In deze notitie beschrijven we de verschillende fasen in het werkproces van de DOSA-regisseur. Per fase gaan we in op de taken van de DOSA.

Transcriptie

1 Werkproces DOSA 2008

2 Inleiding In deze notitie beschrijven we de verschillende fasen in het werkproces van de. Per fase gaan we in op de taken van de DOSA. In de zomer van 2006 is de eerste versie van de werkprocesbeschrijving gemaakt door KPMG, aan de hand van relevante documenten over het DOSAmodel en op basis van gesprekken met DOSAregisseurs en partners in het werkveld. Sinds enkele maanden is een begin gemaakt met een kwaliteitsslag DOSA, dit in verband met de versterkte positie van DOSA en de toegenomen verantwoordelijkheden van de. Deze kwaliteitsslag en doorontwikkeling van DOSA heeft ons doen besluiten het werkproces aan te passen en aan te scherpen.

3 2 Uitgangspunten en definities We beginnen deze werkprocesbeschrijving met een aantal uitgangspunten en definities. DOSA DOSA (Deelgemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak) is een vorm van afstemming tussen verschillende organisaties op het gebied van jeugd en gericht op een vroegtijdige, gecoördineerde en effectieve aanpak van risicokinderen. Om deze afstemming optimaal te laten verlopen, maken in principe alle instanties, voorzieningen en projecten die zich bezighouden met jeugd uit een bepaalde deelgemeente onderdeel uit van DOSA. Kern DOSA De kern van DOSA bestaat minimaal uit (de afstemming met) de voorpostfunctionaris van Bureau Jeugdzorg, de jeugdcoördinator van politie, de CJG/JONG-coördinator, de leerplichtambtenaar en de. Eén kind, één gezin, één plan, en één baas Voor versterking van de uitvoeringspraktijk van DOSA is een eenduidige werkwijze noodzakelijk. Rotterdam hanteert het uitgangspunt: één kind, één gezin, één plan en één baas. Hieronder verstaan we dat voor één kind, één gezin, één eenduidig en SMART (SpecifiekMeetbaarAcceptabelRealistischTijdsgebonden) geformuleerd plan van aanpak wordt gemaakt waarbij de brede zorgcoördinatie in handen is van de DOSAregisseur. Regie (brede zorgcoördinatie) De is zelf geen vertegenwoordiger van een keten. Hij/zij voert onafhankelijk de procesregie over de verschillende ketens. Ook verleent de DOSAregisseur nooit zelf hulp. DOSA spreekt, ten behoeve van het kind en het gezin, alle ketenpartners aan op het maken en uitvoeren van afspraken. Doel Doel van DOSA is het realiseren van een sluitende aanpak van risico- en probleemjongeren, woonachtig binnen een bepaalde deelgemeente, die hinderlijk en overlastgevend gedrag van jeugdigen voorkomt en bestrijdt en shopgedrag door en het rondpompen van jeugdigen tegengaat. Rotterdam wil in een zo n vroeg mogelijk stadium voorkomen dat risicokinderen en risicogezinnen tussen wal en schip vallen. Doelgroep De doelgroep van DOSA bestaat uit alle jeugdigen, in de leeftijd tot 23 jaar, die binnen een bepaalde deelgemeente wonen en die problemen hebben op één of meer van de volgende leefgebieden: gezin, huisvesting, gezondheid, school, werk, vrije tijd, financiën, politie/justitie en relaties/sociale omgeving. Daarbij is mogelijk ook sprake van overlast. De problemen gaan de mogelijkheden van de betrokken hulpverleners te boven of er wordt geen resultaat geboekt bij de jeugdige. De betrokken hulpverlener(s) schalen de casus vervolgens op naar DOSA. Problemen bij de jeugdige zijn op zichzelf dus niet voldoende voor een aanmelding bij DOSA; alleen jeugdigen met problemen die de mogelijkheden van hulpverleners te boven gaan of bij wie geen of onvoldoende resultaat wordt geboekt, worden aangemeld. DOSA-traject Een DOSA-traject is het geheel aan handelingen en interventies voor een bij DOSA aangemelde en onder de doelgroep vallende jeugdige waarover de DOSAregisseur de regie dient te voeren. Een DOSA-traject start op het moment dat er in de analysefase wordt vastgesteld dat een melding/jeugdige onder de DOSAdoelgroep valt en eindigt op het moment dat het interventieplan adequaat ten uitvoer wordt gebracht (wat overigens niet altijd wil zeggen dat daarmee de problematiek geheel is opgelost). Profiel De is goed op de hoogte van het aanbod van voorzieningen in de deelgemeente en de stad Rotterdam. Kennis van de sociale kaart is belangrijk zodat de een goede match kan organiseren tussen vraag en aanbod. De wordt ingeschakeld als anderen in de keten geen oplossing kunnen bedenken voor een jongere/gezin. Dat betekent dat de niet alleen het voor de hand liggende aanbod en de gebaande paden kent, maar ook weet heeft van alternatieven. De voegt iets toe. Door bijvoorbeeld creatieve combinaties van gemeentelijke en deelgemeentelijke voorzieningen te maken om zo de aanpak rond een jongere en gezin passend en sluitend te krijgen. 2

4 De kent ook de relevante procedures en mogelijkheden van partners in het veld. Vaak werken professionals volgens regels die in de loop der tijd zijn ontstaan in de bedrijfscultuur, of die ergens binnen zijn gekomen "van horen zeggen", maar die formeel niet bestaan. De kijkt glashelder heen door "zo hoort dat, zo werkt dat, zo moet dat, want zo doen we dat altijd". Daardoor ontstaan nieuwe mogelijkheden en nieuwe wegen om lastige zaken aan te pakken. Zo denkt de in mogelijkheden en niet in obstakels. DOSA-registratiesysteem Elke DOSA in Rotterdam gebruikt hetzelfde registratiesysteem. De gegevens van een jongere in een bepaalde deelgemeente kunnen alleen worden ingezien door de van deze deelgemeente. Het systeem is ter ondersteuning van het werkproces van DOSA. Het systeem registreert op eenduidige wijze basisgegevens, activiteiten en de voortgang binnen DOSA. Op basis daarvan levert het systeem belangrijke managementinformatie op deelgemeentelijk en stadsniveau. De deelgemeente is (mede in het kader van de privacywetgeving) verantwoordelijk voor zorgvuldige bewerking en opslag van actieve en passieve DOSAdossiers binnen het DOSA-registratiesysteem. 3

5 3 Werkmethodiek DOSA Het werkproces van DOSA bestaat uit vijf fasen: 1. Aanmelding 2. Analyse 3. Interventie 4. Monitoring 5. Afmelding Fase 1 Aanmelding In de aanmeldingsfase ontvangt de een melding of een vraag van een melder. Belangrijk is dat de melding voldoet aan de volgende aanmeldingseisen: De jeugdige is niet ouder dan 23 jaar; De jeugdige woont in een deelgemeente van Rotterdam; De jeugdige heeft problemen op één of meer leefgebieden en/of geeft overlast; Bij een melding door een instantie levert deze de NAWgegevens en geboortedatum van de jeugdige indien de instantie deze redelijkerwijs kan achterhalen; De problemen gaan de mogelijkheden van de hulpverlening te boven, er wordt geen resultaat geboekt of voor de jeugdige bestaat nog geen hulpverleningstraject (bijvoorbeeld in het geval de jeugdige overlast veroorzaakt zonder dat er al procesverbaal is opgemaakt); De melder formuleert zijn/haar concrete vraag aan de DOSA. (Vooral als de melder een professionele hulpverlener is mag in redelijkheid van hem/haar bekendheid met de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de DOSA-organisatie verwacht worden. De DOSAorganisatie zal overigens actief werken aan een bredere bekendheid van DOSA en haar werkzaamheden). Indien een jongere voldoet aan de bovenstaande criteria, wordt een melding verder opgepakt. Dit geldt ook voor de jongeren die via andere routes bij DOSA binnenkomen, zoals vermeld onder doelgroep. Als een melding van de jeugdige in behandeling wordt genomen, worden de gegevens van de jeugdige geregistreerd in het DOSA-registratiesysteem. Onderstaand schema geeft weer hoe de omgaat met de melding. Schema fase 1: Aanmelding Melder heeft alleen een vraag om informatie beantwoord de vraag of verwijst Aanmelding Melder maakt zich zorgen over jeugdige maar heeft geen concrete vraag. Melding voldoet niet aan eisen vraagt melder concrete vraag te formuleren c.q. helpt melder hierbij. Melding voldoet aan eisen. Jeugdige nog niet bekend bij DOSA Melding voldoet aan eisen. Jeugdige al bekend bij DOSA, maar niet meer in traject neemt melding in behandeling. Registratie in DOSAsysteem 4

6 Fase 2 Analyse De verzamelt informatie over het kind, de jongere en het gezin en gebruikt zijn netwerk van voorzieningen om deze informatie te achterhalen. De moet weten of er informatie over het kind, de jongere en het gezin bekend is bij anderen, wie al wat heeft ondernomen en wie op dit moment betrokken is bij het kind, de jongere en het gezin. De informatie is noodzakelijk om goed te kunnen beoordelen welk traject (persoonsgerichte aanpak (PGA) of gezinsgerichte aanpak (GGA) geschikt is. In de praktijk blijkt dat niet elke organisatie/partner snel en scheutig is met het verstrekken van informatie. Maar alleen bij een goede en optimale informatiepositie van de DOSAregisseur is het mogelijk om resultaatgerichte trajecten aan te bieden. Bronnen Voor een goede informatie over de problematiek op de 9 leefgebieden 1, kan de beschikken over de volgende bronnen: bestandsinformatie (GBA); registratie bij de politie, OM, Bureau Jeugdzorg, GGZ, CJG, Leerplicht, Jongerenloket, LZN, Welzijn (AMW en Jongerenwerk), enz. omgevingsinformatie (signalen uit de wijk of subjectieve info van een veldwerker); informatie van het gezin of de jongere zelf; analyse van de wel/niet werkzame hulpverlening; analyse van de positieve krachten binnen het individu en het systeem; - analyse van de zachte wijkinformatie; - analyse van wettelijke mogelijkheden; - analyse van drang en dwang mogelijkheden; Op basis van deze gedegen analyse wordt voor het kind, de jongere, het gezin op hoofdlijn een geschikt traject (aanbod) uitgestippeld. Dit vanuit de Rotterdamse visie: één kind, één gezin, één plan van aanpak. Gegevensuitwisseling Indien een jongere wordt aangemeld bij DOSA, wordt hij of zij hiervan op de hoogte gesteld. Als de jeugdige de leeftijd van 16 jaar nog niet heeft bereikt, wordt ook de wettelijke vertegenwoordiger geïnformeerd. Pas bij accordering door de in het DOSAregistratiesysteem kan een brief worden verstuurd. Jeugdigen worden niet geïnformeerd over de registratie in het DOSA-systeem als er zwaarwegende redenen zijn om de jeugdige niet te informeren (bijvoorbeeld als hierdoor een gevaarlijke situatie dreigt te ontstaan voor de jeugdige). Dit is ter beoordeling aan de DOSAregisseur. Als de besluit om een jeugdige niet te informeren, dient de reden hiervan te worden vastgelegd in het DOSA-systeem. Wanneer over het kind, de jongere, het gezin voldoende informatie is verzameld wordt de case besproken met de relevante partners. Dit kan telefonisch, in klein overleg of in het overleg van de DOSA-kern. In dit afstemmingsoverleg worden alleen de cases besproken die gecompliceerd zijn en waarvoor afstemming noodzakelijk is met alle partners van de DOSA-kern (zie paragraaf 1). Eventuele onjuistheden of lacunes in de informatie worden ter plekke aangepast of er worden afspraken gemaakt over het verkrijgen van aanvullende info. Met de deskundige partners die deelnemen aan de gekozen vorm van afstemming wordt een analyse van de situatie van het kind, de jongere, het gezin gemaakt. Onderdelen De analyse omvat de volgende onderdelen: individuele analyse, gericht op het kind, de jongere; systeemanalyse; 1) 9 leefgebieden: gezin, gezondheid, scholing, werk, financiën, huisvesting, vrije tijd, sociale omgeving, politie/justitie 5

7 Onderstaand schema geeft de acties in de analysefase weer. Analyse DOSAregisseur neemt melding in behandeling Informatieverzameling en bespreking in DOSA-kern. en/of Informatieverzameling en bespreking met DOSA-partners (DOSA-overleg e.d.). en/of verzamelt zelf informatie (via ketenpartners en SISA-check). Jeugdige (gezin) blijkt niet tot de DOSAdoelgroep te behoren. Geen DOSA-traject. Jeugdige (gezin) behoort tot de DOSAdoelgroep. Start DOSA-traject. annuleert registratie in DOSA-systeem, stelt melder op de hoogte en draagt indien aan de orde informatie over aan reeds betrokken instanties. registreert in DOSAsysteem (door melding aan SISA) en stelt melder op de hoogte. Jeugdige wordt geïnformeerd. Fase 3 Interventie Op basis van de analyse worden één of meer uitvoeringsorganisaties aangewezen voor verdere interventie (PGA of GGA) richting kind en gezin. Met deze organisatie(s) wordt een SMART-plan van aanpak afgesproken, dat samen met de verdiepende analyse van de case naar DOSA gaat. Indien er meer organisaties betrokken zijn bij kind en gezin zorgt de voor afstemming en coördinatie. DOSA maakt afspraken over monitoring (SMART) van de uitvoering en het resultaat. De eigenaar maakt SMART-geformuleerde afspraken en is verantwoordelijk voor de periodieke terugkoppeling over de voortgang naar de. Zijn er meer instanties betrokken bij het plan van aanpak, dan is de de coördinator en regisseur van de verschillende onderdelen die samen één plan van aanpak vormen. De is procesverantwoordelijk voor het totale plan van aanpak. De organisaties die betrokken zijn bij kind/gezin zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het eigen plan van aanpak, dat een onderdeel is van het geheel. Plan van aanpak De wijst de partner aan die de interventie pleegt, volgens het stramien: één plan, één kind/jongere, één gezin en één baas. DOSA wijst een organisatie aan om een plan van aanpak te maken en de hulpverlening met anderen uit te voeren. Met de voorziening wordt contact opgenomen en worden afspraken gemaakt. Baas De baas/eigenaar is de organisatie die door DOSA is aangewezen om voor één kind, één gezin, één plan van aanpak te maken. Het gaat om de volgende afspraken; de organisatie ontvangt de informatie die bij DOSA beschikbaar is en relevant voor het beoordelen van de vraag van DOSA en het maken van een plan; 6

8 de organisatie maakt een analyse van de situatie van het kind, de jongere, het gezin; de organisatie maakt op basis van een analyse een plan van aanpak met SMART-geformuleerde doelen; DOSA ontvangt van desbetreffende organisatie binnen een afgesproken termijn de analyse en de SMARTgeformuleerde afspraken; in het aanbod wordt afgesproken wie eindverantwoordelijke is van de case; met de manager worden afspraken gemaakt over maandelijkse voortgangsrapportage, hiervoor worden de SMART-geformuleerde resultaten als vertrekpunt genomen; met de manager wordt afgesproken dat een verzoek om verlenging of nazorg tijdig (minimaal 1 maand voor beëindiging van de interventie) wordt gerapporteerd. Indien er bij DOSA gedurende de interventie signalen binnen komen over het gezin, zal DOSA deze doorgeven aan de organisatie, en indien nodig nader onderzoek doen. Cultuurverandering Resultaatgericht werken en het resultaatgericht formuleren van een aanpak vergt een cultuurverandering bij de hulp- en dienstverlening. In de praktijk blijkt het voor hulpverleners vaak ingewikkeld om SMART-doelen te formuleren. DOSA kan hierbij hulp bieden.indien dat ingewikkeld blijft, overlegt DOSA met het management van de organisatie over deze belemmering. Opschaling Als een jeugdige al hulp of ondersteuning van verschillende organisaties ontvangt maar er onvoldoende vooruitgang is of als er sprake is van een reëel risico voor het welzijn van een kind, moet er opgeschaald kunnen worden naar een hoger niveau. De DOSAregisseur neemt hiertoe het initiatief. Op gemeentelijk niveau vindt opschaling plaats naar de Jeugdconsul. Onderstaand schema geeft de acties in de interventiefase weer. Interventie Start DOSA-traject Jeugdige (gezin) ontvangt nog geen hulp of ondersteuning maar heeft dat wel nodig. Jeugdige (gezin) ontvangt hulp of ondersteuning van één organisatie maar er wordt geen vooruitgang geboekt. Jeugdige (gezin) ontvangt hulp of ondersteuning van verschillende organisaties maar er is onvoldoende afstemming of vooruitgang. Enkelvoudige interventie DOSAregisseur regelt plaatsing (zelf of via anderen) of verwijst. Meervoudige interventie DOSAregisseur ziet toe op het opstellen en uitvoeren van een interventieplan (eventueel opschaling). SMART plan van aanpak 7

9 Fase 4 Monitoren Het monitoren van een persoonsgericht of gezinssgericht traject is een van de kerntaken van de. Monitoring is in ontwikkeling en vraagt een aanscherping van de werkwijze van de. In het operationele veld is veel behoefte aan regie, doorzettingsmacht en een kwalitatieve monitoring op de resultaten van de interventies. Dat laatste geeft de zicht op het proces en het resultaat van de interventie. Documenten Om objectief te kunnen monitoren moet de DOSAregisseur beschikken over de volgende documenten: analyse van de situatie van het kind, de jongere en/of het gezin; SMART-geformuleerde resultaten uit het plan van aanpak van het traject. DOSA ontvangt van de baas/eigenaar maandelijks een voortgangsrapportage over de afgesproken te behalen doelen. De monitort gedurende de hele interventieperiode. Indien de interventie langer duurt dan zes maanden, monitort de de eerste zes maanden van de interventie. Onderzoek Mocht het interventieproces niet sporen met de vooraf SMART-geformuleerde resultaten, dan kan een onderzoek van DOSA wenselijk of noodzakelijk zijn. Als DOSA door eigen waarneming of door signalen uit het veld constateert dat de interventie niet leidt tot de afgesproken resultaten, informeert de de baas/eigenaar dat er een officieel onderzoek komt. Dit onderzoek moet uitwijzen of de waarneming van de of de signalen uit het veld wel of niet kloppen. Een onderzoek bestaat uit de volgende stappen: dossieronderzoek en/of gesprek met de organisatie (s) van het plan van aanpak en/of gesprek met de leidinggevende van de organisatie. Het onderzoek kan leiden tot de volgende acties: bijstellen van de SMART-geformuleerde doelen; beëindiging van de interventie; ontkrachten van de waarneming en signalen. De informeert de organisaties over de bevindingen van het onderzoek en het vervolg. Beleidsinformatie Door het monitoren kwalitatief te verbeteren, kan de beschikken over objectieve en inhoudelijke beleidsinformatie over wel of niet resultaat opleverende interventies. Een faal- of succes factor kan zijn waarom de interventie voor een bepaalde doelgroep wel of niet werkt. Onderstaand schema geeft de acties in de monitoringfase weer. Monitoring Meervoudige interventie afgerond organisatieoverstijgend interventieplan opgesteld. monitort totdat interventieplan is uitgevoerd (maximaal zes maanden). Plaatsing/verwijzing verloopt volgens plan. Plaatsing/verwijzing verloopt niet volgens plan. neemt geen actie en blijft monitoren. pleegt nieuwe interventieopschaling. verricht onderzoek. 8

10 Fase 5 Afsluiting Bij een goed resultaat conform de geformuleerde SMART-resultaten wordt het persoonsgerichte of gezinsgerichte traject afgerond. Sommige partners zijn gehouden aan een maximale periode van begeleiding. Tijdens de begeleiding kan de begeleidende partner constateren dat verlenging of nazorg nodig is. Dit moet tijdig in de voortgangsrapportage aan DOSA worden aangegeven. Een tijdige melding biedt DOSA de mogelijkheid om de verlenging of nazorg te regelen. Na afsluiting van een DOSA-traject blijven de gegevens van de betreffende jeugdige nog vijf jaar opgeslagen in het DOSA-registratiesysteem, zoals voorgeschreven in de Wet bescherming Persoonsgegevens. Onderstaand schema geeft de acties in de afsluitingsfase weer: Afsluiting Einde monitoringfase: beoordeelt uitkomst. Interventie succesvol verlopen. Interventie (nog) niet succesvol verlopen. sluit traject af. Afmelding SISA. pleegt nieuwe interventie. verlengt monitoringfase. 9

11 Bijlage 1 DOSA in relatie tot anderen In deze bijlage wordt de verhouding van DOSA tot externe organisaties en andere overlegvormen beschreven. De doelgroep van DOSA bestaat uit risicojongeren in de leeftijd tot 23 jaar met meervoudige problematiek op één of meer leefgebieden en/of overlastgevend, voor wie na analyse door de professional in de keten en door een derde professional en door de in de keten zelf- of tussen de ketens geen oplossing wordt gevonden. Om te bepalen welke jongeren wel/niet terecht bij de worden aangemeld, hanteren we een paar voorwaarden (zie hoofdstuk 3). Na aanmelding toetst de regisseur of de jongere aan deze voorwaarden voldoet en wordt duidelijk of hij/zij tot de doelgroep hoort. Er is nog een aantal andere jongeren die tot de doelgroep van DOSA behoren. Hierbij kan het gaan om jongeren die aangemeld worden bij het Meldpunt Zorgmeldingen, jongeren die uit detentie komen jongeren van de groepsaanpak en jongeren van het Justitieel Casus Overleg. Zorgmelding Sinds de zomer van 2007 meldt de politie al haar zorgsignalen rechtstreeks aan het Meldpunt Zorgmeldingen. Dit Meldpunt is ondergebracht bij Bureau Jeugdzorg. De meldingen die niet voldoen aan de criteria om rechtsreeks bij Bureau Jeugdzorg te kunnen worden aangeleverd en die dus terug moeten naar het lokale veld, komen bij DOSA terecht. Ook indien het gaat om een jongere die niet tot de doelgroep behoort, bijvoorbeeld een jongere met enkelvoudige problematiek. DOSA plaatst deze jongere dan direct bij de juiste afhandelende instantie. In juni 2008 wordt de werkwijze zorgmelding geëvalueerd. Tot die tijd voert de DOSAregisseur de zorgmeldingen uit zoals is afgesproken. Detentie Alle Rotterdamse jongeren die uit detentie komen worden óf rechtstreeks vanuit de jeugdgevangenis (als het gaat om 18-jarigen uit de Hartelborgt) óf via SPAR gemeld bij de. De plaatst deze jongeren in overleg met de gemeentefunctionaris van de Hartelborgt of SPAR in een nazorgtraject. Dit in samenwerking met de Jeugdreclassering, indien er sprake is van een maatregel met vrijwillige of verplichte jeugdreclassering. Groepsaanpak De levert in het kader van de groepsaanpak de dienst bestandsvergelijking voor alle jongeren die geregistreerd staan bij de groepsaanpak. De gaat vervolgens aan deslag met jongeren die volgens de definitie van DOSA tot de doelgroep van DOSA behoren. JCO-jongeren De levert in het kader van het Justitieel Casus Overleg de dienst bestandsvergelijking. De jeugdcoördinator van politie, die zowel aan tafel zit bij het JCO als bij het afstemmingsoverleg van DOSA, stuurt de lijst met namen van het JCO (2x per maand is er JCO) vóór de bespreking in het JCO naar DOSA met de vraag of de jongeren op de lijst bekend zijn bij DOSA. Is dat niet het geval, dan zoekt de niet verder (wordt dus niet verder behandeld als nieuwe melding). Is dat wel het geval, dan zorgt de dat de jeugdcoördinator de informatie ontvangt t.b.v. de bespreking van de jongere in het JCO. Ook de terugkoppeling van de informatie vanuit het JCO naar de DOSA, loopt via de jeugdcoördinator Samenwerking DOSA en CJG In Rotterdam is eind 2008 in de meeste deelgemeenten een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) actief. CJG vertegenwoordigt de keten (niet-geïndiceerde) zorg, zoals het Jongerenloket de keten werk, inkomen & scholing vertegenwoordigt. Binnen de keten (niet-geïndiceerde) zorg heeft het CJG de regie. Het CJG is de regisseur van de keten zorg en een belangrijke partner waar afstemming mee gezocht moet worden bij o.a. de persoonsgerichte aanpak van een jongere. Het CJG wordt in het afstemmingsoverleg DOSA vertegenwoordigd door de JONG/CJG-coördinator. Om de afstemming tussen DOSA en CJG te optimaliseren is DOSA in een aantal deelgemeenten gehuisvest in het CJG. Relatie DOSA SISA In grote lijnen werkt het Stedelijk Instrument Sluitende Aanpak (SISA) als volgt. Als een kind of jeugdige in een bepaalde periode met meer dan één instelling een contact heeft dat verwijst naar mogelijke problemen 10

12 (bijvoorbeeld een uitkering aanvraagt én een politiecontact heeft) wordt er bij de gemeente automatisch en digitaal een match geconstateerd. Dit risicosignaal wordt aan de betrokken instellingen gemeld en er wordt gevraagd een regisseur aan te wijzen die een plan van aanpak maakt. Ook de DOSAregisseur krijgt een melding op basis waarvan hij mogelijk in actie komt (namelijk als betrokken partijen er onderling niet uitkomen). De coördineert tevens eventuele registratiemeldingen die naar betrokken jeugdigen vanuit SISA/DOSA worden gestuurd. Niet alle instanties zijn momenteel aangesloten bij SISA of kunnen niet worden aangesloten omdat zij niet geautomatiseerd zijn. Voor deze groep vormt de DOSAregisseur een belangrijke postbusfunctie. Als een jeugdige langs deze kanalen bij de wordt gemeld, kan de bij SISA checken of er in dit geval al sprake is van meervoudige problematiek waar mogelijk al (andere) hulpverlenende instanties mee aan de slag zijn. De taak van de DOSAregisseur is nu om deze partijen met elkaar te verbinden. 11

13 Deelgemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak 12

14 Colofon Gemeente Rotterdam Directie Veiligheid Postbus KP Rotterdam Juni 2008