Case Study Januari 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Case Study Januari 2010"

Transcriptie

1 Case Study Januari 2010 Personeelsdiensten plannen bij de NS Wij zijn de weg kwijt Groep 4 Marije Stolwijk Cliff Voetelink Wieke de Wit Vrije Universiteit

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Probleemomschrijving De probleemomschrijving als input output relatie Input Voorwaarden Modellering Probleemaanpak Modelleren diensten per standplaats Deelprobleem Deelprobleem Alternatieve aanpak Individuele aanpak Groepsaanpak Conclusie Bronvermelding Appendix A Vragen en begrippen Appendix B Het planningsproces Appendix C Planningsregels Appendix D Literatuurstudie diensten toewijzen Appendix E Literatuurstudie roosteren Appendix F Model deelprobleem Appendix G Set Covering Appendix H Uitbreiding per personeelstype

3 1. Inleiding In 2001 heerste er onvrede over de personeelsplanning van de NS. Het rijdend personeel had moeite met het in 1999 ontwikkelde concept rondje om de kerk in de nieuwe strategie Bestemming klant, waarbij personeel vaker wordt ingezet bij dezelfde route zodat zij meer affiniteit krijgen met de reizigers op het traject en ter bevordering van de punctualiteit. Het probleem was echter dat sommige trajecten geliefder zijn dan andere (bijvoorbeeld door de hoeveelheid agressiviteit op de route of door het soort trein waar in gereden wordt). De indeling van de diensten werd niet als eerlijk beschouwd. In de provincie Groningen werd wel positief op het rondje om de kerk gereageerd maar het Amsterdamse personeel had er meer moeite mee. Hierdoor ontstond er verdeeldheid onder het personeel. Tegelijkertijd waren er ook tegenstellingen in de belangen van verschillende vakbonden, de Ondernemingsraad (OR) en de directie. De emoties liepen hoog op en er werd besloten dat Bestemming klant toch ingevoerd zou worden maar dat de OR NSR een nieuw voorstel zou doen. De OR NSR nam vervolgens in november 2001 ORTEC en Basis&Beleid in de hand om hen te ondersteunen bij het ontwikkelen van een alternatief productiemodel. Een productiemodel is een planningsproces waarbij diensten worden gevormd en worden toegewezen aan standplaatsen. Vervolgens moeten van deze diensten ook nog roosters worden gemaakt. De nieuwe strategie Lusten en lasten delen werd uiteindelijk medio juni 2002 gepresenteerd en goedgekeurd door alle partijen. Het productiemodel resulteerde vooral in voorwaarden die werden opgenomen in de CAO zodat in de toekomst met dit model doorgewerkt kan worden. Op dit moment woedt er weer een nieuwe discussie over de personeelsdiensten en is het tijd dat er met een frisse blik naar het oude productiemodel wordt gekeken. Wij gaan een nieuw productiemodel ontwikkelen met behulp van beknopte informatie die ORTEC ons heeft geleverd. Wij buigen ons over het proces van het maken van de diensten. Is de manier waarop dat nu gebeurt optimaal of kan er met een kleine verandering een beter resultaat geboekt worden? 2

4 2. Probleemomschrijving Het nieuwe productiemodel is er vooral voor om de personeelsleden weer tevreden te krijgen over hun rooster. Om het probleem duidelijk in kaart te brengen hebben wij ons afgevraagd wat het probleem precies is. Wij hebben onszelf een aantal vragen gesteld en enkele hiervan ook beantwoord. Deze zijn terug te vinden in Appendix A. Gegeven is een dienstregeling en materieelplanning voor een bepaalde dag van de week. Voor deze dag wordt meestel de dinsdag gekozen, omdat dit wordt gezien als de meest doorsnee dag van de week. De dienstregeling gaat over het gehele netwerk van de NS en geeft voor elke treinserie de geplande aankomst en vertrektijd van deze dag op alle stations. We plannen diensten in over trajecten. Voor elk traject is bekend hoeveel en welk soort personeel aanwezig moet zijn. Zo verkrijgen we een lijst met taken die op een dag moeten worden uitgevoerd. Een taak is een activiteit die op een bepaalde plaats en tijd door een bepaald personeelstype gedaan moet worden. Een voorbeeld van een taak is dat er een machinist een bepaalde trein op een gegeven tijdstip moet besturen op treinserie 1700 met voldoende wegbekendheid op het traject Amersfoort Utrecht. Deze lijst met taken wordt door het productiemodel omgezet in diensten die aan de verschillende standplaatsen worden toegewezen. Hierbij moet rekening worden gehouden met de vele restricties die volgen uit CAO, arbeidstijden wet (ATW) en de Lusten en lasten delen regels. Elke standplaats heeft nu een lijst met diensten die door deze standplaats moeten worden uitgevoerd. Deze diensten zijn nog anoniem. Op elke standplaats is vervolgens een personeelsplanner die de verschillende diensten aan personeel toewijst. Hierbij moeten dan ook weer aan verschillende voorwaarden worden voldaan. Wij delen dit probleem op in twee stappen. De eerste stap is het toewijzen van diensten aan verschillende standplaatsen. De tweede stap is het omzetten van de anonieme diensten naar weekroosters per standplaats. Voor deze tweede stap hebben wij geen eigen model ontwikkeld, maar slechts een literatuurstudie gedaan De probleemomschrijving als input output relatie De eerste stap is het toewijzen van diensten aan verschillende standplaatsen. Kortweg kan dit probleem als volgt omschreven worden als input output relatie met bijbehorende voorwaarden waar rekening mee moet worden gehouden Input Een takenlijst voor iedere dag (weekdag, zaterdag, zondag) waarop voor alle taken het volgende is gespecificeerd: o De tijdsduur die de taak in beslag neemt. o Het tijdstip en dag waarop de taak aanvangt en waarop de taak eindigt. o Begin en eindlocatie van de taak. o Het benodigde type werknemer dat nodig is voor het uitvoeren van de taak (conducteur, machinist, etc.). o Het type materieel waarop de taak wordt uitgevoerd. o De treinserie en het traject waarop de taak wordt uitgevoerd. o De taak vindt wel of niet plaats op een agressietraject/treinserie. 3

5 De capaciteiten van elke standplaats: bekend is het aantal mensen dat hoort bij elke standplaats, hieruit kan het maximaal aantal taken worden geschat dat kan worden uitgevoerd door elke standplaats Output Voor elke standplaats zijn anonieme personeelsdiensten toegekend voor een bepaalde dag, waarbij een dienst bestaat uit een collectie taken voor een bepaald type werknemer die op één dag moet worden uitgevoerd. De tweede stap is het toewijzen van deze diensten aan personen. Er moeten roosters worden gecreëerd. Dit is weer een op zichzelf staand probleem dat per standplaats wordt opgelost. De output van de eerste stap is de input voor dit roosterprobleem. De output van dit roosterprobleem zijn weekroosters per individu die alle diensten uit stap één omvatten Voorwaarden Bij het bepalen van de oplossing van dit probleem moet rekening worden gehouden met: De Bemanningsregels De CAO regels De Lusten & Lasten regels o Variatie in trajecten o Verdeling A/B treinen o Verdeling agressiewerk o Variatie in materieelsoorten De roosterbaarheid van dienster per standplaats o Goede verdeling van de weekenddiensten en weekdiensten o De gemiddelde dienstlengte mag niet meer dan 8 uur bedragen o Het aantal dag en nachtdiensten, het aantal vroeg\laat diensten en de hoeveelheid korte en lange diensten Commerciële doelstellingen o Punctualiteit o Groei o Kwaliteit van product en arbeid o Efficiëntie De robuustheid van het rooster De totale kosten Er wordt in ons probleem geen rekening gehouden met stochastische factoren. Voor uitleg van bepaalde begrippen verwijzen wij naar Appendix A. De uitgebreide planningsregels zijn te vinden in Appendix C. Voor ons probleem zijn de dienstregeling en de materieelinzet gegeven. Deze worden in de eerste twee fasen van het planningsproces gemaakt. Het planningsproces bestaat uit het maken van de dienstregeling, het toewijzen van het materieel en planning van personeel. Dit wordt uitgelegd in Appendix B. 4

6 De focus bij dit nieuwe productiemodel ligt erop dat er voor personeel voldoende variatie is. Het probleem zonder de regels van variatie is echter ook al heel complex. Nederland heeft een druk bezet spoorwegennet met zeer veel taken die elke dag moeten worden uitgevoerd. Het is al ingewikkeld om een toegelaten oplossing te vinden zonder al deze extra variatierestricties. Om een begrip te krijgen van hoe personeelsplanning kan worden aangepakt, hebben wij een literatuurstudie gedaan. De literatuurstudie over het maken van diensten is te vinden in Appendix D en de studie over het roosteren staat in Appendix E. 5

7 3. Modellering 3.1 Probleemaanpak Om tot individuele roosters te komen kunnen we twee stappen onderscheiden. Allereerst wijzen we per standplaats diensten toe die door deze standplaats moeten worden uitgevoerd. Vervolgens is het de taak om per standplaats deze anonieme diensten om te zetten in roosters. De eerste stap kunnen we verder onderverdelen in twee deelproblemen. Deze twee deelproblemen zullen we in dit hoofdstuk modelleren. Het omzetten van anonieme diensten in roosters modelleren we niet. 3.2 Modelleren diensten per standplaats Het toewijzen van diensten aan standplaatsen splitsen we op in twee deelproblemen: 1. Voor elke standplaats wordt bepaald hoeveel taken er op welke treinseries worden uitgevoerd 2. Aan elke standplaats wordt een lijst met diensten toegewezen Deelprobleem 1 zorgt ervoor dat het probleem in deelprobleem 2 gemakkelijker kan worden opgelost. Taken op bepaalde treinseries kunnen nu nog maar door een beperkt aantal standplaatsen worden uitgevoerd in plaats van door elke mogelijke standplaats. Het aantal mogelijke diensten bij deelprobleem 2 wordt nu aanzienlijk verkleind als we de resultaten uit deelprobleem 1 als restrictie meenemen bij deelprobleem 2. In de door ons bestudeerde literatuur wordt er geen onderscheid gemaakt in deze stappen. Wij denken echter dat we het probleem sneller kunnen oplossen door het te splitsen in deze twee deelproblemen. Deelprobleem 2 gaan we oplossen met Set Covering in combinatie met kolomgeneratie. De oplossing wordt sneller gegenereerd als er meer restricties zijn Deelprobleem 1 In deelprobleem 1 gaan we per standplaats bepalen hoeveel taken deze moet uitvoeren op elke serie. We willen dat de hoeveelheid passagieren geminimaliseerd wordt aangezien diensten met veel passagieren duur zijn en vermeden dienen te worden. Als er een treinserie aan een standplaats wordt toegewezen, worden alle bijbehorende trajecten ook aan deze standplaats gekoppeld. Dat betekent nog niet dat de standplaats op al die trajecten taken moet uitvoeren. Het aantal taken dat een standplaats op een bepaalde serie moet uitvoeren nemen we mee naar deelprobleem 2. Het model neemt nog niet alle Lusten & lasten delen regels mee. Bij het oplossen van het model zal aan de meeste restricties die daarbij horen wel voldaan worden. Mochten er echter problemen ontstaan waardoor de oplossing die uit het model komt niet aan deze regels voldoet, dan kunnen we deze problemen aanpakken door extra restricties in te voeren op het gebied waar dat nodig is. In ons model hebben we de belangrijkste basisrestricties en twee efficiëntierestricties opgenomen. Daarna presenteren wij de zogenaamde optionele restricties (uit de Lusten & lasten delen regels) die eventueel later toegevoegd kunnen worden. Ook hier kunnen niet alle problemen die kunnen ontstaan mee worden opgelost. Waarschijnlijk zullen er tijdens het oplossen van het model nieuwe restricties moeten worden bedacht om uiteindelijk tot een toegelaten oplossing te komen. De vraag is echter wel of dit een goede aanpak is. Het steeds opnieuw oplossen van een model kost veel tijd. Wellicht kost het zoveel tijd dat het beter is om meteen alle restricties mee te nemen zodat de oplossing meteen toegelaten is. Zo n model zal echter zó groot worden dat deze misschien niet 6

8 binnen afzienbare tijd opgelost kan worden of helemaal geen oplossing kan geven. Welke aanpak sneller en efficiënter is kan alleen blijken uit ervaringen in de praktijk. We hebben ons model opgesteld als een gemengd geheeltallig lineair programmeringsprobleem. De variabelen die het aantal taken per serie toegewezen aan een standplaats aangeven, zijn in praktijk wel geheeltallig. In ons model hebben we deze echter gerelaxeerd omdat dit het probleem een stuk eenvoudiger maakt en weinig effect heeft op de optimale waarde van deze beslissingsvariabelen. Ons model moet drie keer worden opgelost: voor een weekdag, een zaterdag en een zondag. Er zijn 1,, treinseries te verdelen over 1,, standplaatsen. Model De output van ons model is het aantal taken dat op treinserie moet worden uitgevoerd door standplaats (de ). Beslissingsvariabelen ,..,; 1,, Invoer We minimaliseren de kosten voor passagieren. De doelstellingsfunctie is: min 7

9 Als er door alle standplaatsen samen meer taken op een serie worden uitgevoerd dan er op die serie zijn, wordt er gepassagierd. Elke keer dat er gepassagierd wordt, volgt er een boete ter hoogte afhankelijk van de serie waarop de taak wordt uitgevoerd. Onder de restricties: 1 Het aantal taken op serie dat door alle standplaatsen samen gedaan wordt, moet groter zijn dan het aantal taken dat volgens de dienstregeling op serie uitgevoerd moet worden. Deze restrictie zorgt er ook voor dat elke treinserie aan een standplaats wordt toegewezen. 2,, Deze restricties zorgen ervoor dat als een bepaalde treinserie niet gereden wordt door een standplaats, het aantal taken dat door deze standplaats wordt uigevoerd op deze serie gelijk is aan nul. 3 Het aantal taken dat aan standplaats wordt toegewezen mag niet meer zijn dan het aantal taken dat per dag op standplaats kan worden gedaan en er moeten minsten taken worden uitgevoerd door standplaats. 4 0,25 Iedere standplaats rijdt minstens 25% A treinen. Wij modelleren dit als volgt: het aantal taken dat op een standplaats op een A trein wordt uitgevoerd moet minstens 25% van alle taken op die standplaats zijn. Efficiëntie restricties: 5, Alle series die aan een standplaats worden toegewezen moeten minimaal één overeenkomstige standplaats hebben zodat ze allemaal bereikbaar zijn zonder te passagieren. We willen ervoor zorgen dat het aantal taken dat wordt uitgevoerd door standplaats voordat een andere standplaats bereikt wordt, ongeveer gelijk is aan het aantal taken dat wordt uitgevoerd ná deze standplaats tot de volgende standplaats. Aangezien series die verder gelegen zijn van de standplaats minder vaak gereden kunnen worden, zal het aantal taken in verdere series kleiner moeten zijn aan een fractie van het aantal taken dat wordt uigevoerd op series voorgaand aan deze series. We introduceren de volgende gegevens: 8

10 , éé, éé,, 6,,,,, Deze restrictie leggen we met behulp van Figuur 1 uit. FIGUUR 1: SCHEMATISCHE WEERGAVE BIJ RESTRICTIE (6) Beschouw de standplaats Groningen die de taken moet doen zoals in Figuur 1 te zien is. De zwarte lijnen komen overeen met verschillende treinseries. Dan willen we dat de som van de taken op de treinseries Zwolle Amsterdam (van naar een standplaats verder weg van ) en Zwolle Maastricht (van naar een standplaats verder weg van ) kleiner of gelijk is aan een fractie van de som van de taken met betrekking tot de treinseries Zwolle Groningen (van naar een standplaats dichterbij ). Deze fracties worden handmatig gekozen zodat efficiëntie optimaal is. Als er geen restrictie zou gelden, wordt er een heel groot getal als fractie gekozen (zeg ). Een overzicht van dit model is te vinden in Appendix F. De efficiëntie regels zullen ervoor zorgen dat het niet optimaal is om aan iedere standplaats een aantal taken van elke serie toe te wijzen. Het gevaar is dat er juist te weinig variatie per standplaats zal zijn. Hiervoor hebben we optionele restricties. 9

11 Optionele restricties We formuleren de optionele restricties algemeen. Wellicht is het nodig om een meer specifieke restrictie voor een bepaalde standplaats, treinserie of traject in te voeren. Dit zou dan ter plekke moeten worden geformuleerd. Onze eerste optionele restricties betreffen de variatie in trajecten. Het is goed denkbaar dat er niet genoeg variatie is na het oplossen van het model. Hiervoor introduceren we een nieuwe beslissingsvariabelen die bijhouden of een traject wordt toegewezen aan standplaats. Een traject is een lijn tussen twee standplaatsen. Als er meerdere treinseries tussen twee standplaatsen rijden, behoren die allemaal tot hetzelfde traject. Er zijn 1,, trajecten. Optioneel (1) Beslissingsvariabelen 1 0 Invoer,, Als treinserie wordt toegewezen aan standplaats dan worden alle trajecten op serie aan standplaats toegewezen. Optioneel (2) 1 18 Het gemiddeld aantal trajecten per standplaats moet minstens achttien zijn. Optioneel (3) Alle standplaatsen moeten op minstens tien trajecten rijden. Voor drie standplaatsen mag de restrictie worden afgezwakt naar negen trajecten. Om de rekentijd te bevorderen kunnen de worden weggelaten door alleen te eisen dat elke standplaats minstens tien trajecten moet rijden 10

12 waarbij er dus geen uitzonderingen zijn: 10. Dat is echter niet volgens de exacte regel van Lusten en lasten delen. Optioneel (4) Deze restricties zorgen ervoor dat minstens één van alle treinseries die door standplaats gaan, aan standplaats wordt gekoppeld. Optioneel (5) 1 0 0,5 Maximaal 50% van de trajecten op een standplaats mag een agressietraject zijn. Het gaat hier dus om trajecten en niet om treinseries. Wij modelleren dit hetzelfde als bij A treinen in het model: het aantal taken dat op een standplaats op agressietrajecten wordt uitgevoerd mag maximaal 50% van het totaal aantal taken op die standplaats zijn. Optioneel (6) Beslissingsvariabelen Invoer 1 0 1,, ,, Voor iedere standplaats geldt dat materieeltypes worden gereden uit tenminste vier clusters (er zijn er in totaal acht). Maximaal drie standplaatsen mogen materieeltypes rijden uit tenminste drie clusters. Wederom kan de rekentijd bevorderd worden de weg te laten en geen uitzonderingen toe te staan, in dat geval worden de restricties 3 en 3 weggelaten en moeten de restricties 41 vervangen worden door 4. 11

13 Optioneel (7) In het boekje van de NS [1] staat een aantal restricties dat geldt op weekniveau. Wij kunnen een paar restricties in dit model meenemen op dagniveau. Dit verschil van week en dag zal geen groot probleem zijn aangezien de vijf doordeweekse dagen aan elkaar gelijk zijn. We behandelen de percentages taken in dag en nachtdiensten. Beslissingsvariabelen Invoer N. B., Het aantal nachttaken behorende bij treinserie dat uitgevoerd wordt door alle standplaatsen moet minstens zo groot zijn als het totaal aantal nachttaken behorende bij treinserie. Uit (13) en (1) volgt direct: Optioneel (8) Deze restrictie geeft een onder en bovengrens aan het aantal taken in nachtdiensten. Hieruit volgen in combinatie met (1) automatisch ook de grenzen voor de taken in de dagdiensten. De optionele restricties (7) en (8) kunnen uitgesplitst worden in conducteurstaken, machinisttaken en andere taken. Dit is uitgewerkt in Appendix H Deelprobleem 2 In deelprobleem 2 worden de diensten gegenereerd en over de standplaatsen verdeeld. De doelstellingsfunctie van deelprobleem 2 is het minimaliseren van de kosten van de diensten. De kosten hangen sterk samen met de efficiëntie. In de restricties moet rekening gehouden worden met de CAO, ATW, variatieregels en de capaciteit van elke standplaats. Invoer: alle taken die moeten worden uitgevoerd in het hele land op een bepaalde dag en de personeelscapaciteit per standplaats. 12

14 Uitvoer: de anonieme diensten per standplaats. Voor het oplossen van deelprobleem 2 maken we gebruik van zowel dynamische kolomgeneratie als Set Covering. Abbink et al. [3] en [4] maken gebruik van soortgelijke technieken met behulp van het programma TURNI, hierbij wordt gebruik gemaakt van dynamische kolomgeneratie, Lagrange relaxatie en een aantal heuristieken. Uit deelprobleem 1 hebben we nu een aantal restricties die we kunnen gebruiken in deelprobleem 2. Zo hebben we voor de kolomgeneratie de extra restrictie op welke treinseries een bepaalde standplaats mag rijden. Andere output van deelprobleem 1 is het aantal taken dat voor een bepaalde standplaats wordt uitgevoerd op een treinserie. Deze kunnen wij in afgezwakte vorm meegeven aan het Set Covering model. Het Set Covering model dat wij hebben opgesteld is gebaseerd op het model van Abbink et al. [4], de volledige literatuurstudie hierover is te vinden in Appendix D. Meer informatie over Set Covering Modellen is te vinden in Appendix G. Kolomgeneratie In deelprobleem 2 hebben we te maken met een groot ILP probleem. Er zijn veel restricties en mogelijk nog meer toegestane diensten. Kolomgeneratie is een krachtige methode om grote LPproblemen op te lossen. Met kolomgeneratie worden toegestane diensten gegenereerd. Een dienst bestaat uit een kolom met op elke rij een 1 of een 0, met 1 als de taak op rij wordt uitgevoerd in dienst, 0 anders. Deze diensten moeten allemaal voldoen aan de eisen die voor een enkele dienst gelden, zoals eisen aan maximale duur, pauzes en overstaptijden. Door de restricties die we hebben verkregen uit deelprobleem 1 zijn er wel minder toegelaten diensten, maar het aantal diensten is nog steeds heel erg groot. Het idee achter kolomgeneratie is dat niet álle kolommen bekeken worden, maar slechts een aantal welke gegenereerd worden. Het idee is om goede kolommen (diensten) te genereren die met grote kans tot de optimale oplossing behoren. Hierdoor reduceren we de omvang van het probleem enorm. Dit principe wordt enkele malen herhaald. Er zijn twee verschillende manieren om kolomgeneratie toe te passen: 1. Er wordt van tevoren een verzameling kolommen gegenereerd. Deze kolommen zijn toegelaten diensten die met de grootste kans in de optimale oplossing zitten. Daarna wordt met deze deelverzameling kolommen (diensten) het gereduceerde ILP probleem opgelost met behulp van Set Covering. 2. Met dynamische kolomgeneratie worden de kolommen simultaan met de oplossing van Set Covering gegenereerd. Door dynamische kolomgeneratie worden de mogelijke toegelaten diensten niet allemaal van tevoren bepaald maar komen deze tijdens het oplossen aan bod. Alle mogelijke toegelaten diensten van tevoren bepalen zou waarschijnlijk niet mogelijk zijn aangezien dit een zeer grote verzameling diensten zou zijn. Dit principe werkt als volgt: er wordt in kolomgeneratie een initiële oplossing gevonden die diensten bevat die elke taak minstens één keer uitvoert. Vervolgens worden deze diensten weer aangepast zodat ze ook aan de extra restricties voldoen die door het Set Covering model worden opgelegd. Het programma TURNI maakt gebruik van deze manier van kolomgeneratie. Zie ook Abbink et al. [4] 13

15 De restricties die voor kolomgeneratie worden meegenomen zijn de restricties die gelden voor een bepaalde dienst. De kolommen moeten voldoen aan de voorwaarden die in Appendix C worden besproken (CAO, ATW en variatieregels). Hierbij komt nog de restrictie die volgt uit deelprobleem 1. Voorbeelden van restricties zijn: Een dienst begint en eindigt in dezelfde standplaats (de dienst wordt dan ook aan deze standplaats gekoppeld). Alleen taken die in de treinseries zitten die uitgevoerd mogen worden door een bepaalde standplaats kunnen in een dienst zitten die aan deze standplaats wordt toegewezen. Er is een maximale en een minimale tijdsduur van een dienst. Lunchpauzes moeten voorkomen bij lange diensten. De regels aan overstaptijd moeten in acht worden genomen. Er moet rekening gehouden worden met de regels van nachtdiensten. Set Covering Formulering Er zijn 1,.., taken te verdelen en 1,, mogelijke diensten. Een dienst bestaat uit een lijst taken die door een bepaald persoon op een dag moeten worden uitgevoerd. Er zijn 1,, standplaatsen. Beslissingsvariabelen 1 0 Invoer 1 0 De Set Covering formulering: min onder ,1 Ad (1) Bij de criteriumfunctie zijn de kosten nog algemeen gesteld. De totale kosten van alle diensten die nodig zijn om alle taken uit te voeren worden geminimaliseerd. Hiernaast kunnen in de restricties nog extra kosten worden gemaakt zodat ongewenste (combinaties 14

16 van) taken in diensten, zoals veel passagieren, een oneerlijke verdeling van leuk en niet leuke werk, worden afgestraft. Dit wordt ook geminimaliseerd door de criteriumfunctie. Ad (2) Er wordt gezorgd dat elke taak door minimaal één dienst wordt uitgevoerd. Ad (3) Dit zijn de overige restricties met betrekking tot de eisen voor de diensten per standplaats. De restricties die in dit model worden opgenomen zijn dus nog niet op individueel niveau maar ze verbieden wel bepaalde combinaties van diensten. Dit zijn bijvoorbeeld CAO voorwaarden zoals het percentage nachtdiensten of de gemiddelde lengte van een dienst. We bespreken nu een aantal mogelijke restricties: De gemiddelde dienstlengte van alle diensten die op standplaats worden uitgevoerd moet kleiner zijn dan. 0 : Uit deelprobleem 1 komt voor elke standplaats het aantal taken dat deze op de verschillende treinseries moet uitvoeren. Deze restrictie voeren wij in het Set Covering model niet in als harde grens, maar deze moet wel binnen bepaalde grenzen blijven , :, : Het aantal diensten toegewezen aan een standplaats moet binnen de capaciteit van deze standplaats zitten en er moeten niet te weinig diensten aan een standplaats worden toegewezen. : : 15

17 De Herhaling Binnen Dienst (HBD), het aantal trajecten in een dienst gedeeld door het aantal verschillende trajecten in een dienst, is gemiddeld over alle diensten kleiner dan 2,6 met een bandbreedte van 0,1. De bandbreedte wordt meegenomen bij kolomgeneratie. 2,6 Per standplaats is de HBD over de diensten gemiddeld kleiner dan 3. 3 : : Voor machinisten geldt dat iedere standplaats maximaal 50% van de totale landelijke rijtijd op agressietreinen uitvoert ,5 : Voor conducteurs geldt dat het percentage agressietreinen kleiner is dan 50% voor elke standplaats : 0,5 : Iedere standplaats rijdt minstens 25% A treinen. Het percentage A treinen is de rijtijd op A treinen gedeeld door de rijtijd op A en B treinen samen. Deze restrictie hebben we al in verzwakte vorm bij ons eerste deelprobleem meegenomen ,25 : : 16

18 In deelprobleem 1 wordt optioneel ook het aantal taken in nachtdiensten voor een standplaats bepaald. Er geldt nu dat elke standplaats minimaal een bepaalde fractie van die nachttaken moet uitvoeren : Voor iedere standplaats geldt dat materieeltypes worden gereden uit ten minste vier clusters. We gebruiken weer de resultaten uit de optionele restricties van deelprobleem 1. Het gemiddeld aantal verschillende clusters waaruit gereden wordt op standplaats moet groter of gelijk zijn aan het aantal verschillende clusters wat bij deelprobleem 1 aan standplaats is toegewezen. 1 0 : : Er zijn nog meer restricties en die kunnen we allemaal formuleren mocht dat nodig zijn. 17

19 4. Alternatieve aanpak Om van een enorme lijst met taken tot individuele roosters te komen, beginnen wij tot nu toe steeds bij het grote geheel. Eerst is er een lijst met taken, daarna diensten per standplaats en tot slot komen er individuele roosters. De vraag is of dit ook andersom kan. Elk personeelslid van de NS heeft eigen preferenties. Is het mogelijk om meer rekening te houden met deze persoonlijke preferenties? De roosters kunnen wellicht opgesteld worden door te beginnen met kijken naar de individuen en aan de hand daarvan taken te verdelen om vervolgens toe te werken naar een situatie waarbij alle taken zijn verdeeld. Misschien valt het begrip dienst dan wel helemaal weg, omdat iedereen losse taken toegewezen krijgt tot het moment dat alle taken verdeeld zijn. 4.1 Individuele aanpak Wij denken dat niet mogelijk om per individu de precieze taken toe te kennen aan de hand van de persoonlijke preferenties. Allereerst is het onmogelijk om de precieze preferenties van ieder individu vast te stellen en daar rekening mee te houden. Alle individuen zouden naast elkaar gezet moeten worden om de taken één voor één toe te kennen zoals weergegeven in Figuur 2. Dit zou op de volgende twee manieren kunnen: via geheeltallige lineaire programmering of dynamische programmering. FIGUUR 2: TAKEN VERDELEN AAN INDIVIDUEN Dynamisch programmeren Gezien het feit dat er ongeveer taken te verdelen zijn, lijkt dynamische programmering onmogelijk. Omdat er steeds per individu een taak verdeeld wordt, moet er rekening gehouden worden met het aantal taken dat al toegekend is per individu, de tijden waarop deze taken uitgevoerd moeten worden per individu en bovendien zouden alle efficiëntie restricties dan ook in de toegelaten beslissingen verwerkt moeten worden. De toestand bij dynamisch programmeren zou dan onhandig groot worden. Lineair programmeren Een andere manier is geheeltallige lineaire programmering, de beslissingsvariabelen zouden dan zoiets zijn als 1 als taak wordt toegewezen aan individu en 0 anders. Gezien het feit dat er ongeveer taken zijn en nog eens ongeveer personeelsleden zijn er gigantisch veel beslissingsvariabelen waardoor dit probleem niet binnen afzienbare tijd kan worden opgelost. 18

20 Kortom: het probleem wordt te groot wanneer er rekening wordt gehouden met alle preferenties van elke individu. 4.2 Groepsaanpak Ons idee is om van tevoren een aantal preferentiegroepen in elke standplaats te vormen. Met behulp van kolomgeneratie worden er diensten gegenereerd zoals in ons deelprobleem 2. Deze diensten voldoen aan de CAO regels. Vervolgens worden diensten aan standplaatsen toegewezen met behulp van Set Covering, waarbij er restricties worden ingevoerd die ervoor zorgen dat er per standplaats ongeveer genoeg diensten zijn voor elke preferentiegroep. Per standplaats worden de diensten verdeeld over de groepen, zoals weergegeven in Figuur 3. Deze stap zal vrij voor de hand liggend zijn, omdat er uit het Set Covering model voldoende diensten komen die aan de preferenties van de verschillende groepen voldoen. Tot slot wordt per standplaats per groep het roosterprobleem opgelost. FIGUUR 3: DIENSTEN VERDELEN AAN GROEPEN OP EEN STANDPLAATS Groepen De groepen worden samengesteld op basis van preferenties. Deze groepen zijn zodanig dat de groepen wel nog steeds dezelfde eigenschappen hebben (conducteur/machinist, fulltimers/parttimers etc.). Er zal wel een maximum aan het aantal groepen moeten worden gesteld want als er met alle aspecten rekening wordt gehouden in elke groep, komen er teveel groepen en kan het probleem alsnog niet opgelost worden. Het is complex om deze groepen te specificeren. Voorbeelden van groepen zijn: Groep weinig variatie Groep veel variatie Groep veel nachtdiensten Groep alleen dagdiensten Groep geen voorkeur 19

21 We zouden met behulp van een enquete per individu kunnen vaststellen in welke groep hij/zij valt. Een groep zal bijna nooit exact aansluiten op de individuele preferenties, maar het zal wel voor een groot deel overeen komen. Problemen Bij kolomgeneratie zijn er niet voldoende restricties die ervoor zorgen dat er niet ontzettend veel mogelijke diensten (kolommen) gegenereerd kunnen worden. In het model dat wij in ons verslag hebben beschreven hebben we juist vanuit deelprobleem 1 restricties die ervoor zorgen dat er minder kolommen gegenereerd kunnen worden. Wij denken dat de grote hoeveelheid mogelijke diensten bij het nieuwe model een probleem zal geven. Aan de andere kant wordt het personeelsprobleem bij de NS nu ook ongeveer op deze manier opgelost met behulp van het programma TURNI. We denken toch dat ons eerdere model het probleem efficiënter oplost. Daarnaast houden we nog steeds geen rekening met alle individuele preferenties, maar slechts met de belangrijkste aspecten die een bepaalde groep specificeren. We gebruiken het begrip diensten nog steeds. Wij denken dat het niet mogelijk is om dit begrip los te laten en alleen met taken te werken. Doordat er wordt gewerkt in groepen per standplaats, zijn er veel meer partijen. Voor elk van deze groepen zullen restricties moeten gelden voor efficiëntie. Deze efficiëntierestricties zullen daardoor veel strenger zijn omdat er minder speling is omdat de groepsgrootte kleiner is. Als deze restricties vervolgens ook nog eens worden meegenomen op taakniveau is het de vraag of het probleem nog kan worden opgelost. Uitbreiding We kunnen onze aanpak uitbreiden door te kijken naar zeer specifieke preferenties van personeelsleden. Voordat we diensten gaan genereren, kennen we bepaalde taken toe aan personen met minderheidspreferenties zoals voorkeur voor alleen maar agressietreinen. Dit zijn alleen de preferenties die haaks op de preferenties van de meerderheid staan. Door vooraf aan deze personen taken toe te kennen zullen de diensten van de meerderheidspreferenties er dus niet slechter op worden. Omdat het hier om weinig mensen gaat, zullen deze diensten vrij gemakkelijk met de hand in te plannen zijn. De taken die door deze personen worden uitgevoerd worden verwijderd uit de takenlijst. Het probleem kan vervolgens op de hierboven beschreven manier worden opgelost. Een probleem bij deze uitbreiding is dat de mensen met specifieke preferenties elke dag hetzelfde zullen doen. Als we een weekrooster voor hen willen opstellen, moeten we het grote probleem nu zeven keer (voor elke dag) oplossen in plaats van drie keer. Hierdoor duurt het nog langer voordat er een oplossing is en dat is ook niet gewenst. Als er meerdere personen met dezelfde specifieke preferenties zijn, kunnen deze zelf rouleren met de diensten. Maar zo komen we weer richting het groepsidee als hierboven beschreven. Kortom, wij denken dat onze eerste aanpak het beste is en dat het niet handig is om vanaf individueel niveau naar een oplossing toe te werken. 20

22 5. Conclusie Bij de NS is het indelen van personeelsdiensten een complex probleem. omdat er veel mogelijke oplossingen zijn en omdat er veel voorwaarden zijn waaraan diensten moeten voldoen. In de meeste artikelen die wij hebben gelezen worden er direct diensten gegenereerd en toegekend aan standplaatsen, de omvang van dit probleem is echter enorm. In ons werkstuk hebben we een alternatieve aanpak besproken om dit probleem aan te pakken: het probleem wordt opgesplitst in twee deelproblemen, waarbij het doel is om de omvang van deelprobleem twee flink te reduceren door gebruik te maken van de output van deelprobleem één. Eerst wordt een hoeveelheid taken (en verschillende treinseries) aan standplaatsen toegekend met behulp van een gemengd geheeltallige lineaire programmeringsformulering. Hierbij wordt er rekening gehouden met efficiëntie en variatie van het werk dat door de verschillende personeelsleden moet worden uitgevoerd. De output van dit model wordt in verzwakte meegenomen naar deelprobleem twee: het Set Covering model. In dit tweede deelprobleem worden de diensten toegekend aan de standplaatsen, de diensten worden gegenereerd met behulp van dynamische kolomgeneratie. Een alternatieve aanpak om dienstroosters te maken door te kijken vanuit de wensen van de individuele werknemers achten wij niet mogelijk, omdat de omvang van het probleem te groot is. 21

23 6. Bronvermelding [1] ORTEC Consultants bv, Beschrijvenderwijs: Plannen en bijsturen van rijdend NSR personeel, versie v7, 20 februari 2002 [2] Nordbeck H., Het rijdend personeel laat van zich horen, Project: JE BENT ERBIJ [3] Abbink E., van t Wout J. en Huisman D., ARRIVAL TR 0137, Solving Large Scale Crew Scheduling Problems by Using Iterative Partitioning, November 2007 [4] Abbink, E., Fischetti, M., Kroon, L.G., Timmer, G., & Vromans, M.J.C.M. 2004a, Reinventing crew scheduling at Netherlands Railways, Tech. rept. ERS LIS. Erasmus Research Institute of Management, Erasmus University Rotterdam, juni 2004 [5] Ridder A.A.N., Tijms H.C., Timmer G.T., Dictaat Bedrijfseconometrie deel I, Afdeling Econometrie, Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde, Vrije Universiteit Amsterdam, september [6] Caprara A., Kroon L., Monaci M., Peeters M., Toth P., ARRIVAL TR 0137, Passenger Railway Optimization, januari [7] Hartog A., Huisman D., Abbink E., Kroon L., Decision support for crew rostering at NS, Springer 2009, 1: pagina s

24 Appendix A Vragen en begrippen Wat is punctualiteit en hoe wordt dit gemeten? Dit is het percentage treinen dat binnen een marge van drie minuten arriveert ten opzichte van de ingeroosterde tijd. Wat wordt er bedoeld met kwaliteit van het product en kwaliteit van arbeid en hoe wordt dit meetbaar gemaakt? Hoe kunnen we in ons model rekening houden met de groei? Hoe kwantificeert men bepaalde voorkeuren? Wordt er een score toegekend aan de verschillende treinseries/trajecten en aan het verschillende materieel? In welke mate en op welke wijze moeten deze criteria worden meegenomen bij het opstellen van de diensten? Wij denken dat de beoogde variatie in materieel het beste in het model kan worden opgenomen door een restrictie aan de verhouding stop en sneltreinen te leggen. Aan het aantal dubbeldekkers in een dienst kan een maximum gesteld worden. Bepaalde trajecten zijn agressielijnen, hier kan een scoren van de mate van agressie aan worden gegeven (bijvoorbeeld op de schaal van 1 tot 10). Er kan een maximale agressiescore worden gesteld in het model. Voor de variatie in trajecten/treinseries stellen wij een extra vraag: Hoe kwantificeert men de mate van variatie (afwisseling) in verschillende routes? Wordt dit gemeten aan de hand van de volgende maatstaven? Zo ja, hoe? 1. Het aantal verschillende treinseries of trajecten? 2. De lengte van het traject? 3. Het aantal keer dat hetzelfde traject op eenzelfde dag wordt gereden? Wij gaan er nu vanuit dat de mate van variatie afhangt van het aantal verschillende trajecten dat in een dienst wordt gereden. Wat is efficiëntie en hoe wordt dit gemeten? In onze context kan efficiëntie worden uitgedrukt in het aantal uren dat in totaal gepassagierd en gewacht wordt door het personeel. Passagieren en wachten brengen onnodig extra kosten met zich mee. Hoe minder er gepassagierd wordt, hoe beter. Voor het wachten gelden natuurlijk wel de restricties met betrekking tot minimale overstaptijd. Hoe wordt de uitkomst beïnvloed als echte nachtdiensten worden ingevoerd? Een echte nachtdienst is een dienst die laat start en vroeg eindigt. Een nachtdienst kan zowel een late als een vroege dienst vervangen waardoor het aantal belastende diensten afneemt. Nachtdiensten maken het schuiven van werk naar standplaatsen met relatief veel capaciteit mogelijk wat waarschijnlijk een positief effect heeft op de efficiëntie, zie ook [2]. De dienstregeling is bekend, maar wat moet er precies gedaan worden? Welke taken zijn er allemaal? Wat doen treinsurveillanten? o Treinen over het hele land moeten van A naar B worden gereden door een machinist (zowel treinen met passagiers, als zonder). o Treinkaartjes over het hele land moeten door conducteurs gecontroleerd worden. o Bepaalde trajecten moeten door meerdere conducteurs bereden worden. Op welke manier moet er rekening worden gehouden met het feit dat bij een overstap van personeel er steeds een kans is dat het misgaat? 23

25 Iedere keer als er een overstap moet plaatsvinden, gaat de vervolgtaak met een bepaalde kans mis, waardoor er mogelijk vertraging optreedt. In hoeverre dit effect heeft, is afhankelijk van hoe het dienstrooster van het personeelslid verder in elkaar zit. Als dit personeelslid werk doet over het hele land dan zal dit een veel grotere invloed hebben dan als het werk slechts beperkt is tot bepaalde trajecten. Dit is een afweging tussen de hoeveelheid variatie van het werk (wensen van het personeel) en de mate waarin dingen fout kunnen gaan. Dit deelprobleem kan op twee manieren worden aangepakt: o Buffers, dat wil zeggen dat we de overstaptijden vergroten o Isolatie, zodat de ellende beperkt blijft tot een beperkt aantal trajecten en veel minder gevolgen heeft voor andere treinseries. Het meenemen van stochastische factoren Op welke manier moet er rekening gehouden worden met afwezigheid van personeel door ziekte? Kan dit ingecalculeerd worden door verwachtingen / gemiddeldes te nemen en op basis van historische gegevens? In ons onderzoek gaan we er vanuit dat alles deterministisch is. We hoeven ons dus niet bezig te houden met dit laatste vraagstuk. 24

26 Appendix B Het planningsproces 1. Het maken van een dienstregeling Het gehele planningsproces voor dienstrooster, materiaalinzet en personeelsplanning begint met het ontwikkelen van de dienstregeling. Dertien maanden voor de ingang van een nieuw spoorboekje wordt door de afdeling Jaarplan begonnen met de studie naar de mogelijke dienstregelingpatronen. Allereerst wordt het Basis Uurpatroon (BUP) opgesteld. Dit is een overzicht voor één standaard uur van alle treinen die tijdens dat uur rijden. Dit wordt gedaan voor drie gevallen: een daluur, een ochtendspitsuur en een avondspitsuur. Tevens worden de Basis Spooropstellingen (BSO) gemaakt. Hierin wordt aangegeven welke sporen op stations wanneer in gebruik zijn. Uiteindelijk wordt dit uitgewerkt tot een gehele 7x24 dienstregeling, die deels als input wordt gebruikt voor het plannen van personeelsdiensten. 2. Toewijzen materieel Als er een begin is gemaakt aan de dienstregeling wordt er gekeken naar de capaciteit van het materiaal, dit is ongeveer negen maanden voor de ingang van een nieuw spoorboekje. Dit materieelrooster is noodzakelijk omdat er wel een trein aanwezig moet zijn op het goede station wil er volgens de dienstregeling een trein rijden. Op basis van het drukste uur van de dag (tussen 8 en 9 uur s ochtends) wordt het materieel toegewezen. Daarna wordt er een uitwerking gemaakt voor alle andere uren van de dag. Uiteindelijk wordt dit uitgewerkt tot een gehele 7x24 materieelinzet. 3. Planning van het personeel De personeelsdiensten worden gemaakt door de afdeling Jaarplan. Een personeelsdienst bestaat uit een aantal personeelsactiviteiten op één werkdag, zoals treinritten en overige werkzaamheden, voor een bepaald type personeelslid: machinisten, conducteurs of treinsurveillanten. Een personeelsdienst is anoniem. Er worden drie verschillende dagdiensten gemaakt op basis van de drie verschillende soorten dagen: weekdagen, zaterdagen en zondagen. Diensten horen bij een bepaalde standplaats. Een standplaats is een vrij groot station waaraan meer dan één treinserie gekoppeld is en waar meer dan één traject gereden wordt met zowel snel als stoptreinen. De personeelsdiensten (output) worden vervolgens naar de desbetreffende standplaats gestuurd. Daar worden persoonlijke roosters gemaakt waarbij voor elke dag van de week een dienst wordt toegekend aan een rijdend personeelslid. Bij het maken van de diensten moet rekening gehouden worden met planningsregels. Er moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden met de minimale en maximale lengte van diensten, het aantal nachtdiensten en lunchpauzes. 3.1 Het opdelen van het personeelsplanningproces Dit proces kan worden opgedeeld drie procesfasen. Fase 1: Het maken van een voorontwerp Fase 2: Het maken van de concept diensten Fase 3: Het maken van de definitieve diensten Voor meer informatie hierover zie Ortec [1]. 25

27 Appendix C Planningsregels Er zijn een behoorlijk aantal planningsregels waaraan de personeelsdiensten moeten voldoen. Wij zullen alleen de belangrijkste regels hier noemen. Voor het volledige overzicht verwijzen wij naar het stencil van ORTEC [1]. 1. Bemanningsregels Er moet een conducteur en een machinist op elke trein aanwezig zijn De machinist moet bekend zijn met de weg en het materieel Bij agressietreinen wordt een extra bevoegde hoofdconducteur toegevoegd 2. De CAO regels Een dienst moet minimaal 4 uur lang zijn en mag maximaal 9,5 uur duren Maximaal 5% van de diensten per standplaats mogen korter zijn dan 5 uur en maximaal 12 diensten per werknemer mogen langer zijn dan 9 uur Een nachtdienst die de periode 2h00 4h00 bevat mag niet eindigen na 7h00 Een werknemer mag maximaal 35 nachtdiensten per 13 weken hebben Diensten langer dan 5,5 uur moeten een lunchpauze hebben met minimale lengte van een half uur en het liefst halverwege de dienst of op een gangbaar etenstijdstip Een werknemer mag niet meer dan een amplitudedienst per week hebben (een amplitudedienst is een dienst waarbij in het rooster is vastgesteld tussen welke tijdstippen de dienst kan beginnen, de feitelijke start en eindtijden worden pas de donderdag van tevoren bekend gemaakt) In het model van 2002 moest ook nog worden voldaan aan de regels van procesvereenvoudiging en de regels van het basisakkoord. Deze regels gelden voor het huidige model niet meer. Voor het model van 2002 waren de regels van procesvereenvoudiging in principe niet hard, maar moest bij overtreding goedkeuring worden gevraagd bij het management team. Procesvereenvoudiging Er wordt gebruik gemaakt van treinteams: machinist en eerste conducteur zijn aan elkaar gekoppeld voor tenminste 70% (de rest van de tijd kan gebruikt worden voor het besturen van lege treinen of surveillantdiensten) Er moet een overstaptijd op ander materieel van minimaal 25 minuten zijn Machinisten en conducteurs dienen 20 minuten van tevoren aanwezig te zijn en 15 minuten na de rit mogen zij vertrekken (voor deze voor en natijden gelden nog specifiekere regels zoals beschreven in [1]) Regels basisakkoord Voor diensten die langer zijn dan 5,5 uur gelden variatieregels De dienst moet een treinserie hebben die en traject van meer dan 150 km bevat Of er moet zijn voldaan aan twee van de volgende drie regels: De dienst bevat meer dan één treinserie De dienst bevat meer dan één traject 26

28 Een dienst bevat een intercity en een sprinter of het bevat twee verschillende intercity s 3. Criteria Lusten en lasten delen Voor het nieuwe model gelden ook de regels van Lusten en Lasten delen. Deze regels schrijven niet in detail voor op welke wijze de opsplitsing van het werk per standplaats moet worden geregeld. Het stelt alleen kwaliteitseisen waaraan een dienstpakket van een bepaalde standplaats moet voldoen. Deze regels zijn: Variatie in trajecten (zowel binnen de diensten als over de diensten heen) Verdeling A/B treinen Verdeling agressiewerk Variatie in materieelsoorten Deze eisen worden vertaald in kwantitatieve regels waaraan een dienst moet voldoen. Hiervoor geldt bijvoorbeeld dat de verwachting is dat iedere standplaats op gemiddeld minimaal achttien trajecten rijdt. Vijf procent van alle standplaatsen mag van dit aantal afwijken, maar deze zullen dan wel minstens tien trajecten rijden. Verder geldt dat Herhaling Binnen Dienst (HBD, het aantal trajecten in de dienst gedeeld door het aantal verschillende trajecten in de dienst) gemiddeld over alle diensten kleiner dan 2,6 is met een bandbreedte van 0,1. Per standplaats moet de HBD over de diensten kleiner zijn dan drie, met mogelijke uitzondering voor maximaal drie standplaatsen waarvoor de HBD kleiner dan 3,3 is. De standaardafwijking van het percentage A treinen (rijtijd op A treinen gedeeld door rijtijd op A en B treinen samen) per standplaats is maximaal twaalf tot veertien. In iedere standplaats moet ten minste 25% A treinen rijden. De kwantitatieve regels voor agressietreinen zijn als volgt: voor machinisten geldt dat iedere standplaats maximaal 50% van de totale (landelijke) rijtijd op agressietreinen uitvoert. Voor conducteurs geldt dat het percentage agressietreinen kleiner is dan 50%. Dit heeft een andere betekenis dan de 50% norm bij machinisten. Daarnaast geldt voor conducteurs dat de standaardafwijking van het percentage agressietreinen per standplaats maximaal 11,5 is. Voor materieel geldt per standplaats: iedere standplaats rijdt op ten minste vier materieeltypes (in totaal zijn er acht) met uitzondering van maximaal drie standplaatsen die elk op ten minste drie materieeltypes rijden. De conducteurs per standplaats rijden niet meer dan 65% op dubbeldeks materieel en de machinisten niet meer dan 60% op MAT Personeel en passagieren Elk personeelslid is aan een standplaats gekoppeld. In principe starten en eindigen treinen alleen in standplaatsen zodat personeelsleden altijd beginnen bij hun eigen standplaats. In het rooster zal het echter ook voorkomen dat een personeelslid moet beginnen of eindigen op een standplaats die niet zijn eigen standplaats is. De reistijd die het kost voor het personeelslid om naar de juiste plaats te komen valt ook onder de dienstijd. Dit proces wordt passagieren genoemd. 5. De roosterbaarheid van diensten Verder is er nog een aantal normen voor de roosterbaarheid van diensten. Er wordt bijvoorbeeld gesteld dat er een redelijke verdeling van de weekenddiensten moet zijn (landelijk gemiddeld 75% van diensten op een doordeweekse dag, 13% op zaterdag en 12% op zondag) en dat een dienstlengte gemiddeld niet langer is dan acht uur per dag. Belangrijk is dat er gekeken wordt naar de redelijkheid van bepaalde aspecten, zoals de hoeveelheid nachtdiensten, de hoeveelheid vroeg/laat diensten (een vroege dienst begint voor 6h00 en een late dienst na 18h00) en de hoeveelheid lange en korte diensten. Deze normen gelden per standplaats en over alle diensten heen. 27

29 Naast deze grote hoeveelheid regels zijn er ook nog specifieke regels voor bepaalde doelgroepen of treintrajecten. Zo is het wenselijk om zogenoemde ouderenroosters (voor 55+ ers) te maken. Wat ook van belang is, zijn de aantrekkelijke en minder aantrekkelijke trajecten. Het is niet eerlijk om hetzelfde personeelslid elke keer op een agressietraject te zetten. Dit is echter meer een zaak voor het persoonlijk inroosteren van de diensten op de standplaatsen zelf en wij houden ons hier dan ook niet verder mee bezig. 6. Commerciële doelstellingen Naast al deze personeelsregels moet er ook rekening gehouden worden met commerciële doelstellingen zoals Punctualiteit Groei Kwaliteit van arbeid en product Efficiëntie Deze termen zijn echter lastig te meten. De vraag is hoe men punctualiteit, groei, kwaliteit van arbeid, kwaliteit van product en efficiëntie definieert. Een trein die meer dan drie minuten te laat is, wordt niet meer punctueel genoemd. Echter een trein die zoveel vertraagd is dat deze uitvalt wordt niet als te laat beschouwd. Punctualiteit hangt in sterke mate samen met het aantal keer dat een personeelslid moet overstappen tijdens een dienst. Bij elke overstap is er namelijk een kans dat het personeelslid niet op tijd is voor de volgende rit. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat door de eerste vertraging van een personeelslid een sneeuwbaleffect ontstaat waardoor alle treinen, waarin het betreffende personeelslid zit, ook verlaat zijn. Bij de ontwikkeling van het nieuwe model zou hier dan ook rekening mee gehouden moeten worden door bijvoorbeeld een restrictie te leggen op het maximaal aantal overstappen dat tijdens een dienst gemaakt mag worden of door bepaalde treinseries te isoleren. Groei kan wel gemeten worden, maar het is lastig om te zeggen of het ene model de groei beter stimuleert dan het andere model. Daarnaast zijn kwaliteit en efficiëntie begrippen die moeilijk meetbaar zijn. Het is heel lastig aan te geven of een nieuw ontwikkeld rooster nou efficiënter is dan het oude rooster. Een criterium voor efficiëntie zou de hoeveelheid tijd passagieren of wachten kunnen zijn. Passagieren en wachten zorgt eigenlijk voor loze tijd in een dienst en zal zo efficiënt mogelijk vermeden moeten worden. Bij kwaliteit is er onderscheid tussen de kwaliteit van arbeid en de kwaliteit van het product. Het begrip kwaliteit zou eerst goed gedefinieerd moeten worden en daarna kwantificeerbaar gemaakt moeten worden. 7. Robuustheid en kosten Een doelstelling die met bovenstaande samenhangt, is de robuustheid van het rooster. Hierbij wordt gekeken naar in hoeverre het dienstrooster in staat is mogelijke vertragingen op te vangen zodat er geen sneeuwbaleffect ontstaat. Een andere belangrijke doelstelling is dat de kosten van het nieuwe model ongeveer gelijk moeten blijven aan de kosten van het oude model. 28

Rangeerplannen maken voor treinen

Rangeerplannen maken voor treinen s Nachts rijden de treinen niet en op rustige momenten zijn de treinen korter dan in de spits. Dat betekent dat er voortdurend met treinstellen gerangeerd moet worden. En dat op het intensiefst bereden

Nadere informatie

Klaar voor vertrek. Hoe zet je treinstellen s nachts handig op rangeersporen neer, zodat s morgens alle treinen weer op tijd kunnen vertrekken?

Klaar voor vertrek. Hoe zet je treinstellen s nachts handig op rangeersporen neer, zodat s morgens alle treinen weer op tijd kunnen vertrekken? Klaar voor vertrek Hoe zet je treinstellen s nachts handig op rangeersporen neer, zodat s morgens alle treinen weer op tijd kunnen vertrekken? Dagelijks vervoeren de Nederlandse Spoorwegen (NS) gemiddeld

Nadere informatie

Universiteit Utrecht Faculteit Wiskunde en Informatica. Examen Optimalisering op maandag 18 april 2005, uur.

Universiteit Utrecht Faculteit Wiskunde en Informatica. Examen Optimalisering op maandag 18 april 2005, uur. Universiteit Utrecht Faculteit Wiskunde en Informatica Examen Optimalisering op maandag 18 april 2005, 9.00-12.00 uur. De opgaven dienen duidelijk uitgewerkt te zijn en netjes ingeleverd te worden. Schrijf

Nadere informatie

Rapport onderzoek inzetmodel

Rapport onderzoek inzetmodel Rapport onderzoek inzetmodel NS, JULI 2016 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Plannen en bijsturen van personeel... 3 2.1. Het plannen van personeel... 3 2.2. Het bijsturen van personeel... 4 3. Inzetmodellen...

Nadere informatie

Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling. Dick Middelkoop

Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling. Dick Middelkoop Simulatie op het spoor ProRail Vervoer en Dienstregeling Dick Middelkoop 2 december 2010 Master of Business in Rail systems - 7 mei 2009 Dienstregelingsontwerp en Treindienstsimulatie Agenda Introductie

Nadere informatie

Een eenvoudig, robuust en duurzaam spoorsysteem. Jan Koning, 6 november 2013, KIVI NIRIA Jaarcongres, TU Eindhoven

Een eenvoudig, robuust en duurzaam spoorsysteem. Jan Koning, 6 november 2013, KIVI NIRIA Jaarcongres, TU Eindhoven Een eenvoudig, robuust en duurzaam spoorsysteem Jan Koning, 6 november 2013, KIVI NIRIA Jaarcongres, TU Eindhoven Spoor als ruggengraat voor duurzaam transport Mooie groeikansen voor spoor Ondanks crisis

Nadere informatie

Figuur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model.

Figuur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model. Samenvatting In dit proefschrift worden planningsproblemen op het gebied van routering en roostering bestudeerd met behulp van wiskundige modellen en (numerieke) optimalisatie. Kenmerkend voor de bestudeerde

Nadere informatie

Alle zitplaatsen zonder staanplaatsen plus 100% klapzittingen

Alle zitplaatsen zonder staanplaatsen plus 100% klapzittingen Bijlage 2: s van de prestatie-indicatoren 2016 van de Vervoerconcessie 2015-2025 In dit document zijn de voor 2016 geldende definities weergegeven van de prestatie-indicatoren uit de vervoerconcessie 2015-2025

Nadere informatie

Modelleren C Appels. Christian Vleugels Sander Verkerk Richard Both. 2 april 2010. 1 Inleiding 2. 3 Data 3. 4 Aanpak 3

Modelleren C Appels. Christian Vleugels Sander Verkerk Richard Both. 2 april 2010. 1 Inleiding 2. 3 Data 3. 4 Aanpak 3 Modelleren C Appels Christian Vleugels Sander Verkerk Richard Both 2 april 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Probleembeschrijving 2 3 Data 3 4 Aanpak 3 5 Data-analyse 4 5.1 Data-analyse: per product.............................

Nadere informatie

In onderstaande tabel is de jaarlijkse arbeidsduur van een reeks jaren weergegeven:

In onderstaande tabel is de jaarlijkse arbeidsduur van een reeks jaren weergegeven: BIJLAGE IX VORMGEVING 36-URIGE WERKWEEK 1 Inleiding: In artikel 8 is de arbeidstijd gedefinieerd. Per week werkt een werknemer met een fulltime contract gemiddeld 36 uur. Er zijn diverse mogelijkheden

Nadere informatie

Kernboodschap aangepaste dienstregeling op dinsdag 12 maart 2013.

Kernboodschap aangepaste dienstregeling op dinsdag 12 maart 2013. Kernboodschap aangepaste dienstregeling op dinsdag 12 maart 2013. NB de kernboodschap is de inhoudelijke basisboodschap waaruit alle disciplines hun informatie halen die voor hun proces van belang is.

Nadere informatie

Aanpassen van personeelsdiensten bij buitendienststellingen

Aanpassen van personeelsdiensten bij buitendienststellingen Aanpassen van personeelsdiensten bij buitendienststellingen Algoritme voor het pricing problem in een kolomgeneratie aanpak NS reizigers - VU Amsterdam Vincent Vijfvinkel Voorwoord Van september 2004 tot

Nadere informatie

Checklist roosterkenmerken

Checklist roosterkenmerken Checklist roosterkenmerken Het werken in ploegendienst is niet zonder risico. Meest bepalend voor de bezwaarlijke gevolgen van ploegendienst zijn de roosterkenmerken. Door bij het ontwikkelen van een rooster

Nadere informatie

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen.

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

Optimalisatie van de spoorwegdienstregeling bij de Nederlandse Spoorwegen

Optimalisatie van de spoorwegdienstregeling bij de Nederlandse Spoorwegen Optimalisatie van de spoorwegdienstregeling bij de Nederlandse Spoorwegen Michael Lie April 2011 Begeleider NS: prof. dr. L.G. Kroon Begeleiders VU: prof. dr. R.D. van der Mei A. Roubos, MSc 2 Voorwoord

Nadere informatie

Arriva Openbaar Vervoer N.V. Afdeling trein noordelijke lijnen T.a.v. mevrouw Dubben Postbus 626 8440 AP Heerenveen. Beste mevrouw Dubben,

Arriva Openbaar Vervoer N.V. Afdeling trein noordelijke lijnen T.a.v. mevrouw Dubben Postbus 626 8440 AP Heerenveen. Beste mevrouw Dubben, Pagina 1 van 5 Arriva Openbaar Vervoer N.V. Afdeling trein noordelijke lijnen T.a.v. mevrouw Dubben Postbus 626 8440 AP Heerenveen Plaats en datum: Leeuwarden 28-07-2014 Onderwerp: Advies dienstregeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 200 XII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1999

Nadere informatie

Universiteit Utrecht Departement Informatica

Universiteit Utrecht Departement Informatica Universiteit Utrecht Departement Informatica Uitwerking Tussentoets Optimalisering 20 december 206 Opgave. Beschouw het volgende lineair programmeringsprobleem: (P) Minimaliseer z = x 2x 2 + x 3 2x 4 o.v.

Nadere informatie

Mitsubishi Elevator Europe Toolbox 2008-XX (alle afdelingen) XX-X Toolbox-meeting De nieuwe Arbeidstijdenwet

Mitsubishi Elevator Europe Toolbox 2008-XX (alle afdelingen) XX-X Toolbox-meeting De nieuwe Arbeidstijdenwet Mitsubishi Elevator Europe Toolbox 2008-XX (alle afdelingen) XX-X-2008 Toolbox-meeting De nieuwe Arbeidstijdenwet Mitsubishi Elevator Europe Toolbox 2008-XX (alle afdelingen) XX-X-2008 Inleiding Werken

Nadere informatie

Hoe kunnen we de staanplaatsen in de gangpaden van de Valleilijn trein aantrekkelijker maken?

Hoe kunnen we de staanplaatsen in de gangpaden van de Valleilijn trein aantrekkelijker maken? Hoe kunnen we de staanplaatsen in de gangpaden van de Valleilijn trein aantrekkelijker maken? Prijzengeld: 5.000,- Deadline: 10 juli 2015 Introductie Connexxion is één van de grootste vervoersmaatschappijen

Nadere informatie

Aan de vertegenwoordigers van de Consumentenorganisaties in het Locov. Geachte vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties,

Aan de vertegenwoordigers van de Consumentenorganisaties in het Locov. Geachte vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties, NS Postbus 2025, 3500 HA Utrecht Aan de vertegenwoordigers van de Consumentenorganisaties in het Locov Commercie &Ontwikkeling Laan van Puntenburg 100 Postbus 2025 3500 HA Utrecht Nederland www.ns.nl Datum

Nadere informatie

De Landelijke Arbeidstijdenregeling (LAR) En de rol van de ondernemingsraden

De Landelijke Arbeidstijdenregeling (LAR) En de rol van de ondernemingsraden De Landelijke Arbeidstijdenregeling (LAR) En de rol van de ondernemingsraden Rechtskracht van de LAR Looptijd 30 maanden Met ingang van 1 mei 2009 Afgesloten met de vakbonden Verplicht korpsen tot naleving

Nadere informatie

Overzicht van besprekingspunten en de verschillen daarin tussen werkgever en vakbonden bij Feenstra Verwarming per 14-10-2014

Overzicht van besprekingspunten en de verschillen daarin tussen werkgever en vakbonden bij Feenstra Verwarming per 14-10-2014 Overzicht van besprekingspunten en de verschillen daarin tussen werkgever en bij Feenstra Verwarming per 14-10-2014 Huidige regeling volgens De ATW rooster overeenkomst is tussen directie, en OR afgesproken

Nadere informatie

Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging

Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging Justin Hogenberg Nederlandse Spoorwegen justin.hogenberg@ns.nl Roswitha van de Kamer Nederlandse Spoorwegen roswitha.vandekamer@ns.nl Thijs

Nadere informatie

Wiskunde achter het Spoorboekje

Wiskunde achter het Spoorboekje Wiskunde achter het Spoorboekje Lex Schrijver Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) en Universiteit van Amsterdam 1 Spoorboekje 2007 In december 2006 werd bij de Nederlandse Spoorwegen het Spoorboekje

Nadere informatie

Werktijden 2 Vaststelling van werkroosters geschiedt voor voltijders met inachtneming van de volgende voorwaarden:

Werktijden 2 Vaststelling van werkroosters geschiedt voor voltijders met inachtneming van de volgende voorwaarden: HOOFDSTUK 3 ARBEIDSDUUR EN ARBEIDSTIJDEN ARTIKEL 8 ARBEIDSDUUR, WERKTIJDEN EN COMPENSATIE-UREN Arbeidsduur 1 Op kalenderjaarbasis bedraagt de arbeidsduur van een voltijdwerknemer gemiddeld 36 uur per week.

Nadere informatie

Handleiding Dienstrooster Gebruik en configuratie van diensten

Handleiding Dienstrooster Gebruik en configuratie van diensten 2014 Handleiding Dienstrooster Gebruik en configuratie van diensten Gerben Teeler Staff Support B.V. 14-7-2014 Deze handleiding geeft een complete beschrijving van alle onderdelen inzake het roosteren

Nadere informatie

INITIATIEVEN EN PARTICIPATIES (3D1)

INITIATIEVEN EN PARTICIPATIES (3D1) S (3D1) Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 2 2. REFLECTIE VOORGAANDE INITIATIEVEN... 2 3. ORIËNTATIE INITIATIEVEN EN KEUZEBEPALING... 3 INVENTARISATIE MOGELIJKE INITIATIEVEN... 4 4. NIEUWE INITIATIEVEN... 4

Nadere informatie

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

Optimalisering en Complexiteit, College 1. Han Hoogeveen, Utrecht University

Optimalisering en Complexiteit, College 1. Han Hoogeveen, Utrecht University Optimalisering en Complexiteit, College 1 Han Hoogeveen, Utrecht University Gegevens Docent : Han Hoogeveen : j.a.hoogeveen@uu.nl Vak website : http://www.cs.uu.nl/docs/vakken/opt/ Student assistenten

Nadere informatie

Efficiënte personeelsinzet door rekening te houden met medewerkervoorkeuren. Egbert van der Veen

Efficiënte personeelsinzet door rekening te houden met medewerkervoorkeuren. Egbert van der Veen Efficiënte personeelsinzet door rekening te houden met medewerkervoorkeuren About me 2009 2013: PhD Candidate @CHOIR - Universiteit Twente Proefschrift: Personnel Preferences in Personnel Planning and

Nadere informatie

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST 2: vergaderen Als je lid bent van een studentenraad, vergader je vaak. Je hebt vergaderen met de studentenraad, maar ook vergaderingen met het College van Bestuur en de Ondernemingsraad (OR). Gemiddeld

Nadere informatie

1

1 Geachte voorzitter, Hierbij zend ik u mijn antwoorden op de vragen van de leden Middendorp en Remco Dijkstra (beiden VVD) over de aanpassing van de dienstregeling van het treinverkeer in het Rivierengebied

Nadere informatie

Verstoppingsproof station

Verstoppingsproof station Vragen over de opdracht Stel ze dan eerst aan je docent. Als hij/zij jullie Vragen over de Eureka!Day Mail deze naar: info@eurekacup.nl START OPDRACHTGEVER OPDRACHT AANPAK MEER... OPDRACHTGEVER Het Nederlandse

Nadere informatie

l e x e voor alle e E

l e x e voor alle e E Geselecteerde uitwerkingen Werkcollege Introduceer beslissingsvariabelen x e met x e = als lijn e in de boom zit en anders x e = 0. De doelfunctie wordt: min e E l e x e Voor elke deelverzameling S V met

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

EBSr. Samengevat voor u: Het nieuwe vervoerplan van EBS

EBSr. Samengevat voor u: Het nieuwe vervoerplan van EBS EBSr Samengevat voor u: Het nieuwe vervoerplan van EBS Vervoerder EBS wil de dienstregeling voor de buslijnen in Waterland aan passen. Dit betekent voor een grote groep reizigers (+/-25%) dat zij eerder

Nadere informatie

Uiterst voorstel CAO PARENCO juni 2017

Uiterst voorstel CAO PARENCO juni 2017 Uiterst voorstel CAO PARENCO 2017-2019 13 juni 2017 Na drie intensieve onderhandelingsrondes over een nieuwe CAO hebben wij op 13 juni jl. een uiterst voorstel gedaan aan vakorganisaties om te komen tot

Nadere informatie

Universiteit Utrecht Departement Informatica. Examen Optimalisering op dinsdag 29 januari 2019, uur.

Universiteit Utrecht Departement Informatica. Examen Optimalisering op dinsdag 29 januari 2019, uur. Universiteit Utrecht Departement Informatica Examen Optimalisering op dinsdag 29 januari 2019, 17.00-20.00 uur. ˆ Mobieltjes UIT en diep weggestopt in je tas. Wanneer je naar de WC wil, dan moet je je

Nadere informatie

Dienstregeling bij infrastoringen

Dienstregeling bij infrastoringen Dienstregeling bij infrastoringen Auteur: Wieger Maris Studentnummer: 323312 Instelling: Erasmus Universiteit Rotterdam Afstudeerbegeleider: Dr. D. Huisman P a g i n a 2 Abstract Spoorwegmaatschappijen

Nadere informatie

Concessie Haaglanden Regio Veolia Transport Vervoerplan 2016

Concessie Haaglanden Regio Veolia Transport Vervoerplan 2016 Concessie Haaglanden Regio Veolia Transport Vervoerplan 2016 Versie 18 maart 2015 In het vervoerplan 2016 worden de wijzigingsvoorstellen van Veolia Transport Haaglanden voor dienstregeling 2016 toegelicht.

Nadere informatie

Examen Discrete Wiskunde donderdag 12 april, 2018

Examen Discrete Wiskunde donderdag 12 april, 2018 Examen Discrete Wiskunde 2017-2018 donderdag 12 april, 2018 De opgaven dienen duidelijk uitgewerkt te zijn en netjes ingeleverd te worden. Gebruik hiervoor de ruimte onder de vraag; er is in principe genoeg

Nadere informatie

Lange termijn spooragenda

Lange termijn spooragenda BEDRIJFSVERTROUWELIJK CONCEPT Lange termijn spooragenda VHS bijeenkomst 25 februari 2014 1 Aanleiding Masterplan NS en ProRail 03-02-2012 : nieuwe, zware winterdag op het spoor 16-02-2012 : Commissie Kuiken

Nadere informatie

Uitgebreide, nauwkeurige en flexibele planning van personenvervoer over het spoor

Uitgebreide, nauwkeurige en flexibele planning van personenvervoer over het spoor Casestudy Uitgebreide, nauwkeurige en flexibele planning van personenvervoer over het spoor NUOVO TRASPORTO VIAGGIATORI (NTV) In 2009 koos Nuovo Trasporto Viaggiatori S.p.A. (NTV), de eerste private Italiaanse

Nadere informatie

Een werknemer mag maximaal 12 uur per dienst werken. Per week mag hij maximaal 60 uur werken.

Een werknemer mag maximaal 12 uur per dienst werken. Per week mag hij maximaal 60 uur werken. DE NIEUWE ARBEIDSTIJDENWET Op 1 april 2007 is de nieuwe arbeidstijdenwet in werking getreden. De regels in de Arbeidstijdenwet zijn vereenvoudigd. Hierdoor krijgen werkgever en werknemer meer mogelijkheden

Nadere informatie

HANDLEIDING ANALYSE FINANCIELE EFFECTEN ROOSTERVORMEN

HANDLEIDING ANALYSE FINANCIELE EFFECTEN ROOSTERVORMEN HANDLEIDING ANALYSE FINANCIELE EFFECTEN ROOSTERVORMEN 2010 Policy Research Corporation, namens de sociale partners inhet beroepsgoederenvervoer over de weg en de logistiek (TLN, KNV, VVT, FNV en CNV) Meer

Nadere informatie

Reizigerstelling Zwolle-Enschede-Kampen. Ruwe teldata en veldwerkverslag - concept. Provincie Overijssel najaar 2014

Reizigerstelling Zwolle-Enschede-Kampen. Ruwe teldata en veldwerkverslag - concept. Provincie Overijssel najaar 2014 Reizigerstelling Zwolle-Enschede-Kampen Ruwe teldata en veldwerkverslag - concept Provincie Overijssel najaar 2014 Opdrachtgever: Contactpersoon: Rapporttype: Auteur(s): Provincie Overijssel Paul Verheijdt

Nadere informatie

Definities van de prestatie-indicatoren 2015 van de Vervoersconcessie 2015-2025

Definities van de prestatie-indicatoren 2015 van de Vervoersconcessie 2015-2025 s van de prestatie-indicatoren 2015 van de Vervoersconcessie 2015-2025 In dit document zijn de definities van de prestatie-indicatoren van de vervoersconcessie 2015-2025 weergegeven zoals die gelden voor

Nadere informatie

Crewworks BV The Art of Action VERLONING. Handleiding voor de verloning van Crewworks BV.

Crewworks BV The Art of Action VERLONING. Handleiding voor de verloning van Crewworks BV. Crewworks BV The Art of Action VERLONING Handleiding voor de verloning van Crewworks BV. Handleiding voor de verloning van Crewworks BV. Crewworks BV The Art of Action Rotsoord 13a 3523 CL Utecht t. +

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 4. De digitale klok 6. Hele uren 8. Halve uren 14. Kwartieren en 10 minuten 24. Minuten 29. Klokkijken gemengd 33

Inhoudsopgave. Inleiding 4. De digitale klok 6. Hele uren 8. Halve uren 14. Kwartieren en 10 minuten 24. Minuten 29. Klokkijken gemengd 33 Inhoudsopgave Inleiding 4 De digitale klok 6 Hele uren 8 Halve uren 14 Kwartieren 19 5 en 10 minuten 24 Minuten 29 Klokkijken gemengd 33 Antwoorden 40 Inleiding Met dit Leer- en Oefenboek (deel 2 van een

Nadere informatie

Modelleren van roosterwensen

Modelleren van roosterwensen Modelleren van roosterwensen Samenvatting Dit document biedt een model waarmee gestructureerde roosters kunnen worden opgesteld. Voor de roosters die aan de hand van dit model zijn opgezet is het technisch

Nadere informatie

Optimalisatie in de materieelplanning van reizigerstreinen

Optimalisatie in de materieelplanning van reizigerstreinen Optimalisatie in de materieelplanning van reizigerstreinen Research Paper Business Analytics Ellis Leijte 2 Optimalisatie in de materieelplanning van reizigerstreinen Research Paper Business Analytics

Nadere informatie

Optimalisering en Complexiteit, College 1. Han Hoogeveen, Utrecht University

Optimalisering en Complexiteit, College 1. Han Hoogeveen, Utrecht University Optimalisering en Complexiteit, College 1 Han Hoogeveen, Utrecht University Gegevens Docent : Han Hoogeveen : j.a.hoogeveen@uu.nl Vak website : http://www.cs.uu.nl/docs/vakken/opt/ Student assistenten

Nadere informatie

Versnelling Benelux 2017

Versnelling Benelux 2017 Versnelling Benelux 2017 P r e s e n t a t i e R a i l f o r u m 1 4 s e p t e m b e r 2 0 1 5 ir H. J. M. B o v e n l a n d e r Probleemstelling Infrastructuur voor HSL Zuid in Nederland en België gereed,

Nadere informatie

Transport-, Routing- en Schedulingproblemen. Wi4062TU / Wi487TU / a86g. Uitwerkingen

Transport-, Routing- en Schedulingproblemen. Wi4062TU / Wi487TU / a86g. Uitwerkingen Transport-, Routing- en Schedulingproblemen Wi4062TU / Wi487TU / a86g Uitwerkingen 28-03-2003 1 Docenten Onderdeel a Er zijn 6 vakken V 1, V 2,..., V 6. Vak V j heeft een vraag b j = 1, voor j = 1, 2,...,

Nadere informatie

Rij en Rusttijden Wet

Rij en Rusttijden Wet Rij en Rusttijden Wet Meer informatie over oplossingen vindt u op www.sensosoft.nl Pagina 1 Beste vervoerder, Inmiddels heeft de digitale tachograaf al weer enige tijd geleden zijn intrede gedaan, 3,5

Nadere informatie

Sommige praktische IP problemen kunnen worden geformuleerd als optimalisering op een netwerk.

Sommige praktische IP problemen kunnen worden geformuleerd als optimalisering op een netwerk. Netwerkanalyse (H3) Sommige praktische IP problemen kunnen worden geformuleerd als optimalisering op een netwerk. Deze problemen kunnen vaak als continu LP probleem worden opgelost. Door de speciale structuur

Nadere informatie

Provincie Noord Brabant T.a.v. de heer P. Veelenturf Postbus MC 's-hertogenbosch. Geachte heer Veelenturf,

Provincie Noord Brabant T.a.v. de heer P. Veelenturf Postbus MC 's-hertogenbosch. Geachte heer Veelenturf, Provincie Noord Brabant T.a.v. de heer P. Veelenturf Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Datum Ons kenmerk Onderwerp 1 april 2005 NSC/HvdH/05003 Nachtnet Brabant Telefoon Telefax E-mail 040-233 45 44

Nadere informatie

Containers stapelen. M.L. Koning april 2013

Containers stapelen. M.L. Koning april 2013 Technische Universiteit Eindhoven 2WH03 - Modelleren C Containers stapelen L. van Hees 0769244 M.L. Koning 0781346 2 april 2013 Y.W.A Meeuwenberg 0769217 1 Inleiding De NS vervoert dagelijks grote hoeveelheden

Nadere informatie

Maarten C.W. Janssen. Meer concurrentie op of om het spoor? 19 oktober 2018

Maarten C.W. Janssen. Meer concurrentie op of om het spoor? 19 oktober 2018 Maarten C.W. Janssen Meer concurrentie op of om het spoor? 19 oktober 2018 Marktordening geen doel op zich Spoorvervoer moet kwalitatief hoogwaardig zijn, bijdragen aan een goede bereikbaarheid in Nederland

Nadere informatie

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015 LANDELIJKE FACTSHEET Beter Benutten Gedragsmeting 2015 1. Context voor reisgedrag Het effect van maatregelen in het kader van Beter Benutten is niet alleen afhankelijk van de drivers die mensen hebben

Nadere informatie

Belangrijkste learnings vanuit klantonderzoek winter 2011/2012 Onderzoek naar sentiment en kennis onder klanten in het kader van de winter.

Belangrijkste learnings vanuit klantonderzoek winter 2011/2012 Onderzoek naar sentiment en kennis onder klanten in het kader van de winter. Belangrijkste learnings vanuit klantonderzoek winter 2011/2012 Onderzoek naar sentiment en kennis onder klanten in het kader van de winter. Veldwerk uitgevoerd voor de winter: november 2011 onder 2400

Nadere informatie

Naam document Soort document. Werkinstructie Roosterregels werkinstructie. Definitieve versie 01. d.d 15-07- 2015. Bijbehorende processen

Naam document Soort document. Werkinstructie Roosterregels werkinstructie. Definitieve versie 01. d.d 15-07- 2015. Bijbehorende processen Naam document Soort document Contactpersoon Autorisator Eigenaar Vastgesteld op Instemming OR Bijbehorende processen Laatste wijzigingen Werkinstructie Roosterregels werkinstructie Claudia Bakker Jan Windey

Nadere informatie

BIJLAGE. bij GEDELEGEERD BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BIJLAGE. bij GEDELEGEERD BESLUIT VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.9.2017 C(2017) 5963 final ANNEX 1 BIJLAGE bij GEDELEGEERD BESLUIT VAN DE COMMISSIE ter vervanging van bijlage VII bij Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

NETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD

NETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD NETVERKLARING Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD 1. ALGEMEENHEDEN... 3 1.1. RIJPERIODE... 3 1.2. WEEKKARAKTERISTIEK... 3 1.2.1. Algemeenheden... 3 1.2.2. Betekenis van de

Nadere informatie

Het idee van reisadviezen uit de Kaartautomaat

Het idee van reisadviezen uit de Kaartautomaat Het idee van reisadviezen uit de Kaartautomaat Na het kopen van een kaartje / opladen van een chipkaart krijgt men direct een precies advies naar de eindbestemming. Mogelijke optie: automaten krijgen het

Nadere informatie

HANDLEIDING BEREKENING 48-URIGE WERKWEEK

HANDLEIDING BEREKENING 48-URIGE WERKWEEK HANDLEIDING BEREKENING 48-URIGE WERKWEEK 2010 Policy Research Corporation, namens de sociale partners inhet beroepsgoederenvervoer over de weg en de logistiek (CNV, FNV, TLN en VVT) Meer informatie over

Nadere informatie

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0 Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2. Inhoud 1 Inleiding... 5 2 Werving en achtergronden deelnemers... 6 2.1 Interpretatie van de gegevens...6 2.2 Werving...6 2.3 Doelgroep...7 2.4 Kenmerken

Nadere informatie

Referentiedocument Brabant REFERENTIE DOCUMENT: Veghel Zeeland WIJZIGINGEN AANGAANDE: 06-01-2013 VERSIE 1.6 1 REFERENTIE DOCUMENT

Referentiedocument Brabant REFERENTIE DOCUMENT: Veghel Zeeland WIJZIGINGEN AANGAANDE: 06-01-2013 VERSIE 1.6 1 REFERENTIE DOCUMENT REFERENTIE DOCUMENT: CONCESSIE: Brabant VESTIGING: s-hertogenbosch streek Veghel Zeeland WIJZIGINGEN AANGAANDE: 06-01-2013 VERSIE 1.6 1 REFERENTIE DOCUMENT 1. RANDVOORWAARDEN VOERTUIGINZET Lijnen Voertuiginzet

Nadere informatie

Het ontwikkelen van een robuustheidmaatstaf voor NS personeelsplannen

Het ontwikkelen van een robuustheidmaatstaf voor NS personeelsplannen ÈÖÓ ØÆÙÑ Ö È ¹¼¾½¾ ¹¾ ÁÑÔÖÓÚ Ò Ø Î Ð ØÝ Ò Ö Ð Ð ØÝÓ Ä Ö Ð Ý Ø Ñ Ð ÓÖ Ø Ñ ÓÖÊÓ Ù Ø Ò ÓÒÐ Ò Ê ÐÛ ÝÓÔØ Ñ Þ Ø ÓÒ ÊÊÁÎ Ä Å Ñ ÖÓ Ø ÌÇÔ ÒË Ñ ËÌÊ È ÊÊÁÎ Ä ÌÊ ¼½ Ú ÐÓÔ Ò Ñ ÙÖ ÓÖÖÓ Ù ØÒ ÓÖ Ö Û ÙÐ Ó Æ Ø ÖÐ Ò Ê ÐÛ

Nadere informatie

Voorbeelden Verzuimpercentages

Voorbeelden Verzuimpercentages Voorbeelden Verzuimpercentages I Voorbeelden Verzuimpercentages Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Verzuimpercentages 2... 2 1.1 Waarom verzuimpercentages?... 2 1.2 Verzuimpercentages scherm... 3 1.3 De rapporten...

Nadere informatie

De klantwaardering over onze basis dienstverlening heeft een plafond bij het rapportcijfer 7

De klantwaardering over onze basis dienstverlening heeft een plafond bij het rapportcijfer 7 Pagina 2/7 De klantwaardering over onze basis dienstverlening heeft een plafond bij het rapportcijfer 7 De meeste klantoordelen uit het vervoerplan zijn zogenaamde dissatisfiers. Een dissatisfier gaat

Nadere informatie

Versnelling Benelux 2017

Versnelling Benelux 2017 HENK BOVENLANDER Rail Advies De Bilt, 18 augustus 2015 Versnelling Benelux 2017 De reistijd Amsterdam Brussel van 194 minuten met de Benelux in de dienstregeling 2017 stelt teleur. De achtergrond hiervan

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken Samenvatting Burgerzaken is op werkdagen dagelijks open van 8.30 tot 16.00 uur, donderdag doorlopend van 8.30 tot 20.00 uur en op zaterdagochtend. Voor de bezoekuren in

Nadere informatie

9. Strategieën en oplossingsmethoden

9. Strategieën en oplossingsmethoden 9. Strategieën en oplossingsmethoden In dit hoofdstuk wordt nog even terug gekeken naar alle voorgaande hoofdstukken. We herhalen globaal de structuren en geven enkele richtlijnen voor het ontwerpen van

Nadere informatie

Orderpicking. A-lympiade-voorronde-opdracht, 29 november 2002. De Wiskunde A-lympiade wordt gesponsord door Texas Instruments

Orderpicking. A-lympiade-voorronde-opdracht, 29 november 2002. De Wiskunde A-lympiade wordt gesponsord door Texas Instruments Orderpicking A-lympiade-voorronde-opdracht, 29 november 2002 e Wiskunde A-lympiade wordt gesponsord door Texas Instruments Inleiding In distributiecentra, eigenlijk grote magazijnen, liggen veel producten

Nadere informatie

Gemeente Breda. Onderzoek en Informatie. Klanttevredenheidsonderzoek WSNP 2012

Gemeente Breda. Onderzoek en Informatie. Klanttevredenheidsonderzoek WSNP 2012 Gemeente Breda Onderzoek en Informatie Klanttevredenheidsonderzoek WSNP 2012 Publicatienummer: 1715 Datum: Februari 2013 In opdracht van: Gemeente Breda Kredietbank West-Brabant Uitgave: Gemeente Breda

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Proeftentamen ISO (2R290), November 2005

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Proeftentamen ISO (2R290), November 2005 TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Proeftentamen ISO (2R290), November 2005 Dit proeftentamen bestaat uit twee opgaven met een aantal deel-opgaven. Geef de oplossingen

Nadere informatie

Uitwerkingen oefenopdrachten or

Uitwerkingen oefenopdrachten or Uitwerkingen oefenopdrachten or Marc Bremer August 10, 2009 Uitwerkingen bijeenkomst 1 Contact Dit document is samengesteld door onderwijsbureau Bijles en Training. Wij zijn DE expert op het gebied van

Nadere informatie

WERKEN MET PAUZES. Voorronde opdracht van de 19 e Wiskunde A-lympiade

WERKEN MET PAUZES. Voorronde opdracht van de 19 e Wiskunde A-lympiade WERKEN MET PAUZES Voorronde opdracht van de 19 e Wiskunde A-lympiade 23 November 2007 1 Werkwijzer bij de voorronde opdracht van de Wiskunde A-lympiade 2007/2008 Deze Wiskunde A-lympiade opdracht bestaat

Nadere informatie

Traject/station Wat Verbetering

Traject/station Wat Verbetering Bijlage 2 Verbeteringen in ontwerp dienstregeling 2007 In deel II en bijlage II van het besluit over de dienstregeling 2007 (kenmerk CC/PA/KK-342) hebben wij u een aantal verbeteringen in de dienstregeling

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Het voornaamste doel van dit proefschrift is nieuwe methoden te ontwikkelen en te valideren om de effectiviteit van customization te kunnen bepalen en hoe dataverzameling kan worden verbeterd. Om deze

Nadere informatie

Bijlage 1: Overzicht van wijzigingen voorzien van een korte toelichting

Bijlage 1: Overzicht van wijzigingen voorzien van een korte toelichting Bijlage 1: Overzicht van wijzigingen voorzien van een korte toelichting Onderstaand geven we per lijn aan op welke lijnen wijzigingen hebben plaatsgevonden. Tevens geven we een korte toelichting en vermelden

Nadere informatie

Time management - logboekanalyse en Eisenhowerschema

Time management - logboekanalyse en Eisenhowerschema pag.: 1 van 5 Time management - logboekanalyse en Eisenhowerschema Tijd is een schaars goed. U heeft als inkoper slechts een beperkte hoeveelheid tijd tot uw beschikking om uw taken uit te voeren. Deze

Nadere informatie

Een simpel en robuust spoorsysteem. Naar een koersvaste ontwikkeling op het spoor

Een simpel en robuust spoorsysteem. Naar een koersvaste ontwikkeling op het spoor Een simpel en robuust spoorsysteem Naar een koersvaste ontwikkeling op het spoor Grote groei transport verwacht in de hele Europese Unie Europa staat voor grote uitdagingen op het gebied van transport:

Nadere informatie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie Combinatoriek groep 1 & : Recursie Trainingsweek juni 008 Inleiding Bij een recursieve definitie van een rij wordt elke volgende term berekend uit de vorige. Een voorbeeld van zo n recursieve definitie

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

math inside Model orde reductie

math inside Model orde reductie math inside Model orde reductie Model orde reductie Met het voortschrijden van de rekenkracht van computers en numerieke algoritmen is het mogelijk om steeds complexere problemen op te lossen. Was het

Nadere informatie

TW2020 Optimalisering

TW2020 Optimalisering TW2020 Optimalisering Hoorcollege 9 Leo van Iersel Technische Universiteit Delft 16 november 2016 Leo van Iersel (TUD) TW2020 Optimalisering 16 november 2016 1 / 28 Vandaag Integer Linear Programming (ILP)

Nadere informatie

Ir. Jeroen van Oostrum PhD kandidaat Econometrisch Instituut, Erasmus School of Economics

Ir. Jeroen van Oostrum PhD kandidaat Econometrisch Instituut, Erasmus School of Economics Optimaliseren van patiëntplanning met behulp van zorgpaden en cyclische planningsmethoden Ir. Jeroen van Oostrum PhD kandidaat Econometrisch Instituut, Erasmus School of Economics (vanoostrum@few.eur.nl)

Nadere informatie

case: toestandsdiagrammen

case: toestandsdiagrammen Hoofdstuk 13 case: toestandsdiagrammen In dit hoofdstuk wordt het maken van de eerste versie van de toestandsdiagrammen voor het boodschappensysteem van Hans en Jacqueline uitgewerkt. 13.1 Vind klassen

Nadere informatie

handleiding Veiligheidsplanner voorwoord inleiding De stappen van de Lokale stap 01 profiel stap 02 wat is het probleem? stap 03 wat doen wij al?

handleiding Veiligheidsplanner voorwoord inleiding De stappen van de Lokale stap 01 profiel stap 02 wat is het probleem? stap 03 wat doen wij al? handleiding lokale veiligheidsplanner 1 veiligheid door samenwerking handleiding handleiding lokale veiligheidsplanner 2 Welkom bij de internettoepassing Lokale. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie

Nadere informatie

Gids arbeidstijden en gladheidbestrijding

Gids arbeidstijden en gladheidbestrijding Gids arbeidstijden en gladheidbestrijding Chauffeurs die in de winterperiode worden ingezet om te strooien, kunnen dit niet zomaar doen. Zij moeten rekening houden met wet- en regelgeving, zoals de zogenoemde

Nadere informatie

Onderzoekend leren Een windmolen op school: waar moet hij staan?

Onderzoekend leren Een windmolen op school: waar moet hij staan? Onderzoekend leren Een windmolen op school: waar moet hij staan? Inhoudsopgave Inleiding 3 Context 3 Doelen van de les 3 Overzicht van de les 4 Lesbeschrijving Een windmolen op school 5 Stap 1. Introductie

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B1

Examen HAVO. wiskunde B1 wiskunde B1 Eamen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei 13.3 16.3 uur 2 5 Voor dit eamen zijn maimaal 82 punten te behalen; het eamen bestaat uit 22 vragen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A havo 2011 - I

Eindexamen wiskunde A havo 2011 - I Zuinig rijden Tijdens rijlessen leer je om in de auto bij foto 20 km per uur van de eerste naar de tweede versnelling te schakelen. Daarna ga je bij 40 km per uur naar de derde versnelling, bij 60 km per

Nadere informatie

CAO UITVAARTBRANCHE Aangepaste cao tekst inzake werkdruk, roosters en beschikbaarheid geldend vanaf 1 januari 2017

CAO UITVAARTBRANCHE Aangepaste cao tekst inzake werkdruk, roosters en beschikbaarheid geldend vanaf 1 januari 2017 CAO UITVAARTBRANCHE Aangepaste cao tekst inzake werkdruk, roosters en beschikbaarheid geldend vanaf 1 januari 2017 INLEIDING De bonden ontvangen vanuit hun achterban signalen over werkdruk in relatie tot

Nadere informatie

Aan de leden van de Statencommissie Economie en Mobiliteit

Aan de leden van de Statencommissie Economie en Mobiliteit Aan de leden van de Statencommissie Economie en Mobiliteit Datum : 17 maart 2009 Briefnummer : 2009-14.497/12/A.9, VV Zaaknummer : 165117 Behandeld door : Koelikamp D. Telefoonnummer : (050) 316 4690 Antwoord

Nadere informatie

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten Beter Benutten: kosteneffectieve maatregelen Rijk, regio en bedrijfsleven werken in het programma Beter Benutten samen om de bereikbaarheid in de drukste

Nadere informatie