UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN. Wees gewaarschuwd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN. Wees gewaarschuwd"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Wees gewaarschuwd Een onderzoek naar risicobeleving en informatiebehoefte met betrekking tot rampen in de provincie Oost-Vlaanderen Beleidsrapport aantal woorden: ANNELIES DE SMET MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting COMMUNICATIEMANAGEMENT PROMOTOR: PROF. DR. Verolien Cauberghe COMMISSARIS: LIC. Dominiek Saelens COMMISSARIS:LIC. An-Sofie Claeys ACADEMIEJAAR

2 Dankwoord Het schrijven van een masterproef is geen werkstuk waar men licht over gaat, hoofdzakelijk omdat er behoorlijk wat inspanning wordt vereist van de student opgelegd met deze taak. Enerzijds is het uitschrijven van dergelijke studie een tijdrovende bezigheid die maanden -in mijn geval meer bepaald negen - in beslag neemt, anderzijds betreft het een constante focus op eenzelfde thema. Het voorgaande duidt aan dat aan het uitschrijven van een thesis heel wat wilskracht van de student in kwestie worden vereist om deze taak tot een goed eind te brengen. Bovendien start motivatie met de keuze van een onderwerp waar de student een bijzondere interesse in heeft. Het gedacht om een thesis uit te schrijven omtrent risicocommunicatie was al eens door mijn hoofd gegaan omdat ik het een zeer interessant domein vindt. Tevens ligt het onderwerp in het verlengde van mijn Bachelorproef die handelt over crisiscommunicatie. Ik verbande het idee echter uit mijn gedachten omdat ik teveel beperkingen zag aan het onderzoek dat ik voor ogen had. Ik zou het bijgevolg niet op een manier kunnen uitwerken waarmee ik tevreden zou zijn geweest. De heer Dominiek Saelens, communicatiemanager Belgisch leger en praktijkassistent verbonden aan Universiteit Gent, opende echter nieuwe perspectieven voor mij omtrent dit thema. Ik dank hem dan ook voor de kans die hij mij gaf alsnog een masterproef te kunnen uitwerken binnen het kader van risicocommunicatie. Ik zou mijn onderzoek tevens niet kunnen gevoerd hebben op de manier zoals het hier voor u ligt zonder de nodige steun van een aantal andere personen. Vooreerst wil ik hier dan ook Jessie Beurms en Julie Clément, respectievelijk persconsulent en Diensthoofd Communicatie van de Provincie Oost- Vlaanderen, danken voor de tijd en moeite die zij in mijn werkstuk investeerden. Alsook voor de print van 6600 enquêtes. Zonder hen had ik waarschijnlijk nooit een steekproef van 1218 respondenten kunnen halen, ook zou ik de praktische distributie hiervan over 11 gemeenten en 32 scholen niet hebben aangekund. Daarnaast wil ik ook Prof. Dr. Verolien Cauberghe van Universiteit Gent bedanken voor haar begeleiding van mijn proefschrift en mijn goede vriendin, Annelies Dejonckheere, voor haar bemoedigende woorden die mij altijd die extra stimulans gaven om net dat beetje meer van mijzelf te blijven geven. Ook mijn vader, Pierre De Smet, verdient hier een vermelding: zijn kritische blik en inzichten evenals zijn ervaring met crisisbeheer, hebben mij ertoe aangezet dieper en kritischer - na te denken over mijn eigen werk. Ik wil hem dan ook bedanken voor de tijd die hij vrijmaakte voor het aanhoren van mijn ideeën en het evalueren van mijn studie. Als laatste wil ik ook iedereen bedanken met wie ik zowel telefonisch als via contact had voor het opmaken van mijn vergelijkingsluik België vs.

3 Nederland. De informatie vervat in dat onderdeel van mijn thesis is voor het grootste deel moeilijk te vinden in boeken of op het internet. Zonder hun commentaren had ik het dan ook waarschijnlijk niet kunnen opmaken op de manier die ik voor ogen had.

4 Inhoudsopgave Executive Summary... 1 Inleiding... 3 Gestelde objectieven... 5 Theoretisch gedeelte Theoretische ondersteuning Waarom risicocommunicatie? Risico s en rampen Soorten risico s Risico en crisiscommunicatie Modellen en concepten m.b.t. risicocommunicatie Risicoperceptie Zelfeffectiviteit en vertrouwen in overheidsinstellingen FRIS: Een model voor risico-informatie zoekgedrag Vergelijking België & Nederland Wetgeving Europese SEVESO - richtlijn Wettelijk kader Nederland Wettelijk kader België Praktische uitwerking risicocommunicatie Nederland Nederland: het Nationaal Crisiscentrum Acties Nederland Praktische uitwerking risicocommunicatie België België: Algemene Directie Crisiscentrum Acties België: de specifieke aanpak België vs. Nederland: waar zit het verschil?...23 Methodologie Probleemstelling Gehanteerde methode Gestandaardiseerde vragenlijst in schriftelijke en elektronische vorm Keuze vragen en risico s Wetenschappelijke validering schalen en vragen... 30

5 3. Dataverzameling Selectie gemeenten en doelgroepbepaling Verspreidingsplan Schriftelijke bevraging Elektronische bevraging Afnameduur Pretest enquête...35 Resultaten Steekproefomschrijving Response-rate en verdeling Socio - demografische gegevens Geslacht Leeftijd Opleidingsniveau Wonen in gemeente Representativiteit Dimensies in data Risicoperceptie en gepercipieerde kennis Clusteranalyse risicoperceptie Dimensie risicoperceptie Risicoperceptie per cluster Risicoperceptie per risico Kans Algemeen per cluster Accidentele/intentionele sociale risico s Accidentele/intentionele risico s m.b.t. gevaarlijke stoffen Controleerbare risico s m.b.t. nutsvoorzieningen Risico s verbonden aan natuurgeweld Inschatting gevolgen Algemeen per cluster Accidentele/intentionele sociale risico s Accidentele/intentionele risico s m.b.t. gevaarlijke stoffen Controleerbare risico s m.b.t. nutsvoorzieningen Risico s verbonden aan natuurgeweld Verontrusten Algemeen per cluster Accidentele/intentionele sociale risico s... 61

6 3.5.3.Accidentele/intentionele risico s m.b.t. gevaarlijke stoffen Controleerbare risico s m.b.t. nutsvoorzieningen Risico s verbonden aan natuurgeweld Gepercipieerde kennis Algemeen per cluster Accidentele/intentionele sociale risico s Accidentele/intentionele risico s m.b.t. gevaarlijke stoffen Controleerbare risico s m.b.t. nutsvoorzieningen Risico s verbonden aan natuurgeweld Correlaties tussen dimensies Informatiebehoefte Clusteranalyse informatiebehoefte Kruistabel hoge/lage informatiebehoeftigen vs. hoge/lage risicoperceptie Verschillen gemeenten Dimensie informatiebehoefte Informatiebehoefte per cluster Correlatie informatiebehoefte en risicoperceptie Informatiebehoefte om de ernst in te schatten Algemeen per cluster Accidentele/intentionele sociale risico s Accidentele/intentionele risico s m.b.t. gevaarlijke stoffen Controleerbare risico s m.b.t. nutsvoorzieningen Risico s verbonden aan natuurgeweld Extra informatie nodig om zich te beschermen Algemeen per cluster Accidentele/intentionele sociale risico s Accidentele/intentionele risico s m.b.t. gevaarlijke stoffen Controleerbare risico s m.b.t. nutsvoorzieningen Risico s verbonden aan natuurgeweld Initiatief nemen Algemeen per cluster Correlatie initiatief nemen Accidentele/intentionele sociale risico s Accidentele/intentionele risico s m.b.t. gevaarlijke stoffen Controleerbare risico s m.b.t. nutsvoorzieningen Risico s verbonden aan natuurgeweld Afgelopen risicocommunicatie...90

7 5. Burgers en overheidsinformatie Vertrouwen in de overheid en overheidsinformatie betreffende risico s Algemeen per cluster Correlatie vertrouwen vs. geloofwaardigheid informatie Accidentele/intentionele sociale risico s Accidentele/intentionele risico s m.b.t. gevaarlijke stoffen Controleerbare risico s m.b.t. nutsvoorzieningen Risico s verbonden aan natuurgeweld Wie moet communiceren Verantwoordelijkheid Correlaties Mediagebruik Geprefereerde informatiekanalen risicocommunicatie Geprefereerde informatiekanalen tijdens incident Conclusies België vs. Nederland: zo verschillend? Conclusies m.b.t. het onderzoek Discussie Aanbevelingen Een goede basis Aanbevelingen m.b.t. campagnevoeren Aanbevelingen m.b.t. campagneopzet Aanbevelingen m.b.t. informatieverschaffing naar burgers toe Aanbevelingen m.b.t. vervolgonderzoek Referenties Appendix

8 Executive Summary We moeten onszelf als burger, maar ook als overheid, geen illusies maken: een risicoloze maatschappij is een utopie en veel risico s zijn onvermijdbaar. Dit betekent echter niet dat er geen impact kan uitgeoefend worden op de gevolgen van incidenten. Uit theorie en praktijk blijkt dat proactieve informatie bijzonder behulpzaam kan zijn in dit verband. Niettegenstaande zijn er veel overheden, waaronder de Belgische, die het ware nut van risicocommunicatie nog niet volledig inzien. Alvorens men als overheid daadwerkelijk actie kan ondernemen met betrekking tot het onderwerp, dient echter onderzoek te gebeuren naar wat de percepties en bezorgdheden van burgers omtrent incidenten waarmee ze in hun leefwereld kunnen worden geconfronteerd, alsook wat hun informatiebehoefte is daaromtrent. Dit rapport voorziet in deze noodzaak. Het onderzoek werd gevoerd aan de hand van een elektronische en schriftelijke vragenlijst en heeft als doel de risicobeleving en informatiebehoefte m.b.t. tot rampen te onderzoeken in de Provincie Oost- Vlaanderen. De enquête werd beschikbaar gesteld in de periode februari maart aan burgers, ouder dan 18 jaar, in 11 Oost-Vlaamse gemeenten: elektronisch via relevante internetfora en gemeentelijke websites, schriftelijk in de gemeenteloketten en bibliotheken. Bovendien werden de vragenlijsten onder deze laatste vorm ook meegegeven met kinderen via scholen om deze alzo door de ouders te laten invullen. Deze verspreidingsvorm leverde ons 1218 ingevulde exemplaren op, een bovengemiddelde response-rate voor een studie omtrent dit thema in Oost-Vlaanderen en tevens België. Inzichten, verworven uit het onderzoek en een vergelijking die we maakten tussen Nederland en België betreffende de aanpak van risicocommunicatie, lieten ons toe een aantal aanbevelingen te formuleren om het risicocommunicatiebeleid in de Provincie Oost-Vlaanderen te optimaliseren. Om overzicht te behouden hebben we deze ingedeeld in drie delen: Een gedeelte waarin we aanbevelingen maken met betrekking tot het ruimere Belgische niveau - het gaat hier om adviezen m.b.t. breder beleid op het Belgische niveau die weliswaar ook een zware impact hebben voor de Provincie Oost- Vlaanderen. Een twee set betreft adviezen omtrent campagnevoering inzake het thema. Tot slot maken we nog enkele recommandaties m.b.t. vervolgonderzoek. De voornaamste aanbevelingen die we kunnen meegeven zijn de volgende: - Stimuleer een debat omtrent het nut van risicocommunicatie op nationaal niveau met als doel een uitbreiding van het wettelijk kader naar alle risico s en ruimere opvattingen over 1 We vermelden dat de enquête is afgesloten bij het bekendmaken van het incident in Fukushima om verstoringen door verhoogde mediaaandacht te vermijden. 1

9 communicatie aan burgers. Hoofddoel hiervan is de creatie van een mentaliteit van risicocommunicatiecultuur die essentieel lijkt voor goed beleid. - Bouw campagnes op naar thema s bijvoorbeeld een campagne omtrent risico s inzake gevaarlijke stoffen in het algemeen i.p.v. een afzonderlijke campagne omtrent SEVESOinstellingen, enz... Deze risico s worden volgens de resultaten van de studies toch als gelijkaardig gepercipieerd. Campagnevoering op dergelijke manier is minder belastend voor de burger en goedkoper dan afzonderlijke campagnes. - Communiceer over risico s die burgers aanbelangen en waarop ze een impact kunnen hebben naar hun bescherming toe: campagnes rond risico s die te ver van burgers hun leefwereld verwijderd zijn, blijken geen impact te ressorteren. - Werk in campagnes tegelijkertijd op zelfredzaamheid en bewustzijn: dergelijke aanpak maakt burgers bewust van het bestaan van risico s maar, reduceert tegelijkertijd hun bezorgheden hieromtrent omdat gesteld wordt dat men als burger ook iets kan doen. - Stel de gemeente centraal als zender van de boodschap en pas de algemene ruimere boodschap aan aan de lokale context om de geloofwaardigheid en acceptatie ervan te verhogen. - Gebruik andere communicatiekanalen tijdens proactieve informatie dan in tijden van crisis. De traditionele instrumenten blijken hier door burgers nog zeer gewenst, maar de overheid moet haar arsenaal uitbreiden naar nieuwe en audiovisuele media. 2

10 Inleiding 13 mei 2000, dit was de katalysator voor Nederlandse beleidsmakers om meer aandacht te spenderen aan hun risicobeleid en campagnes rond het verhogen van de zelfredzaamheid en risicobewustzijn van de Nederlandse bevolking. Op die bewuste dag raakten meer dan 900 mensen gewond en kwamen 23 burgers om het leven bij ontploffingen in de vuurwerkfabriek S.E. Fireworks in Enschede. Een ramp lag bijgevolg ironisch genoeg aan de basis voor een versterkte interesse in risicocommunicatie door de Nederlandse overheid. Ook wij Belgen bleven echter niet gespaard van onheil. Enkele summiere voorbeelden zijn 23 juli 2008 waarbij zeven mensen gewond raakten bij een brand in een eetkraam op de Gentse feesten nadat de uitbater onvoorzichtig was geweest met zijn gasflessen. Recenter werden in het najaar van 2010 volledige gemeente blank gezet door overstromingen ten gevolge van zware regenval, de schade was enorm. Het zijn maar enkele rampen die een impact hadden op mens en maatschappij de afgelopen jaren. Het voorgaande doet bovendien volgende vraag rijzen: Hoeveel incidenten moeten er in België moeten gebeuren vooraleer we het Nederlands voorbeeld zullen volgen? Op de vraag of voorgaande incidenten hadden kunnen worden voorkomen, moeten we bovendien helaas een teleurstellend antwoord geven. Veel incidenten zijn niet onvermijdelijk en als burgers moeten we aanvaarden dat we leven in een risicomaatschappij waarin we dagdagelijks blootstaan aan allerhande risico s. Daarentegen kan men als overheid wel een impact uitoefenen op de uitkomst van vele incidenten door het proactief informeren van haar burgers over risico s met als doel het verhogen van de zelfredzaamheid en het risicobewustzijn onder de bevolking. Alvorens men als overheid daadwerkelijk actie kan ondernemen inzake het voorlichten van burgers, dient weliswaar eerst onderzoek te gebeuren naar wat deze hun percepties en bezorgdheden zijn omtrent incidenten waarmee ze in hun leefwereld kunnen worden geconfronteerd. Om efficiënt en effectief te kunnen communiceren, dient bovendien ook onderzocht te worden of burgers wel nood hebben aan dergelijke risico-informatie en als dit zo is, hoe men als overheid het best de uitgedragen boodschappen kan overbrengen. Het voorgaande omvat de centrale vraagstelling van deze studie die een nulmeting betreft over de stand van zaken in de Provincie Oost-Vlaanderen omtrent risicobeleving en informatiebehoefte m.b.t. rampen. Het doel ervan is om het risicocommunicatiebeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen te optimaliseren. Meer in het bijzonder formuleren we bruikbare aanbevelingen die in hoofdzaak kunnen dienen als opstap naar een sensibiliseringscampagne aangaande het thema Om de objectieven van dit beleidsrapport te vervullen, wordt vooreerst de theoretische omkadering geschetst waarbinnen het onderzoek dient te worden geplaatst. Hierin geven we meer duiden bij de 3

11 relevante concepten, maar gaan we vooral dieper in op een vergelijking tussen België en Nederland op het vlak van risicocommunicatie. Onze noorderburen worden aanzien als pionier betreffende het onderwerp. Juist omwille van haar vooruitstrevende rol zou het in deze studie bijgevolg verkeerd zijn om niet dieper in te gaan op hoe risicocommunicatie in Nederland wordt uitgerold en hoe deze aanpak verschilt van België. Uit de verschilpunten en de daar opgedane ervaring inzake o.a. campagnevoering kunnen Oost Vlaamse, maar ook Belgische, beleidsmakers bovendien leren om het eigen risicocommunicatiebeleid te verbeteren. Naast deze afweging bevat deze studie een nulmeting bij 1218 Oost-Vlamingen, ouder dan 18 jaar, uit 11 geselecteerde gemeenten. De bevindingen van dit verkennend onderzoek schetsen een beeld van wat momenteel leeft bij de bevolking omtrent risico s in hun leefwereld. Alle resultaten, alsook de aanbevelingen kan u lezen in dit rapport. Alvast veel leesgenot! 4

12 Gestelde objectieven De hoofddoelstelling van dit onderzoek betreft het formuleren van bruikbare aanbevelingen gebaseerd op verkennend onderzoek binnen het domein. Specifiek dienen hoofdzakelijk deze gericht te zijn op de opzet van een ruimere sensibiliseringscampagne omtrent omgevingsrisico s. Bijgevolg betreft deze studie een nulmeting met als doel na te gaan: - wat de huidige kennis en perceptie is van de bevolking over omgevingsrisico s; - wat de huidige kennis en perceptie is van de bevolking is betreffende de bestaande voorlichting hieromtrent; - wat de verwachtingen zijn van burgers naar de overheid toe i.v.m. risicocommunicatie; - welk mediagebruik dient te worden gehanteerd in geval van rampen. De geformuleerde adviezen zijn in eerste instantie bedoeld om het risicocommunicatiebeleid van de Provincie Oost-Vlaanderen te optimaliseren. Niettegenstaande dat zijn zij ook relevant zijn voor het nationale niveau. 5

13 Theoretisch gedeelte Elke studie vereist een theoretische omkadering waarbinnen het onderzoek dient te worden gesitueerd en geëvalueerd. Dit beleidsrapport is daarop geen uitzondering. Deze sectie bestaat hier uit twee deelhoofdstukken: 1. Een theoretische ondersteuning waarin aandacht wordt besteed aan het nut van risicocommunicatie en een theoretische verduidelijking van de concepten gehanteerd in deze studie. Aangezien het hier een beleidsrapport betreft en deze bijgevolg geen uitgebreide theoretische toetsing van de concepten vereist op dezelfde manier als een wetenschappelijke verhandeling, beperken we ons hiervoor louter tot de essentie. 2. Een vergelijking tussen België en Nederland op het vlak van risicocommunicatiebeleid. Dit omdat Nederland aanzien wordt als pionier wat betreft het thema. Bijgevolg kunnen we eventueel bijleren uit het daar gehanteerde beleid. 6

14 1. Theoretische ondersteuning 1.1. Waarom risicocommunicatie? Risicocommunicatie wordt door meerdere overheden aanzien als niet-noodzakelijke communicatie en België is hierop geen uitzondering. Eén van de voornaamste redenen die hiervoor wordt aangehaald, is dat men als overheid burgers niet nodeloos wil verontrusten. Onderzoek van Keren et al. (1991, p ) duidt echter op het tegendeel: resultaten van deze studie stellen dat risicocommunicatie angst bij het publiek reduceert, omdat burgers net datgene vrezen dat ze niet kennen en kunnen zien en controleren. Ook Kasperson et. al (1991) kwamen tot het besluit dat er een sterke correlatie bestaat tussen een gebrek aan kennis over risico s en verhoogde angst. Bijgevolg kunnen we er vanuit gaan dat proactieve communicatie voordelen heeft en dat de stelling van overheden om niet proactief te communiceren over risico s om burgers niet te verontrusten onterecht is. Maar, wat dient de burger te weten? In de visie van Klinke et al. (2010, p.24) leiden we af dat risicocommunicatie slaat op een wederkerig leerproces : enerzijds wil men als communicerende instantie het publiek iets bijbrengen, anderzijds moet de communicatie weliswaar gebaseerd zijn op de behoeften van dat publiek - d.w.z. dat er onderzoek dient te gebeuren naar hun percepties, ervaringen, bezorgheden e.d.. Meerdere auteurs steunen bovendien deze stelling (Baram, 1984; Ter Huurne, 2008). Een eerste opstap naar een goed risicocommunicatiebeleid is bijgevolg onderzoek naar wat leeft onder de bevolking betreffende het thema, een vraag die deze studie beantwoordt Risico s en rampen Artikel 1 van de voormalige Nederlandse Wet Rampen en Zware Ongevallen 2 (30 januari 1985) definieert het fenomeen ramp als een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan waarbij het leven en de gezondheid van vele personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad ( Gezien de grote impact van rampen die uit deze definitie leidt, doet men er als overheid zodoende meer goed dan slecht aan burgers zoveel mogelijk voor te bereiden op en te beschermen tegen incidenten onder de vorm van risicocommunicatie. De burger zal bij een ramp namelijk het eerste slachtoffer zijn. Een goed handelingsperspectief op dat moment kan de impact van het incident drastisch verminderen, mogelijks zelfs levens redden. De term risicocommunicatie impliceert dat er kan geïnformeerd worden over risico s die kunnen uitmonden tot ware rampen. Volledige duidelijkheid over wat de term risico inhoudt, bestaat echter 2 Deze wet werd op 1 oktober 2010 vervangen door de Wet Veiligheidsregio s, niettegenstaande dat is de definitie voor rampen nog steeds relevant. 7

15 niet. Volgens Van der Hoeven en Bodéwes (2010, p.22) omvat het begrip risico de mogelijkheid tot eventuele schade of verlies. Om deze onzekerheid in te calculeren bij een risico wordt, in het kader van risicomanagement, de term risico in zijn eenvoudigste vorm omschreven als kans maal effect. Steens & Louwman (1994, p.21) stellen in hun werkingsdefinitie dat risico ligt besloten in onzekerheid en blijkt uit risicofactoren (gebeurtenissen) en de gevolgen hiervan voor de risicoobjecten en de omvang van de schade Soorten risico s Er zijn verschillende soorten risico s: gezondheidsrisico s, financiële risico s, maatschappelijke risico s,. Een vraag die hierbij rijst is of de burger voor al deze risico s bescherming van de overheid verwacht. Baan (2003, p.1-2) leert ons dat een belangrijk aspect hierbij is de mate waarin men als burger op eigen keuze wordt geconfronteerd met dit risico. Indien burgers zich inlaten met zelf gekozen risico s, zoals o.a. het risico op kanker wanneer men rookt, is de acceptatie voor eventuele gevolgen groter. In dergelijk geval rekenen burgers niet op de overheid om hen te beschermen. Als burgers echter geconfronteerd worden met risico s waarvoor zij niet zelf hebben gekozen om aan te worden blootgesteld, verwachten zij van de overheid een maximale bescherming. Risicocommunicatie in het kader van maximale bescherming is bijgevolg essentieel voor risico s die kunnen uitmonden tot ware rampen waarop de burger geen grip heeft Risico en crisiscommunicatie Risicocommunicatie betreft communicatie over risico s, dat wil zeggen de veelal onduidelijke kans op het optreden van negatieve consequenties van activiteiten, gebeurtenissen en processen (Gutteling, 2006, p.322). Dergelijke term houdt een omvangrijk scala van mogelijke bedreigingen in waarover kan worden gecommuniceerd. Alsook impliceert de definitie dat het proactief van aard is. Risicocommunicatie handelt overigens niet enkel over bestaande, maar ook over toekomstige risico s waarmee individuen kunnen worden geconfronteerd. De doelstelling van dergelijke communicatie omvat doorgaans het verhogen van kennis en begrip alsook het opbouwen van vertrouwen en geloofwaardigheid (Van der Hoeven & Bodèwes, 2010, p.38). Crisiscommunicatie daarentegen wordt gekenmerkt door een reactief karkater: communicatie vanuit een organisatie naar zijn doelpubliek tijdens en nadat een incident zich heeft voorgedaan (Avraham & Ketter, 2008, p.85). Risicocommunicatie verschilt verder in wezen van crisiscommunicatie in het opzicht dat dergelijke communicatie zich voordoet in een normale context terwijl crisiscommunicatie zich voordoet in een abnormale context van crisis. Zoals aangeduid wordt risicocommunicatie door Belgische beleidsmakers stiefmoederlijk behandeld. Nochtans duidt het crisis PR model van Francis Marra (1998) op de voordelen die men als overheid 8

16 kan halen, naar imago toe dan, uit proactieve communicatie. Een goede relatie met de doelgroep voordat een incident zich voordoet is volgens hem een belangrijk element om negatieve effecten t.a.v. de organisatie (imagoschade e.d.) die een crisis teweegbrengt te reduceren. Hierbij neemt Marra in rekening dat, voordat een crisis zich voordoet, de organisatie op een effectieve manier kan werken aan de relatie die zij onderhoudt met die doelgroep door het proactief verstrekken van informatie onder de vorm van risicocommunicatie (Geujen et al., 2006, p.23). De rol van imago in communicatie mag bovendien niet worden onderschat: het speelt een aanzienlijke rol bij het accepteren van de boodschap die een organisatie uitdraagt (Veenman & van Doorn, 1997, p.144). Als de overheid bijgevolg een slecht imago bezit, zal de burger de boodschap in tijden van crisis niet of slecht aanvaarden. Net omdat in situaties van rampen de burger een maximale bescherming verlangt van de overheid (cfr. supra) en omdat een voorafgaande relatie belangrijk is m.b.t. het beperken van imagoschade, is het voor de overheid van belang om proactief te communiceren. 9

17 1.2. Modellen en concepten m.b.t. risicocommunicatie Risicoperceptie Pidgean, Hood, Jones, Turner en Gibson (Geciteerd in: Woudenberg, 1992, p.2) omschrijven dat risicoperceptie of risicobeleving gaat over de oordelen, de opvattingen, de houding en gevoelens van mensen ten opzichte van riskante activiteiten en technologieën. Uit onderzoek, resulterend in het Psychometrisch Paradigma van Slovic (1987), blijkt dat risicoperceptie zowel een meetbare objectieve als subjectieve component bezit en dat tussen beiden een discrepantie kan worden geconstateerd (Fishhoff, 1989). Objectief gezien heeft elk risico een bepaalbare kans dat het zich volstrekt. Vervolgens kan logischerwijs, tevens objectief, worden beoordeeld wat de eventuele nadelige consequenties zijn van dit optreden. Daarnaast beoordelen mensen ook op een subjectieve manier risico s aan de hand van hun eigen percepties (Kuttschreuter & Gutteling, 2002). In deze studie richten we er ons op de beoordeling van deze subjectieve risicoperceptie onder de Oost-Vlaamse bevolking te onderzoeken. Dit aan de hand van drie variabelen (inschatting kans, inschatting ernst en de mate van verontrusten) die weliswaar op een ander manier - ook in ander onderzoek gebruikt worden om het construct te meten (Kievik & Gutteling, 2010, p. 10) 3. De manier waarop burgers risico s percipiëren is afhankelijk van meerdere factoren. Wegwijzer risicocommunicatie Sleutelbos binnen handbereik neemt in haar leidraad tien factoren op, gebaseerd op onderzoek, die kunnen leiden tot een verschillende perceptie van risico s bij burgers: Factoren van invloed op risicoperceptie 1 De dreiging van de risicobron waarop mensen een inschatting maken van de gevolgen. 2 De bekendheid van het risico: hoe onbekender het risico, hoe ongeruster men is. 3 De perceptie van controle over het risico. 4 Het vertrouwen dat men heeft in de organisatie die communiceert e.d. over het risico. Man-made of natuurlijke risicobronnen waarvan de eerste soort meer bezorgdheid 5 opwekt dan de tweede. 6 Er worden meer emoties toegekend aan risico s die kinderen lopen dan volwassen. 7 De al dan niet vrijwillige keuze van blootstelling aan het risico. Het bestaande risicobewustzijn/agendasetting: bewuster omgaan met risico s roept meer 8 ongerustheid op. 9 De inschatting van de persoonlijke kans op schade. 10 De voor en nadelen dat het risico met zich meebrengt. Tabel 1: factoren die van invloed zijn op risicoperceptie (Geujen et al., 2006, p.14). Deze factoren kunnen leiden tot een discrepantie tussen het risico zoals beleefd bij de bevolking en het berekend, feitelijk risico. Aandacht voor dergelijke verschillende perceptie is in het kader van 3 We duiden er hierbij op dat men hiervoor normaliter itemschalen gebruikt, maar door de opzet van het onderzoek is dit niet mogelijk. 10

18 risicocommunicatie bijgevolg noodzakelijk als men op een efficiënte en effectieve wijze wil communiceren. Een doel van risicocommunicatie moet dan ook het overbruggen van de kloof zijn die bestaat tussen beleefd en berekend risico (Woudenberg, 2003, p.3). De mate waarin mensen risico s waarnemen en bijgevolg accepteren wordt beïnvloed door de kennis die zij hebben over deze risico s, ervaringen en emoties. Maar, ook de overheid kan volgens het Social Amplification model (B. Renn, B. Rohrmann, 1988) van invloed zijn op hoe burgers crises en verder ook risico s percipiëren: indirecte sociale processen en activiteiten als bijvoorbeeld experten en media, maar ook overheidsinstellingen en politici, naar verwezen met de term amplification stations, kunnen de gevolgen van een risico op een onverwachte manier uitvergroten maar ook afzwakken (Kasperson et al. 1988; Mannan, S, Lees, F.,P., 2005). Een kernstelling in deze theorie is dan ook dat veel van de informatie over risico s die wordt doorgegeven tweedehands is en bijgevolg al beïnvloed en gefilterd is door deze amplification station s alvorens het de burger bereikt (Woudenberg, 2003) Zelfeffectiviteit en vertrouwen in overheidsinstellingen Zelfeffectiviteit wordt door Bandura in zijn sociaal cognitieve theorie (1986) omschreven als het geloof van mensen in hun eigen capaciteiten om acties te ondernemen waardoor ze een invloed kunnen uitoefenen op gebeurtenissen die hun leven beïnvloeden (Bandura, 1994, p. 71). Doorgetrokken naar het kader van risicocommunicatie kunnen we dit percipiëren als het geloof van burgers in hun capaciteiten om gepaste actie te ondernemen wanneer geconfronteerd met risicovolle incidenten. Met betrekking tot het concept zelfeffectiviteit en het percipiëren van risico s, duidt Ter Huurne in haar essay (Ter Huurne, 2009) op het belang van vertrouwen in experten, regering en andere institutionele instellingen. Situaties waarin burgers geconfronteerd worden met risico s waar ze weinig controle over hebben of moeilijk kunnen begrijpen, leiden tot een lagere mate van zelfeffectiviteit. In dergelijke situaties wordt, ten gevolgen van het gevoel van onmacht, het belang van vertrouwen in institutionele instellingen belangrijker doordat burgers op dergelijke momenten meer afhankelijk zijn van experten en de regering. Kennis en voorlichting omtrent dergelijke risico s door risicocommunicatie uitgaande van de overheid kan vanuit dit opzicht gezien worden als cruciaal in het verhogen van de zelfredzaamheid bij burgers FRIS: Een model voor risico-informatie zoekgedrag Risicocommunicatie heeft tot doel een veiliger samenleving te creëren waarin burgers een zekere bewustwording hebben van de risico s waar ze aan worden blootgesteld. Het Committee on Risk Perception and Communication, U.S.A. (1989, p ) stelt hierbij dat het simpelweg verschaffen van informatie enkel maar diegenen effectief zal bereiken die al een zekere vorm van interesse en informatie m.b.t. het thema bezitten. Risico-informatie zou daarom ook moeten gericht op het 11

19 stimuleren van zoekgedrag naar meer informatie. Een handelingsperspectief is echter moeilijker te verwezenlijken dan het veranderen in het denken over een bepaald thema (Yeomans & Tench, 2009, p ). Qua communicatieve handelingen moet men als overheid bijgevolg vooreerst informeren : burgers moeten aangezet worden tot het tot zich nemen van risico-informatie m.a.w. hun risicobewustzijn dient te worden aangewakkerd. Hun informatieverwerking moet hen bijgevolg in een tweede fase aanzetten tot effectief gedrag. (Gutteling, J.M. et al., 2010, p. 164). Met nadruk op het handelingsperspectief dienen in deze laatste fase o.a. gedragsadviezen worden aangereikt die de burger kan uitvoeren en als nuttig aanziet. Een recent model dat inzage geeft in de determinanten die aan de basis liggen van risicoinformatiezoekgedrag is het Framework of Risk Information Seeking (FRIS), opgesteld door Ter Huurne (2008) en gebaseerd op het Risk Information Seeking and Processing model van Griffin, Dunwoody en Neuwirth (1999). Figuur 1: the Framework of Risk Information Seeking (Ter Huurne, 2008, p.136). Het FRIS model stelt dat komen tot een risico-informatiezoekgedrag gefaseerd verloopt waarbij risicoperceptie, self-efficacy en betrokkenheid kunnen aanzien worden als katalysatoren van het bewustwordingsproces (fase één). In essentie gaat men hierbij uit van de veronderstelling dat een hogere risicoperceptie het informatiezoekgedrag in de hand werkt op een indirecte manier. Daarentegen zal een hoge self-efficacy tot gevolg hebben dat de risicoperceptie afneemt en omgekeerd. Vervolgens bepalen deze factoren het doel en/of toepassing van risico-informatie (fase twee). Hierbij wordt gesteld dat risico-informatiebehoefte bestaat uit sociale, affectieve en cognitieve informatiebehoeftes. Deze drie informatiebehoeftes zullen in een laatste fase het uiteindelijke zoekgedrag m.b.t. tot risico-informatie bepalen. Dit uit zich in ofwel het vermijden van informatie 12

20 m.b.t. het risico of net het gaan opzoeken hiervan (Ter Huurne, 2008, p.163). Het FRIS-model toont ons bijgevolg aan wat het belang is van de aanwezigheid en het stimuleren van informatiebehoefte omtrent risico s. 13

21 2. Vergelijking België & Nederland 2.1. Wetgeving Een eerste punt dat we in dit vergelijkingsdeel bespreken is het wetgevend kader omtrent risicocommunicatiebeleid in beide landen. Dit omdat wet en regelgeving de basis vormt waarop beleid wordt uigestippeld. Een gebrekkig wettelijk kader omtrent risicocommunicatie kan bijgevolg een zware impact hebben op het gevoerde beleid Europese SEVESO - richtlijn Als lidstaten van de Europese Unie dienen zowel België en Nederland de door de Europese Unie uitgevaardigde richtlijnen te implementeren in hun nationale wetgeving. Het doel hiervan omvat het harmoniseren van de wetgeving in de verschillende landen van de EU. Weliswaar is de keuze van hoe men de richtlijnen als lidstaat implementeert vrij te kiezen. Een belangrijke richtlijn met betrekking tot risicocommunicatie omvat de SEVESO richtlijn die handelt over de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. Deze richtlijn werd voor het eerst afgekondigd in 1982 onder de term SEVESO - I (RICHTLIJN 82/501/EEG) waarbij het ging om risico s met betrekking tot bepaalde zware industriële activiteiten. De oorsprong van de afvaardiging van deze richtlijn is te vinden in een zware industriële ramp die plaatsvond in het Italiaanse stadje SEVESO in 1976 ( SEVESO I bleek echter te beperkend, waardoor deze in 1996 volledig werd vervangen door SEVESO II (RICHTLIJN 96/82/EG). Deze richtlijn vertrekt, in tegenstelling tot SEVESO I, vanuit de visie van de hoeveelheid gevaarlijke stoffen die bij een bepaalde activiteit (kunnen) vrijkomen en niet vanuit de functie van de activiteit zelf. Deze richtlijn gaat dus niet uit van enkel industriële activiteiten zoals bij SEVESO - I maar, omvat een breder kader waarbij ook de overheid wordt betrokken. SEVESO II onderging op 31 december 2003 een wijziging op het eerste amendement. ( In Nederland vindt de SEVESO richtlijn zijn wettelijke implementatie in het Besluit Risico s en Zware Ongevallen van 27 mei In België is de richtlijn omgezet in een samenwerkingsakkoord tussen de drie gewestelijke overheden en de federale overheid, nl. Samenwerkingsakkoord beheersing zware ongevallen, wet van 21 juni 1999 ( Zowel Nederland als België hebben in het verleden campagnes doorgevoerd met betrekking tot de bekendmaking van SEVESO II. Tot op heden wordt in beide landen ook nog altijd aandacht besteed aan deze thematiek (cfr. infra). Naast de implementatie van de SEVESO richtlijn hebben zowel België als Nederland verder beleid uitgewerkt wat betreft de proactieve informatievoorziening van 14

22 burgers. De reden en de focus is hier bij beiden echter verschillend. Aangezien wetgeving de basis vormt voor wat mogelijk, verplicht en haalbaar is in een bepaald land inzake risicocommunicatie, zullen we in volgende secties dieper ingaan op landseigen specifieke wetgeving Wettelijk kader Nederland Zowel in Nederland als België worden verplichting omtrent risicocommunicatie en het hiermee gerelateerde ruimere preventiebeleid, niet geregeld door één enkele wet of besluit, maar door meerdere. Een belangrijke notie die we bij het Nederlands wetgevend kader maken, is dat sinds de vuurwerkramp in Enschede (2000) er op het beleidsmatig vlak in Nederland een grotere aandacht uitgaat naar risicocommunicatie. De grootste reden hiervoor aangehaald is dat men, op het moment van het zich voordoen van deze ramp, niet alleen tot de constantie kwam dat burgers geen correct handelingsperspectief konden stellen. Maar, ook dat men als burger niet eens bewust was van de risico s in zijn omgeving (C. Hamstra, persoonlijke mededeling, 2011, 8 februari). Sinds 31 oktober 1991 kent Nederland de Wet openbaarheid van het bestuur, die uiting geeft aan het recht van burgers om geïnformeerd te worden door de overheid. Enerzijds houdt het een verplichting in aan de overheid bepaalde informatie over haar beleid en uitvoering te publiceren, anderzijds het recht van de burgers informatie die hen aanbelangt op te vragen ( Hoewel deze wetgeving niet specifiek duidt op risicocommunicatie, brengt zij door haar invulling wel verplichtingen mee op dit vlak. Specifiekere wetgeving met betrekking tot rampenbestrijding en communicatie hieromtrent vinden we terug in Het Besluit Rampen en Zware ongevallen van 19 juli 1999 dat de Nederlandse implementatie is van de door de EU bepaalde SEVESO II richtlijn alsook Het Besluit Rampenbestrijdingplannen Inrichtingen van 19 juli 1999 dat de verplichting inhoudt aan overheden rampenplannen op te stellen voor bepaalde categorieën van inrichtingen. Tot slot regelt het Besluit Informatie inzake Rampen en Zware Ongevallen van 19 juli 1999 de informatieverschaffing over (mogelijke) zware rampen en ongevallen. ( Een belangrijke wettelijke herziening kwam er met de afkondiging van de Wet Veiligheidsregio s die in werking trad op 1 oktober Deze wet vervang de Brandweerwet van 1985, de wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en de Wet rampen en Zware ongevallen. Het vroegere Wrzo werd aanzien als een zeer belangrijke wet omtrent de regeling en informatieverschaffing wat betreft risico s in het Nederlands juridisch kader. De wet legde aan burgemeesters en wethouders de verplichting op voorbereidingen te treffen aangaande rampen en zware ongevallen in hun gemeente. Hieronder viel ook de verplichting tot het opstellen van concrete rampenplannen, rampenbestrijdingsplannen en informatievoorziening ( De aanpassingswet veiligheidsregio s kwam er vanuit de behoefte naar een meer multidisciplinaire samenwerking als gevolg van het besef dat risico s en crises zich meestal niet voordoen op het 15

23 grondgebied van één enkele gemeente, maar meerdere gemeentes. Daarom dient de afhandeling van risicocommunicatie en gerelateerde taken ook niet de bevoegdheid te zijn van afzonderlijke burgemeesters, maar van meerdere gemeenten die in samenwerking opereren. Deze wet riep bijgevolg de creatie van 25 veiligheidsregio s in het leven met als doel de rampenbestrijding en crisisbeheersing te verbeteren op basis van samenwerking. De afbakeningen voor de 25 regio s volgen de voorheen ingestelde politieregio s en vereisen (naast samenwerking van burgemeesters) ook een samenwerking tussen brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en crisisbeheersing (BZK, Den Haag, 2010, p.7 9). Niettegenstaande dat deze veiligheidregio s formeel de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke gemeenten overnemen, blijven gemeenten wel verplicht te communiceren over typisch lokale risico s op hun grondgebied. Een goede samenwerking en wisselwerking tussen de veiligheidsregio en de gemeentes is overigens noodzakelijk in deze structuur (Geujen,2010, p. 3) Wettelijk kader België De Belgische verplichtingen omtrent noodplanning, rampenbestrijding en informatieverschaffing aan burgers i.v.m. risico s waarmee zij in hun leefwereld (kunnen) worden geconfronteerd, zit vervat in een aantal Koninklijke besluiten en aanvullende omzendbrieven hierop. Gezien de hoeveelheid aan K.B. s en ministeriële omzendbrieven zullen we in de volgende sectie enkel deze behandelen die betrekking hebben op informatieverschaffing aan burgers. We bemerken dat er op nationaal niveau in België geen algemene wetgeving omtrent informatieverschaffing en risico s terug te vinden is zoals in Nederland. Op het lokaal niveau (gemeente en provincie) is er wel dergelijke algemene wetgeving m.b.t. het thema terug te vinden. In het Koninklijk besluit tot vaststelling van het noodplan voor de crisisgebeurtenissen en situaties die een coördinatie of beheer op nationaal niveau vereisen van 31 januari 2003 wordt preventieve informatie niet uitdrukkelijk vermeld, maar er zijn andere teksten van toepassing waarin dergelijke informatieverschaffing op het nationale niveau wel zijn opgenomen (P. Mertens, persoonlijke mededeling, 2011, 14 februari). Een eerste informatieverplichting die onder de noemer risicocommunicatie kan worden geschaald is terug te vinden in het Samenwerkingsakkoord beheersing zware ongevallen, wet van 21 juni Artikel 11 lid 2 hiervan vermeld o.a. de bij wet bepaalde verplichting tot het treffen van samenwerkingsvoorzieningen m.b.t. voorlichting van het publiek van de aanwezigheid van inrichtingen die handelen met gevaarlijke stoffen. Daarnaast omvat artikel 17 lid 2 ook de verplichting tot het opstellen van externe noodplannen om relevante informatie te verschaffen aan bevolking en autoriteiten of diensten in het gebied in kwestie. Verdere verplichtingen omtrent informatieverschaffing zijn te vinden in Artikel 19 dat o.a. stelt dat informatie moet verschaft worden aan diegenen die kunnen worden getroffen door een ongeval, alsook dat de bevolking deze informatie permanent voor de bevolking beschikbaar dient te zijn. Informatieverplichting naar de bevolking toe omtrent SEVESO inrichtingen in het gebied waarin zij 16

24 woonachtig zijn, alsook bepalingen over hoe zij moeten reageren bij een ongeval is ook terug te vinden in artikel 6 lid 3 van de wet van 23 juni 1987 Risico s van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten. Meer toelichting hierbij werd gegeven in de ministeriële omzendbrief van 11 juni 1990 betreffende rampenplannen voor risico s van zware ongevallen van industriële activiteiten. Verdere proactieve informatieverplichting vinden we terug in het Koninklijk besluit tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied van 20 november Meer bepaald in artikel 1.1. wordt letterlijk aangegeven dat: In algemene zin de bevolking dient geïnformeerd te worden, niet alleen over het bestaan van de nucleaire en chemische risico s en de risico s verbonden aan gevaarlijke producten, maar ook over de voornaamste noodmaatregelen die gevolgd dienen te worden wanneer de volksgezondheid geschaad wordt of kan worden. Een belangrijke ontwikkeling in de Belgische wetgeving omtrent nood en interventieplanning en desbetreffende informatievoorziening betreft het Koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende nood- en interventieplannen en de daarmee gepaard gaande ministeriële omzendbrieven. Deze documenten hebben in essentie de principes en werkzaamheden omtrent noodplanning in België veranderd door zowel nieuwe verplichtingen te creëren alsook enkele bestaande opdrachten formeel te bekrachtigen (ADCC, 2007, p.5-7). Belangrijke inhoudelijke punten van het K.B. betreffen o.a. dat de fasering werd herleid van vier tot drie fasen 4, betere duiding en uitbreiding van het begrip noodsituatie en de verplichting tot risicoanalyse (ADCC, 2007, p. 7-11). Wat betreft informatieverschaffing worden de taken onder discipline vijf geschaald (art. 14). Het gaat hier, volgens het K.B. echter enkel over informatieverschaffing aan burgers tijdens en na noodsituaties. Artikel 29 van het K.B. voorziet wel de oprichting van gemeentelijke veiligheidscellen die de wettelijke taak opgelegd kregen tot het organiseren van voorafgaande informatie over de noodplanning. 4 gemeentelijk, provinciaal en federaal, allen multidisciplinair uitgewerkt. 17

25 2.2. Praktische uitwerking risicocommunicatie Nederland Hoewel het waarschuwen en voorbereiden van burgers onder de vorm van risicocommunicatie in de Nederlandse wetgeving vrij uitvoerig en specifiek beschreven staat, constateren we dat in de praktische uitvoering heel wat verschillen terug te vinden zijn. Eerst en vooral op het landelijke vs. het regionale/lokale niveau. Daarnaast ook afhankelijk van gemeente of provincie. In Nederland wordt de grootste focus voor het uitvoerend beleid van risicocommunicatie en aanverwanten aanschouwd als bevoegdheden van het regionale niveau (veiligheidsregio s) en gemeenten. Op het landelijke niveau worden wel acties ondernomen, maar deze worden eerder aanschouwd als ondersteunend (landelijke Goed voorbereid zijn heb je zelf in de hand - campagne) en adviserend (taken NCC). Betreffende het lokale niveau kunnen we aangeven dat wetgeving de gemeenten verplicht om te communiceren over de risico s waaraan burgers in hun leefwereld worden blootgesteld. Uit praktijk blijkt dat deze die taak inderdaad vervullen, maar de keuze over de manier van invulling is aan de gemeenten zelf. Het probleem bestaat erin dat de wetgeving geen helder kader aangeeft hiervoor. Bijgevolg is de uitwerking van informatieverplichting omtrent risico s op verschillende manieren uitgewerkt in de Nederlandse gemeenten en dit met een verschillend budget. Want, ook de omvang van het budget is de keuze van de gemeente. Bovendien is er vanuit het landelijk niveau geen financiële stimulans naar gemeenten aangaande risicocommunicatie. (C. Hamstra, persoonlijke mededeling, 2011, 8 februari) Nederland: het Nationaal Crisiscentrum In Nederland vond er de laatste jaren een verschuiving plaats van een meer landelijke aanpak van crisis en risicocommunicatie naar een eerder regionale (en lokale) benadering. Op 28 april 2005 werden vanuit impulsen van de overheid het Expertisecentrum Risico en Crisiscommunicatie (ERC) opgericht, bevoegd met de taak kennis aan te leveren over risico en crisiscommunicatie. Het ERC ging later, samen met het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC), op in het Nationaal Crisiscentrum. Op het nationaal crisiscentrum zijn een 45tal mensen actief. Dit gaat om oefenspecialisten, crisisbeleidsspecialisten en medewerkers 5 (M. Delfgaauw, persoonlijke mededeling, 2010, 3 november). Het NCC behoort tot het Directoraat Generaal Veiligheid dat sinds 14 oktober 2010 behoort het tot het ministerie Veiligheid en Justitie ( Met betrekking tot communicatie omtrent risico s stellen we vast dat de nationale rol niet bijster groot meer is. Dit omdat sinds de nieuwe wet Veiligheidsregio s bevoegdheden hieromtrent grotendeels zijn toegedragen aan het bestuur van de veiligheidsregio s (art. 46). Bijgevolg wordt de informatieverplichting betreffende risico s hoofdzakelijk op dit regionale samenwerkingsniveau uitgespeeld. Op het nationale niveau vinden we wat betreft het thema nog een beperkte rol terug voor het NCC maar, deze organisatie focust zich vooral op crisiscommunicatie (M. Delfgaauw, 5 We duiden er op dat zeven mensen van het NCC zich concreet bezig houden met crisiscommunicatie. 18

26 persoonlijke mededeling, 2010, 5 november). Risicocommunicatie heeft dan ook de laatste twee jaar geen specifieke impuls meer gehad vanuit deze organisatie. Er wordt overigens geen geoormerkt budget voor vrijgemaakt (M. Delfgaauw, persoonlijke mededeling, 2010, 5 november). Voor zover er nog taken zijn van het NCC met betrekking tot risicocommunicatie, vallen die uiteen in twee luiken, namelijk: 1. Advies geven over de nationale risicocommunicatiecampagne. 2. Het op verzoek adviseren van departementale, regionale en lokale collega s over de plannen en activiteiten die zij ontplooien met betrekking tot risicocommunicatie. Dit via de website en de e-nieuwsbrief. In het verlengde hiervan brengt het NCC ook interessante praktijkvoorbeelden of onderzoeken onder de aandacht. Naast de beperkte bevoegdheid van het NCC omtrent risicocommunicatie bestaat er op nationaal niveau nog een tweede instantie die zich inlaat met deze discipline, namelijk de collega-afdeling Dreigingen en Capaciteiten 6. De hoofdtaak omtrent risicocommunicatie van deze afdeling berust op de organisatie en uitwerking van de Goed voorbereid zijn heb je zelf in de hand - campagne. Daarnaast zijn er tevens een aantal nationale instanties die zich inlaten met risicocommunicatie op een specifiek terrein. Zo laat het ministerie van VMS en RIVM zich in op het domein van volksgezondheid. Deze instanties zetten overigens landelijk op hun terrein de toon (M. Delfgaauw, persoonlijke mededeling, 2011, 9 februari). De redenen voor de matige impulsen op het vlak van risicocommunicatie op dit nationaal vlak is omdat er aan risicocommunicatie anno vandaag weinig prioriteit hieraan wordt toebedeeld op dit niveau zowel bij het Ministerie Veiligheid en Justitie, alsook bij andere ministeries. Bijgevolg wordt hier ook weinig budget voor vrijgemaakt op het landelijke niveau (M. Delfgaauw, persoonlijke mededeling, 2011, 3 november). Overigens heeft de nieuwe wet Veiligheidsregio s de klemtoon verlegd naar het regionale niveau: activiteiten omtrent het thema alsook budgettaire kwesties worden hier geregeld Acties Nederland Het Nederlands risicocommunicatiebeleid kreeg in de loop van het vorige decennium een praktische uitwerking in meerdere initiatieven op het landelijke, regionale en lokale niveau. Gezien de focus in deze masterproef wat betreft het vergelijkingsluik ligt op het maken van een afweging tussen België en Nederland, gaan we in deze sectie niet dieper in op de verschillende campagnes. Een meer uitvoerige bespreking hieromtrent (opzet, doelstelling, budget, evaluatie, ) is weliswaar wel te vinden in bijlage. 6 Deze instantie is ook onderdeel van de directie Nationale Veiligheid 19

Een FRISse kijk op risicocommunicatie? Ellen Misana 15 June 2012

Een FRISse kijk op risicocommunicatie? Ellen Misana 15 June 2012 Een FRISse kijk op risicocommunicatie? Ellen Misana 15 June 2012 Deze presentatie 1. Risicocommunicatie en informatiezoekgedrag Wie, wat, waar en waarom? 2. Ontwikkeling FRIS Wat weten we (nog niet)? Recente

Nadere informatie

COMMUNICATIE-UITDAGINGEN BIJ DE INFORMATIE AAN DE BEVOLKING. KB betreffende de nood- en interventieplannen van 16/02/2006 artikel 14 (discipline 5)

COMMUNICATIE-UITDAGINGEN BIJ DE INFORMATIE AAN DE BEVOLKING. KB betreffende de nood- en interventieplannen van 16/02/2006 artikel 14 (discipline 5) 18 september 2013 COMMUNICATIE-UITDAGINGEN BIJ DE INFORMATIE AAN DE BEVOLKING Wetgeving KB betreffende de nood- en interventieplannen van 16/02/2006 artikel 14 (discipline 5) - Voor de noodsituatie (Seveso)

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

Risicocommunicatie. Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008

Risicocommunicatie. Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008 Risicocommunicatie Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008 Presentatie Beleving risico s in relatie tot (praktijk) Wat is een risico?

Nadere informatie

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Wat gaan we doen? Inleiding risicocommunicatie Risicocommunicatie: een spel van invloed en beinvloeden: 1 e

Nadere informatie

OvD-Bz: nuchter omgaan met risico s?!? Vandaag. Wat ziet u? Nederland: Schat het aantal dodelijke slachtoffers

OvD-Bz: nuchter omgaan met risico s?!? Vandaag. Wat ziet u? Nederland: Schat het aantal dodelijke slachtoffers Wat ziet u? OvD-Bz: nuchter omgaan met risico s?!? Jop Groeneweg Universiteit Leiden Landelijke netwerkdag OvD-Bz Rotterdam, 24 september 2015 Vandaag Nederland: Schat het aantal dodelijke slachtoffers

Nadere informatie

Risico- & crisiscommunicatie in de Wet Veiligheidsregio s. Niek Mestrum Manon Ostendorf

Risico- & crisiscommunicatie in de Wet Veiligheidsregio s. Niek Mestrum Manon Ostendorf Risico- & crisiscommunicatie in de Wet Veiligheidsregio s Niek Mestrum Manon Ostendorf Doel van deze presentatie Deel 1 (Niek): Wat staat er nu exact in de Wet veiligheidsregio s Waarom staat dit er zo

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Lerend Netwerk. Coachingavond Draaiboek Plan B. Case Caermerklooster Firma Denys NV. Proactief handelen

Lerend Netwerk. Coachingavond Draaiboek Plan B. Case Caermerklooster Firma Denys NV. Proactief handelen Lerend Netwerk Coachingavond Draaiboek Plan B Case Caermerklooster Firma Denys NV Proactief handelen 30 november 2010 1 Coachingsessie thema 3: Proactief handelen (Plan B) Structuur van de avond: Inleiding

Nadere informatie

Noodplanning, civiele veiligheid en crisisbeheer in België

Noodplanning, civiele veiligheid en crisisbeheer in België Noodplanning, civiele veiligheid en crisisbeheer in België De wet van 31 januari 1963 betreffende de civiele bescherming, vervolledigd door het Koninklijk Besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood-

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Standaard Eurobarometer 80 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie.

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004 STUDIE NAAR DE RELEVANTIE VAN MISSION STATEMENTS IN VLAAMSE

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

De bescherming van persoonsgegevens

De bescherming van persoonsgegevens De bescherming van persoonsgegevens Bart Custers (eindredactie) Francien Dechesne Ilina Georgieva Simone van der Hof Met medewerking van: Alan M. Sears Tommaso Tani Sdu Uitgevers Den Haag, 2017 Samenvatting

Nadere informatie

Samenwerken in crisiscommunicatie: doe (n)iets!

Samenwerken in crisiscommunicatie: doe (n)iets! Samenwerken in crisiscommunicatie: doe (n)iets! www.crisisbesluitvorming.nl Wie ben ik? Mijn missie: minder maatschappelijke kosten en minder maatschappelijk onrust! Samenwerken: doe (n)iets I. Doelen

Nadere informatie

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 In het Slotdocument van het VGS-congres 2013 Gemeentesecretaris in Veiligheid staat een leidraad voor

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

NOODPLANNEN NIP - ANIP - BNIP - MONODISCIPLINAIR

NOODPLANNEN NIP - ANIP - BNIP - MONODISCIPLINAIR NOODPLANNEN NIP - ANIP - BNIP - MONODISCIPLINAIR 1 Soorten noodplannen Multidisciplinair nood- en interventieplan (NIP) Algemeen nood- en interventieplan (ANIP) Bijzonder nood- en interventieplan (BNIP)

Nadere informatie

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever 2010-2011 Een onderzoek van: Universiteit Gent Katarina Panic Prof. Dr. Verolien Cauberghe

Nadere informatie

Wat kan ik zelf doen? De rol van communicatie voor, tijdens en na inzet van de protocollen

Wat kan ik zelf doen? De rol van communicatie voor, tijdens en na inzet van de protocollen Wat kan ik zelf doen? De rol van communicatie voor, tijdens en na inzet van de protocollen Kenniscongressen protocol leren 6 maart 2007 Expertisecentrum Risico- en Crisiscommunicatie (ERC) Maike Delfgaauw

Nadere informatie

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid CTV NCTV De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) beschermt Nederland tegen bedreigingen die de maatschappij kunnen

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland Resultaten en lessen voor de toekomst drs. A.A.M. Brok Voorzitter veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, portefeuillehouder jaar van transport en veiligheid

Nadere informatie

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT

TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT TYPES INSTRUMENTEN OVERZICHT Aanbeveling... 2 Advies... 2 Algemeen commentaar... 2 Beleidsdocument... 3 Besluit... 3 Decreet... 3 Europees besluit... 3 Grondwet... 3 Koninklijk besluit... 3 Mededeling...

Nadere informatie

De vragenlijst van de openbare raadpleging

De vragenlijst van de openbare raadpleging SAMENVATTING De vragenlijst van de openbare raadpleging Tussen april en juli 2015 heeft de Europese Commissie een openbare raadpleging gehouden over de vogel- en de habitatrichtlijn. Deze raadpleging maakte

Nadere informatie

Vraag 1 Kent u het bericht Ontploffing en brand bij Belgische kerncentrale Doel vlakbij Woensdrecht? 1

Vraag 1 Kent u het bericht Ontploffing en brand bij Belgische kerncentrale Doel vlakbij Woensdrecht? 1 > Retouradres Postbus 20906 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Tabel competentiereferentiesysteem

Tabel competentiereferentiesysteem Bijlage 3 bij het ministerieel besluit van tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling

Nadere informatie

Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden

Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden Steven Lierman Referendaris bij het Hof van Cassatie Deeltijds docent UA Rampenbestrijding is geen eenduidig begrip Nieuwe uitdagingen in een risicomaatschappij

Nadere informatie

Bijlage 2: Overzicht activiteiten ter versterking communicatie en informatievoorziening in de grensregio s

Bijlage 2: Overzicht activiteiten ter versterking communicatie en informatievoorziening in de grensregio s Bijlage 2: Overzicht activiteiten ter versterking communicatie en informatievoorziening in de grensregio s Introductie Hieronder zijn de verschillende activiteiten beschreven die door de ANVS worden ondernomen

Nadere informatie

Korte alarmberichten opstellen is een kwestie van opleiden, trainen en oefenen Welke expertise is nodig voor het opstellen van korte alarmberichten?

Korte alarmberichten opstellen is een kwestie van opleiden, trainen en oefenen Welke expertise is nodig voor het opstellen van korte alarmberichten? Korte alarmberichten opstellen is een kwestie van opleiden, trainen en oefenen Welke expertise is nodig voor het opstellen van korte alarmberichten? Gegevens auteur 1 Titulatuur: Dr.ir. Voorletters: H.M.

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december A D V I E S Nr. 1.539 ----------------------------- Zitting van woensdag 21 december 2005 ------------------------------------------------------- Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat,

Nadere informatie

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Als het misgaat bij de communicatie in een crisis, dan is dit vaak een gebrek aan duidelijkheid op de vragen: wie doet wat, wie

Nadere informatie

Het Intern Noodplan. BrandPreventie-Dossier.be. Een praktische toelichting. Weet wat te doen bij brand!!

Het Intern Noodplan. BrandPreventie-Dossier.be. Een praktische toelichting. Weet wat te doen bij brand!! Het Intern Noodplan Een praktische toelichting BrandPreventie-Dossier.be Weet wat te doen bij brand!! KB28/03/2014 Inleiding tot het intern noodplan - Een praktische gids Er bestaat vaak nogal verwarring

Nadere informatie

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling 1 P a g i n a F u n c t i o n a l i t e i t s e c o n o m i e : h e f b o o

Nadere informatie

Notitie inzet NL-Alert

Notitie inzet NL-Alert Notitie inzet NL-Alert In de afgelopen jaren richt de (rijks)overheid zich steeds meer op een betere vorm van informatie aan de burger. In het geval van (dreigende) crises of incidenten is het immers van

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Motiveren om te leren

Motiveren om te leren Motiveren om te leren Een succesvol opleidingsbeleid is afhankelijk van verschillende factoren. De keuze van een goede opleidingsaanbieder speelt een rol, net zoals een grondige behoeftedetectie en de

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

DE TIPI Onderzoek naar de leefsituatie en huidige kwaliteit van leven van ouders en kinderen die het Tipi-programma hebben doorlopen

DE TIPI Onderzoek naar de leefsituatie en huidige kwaliteit van leven van ouders en kinderen die het Tipi-programma hebben doorlopen DE TIPI Onderzoek naar de leefsituatie en huidige kwaliteit van leven van ouders en kinderen die het Tipi-programma hebben doorlopen Jachna Beck Evelien Van Rompaye Promotor: Prof. Dr. Wouter Vanderplasschen

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

(on) mogelijkheden van de brandweer

(on) mogelijkheden van de brandweer (on) mogelijkheden van de brandweer Ing. H. Killaars, Adviseur Risicobeheersing 1 Taken conform de Wet op de veiligheidsregio s Artikel 25 1. De door het bestuur van de veiligheidsregio ingestelde brandweer

Nadere informatie

Evaluatie van Open Bedrijvendag

Evaluatie van Open Bedrijvendag Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag

Nadere informatie

Communicatie: functies & uitdagingen. Expertmeeting Veiligheidsberaad 13 februari 2014

Communicatie: functies & uitdagingen. Expertmeeting Veiligheidsberaad 13 februari 2014 Communicatie: functies & uitdagingen Expertmeeting Veiligheidsberaad 13 februari 2014 Vraag: wie is verantwoordelijk voor de crisiscommunicatie? Scenario: oproep demonstratie op internet Er circuleert

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Open Data in België en Vlaanderen; Interessante complexiteit. Noël Van Herreweghe

Open Data in België en Vlaanderen; Interessante complexiteit. Noël Van Herreweghe Open Data in België en Vlaanderen; Interessante complexiteit Noël Van Herreweghe 1 Inhoud: 1.Open data in de Belgische en Vlaamse context 2. Hoe zien wij open data in Vlaanderen 3. Status open data in

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

U weet nu wat u moet doen bij een Seveso-ongeval!

U weet nu wat u moet doen bij een Seveso-ongeval! U weet nu wat u moet doen bij een Seveso-ongeval! Opvolging van de Seveso Informatiecampagne 2012 8 november 7 december 2012 FOD Binnenlandse Zaken AD Crisiscentrum Op 8 november 2012 startte de AD Crisiscentrum

Nadere informatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Cliënten zijn tevreden over hoe het proces nu verloopt, voornamelijk door de inzet van traditionele communicatiekanalen 23 juli 2014 Versie 1,0 Inhoudsopgave Doelstelling

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling 1 P a g i n a F u n c t i o n a l i t e i t s e c o n o m i e : h e f b o o

Nadere informatie

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel 1. Inleiding 1.1 Veiligheidsregio Drenthe en het Regionaal risicoprofiel De Veiligheidsregio Drenthe heeft

Nadere informatie

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)?

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Chris Aalberts Internet en sociale media hebben de wereld ingrijpend veranderd, dat weten we allemaal. Maar deze simpele waarheid zegt maar weinig

Nadere informatie

Noodplanning in scholen. Theorie

Noodplanning in scholen. Theorie Noodplanning in scholen Theorie 1. Wettelijke basis Noodplanning in scholen (theorie) ARAB: algemeen reglement voor de arbeidsbescherming De werkgever is verplicht om de nodige maatregelen te nemen om

Nadere informatie

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN Motivering bij het uitwerken van de vuistregels Door het K.B. van 6 juni 2010 is de Belgische Corporate Governance Code 2009 dè referentiecode geworden voor

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de

Nadere informatie

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 10 juli

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

Doen mensen tijdens hun scheiding beroep op een bemiddelaar?

Doen mensen tijdens hun scheiding beroep op een bemiddelaar? Doen mensen tijdens hun scheiding beroep op een bemiddelaar? Auteur: Lut Daniëls i.s.m. Prof. P. Taelman en Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag De Belgische wetgever heeft in de bemiddelingswet van 2005 bepaald

Nadere informatie

Nationale strategie voor alarmeringstesten van de bevolking. BE-Alert

Nationale strategie voor alarmeringstesten van de bevolking. BE-Alert Nationale strategie voor alarmeringstesten van de bevolking BE-Alert 1. Context De alarmering van de bevolking in geval van een noodsituatie behoort tot de essentiële opdrachten van de overheden bevoegd

Nadere informatie

PC Advocaten Nieuwsbrief DE INCOTERMS. Contact. ZZSituering

PC Advocaten Nieuwsbrief DE INCOTERMS. Contact. ZZSituering ZZSituering PC Advocaten Nieuwsbrief DE INCOTERMS Belgische bedrijven die zich op de internationale markt wagen of die deze stap overwegen, dienen op hun hoede te zijn voor de juridische gevaren die dit

Nadere informatie

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Welke percepties leven er bij werknemers en studenten omtrent de logistieke sector? Lynn De Bock en Valerie Smid trachten in hun gezamenlijke masterproef

Nadere informatie

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie April 2012 Concrete tips voor effectieve interne communicatie Amsterdam, augustus 2012 Geloofwaardige interne communicatie Deze white

Nadere informatie

Belangrijkste learnings vanuit klantonderzoek winter 2011/2012 Onderzoek naar sentiment en kennis onder klanten in het kader van de winter.

Belangrijkste learnings vanuit klantonderzoek winter 2011/2012 Onderzoek naar sentiment en kennis onder klanten in het kader van de winter. Belangrijkste learnings vanuit klantonderzoek winter 2011/2012 Onderzoek naar sentiment en kennis onder klanten in het kader van de winter. Veldwerk uitgevoerd voor de winter: november 2011 onder 2400

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs Van 24 t/m 28 maart vond de Week van Passend Onderwijs plaats. De Week is een initiatief van het ministerie van OCW en 22 onderwijsorganisaties,

Nadere informatie

Syntheserapport. Opleiding crisiscommunicatie voor de lokale overheden

Syntheserapport. Opleiding crisiscommunicatie voor de lokale overheden Syntheserapport Opleiding crisiscommunicatie voor de lokale overheden Dit rapport is een synthese van en nabeschouwing bij de opleidingssessies in crisiscommunicatie die door het Crisiscentrum georganiseerd

Nadere informatie

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen TITEL: FLEXIBLE JOB SEARCH BEHAVIOR AMONG UNEMPLOYED JOBSEEKERS: ANTECEDENTS AND OUTCOMES

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Rampenprotocol Euregio Scheldemond

Rampenprotocol Euregio Scheldemond 1 Rampenprotocol Euregio Scheldemond H I E R N A G E N O E M D E P A R T I J E N, De Gouverneur van Oost-Vlaanderen, de heer H. Balthazer, De Gouverneur van West-Vlaanderen, de heer P. Breyne, Gedeputeerde

Nadere informatie

Science meets practice: Wetenschappelijke bevindingen als wegwijzer voor employer branding in het werkveld

Science meets practice: Wetenschappelijke bevindingen als wegwijzer voor employer branding in het werkveld Science meets practice: Wetenschappelijke bevindingen als wegwijzer voor employer branding in het werkveld Noodzaak om werk te maken van employer branding wordt in het werkveld meer en meer gezien! Illustratie:

Nadere informatie

1. Welke mogelijke risicobronnen* bevinden zich volgens u in uw woonomgeving? (binnen een straal van ongeveer 500 meter)

1. Welke mogelijke risicobronnen* bevinden zich volgens u in uw woonomgeving? (binnen een straal van ongeveer 500 meter) 1. Welke mogelijke risicobronnen* bevinden zich volgens u in uw woonomgeving? (binnen een straal van ongeveer 500 meter) * Bedrijven of instellingen die gevaarlijke stoffen gebruiken of opslaan. Gevaarlijke

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie Mevrouw en Mijnheer de Burgemeester via de Provinciegouverneurs, de Hoge Ambtenaar van de Brusselse

Nadere informatie

NVAB-richtlijn blijkt effectief

NVAB-richtlijn blijkt effectief NVAB-richtlijn blijkt effectief Nieuwenhuijsen onderzocht de kwaliteit van de sociaal-medische begeleiding door bedrijfsartsen van werknemers die verzuimen vanwege overspannenheid, burn-out, depressies

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 september

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 september A D V I E S Nr. 1.912 ------------------------------- Zitting van dinsdag 30 september 2014 ------------------------------------------------------ Voorontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de Federale

Nadere informatie

Taakafstemming rampenbestrijding en crisisbeheersing tussen gemeenten en regionale brandweer

Taakafstemming rampenbestrijding en crisisbeheersing tussen gemeenten en regionale brandweer Taakafstemming rampenbestrijding en crisisbeheersing tussen gemeenten en regionale brandweer VERSIEBEHEER Vers i e Datum Auteur 0. 1 25-08- 2007 GAV 0.2 10-09-2007 ME, GAV 0. 3 11-10- 2007 GAV 0. 4 19-10-

Nadere informatie

NIVR Klanttevredenheidsonderzoek (2008)

NIVR Klanttevredenheidsonderzoek (2008) Klanttevredenheidsonderzoek (2008) 1. Inleiding Het is op 1 januari 2007 een reorganisatie gestart. Om de effecten van deze reorganisatie te kunnen vaststellen is begin 2007een klanttevredenheidsonderzoek,

Nadere informatie

RADIOTHERAPIE. Handvatten Crisiscommunicatieplan. 29 november 2013

RADIOTHERAPIE. Handvatten Crisiscommunicatieplan. 29 november 2013 RADIOTHERAPIE Handvatten Crisiscommunicatieplan 29 november 2013 INDEX I. Voorbereiding... 2 1. Leiding... 2 2. Expertise... 2 3. Communicatie... 2 4. Informatie... 2 5. Ondersteuning... 2 II. Crisiscommunicatieplan...

Nadere informatie

Evaluatie DREAM-project. Studiedienst en Prospectief Beleid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie

Evaluatie DREAM-project. Studiedienst en Prospectief Beleid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Evaluatie DREAM-project Studiedienst en Prospectief Beleid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie 1. Aanleiding van de evaluatie Aan het departement Economie, Wetenschap en Innovatie is n.a.v. het

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

Aan de raad van de gemeente Lingewaard 6 Aan de raad van de gemeente Lingewaard *14RDS00194* 14RDS00194 Onderwerp Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen 2014-2017 1 Samenvatting In deze nieuwe Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Percepties van jongeren over politieoptreden: ethnic profiling in België?

Percepties van jongeren over politieoptreden: ethnic profiling in België? Percepties van jongeren over politieoptreden: ethnic profiling in België? dr. Antoinette Verhage Vakgroep Criminologie, Strafrecht en Sociaal Recht Universiteit Gent VANASSCHE, N., VERHAGE, A., (2015),

Nadere informatie

Datum 19 april 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de militaire beveiliging van Belgische kerncentrales

Datum 19 april 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de militaire beveiliging van Belgische kerncentrales 1 > Retouradres Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 16950 2500 BZ Den Haag www.nctv.nl

Nadere informatie

Rekenkameronderzoek Veiligheid

Rekenkameronderzoek Veiligheid Rekenkameronderzoek Veiligheid ONDERZOEK ONDER HET BEWONERSPANEL DORDRECHT Inhoud In hoeverre zijn de bewoners op de hoogte van de voorlichting van de gemeente Dordrecht? Wat weten ze van de veiligheidsrisico

Nadere informatie

Verkopen van Inkoop. Hoe bereik en betrek ik de interne klant uit het primaire proces?

Verkopen van Inkoop. Hoe bereik en betrek ik de interne klant uit het primaire proces? Verkopen van Inkoop Hoe bereik en betrek ik de interne klant uit het primaire proces? Agenda Voorstellen Visie Verkoop van inkoop Waarom inkoopmarketing? Hoe inkoop verkopen? Inkoopresultaat delen Do s

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS)

Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) Aanbevelingen van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS) aan de spoorwegondernemingen en de infrastructuurbeheerder werkzaam in België, met het oog op het toepassen van goede

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Wie bewaakt mijn geld? Financiële controle en risicobeheersing binnen de gemeente Nuth

Wie bewaakt mijn geld? Financiële controle en risicobeheersing binnen de gemeente Nuth Wie bewaakt mijn geld? Financiële controle en risicobeheersing binnen de gemeente Nuth De taak van de raad onder het dualisme Kaders stellen (WMO, Jeugdwet, handhaving) Budgetteren (begroting) Lokale wetgeving

Nadere informatie

Rol: Maatschappelijk assistent

Rol: Maatschappelijk assistent Datum opmaak: 2017-10-05 Eigenaar: Koen De Feyter Doel van de functie Staat op een proactieve wijze in voor de maatschappelijke dienstverlening aan hulpvragers volgens de meest passende methodiek en volgens

Nadere informatie

ISSAI 30 Ethische code

ISSAI 30 Ethische code ISSAI 30 Ethische code Vertaling ISSAI 30VERTALING REKENHOF, MEI 2017 / 2 INHOUD Hoofdstuk 1 - Inleiding 4 Concept, achtergrond en doel van de ethische code 4 Vertrouwen en geloofwaardigheid 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

R A P P O R T Nr. 87 --------------------------------

R A P P O R T Nr. 87 -------------------------------- R A P P O R T Nr. 87 -------------------------------- Europese kaderovereenkomst betreffende inclusieve arbeidsmarkten Eindevaluatie van de Belgische sociale partners ------------------------ 15.07.2014

Nadere informatie

Naar een gezamenlijke visie: lokale overheden als actoren voor ontwikkeling

Naar een gezamenlijke visie: lokale overheden als actoren voor ontwikkeling Naar een gezamenlijke visie: lokale overheden als actoren voor ontwikkeling Consultatieproces Dit document bevat de ontwerpvisie die resulteerde uit de conferentie Winning through twinning, die van 17

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

Enquête stichting Parentes Zoetermeer

Enquête stichting Parentes Zoetermeer Enquête stichting Parentes Zoetermeer In de afgelopen weken hebt u de mogelijkheid gehad om d.m.v. onze enquête uw stem te laten horen over diverse punten die spelen binnen onze stichting Parentes. In

Nadere informatie