DCMR milieudienst Rijnmond

Transcriptie

1 Krimpen aan den IJssel ZK -1 JUN 2017 College van burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel T.a.v. de heer P.M. van Dokkum Postbus AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL m DCMR milieudienst Rijnmond Parallelweg 1 Postbus AV Schiedam T F E W info@dcmr nl Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum 31 mei 2017 Contactpersoon Telefoonnummer Afdeling S. Rondhuis Inspectie en Handhaving m m i Onderwerp Aanbiedingsbrief last onder dwangsom Geachte heer Van Dokkum, Hierbij ontvangt u de last onder dwangsom voor het bedrijf Fleet Dynamics BV. Deze besloten vennootschap heeft op het adres Van der Hoopstraat 12 te Krimpen aan de IJssel in de periode een garagebedrijf gehad, waarbij bodembedreigende activiteiten zijn uitgevoerd. Bij een administratieve controle van de DCMR in januari 2016 is geconstateerd dat de drijver van de inrichting heeft nagelaten na het beëindigen van de activiteiten een onderzoek uit te voeren naar de eindsituatie van de bodem. Door de DCMR zijn meerdere brieven verstuurd waarin de voormalige drijver van de inrichting is meegedeeld dat een bodemonderzoek uitgevoerd dient te worden. Tot op heden heeft de drijver van de inrichting hieraan geen gehoor gegeven. Om naleving af te dwingen adviseer ik u, overeenkomstig het bijgevoegde concept, een last onder dwangsom op te leggen aan het bedrijf. Ik verzoek u het besluit te ondertekenen en aangetekend te verzenden aan de drijver van de inrichting. Een afschrift van het besluit zie ik graag tegemoet. Blad 1 van 2

2 Ons kenmerk m DCMR milieudienst Rijnmond Nadere informatie Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met mevrouw S. Rondhuis van de DCMR Milieudienst Rijnmond, onder bovenvermeld telefoonnummer. Hoogachtend, namens de directeur DCMR Milieudienst Rijnmond, R. Kuijper bureauhoofd inspectie detailhandel, agri, transport en energie Blad 2 van 2

3 Beschikking AANTEKENEN Fleet Dynamics B.V. t.a.v. de heer V. Kement Voormalige locatie Van der Hoopstraat 12 te Krimpen a/d IJssel P/A Doctor Hekmanstraat SJ ROTTERDAM Ons kenmerk Uw kenmerk Datum Betreft: Last onder dwangsom op grond van artikel 125 van de Gemeentewet en artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het niet naleven van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Geachte heer Kement, Inleiding Op het adres Van der Hoopstraat 12 te Krimpen aan den IJssel heeft u een inrichting (Fleet Dynamics B.V.) in de zin van de Wet milieubeheer in werking gehad. Het betrof een inrichting voor de reparatie van personenauto's. Op 10 september 2009 heeft u een melding van oprichting in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer ingediend bij het bevoegd gezag. De inrichting moet worden aangemerkt als een inrichting type B, als bedoeld in artikel 1.2 van het Activiteitenbesluit en valt daarmee onder de werkingssfeer van dit besluit. Historie Op 18 januari 2016 voerde een toezichthouder van de DCMR Milieudienst Rijnmond (verder: DCMR) een administratieve controle uit bij uw voormalig bedrijf aan de Van der Hoopstraat 12 in Krimpen aan den IJssel. Tijdens deze controle werd geconstateerd dat u de bedrijfsactiviteiten in 2012 heeft beëindigd. U heeft nagelaten om binnen zes maanden na het beëindigen van de activiteiten een onderzoek naar de bodemkwaliteit uit te laten voeren. Dit is een overtreding van artikel 2.11, derde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer. U bent hierover bij brief d.d. 20 januari 2016 aangeschreven. Overtreding Op 11 mei 2017 stelde een toezichthouder van de DCMR bij een administratieve controle van uw voormalige bedrijf aan de Van der Hoopstraat 12 in Krimpen aan den IJssel vast dat de in mijn brief van 20 januari 2016, kenmerk genoemde maatregel niet is uitgevoerd. U heeft geen rapport van het onderzoek naar de bodemkwaliteit laten uitvoeren. Hiermee overtreedt u nog steeds artikel 2.11, derde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Naar aanleiding van deze overtreding bent u bij brief van 15 mei 2017 door de directeur van de DCMR aangeschreven. In deze brief is u medegedeeld dat ons college, gezien de ernst en voortduring van de overtreding, geadviseerd wordt u een last onder dwangsom op te leggen. Zienswijze Overeenkomstig artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht bent u in bovengenoemde brief van 15 mei 2017 in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken na dagtekening van de Kenmerk Blad 1 van 5

4 brief uw zienswijze kenbaar te maken ten aanzien van het opleggen van een last onder dwangsom. U heeft hier geen gebruik van gemaakt. Overwegingen Nu sprake is van een overtreding van een wettelijk voorschrift, zijn wij bevoegd tot het treffen van handhavende maatregelen. Ons college geeft aan de handhaving van wet- en regelgeving politiek-bestuurlijke en juridische prioriteit. Gelet op de grote belangen die met handhaving van de milieuregelgeving zijn gediend, zien wij in beginsel geen reden om van deze bevoegdheid geen gebruik te maken. Alleen zeer bijzondere omstandigheden kunnen voor ons aanleiding vormen om van het nemen van maatregelen af te zien. Dergelijke omstandigheden doen zich, naar onze mening hier niet voor. De geconstateerde overtreding is van dusdanige aard dat voortduring daarvan, met het oog op de mogelijke gevolgen voor het milieu en de bodem, niet toelaatbaar is. U heeft in uw inrichting bodembedreigende activiteiten uitgevoerd en heeft nagelaten om te onderzoeken of deze activiteiten een bodemverontreiniging hebben veroorzaakt. Alle feiten en omstandigheden in overweging nemende hebben wij niet (meer) het vertrouwen dat u zonder bestuurlijke maatregel de overtreding blijvend zult beëindigen. Wij zien ons dan ook genoodzaakt u een last onder dwangsom op te leggen. Omdat u zelf een einde kunt maken aan de overtreding, is het opleggen van een last onder dwangsom, als bedoeld in artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht, het meest proportionele middel dat ons in deze ter beschikking staat. De hoogte van de dwangsom is gerelateerd aan de aard en de ernst van de overtreding en de kosten om de overtreding ongedaan te maken. Het opleggen van een last onder dwangsom moet u niet zien als een straf, maar als een middel om u te bewegen in overeenstemming met de geldende eisen te handelen. Wij geven u een ruime begunstigingstermijn in verband met de tijd die nodig is om offertes aan te vragen, toegang tot het pand te verkrijgen en het bodemonderzoek uit te laten voeren. Te nemen maatregelen Naar ons oordeel kunt u binnen vier maanden na dagtekening van deze beschikking de overtreding van artikel 2.11, derde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer beëindigen. Dit kunt u doen door een eindonderzoek te laten uitvoeren op plaatsen binnen de voormalige inrichting waar bodembedreigende activiteiten zijn uitgevoerd. Een rapport met de resultaten van een eindonderzoek naar de bodemkwaliteit, voor de locatie Van der Hoopstraat 12 te Krimpen aan den IJssel, dient u ter beoordeling naar de DCMR te sturen. Voor de letterlijke tekst van bovengenoemd artikel verwijzen wij u naar de bijlage behorende bij deze beschikking. Voor de integrale tekst van het Activiteitenbesluit verwijzen wij u naar de website Hier kunt u de letterlijke tekst van het door u overtreden artikel vinden. Hierbij willen wij u er tevens op wijzen dat het onderzoek en het rapport dienen te voldoen aan alle eisen die in artikel 2.11 van het Activiteitenbesluit milieubeheer worden gesteld. Het gaat dan met name om de eisen die zijn opgenomen in het vierde, achtste en negende lid. Kenmerk Blad 2 van 5

5 Besluit Gelet op het vorenstaande en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht besluiten wij als volgt. 1. Wij gelasten u om binnen vier maanden nadat deze beschikking in werking treedt te voldoen aan artikel 2.11, derde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Wij waarschuwen u ervoor dat u, indien u niet voldoet aan het onder 1 gestelde, u een dwangsom verbeurt van C 1.500,- per maand dat er geconstateerd wordt dat u artikel 2.11, derde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer overtreedt, tot een maximum van C 4.500,- Wij wijzen u er overigens op dat het verbeuren van de (maximale) dwangsom niet met zich meebrengt dat de overtreding kan worden voortgezet. Bij voortduring van de overtreding zullen wij nadere maatregelen overwegen. Inwerkingtreding Deze beschikking treedt in werking op de dag na de dag waarop deze aan u is toegezonden. Bezwaar Belanghebbenden kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken tegen deze beschikking. Het maken van bezwaar dient te geschieden door het indienen van een bezwaarschrift bij ons college. Een bezwaarschrift kan worden ingediend gedurende een termijn van zes weken na de datum van verzending van deze beschikking. Een bezwaarschrift moet worden ondertekend en dient in ieder geval het volgende te bevatten: - de naam en het adres van de indiener; - de dagtekening; - een omschrijving van de beschikking waartegen bezwaar wordt gemaakt; - de gronden van het bezwaar. Een bezwaarschrift dient te worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel, Postbus 200, 2929 AE Krimpen aan den IJssel. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van deze beschikking niet. Voorlopige voorziening Op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, kunt u, indien u een bezwaarschrift heeft ingediend bij ons college, een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moet worden gedaan bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam, Sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. Dit verzoek schorst de werking van deze beschikking niet. Mededeling omtrent verbeuring en invordering Indien na afloop van bovengenoemde begunstigingtermijn van twee weken onverhoopt geconstateerd wordt dat u nog steeds in strijd handelt met bovengenoemd artikel, dient u, op grond van artikel 5:33 van de Algemene wet bestuursrecht, binnen een termijn van zes weken na verbeuring over te gaan tot betaling van de hierdoor van rechtswege verbeurde dwangsom(men). Dit kunt u doen door het door u verschuldigde bedrag over te maken op rekeningnummer NL43 BNGH ten name van de gemeente Krimpen aan den IJssel. Kenmerk Blad 3 van 5

6 Indien wij vervolgens na afloop van deze termijn van zes weken geen betaling van u hebben ontvangen zullen wij u, na vaststelling van een invorderingsbeschikking, als bedoeld in artikel 5:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, aanmanen tot betaling van de verbeurde dwangsom(men). Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel, de secretaris, de burgemeester, BIJLAGE 1 Kenmerk Blad 4 van 5

7 Artikel 2.11 van het Activiteitenbesluit milieubeheer luidt: 1. Indien in de inrichting een bodembedreigende activiteit wordt verricht, wordt uiterlijk binnen drie maanden na oprichting van de inrichting, een rapport met de resultaten van een onderzoek naar de bodemkwaliteit toegestuurd aan het bevoegd gezag. 2. Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften stellen met betrekking tot het uitvoeren van een onderzoek naar de bodemkwaliteit bij een verandering van de inrichting, indien het gelet op de aard of de mate waarin de inrichting verandert, nodig is de bodemkwaliteit vast te leggen met het oog op een mogelijke aantasting of verontreiniging van de bodem die kan of is ontstaan door een bodembedreigende activiteit. 3. Indien in de inrichting een bodembedreigende activiteit is verricht wordt uiterlijk binnen zes maanden na beëindiging van de inrichting of de IPPC-installatie of na beëindiging van het opslaan van vloeibare brandstof, afgewerkte olie of pekel in een ondergrondse opslagtank, een rapport met de resultaten van een onderzoek naar de bodemkwaliteit toegezonden aan het bevoegd gezag. In dit rapport wordt ten minste vermeld: a. de naam en adres van degene die het onderzoek heeft verricht; b. de wijze waarop het onderzoek is verricht; c. de aard en de mate van de aangetroffen verontreinigende stoffen en de herkomst daarvan; d. de mate waarin de bodemkwaliteit is gewijzigd ten opzichte van de situatie bij de oprichting of de verandering van de inrichting voor zover die situatie is vastgelegd in een rapport; e. de wijze waarop en de mate waarin de bodemkwaliteit wordt hersteld als bedoeld in het vijfde lid. 4. De onderzoeken en rapporten, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, worden uitgevoerd onderscheidenlijk opgesteld door een persoon of een instelling die daartoe beschikt over een erkenning op grond van het Besluit bodemkwaliteit. 5. Indien uit het rapport, bedoeld in het derde lid, blijkt dat de bodem als gevolg van de activiteiten in de inrichting is aangetast of verontreinigd, draagt degene die de inrichting drijft er zorg voor dat binnen zes maanden na toezending van dat rapport aan het bevoegd gezag de bodemkwaliteit is hersteld tot: a. de situatie bij oprichting of verandering van de inrichting voor zover die situatie is vastgelegd in een rapport; b. de achtergrondwaarden als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit indien er geen rapport als bedoeld in onderdeel a beschikbaar is. Herstel vindt plaats voor zover dat met de beste beschikbare technieken redelijkerwijs haalbaar is. 6. Het herstel van de bodemkwaliteit als bedoeld in het vijfde lid geschiedt door een persoon of een instelling die beschikt over een erkenning op grond van het Besluit bodemkwaliteit. 7. Degene die de inrichting drijft meldt de aanvang en de afronding van de werkzaamheden, bedoeld in het vijfde lid, direct aan het bevoegd gezag. 8. De onderzoeken, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, voldoen aan NEN 5740 en richten zich uitsluitend op de bodembedreigende stoffen die door de werkzaamheden ter plaatse een bedreiging voor de bodemkwaliteit vormen of vormden en op de plaatsen waar bodembedreigende activiteiten plaatsvinden, zullen plaatsvinden dan wel hebben plaatsgevonden. 9. Een aanwezige vloeistofdichte vloer of verharding wordt ten behoeve van het onderzoek, bedoeld in het eerste lid of tweede lid, niet doorboord of anderszins aangetast. 10. Bij ministeriële regeling kunnen bodembedreigende activiteiten worden aangewezen waarop dit artikel geheel of gedeeltelijk niet van toepassing is. Kenmerk Blad 5 van 5