BREEAM-NL Consultatie Concept Credits Afval BREEAM-NL Renovatie en (her)inrichting Versie 1, januari 2018

Transcriptie

1 Concept Credits Afval BREEAM-NL Renovatie en (her)inrichting 2018, januari 2018

2 Consultatie Concept Credits Afval BREEAM-NL Renovatie en (her)inrichting Voor de ontwikkeling van het schema BREEAM-NL Renovatie en (her)inrichting 2018 zijn de credits van verschillende categorieën uitgewerkt. In dit document vindt u de credits voor de categorie Afval. Deze credits dienen als basis voor deze nieuwe versie. Graag ontvangt DGBC feedback op deze credits. Deze eerste consultatieronde loopt van donderdag 1 februari tot vrijdag 23 februari. Afval De categorie afval bestaat uit de volgende credits: - WST01 AAfvalmanagement op de bouwplaats - WST03 Opslagruimte voor afvalmateriaal - WST04 Inrichting - WST05 Klimaatadaptatie (wordt aangeboden in een volgende consulatatie fase) - WST06 Gebouwflexibiliteit Wij ontvangen graag uw feedback Op de bovenstaande stukken ontvangen wij graag uw adviezen, aanvullingen of verbeteringen. De huidige opzet van de credits, de onderwerpen van de gestelde eisen en de daaraan gekoppelde punten staan al vast. Feedback over deze zaken kan geleverd worden, maar aanpassingen ten opzichte van de conceptteksten is hier gelimiteerd mogelijk. Uw inhoudelijke feedback is van harte welkom en kan op twee verschillende wijzen worden gegeven: 1. Feedback: U kunt uw feedback mailen naar helpdesk@dgbc.nl. Houdt er hierbij rekening dat er een duidelijke verwijzing is naar de betreffende tekst, passage of credit. Wilt u dan in het onderwerp benoemen dat het Consultatie BREEAM-NL 2018 betreft. Voor deze stukken kan uw feedback worden aangeleverd tot uiterlijk vrijdag 23 februari Live-consulatie: Op 20 februari 2018 tussen 9 en 12 uur is er de mogelijkheid om mee te doen aan live-consultatie. Deze bijeenkomst wordt gehouden bij spaces Den Haag en geeft u de mogelijkheid om met andere Experts direct feedback en verbetervoorstellen te doen ten aanzien van deze credits. De beschikbaarheid van deze sessie is beperkt. Wilt u hierbij zijn kunt u zich hiervoor via de agenda op dgbc.nl inschrijven. Wat doet DGBC met uw feedback? BREEAM-NL is een instrument voor de markt en bij nieuwe ontwikkelingen vinden wij het daarom zeer belangrijk om de markt ook hierbij te betrekken. Alle opmerkingen, adviezen, aanvullingen en verbetervoorstellen stellen wij daarom zeer op prijs. Uw feedback zal daarom zorgvuldig worden overwogen. Of bepaalde verbeteringen daadwerkelijk worden overgenomen is afhankelijk van een aantal factoren. Ten eerste zullen de wijzigingen moeten leiden tot een verduidelijking, maar niet tot een beperking van de gestelde eisen. Zoals eerder gesteld zal de nieuwe versie meer in lijn worden gebracht met BREEAM International. Dit is een nadrukkelijke wens van BRE, de eigenaar van alle BREEAM schema s. Deze organisatie zal uiteindelijk alle afwijkingen BREEAM-NL Consultatie Pagina 2 van 15 Dutch Green Building Council

3 op BREEAM International moeten goedkeuren voordat deze in de definitieve versie zullen worden opgenomen. Dutch Green Building Council BREEAM-NL Consultatie Pagina 3 van 15

4 Wst 01 Afvalmanagement op de bouwplaats Aantal beschikbar e punten Verplicht vanaf Project gebonden Defaultcredit Filtercredit Exemplary Performance 3 ***** ja nee nee 1% Deel 1 Deel 2 Deel 3 Deel 4 Verplicht ja vanaf Defaultcredit ja ja ja Van toepassing op alle functies Doel Efficiënt grondstofgebruik bevorderen door zinvol en effectief afvalbeheer en hergebruik op de bouwplaats te stimuleren. Beoordelingscriteria De credit is onderverdeeld in drie delen: - Omgang met afvalstoffen die vrijkomen door sloop en renovatie werkzaamheden (maximaal 2 punten) - Efficiënt gebruik en scheiden van grondstoffen (maximaal 2 punten) - Hergebruik en recycling van materialen (maximaal 1 punt) Er wordt aangetoond dat aan volgende criteria wordt voldaan: Minimale vereiste 1 De hoofdaannemer en afvalinzamelaar/-verwerker beschikken over een ISO 9001-certificering én een ISO certificering en/of VCA-gecertificeerd en/of heeft MVO- prestatieladder niveau 3 of hoger. Maximaal twee punten - Omgang met afvalstoffen die vrijkomen door sloop en renovatie werkzaamheden 2 Voorafgaand aan de sloop en demontagewerkzaamheden heeft er een analyse van de vrijkomende afvalstoffen plaatsgevonden aan de hand van de materiaalmodule van de Slimslopentool. 3 Minder dan 5% van de vrijkomende niet-gevaarlijke afvalstoffen wordt naar de stortplaats gebracht. 4 Op basis van het resultaat uit de materiaalmodule van de Slimslopentool kunnen het in tabel YY benoemde aantal punten worden toegekend. Maximaal twee punten - Efficiënt gebruik en scheiden van grondstoffen Eén punt 5 Er zijn passende doelstellingen geformuleerd voor de hoeveelheid vrijkomend gevaarlijke en niet-gevaarlijke (afval) materialen (aangegeven in tonnen) en vergeleken met het werkelijke vrijkomende (afval) materiaal. 6 Er worden activiteiten ontplooid om het vrijkomen van afvalmateriaal te minimaliseren, afgestemd op de gestelde doelstellingen. 7 De hoeveelheid vrijkomend afvalmateriaal wordt gemonitord en de doelen worden ten minste één keer per twee weken beoordeeld. 8 Er is een persoon aangewezen door het ontwerp-/terreinmanagementteam om het bovenstaande te implementeren. BREEAM-NL Consultatie Pagina 4 van 15 Dutch Green Building Council

5 9 Er zijn procedures ingesteld om afvalmateriaal op de bouwplaats te sorteren in minstens vijf hoofdgroepen (genoemd in tabel XX). De vijf hoofdgroepen moeten worden afgevoerd en hergebruikt of gerecycled. De vijf op de bouwplaats te sorteren hoofdgroepen moeten worden gecontroleerd in de bouwfase. Eén punt 10 Er is voldaan aan criteria 1 tot en met 6 11 Er zijn procedures ingesteld om afvalmateriaal op de bouwplaats te sorteren in minstens acht afvalgroepen (genoemd in tabel XX), af te voeren en te recyclen in diverse hoofdgroepen. De acht op de bouwplaats te sorteren hoofdgroepen moeten worden gecontroleerd in de bouwfase. Eén punt - Hergebruik en recycling van materialen 12 Er is voldaan aan criteria 1 tot en met 8 13 Een significant deel van het niet gevaarlijke afvalmateriaal is niet naar de eindverwerking gebracht. Minimaal 80% van het gewicht van het niet-gevaarlijke afvalmateriaal moet: a. Hergebruikt zijn in het bouwproject; of b. Hergebruikt zijn bij een ander bouwproject; of c. Hergebruikt worden op een andere manier door verantwoorde inname en recycling door leverancier of een gecertificeerd recyclebedrijf. Exemplary performance De volgende criteria tonen een voorbeeldige prestatie aan en maken het mogelijk 1 innovatiepunt te verdienen voor deze BREEAM-NL credit: 14 Er is voldaan aan criteria 1 tot en met Een aanzienlijk deel van het niet gevaarlijke afvalmateriaal is conform de voorwaarden uit eis 10 niet naar de eindverwerking gebracht. Dit betreft minimaal 90% van het gewicht van het niet gevaarlijke afvalmateriaal. Tabellen Tabel YY beschikbare BREEAM-NL punten bij resultaat uit de materiaalmodule van de slimslopentool Resultaat materiaalmodule slimslopentool Beschikbare BREEAM-NL punten Tabel xx hoofdgroepen te scheiden afvalmateriaal Hoofdgroep Voorbeelden Hout Steenachtige materialen Zacht hout, hardhout, boardproducten zoals triplex, spaanplaat, medium density fibreboard (MDF) Bakstenen,, terrastegels, betonpuin, etc. Isolatie Glasvezel, minerale wol, schuimplastic (gesorteerd per soort) Metaal Radiatoren, kabels, draden, stangen, platen Kunststof PE-folie Dutch Green Building Council BREEAM-NL Consultatie Pagina 5 van 15

6 Glas vlakglas Papier en Karton Verpakkingsmateriaal Gips Gipsplaat, pleister, platen van vezelcement Opmerking: restafval/bedrijfsafval en bouw en sloopafval worden niet gezien als recyclebare afvalstromen en worden daarom niet gezien als verantwoorde inname bij een afvalinzamelaar/-verwerker Aanvullingen op de criteria Ref Onderwerp Omschrijving Toepassingsgebied en scope CN1 Toepassingsge bied Deze credit is van toepassing op alle projecttypen en functies. Algemeen CN2 Uitbouw van bestaande gebouwen Voor het beoordelen van een uitbouw aan bestaande gebouwen, waar alleen de uitbouw beoordeeld wordt, hoeft alleen de uitbouw te voldoen aan de BREEAM beoordelingsrichtlijnen. CN3 Minimaliseren van afvalmateriaal Activiteiten voor afvalminimalisering zijn: 1. Doelstellingen betreffende afvalminimalisering vaststellen en daarover verslag uitbrengen 2. Ontwerp voor de standaardisering van componenten 3. Verpakkingen terugsturen voor hergebruik 4. Gemeenschappelijk hergebruik van resten of afsnijdsels overwegen 5. Initiatieven en doelstellingen betreffende afvalminimalisering opnemen in inschrijvingen op aanbestedingen of contracten, en de leveringsketen erbij betrekken 6. Het gebruik van een gebouwinformatiemodel (Building Information Modelling - BIM) overwegen 7. Ontwerpen voor off-site of modulair bouwen 8. Ontwerpen met oog voor flexibiliteit, aanpassingsmogelijkheden en toekomstige deconstructie 9. Ontwerpen om minder materialen te gebruiken 10. Gebruik van herbruikbare tijdelijke elementen zoals bekisting en bescherming. Deze lijst is niet compleet en er kunnen nog meer maatregelen betreffende afvalminimalisering worden opgenomen. Methodiek Slimslopentool De Slimslopentool is te downloaden via BREEAM.nl/hulp BREEAM-NL Consultatie Pagina 6 van 15 Dutch Green Building Council

7 Bewijsmateriaal BREEAM-NL Consultatie Criteria Ontwerpfase Opleverfase Alle Er dient onomstotelijk te worden bewezen dat de criteria uit deze credit zijn behaald. Hiertoe kunnen één of meer van de passende bewijstypen die worden vermeld in hoofdstuk 4.0 BREEAM NL Bewijsmateriaal gebruikt worden. Aanvullende informatie Relevante definities Afvalmateriaal Wanneer de hoofdaannemer geen mogelijke optie meer ziet om het (overige) materiaal te (her)gebruiken in het project kan het materiaal worden beschouwd als afval. Gevaarlijk afvalmateriaal Gevaarlijk afvalmateriaal is afvalmateriaal met gevaarlijke afvalstoffen conform de definitie in de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 1 paragraaf 1.1 artikel 1. Hergebruik Producten nog een keer gebruiken voor hetzelfde doel waarvoor deze gemaakt waren, bijvoorbeeld controle, reiniging of reparatie van plafondplaten tot nieuwe plafondplaten. Overige informatie BREEAM waardering afvalbeheer BREEAM-NL hanteert de ladder van Lansink, de treden preventie, hergebruik en recycling worden door BREEAM-NL gewaardeerd. Storten, verbranden en verbranden voor energie opwekking worden door BREEAM-NL niet gewaardeerd. Dutch Green Building Council BREEAM-NL Consultatie Pagina 7 van 15

8 Wst 03 Opslagruimte voor afvalmateriaal Aantal beschikbare punten Verplicht vanaf Project gebonden Defaultcredit Filtercredit Exemplary Performance 1 **** ja Nee nee nee Deel 1 Deel 2 Deel 3 Deel 4 ja nee nee ja Van toepassing op alle functies Doel Het bestemmen van voorzieningen die specifiek dienen voor de opslag van recyclebaar afval tijdens de exploitatie/het gebruik van het gebouw, zodat het op efficiënte wijze scheiden van recyclebaar afval wordt gestimuleerd. Beoordelingscriteria Er wordt aangetoond dat volgende criteria wordt voldaan: Eén punt Opslagruimte voor herbruikbaar afval 1. Er is een aparte ruimte/plaats gereserveerd voor de scheiding en opslag van recyclebaar afval in de gebruikersfase. Deze ruimte/plaats is: a. Duidelijk zijn aangewezen of gelabeld. b. Binnen goed bereikbare afstand van het gebouw of in het gebouw aanwezig. c. Goed bereikbaar en toegankelijk voor inzamelvoertuigen (zoals vrachtwagens). d. Afmetingen van de ruimte(n) zijn voldoende om de gescheiden opslag van recyclebare materialen tijdens de exploitatie/het gebruik van het gebouw te waarborgen 2. Als een constante productie van afval is te verwachten, moeten er voorzieningen aanwezig zijn voor compostering, met als doel het verkleinen van het aantal te voeren organisch afval en het gebruik ter plaatse te stimuleren. Om dit te bereiken moet aan de volgende criteria worden voldaan. a. Perscontainer of balenpers is geïnstalleerd in de afvalruimte van het gebouw. b. Ten behoeve van het dagelijkse productie van organisch afval zijn er compostvaten geinstalleerd; OF er worden goede voorzieningen geboden om organisch afval op te slaan voordat deze wordt opgehaald ten behoeve van compostering. c. Op de plaatsen waar organisch afval wordt opgeslagen en/of wordt gecomposteerd is een wateraansluiting en waterafvoer aanwezig. Tabellen Geen. Aanvullingen op de criteria Ref Onderwerp Omschrijving Toepassingsgebied en scope BREEAM-NL Consultatie Pagina 8 van 15 Dutch Green Building Council

9 CN1 Toepassingsge bied Projecten waarvan deel 1 en/of deel 4 wordt beoordeeld: Deze credit is van toepassing op alle functies. Projecten waarvan enkel deel 2 en/of deel 3 wordt beoordeeld: Deze credit is niet van toepassing. Algemeen CN2 Eindgebruiker niet bekend Als de eindgebruiker niet bekend is, maar de functie gebouw suggereert dat er waarschijnlijk grote hoeveelheden verpakkings- of composteerbaar afval gegenereerd zal worden, dan moet er een ruimte van passende omvang en diensten/infrastructuur aanwezig zijn. CN3 Afmetingen van de afvalruimte Het ontwerpteam toont aan dat de aangeboden afvalruimten voldoende groot zijn voor het gebouwtype, de gebruiker, de gebruikstypen en de verwachte afvalstromen en hoeveelheden. Indien het niet mogelijk is een goede oppervlakte te bepalen kunnen de volgende hoeveelheden worden gebruikt als minimum. 1. Ten minste 2 m 2 per 1000 m 2 NVO voor gebouwen <5000 m Ten minste 10 m 2 NVO voor gebouwen 5000 m Aanvullend: 2 m 2 per 1000 m 2 NVO bij gebouwen <5000 m 2 waarin catering is voorzien. OF 4. Aanvullend: Minimaal 10 m 2 NVO bij gebouwen 5000 m 2 waarin catering is voorzien. CN4 CN5 Uitbreidingen van bestaande gebouwen Opslagruimten binnen Indien er afvalvoorzieningen in het bestaande gebouw zijn, kunnen deze worden gebruikt om te beoordelen of er aan de vereisten voldaan kan worden. De omvang van deze voorziening moet voldoende zijn om de verwachte hoeveelheid recyclebaar afval tegemoet te komen. Indien de voorzieningen zich binnen bevinden, moeten de voertuigtoegangen en laadruimte groot genoeg zijn voor de voertuigen die de recyclebare afval materialen komen ophalen. CN6 restafval De ruimte voor de opslag van recyclebaar materiaal moet worden aangeboden als aanvulling op ruimten en voorzieningen voor het beheren van restafval. CN7 Kleine industriële eenheden Voor een industrieel gebouw, project of een locatie die bestaat uit een aantal kleinere eenheden, elk met een vloeroppervlak 200 m 2, zijn gedeelde voorzieningen die aan de bovengenoemde criteria voldoen voldoende om dit punt te behalen. CN8 Winkelcentra en retailparken Voor winkelcentra en retailparken moet er voldoende ruimte zijn voor elke huurder zijn verwachte hoeveelheid recyclebaar afval. Voor kleinere gehuurde ruimtes volstaan gedeelde voorzieningen die aan de bovengenoemde criteria voldoen. Huurders die een groot deel van het centrum bezetten moeten hun eigen voorzieningen hebben die aan de eisen voldoen. Indien huurders afval binnen hun eigen gehuurde ruimten moeten oplossen, dient ook aangetoond te worden dat er aan de eisen wordt voldaan. Methodiek Geen. Dutch Green Building Council BREEAM-NL Consultatie Pagina 9 van 15

10 Bewijsmateriaal Criteria Ontwerpfase Opleverfase Alle Er dient onomstotelijk te worden bewezen dat de criteria uit deze credit zijn behaald. Hiertoe kunnen één of meer van de passende bewijstypen die worden vermeld in hoofdstuk 4.0 BREEAM NL Bewijsmateriaal gebruikt worden. Aanvullende informatie Relevante definities Bereikbare afstand Een afvalruimte bevindt zich op een bereikbare afstand als de loopafstand maximaal 20 meter ten opzichte van een gebouwingang is. Perscontainer of balenpers Een machine die ontworpen is om afvalstromen samen te persen voor efficiëntere opslag en vervoer. Overige informatie geen BREEAM-NL Consultatie Pagina 10 van 15 Dutch Green Building Council

11 Wst 04 Inrichting Aantal beschikbare punten Verplicht vanaf Project gebonden Defaultcredit Filtercredit Exemplary Performance 1 nee ja nee nee nee Deel 1 Deel 2 Deel 3 Deel 4 Verplicht nee vanaf Defaultcredit ja ja nee Van toepassing op alle functies Doel Het bevorderen van de afstemming met de toekomstige gebouwgebruikster over de te gebruiken afwerking en inrichting van het gebouw met als doel het voorkomen van verspilling van materiaal. Beoordelingscriteria Er wordt aangetoond dat volgende criteria wordt voldaan: Eén punt 1. Voor te verhuren ruimten waar de toekomstige gebruiker nog niet bekend is, worden de afwerkingen en inrichting zoals vloerbedekking, wandafwerking en pantry s alleen in showopstelling getoond. 2. Als een (deel van het ) gebouw ontwikkeld wordt voor een specifieke gebruiker, heeft deze gebruiker de afwerking en/of inrichting geselecteerd of gaat deze huurder akkoord met de gekozen afwerking en/of inrichting. 3. Voor de ontwikkeling van woningen of woongebouwen (waarvan de toekomstige gebruikers niet bekend zijn) zijn de vloer, keuken en badkamer afwerkingen en inrichtingen alleen geïnstalleerd in een showruimte. Tabellen Geen. Aanvullingen op de criteria-eisen Ref Onderwerp Omschrijving Toepassingsgebied en scope CN 1 Toepassingsgeb ied Projecten waarvan deel 1 en/of deel 4 wordt beoordeeld: Deze credit is van niet toepassing Projecten waarvan enkel deel 2 en/of deel 3 wordt beoordeeld: Deze credit is van toepassing op alle functies. Algemeen Dutch Green Building Council BREEAM-NL Consultatie Pagina 11 van 15

12 CN2 Gebruiker niet betrokken Indien de gebruiker niet betrokken is bij de keuze voor de afwerkingen, kan deze credit niet worden behaald. CN3 Showopstelling Een showopstelling kan een verdieping of een afgescheiden ruimte zijn. Deze ruimte moet echter kleiner zijn dan 200 m2 NVO en maximaal 25% van het netto verhuurbare vloeroppervlak. CN4 Afwerking en inrichting Onder afwerking en inrichting worden verstaan: - Vloerbedekking en vloerafwerking - Wandafwerking - Plafondafwerking - Pantry s, waaronder aanrechtbladen met keukenkasten - Ontvangstbalies - Tussenwanden Methodiek Geen. Bewijs Criteria Ontwerpfase Opleverfase Alle Er dient onomstotelijk te worden bewezen dat de criteria uit deze credit zijn behaald. Hiertoe kunnen één of meer van de passende bewijstypen die worden vermeld in hoofdstuk 4.0 BREEAM NL Bewijsmateriaal gebruikt worden. Aanvullende informatie: Relevantie definities geen Overige informatie Geen. BREEAM-NL Consultatie Pagina 12 van 15 Dutch Green Building Council

13 Wst 05 Klimaatadaptatie Deze credit vertoont veel overeenkomsten met credits uit nog niet uitgewerkte categorieën. Consultatie hierover zal in een volgende fase plaatsvinden. Dutch Green Building Council BREEAM-NL Consultatie Pagina 13 van 15

14 Wst 06 Gebouwflexibiliteit Aantal beschikbar e punten Verplicht vanaf Project gebonden Defaultcredit Filtercredit Exemplary Performance 4 nee ja nee nee nee Deel 1 Deel 2 Deel 3 Deel 4 Verplicht ja vanaf Defaultcredit ja ja ja Niet van toepassing op de functie industrie Doel Maatregelen erkennen en stimuleren die genomen worden om in te spelen op toekomstige veranderingen in het gebruik van het gebouw gedurende de levensduur. Beoordelingscriteria Er wordt aangetoond dat aan de volgende criteria wordt voldaan: Maximaal vier punten - Gebouwflexibiliteit 1. Op basis van de score gebouwflexibiliteit kunnen de in tabel XX benoemde aantal punten worden toegekend. 2. De score gebouwflexibiliteit is bepaald op basis van de rekentool Gebouwflexibiliteit. Tabellen Tabel xx: Punten die worden toegekend bij een score gebouwflexibiliteit Score gebouwflexibiliteit Beschikbare BREEAM-NL punten 33% 1 50% 2 67% 3 84% 4 Aanvullingen op de criteria Ref Onderwerp Omschrijving Toepassingsgebied en scope CN1 Toepassingsgeb ied Utiliteit Deze credit is niet van toepassing op ruimten met de gebruiksfunctie industrie. Voor alle andere gebruiksfuncties is deze credit toepasbaar voor alle projecttypen. Algemeen BREEAM-NL Consultatie Pagina 14 van 15 Dutch Green Building Council

15 Geen Methodiek Voor deze credit wordt gebruik gemaakt van de rekentool Gebouwflexibiliteit. Deze rekentool kan worden gedownload via BREEAM.nl/hulp. Bewijsmateriaal Criteria Ontwerpfase Opleverfase Alle Er dient onomstotelijk te worden bewezen dat de criteria uit deze credit zijn behaald. Hiertoe kunnen één of meer van de passende bewijstypen die worden vermeld in hoofdstuk 4.0 BREEAM NL Bewijsmateriaal gebruikt worden. Aanvullende informatie Relevante definities Functionele aanpassingen aan een gebouw Werk aan een bestaand gebouw dat beantwoordt aan een vereiste verandering van het gebruik of aan vereisten en dat verder gaat dan onderhoud en reparatie. Deze veranderingen lossen functionele problemen op en kunnen aanzienlijke verbeteringen teweeg brengen. De functionele aanpassingswerkzaamheden kunnen verbouwingen, omzettingen of uitbreidingen zijn. Functioneel aanpassingsvermogen Het vermogen van een gebouw om te worden aangepast voor een verandering in de operationele vereisten binnen hetzelfde gebouwtype, of voor gebruik als een ander gebouwtype. Overige informatie Geen Dutch Green Building Council BREEAM-NL Consultatie Pagina 15 van 15