DTG35A. Gebruiksaanwijzing

Transcriptie

1 DTG35A Gebruiksaanwijzing Waarschuwing: lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig alvorens u deze Wisent machine in gebruik neemt. Houd deze gebruiksaanwijzing bij uw machine. Alle gebruikers moeten de handleiding voor gebruik lezen.

2 INHOUDSOPGAVE: 1. Voor gebruik 1-1. Garantie 1-2. Uitpakken 1-3. Transport instructies 1-4. Installatie 1-5. Bediening 2. Gebruiksaanwijzing 2-1. Automatische voeding 2-2. Schakelaar 2-3. Tappen 2-4. Spindel 2-5. Boor- tapgereedschap verwijderen 3. Onderdelen 4. Algemene veiligheidsadviezen 5. Tabel voor boorsnelheden 5. Geluidsniveau 6. Machinespecificaties 7. Problemen oplossen 8. Onderdeeltekeningen 9. Smering machine 10. Electra tekeningen 11. Electra onderdelenlijst

3 1. VOOR GEBRUIK 1-1. Garantie De machine heeft een jaar garantie na aankoopdatum. Voor onderdelen welke ontbreken of in gebreke zijn gebleven wordt verzocht direct contact op te nemen met uw dealer. De fabrikant en dealer zijn niet verplicht tot reparatie of vervanging van onderdelen die veroorzaakt zijn door niet voorzichtige omgang, slechte smering, gebrek aan schoonmaak, niet geschikte werkomgeving of onjuist gebruik Uitpakken Alvorens het uitpakken, controleer de verpakking en de machine op eventuele beschadigingen. Meld beschadigingen direct aan uw leverancier. Uitpak procedure: 1. Verwijder zorgvuldig de verpakking; 2. Neem de handleiding uit de verpakking en lees deze voor gebruik zorgvuldig door; 3. Inspecteer de machine op mogelijke fouten of gebreken; 4. Reinig de machine indien nodig; 5. Assembleer de machine zoals vermeld staat in de handleiding Transport instructies In de handleiding staan de gewichten en de afmetingen vermeld om de machine op een correcte manier te verplaatsen, Gebruik een geschikte pompwagen, vorkheftruck of takel om de machine te verplaatsen. 1. De handelingen en het verplaatsen moet worden uitgevoerd door gekwalificeerde personen; 2. Vorkheftruck - pompwagen of lift kunnen worden gebruikt door gewalificeerde personen; 3. Let op dat de machine in balans is tijdens het transport; 4. De machine in verticale positie liften; 5. Zorg ervoor dat losse onderdelen gemonteerd zijn en losse toebehoren verwijderd zijn alvorens de machine te verplaatsen; 6. Voer al deze handelingen zorgvuldig uit zonder de machine te beschadigen.

4 1-4. Installatie Plaatsing 1. Controleer of de machine niet beschadigd is tijdens het transport. Neem direct contact op met uw dealer wanneer de machine beschadigd is; 2. Plaats de machine op een stabiele ondergrond. Een zacht rubberen mat of iets vergelijkbaars kan worden gebruikt tussen de machinevoet als fundatie voor een horizontale afstelling. Draai de machine met vloerbouten vast zoals aanbevolen; 3. Maak de machine schoon van de antiroestmiddelen die zijn toebediend voor transport. Gebruik niet te veel oplosmiddel aangezien dit het smeren kan beïnvloeden. Electronische aansluiting Het aansluiten van de machine op electra moet altijd worden uitgevoerd door gekwalificeerde mensen. 1. Wees er zeker van dat de juiste voltage toebediend kan worden; 2. Sluit de machine aan op de hoofdschakelaar volgens de voeding zoals staat aanbevolen op schema; 3. Controleer of de boorspindel de juiste kant op draait. Smering Alle lagers en tandwielen zijn gesmeerd op de fabriek 1. Controleer de smering van de tandwielen na enige tijd van gebruik; 2. Smeer de voedingstandwielen (machines die er één hebben) en andere verplaatsbare onderdelen door het gebruik van doseringsflesjes etc.; 3. De tandwielen draaien in olie. Vul voor gebruik de olie aan tot halverwege het peilglas (ca. 0,3 liter). Zie het olieschema (blz. 22) voor geschikte olie. LET OP! Machines met automatische voeding zijn niet voorzien van olie in de voedings tandwielkast Bediening De machine is uitgerust met een twee snelheden motor. 1. Kies de aanbevolen boorsnelheid door het gebruiken van de twee hendels aan de zijkant van de machinekop. Zie de tabel aan voorzijde van de machine voor de snelheden & blz. 10; 2. Als een of meerdere tandwielen moeilijk in positie te krijgen zijn, draait u de boorkop handmatig verder. Wees er zeker van dat de machine is uitgeschakeld; 3. Herstart de machine; 4. Stel de gewenste boorsnelheid in door middel van de schakelaar aan de voorkant; 5. Om de machine te stoppen zet de schakelaar om naar 0; 6. Gebruik in noodgevallen de noodschakelaar aan de voorzijde van de machine door deze in te drukken. LET OP! De snelheden kunnen niet veranderd worden als de machine draait. 4

5 2. GEBRUIKSAANWIJZING Voor installatie en bijvullen van de olie zie `installatie. De machine is voorzien van een schakelaar met de volgende functies: 2-1. Automatische voeding (schakelaar in bovenpositie) Stel aan de hand van de volgende stappen de automatische voeding in. a. Start de automatische voeding door te drukken op een van de knoppen op het einde van de voedinghendels; b. Stop de automatische voeding door nogmaals de knop in te drukken als de gewenste diepte bereikt is; c. De boordiepte kan ingesteld worden aan de voorzijde van de machine. De boor stopt direct en gaat omhoog wanneer de ingestelde boordiepte is bereikt. Om de gewenste diepte in te stellen brengt u de boor naar beneden tot dat deze het materiaal raakt. Stel hierna de gewenste boordiepte in. Druk een van de knoppen in op het einde van de boorhendels om de automatische voeding te starten. De boor beweegt zich automatisch terug naar haar startpositie wanneer de gewenste boordiepte bereikt is Handmatig gebruik (schakelaar in middenpositie) De machine is nu ingesteld op handmatig gebruik, en kan alleen handmatig gebruikt worden. Zie schakelaar C blz Tappen (schakelaar in benedenpositie) a. Voor tappen kan de draairichting van de spindel gedraaid worden, door te drukken op de knop op één van de voedingshendels. Wanneer de spindel haar startpositie bereikt heeft veranderd deze automatisch naar de juiste draairichting. b. De gewenste tapdiepte kan ook worden ingesteld door de boordiepteregeling aan de voorzijde van de machine. Wanneer de gewenste diepte bereikt is verandert de draairichting automatisch. Wanneer de spindel haar startpositie bereikt heeft veranderd deze automatisch naar de juiste draaiinrichting. Tappen met automatische voeding Wanneer u tapt met automatische voeding, zijn er een aantal zaken om rekening mee te houden met de machine. De draadspoed van de tap kan afwijken met de automatische voeding van de kolomboormachine. Tap met handmatige voeding of gebruik tappotjes met lengtecompensatie, anders breek het boorgereedschap of ontstaat er schade aan de machine. 5

6 2. GEBRUIKSAANWIJZING VERVOLG 2-4. Spindel Verstellen van boorspindel De boormachine heeft drie aanpasbare bouten om de spindel te verstellen, aan de linkerzijde van de machine. Als een hiervan speling vertoond tussen de slagpen en de boorkop, pas deze dan aan door middel van de drie aanpasbare stelschroeven. Als de machine gebruikt wordt voor frezen of andere vergelijkbare bewerkingen genereert dat trillingen, wij bevelen u aan om de klembeveiliging van de boorspindel strak aan te draaien om slijtage te voorkomen aan de spindellagers. Spindelveer spanning De spanning op de spindelveer is reeds afgesteld. Mogelijk wilt u in de loop van der tijd deze opnieuw afstellen, zodat boorspindel weer in bovenste positie terug komt. Het afstellen van de spindelveer: 1) Verwijder de steker uit de stroombron en draai de inbus los en verwijder beschermkap. 2) Ontvet de veerkap zodat deze niet door uw vingers kan glippen. 3) Houd de veer stevig tegen de machine gedrukt terwijl u de borgmoer 1/4 los draait. 4) Draag leren handschoenen om uw handen te beschermen als de veer toch los komt. 5) Trek de veer uit de uitsparing, als u deze loslaat ontspant de veer geheel. 6) Draai de veer tegen de klok in om de veer te ontspannen, draai de veer met de klok mee om deze te spannen. 7) Druk de veer weer in de uitsparing en houd hem tegen de machine. 8) Draai de veer strak tot einde veer spanning en draai deze dan 1/3 terug of voldoende om de boorspindel zijn volledige slag te kunnen laten maken. 9) Houd de veer vast en draai de borgmoer weer vast Boor- tapgereedschap verwijderen De machine is voorzien van een automatische boor- en tapgereedschap uitwerper. Aan de bovenzijde van de boorspindel is een beveiligingshendel geïnstalleerd wat zorgt dat de boorspindel niet naar zijn hoogste punt gaat. Het boorgereedschap wordt automatisch uitgeworpen wanneer u de hendel tussen de boorspindel en de machinekop verplaatst zodat de boorspindel tot zijn hoogste positie reikt, zodat er druk komt op het boorgereedschap komt waarna het uitgeworpen wordt. Het kan voorkomen dat het boor en tapgereedschap vast blijft zitten in de boorkop, dit kan komen door de druk die is uitgeoefend tijdens het boren op het gereedschap. Gebruik in dit geval een uitstoter en tik het gereedschap er voorzichtig uit. LET OP! Zorg er altijd voor dat het boorgereedschap schoon is voor opname. Dit voorkomt onnodige slijtage aan de boorspindel en gereedschap, en dat het gereedschap klem komt te zitten. 6

7 3. ONDERDELEN B J G A E D I N C F M K H A= Toeren schakelaar B= Spanhendels tandwielen C= Functie schakelaar D= Boorvoedingshendel E= Hendel hoogte instelling boorkop F= Ta f e l b l o k k e r i n g G= Automatische voeding H= Machinevoet I= Noodschakelaar J= Snelheden tabel K= Boortafel L= Tafel blokkering M= Veiligheidskap boorspil N= Diepte instelling 7

8 4. ALGEMENE VEILIGHEIDSADVIEZEN: Voor uw eigen veiligheid, lees deze instructie alvorens met de machine te werken. 1. Controleer de netspanning. Overtuig u ervan dat het voltage, dat vermeld staat op het motorplaatje, gelijk is aan het kabelnet. 2. Controleer of de steker correct gemonteerd is. Zorg dat het apparaat altijd geaard is. 3. Let op spanningsschommelingen. Lange labels (in het bijzonder kabelhaspels) veroorzaken vaak een verlaging van het voltage waardoor het efficiënt functioneren van het apparaat minder wordt. Wees daarom voorzichtig bij het gebruik van een verlengsnoer. Kies een kabel die de juiste diameter heeft. 4. Houd het werkgebied op orde. Een wanordelijke werkomgeving leidt tot ongelukken. 5. Houd rekening met omgevings invloeden. Zorg voor een goede verlichting. Houd brandbare vloeistoffen of gassen uit de buurt. Vermijd een vochtige of natte omgeving. 6. Voorkom een elektrische schok. Vermijd lichaamscontact met geaarde objecten, zoals buizen etc. 7. Houd kinderen en andere personen uit de buurt. 8. Berg toebehoren en losse gereedschappen veilig op, in een droge afgesloten ruimte en buiten bereik van kinderen. 9. Belast uw machine niet over. Men werkt beter en veiliger binnen het aangegeven vermogen bereik. 10. Gebruik de juiste machines. Gebruik geen machines met een te laag vermogen, te kleine capaciteit of een hulpstuk voor een te zware belasting. Gebruik niet voor het doel waarvoor zij niet bestemd zijn. 11. Draag geschikte werkkleding. Draag geen slobberende en losse kledingstukken of sieraden; deze kunnen door bewegende delen gegrepen worden. Draag bij lang haar een haarnet. 12. Gebruik veiligheidskleding en artikelen, zoals veiligheidsbril, stofmasker, werkhandschoenen, gehoorbeschermers, schoenen met geprofileerde zolen etc. 13. Gebruik het snoer niet verkeerd. Trek niet aan het snoer om de steker uit het stopcantact te trekken. Bescherm de energieleidingen snoeren tegen beschadigingen, zoals het vallen van scherp materiaal, lasspetters, hitte, olie etc. 14. Zorg dat werkstukken goed geklemd zijn, zodat deze tijdens de bewerking niet ronddraaien. 15. Zorg voor een veilige lichaamshouding en stabiel evenwicht. 16. Onderhoud de machines en het gereedschap zorgvuldig. Houd de gereedschappen scherp en schoon. Volg de onderhoudsvoorschriften en adviezen. Controleer regelmatig de elektrische, pneumatische en hydraulische leidingen. 8

9 4. ALGEMENE VEILIGHEIDSADVIEZEN, VERVOLG: 17. Trek de steker uit het stopcontact tijdens onderhoud en het verwisselen van machinegereedschappen. 18. Laat geen gereedschapsleutels op de machine zitten. Controleer voor het inschakelen of sleutels en andere machinegereedschappen verwijderd zijn. 19. Controleer of de boor en de boorhouder onbeschadigd zijn en correct bevestigd zijn. 20. Controleer of de kap gesloten is voordat u de machine inschakelt. 21. Voorkom het per ongeluk inschakelen. Controleer of de schakelaar en aansluiting aan energiebron uitgeschakeld staat. 22. Wees steeds opmerkzaam. 23. Controleer de machine, het elektrisch gereedschap en de gereedschappen op beschadigingen. Voor het verdere gebruik van de machine moeten veiligheidsinrichtingen of beschadigde delen zorgvuldig op een uitstekende doelgerichte functie worden beproefd. Controleer of de functie van de bewegende delen in orde is, of deze niet klemmen, of er geen delen gebroken zijn, of alle andere delen perfect en juist gemonteerd zijn en of alle voorwaarden, die het functioneren van het apparaat zouden kunnen beinvloeden, juist zijn. Indien in de gebruiksaanwijzing niet anders is aangegeven, moeten beschadigde veiligheidsinrichtingen en machinedelen door een servicewerkplaats vakkundig worden gerepareerd of worden verwisseld. Beschadigde schakelaars moeten door een servicewerkplaats worden vervangen. Gebruik geen apparatuur waarvan de schakelaar niet aan- en uitgeschakeld kan worden. 24. Als u niet zeker weet dat de netspanning op een wandcontactdoos gelijk is aan de netspanning die de machine nodig heeft, sluit de machine dan onder geen enkele voorwaarde op die wandcontactdoos aan. 25. Een netspanning met een hogere waarde dan de machine nodig heeft, kan verwondingen veroorzaken. 26. Verkeerd aansluiten of aansluiten op een te hoge of te lage netspanning veroorzaakt ernstige schade aan de motor. 27. Gebruik de machine niet voordat die volledig volgens de voorschriften is gemonteerd en u eerst de gebruikershandleiding zorgvuldig heeft gelezen. 28. Attentie! Gebruik in het belang van persoonlijke veiligheid alleen toebehoren en hulpapparaten die in de gebruiksaanwijzing of in de catalogus worden aanbevolen. Het gebruik van andere dan de vermelde toebehoren of hulpgereedschappen, kan verwondings gevaar opleveren. 9

10 5. TABEL VOOR BOORSNELHEDEN: Gebruik altijd de juiste snelheid voor het de te boren materialen. Juiste snelheid voor materiaal en diameter zijn in onderstaande tabel weergegeven. Boor m/m Materiaal Gietijzer Staal IJzer Aluminium Koper note Afhankelijk van materiaal en echte parameters instelling boorsnelheden 5. GELUIDSNIVEAU: A. Gemeten geluidsnivieau in onbelaste toestand bedraagt: Type DTG35A Positie van bediener Lpa= 70 db(a) B. Gemeten geluidsniveau in belaste toestand bedraagt: Type DTG35A Positie van bediener Lpa= 75 db(a) Note: Het geluidsniveau op de werkplek kan hoger zijn dan 85 db. In dit geval zijn gehoorbeschermende maatregelen ten behoeve van bedienend personeel verplicht. 10

11 6. MACHINESPECIFICATIES Afmetingen machine mm Fabrikaat WISENT Type DTG35A Boorcapaciteit Ø mm. 35 Tapcapaciteit Ø mm. 18 Boorspil MT 4 Uitlading mm. 325 Kolom Ø mm 125 Aantal snelheden 8 RPM min./max Motor 400Volt/kW 1,5/1,8 Gewicht kg. 290 Artikelnummer Alle WISENT boormachines worden zonder boorgereedschap geleverd. 11

12 7. PROBLEMEN OPLOSSEN Waarschuwing: Voor uw eigen veiligheid, draai hoofdschakelaar uit en verwijder de steker uit de stroombron voordat u de oorzaak van de storing gaat opzoeken. Probleem Oorzaak Oplossing Machine maakt veel lawaai 1) Droge spindel 1) Smeer spindel 2) Losse spindel poulie 2) Draai schroeven vast in spindel poulie Boor verbrand 1) Verkeerde boorsnelheid 1) Verander boorsnelheid 2) Spanen worden niet gelost 2) Spanen verwijderen 3) Botte boren 3) Boren slijpen of vernieuwen 4) Voeding te laag 4) Hogere voeding en laat de boren snijden 5) Geen smering 5) Boor koelen en smeren 6) Boor draait verkeerd om 6) Controleer draairichting motor Boor (stift) blijft niet in 1) Kromme boor (stift) 1) Gebruik rechte boor (stift) de machine zitten 2) Versleten spindellagers 2) Vervang spindellagers 3) Boor niet goed geplaatst 3) monteer boor juist 4) Boor (stift) niet goed in 4) Monteer boor (stift) juist conus geplaatst Boor slaat vast in werkstuk 1) Werkstuk knelt de boor of 1) Werkstuk goed in klem overmatige voeding plaatsen Werkstuk trilt los 1) Niet goed vast gezet in klem 1) Werkstuk goed in klem plaatsen Speling op boorspindel 1) Teveel speling op lagers van 1) Neem contact op met uw spindelgeleiding leverancier 12

13 13

14 14

15 15

16 16

17 17

18 18

19 19

20 20

21 21

22 9. SMERING MACHINE Het smeren van de machine verlengt de levensduur, dit voorkomt slijtage aan de machine en de machine blijft makkelijk in gebruik. Gebruik onderstaande type oliën om de machine te smeren. Smeerolie kwaliteit 1: Te gebruiken voor de tandwielkasten en kogellagers. Viscositeit: 5 E op 50 C. Tandwiel olie SP68, leverbaar in 1 & 5Liter. Smeerolie kwaliteit 2: Te gebruiken om de kolom te smeren voor soepele verplaatsing van boorkop en tafel. Vraag de juiste lijnolie aan uw leverancier. 22

23 PLC ON TOGGLE SWITCH BLUE 0,75mm2 WHITE 0,75mm2 23

24 European five core power plug BLACK 1,5mm2 RED 0,75mm2 BLUE 0,75mm2 AC24V BLUE 0,75mm2 WHITE 0,75mm2 KA1 HANDLE 24

25 255

26 26

27 27