Windows Server 2008 (IIS 7.5) - Veel gestelde vragen (FAQ)

Transcriptie

1 Windows Server 2008 (IIS 7.5) - Veel gestelde vragen (FAQ) Contents Waar vind ik mijn IIS-manager instellingen?... 2 Hoe kan ik inloggen in IIS-beheer voor beheer op afstand?... 3 Hoe breng ik een FTP over SSL -verbinding tot stand met FileZilla?... 6 Hoe benader ik WebDAV?... 7 Fout bij ASP.NET 4.0: Kenmerk targetframework niet herkend Hoe installeer ik toepassingen met Web Platform Installer? Hoe implementeer ik een Visual Studio 2010 Web Application Project via Web Deploy? Hoe kan ik de anonieme toegang tot een map en de submappen uitschakelen in IIS7.5? Hoe redirect ik een subdomein naar een submap? Waarom kan ik geen bestanden verwijderen via WebDAV? Hoe kan ik Google Analytics toevoegen aan mijn website?... 22

2 Waar vind ik mijn IIS-manager instellingen? Indien u uw IIS-manager instellingen niet kunnen vinden, kan dit twee oorzaken hebben: 1) U hebt het bestand web.config verwijderd 2) U hebt het bestand web.config overschreven met uw eigen bestand Het meerendeel van de IIS-manager instellingen zijn opgeslagen in uw web.configbestand. Dit houdt in dat met het verwijderen van het web.config-bestand tevens instellingen als anonieme-/basisverificatie, standaarddocumenten, HTTPfoutmeldingen en dergelijke, worden teruggezet naar de standaard serverinstellingen. U dient er tevens rekening mee te houden dat wanneer u uw eigen web.config-bestand uploadt, dit schade aan uw website toe kan brengen. Dit is mogelijk doordat er instellingen worden overschreven of verwijderd die u via het configuratiepanel of IIS Remote Manager hebt ingesteld, of dat u functionaliteiten probeert te gebruiken welke niet zijn toegestaan met de huidige serverconfiguratie, waardoor de gehele website onbereikbaar wordt.

3 Hoe kan ik inloggen in IIS-beheer voor beheer op afstand? IIS-beheer voor beheer op afstand (IIS Manager for Remote Administration) is een programma van Microsoft welke beheerders de mogelijkheid biedt om IIS 7.5- websites veilig op afstand te beheren. De IIS-manager kunt u via Microsoft downloaden. Een link naar de downloadpagina vindt u in de MyAccount. Log in uw MyAccount in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Ga in het linkermenu naar Windows Web GetStarted. De link voor de IIS-manager en de inloggegevens vindt u in de sectie IIS-beheer voor beheer op afstand (IIS Manager for Remote Administration). Het Gebruikersbeheer (User Manager) in de MyAccount bevat de mogelijkheid om de IIS-manager in of uit te schakelen. Ga naar Windows Web en Gebruikersbeheer (User Manager) om te controleren dat de IIS-manager is ingeschakeld. Wanneer de optie is geslecteerd, zoals u in de onderstaande schermafdruk ziet, zal de gebruiker toegang hebben tot de IIS-manager. Nadat u het programma hebt geïnstalleerd kunt u deze via het Start-menu openen. Het programma heet Beheer van Internet Information Services (IIS) 7.0 (Internet Information Services (IIS) 7 Manager). Zodra u het pogramma hebt opgestart kunt u een nieuwe verbinding toevoegen via de knop Een site verbinden (Connect to a site).

4 Voer de gegevens in bij Servernaam (Server Name) en Sitenaam (Site name). U vindt deze gegevens in de MyAccount onder Windows Web/GetStarted. Klik op Volgende (Next). Voer uw Gebruikersnaam (User name) en Wachtwoord (Password) in. Deze gegevens zijn per naar de beheerder gestuurd. Klik Volgende (Next). Indien de gebruikersnaam of het wachtwoord incorrect is, zult u hiervan een waarschuwing krijgen.

5 De eerste keer dat u een nieuwe website toevoegt kan een dialoogvenster geopend worden met alle additionele functionaliteiten die u kunt installeren. Aangeraden wordt om alle functionaliteiten te installeren. Selecteer de functionaliteiten die u wenst te installeren en klik OK. De functionaliteiten worden nu geïnstalleerd. Voer vervolgens een naam in voor de verbinding. Wij raden u aan om de domeinnaam te gebruiken. Klik op Voltooien (Finish). De website is nu klaar voor gebruik.

6 Hoe breng ik een FTP over SSL -verbinding tot stand met FileZilla? Op Windows 2008 R2/IIS 7.5 servers kun u gebruik maken van een beveiligde FTP over SSL -verbinding. Houd er rekening mee dat dit niet hezelfde is als SFTP ( FTP over SSH ). 1. Klik op de knop Sitebeheer openen (Open Site Manager). 2. Klik op de knop Nieuwe site (New Site) en geef de website een naam. 3. Voer de volgende informatie in: a. Host: voer hier uw domeinnaam of het alternatieve FTP-adres in b. Servertype (Server type): FTPES FTP over explicit TLS/SSL c. Inlogtype (Logon type): Normaal (normal) d. Gebruiker (User): voer uw gebruikersnaam in e. Wachtwoord (Password): voer het wachtwoord in 4. Klik Connect

7 Hoe benader ik WebDAV? WebDAV stelt u in staat om uw website via het https-protocol als netwerkstation op uw computer te benaderen. Alvorens u gebruik kunt maken van WebDAV, dient u ervoor te zorgen dat uw website en gebruikersaccount correct zijn ingesteld in MyAccount. Controleer hiervoor in het IIS-beheer (IIS Admin) of WebDAV-toegang voor uw website is ingeschakeld: Controleer hetzelfde voor uw gebruiker in het Gebruikersbeheer (User manager) onder Windows Web in de MyAccount. Zodra deze instellingen zijn gedefinieerd hebt u toegang tot WebDAV via uw besturingssysteem. Indien u Windows gebruikt bereikt u WebDAV door op Mijn computer in Windows Verkenner te klikken. Selecteer vervolgens Netwerkverbinding maken (Map network drive).

8 Uit veiligheidsoverwegingen is WebDAV alleen te bereiken via SSL. Dit houdt in dat het https-protocol verplicht is en dat u de *.ssl-encrypted.com SSL-domein moet gebruiken welke u in MyAccount vindt via Windows Web - GetStarted. Selecteer een Station (Drive) die naar uw website moet verwijzen (bijvoorbeeld: Z). Voer bij Map (Folder) uw WebDAV Hostnaam in welke u in de MyAccount vindt, bijvoorbeeld: Selecteer de optie Verbinding maken met andere referenties (Connect using different credentials). Voer uw Gebruikersnaam en Wachtwoord in. U kunt deze in uw MyAccount vinden. U hebt nu een netwerkstation (in dit voorbeeld Z) aan uw website gekoppeld.

9 Hoe verstuur ik een in ASP.NET 2.0? Sinds versie 2.0, heeft ASP.NET een built-in class (System.Net.Mail) om te versturen. Hieronder vindt u een voorbeeldcode hiervan: C# ASP.NET using System.Net.Mail; [ ] MailMessage obj = new MailMessage( "from@example.com", "to@example.com", "This is the Subject", "This is the Body."); obj .priority = MailPriority.Normal; SmtpClient SMTPServer = new SmtpClient("localhost"); try{ SMTPServer.Send(obj ); Response.Write(" sent sucessfully."); } catch (Exception exc){ Response.Write("Send failure: " + exc.tostring()); } VB ASP.NET Imports System.Net.Mail [ ] Dim strfrom = "from@example.com" Dim strto = "to@example.com" Dim MailMsg As New MailMessage(New MailAddress(strFrom.Trim()), New MailAddress(strTo)) MailMsg.Subject = "This is the Subject" MailMsg.Body = "This is the Body" MailMsg.Priority = MailPriority.Normal Dim SmtpMail As New SmtpClient SmtpMail.Host = "localhost" Try SmtpMail.Send(MailMsg) Response.Write(" sent sucessfully.") Catch exc As Exception Response.Write(exc.Message) End Try

10 PHP <?php?> $to = "to@example.com"; $subject = "This is the subject"; $body = "This is the Body"; $headers = "From: from@example.com\r\n". "X-Mailer: php"; if (mail($to, $subject, $body, $headers)) { echo("<p> sent successfully.</p>"); } else { echo("<p>message delivery failed...</p>"); }

11 Fout bij ASP.NET 4.0: Kenmerk targetframework niet herkend Wanneer uw account is opgezet om met het ASP.NET 2.0 framework te werken, maar uw toepassing is een ASP.NET 4.0 toepassing, zult u onderstaande foutmelding krijgen: Omschrijving: Er is een fout opgetreden tijdens het verwerken van een configuratiebestand dat vereist is om aan deze aanvraag te voldoen. Raadpleeg de hieronder weergegeven details van deze fout en pas uw configuratiebestand overeenkomstig aan. Parserfout: Kenmerk targetframework niet herkend. Let op: kenmerknamen zijn hoofdlettergevoelig. (Description: An error occurred during the processing of a configuration file required to service this request. Please review the specific error details below and modify your configuration file appropriately. Parser Error Message: Unrecognized attribute 'targetframework'. Note that attribute names are case-sensitive.) Om deze fout te corrigeren dient u in te loggen in uw MyAccount. Ga naar Windows Web IIS-beheer (IIS Admin) en selecteer 4.0 uit de afrollijst ASP.NET Versie (ASP.NET Version). Klik op de knop IIS-instellingen opslaan (Set IIS properties) om de wijziging te bevestigen.

12 Hoe installeer ik toepassingen met Web Platform Installer? Via het Webplatforminstallatieprogramma (Web Platform Installer) kunt u eenvoudig diverse populaire toepassingen op uw website installeren. Het voorbeeld hieronder laat zien hoe u de blogtoepassing van Wordpress kunt installeren. De meeste toepassingen vereisen een database. Indien uw product geen database bevat, kunt u contact met de Verkoopafdeling opnemen om een database te bestellen. Indien uw database nog niet is aangemaakt, dient u dit eerst te doen vanuit de SQLsectie in MyAccount. Het Webplatforminstallatieprogramma (Web Platform Installer) is onderdeel van IIS-beheer voor beheer op afstand (IIS Manager for Remote Administration). Het webplatforminstallatieprogramma is een aparte download van Microsoft. De link naar de downloadpagina vindt u in uw MyAccount, via Windows Web GetStarted. Om het webplatforminstallatieprogramma te starten opent u eerst het IIS-beheer voor beheer op afstand (IIS Manager for Remote Administration). Ga naar de sectie Beheer (Management) en dubbelklik op de onderstaande knop. Het kan een paar seconden duren voor de installer volledig is gestart.

13 Kies Wat is nieuw (What s new) of Webtoepassingen (Web Applications) uit het linkermenu om de beschikbare toepassingen te bekijken. De optie Webtoepassingen (Web Applications) bevat diverse categoriën met verschillende typen toepassingen: Voor meer informatie over een toepassing klikt u aan de rechterkant van de toepassing op het informatieknop. In dit voorbeeld zullen we Wordpress installeren via de Blogsectie. Klik op de knop Installeren (Install) nadat u de gewenste toepassing hebt geselecteerd. Een nieuw venster geeft de toepassing(en) weer welke u hebt geselecteerd. Klik op Accepteren (I Accept) om de download te starten.

14 De volgende stappen vereisen informatie over uw website en database. Deze informatie vindt u in uw MyAccount. Wachtwoorden zijn apart per aan de beheerder van de domeinnaam verstrekt. Voer een Toepassingsnaam (Application name) in om de toepassing in een submap te installeren. Let op! Om de toepassing op de hoofdmap van de website te installeren, mag u hier niets invoeren. U zult dan een waarschuwing krijgen dat de bestemmingsmap (de hoofdmap) niet leeg is, en u moet bevestigen dat de bestaande bestanden overschreven moeten worden. Doe dit alleen indien u hier zeker van bent! Klik Doorgaan (Continue). In de volgende stap voert u informatie in over de database, wachtwoord en andere belangrijke gegevens. Let op: Sommige toepassingen vereisen een MSSQL-, en anderen een MySQLdatabase. De wizard laat zien welke database verplicht is. In uw MyAccount dient u het juiste soort database te kiezen. In onderstaand voorbeeld gebruiken we MySQL. Bij de optie Nieuwe database aanmaken of bestaande gebruiken (Create a new or use an exisiting database) is het belangrijk dat u kiest voor Bestaande database gebruiken (Use existing database).

15 Voer de gegevens in over de databasegebruiker, wachtwoord, serverlocatie etc. Klik Doorgaan (Continue). Indien u een foutmelding krijgt over missende componenenten (zoals MySQL Connector voor.net), klik dan op de knop OK. De website wordt geïnstalleerd en een bevestigingspagina wordt weergegeven zodra dit voltooid is. Klik Starten (Launch) om de website in de webbrowser te zien, en klik op Voltooien (Finish) om terug te gaan naar het Webplatforminstallatieprogramma (Web Platform Installer)

16 Hoe implementeer ik een Visual Studio 2010 Web Application Project via Web Deploy? Let op! De onderstaande instructie geldt alleen voor webtoepasingprojecten (Web Application Projects) in Visual studio, niet de website. Web Deploy is een nieuwe methode om uw webtoepassing te publiceren. Houd er rekening mee dat Web Deploy alleen beschikbaar is voor websites die op Windows 2008 servers worden gehost. Voorat u de Web Deploy-methode met Visual Studio 2010 kunt gebruiken moet u de IIS-manager-toegang (IIS Manager Access) in het gebruikersbeheer in MyAccount activeren. Zo publiceert u uw website via Web Deploy: Open het project in Visual Studio Klik Build -> Publish (Publiceren). Het venster Publish Web (Website publiceren) wordt geopend. Wijzig Publish Method (Publicatiemethode) naar Web Deploy. Voer in het veld Service URL (URL van de service) het volgende in: [webserver] is de servernaam, bijvoorbeeld: ho01-is-s701. Voer in het veld Site/application (Website/toepassing) het volgende in: [domeinnaam]/[subdirectory], zoals example.com/app1. Wijzig [subdirectory] naar de locatie waarnaar u de applicatie wilt publiceren. Selecteer Mark as IIS application on destination (Markeer als IIStoepassing op bestemming). Selecteer Allow untrusted certificate (Niet-vertrouwde certificaten toestaan). In het veld Username voert u de gebruikersnaam in voor uw Web Deploy. U vindt deze in uw MyAccount. In het veld Password voert u het wachtwoord in voor Web Deploy. Klik Publish (Publiceren).

17

18 Hoe kan ik de anonieme toegang tot een map en de submappen uitschakelen in IIS7.5? Het is mogelijk om de anonieme toegang tot een bepaalde map en de submappen uit te schakelen. Hiervoor kunt u in de betreffende map een web.config-bestand aanmaken, (of het bestaande bestand bewerken) met de onderstaande regels. Let op! Het is noodzakelijk dat Windows-verificatie voor de website is geactiveerd. Dit kunt u doen via IIS 7-manager. <?xml version="1.0"?> <configuration> <system.web> <authorization> <deny users="?" /> <allow users=" a@example.com"/> </authorization> </system.web> </configuration> Op deze manier heeft alleen de aangegeven beheerder toegang tot de betreffende map en submappen.

19 Hoe redirect ik een subdomein naar een submap? In dit voorbeeld gebruiken we een domein genaamd example.com met twee hostnamen (subdomeinen): (example.com) shop.example.com Let op: Hostnamen voegt u toe bij Domeinbeheer in uw MyAccount. Op uw website is de volgende mappenstructuur aangemaakt: \wwwroot\default.aspx (startpagina voor \wwwroot\web.config (config-bestand voor de root-applicatie) \wwwroot\shop\default.aspx (vereiste beginpagina voor shop.example.com) Om de inkomende aanvragen voor shop.example.com door te kunnen sturen naar een submap genaamd shop, moeten we de volgende tekst aan het web.config-bestand welke in \wwwroot\web.config ligt, toevoegen: <system.webserver> <rewrite> <rules> <rule name="shop Subdomain Redirect" stopprocessing="true"> <match url="(.*)" /> <conditions logicalgrouping="matchall"> <add input="{http_host}" pattern="^shop.example.com$" /> <add input="{request_uri}" negate="true" pattern="/shop" /> </conditions> <action type="redirect" url=" /> </rule> </rules> </rewrite> </system.webserver> Dit leidt tot het volgende: inkomende aanvragen naar (example.com) geven de inhoud van \wwwroot\ weer inkomende aanvragen naar shop.example.com geven de inhoud van \wwwroot\shop\ weer.

20 Waarom kan ik geen bestanden verwijderen via WebDAV? De voglende bestanden zijn op serverniveau geconfigureerd om wijzigingen via WebDAV af te wijzen. <requestfiltering> <fileextensions allowunlisted="true" applytowebdav="true"> <add fileextension=".asax" allowed="false" /> <add fileextension=".ascx" allowed="false" /> <add fileextension=".master" allowed="false" /> <add fileextension=".skin" allowed="false" /> <add fileextension=".browser" allowed="false" /> <add fileextension=".sitemap" allowed="false" /> <add fileextension=".config" allowed="false" /> <add fileextension=".cs" allowed="false" /> <add fileextension=".csproj" allowed="false" /> <add fileextension=".vb" allowed="false" /> <add fileextension=".vbproj" allowed="false" /> <add fileextension=".webinfo" allowed="false" /> <add fileextension=".licx" allowed="false" /> <add fileextension=".resx" allowed="false" /> <add fileextension=".resources" allowed="false" /> <add fileextension=".mdb" allowed="false" /> <add fileextension=".vjsproj" allowed="false" /> <add fileextension=".java" allowed="false" /> <add fileextension=".jsl" allowed="false" /> <add fileextension=".ldb" allowed="false" /> <add fileextension=".dsdgm" allowed="false" /> <add fileextension=".ssdgm" allowed="false" /> <add fileextension=".lsad" allowed="false" /> <add fileextension=".ssmap" allowed="false" /> <add fileextension=".cd" allowed="false" /> <add fileextension=".dsprototype" allowed="false" /> <add fileextension=".lsaprototype" allowed="false" /> <add fileextension=".sdm" allowed="false" /> <add fileextension=".sdmdocument" allowed="false" /> <add fileextension=".mdf" allowed="false" /> <add fileextension=".ldf" allowed="false" /> <add fileextension=".ad" allowed="false" /> <add fileextension=".dd" allowed="false" /> <add fileextension=".ldd" allowed="false" /> <add fileextension=".sd" allowed="false" /> <add fileextension=".adprototype" allowed="false" /> <add fileextension=".lddprototype" allowed="false" /> <add fileextension=".exclude" allowed="false" /> <add fileextension=".refresh" allowed="false" /> <add fileextension=".compiled" allowed="false" /> <add fileextension=".msgx" allowed="false" /> <add fileextension=".vsdisco" allowed="false" /> <add fileextension=".rules" allowed="false" /> <add fileextension=".asa" allowed="false" /> </fileextensions> <verbs allowunlisted="true" applytowebdav="true" /> <hiddensegments applytowebdav="true"> <add segment="web.config" /> <add segment="bin" /> <add segment="app_code" /> <add segment="app_globalresources" /> <add segment="app_localresources" /> <add segment="app_webreferences" /> <add segment="app_data" />

21 <add segment="app_browsers" /> </hiddensegments> </requestfiltering>

22 Hoe kan ik Google Analytics toevoegen aan mijn website? 1. Registreer een Google Analytics-profiel voor uw website. Dit kunt u doen via 2. Open IIS-manager (IIS Manager) en vindt de module URL-herschrijving (URL Rewrite). 3. Selecteer Regel toevoegen (Add Rule) rechtsbovenaan, en kies voor Lege regel (Blank rule) onder Uitgaande regels (Outbound rules), zoals hieronder aangegeven: 4. Geef de uitgaande regel een logische naam (Name) en maak een nieuwe Voorwaarde (Precondition) aan, zoals hieronder aangegeven.

23 5. Voer de juiste waarden in (zoals hieronder) voor de velden Invoervoorwaarde (Condition input), Controleer of de invoerstring (Check if input string) en Patroon (Pattern). Klik OK. 6. Nu hebt u een voorwaarde aangemaakt die er als volgt uit zou moeten zien: 7. Klik OK.

24 8. Nu kunt u de koppeling configureren. Het belangrijkste is dat u er rekening mee oud dat u Exacte match (Exact Match) gebruikt en dat het Patroon (Pattern) </body> is. Daarnaast dient u Hoofdletters negeren (Ignore case) te selecteren. De instellingen moeten er als volgt uitzien: 9. De waarde in Handelingseigenschappen (Action Properties) moeten als volgt zijn, waarbij u UA-xxxxxx-x vervangt door het profielid van Google welke u in stap 1 hebt gekregen: <script type="text/javascript">var gajshost = ((" == document.location.protocol)? " : " src='" + gajshost + "google-analytics.com/ga.js' type='text/javascript'%3e%3c/script%3e"));</script><script type="text/javascript">try{var pagetracker = _gat._gettracker("uaxxxxxx-x");pagetracker._trackpageview();} catch(err) {}</script></body>

25 10. U kunt dit bevestigen door te controleren of het web.config-bestand het volgende bevat: <rewrite> <outboundrules> <rule name="add Google Analytics Code" precondition="ishtml" patternsyntax="exactmatch"> <match pattern="</body>" /> <action type="rewrite" value="<script type="text/javascript">var gajshost = ((" == document.location.protocol)? " : " ript src='" + gajshost + "googleanalytics.com/ga.js' type='text/javascript'%3e%3c/script%3e"));</script>& lt;script type="text/javascript">var pagetracker = _gat._gettracker("ua-xxxxxxx");pagetracker._initdata();pagetracker._trackpageview( );</script></body>" /> </rule> <preconditions> <precondition name="ishtml"> <add input="{response_content_type}" pattern="^text/html" /> </precondition> </preconditions> </outboundrules> </rewrite>