Datum van inontvangstne ming : 01/05/2012
|
|
- Elisabeth Smets
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Datum van inontvangstne ming : 01/05/2012
2 Vertaling C-144/12-1 Zaak C-144/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 maart 2012 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk) Datum van de verwijzingsbeslissing: 28 februari 2012 Verzoekster: Goldbet Sportwetten GmbH, Innsbruck Verweerder: Massimo Sperindeo, Selargius (Italië) Het Oberste Gerichtshof (omissis) heeft in het geding tussen Goldbet Sportwetten GmbH, 6020 Innsbruck, (omissis), verzoekster, en Massimo Sperindeo, I Selargius, (omissis), verweerder, over de betaling van EUR (omissis), op het beroep in Revision van verzoekster tegen de door het Oberlandesgericht Innsbruck in hoger beroep gegeven beschikking van 8 februari 2011 (omissis) waarbij de beschikking van het Landesgericht Innsbruck van 8 november 2010 (omissis) werd bevestigd, in besloten zitting de volgende beschikking gegeven: I. Het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt overeenkomstig artikel 267 VWEU verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen: 1. Moet artikel 6 van verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (verordening nr. 1896/2006) in die zin worden uitgelegd dat in de Europese betalingsbevelprocedure ook artikel 24 van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke NL
3 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-144/12 en handelszaken (verordening nr. 44/2001) moet worden toegepast, dat gaat over de bevoegdheid van het gerecht ten gevolge van het verschijnen van de verwerende partij? 2. Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord: Moet artikel 17 van verordening nr.1896/2006 juncto artikel 24 van verordening nr. 44/2001 in die zin worden uitgelegd dat de indiening van een verweerschrift tegen een Europees betalingsbevel reeds tot verschijning in de procedure leidt, wanneer daarin niet de bevoegdheid van het gerecht van oorsprong wordt betwist? 3. Ingeval de tweede vraag ontkennend wordt beantwoord: Moet artikel 17 van verordening nr.1896/2006 juncto artikel 24 van verordening nr. 44/2001 in die zin worden uitgelegd dat de indiening van een verweerschrift in elk geval dan tot bevoegdheid door verschijning in de procedure leidt, indien daarin reeds argumenten met betrekking tot de zaak ten gronde worden aangevoerd maar geen exceptie van onbevoegdheid wordt opgeworpen? II. De procedure wordt geschorst tot aan de ontvangst van de prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Motivering A. Feiten en procesverloop 1. Verzoekster is een in Oostenrijk gevestigde onderneming die weddenschappen bij sportevenementen organiseert. Zij heeft overeenkomstig artikel 12 van verordening nr. 1896/2006 een Europees betalingsbevel verkregen van het hiervoor in Oostenrijk centraal bevoegde Bezirksgericht für Handelssachen Wenen, gericht tegen verweerder, die in Italië woont, ten belope van een bedrag van EUR vermeerderd met rente en proceskosten ter zake van schadevergoeding wegens wanprestatie. 2. Verweerder diende via zijn advocaat tijdig een verweerschrift in tegen het betalingsbevel. Daarin voerde hij als basis voor zijn verweer aan, dat de vordering niet concludent, niet gerechtvaardigd en niet opeisbaar was. 3. Na ontvangst van het verweerschrift van verweerder verwees het Bezirksgericht für Handelssachen Wenen de zaak naar het Landesgericht Innsbruck, het voor het verdere verloop van de procedure bevoegde gerecht als bedoeld in artikel 17, lid 1, van verordening nr. 1896/2006. Dit gerecht gelastte partijen al hun argumenten en bewijsaanbiedingen nog vóór de eerste mondelinge behandeling schriftelijk bekend te maken. 2
4 GOLDBET SPORTWETTEN 4. Gevolg gevend aan dit gebod diende verweerder een voorbereidende memorie in, waarin hij voor het eerst de onbevoegdheid van het behandelende gerecht inriep met het argument dat zijn enige woonplaats in Italië lag. Verzoekster repliceerde dat verweerder zich ertoe had verbonden de weddenschapsactiviteiten van verzoekster in Italië (Sardinië) te organiseren en te begeleiden. Een van de taken daarbij was om de inzetten van de plaatselijke ontvangstburo s te incasseren en het geld, onder aftrek van de uitbetaalde weddenschapswinsten, aan verzoekster over te maken. Voor de verrekening van de inkomsten en uitgaven is tussen partijen een rekeningcourantverhouding in het leven geroepen, waarin na beëindiging van de contractuele relatie een saldo ten gunste van verzoekster openstond, overeenkomend met het bedrag van de vordering. Het Landesgericht Innsbruck is volgens verzoekster als gerecht van de plaats waar de betrokken geldschuld moet worden betaald, op grond van artikel 5,lid 1, sub a, van verordening nr. 44/2001 voor deze procedure bevoegd. Hoe dan ook is dit gerecht echter op grond van artikel 24 van verordening nr. 44/2001 bevoegd geworden door de verschijning van verweerder in de procedure, daar hij in zijn verweerschrift tegen het Europese betalingsbevel reeds argumenten ten gronde heeft aangevoerd zonder de onbevoegdheid in te roepen. 5. Het Landesgericht Innsbruck verklaarde zich bij beschikking onbevoegd en wees de vordering af. Het Oberlandesgericht Innsbruck verwierp het hoger beroep dat verzoekster tegen deze beschikking had ingesteld. Het deelde de rechtsopvatting van de rechter van eerste aanleg, dat de Oostenrijkse rechter in beginsel niet bevoegd is daar verzoekster nakoming vordert van verbintenissen uit een overeenkomst tot het verrichten van diensten en de overeengekomen plaats waar de diensten werden verricht of hadden moeten worden verricht in de zin van artikel 5, lid 1, sub b, van verordening nr. 44/2001, in Italië gelegen was. De onbevoegdheid van het behandelende gerecht wordt ook nog niet gecorrigeerd door een verschijning in de zin van artikel 24 van verordening nr. 44/2001. Verzoekster stelde tegen deze beslissing beroep in Revision in bij het Oberste Gerichtshof, waarin zij om vernietiging verzocht van de uitspraken in de eerdere instanties en voortzetting van de procedure voor het Landesgericht Innsbruck. Verweerder diende een verweerschrift in Revision in. B. Gemeenschapsrecht 1. Artikel 5 van verordening (EG) nr. 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.(verordening nr. 44/2001) bepaalt dat een persoon die woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat, in een andere lidstaat voor de rechter kan worden opgeroepen: 3
5 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-144/12 1. a) ten aanzien van verbintenissen uit overeenkomst: voor het gerecht van de plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt, is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd; b) voor de toepassing van deze bepaling en tenzij anders is overeengekomen, is de plaats van uitvoering van de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt: (...) - voor de verstrekking van diensten, de plaats in een lidstaat waar de diensten volgens de overeenkomst verstrekt werden of verstrekt hadden moeten worden; (...) 5. ten aanzien van een geschil betreffende de exploitatie van een filiaal, van een agentschap of enige andere vestiging: voor het gerecht van de plaats waar zij gelegen zijn; (...) 2. Artikel 24 van verordening nr. 44/2001 bepaalt: Buiten de gevallen waarin zijn bevoegdheid voortvloeit uit andere bepalingen van deze verordening, is de rechter van een lidstaat voor wie de verweerder verschijnt bevoegd.. Dit voorschrift is niet van toepassing indien de verschijning ten doel heeft de bevoegdheid te betwisten, of indien er een ander gerecht bestaat dat krachtens artikel 22 bij uitsluiting bevoegd is. 3. Artikel 6, lid 1, van verordening nr. 1896/2006 bepaalt: Voor de toepassing van deze verordening wordt de rechterlijke bevoegdheid bepaald volgens de ter zake geldende regels van het Gemeenschapsrecht, en met name verordening (EG) nr. 44/ Artikel 16 van verordening nr. 1896/2006 luidt, voor zover hier van belang: (1) De verweerder kan bij het gerecht van oorsprong een verweerschrift tegen het Europees betalingsbevel indienen door middel van het standaardformulier F van bijlage VI, dat hem samen met het Europees betalingsbevel wordt verstrekt. (2) Het verweerschrift wordt toegezonden binnen 30 dagen nadat het betalingsbevel aan de verweerder is betekend of ter kennis is gebracht. (3) In het verweerschrift vermeldt de verweerder dat hij de schuldvordering betwist, zonder gehouden te zijn te verklaren op welke gronden de betwisting berust. (4) Het verweerschrift wordt ingediend op papieren drager of via elk ander communicatiemiddel, inclusief langs elektronische weg, dat in de lidstaat van oorsprong wordt aanvaard en dat bij het gerecht van oorsprong beschikbaar is. 4
6 GOLDBET SPORTWETTEN 5. Artikel 17 van verordening nr. 1896/2006 luidt: Gevolgen van de indiening van een verweerschrift (1) Indien binnen de in artikel 16, lid 2, gestelde termijn een verweerschrift is ingediend, wordt de procedure volgens het gewone burgerlijk procesrecht voortgezet voor de bevoegde gerechten van de lidstaat van oorsprong, tenzij de eiser uitdrukkelijk heeft verzocht de procedure in dat geval te staken. Indien de eiser zijn vordering door middel van de Europese betalingsbevelprocedure geldend heeft gemaakt, laat het nationaal recht zijn positie in de daaropvolgende gewone procedure onverlet. (2) De overgang naar de gewone procedure in de zin van lid 1 wordt beheerst door het recht van de lidstaat van oorsprong C. Nationaal recht 252 van de Oostenrijkse Zivilprozessordnung (wetboek van burgerlijke rechtsvordering; hierna: ZPO ), betreffende de Europese betalingsbevelprocedure, luidt als volgt: (1) Voor zover verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure niet anders bepaalt, zijn de procedurevoorschriften van toepassing die voor het betrokken voorwerp van geschil gelden. (2) Het Bezirksgericht für Handelssachen Wenen is bij uitsluiting bevoegd voor de uitvoering van de betalingsbevelprocedure. Het verzoek om uitvaardiging van een Europees betalingsbevel wordt behandeld volgens de regels van de verzoekschriftprocedure. (3) Na ontvangst van een tijdig ingediend verweerschrift stelt het gerecht de verzoekende partij hiervan in kennis, met het verzoek om binnen een termijn van 30 dagen aan te geven welk gerecht voor de gewone procedure bevoegd is. (omissis) (4) (...) Een exceptie van onbevoegdheid van het gerecht moet door de verwerende partij worden opgeworpen voordat deze zich met de behandeling van de zaak ten gronde inlaat. D. Rechtsvragen 1. De verwijzende rechter gaat er allereerst vanuit, dat aan de procedure verbintenissen uit een overeenkomst tot het verrichten van diensten ten grondslag liggen, waarvan de plaats van uitvoering voor het gemeenschapsrecht autonoom moet worden vastgesteld aan de hand van artikel 5, lid 1, sub b, van verordening nr. 44/2001. Daar de werkzaamheden van verweerder voor verzoekster volgens de 5
7 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-144/12 overeenkomst in Italië zou worden verricht en ook de facto uitsluitend daar is verricht, en zijn woonplaats zich daar bevindt, valt er geen aanknopingspunt te vinden voor een internationale bevoegdheid van Oostenrijkse gerechten (zie arresten Hof van 9 juli 2009, C-204/08, Rehder, en van 11 maart 2010, C-19/09, Wood Floor). 2. Verder gaat de verwijzende rechter ervan uit, dat verweerder met het in zijn verweerschrift voor het Landesgericht Innsbruck gemaakte bezwaar dat zijn woonplaats in Italië ligt, de internationale bevoegdheid van dat gerecht voldoende duidelijk en daarmee (ook) voldoende gemotiveerd heeft betwist, waaraan volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie geen afbreuk doet dat hij in hetzelfde geschrift ook andere weren heeft aangevoerd, betreffende de zaak ten gronde (zie arrest Hof van 24 juni 1981, C-150/80, Elefanten Schuh/Jacqmain; (omissis)). Beslissend is daarom de vraag of verweerder eventueel reeds door zijn verweer tegen het betalingsbevel in de procedure is verschenen in de zin van artikel 24 van verordening nr 44/2001 en daardoor het op zich niet bevoegde Oostenrijkse gerecht waarbij de zaak aanhangig is, bevoegd is geworden. Volgens de verwijzende rechter pleiten belangrijke overwegingen daartegen. 3. Binnen de werkingssfeer van artikel 24 van verordening nr. 44/2001 moet de verwerende partij in een gewone civiele procedure in de gelegenheid worden gesteld om zich vrijwillig aan de rechtsmacht van de aangezochte rechter te onderwerpen door te verschijnen. Doet de verwerende partij niets en laat hij verstek gaan, dan leidt zijn niet-verschijning niet tot de bevoegdheid van de aangezochte rechter. In dat geval moet deze integendeel op grond van de artikelen 25 en 26 van verordening nr. 44/2001 zelf ambtshalve zijn internationale bevoegdheid toetsen en bij gebreke daarvan de vordering afwijzen. Verklaart de rechter zich daarentegen ten onrechte bevoegd en vaardigt hij een beslissing bij verstek uit, dan kan de verweerder nog altijd in een hiertegen ingesteld rechtsmiddel een exceptie van onbevoegdheid opwerpen. 4. In de Europese betalingsbevelprocedure moet het gerecht van oorsprong zijn bevoegdheid reeds vóór de uitvaardiging van het Europese betalingsbevel ambtshalve toetsen op grond van artikel 8 van verordening nr. 1896/2006. Heeft het gerecht van oorsprong bij deze toetsing ten onrechte verklaard bevoegd te zijn en een betalingsbevel uitgevaardigd, dan heeft de niet-verschijning van de verwerende partij, anders dan bij de gewone civielrechtelijke procedure, in zoverre juist een bevoegdheidscheppende werking aangezien het betalingsbevel uitvoerbaar wordt. Het kan dan enkel nog maar door de verweerder worden aangevochten op grond van de criteria van artikel 20 van verordening nr. 1896/2006, waarin de internationale bevoegdheid van het gerecht van oorsprong niet wordt vermeld. 6
8 GOLDBET SPORTWETTEN 5. Het tijdstip waarop in de Europese betalingsbevelprocedure de bevoegdheidstoetsing plaatsvindt, komt dus overeen met het moment in de gewone civiele procedure waarop de termijn voor indiening van een verweerschrift is verstreken zonder dat de verweerder is verschenen. In beide gevallen moet de verweerder reageren op de ten onrechte aangenomen bevoegdheid van het aangezochte gerecht om een onbevoegdverklaring te bewerkstelligen, omdat de beslissing van het gerecht (betalingsbevel, resp. verstekvonnis) anders uitvoerbaar wordt. Deze overeenstemming zou kunnen suggereren dat het verweer tegen het betalingsbevel reeds als eerste verweer voor de aangezochte rechter moet worden aangemerkt, waarmee verweerder in de zin van verordening nr. 44/2001 verschijnt. 6. Daartegen pleit dat voor het indienen van een verweerschrift tegen een betalingsbevel volgens artikel 16, lid 3, van verordening nr. 1896/2006 geen juridische vertegenwoordiging en geen motivering vereist is. Het standaardformulier F dat bedoeld is om voor verweer te worden gebruikt, bevat niet eens een rubriek die voor de betwisting van de bevoegdheid zou kunnen worden gebruikt. Een uitlegging van artikel 6 van verordening nr. 1986/2006 juncto artikel 24 van verordening nr. 44/2001 in die zin dat het voeren van verweer reeds leidt tot verschijning in de procedure, zou betekenen dat de verweerder de mogelijkheid om de internationale bevoegdheid van de procesrechter te betwisten, praktisch wordt ontnomen indien hij gebruik maakt van het standaardformulier dat in de bijlage bij verordening nr. 1896/2006 is opgenomen. Weliswaar is degene die zich tegen het Europese betalingsbevel keert, niet verplicht om (enkel) standaardformulier F te gebruiken en kan hij zijn schriftelijk verweer ook op andere passende wijze indienen. Een verweerder die van deze mogelijkheid gebruikmaakt, is dan ook in staat om zich reeds in zijn verweerschrift op de internationale onbevoegdheid van het gerecht van oorsprong te beroepen. 7. Daarbij moet wel worden bedacht, dat het gerecht van oorsprong niet noodzakelijkerwijs ook gelijktijdig het gerecht moet zijn dat de normale civiele procedure uit moet voeren. Of dit het geval is, hangt af van het nationale procesrecht. Volgens het Oostenrijkse wetboek van burgerlijke rechtsvordering moeten alle in Oostenrijk voorkomende Europese betalingsbevelprocedures centraal door het Bezirksgericht für Handelssachen Wien (Districtsgerecht voor Handelszaken Wenen) worden behandeld. De verzoeker behoeft het voor de gewone civiele procedure bevoegde gerecht pas na indiening van het verweerschrift. bekend te maken indien hij de procedure wil voortzetten. 7
9 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-144/12 Artikel 24 van verordening nr. 44/2001 kan zijn wezenlijke functie als concludente forumkeuzeovereenkomst waarmee de verweerder zich vormloos kan onderwerpen aan de rechtsmacht van een door verzoeker gekozen forum, mits hieraan geen exclusieve bevoegdheid in de weg staat, echter enkel vervullen indien het verweerder bekend is welk gerecht ten gronde in concreto door verzoeker is aangezocht op het moment dat hij in de procedure verschijnt. Het is denkbaar dat een verweerder enkel vrijwillig wil verschijnen voor een bepaald gerecht van een andere lidstaat, waarmee hij op plaatselijk of zakelijk vlak nauwe betrekkingen onderhoudt, maar bij de keuze van een ander gerecht een exceptie van internationale onbevoegdheid wil opwerpen. Zou het verweer tegen het Europees betalingsbevel ( of in ieder geval een verweer dat een motivering bevat) reeds moeten worden aangemerkt als een bevoegdheidscheppende verschijning in de procedure als bedoeld in artikel 24 van verordening nr. 44/2001, dan zou de verweerder de keuze van het concrete gerecht voor de zaak ten gronde niet meer met een exceptie van internationale onbevoegdheid kunnen aanvechten hoewel hem ten tijde van het verweerschrift nog niet concreet bekend was welk gerecht dat was. 8. In zijn vaste rechtspraak betreffende binnenlandse Oostenrijkse betalingsbevelprocedures stelt de verwijzende rechter zich op het standpunt dat een met argumenten ten gronde gemotiveerd verweerschrift tegen een betalingsbevel slechts dan reeds leidt tot een verschijning in de procedure als bedoeld in artikel 24 van verordening nr. 44/2001 (art 18 LGVÜ) indien een motivering volgens de relevante procedurele bepalingen noodzakelijk was. (omissis). In betalingsbevelprocedures voor de Bezirksgerichte (Kantonrechter) (voor vorderingen tot EUR) en in arbeidsrechtelijke procedures behoeft een verweerschrift volgens de nationale Oostenrijkse procedurevoorschriften niet met redenen omkleed te zijn. Het strekt een verweerder in dit soort procedures dan ook niet tot nadeel met het oog op artikel 24 van verordening nr 44/2001 als hij een verweerschrift indient dat hij vrijwillig met redenen heeft omkleed zonder daarin ook reeds de internationale onbevoegdheid van het betrokken gerecht in te roepen. Hij kan het verzuim om de onbevoegdheid in te roepen, nog in de eerste voorbereidende memorie goed maken, en bij gebreke daarvan, uiterlijk tot aan de eerste mondelinge behandeling van de zaak. (omissis). 9. De essentiële vraag in de onderhavige procedure, of de indiening van een verweerschrift tegen het Europese betalingsbevel overeenkomstig artikel 16 van verordening nr. 1896/2006, zonder inroeping van de onbevoegdheid van het gerecht, reeds leidt tot verschijning in de procedure in de zin vaan artikel 24 van verordening nr. 44/2001, of althans, of het antwoord afhangt van een facultatieve motivering van het verweerschrift, is een vraag van uitlegging van het gemeenschapsrecht ter zake waarvan het Hof van Justitie bevoegd is, dat hierover sinds de inwerkingtreding van deze bepalingen nog niet heeft hoeven beslissen. 8
10 GOLDBET SPORTWETTEN II. Onderbreking van de procedure (omissis) Oberster Gerichtshof, Wenen, 28 februari 2012 (omissis) 9
Datum van inontvangstneming : 11/12/2012
Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Vertaling C-508/12-1 Zaak C-508/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 november 2012 Verwijzende rechter: Landesgericht Salzburg (Oostenrijk)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/04/2013
Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Vertaling C-120/13-1 Zaak C-120/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 maart 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wedding (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 16/09/2013
Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Vertaling C-442/13-1 Zaak C-442/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2013 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 28/02/2013
Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Vertaling C-45/13-1 Datum van indiening: Zaak C-45/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 28 januari 2013 Verwijzende rechter: Oberste Gerichtshof (Oostenrijk)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 26/06/2014
Datum van inontvangstneming : 26/06/2014 Vertaling C-245/14-1 Zaak C-245/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 mei 2014 Verwijzende rechter: Handelsgericht Wien (Oostenrijk)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 23/03/2017
Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 27/11/2012
Datum van inontvangstneming : 27/11/2012 Vertaling C-478/12-1 Zaak C-478/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 oktober 2012 Verwijzende rechter: Landesgericht Feldkirch (Oostenrijk)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/04/2013
Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Vertaling C-121/13-1 Zaak C-121/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 maart 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wedding (Duitsland)
Nadere informatieDate de réception : 07/02/2012
Date de réception : 07/02/2012 Vertaling C-9/12-1 Zaak C-9/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 januari 2012 Verwijzende rechter: Rechtbank van koophandel te Verviers (België)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 18/09/2017
Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 23/10/2015
Datum van inontvangstneming : 23/10/2015 Vertaling C-492/15-1 Zaak C-492/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 september 2015 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 22/08/2013
Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Vertaling C-408/13-1 Zaak C-408/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 juli 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 31/08/2015
Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Vertaling C-417/15-1 Zaak C-417/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 juli 2015 Verwijzende rechter: Landesgericht für Zivilrechtssachen
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 13/11/2018
Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 04/07/2017
Datum van inontvangstneming : 04/07/2017 Vertaling C-308/17-1 Zaak C-308/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 mei 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 13/11/2015
Datum van inontvangstneming : 13/11/2015 Vertaling C-533/15-1 Zaak C-533/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 oktober 2015 Verwijzende rechter: Bundesgerichtshof (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/07/2016
Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Vertaling C-341/16-1 Zaak C-341/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 juni 2016 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 25/08/2014
Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 23/01/2019
Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Samenvatting C-759/18-1 Zaak C-759/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 31/01/2013
Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Vertaling C-1/13-1 Datum van indiening: Zaak C-1/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 2 januari 2013 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 05/09/2016
Datum van inontvangstneming : 05/09/2016 Vertaling C-425/16-1 Zaak C-425/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 augustus 2016 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 21/03/2017
Datum van inontvangstneming : 21/03/2017 Vertaling C-74/17-1 Zaak C-74/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 februari 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 29/01/2018
Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Vertaling C-711/17-1 Zaak C-711/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 19 december 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Hamburg (Duitsland)
Nadere informatieMemorie van Toelichting. Algemeen
Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/06/2012
Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Vertaling C-218/12-1 Zaak C-218/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 mei 2012 Verwijzende rechter: Landgericht Saarbrücken (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 26/02/2019
Datum van inontvangstneming : 26/02/2019 Vertaling C-32/19 1 Zaak C-32/19 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 januari 2019 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)
Nadere informatieVERORDENING (EG) Nr. 1896/2006 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 16 december 2015
02006R1896 NL 14.07.2017 003.002 1 Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 17/12/2013
Datum van inontvangstneming : 17/12/2013 Vertaling C-578/13-1 Zaak C-578/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 november 2013 Verwijzende rechter: Landgericht Kiel (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 22/05/2014
Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Vertaling C-184/14-1 Zaak C-184/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 april 2014 Verwijzende rechter: Corte Suprema di Cassazione (Italië)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/06/2015
Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-222/15-1 Zaak C-222/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 mei 2015 Verwijzende rechter: Pécsi Törvényszék (Hongarije) Datum
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 07/05/2015
Datum van inontvangstneming : 07/05/2015 Vertaling C-155/15-1 Zaak C-155/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 april 2015 Verwijzende rechter: Kammarrätten i Stockholm (Zweden)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 20/09/2016
Datum van inontvangstneming : 20/09/2016 Vertaling C-447/16-1 Zaak C-447/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 augustus 2016 Verwijzende rechter: Bundesgerichtshof (Duitsland)
Nadere informatieHof van Cassatie van België
2 JANUARI 2014 C.12.0463.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0463.N 1. WIBRA BELGIË nv, met zetel te 9140 Temse, Frank Van Dyckelaan 7A, 2. WIBRA HOLDING bv, vennootschap naar Nederlands recht,
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 12/07/2013
Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Vertaling C-319/13-1 Zaak C-319/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juni 2013 Verwijzende rechter: Thüringer Oberlandesgericht (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 23/05/2017
Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Vertaling C-21/17-1 Zaak C-21/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 januari 2017 Verwijzende rechter: Nejvyšší soud České republiky
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/09/2017
Datum van inontvangstneming : 19/09/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING 9.8.2017 ZAAK C-491/17 2. De behandeling van de zaak te schorsen totdat het Hof van Justitie van de Europese Unie een prejudiciële
Nadere informatieVertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing
Vertaling C-441/13-1 Zaak C-441/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2013 Verwijzende rechter: Handelsgericht Wien (Oostenrijk) Datum van de verwijzingsbeslissing:
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 06/04/2017
Datum van inontvangstneming : 06/04/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 13. 12. 2016 ZAAK C-112/17 [OMISSIS] [OMISSIS] tegen I. 2 - verzoekster - Societé AIR FRANCE S.A., [OMISSIS] Roissy
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 28/12/2015
Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Vertaling C-618/15-1 Zaak C-618/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 november 2015 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 07/06/2016
Datum van inontvangstneming : 07/06/2016 Vertaling C-249/16-1 Zaak C-249/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 2 mei 2016 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)
Nadere informatieASML. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 14 december 2006*
ASML ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 14 december 2006* In zaak C-283/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG, ingediend door het Oberste Gerichtshof
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 16/12/2016
Datum van inontvangstneming : 16/12/2016 Vertaling C-539/16-1 Zaak C-539/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 oktober 2016 Verwijzende rechter: Landgericht Frankfurt am Main
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/11/2015
Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Vertaling C-538/15-1 Zaak C-538/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 oktober 2015 Verwijzende rechter: Juzgado de Primera Instancia
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 20/06/2017
Datum van inontvangstneming : 20/06/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 28. 4. 2017 ZAAK C-255/17 Société AIR FRANCE S.A. [OMISSIS] Roissy Charles de Gaulle, Frankrijk [OMISSIS] verweerster,
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 22/08/2017
Datum van inontvangstneming : 22/08/2017 Samenvatting C-438/17-1 Zaak C-438/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 06/02/2014
Datum van inontvangstneming : 06/02/2014 Vertaling C-672/13-1 Zaak C-672/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 december 2013 Verwijzende rechter: Fővárosi Törvényszék (Hongarije)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 01/09/2015
Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Vertaling C-419/15-1 Zaak C-419/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juli 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 18/09/2018
Datum van inontvangstneming : 18/09/2018 Vertaling C-453/18-1 Zaak C-453/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juli 2018 Verwijzende rechter: Juzgado de Primera Instancia n.º
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 03/11/2015
Datum van inontvangstneming : 03/11/2015 Vertaling C-499/15 1 Zaak C-499/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 september 2015 Verwijzende rechter: Vilniaus miesto apylinkės
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 3 mei 2007*
COLOR DRACK ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 3 mei 2007* In zaak 0386/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens de artikelen 68 EG en 234 EG, ingediend door het Oberste Gerichtshof
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 26/05/2014
Datum van inontvangstneming : 26/05/2014 Vertaling C-189/14-1 Zaak C-189/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2014 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 22/06/2017
Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)
Nadere informatieDate de réception : 01/03/2012
Date de réception : 01/03/2012 Vertaling C-44/12-1 Zaak C-44/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2012 Verwijzende rechter: Court of Session, Scotland (Verenigd Koninkrijk)
Nadere informatieJurisprudentie. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 15 juni 2017 *
Jurisprudentie ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 15 juni 2017 * Prejudiciële verwijzing Rechterlijke bevoegdheid in burgerlijke en handelszaken Verordening (EU) nr. 1215/2012 Artikel 7, punt 1 Begrippen
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 15/09/2016
Datum van inontvangstneming : 15/09/2016 Vertaling C-433/16-1 Zaak C-433/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 augustus 2016 Verwijzende rechter: Corte suprema di cassazione
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 07/07/2017
Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-322/17-1 Zaak C-322/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2017 Verwijzende rechter: High Court (Ierland) Datum van de
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 04/01/2018
Datum van inontvangstneming : 04/01/2018 Vertaling C-657/17-1 Zaak C-657/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 november 2017 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 18/06/2012
Datum van inontvangstneming : 18/06/2012 C-211/12-1 Zaak C-211/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 mei 2012 Verwijzende rechter: Corte d'appello di Roma (Prima Sezione civile)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 13/10/2017
Datum van inontvangstneming : 13/10/2017 Vertaling C-537/17-1 Zaak C-537/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 12 september 2017 Verwijzende rechter: Landgericht Berlin (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 02/07/2015
Datum van inontvangstneming : 02/07/2015 Vertaling C-255/15-1 Zaak C-255/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 mei 2015 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 30/07/2017
Datum van inontvangstneming : 30/07/2017 SAMENVATTING VAN HET VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING ZAAK C-368/17 van dit artikel voor de erkenning als bedoeld in de artikelen 21, 22, 23 en 24 van verordening
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 11/06/2015
Datum van inontvangstneming : 11/06/2015 Vertaling C-185/15-1 Zaak C-185/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 april 2015 Verwijzende rechter: Vrhovno sodišče Republike Slovenije
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 14/06/2013
Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 12/08/2016
Datum van inontvangstneming : 12/08/2016 Vertaling C-381/16-1 Zaak C-381/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juli 2016 Verwijzende rechter: Tribunal Supremo (Spanje) Datum
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 11/07/2014
Datum van inontvangstneming : 11/07/2014 Vertaling C-279/14-1 Zaak C-279/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 juni 2014 Verwijzende rechter: Landgericht Hannover (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 04/11/2013
Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Vertaling C-524/13-1 Zaak C-524/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 oktober 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 06/02/2017
Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 30. 11. 2016 ZAAK C-649/16 III. Eerdere procedure De rechter in eerste aanleg heeft de vordering vóór de kennisgeving
Nadere informatieDagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?
Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Een dagvaarding is een inleidend processtuk. Hierin staat wat de eisende partij van de gedaagde partij verlangd. Een dagvaarding wordt doorgaans
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 24/03/2016
Datum van inontvangstneming : 24/03/2016 Vertaling C-95/16-1 Zaak C-95/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 februari 2016 Verwijzende rechter: Amtsgericht Hannover (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 10/01/2018
Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Vertaling C-667/17-1 Zaak C-667/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 november 2017 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 23/07/2013
Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Vertaling C-338/13-1 Zaak C-338/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 juni 2013 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)
Nadere informatieRolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T
Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 08/04/2014
Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Vertaling C-106/14-1 Datum van indiening: 6 maart 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-106/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Conseil d État (Frankrijk) Datum
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 29/10/2013
Datum van inontvangstneming : 29/10/2013 Vertaling C-388/13-1 Datum van indiening: 8 juli 2013 Verwijzende rechter: Zaak C-388/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Kúria (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing:
Nadere informatieDate de réception : 24/02/2012
Date de réception : 24/02/2012 Vertaling C-30/12-1 Zaak C-30/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 januari 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije) Datum van
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/12/2016
Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 18. 10. 2016 ZAAK C-570/16 [OMISSIS] Wuppertal, verzoekster, verweerster in hoger beroep en verzoekster in Revision,
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 05/08/2014
Datum van inontvangstneming : 05/08/2014 Vertaling C-321/14-1 Zaak C-321/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 4 juli 2014 Verwijzende rechter: Landgericht Krefeld (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/03/2019
Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Vertaling C-86/19-1 Zaak C-86/19 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 februari 2019 Verwijzende rechter: Juzgado de lo Mercantil n.º 9
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 11/06/2013
Datum van inontvangstneming : 11/06/2013 Vertaling C-226/13-1 Zaak C-226/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 april 2013 Verwijzende rechter: Landgericht Wiesbaden (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 04/03/2013
Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 20/03/2017
Datum van inontvangstneming : 20/03/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 31. 1. 2017 ZAAK C-66/17 schuldvorderingen (PB 2004, L 143, blz. 15, zoals gewijzigd) aldus worden uitgelegd dat een
Nadere informatieDate de réception : 06/01/2012
Date de réception : 06/01/2012 Vertaling C-595/11-1 Zaak C-595/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 november 2011 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf Datum van de
Nadere informatieVertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus)
Vertaling C-291/13-1 Zaak C-291/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 mei 2013 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Datum van de verwijzingsbeslissing:
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 15/07/2013
Datum van inontvangstneming : 15/07/2013 Vertaling C-322/13-1 Zaak C-322/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 juni 2013 Verwijzende rechter: Landesgericht Bozen (Italië) Datum
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481
ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 07/04/2017
Datum van inontvangstneming : 07/04/2017 Vertaling C-116/17-1 Zaak C-116/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 maart 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Hamburg (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 04/06/2015
Datum van inontvangstneming : 04/06/2015 Vertaling C-196/15-1 Zaak C-196/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 april 2015 Verwijzende rechter: Cour d appel de Paris (Frankrijk)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 22/02/2013
Datum van inontvangstneming : 22/02/2013 Vertaling C-32/13-1 Zaak C-32/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 januari 2013 Verwijzende rechter: Sozialgericht Nürnberg (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 26/07/2017
Datum van inontvangstneming : 26/07/2017 Vertaling C-379/17-1 Zaak C-379/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 26 juni 2017 Verwijzende rechter: Bundesgerichtshof (Duitsland) Datum
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 13/08/2015
Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Vertaling C-365/15-1 Zaak C-365/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 juli 2015 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 10/10/2017
Datum van inontvangstneming : 10/10/2017 Vertaling C-532/17-1 Zaak C-532/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 september 2017 Verwijzende rechter: Landgericht Hamburg (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 08/07/2016
Datum van inontvangstneming : 08/07/2016 Vertaling C-278/16-1 Zaak C-278/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 19 mei 2016 Verwijzende rechter: Landgericht Aachen (Duitsland) Datum
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 15/05/2015
Datum van inontvangstneming : 15/05/2015 Vertaling C-163/15-1 Zaak C-163/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 april 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2007 *
FBTO SCHADEVERZEKERINGEN ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2007 * In zaak 0463/06, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Bundesgerichtshof
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 03/12/2012
Datum van inontvangstneming : 03/12/2012 Vertaling C-482/12-1 Zaak C-482/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 oktober 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 07/02/2018
Datum van inontvangstneming : 07/02/2018 Vertaling C-9/18 1 Datum van indiening: Zaak C-9/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing 4 januari 2018 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Karlsruhe (hoogste
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 07/09/2018
Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Samenvatting C-488/18-1 Zaak C-488/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering
Nadere informatieJurisprudentie. BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 *
Jurisprudentie BESCHIKKING VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 juni 2017 * Prejudiciële verwijzing Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken Verordening
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/06/2015
Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-223/15-1 Zaak C-223/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 mei 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/12/2016
Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Vertaling C-569/16-1 Zaak C-569/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 november 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)
Nadere informatie