Grondoplossing stabiliteits/pipingberm Bij komst van een berm komt de gebruikswaarde in het gebied tussen de woonwijk en de bestaande dijk in het geding, doordat het ruimtebeslag van de berm fors is en het bomenlaantje verdwijnt. Dit is ook van invloed op de belevingswaarde in het gebied. De afschermende werking van de bomenrij richting de Amercentrale verdwijnt hiermee. Dit alternatief heeft een negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Geertruidenberg en Amertak 193\310

196 Combinatie stabiliteitsberm met pipingscherm of innovatief geotextiel De gebruikswaarde wordt aangetast ter hoogte van het met populieren beplante wandellaantje. Deze zal namelijk moeten wijken. Dit is ook van invloed op de belevingswaarde in het gebied. De afschermende werking van de bomenrij richting de Amercentrale verdwijnt hiermee. Deze alternatieven hebben een licht negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Damwand Zowel de ruimtelijke kwaliteit als de continuïteit van de dijk blijft intact. Daarom heeft dit alternatief een neutraal effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Donge West Grondoplossing stabiliteits/pipingberm Indien een stabiliteits/pipingberm wordt aangelegd, komt de ruimtelijke kwaliteit van de polderstructuur en de aanwezigheid van de ijsbaan in het geding. De continuïteit van de dijk blijft, maar het maakt de leesbaarheid van het dijklichaam als dijk een stuk minder. Dit alternatief heeft een negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Combinatie stabiliteitsberm met pipingscherm of innovatief geotextiel De stabiliteitsberm neemt ruimte in beslag, maar heeft geen invloed op de polderstructuur en de recreatieve functies in de Slikpolder. Voor de continuïteit van de dijk blijft er een inpassingsopgave liggen bij de overgang van het niet afgekeurde traject aan de zuidzijde naar het aan te passen traject. Deze alternatieven hebben een licht negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Damwand Zowel de ruimtelijke kwaliteit als de continuïteit van de dijk blijft intact. Daarom heeft dit alternatief een neutraal effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Amercentralehaven + Donge West (inclusief alternatief dijkverlegging) Alternatief dijkverlegging, inclusief grondoplossing stabiliteitsberm in combinatie met scherm, variant 1 De continuïteit van de dijk wordt in dit alternatief geborgd door het als een eenheid vorm te geven met de dijk in het verlengde van de Amercentralehaven. De gebruikswaarde wordt wel aangetast ter hoogte van het met populieren beplante wandellaantje. Deze zal namelijk moeten wijken. Dit is eveneens van invloed op de belevingswaarde. De Amercentrale zal hierdoor vanaf de woonbebouwing beter zichtbaar zijn. Daarnaast wordt de toegankelijkheid van het gebied als uitloopgebied beperkt door de nieuwe dijk, evenals het zicht op dit uitloopgebied. Daarom heeft 194\310 Geertruidenberg en Amertak

197 het alternatief dijkverlegging inclusief de grondoplossing stabiliteitsberm een negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit. Alternatief dijkverlegging, inclusief grondoplossing stabiliteitsberm in combinatie met damwand, variant 2 Variant 2 kent voor wat betreft het deel dijkverlegging een vergelijkbaar effect met variant 1. In tegenstelling tot variant 1 wordt in de bestaande dijk geen stabiliteitsberm aangelegd maar wordt alleen een damwand geplaatst. Hierdoor blijft het waardevolle met populieren beplante wandellaantje langs de dijk behouden. Het effect is licht negatief. Als de alternatieven in de dijktrajecten Amercentralehaven en Donge West worden vergeleken met het alternatief dijkverlegging, dan wordt duidelijk dat het alternatief damwand de ruimtelijke kwaliteit het minst aantast; de damwand heeft namelijk een neutraal effect in deze dijktrajecten. Het alternatief grondoplossing stabiliteitsberm in de dijktrajecten Amercentralehaven en Donge West samen leveren de meeste aantasting op. Deze hebben een negatief effect Criterium cultuurhistorische waarden Tabel Beoordeling criterium cultuurhistorische waarden Amercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Donge West Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Tussenbeoordeling Beoordeling Amercentralehaven In dit dijktraject zijn geen cultuurhistorische waarden gelegen. Alle alternatieven hebben daarom een neutraal effect op cultuurhistorische waarden. Geertruidenberg en Amertak 195\310

198 Donge West In dit dijktraject ligt een historische dijktracé. Een stabiliteits/pipingberm tast de cultuurhistorische waarden van het dijktracé niet aan. De dijk wordt enkel vergroot en er is geen verandering van het dijktracé of de richting. Een pipingscherm, innovatief geotextiel en damwand tasten de cultuurhistorische waarde van de historische dijk niet aan, aangezien de zichtbaarheid van de historische dijk en het dijktracé behouden blijft. Daarom hebben alle alternatieven in dit dijktraject een neutraal effect op cultuurhistorische waarden. Amercentralehaven + Donge West (inclusief alternatief dijkverlegging) Beide alternatieven dijkverlegging tasten geen cultuurhistorische waarden aan en hebben dus een neutraal effect. Alle alternatieven in de dijktrajecten Amercentralehaven en Donge West hebben een neutraal effect Criterium archeologie Tabel Beoordeling criterium archeologie Amercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Donge West Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Tussenbeoordeling Beoordeling Amercentralehaven Dit dijktraject ligt in een zone met een middelhoge/hoge archeologische verwachting. Aangezien de grondoplossing met een stabiliteits/pipingberm een kleine ophoging is van een bestaande ophoging heeft dit alternatief een neutraal effect op archeologie. Aangezien voor de overige alternatieven in dit dijktraject allemaal gegraven zal worden en een constructie wordt ingebracht die door de archeologische laag heen zal gaan en eventueel aanwezige archeologische resten zal schaden in het hele dijktraject, hebben de overige alternatieven een negatief effect. 196\310 Geertruidenberg en Amertak

199 Donge West Dit dijktraject ligt in een zone met een middelhoge/hoge archeologische verwachting. Aangezien de grondoplossing met een stabiliteitsberm een kleine ophoging is van een bestaande ophoging heeft dit alternatief een neutraal effect op archeologie. Aangezien voor de overige alternatieven in dit dijktraject allemaal gegraven zal worden en een constructie wordt ingebracht die door de archeologische laag heen zal gaan en eventueel aanwezige archeologische resten zal schaden in het hele dijktraject, hebben de overige alternatieven een negatief effect. Amercentralehaven + Donge West (inclusief alternatief dijkverlegging) Dit dijktraject ligt in een zone met een middelhoge/hoge archeologische verwachting. Beide varianten van het alternatief dijkverlegging kunnen eventueel aanwezige archeologische resten aantasten door de zetting die optreedt doordat een nieuwe dijk wordt aangelegd en doordat een pipingscherm, dan wel een damwand in de grond wordt gebracht. Beide hebben een negatief effect op archeologie. Het alternatief grondoplossing met een stabiliteitsberm heeft in zowel Amercentralehaven als Donge West een neutraal effect. De alternatieven waar een grondoplossing met een stabiliteitsscherm wordt gecombineerd met een pipingscherm of geotextiel en het alternatief damwand hebben allen een negatief effect op archeologie Effectbeoordeling Donge Oost Criterium gebiedskarakteristiek Tabel Beoordeling criterium gebiedskarakteristiek Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Beoordeling Geertruidenberg en Amertak 197\310

200 Combinatie stabiliteitsberm met pipingscherm of innovatief geotextiel Bij toepassing van verticale constructies is er geen aantasting op de bestaande gebiedskarakteristiek. Deze alternatieven hebben dus een neutraal effect. De toepassing van een stabiliteitsberm legt wel een ruimtelijk beslag op de bestaande situatie, maar deze is vrij compact. Damwand De invloed bij het toepassen van een damwand is nihil. De gebiedskarakteristiek blijft overeind. Dit alternatief heeft daarom een neutraal effect op de gebiedskarakteristiek Criterium ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) Tabel Beoordeling criterium ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Beoordeling Combinatie stabiliteitsberm met pipingscherm of innovatief geotextiel De ruimtelijke kwaliteit wordt minimaal aangetast, maar heeft vrijwel geen invloed op de ruimtelijke structuur. Voor de continuïteit van de dijk blijft er een inpassingsopgave liggen bij de overgang van het niet afgekeurde traject aan de zuidzijde én noordzijde naar het aan te passen traject. Deze alternatieven hebben een licht negatief effect op de ruimtelijke kwaliteit en continuïteit van de dijk. Damwand Zowel de ruimtelijke kwaliteit als de continuïteit van de dijk blijft intact. Dit alternatief heeft daarom een neutraal effect. 198\310 Geertruidenberg en Amertak

201 Criterium cultuurhistorische waarden Tabel Beoordeling criterium cultuurhistorische waarden Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Beoordeling In dit dijktraject ligt een historische dijk. Een stabiliteitsberm tegen de historische dijk tast de cultuurhistorische waarden (belevingswaarde) van de dijk niet aan. De dijk wordt enkel vergroot en er is geen verandering van het dijktracé of de richting. Een pipingscherm, innovatief geotextiel en damwand tasten de cultuurhistorische waarde van de historische dijk niet aan, aangezien de zichtbaarheid van de historische dijk en het dijktracé behouden blijft. Daarom hebben alle alternatieven in dit dijktraject een neutraal effect op cultuurhistorische waarden Criterium archeologie Tabel Beoordeling criterium archeologie Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Beoordeling Dit dijktraject ligt in een zone met een lage archeologische verwachting. Derhalve hebben alle alternatieven een neutraal effect op archeologie. Geertruidenberg en Amertak 199\310

202 10.7 Conclusie en mitigerende maatregelen Tabel Samenvattende tabel effectbeoordeling landschap, cultuurhistorie en archeologie Amertak West en Oost Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Criterium gebiedskarakteristiek Criterium ruimtelijke kwaliteit Criterium cultuurhistorie Criterium archeologie In de verschillende dijktrajecten hebben de alternatieven onderdoorlatende laag een neutraal effect op alle criteria van landschap, cultuurhistorie en archeologie. De constructieve oplossingen hebben in de meeste dijktrajecten een neutraal effect op alle criteria. Alleen in de dijktrajecten Amertak West Noord en Amertak Oost Noord hebben de constructieve oplossingen een negatief effect op archeologie. 200\310 Geertruidenberg en Amertak

203 Tabel Samenvattende tabel effectbeoordeling landschap, cultuurhistorie en archeologie Slikpolder Amercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Donge West Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Criterium gebiedskarakteristiek Criterium ruimtelijke kwaliteit Criterium cultuurhistorie Criterium archeologie De alternatieven constructie damwand zijn overwegend het minst schadelijk op de milieuthema s landschap, cultuurhistorie en archeologie. Op de criteria gebiedskarakteristiek, ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) en cultuurhistorie hebben deze namelijk een neutraal effect, daarentegen hebben deze alternatieven wel een negatief effect op archeologie. Hetzelfde geldt als de dijktrajecten Amercentralehaven en Donge West samen worden beschouwd. In de vergelijking tussen het alternatief dijkverlegging (inclusief grondoplossing stabiliteitsberm+pipingscherm) en de alternatieven in de dijktrajecten Amercentralehaven en Donge West zorgt de dijkverlegging voor de meeste aantasting op landschap, cultuurhistorie en archeologie: op de criteria gebiedskarakteristiek en archeologie een negatief effect en op ruimtelijke kwaliteit (incl. continuïteit van de dijk) een licht negatief effect. Geertruidenberg en Amertak 201\310

204 Tabel Samenvattende tabel effectbeoordeling landschap, cultuurhistorie en archeologie Donge Oost Donge Oost Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Criterium gebiedskarakteristiek Criterium ruimtelijke kwaliteit Criterium cultuurhistorie Criterium archeologie In Donge Oost heeft het alternatief damwand op alle criteria van landschap, cultuurhistorie en archeologie een neutraal effect. Beide andere alternatieven hebben weliswaar een neutraal effect op archeologie, maar hebben een licht negatief effect op zowel gebiedskarakteristiek als ruimtelijke kwaliteit en de continuïteit van de dijk. Mitigerende maatregelen Voor cultuurhistorie en archeologie zijn eventuele effecten niet te mitigeren. Voor landschap is dat wel mogelijk. Dit gaat vooral om een goede landschappelijke inpassing van bestaande elementen, zoals bijvoorbeeld bij Amertak West Noord de Bergsepolder en het goederenspoorlijntje. Ook voor de continuïteit van de dijk zijn er inpassingsopgaves liggen van de dijktrajecten binnen het dijkversterkingsproject naar de delen van de dijk buiten het plangebied (bijv. ten westen van dijktraject Amercentralehaven, ten zuiden van dijktraject Donge West en zowel noord- als zuidzijde bij dijktraject Donge Oost). Daarnaast kan de gebruikswaarde (en daarmee de ruimtelijke kwaliteit) van de Slikpolder vergroot worden door een integrale aanpak van het gebied. 202\310 Geertruidenberg en Amertak

205 11 Thema woon-, werk- en leefmilieu 11.1 Wettelijk kader en beleid Op verschillende niveaus worden door overheden in beleidsdocumenten kaders aangegeven waarbinnen ruimtelijke ontwikkelingen plaats mogen en kunnen vinden. Met bestaand beleid dient zoveel mogelijk rekening gehouden te worden. De wet- en regelgeving vormt een dwingend kader bij de planvorming. In dit hoofdstuk is een samenvatting opgenomen van wet- en regelgeving en van beleid ten aanzien van het thema Woon-, werk- en leefmilieu dat relevant is voor de effectbeoordeling en het te nemen ruimtelijk besluit voor de ingrepen. Beleid en wetgeving Korte beschrijving en relevantie beleid voor dit project Landelijk Wet geluidhinder Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) Wegenverkeerswet Provinciaal Structuurvisie en verordening ruimte Gemeente Geertruidenberg Recreatie Structuurvisie 2030 gemeente Geertruidenberg Structuurvisie 2030 gemeente Geertruidenberg Bepaalt vereiste zoneringen voor geluid. Bevat normen voor de maximale geluidsbelasting. Deze visie geeft ambities van het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid voor Nederland in 2040 Verzekert de veiligheid op de weg en beschermt weggebruikers en passagiers. Houdt tevens de weg in stand en waarborgt de bruikbaarheid daarvan. Tevens wordt voorkomen of beperkt van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede van gevolge voor het milieu en het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden. Hierin zijn regels opgenomen ter bescherming en ontwikkeling van de EHS, tegenwoordig bekend onder het Natuur Netwerk Brabant. De structuurvisie geeft een beeld van de gewenste toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Geertruidenberg, dient als toetsingskader voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het bijbehorende uitvoeringsprogramma geeft vervolgens op hoofdlijnen weer hoe deze visie gerealiseerd gaat worden. De structuurvisie geeft een beeld van de gewenste toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Geertruidenberg, dient als toetsingskader voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het bijbehorende uitvoeringsprogramma geeft vervolgens op hoofdlijnen weer hoe deze visie gerealiseerd gaat worden. Geertruidenberg en Amertak 203\310

206 Bestemmingsplan Gasthuiswaard (geraadpleegd: 26 februari 2017) Gedeeltelijke reparatie bestemmingsplan Gasthuiswaard (geraadpleegd: 26 februari 2017) Bestemminsplan Slikpolder Gemeente Drimmelen Structuurvisie Drimmelen 2033 (geraadpleegd: 26 februari 2017) Bestemmingsplan Buitengebied (geraadpleegd: 26 februari 2017) De bestemmingsplannen stellen de kaders voor het gebruik van de gronden. De bestemmingsplannen stellen de kaders voor het gebruik van de gronden. De bestemmingsplannen stellen de kaders voor het gebruik van de gronden. De structuurvisie geeft een beeld van de gewenste toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Geertruidenberg, dient als toetsingskader voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het bijbehorende uitvoeringsprogramma geeft vervolgens op hoofdlijnen weer hoe deze visie gerealiseerd gaat worden. De bestemmingsplannen stellen de kaders voor het gebruik van de gronden Methode effectbeoordeling Algemene aanpak onderzoek Voor de dijkversterking treden de effecten voor het thema woon-, werk- en leefmilieu hoofdzakelijk op daar waar wordt gegraven en / of de dijk wordt verbreed. Dit geldt bijvoorbeeld voor het aanleggen van bermen, het verhogen of het verleggen van de dijk en het plaatsen van pipingschermen. Deze ingrepen en de benodigde werkzaamheden kunnen effecten hebben op de scheepvaart (aan en afvoer van materialen), de bereikbaarheid van woningen en bedrijven, de recreatieve mogelijkheden op en rond de dijk, het ruimtebeslag van de dijk. Ook kunnen de werkzaamheden tijdelijke hinder tot gevolg hebben in de realisatiefase met betrekking tot geluid en trillingen of op verkeer. In onderstaande tabel worden de criteria en wijze van effectbeoordeling nader beschreven. Tabel 11.1 Beoordelingskader van effecten van de dijkversterking op het thema woon-, werk- en leefmilieu Deelaspect Beoordelingskader Criterium Beoordeling Effect op bereikbaarheid woningen en bedrijven Tijdelijke hinder (geluid, trillingen) tijdens realisatiefase Verandering recreatieve functies (aanlegfase en gebruiksfase) Bestemmingsplan / Wegenverkeerswet Toename van de reistijd en/of kwalitatief afstand Wet geluidshinder Geluid en trillingen kwalitatief Structuurvisie 2030 Hinder en kansen voor Kwalitatief recreatief gebruik 204\310 Geertruidenberg en Amertak

207 Invloed op verkeer (veiligheid Wegenverkeerswet Toename verkeer en Kwalitatief en verkeersafwikkeling) wegafsluitingen Invloed ruimtebeslag Bestemmingsplannen/ Toename van het Kwalitatief structuurvisies ruimtebeslag Effecten op de scheepvaart Kwalitatief Criterium effecten op bereikbaarheid woningen en bedrijven Bij de dijkversterking vinden ruimtelijke ingrepen plaats. Dit kan veranderingen in de verkeersstructuur en dus de bereikbaarheid van woningen en bedrijven tot gevolg hebben. Dit is niet alleen voor bewoners en werknemers van belang, maar ook voor hulpdiensten. Per alternatief en per dijktraject is daarom bekeken of er door de maatregel veranderingen in de wegenstructuur en/of bereikbaarheid optreden, en zo ja, wat de gevolgen daarvan zijn. Om de effecten van de alternatieven per criterium te kunnen vergelijken, worden deze op basis van een + / - score in 7 schalen beoordeeld, de verdeling van deze schalen is opgenomen in onderstaande tabel. Per criterium is aangegeven hoe deze schalen ingedeeld zijn. Het toenemen van de reistijd en/of reisafstand om woningen of bedrijven te bereiken is beoordeeld als een negatief milieueffect. Het verkorten van de reistijd en/of reisafstand om woningen en bedrijven te bereiken is beoordeeld als een positief milieueffect. Tabel 11.2 Beoordelingsschalen criterium effecten op bereikbaarheid woningen en bedrijven Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect Zeer sterke toename van de reistijd en/of afstand - - Negatief effect Sterke toename van de reistijd en/of afstand - Licht negatief effect Lichte toename van de reistijd en/of afstand 0 Nihil of neutraal effect Geen toename of afname van de reistijd en/of afstand + Licht positief effect Lichte afname van de reistijd en/of afstand + + Positief effect Sterke afname van de reistijd en/of afstand Zeer positief effect Zeer sterke afname van de reistijd en/of afstand Criterium invloed ruimtebeslag De uiteindelijke omvang van de dijk in de toekomstige situatie na versterking is afhankelijk van de oplossingsrichting die wordt gekozen. De verschillende oplossingsrichtingen per dijktraject hebben immers elk een andere uitwerking op het ruimtebeslag van de toekomstige dijk. Dit is van invloed op het gebruik van de gronden grenzend aan de dijk en het huidige en toekomstige gebruik van deze gronden. Per alternatief en per dijktraject is daarom bekeken of er door de Geertruidenberg en Amertak 205\310

208 maatregel veranderingen in het ruimtebeslag optreden, en zo ja, wat de gevolgen daarvan zijn. Om de effecten in beeld te brengen wordt het ruimtebeslag van de verschillende alternatieven afgewogen tegen het bestaande gebruik of beoogd concreet toekomstig gebruik op basis van structuurvisies en bestemmingsplannen van de gemeenten en provincie. Om de effecten van de alternatieven per criterium te kunnen vergelijken, worden deze op basis van een + / - score in 7 schalen beoordeeld, de verdeling van deze schalen is opgenomen in onderstaande tabel. Per criterium is aangegeven hoe deze schalen ingedeeld zijn. Het toenemen van het ruimtebeslag is beoordeeld als een negatief milieueffect. Het verkleinen van het ruimtebeslag is beoordeeld als een positief milieueffect. Het toenemen van ruimtebeslag op reeds bebouwde grond wordt daarbij zwaarder meegewogen dan een toename van het ruimtebeslag op onbebouwde (agrarische) gronden. Tabel 11.3 Beoordelingsschalen criterium ruimtebeslag Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect Zeer sterke toename van het ruimtebeslag - - Negatief effect Sterke toename van het ruimtebeslag - Licht negatief effect Lichte toename van het ruimtebeslag 0 Nihil of neutraal effect Geen toename van het ruimtebeslag + Licht positief effect Lichte afname van het ruimtebeslag + + Positief effect Sterke afname van het ruimtebeslag Zeer positief effect Zeer sterke afname van het ruimtebeslag Criterium tijdelijke hinder (geluid en trillingen) Bij de dijkversterking zullen bodemingrepen plaatsvinden. Dit kan zowel hinder van geluid als van trillingen veroorzaken gedurende aanlegfase van de werkzaamheden en afkomstig van het werkverkeer. Tijdelijke hinder door geluid of trillingen wordt altijd aangemerkt als een negatief effect. Er zal mogelijke hinder ontstaan voor omwonenden, omliggende bedrijven en voor recreanten. De Wet Geluidhinder bepaalt de normen voor maximale geluidsbelasting. Het bevoegd gezag dient bij het verlenen van vergunningen een beoordeling uit te voeren op het gebied van geluid. Hierbij dient te worden nagegaan wat de gevolgen van de plannen zijn op het gebied van geluid. In het geval van dijkversterking is er sprake van bouwlawaai. Bouwlawaai wordt geregeld in het bouwbesluit. In het bouwbesluit zijn de volgende voorschriften voor geluid weergegeven. Artikel 8.4. Geluidhinder 206\310 Geertruidenberg en Amertak

209 1. Bouw- of sloopwerkzaamheden die een geluidniveau veroorzaken van ten minste 60 db(a) in een verblijfsruimte van een aangrenzende woonfunctie of van een aangrenzende gebruiksfunctie op een ander perceel, welke op werkdagen tussen 7:00 uur en 19:00 uur worden uitgevoerd. Bij het uitvoeren van die werkzaamheden worden de in tabel 8.4 aangegeven dagwaarden en de bij die dagwaarden aangegeven maximale blootstellingsduur in dagen dat de dagwaarde is bereikt niet overschreden. Dagwaarde 60 db(a) >60 db(a) >65 db(a) >70 db(a) >75-80 db(a) Maximale blootstellingduur Onbeperkt 50 dagen 30 dagen 15 dagen 5 dagen 2. Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van het eerste lid. Indien met een ontheffing van het bevoegd gezag bouw- of sloopwerkzaamheden worden uitgevoerd tussen 19:00 en 7:00 uur en op zaterdag, zondag of feestdagen wordt onverkort het gestelde in de ontheffing gebruik gemaakt Om de effecten van de alternatieven per criterium te kunnen vergelijken, worden deze op basis van een + / - score in 7 schalen beoordeeld, de verdeling van deze schalen is opgenomen in onderstaande tabel. Per criterium is aangegeven hoe deze schalen ingedeeld zijn. Als gevolg van de grondwerkzaamheden zijn de volgende afstanden (hinderzones) tot de geluidbelastingscontouren bepaald (Grontmij, 2015). 60 db(a) op een afstand van 60 m Hei en trillingswerkzaamheden 60 db(a) op een afstand van circa 400m Tabel 11.4 Beoordelingsschalen criterium tijdelijke hinder (geluid en trillingen) Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect Nvt - - Negatief effect Groot grondverzet of constructieve maatregelen (damwanden). Groot aantal woningen binnen de hinderzone voor grond- of heiwerkzaamheden. - Licht negatief effect Beperkt grondverzet en/of innovatieve maatregelen (geotextiel). Aanzienlijk aantal woningen binnen de hinderzone voor grondwerkzaamheden. 0 Nihil of neutraal effect Nauwelijks grondverzet of geluid- en trilingshinder Geertruidenberg en Amertak 207\310

210 Criterium verandering recreatieve functies De effecten van de dijkversterking op de recreatieve waarde van de dijk en de directe omgeving zijn onderzocht. Er is gekeken naar de effecten op de routes en op de effecten voor recreatieve voorzieningen en de recreatieve beleving. Om de effecten van de alternatieven per criterium te vergelijken, zijn deze op basis van een + / - score in 7 schalen beoordeeld. De verdeling van deze schalen is opgenomen in onderstaande tabel. Per criterium is aangegeven hoe deze schalen zijn ingedeeld. Tabel 11.5 Beoordelingsschalen criterium verandering recreatieve functies Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect Zeer sterke afname recreatieve functies - - Negatief effect Sterke afname recreatieve functies - Licht negatief effect Lichte afname recreatieve functies 0 Nihil of neutraal effect Geen toename of afname recreatieve functies + Licht positief effect Lichte toename recreatieve functies + + Positief effect Sterke toename recreatieve functies Zeer positief effect Zeer sterke toename recreatieve functies Criterium invloed op verkeer (veiligheid & verkeersafwikkeling) Bij de dijkversterking vinden ruimtelijke ingrepen plaats. Dit kan veranderingen in de verkeersstructuur en de verkeersveiligheid en verkeersafwikkeling tot gevolg hebben. Dit is niet alleen voor bewoners, werknemers en recreanten van belang, maar ook voor hulpdiensten. Werkverkeer zorgt voor verkeershinder en mogelijke gevolgen voor de verkeersveiligheid op openbare wegen. Deze hinder is afhankelijk van de afstand tot huizen, afstand tot industriële bedrijven en de hoeveelheid verkeersbewegingen. Dit zijn tijdelijke negatieve effecten die alleen tijdens de realisatiefase spelen. Het aantal extra verkeersbewegingen door werkverkeer en het aantal extra verkeersbewegingen door eventueel tijdelijke afsluitingen kan op basis van schattingen bepaald worden. De ontsluiting van het plangebied en de dijk verandert niet geheel als gevolg van de dijkverbetering. Mogelijk zijn een aantal wegen tijdens de uitvoering tijdelijk buiten gebruik. Tijdens de werkzaamheden kan door zwaar transport schade aan de wegen en aangrenzende gronden ontstaan. Wegen, fietspadden en op- en afritten die door transport beschadigd raken, moeten na afronding van de werkzaamheden hersteld worden. 208\310 Geertruidenberg en Amertak

211 Per alternatief en per dijktraject is daarom bekeken of er door de maatregel veranderingen in de veiligheid en/of verkeersafwikkeling optreden, en zo ja, wat de gevolgen daarvan zijn. Om de effecten van de alternatieven per criterium te kunnen vergelijken, worden deze op basis van een + / - score in 7 schalen beoordeeld, de verdeling van deze schalen is opgenomen in onderstaande tabel. Per criterium is aangegeven hoe deze schalen ingedeeld zijn. Tabel 11.6 Beoordelingsschalen criterium invloed op verkeer (veiligheid & verkeersafwikkeling) Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect NVT - - Negatief effect Veel vrachtverkeer door dichtbebouwd gebied - Licht negatief effect Beperkt vrachtverkeer in dichtbebouwd gebied of veel vrachtverkeer in landelijk gebied 0 Nihil of neutraal effect Nauwelijks/beperkt verkeer over de weg nodig in landelijk gebied Criterium invloed op de scheepvaart Bij de dijkversterking vinden ruimtelijke ingrepen plaats. Dit kan veranderingen in de bevaarbaarheid van de vaarwegen Amertak en Donge hebben. Dit is van belang voor de recreatievaart, de scheepvaart met bestemming Geertruidenberg en de doorgaande beroepsvaart richting Oosterhout en verder naar het achterland. De dijkversterking kan tijdelijke en permanente effecten hebben. Tijdens de realisatiefase kan scheepvaart gehinderd worden doordat de doorvaarbreedte wordt beperkt of scheepvaart geheel niet mogelijk is. In de gebruiksfase kunnen de versterkingsmaatregelen een permanent effect hebben op het gebruiksgemak, de kwetsbaarheid van de bodem en daarmee de wijze waarop schippers de watergangen kunnen bevaren en de beheerder deze kan beheren. Tot slot kan de wijze van versterken van de waterkering zijn weerslag hebben op toekomstige uitbreidbaarheid van het kanaal (verdiepen en verbreden). Per alternatief en per dijktraject is daarom bekeken of er door de maatregel veranderingen in de realisatiefase dan wel de gebruiksfase optreden en zo ja, wat de gevolgen daarvan zijn. Om de effecten van de alternatieven per criterium te kunnen vergelijken, worden deze op basis van een + / - score in 7 schalen beoordeeld, de verdeling van deze schalen is opgenomen in onderstaande tabel. Per criterium is aangegeven hoe deze schalen ingedeeld zijn. Geertruidenberg en Amertak 209\310

212 Tabel 11.7 Beoordelingsschalen criterium invloed op de scheepvaart Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect Realisatiefase: volledige stremming van de vaarweg Gebruiksfase: sterke verslechtering van bevaarbaarheid Gebruiksfase: sterke beperkingen aan beheer en onderhoud van de vaarweg Toekomstige fase: Uitbreiding van en aanpassing aan vaarweg zeer complex - - Negatief effect Realisatiefase: beperkte doorvaarbaarheid van de vaarweg Gebruiksfase: verslechtering van bevaarbaarheid Gebruiksfase: beperkingen aan beheer en onderhoud van de vaarweg Toekomstige fase: Uitbreiding en aanpassing aan vaarweg vergt aanvullende inspanning - Licht negatief effect Realisatiefase: incidentele beperking doorvaarbaarheid van de vaarweg Gebruiksfase: Beperkte afname van bevaarbaarheid Gebruiksfase: kleine beperkingen aan beheer en onderhoud van de vaarweg Toekomstige fase: Uitbreiding en aanpassing aan vaarweg vergt enige aanvullende inspanning 0 Nihil of neutraal effect Realisatiefase: geen of zeer beperkte stremming Gebruiksfase: geen of beperkte afname van bevaarbaarheid Gebruiksfase: geen of beperkte afname van beheer en onderhoud van de vaarweg Toekomstige fase: geen of beperkte afname van de uitbreidbaarheid + Licht positief effect Realisatiefase: Geen hinder bij vaarweggebruikers Gebruiksfase: lichte verbetering van bevaarbaarheid Gebruiksfase: lichte verbetering van beheer en onderhoud van de vaarweg Toekomstige fase: lichte verbetering van de uitbreidbaarheid + + Positief effect Realisatiefase: Geen hinder bij vaarweggebruikers Gebruiksfase: verbetering van bevaarbaarheid Gebruiksfase: verbetering van beheerbaarheid en onderhoud Toekomstige fase: verbetering van de uitbreidbaarheid Zeer positief effect Realisatiefase: Geen hinder bij vaarweggebruikers Gebruiksfase: Sterke verbetering van bevaarbaarheid Gebruiksfase: Sterkte verbetering in beheerbaarheid en onderhoud Toekomstige fase: Uitbreiding en aanpassing aan vaarweg verbetert sterk 210\310 Geertruidenberg en Amertak

213 Criterium complexiteit realisatie door aanwezigheid kabels en leidingen De aanwezigheid van kabels en leidingen in de ondergrond of bovengrondse hoogspanningsverbindingen kunnen van invloed zijn op de wijze waarop een oplossingsrichting gerealiseerd kan worden. Grondroerende of gronddoorsnijdende technieken kunnen risicovol zijn voor naast of onder gelegen kabels en leidingen. Bovengrondse hoogspanningsleiding beperken de werkhoogte ter plekke van het tracé. Bij het kruisen van kabels en leidingen zal altijd in contact getreden worden met de desbetreffende eigen/beheerder over potentiele risico s, eventuele mitigerende maatregelen of verlegging. K&L zijn niet in alle gevallen bepalend voor de oplossingsrichting maar de aanwezigheid kan wel vertragend werken in procedure en uitvoering, complicerend werken, meer maatwerk vragen en hogere uitvoeringsrisico s en hogere kosten met zich mee brengen. Tabel 11.8 Beoordelingsschalen criterium complexiteit realisatie door aanwezigheid K&L Score Beoordeling Criterium Zeer negatief effect De aanwezige K&L dienen bij deze oplossingsrichting geheel verlegd te worden met aanzienlijke verlenging van de werkduur en vergrootte risico s tot gevolg - - Negatief effect De aanwezige K&L dienen bij deze oplossingsrichting via complex maatwerk in de oplossingsrichting verwerkt te worden met verlenging van de werkduur en vergrootte risico s tot gevolg - Licht negatief effect De aanwezige K&L dienen lokaal verlegd te worden of met beperkte maatregelen in de oplossingsrichting verwerkt te worden met beperkte verlenging werkduur en risico s tot gevolg 0 Nihil of neutraal effect De aanwezige K&L kunnen zonder fysieke, of met zeer beperkte maatregelen gehandhaafd blijven met zeer beperkt risico + Licht positief effect De situatie ten aanzien van aanwezige K&L verbetert licht door de oplossingsrichting ten opzichte van de HSAO + + Positief effect De situatie ten aanzien van aanwezige K&L verbetert door de oplossingsrichting ten opzichte van de HSAO Zeer positief effect De aanwezige K&L versnellen de realisatie en verkleinen de risico s aanzienlijk ten opzichte van de HSAO 11.3 Huidige situatie en autonome ontwikkeling Geertruidenberg en Amertak 211\310

214 Criterium effecten op bereikbaarheid woningen en bedrijven In de huidige situatie is sprake van een goede ontsluiting en bereikbaarheid van woningen en bedrijven in de omgeving van de dijksecties. Op de dijk aan de oostzijde van de Donge en de dijken om de Slikpolder zijn geen wegen of fietspaden gelegen. Deze dijken zijn niet openbaar toegankelijk. Aan de oostzijde van de Amertak (dijksecties Amertak Oost Noord en Amertak Oost Midden) is op en direct naast delen van de dijk wel een weg gelegen, de Brandweg. De Brandweg dient ter ontsluiting van agrarische percelen ter hoogte van de dijktraject Amertak Oost Noord. Daarnaast vormt de Brandweg een verbinding tussen de noord- en zuidzijde van de N623 (tussen de Peuzelaar en de Heulweg). De Brandweg is daarmee ook van belang voor de bereikbaarheid en ontsluiting van enkele woningen aan de Peuzelaar ten noorden van de N623, en de bedrijven aan de zuidzijde van de N623, met name Ramefa aan de Heulweg en Sibelco aan de Centraleweg. In de dijktraject Amertak Oost Zuid is geen weg op of direct naast de dijk gelegen. Aan de westzijde van de Amertak (dijksecties Amertak West Noord en Amertak West Zuid) ligt over de gehele lengte een fietspad op de dijk. Daarnaast is er direct naast de dijk (binnendijks) een goederenspoorlijn gelegen langs het dijktraject Amertak West Zuid. Deze goederenspoorlijn ontsluit het industrieterrein Weststad in Oosterhout. De gebruiksfrequentie van deze spoorlijn is circa één goederentrein per dag. Het fietspad op de dijk heeft een hoofdzakelijk recreatieve functie en verbind Drimmelen met industrieterrein Weststad in Oosterhout. Naast de beschreven wegen op of langs de dijken wordt de Amertak door middel van een brug door de N623 en de A59 gekruist. Deze kruisingen hebben betrekking op de dijksecties Amertak Oost Noord en Midden en Amertak West Noord, Midden en Zuid. Er worden geen autonome ontwikkelingen voorzien die een wijziging van de beschreven situatie tot gevolg hebben Criterium invloed ruimtebeslag Dijktraject Donge Oost Ter hoogte van het dijktraject Donge Oost heeft de bestaande dijk een smal profiel en relatief klein ruimtebeslag. Direct ten oosten van de dijk is bestaande bebouwing van bedrijven op het industrieterrein Dombosch gesitueerd. In dit dijktraject is ook een kraan aanwezig die over de dijk reikt om schepen te kunnen laden en lossen vanaf het terrein van een bedrijf aan de binnenzijde van de dijk. Dijktraject Slikpolder Donge West Bij het dijktraject Slikpolder Donge West heeft de dijk ook een smal profiel. Buitendijks bevindt zich een brede griend met riet en bosschages. Binnendijks wordt de dijk door een rij populieren gescheiden van een poldergebied met weilanden en een natuurijsbaan, de slikpolder. De 212\310 Geertruidenberg en Amertak

215 Slikpolder wordt in de huidige situatie extensief gebruikt door omwonenden, recreanten en natuurorganisaties. Er wordt door omwonenden grote waarde gehecht aan de huidige waarden. Dijktraject Slikpolder Amercentrale Aan de westzijde van de Slikpolder (dijktraject Slikpolder Amercentrale) is de dijk aanmerkelijk hoger dan de dijk aan de oostzijde (Slikpolder Donge West). Vanwege deze grotere hoogte is de dijk ook breder dan de oostelijke dijk. Aan de westzijde van deze dijk bevindt zich de haven van de Amercentrale. Aan de oostzijde van de dijk bevinden zich de weilanden in de Slikpolder. Ten zuiden van de dijk bevindt zich een bomenrij met daarachter weilanden die de dijk scheiden van de woonwijk. Het westelijke deel van de Slikpolder is eigendom van RWE en heeft de bestemming bedrijf. RWE wil deze locatie in de toekomst mogelijk aanwenden voor uitbreiding van haar werkzaamheden. Dijktraject Amertak Oost Noord Het profiel van de dijk in de sectie Amertak Oost Noord is relatief breed, mede door de aanwezigheid van een brede berm aan de binnenzijde van de dijk. Bovenop de dijk bevindt zich een bomenrij. Binnendijks ligt agrarisch akkerland. In het zuidelijke deel, ter hoogte van de Peuzelaar, ligt een woning op enkele tientallen meters van de dijk. Tevens ligt de Brandweg in het zuidelijke deel van dit dijktraject aan de binnenzijde direct naast de dijk (op de teen van de berm). Bij de kruising met de N623 ligt deze weg op de dijk. Dijktraject Amertak Oost Midden Ook in het dijktraject Amertak Oost Midden is het profiel van de dijk breed door de aanwezigheid van een berm. Op de dijk staan enkele bosjes en aan de binnenzijde van de dijk ligt de Brandweg (bij de kruising met de N623 op de dijk). De weg ligt aan de teen van de berm van de dijk. Ten oosten van de weg ligt een poldergebied met weilanden. Dijktraject Amertak Oost Zuid Het dijktraject Amertak Oost Zuid loopt van de Heulweg tot aan de centraleweg. Het profiel van de dijk is gelijk aan het profiel in het aangrenzende dijktraject Amertak Oost Midden. De dijksecties verschillen echter in het landgebruik achter de dijk. Direct achter de dijk bevindt zich het bedrijfsgebouw van Ramefa en enkele weilanden. Deze weilanden zijn eigendom van Sibelco en in het huidige bestemmingsplan bestemd als bedrijf. Sibelco en Ramefa zijn voornemens hun bedrijven op deze gronden uit te breiden. Dijktraject Amertak West Noord De dijk in de sectie Amertak West Noord is net als aan de overzijde van de Amertak (Amertak Oost Noord) relatief breed door de aanwezigheid van een berm. Bovenop de dijk bevinden zich een fietspad en een bomenrij. Binnendijks ligt een akkergebied. In het zuidelijke deel van de Geertruidenberg en Amertak 213\310

216 sectie ligt binnendijks direct naast de berm een goederenspoorlijn die het industriegebied Weststad ontsluit. Dijktraject Amertak West Zuid De dijktraject Amertak West Zuid loopt van industrieterrein Weststad tot de brug over de Amertak in de N623. Ook op dit traject is de dijk breed door de aanwezigheid van een berm. Aan de binnenzijde van de dijk, direct naast de berm, ligt een goederenspoorlijn. Ten westen van de goederenspoorlijn is een kassengebied gelegen. Ten zuiden van de brug in de A59 is de dijk smaller en gaat deze over in een kade Criterium tijdelijke hinder (geluid, trillingen) tijdens realisatiefase Amertak west en oost De Amertak snijdt door en langs diverse ruimtelijke structuren, namelijk het open agrarisch gebied en het dichte industriële gebied met het tuinkassencomplex Plukmade. Dit plangebied kenmerkt zich door de ligging in grotendeels stil landelijk gebied, hierbij kan een achtergrondniveau van omstreeks 40 db(a) etmaalwaarde worden verwacht (Grontmij, 2015). Ter hoogte van de doorkruisende snelweg, N-weg en het kassengebied zijn hogere achtergrondniveaus te verwachten. Voor het kassengebied kan hier omstreeks 45 db(a) worden verwacht. Nabij de wegen kan dit circa 55 db(a) zijn (Grontmij, 2015). Amercentrale haven Dit plangebied is gelegen in de nabijheid van de Amercentrale. De Amercentrale is een geluidsgezoneerd industrieterrein. De zone van de Amercentrale is gelegen over het plangebied. In het plangebied zal derhalve de geluidbelasting variëren van circa 50 db(a) tot 55 db(a) (Grontmij, 2015). De woonwijken aan de rand van Geertruidenberg staan met de achterzijde (tuinen) naar de Slikpolder gesitueerd. De dijken rond de kop van de Donge en de Slikpolder zijn niet toegankelijk, het gebied wordt begraasd door schapen. De te verbeteren dijk aan de oostzijde van de Donge grenst binnendijks direct aan de bedrijfskavels van Industrieterrein Dombosch Criterium verandering recreatieve functies De huidige recreanten op en direct rond de dijklichamen zijn wandelaars, fietsers, vogelaars en ruiters. Opvallend weinig dijken zijn recreatief toegankelijk. Het landschap van de Bergsche Maas en aan de overzijde de Biesbosch is vanuit Geertruidenberg bijna niet waarneembaar. Langs de zuidoever van de Bergsche Maas bevindt zich het grote ontoegankelijke complex van de Amercentrale. 214\310 Geertruidenberg en Amertak

217 De enige fietsverbinding Geertruidenberg Made/Drimmelen voert over de Amertakbrug. De fietsaansluiting vanaf het pad langs de westelijke zijde van de Amertak sluit niet aan op de oost west fietsverbinding over de Amertakbrug. Bij de toekomstige dijkversterking ligt hier een meekoppelkans. De dijken langs de Amertak zijn deels toegankelijk en worden gebruikt als uitloopgebied. Goed begaanbare paden ontbreken. Aan de westzijde is een verhard fietspad aanwezig. Ten noorden van de Amertakbrug ligt het fietspad op de kruin van de dijk en aan de zuidzijde op de binnendijkse berm. Het fietspad is onderdeel van het fietsknooppuntennetwerk. Het fietspad sluit niet goed aan op overige wegen en paden in de omgeving. De Amertak is vanuit Geertruidenberg zeer beperkt oversteekbaar (alleen bij de provinciale weg N623) en vormt daarmee een grote barrière tussen Geertruidenberg en het landelijk gebied aan de westzijde. Vooral als het gaat om wandel- en fietsverkeer. De Amertak wordt vooral gebruikt door beroepsvaart. De dijken rond de kop van de Donge en de Slikpolder zijn formeel niet toegankelijk. De dijken langs beide zijden van de Donge zijn ingericht als graasweide voor schapen. De oever van de Bergsche Maas is daardoor niet toegankelijk. Er is sprake van een tweeledig karakter van het gebied, enerzijds het natuurlijke, extensieve gebied en anderzijds de Amercentrale en het industriegebied. De te verbeteren dijk aan de oostzijde van de Donge grenst binnendijks direct aan de bedrijfskavels van Industrieterrein Dombosch. De Slikpolder is het laatste stuk natuurgebied aan de noordzijde van Geertruidenberg. Er ligt in de winter een tijdelijke ijsbaan, verder biedt het weinig mogelijkheden voor recreatief gebruik. De dijk wordt door omwonenden wel gebruikt als wandelrondje. De ambitie is om de Slikpolder een kwaliteitsimpuls te geven waarbij toegankelijkheid en natuurbeleving belangrijke pijlers zijn. Dijken kunnen in veel gevallen onderdeel zijn van functionele en recreatieve routes door het gebied. Onder andere bij de dijken langs de Slikpolder/Donge, en bij de oostelijke dijk langs de Amertak valt meerwaarde te behalen wanneer deze toegankelijker worden gemaakt. De juiste ligging van het fiets- of voetpad (óp of achter de kruin) moet per locatie beoordeeld worden. Door op zorgvuldig uitgekozen locaties te zorgen voor contact met het water kan worden bijgedragen aan de beleving van het water en dit geeft de mogelijkheid om te vissen. Geertruidenberg en Amertak 215\310

218 Criterium invloed op verkeer (veiligheid & verkeersafwikkeling) Voor een beschrijving van de wegenstructuur en de belangrijke verkeersaders in het gebied wordt verwezen naar paragraaf Criterium invloed op scheepvaart In de huidige situatie is er vrije doorvaart over de Amertak. Voor de huidige scheepvaartklassen vormen alleen de bruggen een vernauwing van de vaarweg. Mede ten behoeve van het koersvast varen zijn er aan weerszijden van Amertak Noord bomenrijen geplaatst om zijwind te beperken. De oeverbekleding is over het gehele traject aangetast en wordt gelijktijdig met de dijkversterking op het gehele traject vervangen. In de (binnen)vaart is een trend van steeds grotere schepen en het daarvoor opwaarderen van de vaarwegen (verdiepen, verbreden en vergroten van de doorvaarhoogte) Criterium complexiteit realisatie door K&L Onderstaande figuren tonen voor het projectgebied de ligging van kabels en leidingen. Met rood omcirkeld zijn de K&L waarvan op basis van de beschikbare informatie wordt verwacht dat deze door middel van zinkers het kanaal passeren. 216\310 Geertruidenberg en Amertak

219 Figuur 11.1 Ligging kabels en leidingen Amertak West Noord en Oost Noord Geertruidenberg en Amertak 217\310

220 Figuur 11.2 Ligging kabels en leidingen Amertak West Zuid (1 van 2) en Oost Midden 218\310 Geertruidenberg en Amertak

221 Figuur 11.3 Ligging kabels en leidingen Amertak West Zuid (2 van 2) en Oost Zuid Figuur 11.4 Ligging kabels en leidingen Slikpolder Geertruidenberg en Amertak 219\310

222 De voortschrijdende energietransitie heeft mogelijk tot gevolg dat de Amercentrale op termijn wordt gesloten. Een deel van het hoogspanningsnetwerk en gasleiding komt dan eveneens te vervallen. Echter, omdat hierover nog geen besluit is genomen en een eventueel tijdspad voor de sluiting niet gelijk loopt met de voorliggende versterkingsopgave, wordt deze autonome ontwikkeling niet verder beschouwd Effectbeoordeling Amertak West en Oost Criterium effecten op bereikbaarheid woningen en bedrijven Tabel 11.9 Beoordeling criterium effecten op bereikbaarheid woningen en bedrijven Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Beoordeling \310 Geertruidenberg en Amertak

223 Amertak West Noord In dijktraject Amertak West Noord ligt een fietspad op de kruin van de dijk. In het noorden sluit dit fietspad aan op de Standhazensedijk. In het zuidelijke deel van de sectie ligt binnendijks direct ten westen van de bestaande berm een goederenspoorlijn die het industriegebied Weststad ontsluit. Geen van de mogelijke alternatieven heeft een effect op de beschreven wegen en spoorlijn. Het effect van alle varianten is daarom als neutraal beoordeeld (0). Dit criterium is op dit traject niet onderscheidend. Figuur 11.5 Wegen en ruimtebeslag alternatieven Amertak West Noord Geertruidenberg en Amertak 221\310

224 Amertak West Zuid In het dijktraject Amertak West Zuid ligt net als in de noordelijke sectie een fietspad op de kruin van de dijk. Halverweg de dijktraject sluit de Steelhovensdijk aan op het fietspad op de dijk (Oude Dijk) Over de hele lengte van de dijktraject ligt binnendijks direct ten westen van de bestaande berm een goederenspoorlijn die het industriegebied Weststad ontsluit. Geen van de mogelijke alternatieven heeft een effect op de beschreven wegen en spoorlijn. Het effect van alle varianten is daarom als neutraal beoordeeld (0). Dit criterium is op dit traject niet onderscheidend. Figuur 11.6 Wegen en ruimtebeslag alternatieven Amertak West Zuid 222\310 Geertruidenberg en Amertak

225 Amertak Oost Noord Op de kruin van deze dijk ligt een onderhoudsweg van het waterschap. In het zuidelijke deel ligt de Brandweg aan de binnenzijde direct naast de dijk (op de teen van de berm), welke aansluit op de Peuzelaar. Bij de kruising met de N623 ligt de Brandweg weg op de kruin van de dijk. De Brandweg ontsluit enkele agrarische percelen in het binnendijkse agrarische achterland van de dijk en vormt een verbinding tussen de noord- en zuidzijde van de N623. Het aanbrengen van een ondoorlatende laag, het vervangen van de bestorting en het aanbrengen van een constructie (pipingscherm of innovatief geotextiel) hebben geen effect op deze wegen en zijn daarom als neutraal beoordeeld. De oplossingsrichting waarbij een pipingberm wordt gerealiseerd is over de Peuzelaar en de Brandweg geprojecteerd. Dit alternatief is daarom als licht negatief (-) beoordeeld. Geertruidenberg en Amertak 223\310

226 Figuur 11.7 Wegen en ruimtebeslag alternatieven Amertak Oost Noord Amertak Oost Midden Net als in het noordelijke dijktraject ligt er een onderhoudsweg van het waterschap op de kruin van de dijk. Bij de kruising met de N623 ligt de Brandweg weg op de kruin van de dijk. Ten zuiden van de brug buigt deze weer af naar de teen van de berm. De Brandweg ontsluit enkele agrarische percelen in het binnendijkse agrarische achterland van de dijk en vormt een verbinding tussen de noord- en zuidzijde van de N623: de weg verbind de Peuzelaar ten noorden van de N623 met de Heulweg ten zuiden van de N623. Geen van de alternatieven grijpt in op één 224\310 Geertruidenberg en Amertak

227 van deze wegen. Het effect van alle varianten is daarom als neutraal beoordeeld (0). Dit criterium is op dit traject niet onderscheidend. Figuur 11.8 Wegen en ruimtebeslag alternatieven Amertak Oost Midden Amertak Oost Zuid Het dijktraject Amertak Oost Zuid loopt van de Heulweg tot aan de centraleweg. Op de dijk loopt de onderhoudsweg van het waterschap. In het noordelijke deel van het dijktraject sluit de binnendijks gelegen Brandweg aan op de Heulweg, waar ook het bedrijfsterrein van Ramefa en de beoogde uitbreidingslocatie van Sibelco zijn gelegen. De alternatieven die voorzien in het Geertruidenberg en Amertak 225\310

228 aanbrengen van een ondoorlatende laag, het vervangen van de bestorting of het aanbrengen van een constructie (pipingscherm en geotextiel) hebben geen effect op deze wegen en verkeersfuncties. Deze alternatieven worden daarom neutraal beoordeeld (0). De oplossingsrichting met een pipingberm is echter geprojecteerd over de aansluiting van de Brandweg op de Heulweg en een deel van het bedrijfsterrein van Ramefa en de beoogde uitbreidingslocatie van Sibelco. De bereikbaarheid en ontsluitingsmogelijkheden van bedrijven en agrarische percelen verslechteren bij dit alternatief. Deze oplossingsrichting is daarom als negatief beoordeeld (- -). Figuur 11.9 Wegen en ruimtebeslag alternatieven Amertak Oost Zuid 226\310 Geertruidenberg en Amertak

229 Criterium invloed ruimtebeslag Tabel Beoordeling criterium invloed ruimtebeslag Amertak West Noord Amertak West Zuid Amertak Oost Noord Amertak Oost Midden Amertak Oost Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Beoordeling Geertruidenberg en Amertak 227\310

230 Amertak West Noord Bij het dijktraject Amertak West Noord hebben de alternatieven met een constructieve oplossing (pipingscherm of zanddicht geotextiel) of het aanbrengen van een ondoorlatende laag geen ruimtebeslag op de achterliggende gronden. Deze alternatieven zijn daarom neutraal (0) beoordeeld. De aanleg van een pipingberm heeft echter een zeer groot ruimtebeslag op de achterliggende agrarische gronden. Dit alternatief is daarom negatief (- -) beoordeeld. Figuur Ruimtebeslag en vigerende bestemmingen Amertak West-Noord 228\310 Geertruidenberg en Amertak

231 Amertak West Zuid Bij het dijktraject Amertak West Zuid zijn enkel de alternatieven met een constructieve oplossing (pipingscherm of zanddicht geotextiel) of het aanbrengen van een ondoorlatende laag als oplossing in beeld. Deze alternatieven hebben geen ruimtebeslag op het achterliggende kassengebied. Deze alternatieven zijn daarom neutraal (0) beoordeeld. Dit criterium is op dit traject niet onderscheidend. Figuur Ruimtebeslag en vigerende bestemmingen Amertak West-Zuid Geertruidenberg en Amertak 229\310

232 Amertak Oost Noord Bij het dijktraject Amertak Oost Noord hebben de alternatieven met een constructieve oplossing (pipingscherm of zanddicht geotextiel) geen ruimtebeslag op de achterliggende gronden. Deze alternatieven zijn daarom neutraal (0) beoordeeld. De aanleg van een pipingberm heeft echter een zeer groot ruimtebeslag op de achterliggende gronden. Deze gronden zijn in agrarisch gebruik maar hebben grotendeels een bedrijfsbestemming. Dit alternatief is daarom zeer negatief (- - -) beoordeeld. Figuur Ruimtebeslag en vigerende bestemmingen Amertak Oost-Noord 230\310 Geertruidenberg en Amertak

233 Amertak Oost Midden Bij het dijktraject Amertak Oost Midden hebben de alternatieven met een constructieve oplossing (pipingscherm of zanddicht geotextiel) geen ruimtebeslag op de achterliggende gronden. Deze alternatieven zijn daarom neutraal (0) beoordeeld. De aanleg van een pipingberm heeft echter een zeer groot ruimtebeslag op de achterliggende agrarische gronden. Dit alternatief is daarom negatief (- -) beoordeeld. Figuur Ruimtebeslag en vigerende bestemmingen Amertak Oost-Midden Geertruidenberg en Amertak 231\310

234 Amertak Oost Zuid De alternatieven met een constructieve oplossing (pipingscherm of innovatief geotextiel) of het aanbrengen van een ondoorlatende laag in de Amertak hebben geen effect op het ruimtebeslag op binnendijks gelegen gronden met een bedrijfsbestemming. Deze alternatieven zijn daarom neutraal (0) beoordeeld. De aanleg van een pipingberm heeft daarentegen een groot ruimtebeslag op deze gronden. Het effect van dit alternatief is daarom als zeer negatief (- - -) beoordeeld. Figuur Ruimtebeslag en vigerende bestemmingen Amertak Oost-Zuid 232\310 Geertruidenberg en Amertak

235 Criterium tijdelijke hinder (geluid, trillingen) tijdens realisatiefase Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Amertak Oost Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Beoordeling Alle alternatieven scoren licht negatief vanwege de beperkte hinder die optreedt. Ook de alternatieven met een grotere geluidbelasting (zoals constructie pipingscherm) en een grotere hindercontour van 400m (zie bijlage 5 voor een contourenkaart) hebben een vergelijkbaar licht negatieve score, omdat in het overwegend landelijk gebied relatief weinig woningen staan (wel kassen/bedrijven) Criterium verandering recreatieve functies Tabel Beoordeling criterium verandering recreatieve functies Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Beoordeling Geertruidenberg en Amertak 233\310

236 Amertak West Noord In het dijktraject Amertak West Noord ligt een fietspad op de kruin van de dijk. In het noorden sluit dit fietspad aan op de Standhazensedijk. De verschillende alternatieven zorgen ervoor dat de oevervegetatie zal verdwijnen. Dit zal ten opzichte van de belevingswaarde tijdelijk licht negatieve effecten opleveren. Mogelijk zal tijdelijk de fietsroute door werkzaamheden doorsneden worden tijdens de uitvoeringsfase. Het effect van alle varianten is daarom als licht negatief beoordeeld (-). Dit criterium is op dit traject niet onderscheidend. Amertak West Zuid In de dijktraject Amertak West Zuid ligt een fietspad op de kruin van de dijk. De verschillende alternatieven zorgen ervoor dat de oevervegetatie zal verdwijnen. Dit zal ten opzichte van de belevingswaarde tijdelijk licht negatieve effecten opleveren. Mogelijk zal tijdelijk de fietsroute door werkzaamheden doorsneden worden tijdens de uitvoeringsfase. Het effect van alle varianten is daarom als licht negatief beoordeeld (-). Dit criterium is op dit traject niet onderscheidend. Amertak Oost Noord Midden en Zuid Het gebied wordt gebruikt als uitloopgebied. De verschillende alternatieven zorgen ervoor dat de oevervegetatie zal verdwijnen. Dit zal ten opzichte van de belevingswaarde tijdelijk licht negatieve effecten opleveren. Het effect van alle varianten is daarom als licht negatief beoordeeld (-). Dit criterium is op dit traject niet onderscheidend Criterium invloed op verkeer (veiligheid & verkeersafwikkeling) Tabel Beoordeling criterium verandering recreatieve functies Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Beoordeling \310 Geertruidenberg en Amertak

237 Voor alle alternatieve is de scoren neutraal. Voor de verschillende constructieve alternatieven en het alternatief ondoorlatende laag is er beperkt vrachtverkeer nodig in relatief dunbevolkte landelijk gebied. Het werkverkeer zal gebruik maken van de bestaande wegen. Het aantal verkeersbewegingen zal tijdelijk toenemen. Mogelijk worden bestaande wegen tijdelijk afgesloten, omgeleid of zal de verkeersveiligheid afnemen door een toename van vrachtverkeer. Een groot deel van de grond zal echter ook over water kunnen worden aangevoerd. Daarom is de score voor de pipingberm ook neutraal Criterium invloed op scheepvaart Tabel Beoordeling criterium invloed op scheepvaart Amertak West Noord Amertak West Zuid Amertak Oost Noord Amertak Oost Midden Amertak Oost Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Realisatiefase Gebruiksfase bevaarbaarheid Gebruiksfase Beheer en onderhoud vaarweg Toekomstige uitbreidbaarheid vaarweg Beoordeling Amertak West Noord Pipingberm in grond Aangenomen wordt dat in realisatiefase klei wordt aangevoerd over het water. Met enige regelmaat zal dit tot lokale vernauwing van het beschikbare vaarprofiel leiden als gevolg van afmeren en overladen. De bomen langs kanaal dienen verwijderd te worden, waardoor schepen meer zijwind ervaren en minder koersvast zijn. Er is geen effect op het huidige Geertruidenberg en Amertak 235\310

238 beheer en onderhoudsregime van de vaarweg. Er is geen effect op de toekomstige uitbreidbaarheid van de vaarweg. De beoordeling is licht negatief. Pipingscherm Aanvoer van schermen vanaf het water zal met enige regelmaat leiden tot lokale vernauwing van het beschikbare vaarprofiel. De bomen langs kanaal dienen verwijderd te worden, waardoor schepen meer zijwind ervaren en minder koersvast zijn. Er is geen effect op het huidige beheer en onderhoudsregime van de vaarweg. Er is geen effect op de toekomstige uitbreidbaarheid van de vaarweg. De beoordeling is licht negatief. Innovatief pipingscherm - Aanvoer en aanbrengen van innovatief scherm gebeurt vanaf het droge. De bomen langs kanaal dienen verwijderd te worden, waardoor schepen meer zijwind ervaren en minder koersvast zijn. Er is geen effect op huidige beheer en onderhoudsregime van de vaarweg. Er is geen effect op de toekomstige uitbreidbaarheid van de vaarweg. Oordeel ten opzichte van HSAO neutraal. Waterondoorlatende laag in kanaalbodem Voor het aanbrengen van de laag zal het kanaal gestremd worden voor scheepvaart of tenminste voor sterke hinder zorgen. Er verandert niets aan de bevaarbaarheid van het kanaal. Omdat de ondoorlatende laag integraal onderdeel is van de waterkering zullen er strenge eisen en restricties worden opgelegd aan baggeractiviteiten. Hierdoor wordt het onderhoud complexer en brengt dit risico s ten aanzien van de waterondoorlatendheid. Bij uitbreiding van het kanaal zal de waterondoorlatende laag vergraven moeten worden met verstoring van het grondwater tot gevolg. Daarbij ontstaat het risico dat de eindsituatie niet waterdicht is. Oordeel ten opzichte van HSAO zeer negatief. Amertak West Zuid Voor dit traject geldt dezelfde beoordeling als Amertak West Noord met uitzondering dat de pipingberm geen haalbare oplossing is. Amertak Oost Noord Midden en Zuid Voor dit traject geldt dezelfde beoordeling als Amertak West Noord. 236\310 Geertruidenberg en Amertak

239 Criterium complexiteit realisatie door aanwezigheid kabels en leidingen Tabel Beoordeling criterium complexiteit realisatie door K&L Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Beoordeling Amertak West Noord en Amertak Oost Noord Oplossing in grond reikt niet dusdanig diep dat dit enig risico vormt voor aanwezige K&L. Pipingscherm vergt een enkele overkluizing. Aandachtspunt zijn de hoogspanningskabels bij hijswerk. Tevens dient een oplossing rond de fundatie van de masten gerealiseerd te worden. Innovatieve oplossing grondroerend, aandachtspunt voor kruisende leidingen. Met een lokale verlegging op te lossen. Ondoorlatende laag zal kruisende leidingen (geen zinkers) niet raken. Amertak West Zuid De parallelle k&l liggen buiten maar dicht tegen het oplossingsgebied. Lokaal is maatwerk nodig bij zowel het pipingscherm als een innovatieve oplossing. De ondoorlatende laag heeft over grote delen van het traject geen effect op k&l. Echter de zinkers zullen opnieuw gelegd moeten worden omdat een opening in ondoorlatende laag de oplossing geheel teniet doet. Hoogspanningsleidingen gaan ook hier het kanaal over. Amertak Oost Midden Aandacht voor langsleiding Brabant Water als gevolg van aanvullende belasting door de pipingberm. Lokaal is maatwerk nodig bij zowel het pipingscherm als een innovatieve oplossing. De ondoorlatende laag heeft over grote delen van het traject geen effect op k&l. Echter de zinkers zullen opnieuw gelegd moeten worden omdat een opening in ondoorlatende laag de oplossing geheel teniet doet. Amertak Oost Zuid Geertruidenberg en Amertak 237\310

240 Op dit traject zijn de kruisingen uitgevoerd met zinkers. De pipingberm heeft beperkt effect op de aanwezige leidingen. Hier kan met lokaal maatwerk een oplossing worden gerealiseerd. De overige oplossingen vergen aanzienlijke aanpassingen om de leidingstraat te doen passeren. Door de aanwezigheid van de zinkers is ook de ondoorlatende laag een slechts scorende oplossing. Hoogspanningsleidingen gaan ook hier het kanaal over Effectbeoordeling Slikpolder (Amercentralehaven + Donge West) Criterium effecten op bereikbaarheid woningen en bedrijven Tabel Effectbeoordeling effecten op bereikbaarheid woningen en bedrijven Amercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Donge West Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Beoordeling \310 Geertruidenberg en Amertak

241 Amercentralehaven Het dijktraject Slikpolder - Amercentralehaven is grotendeels eigendom van RWE. Op de dijk zijn geen openbare wegen of fietspaden gelegen, enkel een onderhoudsweg (zie figuur 8.1). In het invloedsgebied van de alternatieven met een stabiliteitsberm is een onverharde weg gelegen die toegang biedt tot enkele agrarische percelen aan de zuidzijde van de Slikpolder. De bereikbaarheid van enkele percelen verslechterd daardoor. Het effect voor de varianten met een stabiliteitsberms worden daarom als licht negatief beoordeeld (-). Het alternatief constructie damwand heeft geen effect op deze weg en wordt als neutraal (0) beoordeeld. Geertruidenberg en Amertak 239\310

242 Figuur Wegen en ruimtebeslag alternatieven Slikpolder - Amercentralehaven Donge West De dijktraject Slikpolder Donge West is in eigendom van het waterschap. Op de dijk zijn geen openbare wegen of fietspaden gelegen, enkel een onderhoudsweg (zie figuur 8.2). Ook zijn in het invloedsgebied van de alternatieven direct naast de dijk geen openbare wegen of in- en uitritten gelegen. Deze dijk is daarmee niet openbaar toegankelijk en vervult geen functie in de bereikbaarheid of ontsluiting van woningen of bedrijven. Het effect voor alle varianten wordt als neutraal (0) beoordeeld. Dit criterium is in dit dijktraject niet onderscheidend. Figuur Wegen en ruimtebeslag alternatieven Slikpolder - Donge West 240\310 Geertruidenberg en Amertak

243 Amercentralehaven + Donge West (inclusief alternatieven dijkverlegging) Op de dijken in de dijksecties Slikpolder Amercentrale en Slikpolder Donge West zijn geen openbare wegen gelegen, enkel onderhoudswegen voor het waterschap. In het invloedsgebied van de alternatieven met een stabiliteitsberm is in de dijksectie Slikpolder Amercentralehaven een onverharde weg gelegen die toegang biedt tot enkele percelen aan de zuidzijde van de Slikpolder. De bereikbaarheid van enkele percelen verslechtert daardoor. Het effect voor de varianten met een stabiliteitsberm in dit dijktraject worden daarom als licht negatief beoordeeld (- ). Het alternatief constructie damwand heeft geen effect op deze weg en wordt als neutraal (0) beoordeeld. Het tracé van het alternatief dijkverlegging (variant 1, met stabiliteitsberm) doorkruist enkele percelen in de zuidzijde van de Slikpolder en een inrit die toegang geeft tot de in de Slikpolder gelegen Natuurijsbaan. In het invloedsgebied van de stabiliteitsberm, ter hoogte van de aansluiting met de bestaande dijk ten zuiden van de Amercentralehaven, is bovendien een toegangsweg gelegen die toegang geeft tot enkele percelen in het zuidelijke deel van de Slikpolder. Vanwege de doorsnijding van de inrit en toegangsweg wordt het effect van de dijkverlegging met stabiliteitsberm (variant 1) als licht negatief (-) beoordeeld. Het tracé van het alternatief dijkverlegging in combinatie met een damwand in de bestaande dijk (variant 2) spaart bovengenoemde toegangsweg ten zuiden van de Amercentralehaven, maar doorkruist net als variant 1 enkele percelen in de zuidzijde van de Slikpolder en een inrit die toegang geeft tot de in de Slikpolder gelegen Natuurijsbaan. Daarom is het effect van de dijkverlegging met constructie (variant 2) als licht negatief (-) beoordeeld. Geertruidenberg en Amertak 241\310

244 Figuur Wegen en ruimtebeslag alternatieven Slikpolder - Dijkverlegging 242\310 Geertruidenberg en Amertak

245 Criterium invloed ruimtebeslag Tabel Amercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Donge West Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Beoordeling Geertruidenberg en Amertak 243\310

246 Amercentralehaven Een constructieve oplossing in de vorm van een damwand heeft bij het dijktraject Amercentralehaven het minste ruimtebeslag op de achterliggende gronden. Dit alternatief is daarom neutraal (0) beoordeeld. De combinatie van een stabiliteitsberm met een constructieve oplossing heeft een relatief klein ruimtebeslag op de achterliggende gronden die voor een belangrijk deel in eigendom zijn van RWE. Dit alternatief is als beperkt negatief (-) beoordeeld. Bij aanleg van een stabiliteits- en pipingberm is sprake van een zeer groot ruimtebeslag op de achterliggende gronden van met name RWE. Dit alternatief is daarom als zeer negatief (- - -) beoordeeld. Figuur Ruimtebeslag en vigerende bestemmingen Slikpolder Amercentralehaven 244\310 Geertruidenberg en Amertak

247 Donge West Een constructieve oplossing in de vorm van een damwand heeft bij het dijktraject Donge West het minste ruimtebeslag op de achterliggende agrarische gronden. Dit alternatief is daarom neutraal (0) beoordeeld. De combinatie van een stabiliteitsberm met een constructieve oplossing heeft een relatief klein ruimtebeslag op de achterliggende gronden. Dit alternatief is als beperkt negatief (-) beoordeeld. Bij aanleg van een stabiliteits- en pipingberm is sprake van een zeer groot ruimtebeslag op de achterliggende gronden. Dit alternatief is daarom als zeer negatief (- - -) beoordeeld. Figuur Ruimtebeslag en vigerende bestemmingen Slikpolder Donge West Geertruidenberg en Amertak 245\310

248 Amercentralehaven + Donge West (inclusief alternatieven dijkverlegging) Het alternatief dijkverlegging met stabiliteitsberm (variant 1) betreft de aanleg van een stabiliteitsberm bij de dijk ten zuiden van de Amercentralehaven en een nieuwe dijk die de huidige dijk om de Slikpolder afsnijdt. Deze nieuwe dijk is voorzien op gronden die in de huidige situatie de bestemming Groen en recreatieve voorzieningen' en Industriële doeleinden hebben. Door de aanleg van de dijk komen de gronden ten noorden van de nieuwe dijk buitendijks te liggen. Dit betreft eveneens gronden met de bestemmingen Groen en recreatieve voorzieningen' en Industriële doeleinden. Vanwege het ruimtebeslag van de nieuwe dijk en het buitendijks komen te liggen van de gronden in de Slikpolder is dit alternatief als zeer negatief (- - -) beoordeeld. Het alternatief dijkverlegging met constructie (variant 2) betreft de aanleg van een constructie in de dijk ten zuiden van de Amercentralehaven en een nieuwe dijk die de huidige dijk om de Slikpolder afsnijdt. Deze nieuwe dijk is net als variant 1 voorzien op gronden die in de huidige situatie de bestemming Groen en recreatieve voorzieningen' en Industriële doeleinden hebben. Door de aanleg van de dijk komen de gronden met de bestemming Groen en recreatieve voorzieningen' en Industriële doeleinden ten noorden van de nieuwe dijk buitendijks te liggen. Daarom is dit alternatief eveneens als zeer negatief (- - -) beoordeeld. 246\310 Geertruidenberg en Amertak

249 Figuur Ruimtebeslag en vigerende bestemmingen Slikpolder Dijkverlegging Geertruidenberg en Amertak 247\310

250 Criterium tijdelijke hinder (geluid, trillingen) tijdens realisatiefase Amercentrale- Donge West Amercentralehaven + Donge West haven Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Beoordeling Er staan relatief veel woningen die hinder kunnen ondervinden van het trillen of heien van constructies of van grondwerkzaamheden en grondaanvoer (pipingberm) (zie bijlage 5 voor een contourenkaart). Voor de dijkverleggingsalternatieven vindt de aanleg van de nieuwe dijk op een kortere afstand van een aantal woningen plaats, voor de overige alternatieven vinden de werkzaamheden welliswaar op een grotere afstand plaats maar over een langer traject. Alle alternatieven zijn daarom negatief beoordeeld op het aspect tijdelijke hinder, met uitzondering van stabiliteitsberm plus geotextiel. Voor het geotextiel (in combinatie met een kortere stabiliteitsberm) wordt onder andere gebruik gemaakt van een freesmachine die naar verwachting minder hinder veroorzaakt. Daarom is de score voor dit alternatief licht negatief. 248\310 Geertruidenberg en Amertak

251 Criterium verandering recreatieve functies Tabel Criterium verandering recreatieve functies Amercentrale- Donge West Amercentralehaven + Donge West haven Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Beoordeling Amercentralehaven De Amercentralehaven is niet toegankelijk voor recreanten. Het stuk grond ten oosten van de dijk is in eigendom van RWE en officieel ook niet toegankelijk voor recreanten. Het effect van alle varianten is daarom als neutraal beoordeeld (0). Dit criterium is op dit traject niet onderscheidend. Donge West In het gebied is een ijsbaan gelegen, mogelijk is deze tijdelijk niet in gebruik te nemen doordat de toegangsweg niet bereikbaar is tijdens de werkzaamheden. De verschillende alternatieven zorgen ervoor dat de oevervegetatie zal verdwijnen. Dit zal voor de belevingswaarde tijdelijk licht negatieve effecten opleveren. Het effect van alle varianten is daarom als licht negatief beoordeeld (-). Dit criterium is op dit traject niet onderscheidend. Amercentralehaven + Donge West (inclusief alternatief dijkverlegging) Bij de beoordeling van de alternatieven langs het huidige dijktraject geeft de beoordeling van het deel Donge West de doorslag. De dijk als wandelroute voor omwonenden en de ijsbbaan is tijdelijk minder goed bereikbaar. Verder zal de recreatieve beleving tijdelijk licht negatief beinvloed worden. De effecten zijn licht negatief voor de 4 alternatieven op de huidige dijk. Geertruidenberg en Amertak 249\310

252 De dijkverlegging zal de toegankelijkheid van de Slikpolder niet verder bemoeilijken in de eindsituatie, maar in de recreatieve beleving wordt de polder wel meer afgesloten. Langs de amercentralehaven zal de recreatieve route aldaar (tijdelijk) minder goed toegankelijk zijn. En bij de aansluiting van de nieuwe dijk op de huidige dijk aan de oostzijde zal tijdelijke hinder voor recreatieve functies zijn vanwege berikbaarheid. Daartegenover staat dat de inrichting van het buitendijkse gebied van de Slikpolder op dat moment ook kansen biedt voor nieuwe recreatieve functies, bijvoorbeeld gerelateerd aan natuurontwikkeling. Al met al scoren de dijkverleggingsalternatieven licht negatief op dit criterium Criterium invloed op verkeer (veiligheid & verkeersafwikkeling) Tabel Criterium verkeer Amercentrale- Donge West Amercentralehaven + Donge West haven Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Beoordeling Voor deze projectlocaties is de invloed op verkeer tijdens de uitvoering van de dijkversterking sterk afhankelijk van de uitvoeringsmethode: vanaf het water of vanaf het droge (aanvoer materiaal). Beide opties zijn namelijk mogelijk. Bij de beoordeling is er in dit MER vanuit gegaan dat grond wordt aangevoerd via het water en de damwanden over de weg. Voor de alternatieven Stab berm + pipingberm betekend dat dat bewegingen van vrachtverkeer slechts heel lokaal ter plekke van de werkzaamheden zijn. Dit is beoordeeld als licht negatief effect. Voor de overige alternatieven met een constructie zal wel verkeer door bewoond gebied plaatsvinden. Er staan relatief veel woningen, er zijn kleine wegen en het gebied wordt gebruikt voor extensieve recreatie, daarom kan tijdens de realisatie van alle alternatieven het extra vrachtverkeer risico s 250\310 Geertruidenberg en Amertak

253 opleveren voor de verkeersveiligheid en verkeersafwikkeling. Overige alternatieven scoren daarom negatief (--). Voor de dijkverleggingalternatieven is welliswaar sprake van de aanleg van constructies over een kortere lengte, de hoeveelheid grond die dichter op woningen moet worden aangebracht in de slikpolder compenseert dit. Ook voor deze alternatieven is de scoren daarom negatief (--). Het werkverkeer zal gebruik maken van de bestaande wegen. De dijken langs de Slikpolder zijn te bereiken via de Amerweg en Rivierkade. Tijdelijke toename van werk- en / of vrachtverkeer zal over de bestaande wegen plaatsvinden. Het aantal verkeersbewegingen zal tijdelijk toenemen. Mogelijk worden bestaande wegen tijdelijk afgesloten, omgeleid of zal de verkeersveiligheid afnemen door een toename van vrachtverkeer. Geertruidenberg en Amertak 251\310

254 Criterium invloed op scheepvaart Voor deze projectlocaties is de invloed op scheepvaart tijdens de uitvoering van de dijkversterking sterk afhankelijk van de uitvoeringsmethode: vanaf het water of vanaf het droge (aanvoer materiaal). Beide opties zijn namelijk mogelijk. Indien vanaf het droge wordt gewerkt, heeft de uitvoering geen invloed op de scheepvaart. Indien er direct aan de kering vanaf het water wordt gewerkt is er wel een onderscheidend effect te verwachten. Er zijn geen effecten voor onderhoudbaarheid en geen effecten voor toekomstige uitbreidbaarheid van de vaarweg te verwachten. Tabel Criterium invloed op scheepvaart bij werken vanaf het water Amercentralehaven Donge West Amercentralehaven + Donge West Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + pipingberm Hinder tijdens de realisatie * bij werken vanaf het water * Gebruiksfase bevaarbaarheid Gebruiksfase beheer en onderhoud Toekomstige uitbreiding Totaal beoordeling Amercentralehaven In de Amercentrale haven is voldoende ruimte om aan de waterkering te kunnen werken zonder dat er grootschalige hinder of stremming van scheepvaart optreedt. Echter ten opzichte van de HSAO zal er een beperking van de bevaarbare ruimte zijn en zijn scheepvaartbewegingen ten 252\310 Geertruidenberg en Amertak

255 behoeve van de realisatie voor de grondoplossingen niet uit te sluiten. Dit geldt voor alle alternatieven waarbij extra grond moet worden aangebracht dus ook voor het dijkverleggingsalternatief variant 1. In de gebruiksfase wijzigt de bevaarbaarheid niet ten opzichte van de HSAO. Wanneer in grond wordt gewerkt zal er meer transport plaatsvinden en dus de hinder toenemen. Donge West en Dijkverlegging Slikpolder Er is een smaller profiel voor scheepvaart beschikbaar en langs dit traject vindt meer scheepvaart plaats. Werkzaamheden (aanvoer grond) vanaf het water hebben zodoende een grotere impact op de scheepvaart dan bij Amercentralehaven. Dit wordt als licht negatief beoordeeld ten opzichte van de HSAO vanwege het grondverzet. Damwanden worden bij de slikpolder vanaf het droge aangebracht. Dit geldt voor alle alternatieven. Omdat voor het aanleggen van de grondbermen in de betreffende alternatieven alle bomen op en langs de kering worden verwijderd, krijgt de wind ter hoogte van Slikpolder meer vrij spel op de Donge. Dit kan leiden dat hogere golven en meer ongunstige zijwind bij de Donge monding. Deze alternatieven worden op bevaarbaarheid gebruiksfase daarom licht negatief beoordeeld. Dit geldt niet voor de dijkverlegging Slikpolder. Voor dit alternatief hoeven immers niet de bestaande bomen direct langs het dijktraject Donge-West in de Slikpolder te worden gekapt Criterium complexiteit realisatie door aanwezigheid kabels en leidingen Tabel Criterium complexiteit realisatie door k&l Amercentrale- Donge West Amercentralehaven + Donge West haven Dijkverlegging, variant 2 constructie damwand Amercentralehaven Dijkverlegging, variant 1 combi stab.berm + pipingscherm Anercentralehaven Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + peaping Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping Tussenbeoordeling Beoordeling Amercentralehaven Geertruidenberg en Amertak 253\310

256 Langs de Amercentrale loopt een hoofdgasleiding. Onder de waterkering is parallelle gasleiding zeer ongewenst. Wanneer het traject direct langs de Amercentrale wordt versterkt met een damwand buiten de veiligheidszone van de gasleiding, kan deze leiding behouden blijven. Bij alternatieven waarbij de gasleiding binnen de veiligheidszone van de waterkering komt te liggen, is verlegging van de leiding noodzakelijk. Dit geldt niet voor het alternatief constructie damwand. Donge West Hier zijn geen conflicten met k&l te verwachten. Alle alternatieven scoren neutraal Effectbeoordeling Donge Oost Criterium effecten op bereikbaarheid woningen en bedrijven Tabel Effectbeoordeling effecten op bereikbaarheid woningen en bedrijven Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Beoordeling Op de dijk aan de oostzijde van de Donge is enkel een onderhoudsweg voor het waterschap gelegen. Direct ten westen van de dijk is bestaande bebouwing van bedrijven op het industrieterrein Dombosch gesitueerd. Beide alternatieven hebben geen effect op de bereikbaarheid van woningen of bedrijven. Het effect is neutraal (0). 254\310 Geertruidenberg en Amertak

257 Figuur Wegen en ruimtebeslag alternatieven Donge Oost Geertruidenberg en Amertak 255\310

258 Criterium invloed ruimtebeslag Tabel Effectbeoordeling criterium invloed ruimtebeslag Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Beoordeling Bij het dijktraject Donge Oost blijft het ruimtebeslag bij de verschillende oplossingsrichten (zie figuur 12.x) binnen het profiel van de bestaande dijk. Er is dus geen ruimtebeslag op naastgelegen functies. Dit aspect is daarom voor alle alternatieven neutraal beoordeeld (0) en daarom niet onderscheidend. 256\310 Geertruidenberg en Amertak

259 Figuur Ruimtebeslag en vigerende bestemmingen Donge Oost Geertruidenberg en Amertak 257\310

260 Criterium tijdelijke hinder (geluid, trillingen) tijdens realisatiefase Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Beoordeling Alle alternatieven zijn negatief beoordeeld (met uitzondering van stabiliteitsberm plus geotextiel). Er staan relatief veel woningen die hinder kunnen ondervinden van het trillen of heien van constructies of van grondwerkzaamheden en grondaanvoer (pipingberm). Voor het geotextiel (in combinatie met een kortere stabiliteitsberm) wordt onder andere gebruik gemaakt van een freesmachine die naar verwachting minder hinder veroorzaakt. Daarom is de score voor dit alternatief licht negatief Criterium verandering recreatieve functies Tabel Criterium verandering recreatieve functies Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Beoordeling De dijken langs de Oostzijde van de Donge is ingericht als graasweide voor schapen. De verschillende alternatieven zorgen ervoor dat de oevervegetatie zal verdwijnen. Dit zal ten 258\310 Geertruidenberg en Amertak

261 opzichte van de belevingswaarde tijdelijk licht negatieve effecten opleveren. Het effect van alle varianten is daarom als licht negatief beoordeeld (-). Dit criterium is op dit traject niet onderscheidend Criterium invloed op verkeer (veiligheid & verkeersafwikkeling) Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Beoordeling Alle alternatieven hebben een licht negatieve of negatieve beoordeling. Er staan relatief veel bedrijven en enkele winkels, daarom kan tijdens de realisatie het extra vrachtverkeer risico s opleveren voor de verkeersveiligheid en verkeersafwikkeling. Het werkverkeer zal gebruik maken van de bestaande wegen. Het aantal verkeersbewegingen zal tijdelijk toenemen. Mogelijk worden bestaande wegen tijdelijk afgesloten, omgeleid of zal de verkeersveiligheid afnemen door een toename van vrachtverkeer. Een groot deel van de grond zal echter ook over water kunnen worden aangevoerd. Geertruidenberg en Amertak 259\310

262 Criterium invloed op scheepvaart Tabel Criterium invloed op scheepvaart Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Realisatiefase Gebruiksfase bevaarbaarheid Gebruiksfase Beheer en onderhoud vaarweg Toekomstige uitbreidbaarheid vaarweg Beoordeling Gezien de beperkte ruimte om de dijkversterking aan de Donge Oost-zijde te realiseren, is werken vanaf het water te meest voor de hand liggende werkwijze. Dit beperkt de doorvaarbreedte en zal bij de af- en aanvoer van materiaal en materieel voor enige hinder zorgen. In de gebruiksfase is er geen wijziging ten opzichte van de HSAO. Omdat de Donge geen doorgaande scheepvaartroute is, wordt de kans op verbreding van de Donge zeer klein geacht. Een verdieping is op termijn echter gezien de aanwezigheid van de werven niet uit te sluiten. Geen van de alternatieven staat een verdieping van de Donge in de weg. 260\310 Geertruidenberg en Amertak

263 Criterium complexiteit realisatie door aanwezigheid kabels en leidingen Tabel Criterium invloed op scheepvaart Donge Oost Constructie damwand Combi stab,berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Kabels en leidingen Op dit traject zijn geen planologisch relevante kabels en leidingen bekend. Hier zijn dus geen conflicten met kabels en leidingen te verwachten. Alle oplossingen scoren neutraal. Geertruidenberg en Amertak 261\310

264 11.7 Conclusie en mitigerende maatregelen Tabel Overzicht beoordeling op criteria Amertak West Amertak Amertak Oost Amertak Oost Amertak Oost Noord West Zuid Noord Midden Zuid Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Ondoorlatende laag Constructie/innovatief geotextiel Constructie pipingscherm Grond piping Effect op bereikbaarheid woningen en bedrijven Invloed ruimtebeslag Tijdelijke hinder tijdens realisatiefase Verandering recreatieve functies Invloed op verkeer Effecten op de scheepvaart Kabels en leidingen Overwegend vergelijkbare effecten treden op voor de eerste vijf criteria. Het alternatief piping is hierop een uitzondering, vanwege negatieve scores voor ruimtebeslag (en ook bereikbaarheid). Voor de gehele Amertak geldt dat de constructieve oplossingen het meest gunstig uitpakken voor de scheepvaart. De ondoorlatende laag wordt op alle locaties als zeer negatief beoordeeld. In dijktraject Amertak Zuid Oost hebben bijna alle alternatieven negatieve scores, vanwege mogelijk aanzienlijke aanpassingen om de leidingstraat te passeren. 262\310 Geertruidenberg en Amertak

265 Tabel Overzicht beoordeling op criteria Amercentrale en Donge West Amercentralehaven + Donge West Variant 1 Grond stab.berm dijkverlegging Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Grond stab.berm + piping dijkverlegging Variant 2 Constructie damwand en Effect op bereikbaarheid woningen en bedrijven Invloed ruimtebeslag Tijdelijke hinder tijdens realisatiefase Verandering recreatieve functies Invloed op verkeer Effecten op de scheepvaart Kabels en leidingen Overwegend treden bij de alternatieven vergelijkbare negatieve of licht negatieve effecten voor de verschillende criteria. De damwand heeft de meest gunstige neutrale beoordeling op ruimtebeslag, bereikbaarheid, scheepvaart en kabels en leidingen. Op die laatste twee criteria scoort ook dijkverleggingsvariant 2 met damwand relatief gunstig. Alternatief stabiliteitsberm + piping en de dijkverleggingen wijken enkel bij het criterium ruimtebeslag wel af in negatieve zin, vanwege de zeer negatievere scores op ruimtebeslag door de grote grondlichamen. Geertruidenberg en Amertak 263\310

266 Tabel Overzicht beoordeling op criteria Donge oost Donge Oost Constructie damwand Combi stab.berm + geotextiel Combi stab.berm + pipingscherm Effect op bereikbaarheid woningen en bedrijven Invloed ruimtebeslag Tijdelijke hinder tijdens realisatiefase Verandering recreatieve functies Invloed op verkeer Effecten op de scheepvaart Kabels en leidingen Voor Donge Oost geldt dat alle oplossingen voor het overgrote deel neutraal tot licht negatief zijn beoordeeld ten opzichte van de HSAO. Voor de alternatieven met damwand en de stabiliteitsberm + pipingscherm wordt meer tijdelijke hinder verwacht, daarom hebben deze alternatieven op dit criterium wel een negatieve score. De criteria scheepvaart en kabels en leidingen zijn ook niet onderscheidend voor de keuze van de oplossing op het traject Donge Oost. Mitigerende maatregelen Voorbeelden van de nemen maatregelen zijn: Kansen om de (werkzaamheden aan de) dijktrajecten te benutten om het netwerk van recreatieve routes te versterken 264\310 Geertruidenberg en Amertak

267 De relatie tussen de dijktrajecten en het recreatief groen van Geertruidenberg Met name de heiwerkzaamheden leiden tot grote geluidsbelastingen. De (te) hoge geluidsbelasting ten gevolge van grondwerkzaamheden zal waarschijnlijk alleen bij een verspreid liggende woning aan de orde zijn. Tevens zijn er adressen waar mogelijk een beperking geldt voor het uitvoeren van de activiteiten gedurende een langere periode. Een nader gedetailleerder onderzoek voor de uitvoering moet uitwijzen in hoeverre daadwerkelijk sprake is van overschrijdingen van de blootstellingsduur dan wel met welke stille(re) technieken eventueel wel zou kunnen worden voldaan aan de grenswaarden uit het bouwbesluit. Het verleggen van het huidige voet- fietspad aan de dijkteen naar de kruin kan de beleving voor recreatie vergroten. Aanleggen van vissersplaatsen door bijvoorbeeld het toepassen van vlakke betonplaten in de oever kan mogelijk kansen bieden voor de recreatieve gebruikswaarde. Daarnaast zou de mogelijkheid voor een pontje over de Amertak ingepast kunnen worden door ruimte te reserveren voor een aanlegplaats in de oever. Dijken kunnen in veel gevallen onderdeel zijn van functionele en recreatieve routes door het gebied. Onder andere bij de oostelijke dijk langs de Amertak valt meerwaarde te behalen wanneer deze toegankelijk worden gemaakt.. Geertruidenberg en Amertak 265\310

268 12 Kosten Voor het ontwerp van de kansrijke alternatieven geldt als uitgangspunt sober en doelmatig volgens de kaders vanuit het HWBP. De kosten voor de verschillende kansrijke alternatieven worden inzichtelijk gemaakt middels de SSK-systematiek. Binnen deze systematiek worden de totale kosten over de gehele levensduur (inclusief beheer en onderhoudskosten) van het betreffende alternatief berekend. Deze systematiek is bedoeld om onderscheidende ontwerpoplossingen met elkaar te kunnen vergelijken om zodoende de meeste doelmatige oplossing inzichtelijk te maken. Het meest doelmatige alternatief wordt in principe bepaald op grond van de totale levensduurkosten van de verschillende alternatieven. Daarbij wordt een analyseperiode van 100 jaar gehanteerd. Hiermee wordt voorkomen dat alternatieven met zeer lage investeringskosten maar zeer hoge beheer en onderhoudskosten de voorkeur krijgen (korte termijn denken). Om goed inzicht te krijgen in de verschillen tussen de alternatieven wordt in de berekening per alternatief onderscheid gemaakt in: Investeringskosten Levensduurkosten Projectkosten (=som investeringskosten + levensduurkosten) Contante waarde (= contante waarde totale projectkosten) Amertak West Noord Alternatieven gericht op dit dijktraject 266\310 Geertruidenberg en Amertak

269 Tabel 12.1 Levensduurkosten Amertak West Noord Amertak West - Noord Totale investeringskosten, incl. BTW VZG + Oeververd Constructie + Oeververd Pipingberm + Oeververd Totale Levensduurkosten, incl. BTW Totale Projectkosten, incl. BTW NB: In deze tabel zijn slechts 3 van de 4 versterkingsalternatieven opgenomen. Het alternatief Beperking Contante Waarde 100 jaar Projectkosten doorlatendheid voorland kan immers niet op dijktrajectniveau worden vergeleken met de overige alternatieven. Op grond van kosten gaat de voorkeur uit naar toepassing van het verticaal zanddicht geotextiel. Dit alternatief heeft zowel lage investeringskosten als lage levensduurkosten waardoor de contante waarde significant lager is dan beide andere alternatieven. Op de tweede plaats komt de toepassing van een pipingconstructie. Ondanks de hogere investeringskosten, heeft deze toepassing een lagere LCC waarde waardoor de investering zich op lange termijn terugverdient. De pipingconstructie wordt hier specifiek vermeld aangezien met de toepassing van het verticaal zanddicht geotextiel nog zeer weinig ervaring is opgedaan. Alternatief Beperking doorlatendheid voorland De beperking van de doorlatendheid van het voorland door de oever en bodem van de Amertak ondoorlatend te maken is op zichzelf een dure maatregel. Deze maatregel ondervangt echter voor een belangrijk deel de dijkversterking aan beide zijden van het kanaal en omvat bovendien direct ook de vervanging van de oeververdediging. In onderstaande figuur is inzichtelijk gemaakt voor welke delen het ondoorlatend maken van de bodem aan beide zijden van de Amertak de dijkversterking vervangt (midden à m) en voor welke delen dit slechts voor één zijde uitkomst biedt (noord à 360 m en zuid à m). Voor een eerlijk vergelijk van dit alternatief dient deze derhalve te worden vergeleken met de gecombineerde overige versterkingsalternatieven van de dijken langs de gehele Amertak. Geertruidenberg en Amertak 267\310

270 Figuur 12.1 Overzicht alternatieven Amertak West Noord Als basis van de vergelijking wordt in onderstaande tabel gestart met de toepassing van slechts het alternatief om de Amertak ondoorlatend te maken. Er zijn dan geen aanvullende versterkingsalternatieven benodigd. Dit alternatief is echter relatief duur aangezien het in het noorden van de Amertak en met name in het zuidelijk deel van de Amertak slechts de versterking van een dijk aan één zijde van het kanaal bewerkstelligt. In dat geval is het een relatief dure oplossing. Hierom zijn aanvullende alternatieven opgesteld waarbij het middendeel van de Amertak ondoorlatend wordt gemaakt (en daarmee de dijken aan beide zijde versterkt), en voor 268\310 Geertruidenberg en Amertak

271 het noordelijk en zuidelijk deel andere versterkingsalternatieven zijn gekozen (benoemd in de tabel). Voor een integraal vergelijk van het alternatief Beperking doorlatendheid voorland met de overige versterkingsalternatieven, zijn tot slot ook de totale kosten opgenomen van het versterken van de dijken langs de Amertak middels een verticaal zanddicht geotextiel en middels een pipingconstructie. Tabel 12.2 Levensduurkosten Amertak West Noord Amertak totaal Totale investeringskosten, incl. BTW Ondoorlatend maken Noord, Ondoorlatend maken Midden, Ondoorlatend maken Zuid Ondoorlatend maken Midden, VZG Oost-Noord, VZG West-Zuid Ondoorlatend maken Midden, Constructie Oost-Noord, Constructie West-Zuid Totale Levensduurkosten, incl. BTW Totale Projectkosten, incl. BTW Contante Waarde 100 jaar Projectkosten Ondoorlatend maken Midden, Pipingberm Oost-Noord, Constructie West-Zuid Overal VZG + Oeververd Overal Constructie + Oeververd Uit bovenstaande tabel volgt dat het ondoorlatend maken van de Amertak een aanzienlijk duurder alternatief vormt dan de beide andere alternatieven. Ondanks de aanzienlijk lagere levensduurkosten wegen de hoge investeringskosten zwaar door in de totale levensduurkosten. Het alternatief Beperking doorlatendheid voorland heeft voor de versterking van de dijken langs de Amertak hierdoor niet de voorkeur. Geertruidenberg en Amertak 269\310

272 Amertak West Zuid Tabel 12.3 Levensduurkosten Amertak West Zuid Amertak West - Zuid Totale investeringskosten, incl. BTW VZG + Oeververd Constructie + Oeververd Totale Levensduurkosten, incl. BTW Totale Projectkosten, incl. BTW NB: In deze tabel zijn slechts 3 van de 4 versterkingsalternatieven opgenomen. Het alternatief Beperking Contante Waarde 100 jaar Projectkosten doorlatendheid voorland kan immers niet op dijktrajectniveau worden vergeleken met de overige alternatieven. Op grond van kosten gaat de voorkeur uit naar toepassing van het verticaal zanddicht geotextiel. Dit alternatief heeft zowel lage investeringskosten als lage levensduurkosten waardoor de contante waarde significant lager is dan beide andere alternatieven. Amertak Oost Noord Tabel 12.4 Levensduurkosten Amertak Oost Noord Amertak Oost - Noord Totale investeringskosten, incl. BTW VZG + Oeververd Constructie + Oeververd Pipingberm + Oeververd Totale Levensduurkosten, incl. BTW Totale Projectkosten, incl. BTW NB: In deze tabel zijn slechts 3 van de 4 versterkingsalternatieven opgenomen. Het alternatief Beperking Contante Waarde 100 jaar Projectkosten doorlatendheid voorland kan immers niet op dijktrajectniveau worden vergeleken met de overige alternatieven. Op grond van kosten gaat de voorkeur uit naar toepassing van het verticaal zanddicht geotextiel. Dit alternatief heeft zowel lage investeringskosten als lage levensduurkosten waardoor de contante waarde significant lager is dan beide andere alternatieven. 270\310 Geertruidenberg en Amertak

273 Voor de tweede plaats heeft toepassing van een pipingconstructie de lichte voorkeur. Ondanks de licht hogere investeringskosten én levensduurkosten heeft deze variant een licht lagere LCC waarde (i.v.m. vervanging na 100 jaar). De pipingconstructie wordt hier specifiek vermeld aangezien met de toepassing van het verticaal zanddicht geotextiel nog zeer weinig ervaring is opgedaan. Amertak Oost Midden Tabel 12.5 Levensduurkosten Amertak Oost Midden Amertak Oost Midden Totale investeringskosten, incl. BTW VZG + Oeververd Constructie + Oeververd Pipingberm + Oeververd Totale Levensduurkosten, incl. BTW Totale Projectkosten, incl. BTW NB: In deze tabel zijn slechts 3 van de 4 versterkingsalternatieven opgenomen. Het alternatief Beperking Contante Waarde 100 jaar Projectkosten doorlatendheid voorland kan immers niet op dijktrajectniveau worden vergeleken met de overige alternatieven. Op grond van kosten gaat de voorkeur uit naar toepassing van het verticaal zanddicht geotextiel. Dit alternatief heeft zowel lage investeringskosten als lage levensduurkosten waardoor de contante waarde significant lager is dan beide andere alternatieven. Op de tweede plaats komt de toepassing van een pipingconstructie. Ondanks de hogere investeringskosten, heeft deze toepassing een lagere LCC waarde waardoor de investering zich op lange termijn terugverdient. De pipingconstructie wordt hier specifiek vermeld aangezien met de toepassing van het verticaal zanddicht geotextiel nog zeer weinig ervaring is opgedaan. Geertruidenberg en Amertak 271\310

274 Amertak Oost Zuid Tabel 12.6 Levensduurkosten Amertak Oost Zuid Amertak Oost Zuid Totale investeringskosten, incl. BTW VZG + Oeververd Constructie + Oeververd Pipingberm + Oeververd Klimaatdijk Totale Levensduurkosten, incl. BTW Totale Projectkosten, incl. BTW NB: In deze tabel zijn slechts 3 van de 4 versterkingsalternatieven opgenomen. Het alternatief Beperking Contante Waarde 100 jaar Projectkosten doorlatendheid voorland kan immers niet op dijktrajectniveau worden vergeleken met de overige alternatieven.. Op grond van kosten gaat de voorkeur uit naar toepassing van het verticaal zanddicht geotextiel. Dit alternatief heeft zowel lage investeringskosten als lage levensduurkosten waardoor de contante waarde significant lager is dan beide andere alternatieven. Voor de tweede plaats heeft toepassing van een pipingconstructie de voorkeur. Ondanks de hogere investeringskosten én levensduurkosten heeft deze variant een lagere LCC waarde (i.v.m. vervanging na 100 jaar). De pipingconstructie wordt hier specifiek vermeld aangezien met de toepassing van het verticaal zanddicht geotextiel nog zeer weinig ervaring is opgedaan. Het alternatief klimaatdijk laat zich niet vergelijken en is daarom in de tabel niet aangemerkt met een kleur. Dit alternatief scoort aanzienlijk hoger qua kosten en is verklaarbaar doordat de gehele polder achter dit dijktraject wordt opgehoogd tot het dijkkruinniveau benodigd in Dit maakt gebruik van de achterliggende polder onafhankelijk van de ontwikkelingen op het gebied van waterveiligheid. De waarde van deze meerkosten kan middels een maatschappelijke kosten baten analyse (MKBA) worden afgezet tegen de meerwaarde aan gebruiksmogelijkheden in het gebied. Een dergelijke analyse voert echter te ver voor deze studie en is derhalve niet meegenomen. Bovendien lijken de andere oplossingen gezien het beperkte ruimtebeslag kansrijker te zijn waardoor dit alternatief afvalt. 272\310 Geertruidenberg en Amertak

275 Slikpolder (Amercentralehaven + Donge West) Tabel 12.7 Levensduurkosten Slikpolder Amercentralehaven en Donge West Slikpolder; - Amercentrale - Donge West Totale investeringskosten, incl. BTW Totale Levensduurkosten, incl. BTW Totale Projectkosten, incl. BTW Contante Waarde 100 jaar Projectkosten Stab. Berm + VZG Stab. Berm + Constructie Stab. Scherm Pipingberm Dijkverlegging + Stab scherm Dijkverlegging + Stab berm + pipingconstr Op grond van de contante waarde van de alternatieven doorgerekend over 100 jaar valt op dat de dijkverlegging in combinatie met het toepassen van een scherm langs Amercentralehaven als het meest doelmatig kan worden beschouwd. Dit alternatief wordt echter op de voet gevolgd door versterking van de huidige dijk middels een damwand (stabiliteitsscherm). Hierdoor ontstaat geen uitgesproken voorkeur voor één van beide alternatieven. Duidelijk is wel dat beide alternatieven aanzienlijk goedkoper zijn dan de overige alternatieven. Op grond van investeringskosten vraagt de toepassing van een stabiliteitsscherm om de laagste investering (op het verticaal zanddicht geotextiel na). Het kostenverschil tussen beide dijkverleggingsalternatieven (variant 1 en 2) zijn aanzienlijkzowel op het gebied van LCC als op het gebied van investeringskosten. Dit hangt niet alleen samen met het feit dat de combinatie berm en scherm langs de Amercentralehaven (variant 1) op zichzelf duurder is dan de combinatie met de toepassing van slechts een scherm langs de Amercentralehaven. Belangrijk deel van het kostenverschil kan worden verklaard doordat bij variant 1 de nabijgelegen hoge druk gasleiding moet worden verlegd (aanzienlijke kosten). Bij bepaling van de onderhoudskosten van de dijkverlegging is vanzelfsprekend rekening gehouden met de minderkosten voor het beheer en onderhoud (langjarig) van circa 660 meter dijktraject dat minder hoeft te worden beheerd en onderhouden. Geertruidenberg en Amertak 273\310

276 Donge Oost Tabel 12.8 Levensduurkosten Donge Oost Donge Oost Totale investeringskosten, incl. BTW Stab. Berm + VZG Stab. Berm + Constructie Stab. Scherm Totale Levensduurkosten, incl. BTW Totale Projectkosten, incl. BTW Contante Waarde 100 jaar Projectkosten Op grond van kosten gaat de voorkeur uit naar toepassing van het stabiliteitsscherm. De investeringskosten zijn weliswaar hoger dan toepassing van de gecombineerde oplossing van een stabiliteitsberm met een verticaal zanddicht geotextiel, de totale levensduurkosten vallen lager uit.. 274\310 Geertruidenberg en Amertak

277 Bijlage 1 Referentielijst

278 Alkemade et al Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak conditioneringsonderzoek lucht- en geluidsaspecten, inclusief Aerius bijlage. Grontmij Nederland bv. Bodemkwaliteitskaart Brabant, oktober 2011 Canon van Geertuidenberg. Geraadpleegd via: Emond et al Effecten op natuur van dijkversterkingstracé Geertruidenberg. Verkennend onderzoek in het kader van de natuurwetgeving. Bureau Waardenburg bv Groenbeheerplan Rijkskanalen Noord-Brabant en Midden-Limburg H+N+S Landschapsarchitecten (2016). Onderzoek cultuurhistorische en landschappelijke waarden Geertruidenberg en Amertak. H+N+S Landschapsarchitecten (2017). Nota ruimtelijke diagnose en ambitie, deel 1 en 2. Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak. RAAP (2015). Plangebied Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak. Gemeenten Geertruidenberg Raap (2014). Drimmelen en Oosterhout. Notitie Archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek. RAAP-notitie Tauw (2017). Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak. Technisch achtergrondrapport bij Nota VKA. Visie op de ecologische functie van de Rijkskanalen in Noord-Brabant en Midden-Limburg Zwanenburg, Natuurtoets Dijkversterking Amertak Geertruidenberg. Ecologica bv.

279 Bijlage 2 Verklarende woordenlijst

280

281 achterland alternatief autonome ontwikkeling bekleding bevoegd gezag binnen(-dijks, -teen) Commissie voor de m.e.r. compenserende maatregelen dijkdeuvels dijkpaal dijkringgebied dijksectie dijkvernageling dijkverbeteringsplan EHS erosie freatisch grondwater geometrie geotextiel heavescherm initiatiefnemer het gebied dat binnen een dijkring ligt en dat door de dijkring beschermd wordt tegen overstroming reële oplossingsrichting voor een dijksectie de ontwikkeling van het milieu en andere factoren als de voorgenomen activiteit niet wordt uitgevoerd; het betreft alleen die ontwikkelingen die kunnen worden afgeleid uit vastgesteld beleid gras of stenen die op de dijk zijn aangebracht om het dijklichaam te beschermen tegen erosie door wind- of golfkracht de overheidsinstantie die bevoegd is het m.e.r.-plichtige besluit te nemen en die de m.e.r.-procedure organiseert aan de kant van het land onafhankelijke commissie die het bevoegd gezag adviseert over richtlijnen voor de inhoud van het MER en de beoordeling van de kwaliteit van het MER; wordt afgekort als Cmer, Cie-mer of Commissie-m.e.r. maatregelen die gericht zijn op het vervangen van (natuur)-waarden die verloren gaan stalen buizen waaromheen een ontvouwbare kunststof hoes over de dikte van de zachte klei/veenlagen is aangebracht. Deze worden dóór het dijklichaam en de onderliggende zachte lagen tot in het draagkrachtige zand geplaatst. Door de deuvels in een waaiervorm te plaatsen, wordt de dijk effectief versterkt op zijn zwakste plaats juist boven het draagkrachtige zand. paaltjes op de dijk die de locatie op de dijk aangeven, vergelijkbaar met hectometerpaaltjes langs de snelweg gebied dat door een aaneengesloten stelsel van waterkeringen of hoge gronden beveiligd is tegen overstroming door het buitenwater. De in de Waterwet genoemde dijkringgebieden worden beschermd door primaire waterkeringen deel van de dijk met een eigen specifieke samenhang en herkenbaarheid grondversterking, een soort grondwapening vergelijkbaar met de benodigde wapening in beton. De nagels geven de bestaande dijk extra sterkte waardoor het afschuiven van de dijk wordt verhinderd plan dat volgens de Waterwet wordt opgesteld als voorstel voor de verbetering van de dijk, dijkverbeteringsplan is eigenlijk de oude term volgens de Wet op de waterkering, de Waterwet gebruikt formeel de term projectplan Ecologische Hoofdstructuur erosie is de afslijting door de invloed van het water op het dijklichaam ondiep grondwater afmetingen en vorm van de dijk textiel dat in een dijk kan worden aangebracht, waardoor piping kan afnemen ook wel kwelscherm. Kunstmatige maatregel om kwelwater tegen te houden rechtspersoon die de m.e.r.-plichtige activiteit wil ondernemen

282 inspraak kruinhoogte kunstwerk kwelscherm kwelwater kwelweg leeflaag m.e.r. macrostabiliteit MER mitigerende maatregelen overslag piping pipingberm primaire waterkering referentiesituatie rijksmonument Rode Lijstsoorten startnotitie talud VKA voorland waakhoogte gelegenheid voor een betrokkene om zijn mening, zienswijze kenbaar te maken hoogte van het bovenste vlakke gedeelte van een dijk civieltechnische constructies, in deze startnotitie vaak met de functie om water te keren ook wel heavescherm. Kunstmatige maatregel om kwelwater tegen te houden grondwater dat onder druk aan de oppervlakte uit de bodem komt Weg die het kwelwater af moet leggen tussen het in- en uittredepunt een minimaal 50 cm dikke teelaarde laag ter vervanging van de bekleding van de waterkering. Geen onderdeel van het geotechnisch, waterkerend profiel milieueffectrapportage, de procedure stabiliteit tegen afschuiven van grote delen van een grondlichaam langs rechte of gebogen glijvlakken milieueffectrapport, het document verzachtende, effectbeperkende maatregelen water dat over de kruin slaat als gevolg van golfslag Water stroomt door de kade, dijk of ander kunstwerk als gevolg van een groot waterstandsverschil berm met filterwerking (waterdoorlatend), waardoor uitspoeling van zand wordt voorkomen dijken en duinen die een dijkringgebied direct afschermen tegen bedreigend buitenwater dit is de situatie als er geen dijkverbetering plaatsvindt maar wel autonome ontwikkelingen doorgang vinden. In het MER worden de alternatieven hiermee vergeleken om inzicht te krijgen in de effecten. geografische, archeologische of bouwkundige waarde die wordt beschermd volgens de Monumentenwet soorten die op de Rode Lijst staan, een lijst met bedreigde en kwetsbare planten- en diersoorten eerste formele stap in de m.e.r.-procedure, waarmee de voorgenomen activiteit wordt bekend gemaakt en hoe het onderzoek naar milieueffecten zal verlopen het hellende deel van het dijklichaam Voorkeursalternatief, het alternatief dat de voorkeur van de initiatiefnemer heeft. buitendijks gelegen land veiligheidsmarge tussen de kruinhoogte van een dijk en de waterstand ter voorkoming van ernstige, ter compensatie van onzekerheden in de berekening van de MHW en het begaanbaar houden van de dijk; voor de waakhoogte wordt een minimale waarde van 0,5 meter aangehouden.

283 Bijlage 3 Noodzaak passende beoordeling bij dijkversterking Geertruidenberg en Amertak (GEA)

284

285 Inleiding Ten behoeve van het m.e.r. wordt in deze notitie kort puntsgewijs op een rij gezet wat de noodzaak is om voor GEA een passende beoordeling uit te voeren in het kader van de Wet Natuurbescherming (Wnb). Wettelijk kader Het wettelijk kader wordt gevormd door de Wet natuurbescherming. Er ligt één beschermd gebied in de directe omgeving van het plangebied. Dat is het Natura 2000-gebied Biesbosch. Als het optreden van significant negatieve effecten niet op voorhand kan worden uitgesloten (in de voortoets) is een passende beoordeling nodig. Negatieve effecten door een project kunnen optreden door directe effecten (zoals oppervlakteverlies) of indirecte effecten (zogenaamde externe werking, zoals stikstofdepositie). Daarnaast is het logisch effecten op te splitsen in tijdelijke (met name tijdens de aanlegfase) en permanente effecten. De dijkversterking vindt plaats buiten Natura 2000-gebied, directe effecten in het gebied zijn daarom bij voorbaat uitgesloten. Wat staat er in de voortoets van GEA? In de voortoets van de dijkversterking GEA van Ecologica (Zwanenburg, 2016) zijn effecten op het Natura 2000-gebied beschreven. Uit het rapport blijkt dat geen significant negatieve effecten optreden op beschermd Natura 2000-gebied en de aangewezen doelen. Wel wordt geconcludeerd dat mogelijk sprake kan zijn van negatieve tijdelijke effecten (maar niet significant) voor bever, meervleermuis, blauwborst en rietzanger. In de voortoets wordt overleg met de provincie aanbevolen over de noodzaak van een vergunning voor deze tijdelijke effecten. Uit de voortoets blijkt dat geen sprake is van permanente negatieve effecten. Hoe zit het dan met stikstof? Effecten door stikstofdepositie vallen onder de zogenaamde externe effecten. In de voortoets van Ecologica worden effecten door stikstof weggeschreven. Grontmij heeft ook naar de effecten van stikstofuitstoot gekeken en een worst case berekening gedaan met Aerius (conditioneringsonderzoek lucht- en geluidsaspecten, december 2015). Daaruit blijkt dat een vergunning nodig is, maar dat deze op het moment van de berekening wel verkregen kon worden. Op het moment dat de vergunning daadwerkelijk wordt aangevraagd is een passende beoordeling voor het aspect stikstof niet meer nodig omdat voor het PAS al een passende beoordeling is gemaakt, waarnaar verwezen kan worden. Daarbij moet bedacht worden dat ontwikkelingsruimte niet statisch is en ook op kan raken. Wij adviseren daarom om parallel aan het planvormingstraject zo snel mogelijk ook concreet een vergunning aan te vragen onder het PAS. Omdat sinds 2015 enkele updates in Aerius zijn gedaan kan wellicht ook met een melding volstaan worden, als de depositie onder de 1 mol blijft.

286 Figuur 10 uit het rapport van Ecologica met ruimere werkgrenzen Hoe verder met tijdelijke effecten? Bever In de voortoets is uitgegaan van een worst case benadering. Inmiddels is er meer duidelijkheid over de te kiezen alternatieven en grenzen van het plangebied. Daaruit blijkt dat de grens van het deelplangebied Amertak west noord binnendijks blijft (waar dat in de voortoets ruimer genomen is). Overigens ligt deze burcht buiten het Natura 2000-gebied en is deze niet essentieel voor het behalen van de doelen binnen het Natura 2000-gebied (waarmee geen effect in het kader van Natura 2000 op kan treden). Het binnendijkse landbouwgebied behoort niet tot het territorium van de bever, daarnaast zorgt de dijk voor een visuele barrière wat verstoring voorkomt. Omdat de burcht circa 50 meter van het werkgebied gelegen is, moet wel rekening worden gehouden met geluid en trillingen bij uitvoering binnen korte afstand van de burcht (nodig vanuit soortenbescherming Wnb). Als daarnaast in het juiste seizoen gewerkt wordt, kan verstoring goed voorkomen worden. Voor de andere beverburchten (deelgebied Amertak Oost-noord en Donge oost) uit de voortoets geldt dat deze gezien de huidige plangebiedgrens verder van het plangebied liggen (>100 meter) en met enkele maatregelen ten aanzien van trilling en geluid geen sprake is van verstoring door de werkzaamheden. De maatregelen moeten verder uitgewerkt worden in een werkprotocol voor de aannemer.

287 Figuur 1. Deelplangebieden Amertak west-noord (links) en Amertak oost-noord (rechts) en aanwezige beverburchten (gele ster). Rietzanger/ blauwborst In de voortoets is geen duidelijke eindconclusie opgenomen ten aanzien van deze vogels. Significante effecten worden duidelijk uitgesloten in de tekst. Over het optreden van tijdelijke effecten is de conclusie vaag en wordt overleg met de provincie aanbevolen, omdat er wel wat geschikt habitat verloren kan gaan bij de werkzaamheden. Uit de nieuwe werkgrenzen blijkt echter dat geen werkzaamheden plaatsvinden in Natura 2000-gebied en dat dus ook geen sprake is van habitatverlies. Er bevindt zich een territorium van de blauwborst en rietzanger in de slikpolder. Beide locaties bevinden zich buiten Natura 2000-gebied. Dus geldt op deze plaatsen alleen het onderdeel soortenbescherming uit de Wnb. Uiteraard is het wenselijk geschikt habitat van deze soorten te sparen bij de uitvoering indien mogelijk. Meervleermuis In de voortoets staat hierover: De Amertak vormt een belangrijke vliegroute voor de meervleermuis. Van dijkversterkende maatregelen is niet te verwachten dat deze een verstorend effect op deze vliegroute hebben. Wanneer echter verlichting wordt geplaatst die op het water schijnt is er wel sprake van verstoring en moeten effecten nader worden beoordeeld. Vooralsnog is er geen reden voor nieuwe verlichting en dus ook geen effect. Noodzaak voor een passende beoordeling? Er is op voorhand duidelijk dat geen sprake is van significant negatieve effecten. Een passende beoordeling is daarom niet nodig. Noodzaak voor een vergunning? Het wordt in de voortoets aanbevolen om de maatregelen die tijdelijke effecten voorkomen vast te leggen in een werkprotocol en voor te leggen aan het bevoegd gezag. De voortoets concludeert dat een vergunning nodig is voor de tijdelijke effecten en dat overleg met het bevoegd gezag

288 nodig is. Uit bovenstaande analyse blijkt dat, mede door actualisatie van de werkgrenzen, alleen een tijdelijk effect kan optreden op de beverburchten in deelgebieden Amertak Oost-noord en Donge Oost. Omdat deze burchten op een ruime afstand liggen zijn effecten met enkele maatregelen helemaal te voorkomen. Dit betekent dat strikt genomen geen vergunning nodig is, maar het kan wel handig zijn deze beoordeling ambtelijk voor te leggen aan het bevoegd gezag. In het kader van soortenbescherming kan nog steeds een ontheffing nodig zijn, bijvoorbeeld voor vleermuizen in geval van bomenkap.

289 Bijlage 4 Bomen

290

291 Slikpolder Sectie Alternatieven Omgang bomen F. Grondoplossing (piping- en stabiliteitsberm) Rood omlijnde bomen moeten weg G. Grondoplossing (stabiliteitsberm) + constructieve oplossing (kwelscherm) Rood omlijnde bomen moeten weg H. Grondoplossing (stabiliteitsberm) + innovatieve pipingoplossende Rood omlijnde bomen moeten weg maatregel Slikpolder Amercentrale I. Constructieve oplossing (functie: stabiliteit- en kwelscherm) Bomen blijven behouden Slikpolder Donge West J. Dijkverlegging a. tpv Amercentrale haven: G Grondoplossing (stabiliteitsberm) + constructieve oplossing (kwelscherm) b. tpv Amercentrale haven: I. Constructieve oplossing (functie: stabiliteit- en kwelscherm) a. Rood+geel omlijnde bomen moeten weg b. Geel omlijnde bomen moeten weg F. Grondoplossing (piping- en stabiliteitsberm) Blauw+zwart+paars omlijnde bomen moeten weg G. Grondoplossing (stabiliteitsberm) + constructieve oplossing (kwelscherm) Blauw+paars omlijnde bomen moeten weg H. Grondoplossing (stabiliteitsberm) + innovatieve pipingoplossende maatregel I. Constructieve oplossing (functie: stabiliteit- en kwelscherm) Bomen blijven behouden J. Dijkverlegging (opgenomen bij sectie Slikpolder Amercentrale) Blauw+paars omlijnde bomen moeten weg Figuur b4.1 Bomen Slikpolder

292 Amertak West Noord en Oost Noord Sectie Alternatieven per sectie Omgang bomen A. Grondoplossing (pipingberm) + vervangen Bomen (dubbele bomenrij, oranje omlijnd) op de huidige berm moeten oeververdediging weg Bomen (dubbele bomenrij, oranje omlijnd) op de huidige berm moeten B. Constructieve oplossing (kwelscherm) + weg. Er is een kans dat de bomen gehandhaafd kunnen blijven, wanneer vervangen oeververdediging het scherm tussen de bomen en de kruin van de dijk wordt geplaatst. Deze kans is in deze fase niet te kwantificeren. Amertak West Noord en Amertak Oost - Noord Amertak Oost - Midden Amertak Oost - Zuid Amertak West - Zuid C. Innovatieve pipingoplossende maatregel + vervangen oeververdediging D. Aanbrengen doorlatendheidbeperkende maatregelen bodem Amertak + vervangen oeververdediging A. Grondoplossing (pipingberm) + vervangen oeververdediging B. Constructieve oplossing (kwelscherm) + vervangen oeververdediging C. Innovatieve pipingoplossende maatregel + vervangen oeververdediging D. Aanbrengen doorlatendheidbeperkende maatregelen bodem Amertak + vervangen oeververdediging A. Grondoplossing (pipingberm) + vervangen oeververdediging B. Constructieve oplossing (kwelscherm) + vervangen oeververdediging C. Innovatieve pipingoplossende maatregel + vervangen oeververdediging D. Aanbrengen doorlatendheidbeperkende maatregelen bodem Amertak + vervangen oeververdediging Bomen (dubbele bomenrij, oranje omlijnd) op de huidige berm moeten weg Er is een kans dat de bomen gehandhaafd kunnen blijven, wanneer het scherm tussen de bomen en de kruin van de dijk wordt geplaatst. Deze kans is in deze fase niet te kwantificeren. Bomen blijven gehandhaafd Rood en geel omlijnde bomen/begroeiing moet weg Rood omlijnde bomen/begroeiing moet weg Rood omlijnde bomen/begroeiing moet weg Bomen/begroeiing blijft gehandhaafd Blauw omlijnde bomen/begroeiing moet weg Blauw omlijnde bomen/begroeiing moet weg Blauw omlijnde bomen/begroeiing moet weg Bomen/begroeiing blijft gehandhaafd E. Klimaatdijk Blauw omlijnde bomen/begroeiing moet weg B. Constructieve oplossing (kwelscherm) + vervangen oeververdediging Begroeiing blijft behouden C. Innovatieve pipingoplossende maatregel + vervangen oeververdediging Begroeiing blijft behouden D. Aanbrengen doorlatendheidbeperkende maatregelen bodem Amertak + vervangen Begroeiing blijft behouden oeververdediging

293 Figuur b4.2 Bomen Amertak

Informatieavond Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak

Informatieavond Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Informatieavond Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Informatieavond 15 december 2016 Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Programma 1. Welkomstwoord bestuurder Louis van der Kallen 19.30 19.35

Nadere informatie

Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak

Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Van Projectmanager Klaas Sloots Aan Directieteam en Dagelijks Bestuur van waterschap Brabantse Delta Document Memo met bestuurlijke samenvatting van de "Nota

Nadere informatie

M.e.r. Dijkversterking 14A Geertruidenberg en Amertak. Notitie Reikwijdte en detailniveau

M.e.r. Dijkversterking 14A Geertruidenberg en Amertak. Notitie Reikwijdte en detailniveau M.e.r. Dijkversterking 14A Geertruidenberg en Amertak Notitie Reikwijdte en detailniveau Definitief, 19 november 2016 M.e.r. Dijkversterking 14A Geertruidenberg en Amertak Notitie Reikwijdte en detailniveau

Nadere informatie

Onderwerp: notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) Dijkversterking 14A Geertruidenberg en Amertak

Onderwerp: notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) Dijkversterking 14A Geertruidenberg en Amertak Waterschap I n g e k o m e n Ş, Brabantse Delta 1 DEC 2016 Provincie Noord-Brabant III II II III IIIIII II II 4115863 DIV S T AN Gedeputeerde Staten van N oord-brabant De heer J. Sonnevijlle Postbus 90151

Nadere informatie

Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak

Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Van Advies- en ingenieursbureau TAUW Aan Waterschap Brabantse Delta + Bestuurlijke Stuurgroep Document Nota Voorkeursalternatief (VKA) Inhoud In de basis dient

Nadere informatie

BOUWSTENEN VOOR HET VERSTERKEN VAN EEN DIJK

BOUWSTENEN VOOR HET VERSTERKEN VAN EEN DIJK BOUWSTENEN VOOR HET VERSTERKEN VAN EEN DIJK Concept november 2016 Inhoud 1. INLEIDING...3 2. OVERZICHT BOUWSTENEN OM HOOGTEPROBLEEM OP TE LOSSEN...5 3. OVERZICHT BOUWSTENEN OM BINNENWAARTSE INSTABILITEIT/

Nadere informatie

Informatieavond. Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak

Informatieavond. Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Informatieavond Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Informatieavond 1 december 2015 Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak (GEA) Programma 1. Toelichting op het project door projectmanager de

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem 5 maart 2018 Met de omgeving, voor de omgeving Programma Welkom Stand van zaken project Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) De procedure Alternatieven

Nadere informatie

Welkom! Dijkdenkersbijeenkomst VI Masterclass Besluitvorming & MER

Welkom! Dijkdenkersbijeenkomst VI Masterclass Besluitvorming & MER Welkom! Dijkdenkersbijeenkomst VI Masterclass Besluitvorming & MER Welkom! Programma Welkom en Introductie Doel van de masterclass Korte terugblik Vooruitblik volgende bijeenkomst Masterclass door Patrick

Nadere informatie

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies

Nadere informatie

Q&A s dijkverbetering Gorinchem Waardenburg

Q&A s dijkverbetering Gorinchem Waardenburg Maart 2016 Q&A s dijkverbetering Gorinchem Waardenburg Wat is de planning van deze dijkverbetering? De dijk moet eind 2022 veilig zijn en gereed om zijn taak uit te voeren. De afwerking zal doorlopen tot

Nadere informatie

Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 mei 2005 / rapportnummer 1430-68 College van Gedeputeerde Staten van Gelderland Postbus 9090 6800 GX ARNHEM uw

Nadere informatie

Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen

Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen Concept, 20 juli 2011 Verantwoording Titel Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen Opdrachtgever STOWA Projectleider ir. B. (Bob) van Bree Auteur(s)

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem 18 april 2017 Met de omgeving, voor de omgeving Programma 1) Verslag omgevingswerkgroep 17-11-2016 2) Kennismaking 3) De omgevingswerkgroep 4) Proces 5)

Nadere informatie

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen 19 april 2017 Met de omgeving, voor de omgeving Programma 1) Welkom en kennismaking 2) Korte terugblik en vooruitblik op proces 3) Formatie omgevingswerkgroep en

Nadere informatie

Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F

Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F Dijkvak F 3 juli 2018 Ouderkerk aan den IJssel D2017-12-000411 Programma voor vanavond o 19.00 Inloop o 19.15 Presentatie voorgenomen dijkversterking

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Zevenbergen Terheijden Overzichtskaart met uitsnede van het deelgebied (dijkvak B100b) en vogelvlucht foto (Google Earth) Sectie Dijkvakken

Nadere informatie

MIRT-verkenning Varik-Heesselt

MIRT-verkenning Varik-Heesselt MIRT-verkenning Varik-Heesselt Toetsingsadvies over de notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen 12 mei 2017 / projectnummer: 3137 1. Advies over notitie kansrijke oplossingsrichtingen De provincie Gelderland,

Nadere informatie

Waterkeringen Perkpolder

Waterkeringen Perkpolder Waterkeringen Perkpolder Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 maart 2012 / rapportnummer 2422 58 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zeeland en het Waterschap Scheldestromen willen de waterkeringen

Nadere informatie

Havenkwartier Zeewolde

Havenkwartier Zeewolde Havenkwartier Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 september 2011 / rapportnummer 2459 60 Oordeel over het MER Voor de aanleg van de woonwijk Polderwijk te Zeewolde is in 2003 de procedure

Nadere informatie

Dijkversterking Hellevoetsluis

Dijkversterking Hellevoetsluis Dijkversterking Hellevoetsluis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 mei 2013 / rapportnummer 2596 51 1. Oordeel over het MER Het Waterschap Hollandse Delta heeft het voornemen om twee dijkvakken

Nadere informatie

Deltawerken. Watersnood. Dijkversterking Dorpsstraat Capelle aan den IJssel. Bewonersavond Capelle aan den IJssel Woensdag 29 augustus 2012

Deltawerken. Watersnood. Dijkversterking Dorpsstraat Capelle aan den IJssel. Bewonersavond Capelle aan den IJssel Woensdag 29 augustus 2012 Bewonersavond Capelle aan den IJssel Woensdag 29 augustus 2012 Dijkversterking Dorpsstraat Capelle aan den IJssel Informatieavond 29 augustus 2012 Programma: 20:00-20:05 Welkom wethouder Jouke van Winden

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvullingen wind en geur 16 mei 2017 / projectnummer: 3041 1. Toetsingsadvies

Nadere informatie

Dijkvaksessies 2017 augustus - oktober 2017

Dijkvaksessies 2017 augustus - oktober 2017 Dijkvaksessies 2017 augustus - oktober 2017 Doel Doel van de dijkvaksessies zijn: Bespreken van de kansrijke alternatieven Bespreken van de zogenoemde zeef 2, de criteria waarop de kansrijke alternatieven

Nadere informatie

Reactienota Notitie Reikwijdte en Detailniveau Dijkversterking Stadsdijken Zwolle. 23 juni 2016

Reactienota Notitie Reikwijdte en Detailniveau Dijkversterking Stadsdijken Zwolle. 23 juni 2016 Reactienota Notitie Reikwijdte en Detailniveau Dijkversterking Stadsdijken Zwolle 23 juni 2016 Deze reactienota is opgesteld door waterschap Drents Overijsselse Delta in samenwerking met de Provincie Overijssel.

Nadere informatie

Alternatieve locaties baggerberging, provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Alternatieve locaties baggerberging, provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Alternatieve locaties baggerberging, provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 6 augustus 2008 / rapportnummer 2015-43 1. OORDEEL OVER HET MER De provincie Utrecht is voornemens om

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Terheijden Dijkvak omschrijving Lengte in m Opgave B117a_b Bastion 803 Hoogte Overzichtskaart met aanduiding dijkvak B117a_b, impressie van de natte EVZ en

Nadere informatie

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Toelichting bij het Auteur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Registratienummer 15.18021 Datum April 2015 1. AANLEIDING PEILBESLUIT Het dient herzien te worden vanwege

Nadere informatie

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16-12-2010 / rapportnummer 2302-55 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zuid-Holland heeft het voornemen om

Nadere informatie

Herinrichting Neherkade Den Haag

Herinrichting Neherkade Den Haag Herinrichting Neherkade Den Haag Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 mei 2013 / rapportnummer 2486 66 1. Oordeel over het milieueffectrapport MER De gemeente Den Haag heeft het voornemen de

Nadere informatie

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Advies voor richtlijnen voor het milieueffectrapport 8 oktober 2009 / rapportnummer 2313-28 1. HOOFDPUNTEN VAN HET MER Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

Startdocument planmer bestemmingsplan Haven Wageningen

Startdocument planmer bestemmingsplan Haven Wageningen Startdocument planmer bestemmingsplan Haven Wageningen 1 mei 2012 Startdocument planmer bestemmingsplan Haven Wageningen Verantwoording Titel Startdocument planmer bestemmingsplan Haven Wageningen Opdrachtgever

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Baarlo - Hout-Blerick

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Baarlo - Hout-Blerick Omgevingswerkgroep Dijkversterking Baarlo - Hout-Blerick 6 maart 2018 Met de omgeving, voor de omgeving Programma Welkom Stand van zaken Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) De procedure Bouwstenen

Nadere informatie

Dijkversterking Omringkade Marken

Dijkversterking Omringkade Marken Dijkversterking Omringkade Marken Het ontwerp Projectgroep/klankbordgroep 19 juni 2012 Welkom! Doel van deze bijeenkomst: Toelichting geven op ontwerp dijkversterking Gedachten wisselen over dilemma s

Nadere informatie

Bestemmingsplan Omgeving Nauerna, gemeente Zaanstad

Bestemmingsplan Omgeving Nauerna, gemeente Zaanstad 2017/5525 Bestemmingsplan Omgeving Nauerna, gemeente Zaanstad Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 22 december 2016 / projectnummer: 2872 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Bijlage A. Begrippenlijst

Bijlage A. Begrippenlijst Bijlage A. Begrippenlijst Begrippenlijst dijkverbeteringsplan Aanleghoogte Kruinhoogte van de dijk onmiddellijk na het gereedkomen ervan. Beheer Berm Beroep Beschoeiing Binnendijks Binnentalud Boezem Boezempeil

Nadere informatie

Dijkversterking Hellevoetsluis VP-WAK-0016 Projectnota/Milieueffectrapportage

Dijkversterking Hellevoetsluis VP-WAK-0016 Projectnota/Milieueffectrapportage VP-WAK-0016 Projectnota/Milieueffectrapportage Projectmanager C.G. Bekker Datum : 5 maart 2013 PROJECTNOTA/MILIEUEFFECTRAPPORT DIJKVERSTERKING HELLEVOETSLUIS WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA 5 maart 2013 076635743:C

Nadere informatie

Dijkverbetering IJsseldijk bij Gouda

Dijkverbetering IJsseldijk bij Gouda Dijkverbetering IJsseldijk bij Gouda Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 april 2016 / projectnummer: 2276 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 april 2016 / projectnummer: 3109 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Simpelveld heeft

Nadere informatie

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk Bewonersbijeenkomst 05-07-2016 Sterke dijken, veilige toekomst In 2006 is in totaal circa 33 kilometer van de Markermeerdijken van

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Maashoek, Steyl

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Maashoek, Steyl Omgevingswerkgroep Dijkversterking Maashoek, Steyl 11 april 2017 Met de omgeving, voor de omgeving Programma 1) Welkom en kennismaking met nieuwe deelnemers 2) Verslag en actielijst vorige bijeenkomst

Nadere informatie

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel

Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Dijkversterking Waddenzeedijk Texel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 juli 2015 / rapportnummer 2313-75 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Nadere informatie

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R-11199 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 7 juli 2011 075609261:A - Definitief C03011.000173.0100 Samenvatting In 2013 vindt

Nadere informatie

Startbijeenkomst. Dijkverbetering Gorinchem-Waardenburg

Startbijeenkomst. Dijkverbetering Gorinchem-Waardenburg Startbijeenkomst Dijkverbetering Gorinchem-Waardenburg welkom Het projectteam Gert-Jan Goelema Martin Groenewoud Hans Verkerk en Henriëtte Nonnekens Jelle Sipkema Ivo van de Berg Lia Steensma Ellen Roks

Nadere informatie

zaaknummer

zaaknummer Bezoekadres Gebouw Marktstate Eusebiusplein 1a 6811 HE Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Het college van dijkgraaf en heemraden van het Waterschap Rijn en IJssel Postbus 148 7000 AC DOETINCHEM

Nadere informatie

25 JANUARI 2001 INHOUDSOPGAVE

25 JANUARI 2001 INHOUDSOPGAVE TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT HAVEN EN BEDRIJVENTERREIN VOSSENBERG-WEST II, TILBURG 25 JANUARI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 1 2. OORDEEL OVER HET MER... 2 2.1 Algemeen...2 2.2 Toelichting

Nadere informatie

19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE

19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT DIJKVERSTERKING OOSTELIJK FLEVOLAND 19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER EN AANBEVELINGEN VOOR DE BESLUITVORMING...2 2.1 Algemeen...

Nadere informatie

Aanvulling ruimtelijke onderbouwing

Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Dijkversterking Spui Oost Gemeente Korendijk Waterschap Hollandse Delta 1 oktober 2013 definitief Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Dijkversterking Spui Oost Gemeente

Nadere informatie

Datum 16 april 2012 Onderwerp aanbieding ter goedkeuring van het vaststellingsbesluit projectplan Perkpolder

Datum 16 april 2012 Onderwerp aanbieding ter goedkeuring van het vaststellingsbesluit projectplan Perkpolder I lillil 11111111111111111111 1111111111 lillillil 1111 12009448 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres: Postadres: Postbus 5014 4330 KA Middelburg Gedeputeerde Staten van

Nadere informatie

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 oktober 2015/ rapportnummer 3070 1. Oordeel over het milieueffectrapport De gemeente Cromstrijen

Nadere informatie

: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier : Andries van Houwelingen : Ilse Hergarden, Carola Hesp

: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier : Andries van Houwelingen : Ilse Hergarden, Carola Hesp HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier : Andries van Houwelingen : Ilse Hergarden, Carola Hesp : BD2867 : Natuurontwikkeling

Nadere informatie

LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Partiële herziening 2018

LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Partiële herziening 2018 LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Waterschap Aa en Maas Behoort bij DB-besluit nr. 140518/4.5.2 Inhoud 1. Inleiding 2. Leggerbepalingen 3. Kaarten 4. Toelichting Pagina 1 van 10 1. Inleiding Op

Nadere informatie

Dijkversterking Marken

Dijkversterking Marken Dijkversterking Marken Tussentijds advies 8 september 2016 / projectnummer: 2170 1. Hoofdpunten van het advies Rijkswaterstaat West-Nederland Noord heeft het voornemen een versterking uit te voeren aan

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen 5 maart 2018 Met de omgeving, voor de omgeving Programma 1) Welkom + terugblik vorige bijeenkomst 2) Waar staan we nu in het proces? 3) Resultaten draagvlakmeting

Nadere informatie

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016)

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid Westelijk van de veerdam is 2,3 km betonblokkenbekleding in de teen van de dijk afgetoetst

Nadere informatie

Verslag. Onderwerp: Omgevingswerkgroep Belfeld. Plaats/datum bespreking: Belfeld, Voorzitter: Marita Cals en Adriaan Berkhof. 1.

Verslag. Onderwerp: Omgevingswerkgroep Belfeld. Plaats/datum bespreking: Belfeld, Voorzitter: Marita Cals en Adriaan Berkhof. 1. Verslag Onderwerp: Omgevingswerkgroep Belfeld Plaats/datum bespreking: Belfeld, 11-04-2017 Voorzitter: Marita Cals en Adriaan Berkhof 1. Inleiding Marita Cals, omgevingsmanager Waterschap Limburg, opent

Nadere informatie

Holland Casino Utrecht

Holland Casino Utrecht Holland Casino Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 14 oktober 2011 / rapportnummer 2550 38 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De gemeente Utrecht

Nadere informatie

PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013.

PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013. PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013. Zwolle, 20 november 2013 Nr. Bestuur-4232 Aan het algemeen bestuur Onderwerp: HWBP Plannen van Aanpak Verkenningsfase

Nadere informatie

Memo. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra

Memo. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra Aan Gemeente Horst aan de Maas Van drs. F.M. van Schie Telefoon 0302653276 RM193104 Toelichting bij aanvraag vergunningen dijkversterking Grubbenvorst Datum 13 mei 2016 Projectnummer Onderwerp Inleiding

Nadere informatie

Hoogwaterbeschermingsprogramma Zuid-Beveland West. Informatieavond Hansweert 23 oktober 2018

Hoogwaterbeschermingsprogramma Zuid-Beveland West. Informatieavond Hansweert 23 oktober 2018 Hoogwaterbeschermingsprogramma Zuid-Beveland West Informatieavond Hansweert 23 oktober 2018 Programma 19.30 uur Opening (Bert de Smet) 19.35 uur Inleiding + korte terugblik (Alex de Smet) 19.45 uur Van

Nadere informatie

WATe.'^SCHAP r'ivicrfiviland - 3OKT. 201^ Ontvangen. Par. 1 \2 TEAM REFERENTIE DOORKIESNUMMER ADRES ONDERWERP

WATe.'^SCHAP r'ivicrfiviland - 3OKT. 201^ Ontvangen. Par. 1 \2 TEAM REFERENTIE DOORKIESNUMMER  ADRES ONDERWERP PROVINCIE :: UTRECHT Aan het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland, Postbus 599, 4000 AN Tiel WATe.'^SCHAP r'ivicrfiviland Ontvangen - 3OKT. 201^ Par. DATUM NUMMER UW BRIEF VAN

Nadere informatie

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.).

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.). Hoe vindt de trechtering van groot concept zoekgebied naar voorkeursalternatief plaats? Om tot een voorkeurslocatie voor het station en voorkeurslocatie voor de kabelcircuits te komen worden een aantal

Nadere informatie

Informatieavond. Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Harmelen e.o.

Informatieavond. Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Harmelen e.o. Informatieavond Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Harmelen e.o. 30 juni 2015 Programma Programma van de avond 19:30 21:00 uur Welkom Aanleiding voor de dijkverbetering; Ontwerpopgave; Korte Pauze;

Nadere informatie

Verslag informatiebijeenkomst Verbetering Regionale Keringen Bredaseweg Terheijden

Verslag informatiebijeenkomst Verbetering Regionale Keringen Bredaseweg Terheijden Verslag informatiebijeenkomst Verbetering Regionale Keringen Bredaseweg Terheijden Datum: 12 januari 2016 Aanvang: 20.00 uur Locatie: Café Ons Thuis, Bredaseweg 20 Terheijden Welkom door Leon van Rijthoven

Nadere informatie

Dijkverbetering Gameren

Dijkverbetering Gameren informatiebijeenkomst Dijkverbetering Gameren 15 juni 2016 Slotse Hofke Welkom Figuur: overzicht HWBP-projecten Waterschap Rivierenland (2016-2021) Programma Welkom Het project o De opgave o Aanpak en

Nadere informatie

SAMENVATTING. Witteveen+Bos/Grontmij LEU36-1 MER Veiligheid Zuidelijke Randmeren definitief 2 d.d. 31 januari 2007

SAMENVATTING. Witteveen+Bos/Grontmij LEU36-1 MER Veiligheid Zuidelijke Randmeren definitief 2 d.d. 31 januari 2007 SAMENVATTING inleiding Waterschap Vallei & Eem, Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en Rijkswaterstaat IJsselmeergebied onderzoeken de mogelijkheden om de veiligheid van de binnendijkse gebieden rond

Nadere informatie

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer Windvisie Gelderland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 21 augustus 2014 / rapportnummer 2934 28 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De provincie Gelderland

Nadere informatie

1. Voorstel aan commissie Aan de commissie wordt advies gevraagd op onderstaand voorstel aan het ab:

1. Voorstel aan commissie Aan de commissie wordt advies gevraagd op onderstaand voorstel aan het ab: Aan commissie Water 30 januari 2018 Het projectteam zal tijdens de commissie Water op 30 januari 2018 een presentatie over het VKA, het proces en het vervolg verzorgen. VOORSTEL Portefeuillehouder F. ter

Nadere informatie

Dijkversterking De Blocq van Kuffeler-Nijkerkersluis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Dijkversterking De Blocq van Kuffeler-Nijkerkersluis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Dijkversterking De Blocq van Kuffeler-Nijkerkersluis Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 2 mei 2005 / rapportnummer 1478-40 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Dijkversterking De Blocq

Nadere informatie

Verdieping Nieuwe Waterweg

Verdieping Nieuwe Waterweg Verdieping Nieuwe Waterweg Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 februari 2016 / projectnummer: 2991 1. Oordeel over het MER Het Havenbedrijf Rotterdam N.V. heeft het voornemen om de Nieuwe Waterweg,

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober

Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop 3 oktober 2002 1179-104 ISBN 90-421-1030-9 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Proces Provinciaal Inpassingsplan N279 Veghel-Asten

Proces Provinciaal Inpassingsplan N279 Veghel-Asten Proces Provinciaal Inpassingsplan N279 Veghel-Asten Waarom dit project? Een toekomstbestendige N279 Veghel-Asten is essentieel voor de economische kracht van Zuidoost-Brabant. Ook is de weg belangrijk

Nadere informatie

Nieuws brief JUNI 2010 Dijkverbetering

Nieuws brief JUNI 2010 Dijkverbetering Nieuws brief JUNI 2010 Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Zijpkade 3 Beste lezer, Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor veilige dijken, zodat u goed beschermd bent tegen het rivierwater. Het

Nadere informatie

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 18 november 2014 / rapportnummer 2941 18 1. Oordeel over het MER en de aanvulling

Nadere informatie

Verslag van KBG Slikpolder/ Donge Oost op 12 december 2017

Verslag van KBG Slikpolder/ Donge Oost op 12 december 2017 Zaaknr. : 17.ZK07690 Kenmerk : 17UT014141 Barcode : *17UT014141* Verslag van KBG Slikpolder/ Donge Oost op 12 december Plaats : Nieuwenhuijsen Scheepsbouw Geertruidenberg Aanwezig : Tiny Nieuwenhuijsen

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 augustus 2013 / rapportnummer 2755 40 1. Oordeel over het MER De gemeente Wageningen wil haar bestemmingsplan voor

Nadere informatie

Luchtkwaliteitonderzoek Zuidelijke rondweg Breda. Toetsing aan NIBM-criterium

Luchtkwaliteitonderzoek Zuidelijke rondweg Breda. Toetsing aan NIBM-criterium Luchtkwaliteitonderzoek Zuidelijke rondweg Breda Toetsing aan NIBM-criterium 10 mei 2017 Verantwoording Titel Luchtkwaliteitonderzoek Zuidelijke rondweg Breda Opdrachtgever Gemeente Breda Projectleider

Nadere informatie

Sloten, oevers en dijken op orde Oplossen Keurovertredingen informatie over grasmatten

Sloten, oevers en dijken op orde Oplossen Keurovertredingen informatie over grasmatten Sloten, oevers en dijken op orde Oplossen Keurovertredingen informatie over grasmatten Inleiding Waterschap Brabantse Delta bewaakt en onderhoudt sloten, oevers en dijken ter voorkoming van wateroverlast

Nadere informatie

Presentatie Dijktafels, maart/april Informatie voor bewoners aan de dijk

Presentatie Dijktafels, maart/april Informatie voor bewoners aan de dijk Presentatie Dijktafels, maart/april 2019. Informatie voor bewoners aan de dijk Waar zijn we op de dijk Overzichtskaart dijk met aanduiding waar we zijn Programma 19.00 Welkom Jos IJkhout 19.05 Toelichting

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu M.E.R.-BEOORDELINGSNOTITIE STROOMLI]N MAAS, FASE 3, TRANCHE $ Deelgebied Lithse Ham Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Datum

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2012 / rapportnummer 2529 60 1. Oordeel over het MER De gemeente Etten-Leur wil het bestemmingsplan voor haar

Nadere informatie

Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak

Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Aan WSBD en AWBG Document Definitieve Nota ruimtelijke diagnose en ambitie, deel 1 Inhoud De Nota ruimtelijke diagnose en ambitie is het definitieve document

Nadere informatie

27 juli 2010 / rapportnummer 2308-69

27 juli 2010 / rapportnummer 2308-69 Toetsingsadvies over de 2e aanvulling van het geactualiseerde milieueffectrapport Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Kersten, Boxmeer en de aanvulling daarop 27 juli 2010 / rapportnummer 2308-69 1.

Nadere informatie

Structuurvisie Noord-Holland

Structuurvisie Noord-Holland Structuurvisie Noord-Holland Aanvullend toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 februari 2010 / rapportnummer 2214-68 1. OORDEEL OVER HET MER Het provinciebestuur van Noord-Holland heeft het voornemen

Nadere informatie

Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht

Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht Uitbreiding golfbaan De Haar, gemeente Utrecht Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 november 2012 / rapportnummer 2019 75 1. Oordeel over het MER De gemeente Utrecht wil Golfclub

Nadere informatie

Uitbreiding bedrijventerrein De Kooi, Woensdrecht

Uitbreiding bedrijventerrein De Kooi, Woensdrecht Uitbreiding bedrijventerrein De Kooi, Woensdrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 25 juni 2015 / rapportnummer 3027 13 1. Oordeel over het MER De gemeente Woensdrecht wil bedrijventerrein

Nadere informatie

Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden

Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 26 september 2014 / rapportnummer 2971 26 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Maatschap

Nadere informatie

: Zomerbedverlaging Beneden IJssel : Onderzoek invloed inrichting uiterwaard op veiligheid primaire waterkering

: Zomerbedverlaging Beneden IJssel : Onderzoek invloed inrichting uiterwaard op veiligheid primaire waterkering Royal HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Lars Hoogduin : Ilse Hergarden : Esther van den Akker : BA8401-103-105 : Zomerbedverlaging Beneden IJssel : Onderzoek

Nadere informatie

Waterbeheerplan Aa en Maas

Waterbeheerplan Aa en Maas Waterbeheerplan Aa en Maas Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 25 februari 2015 / rapportnummer 2871 26 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) Het Waterschap Aa en Maas stelt een nieuw

Nadere informatie

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 5 maart 2015 / rapportnummer 2988 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Gelderland

Nadere informatie

Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november

Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november 2018 1 21 november 2018 2 Onderwerpen 1. Welkom en introductie klankbordgroep 2. Voorstelrondje en verwachtingen 3. Status van project/proces 4. Toelichting

Nadere informatie

Vervanging Steekterbrug Informatie bijeenkomst 6 oktober 2014 Disclaimer

Vervanging Steekterbrug Informatie bijeenkomst 6 oktober 2014 Disclaimer Vervanging Informatie Steekterbrug bijeenkomst 6 oktober 2014 Disclaimer Deze presentatie is toegelicht tijdens de informatieavond op 6 oktober in het stadhuis van de gemeente Alphen aan den Rijn. Vrije

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding Deze samenvatting hoort bij de rapportage Notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen (NKO) voor het project Dijkversterking Tiel Waardenburg en Rivierverruiming Varik - Heesselt. Werken

Nadere informatie

Noordelijke randweg Zevenbergen

Noordelijke randweg Zevenbergen Noordelijke randweg Zevenbergen Informerende raadsvergadering, 22 augustus 2012 Noordelijke randweg Zevenbergen Informerende raadsvergadering Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau Marleen Zantingh

Nadere informatie

Nota Voorkeursvariant

Nota Voorkeursvariant Nota Voorkeursvariant voor dijkversterking Tiel-Waardenburg sterke dijken schoon water Beste lezer, U heeft de brochure Nota Voorkeursvariant voor dijkversterking Tiel-Waardenburg in handen. Met deze brochure

Nadere informatie

Verslag. Onderwerp: Omgevingswerkgroep Baarlo Hout-Blerick. Plaats/datum bespreking: Baarlo, Voorzitter: mevr. Cals, dhr.

Verslag. Onderwerp: Omgevingswerkgroep Baarlo Hout-Blerick. Plaats/datum bespreking: Baarlo, Voorzitter: mevr. Cals, dhr. Verslag Onderwerp: Omgevingswerkgroep Baarlo Hout-Blerick Plaats/datum bespreking: Baarlo, 12-04-2017 Voorzitter: mevr. Cals, dhr. Spaans 1. Inleiding Marita Cals, omgevingsmanager Waterschap Limburg,

Nadere informatie

N266, Randweg Nederweert

N266, Randweg Nederweert N266, Randweg Nederweert Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 oktober 2014 / rapportnummer 2718 74 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Limburg wil samen met onder meer

Nadere informatie

Informatieavond. Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Nieuwerbrug e.o.

Informatieavond. Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Nieuwerbrug e.o. Informatieavond Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Nieuwerbrug e.o. 29 juni 2015 Programma Programma van de avond 19:30 21:00 uur Welkom Aanleiding voor de dijkverbetering; Ontwerpopgave; Korte Pauze;

Nadere informatie