netto winst

Transcriptie

1 opgave 1 investering restwaarde jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 netto winst Gevraagd: Wat is het gemiddelde rendement? gemiddelde winst / gemiddeld geïnvesteerde vermogen * 100% De gemiddelde winst per jaar is dus: / 5 jaar = De investering aan het begin is terwijl de restwaarde aan het eind van de vijf jaar bedraagt. De gemiddelde investering is dus Het gemiddelde rendement is dus / * 100% = 8,8% Indien het minimaal gewenste rendement 10% bedraagt, is het niet verstandig om te besluiten te investeren. 1

2 opgave 2 Gevraagd: Het kasstroom (cashflow overzicht) bedragen per jaar 0 jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 ontvangsten uitgaven cashflow

3 opgave 3 investering jaar 0 jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 omzet extra gasten bestaande gasten variabele kosten onderhoud restwaarde kasstroom In jaar 1 is de cashflow Er moet dus nog = worden terugverdiend. Na jaar 2 moet er nog = worden terugverdiend. In jaar 3 is de cashflow weer ( per maand ) Het duurt dus nog iets meer dan 7 maanden in het derde jaar. De netto contante waarde van de cashflow is: / 1, / 1,1² / 1,1³ / 1,1⁴ / 1,1⁵ =

4 opgave 4 De vele gezichten van China Verkoopprijs ; Inkoopprijs 85% van de verkoopprijs Gewenst rendement 8% 4 reizen met 14,18,18,16 deelnemers Gevraagd: Wat is de terugverdientijd? De investering is: = De cashflow van reis 1 is: Ontvangsten: 14 * Uitgaven: 14 * * 85% Cashflow: Reis 2: ; Reis 3: ; Reis 4: De cashflow na reis 2 is Een halve reis is niet mogelijk. De terugverdientijd is dus na 2 reizen. De verkoopprijs wordt: = De inkoopprijs blijft: (85% van 2.300) De omzet: 4 (reizen) * 20 (deelnemers) * = De inkoop: 4 (reizen) * 20 deelnemers) * = Overige kosten = De winst is:

5 opgave 5 Een eenmalige betaling van 575 of jaarlijks (3 jaar) 200 Rente percentage 3% Bij jaarlijkse betalingen is de contante waarde: 1e jaar: 200 / 1,03 2e jaar: 200 / 1,03² 3e jaar: 200 / 1,03³ Totaal: 194, , ,03 = 565,72 Dit is dus minder dan in één keer betalen. In termijnen betalen heeft de voorkeur. 5

6 opgave 6 De theaterbar. Een investering van cashflow: 1e jaar ; 2e jaar ; 3e jaar e jaar ; 5e jaar ; 6e jaar Na 3 jaar is terugverdiend. In het vierde jaar moet nog terugverdiend worden. In het vierde jaar wordt terugverdiend. Dit is een ½ jaar. De theaterbar is dus na 3,5 jaar terugverdiend. cashflow = afschrijvingen + winst Na 6 jaar is de totale cashflow De afschrijving is (er is geen restwaarde) De winst is dus in 6 jaar en gemiddeld De gemiddelde waarde van de investering is ( ) / 2 = Het gemiddelde rendement is dus / *100% = 19,4% 6

7 opgave 7 investering restwaarde jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 netto winst Gevraagd: Wat is de cumulatieve cashflow na 4 jaar? cashflow = afschrijvingen + winst De afschrijvingen na 4 jaar zijn ( ) ( per jaar) De extra winst is De cashflow tot en met 4 jaar is dus ( restwaarde na 4 jaar) De investering aan het begin is terwijl de restwaarde aan het eind van de vier jaar bedraagt. cashflow = afschrijvingen + winst Na 1 jaar is de cashflow (afschrijving) (winst) = (cashflow) Na 2 jaar is de (cumulatief) cashflow In het derde jaar is de cashflow Aangezien de winst aan het eind van het jaar ontstaat is de terugverdientijd dus 3 jaar. Het gemiddelde geïnvesteerde vermogen is ( ) / 2 = De gemiddelde winst is / 4 = Het gemiddelde rendement is dus / * 100% = 32,5% 7

8 opgave 8 investering vermogenskosten: 8% jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 skeeler A skeeler B terugverdientijd skeeler A: 2 jaar terugverdientijd skeeler B: 2 jaar Netto contante waarde A: / 1, / 1,08² / 1,08³ / 1,08⁴ = Netto contante waarde B: De hoogste netto contante waarde heeft de voorkeur (B) 8

9 opgave 9 investering vermogenskosten: 6% honkbalhandschoen A jaar jaar jaar jaar jaar jaar Honkbalhandschoen B terugverdientijd handschoen A: / = 0,6 jaar terugverdientijd handschoen B: / = 0,8 jaar Netto contante waarde A: / 1, / 1,06² / 1,06³ / 1,06⁴ / 1,06⁵ / 1,06⁶ = Netto contante waarde B: De looptijd is echter verschillend! Als project B twee maal uitgevoerd kan worden heeft deze de voorkeur. 9

10 opgave 10 Een investering van Restwaarde Investering in voorraad ; Deze krijg je dus aan het eind van het project terug. cashflow: ; ; ; contante-waardefactor 10% Gevraagd: Wat is de terugverdientijd? De investering is = De cashflow na 3 jaar is Er blijft over De cashflow in jaar 4 is Dat is dus / jaar = 0,18 jaar of 2,2 maanden De terugverdientijd is dus 3 jaar en 3 maanden.(naar boven afronden) De netto contante waarde is / 1, / 1,1² / 1,1³ / 1,1⁴ / 1,1⁴ / 1,1⁴ = De netto contante waarde is positief de terugverdientijd is te lang. Waar gaat de voorkeur naar uit? Voorkeur voor uitkomst netto contante waarde methode. Als de investering lager is, en er geen restwaarde is, dan is de investering eerder terugverdiend! 10

11 opgave 11 glijbaan: ; restwaarde niet gegeven, we veronderstellen 0 onderhoud: 500 per jaar; levensduur 6 jaar ;extra bezoekers: 600 hangplek: ; restwaarde niet gegeven, we veronderstellen 0 onderhoud: 800 per jaar. extra bezoekers: 400 ; prijs per bezoeker: 8,50 Zijn er variabele kosten per bezoeker? Wat is de levensduur van de hangplek? Als we geen rekening houden met variabele kosten, wat is dan de terugverdientijd? Glijbaan: omzet (600 * 8,50) - kosten ( 500) = per jaar. terugverdientijd: 1,96 jaar ( / 4.600) Hangplek: omzet (400 * 8,50 - kosten ( 800) = per jaar. terugverdientijd: 1,35 jaar ( / 2.600) De terugverdientijd bij de hangplek is korter. Je kan ook de winst over 6 jaar uitrekenen. (die is voor de glijbaan hoger dan de hangplek) Als je een aanname doet voor de vermogenskosten kan je ook de netto contante waarde uitrekenen bij een looptijd van 6 jaar. Bedenk echter welke doelgroep (hangjongeren!) je wilt op je bungalowpark. 11

12 opgave 12 Nieuwe bestemming vaste kosten per kwartaal ; inkoop 80% van de verkoopprijs investering : ; rendement: 15% marge kwartaal 1: 500 * 800 * 20% = marge kwartaal 2: 750 * 850 * 20% = marge kwartaal 3: * 900 * 20% = marge kwartaal 4: * 900 * 20% = Totaal Er worden echter minder reizen verkocht naar de Canarische eilanden! Minder marge kwartaal 1: * 600 * 15% = Minder marge kwartaal 2: 750 * 600 * 15% = Minder marge kwartaal 3: 600 * 600 * 15% = Minder marge kwartaal 4: 500 * 600 * 15% = Totaal Het resultaat is dus = Dit is hoger dan het gewenste rendement van 15% van = Als de verkoop 15% lager is, is de totale marge van de nieuwe bestemming De marge van de Canarische eilanden wordt minder De winst is dus: (minder dan het gewenste rendement) 12

13 opgave 13 Investering Sardinië: = Investering Sicilië: = Sardinië omzet inkoop kosten training cashflow jaar jaar jaar Sicilië jaar jaar jaar Terugverdientijd Sardinië: / * 12 = 9,3 maanden Terugverdientijd Sicilië: 1 jaar + ( ) / * 12 = 1 jaar en 1,6 maanden Is dit langer dan de gewenste terugverdientijd? 13

14 opgave 13 Sardinië cashflow jaar jaar jaar Sicilië jaar jaar jaar Netto contante waarde Sardinië: / 1, / 1,1² / 1,1³ = Netto contante waarde Sicilië: / 1, / 1,1² / 1,1³ = De terugverdientijd van de Sardinië is korter en de netto contante waarde is hoger. Bovendien moet je steeds meer smeergeld gaan betalen in Sicilië! 14

15 opgave 14 scenario 1 scenario 2 uitkoop aantal bezoekers vaste kosten horeca aantal consumpties per bezoeker verkoopprijs consumptie inkoopprijs consumptie vaste kosten schoonmaak variabele kosten schoonmaak , , horeca omzet horeca inkoop horeca bruto marge vaste kosten winst schoonmaak vaste kosten variabele kosten totale kosten Als scenario 1 uitkomt is het aanbod van de cateraar wel aantrekkelijk en het bod van de schoonmaakdienst niet. Als scenario 2 uitkomt is het net andersom! Het besluit is afhankelijk van het inschatten van de kansen op de scenario s en van de mate waarin men risico wil nemen. 15