Hoe verbetering van de samenwerking in de acute zorgketen loont

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoe verbetering van de samenwerking in de acute zorgketen loont"

Transcriptie

1 4 juli 2011 Hoe verbetering van de samenwerking in de acute zorgketen loont Een inventariserend onderzoek door Berenschot in opdracht van ZonMw

2 Hoe verbetering van de samenwerking in de acute zorgketen loont Een inventariserend onderzoek door Berenschot in opdracht van ZonMw ir. W. te Meerman drs. A.J. Boendermaker MSc ir. J.R.C. van Sambeek 4 juli 2011

3 Inhoudsopgave Bladzijde Managementsamenvatting 1 1. Inleiding Context van het onderzoek Doelstelling en resultaat van dit onderzoek Leeswijzer 7 2. Onderzoeksverantwoording Inleiding Betrokkenen Inzet van simulaties Resultaten van dit onderzoek De twee onderzochte regio s Inleiding Huidige organisatie in Eindhoven Huidige organisatie in Groningen Verschillen in patiënten- en informatiestromen tussen de regio s Omvang van de patiëntenstroom Representativiteit van de regio s Waarom is verbetering van de samenwerking nodig? Inleiding PBOI-model Vier redenen voor verbetering van de samenwerking Conclusie Perspectief op de toekomst van samenwerking in de acute zorgketen Inleiding De acute zorgketen bestaat uit verschillende werelden Het gevolg van de verschillende werelden Het primaire perspectief in de keten: de patiënt Conclusie 32

4 Vervolg inhoudsopgave Bladzijde 6. Mogelijkheden voor verbetering van de samenwerking Inleiding Proces Besturing Organisatie Informatie Conclusie 38.

5 Managementsamenvatting Dit rapport geeft de resultaten weer van een inventariserend onderzoek naar samenwerking binnen de acute zorgketen (spoedzorg). Het onderzoek had als hoofddoel inzicht te geven in de volgende vier zaken: 1. De relevantie en noodzaak van het werken aan kwaliteitsverbetering in de acute zorgketen. 2. De (ervaren) problemen bij ketengerichte acute zorg. 3. De wenselijke veranderingen, de belangrijkste determinanten en in te zetten interventies om te komen tot een verbeterde ketengerichte acute zorg. 4. Bestaande kwaliteitsinformatie in de acute keten, het identificeren van zogenoemde witte vlekken. Het onderzoek is in de periode juni 2010 tot en met mei 2011 uitgevoerd door Berenschot in opdracht van het programma Spoedzorg van ZonMw. Het onderzoek heeft zich hoofdzakelijk gericht op twee regio s: Eindhoven en Groningen. Acute zorg is zorg wanneer zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen enkele minuten tot enkele uren, zorg verleend moet worden om overlijden of irreversibele gezondheidsschade als gevolg van een levensbedreigende aandoening of een ongeval te voorkomen (Julius centrum, 2009). Vanuit het perspectief van huisartsgeneeskunde is acute zorg: die zorg die als de burger als acuut wordt ervaren (VHN, LHV, NHG, 2008). Het verschil tussen deze definities karakteriseert de verschillende werelden die binnen de acute zorgketen samenkomen. Beide definities zijn in dit onderzoek gebruikt. In dit onderzoek is de acute zorgketen afgebakend tot de huisartsenposten, regionale ambulancevoorzieningen (inclusief meldkamer) en Spoedeisende Hulp (SEH) afdelingen. Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van interviews en simulaties in de regio s Eindhoven en Groningen. Tijdens de simulaties is de acute zorgketen in één fysieke ruimte zo realistisch mogelijk gesimuleerd. De simulaties in beide regio s namen een volle dag in beslag. Ongeveer 20 zorgprofessionals, managers en bestuurders van verschillende organisaties uit de acute zorgketen voerden in de simulatie, op basis van patiëntcasussen, zo waarheidsgetrouw mogelijk hun werkzaamheden uit. De werkzaamheden, de overdrachtsmomenten en informatie-uitwisseling werden vervolgens plenair geëvalueerd. De evaluatie resulteerde in concrete verbeterplannen per regio alsmede in breder toepasbare aanbevelingen. Op basis van het onderzoek zijn wij gekomen tot vier belangrijke argumenten voor het verder verbeteren van de samenwerking in de acute zorgketen: 1. De zorgvraag van de patiënt komt door samenwerking meer centraal te staan. 2. De kwaliteit van zorg die een zorgverlener kan bieden, wordt mede bepaald door het handelen van ketenpartners. 1

6 3. Samenwerking maakt onvoorspelbare zorg beter voorspelbaar. 4. Potentieel onbegrip binnen de keten wordt weggenomen wanneer ketenpartners elkaars hulpverleners, werkprocessen, verantwoordelijkheden en werkomstandigheden beter leren kennen. Het derde argument is specifiek voor de acute zorgketen. De andere drie argumenten voor betere samenwerking gelden ook voor andere vormen van (keten)zorg. Het feit dat in de acute zorgketen verschillende actoren onder grote tijdsdruk beslissingen nemen met potentieel acute en/of fatale gevolgen, maakt echter dat deze breed geldende argumenten voor samenwerking in de acute zorgketen extra zwaar wegen. Zonder samenwerking verworden de vier argumenten voor samenwerking tot risico s in de keten. De ketenpartners uit de acute zorgketen hebben allemaal hun eigen opleidingsachtergronden, eigen manier van werken, eigen juridische verantwoordelijkheden, eigen protocollen en eigen belangen. Ketenzorg ontstaat daardoor niet vanzelfsprekend. Ketenzorg betekent in de visie van Berenschot dat ketenpartners het doel van de door de eigen organisatie geleverde zorg alsmede de werkprocessen van de eigen organisatie definiëren ten opzichte van het moment dat de patiënt de (acute) zorgketen verlaat en niet ten opzichte van het moment dat de patiënt de eigen organisatie verlaat. Dit betekent dat ketenpartners zoveel mogelijk anticiperen op elkaars zorg, bijvoorbeeld door medische- en sociale informatie die voor een latere ketenpartner relevant is te verzamelen en over te dragen. Of door de patiënt te informeren en voor te bereiden op de zorg bij volgende ketenpartners. Ketenzorg betekent ook dat ketenpartners verantwoordelijkheid nemen voor elkaars zorg (zonder dat zij hiervoor verantwoordelijk zijn of worden in juridische zin). Partijen gaan actief op zoek naar de bijdrage die zij in hun eigen werkproces kunnen leveren aan de zorg van ketenpartners en de resultaten van de gehele zorgketen. Meer concreet kan de acute zorgketen worden verbeterd op de volgende vier gebieden: 1. Proces. Afstemmen van processen kan plaatsvinden door te anticiperen op elkaars werkprocessen (informatie verzamelen voor elkaar, zorg voorbereiden enz.), het informeren van de patiënt over elkaars werkprocessen en doorloop/wachttijden en door het afstemmen van ICTvoorzieningen. 2. Besturing. Besturing van de keten wil zeggen dat managers ketendoelen vaststellen en deze periodiek met elkaar evalueren. De keten wordt actief geregisseerd door informatie over de prestaties van de keten te verzamelen en op basis hiervan verbeteringen in te zetten. De ketenregie is bij voorkeur bij één partij belegd. 3. Organisatie. Hier gaat het om het maken van afspraken over rollen, taken en verantwoordelijkheden. Dit betekent dat ketenpartners afspraken maken over welk type patiënt bij welke ketenpartner de beste zorg krijgt, gegeven zijn hulpvraag. De patiëntenstroom kan overeenkomstig worden gestuurd door deze naar elkaar door te verwijzen of door gezamenlijk op één punt te triëren (het Eindhovense spoedpostmodel), of de patiënt te informeren over de meest passende ingang van de keten. Daarnaast is het van belang om deze verdeling regelmatig te evalueren op basis van casuïstiek. 2

7 4. Informatie. Van cruciaal belang is dat ketenpartners informatie verzamelen die mogelijk later in de keten nodig is. Een minimale gegevensset, geüniformeerde overdracht en begrip over elkaars interpretatie is hierbij van belang. Daarnaast geeft het delen van kwaliteits- en procesinformatie de kans om gebruik te maken van elkaars (over)capaciteit, patiënten te informeren over wacht- en doorlooptijden en continu te blijven werken aan verbetering van de acute zorgketen. Met name op het gebied van het delen van informatie tussen ketenpartners blijken op dit moment nog aanzienlijke witte vlekken te bestaan. De geschetste verbetermogelijkheden zijn primair vastgesteld in twee regio s. Tijdens presentaties van de resultaten op fora waar hulpverleners uit het hele land aanwezig waren, bleek dat de resultaten breed herkend worden. De meeste onderzoeksresultaten lijken daarom ook toepasbaar in andere regio s. Verbeteracties op de vier (PBOI-)gebieden kunnen grotendeels gelijktijdig worden geïnitieerd mits er voldoende duidelijkheid bestaat over de gewenste doelstellingen voor de gehele keten en daaruit volgend het gewenste ketenproces. Een deel van de verbeteracties zijn ambitieus van aard en vergen een lange adem. Tijdens het onderzoek zijn echter ook tal van relatief eenvoudige en snel toepasbare verbeteringen gevonden. Betere samenwerking levert dus zowel op de korte termijn als op de lange termijn resultaat op. 3

8 1. Inleiding 1.1 Context van het onderzoek Voor u ligt het resultaat van een onderzoek naar de acute zorgketen (spoedzorg). De invalshoek is onderlinge aansluiting en samenwerking tussen ketenpartners in de acute zorgketen. Van acute zorg is sprake wanneer zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen enkele minuten tot enkele uren, zorg verleend moet worden om overlijden of irreversibele gezondheidsschade als gevolg van een levensbedreigende aandoening of een ongeval te voorkomen (Julius centrum, 2009). Vanuit het perspectief van huisartsgeneeskunde is sprake van acute zorg als de zorg door de burger als acuut wordt ervaren (LHV, NHG, VHN, 2008). Het verschil tussen deze definities karakteriseert de verschillende werelden die binnen de acute zorgketen samenkomen. Beide definities zijn in dit onderzoek gebruikt. Om een beeld te geven van de omvang van de acute zorgketen in Nederland hebben we onderstaande tabel (tabel 1) overgenomen van de website van Ambulancezorg Nederland 1. Tabel 1. Kentallen acute zorg 1 4

9 De tabel beperkt zich tot de ambulancezorg. Andere kentallen over de acute zorgketen zijn bijvoorbeeld het aantal SEH s (105) en het aantal huisartsenposten (128) in Nederland. Zie ook figuur 1 2. Figuur 1. Locaties huisartsenposten en spoedeisende hulpen In dit onderzoek heeft Berenschot in overleg met ZonMw de acute zorgketen afgebakend tot de volgende aanbieders: huisartsenposten, regionale ambulancevoorzieningen, meldkamer ambulancezorg en Spoedeisende Hulp (SEH-)afdelingen (figuur 2). 2 Bron: Nationale atlas volksgezondheid,

10 Thuiszorg Verloskundige Huisarts HAP Ambulancedienst Revalidatiecentrum SEH Meldkamer Ambulancezorg (MKA) Afdeling ziekenhuis Firstresponders (Vrijwillige brandweer) Mobiel Medisch Team Traumacentrum Politie Crisisopvang GGZ Apotheek Figuur 2. Afbakening van dit onderzoek 1.2 Doelstelling en resultaat van dit onderzoek Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hecht groot belang aan een goed ingerichte keten van spoedzorg. Het programma Spoedzorg van ZonMw is gestart met twee doelstellingen: 1. het stimuleren van (wetenschappelijke) kennisontwikkeling, die bijdraagt aan een goede en evidence based spoedzorgketen, waarbij continuïteit in zorg en (regionale) samenwerking bevorderd wordt; 2. het bevorderen van effectieve communicatie ten behoeve van agendering van de ketenbenadering, stimulering van samenwerking binnen de keten en optimale verspreiding en toepassing van evidence en ervaringen. Als onderdeel van het programma Spoedzorg is door de programmacommissie Spoedzorg opdracht gegeven voor het starten van een: Inventariserend onderzoek dat een richtinggevend visiedocument oplevert en inzicht geeft in: 1. de relevantie en noodzaak van het werken aan kwaliteitsverbetering in de acute zorgketen; 2. de (ervaren) problemen bij ketengerichte acute zorg; 3. de wenselijke veranderingen, de belangrijkste determinanten en in te zetten interventies om te komen tot een verbeterde ketengerichte acute zorg; 4. bestaande kwaliteitsinformatie in de acute keten, zogenoemde witte vlekken identificeren. 6

11 Bij aanvang van het onderzoek bleek al snel dat binnen de acute zorgketens in Nederland de toekomstvisies nog te ver uiteen lopen. Deels lijkt de verklaring voor deze verschillen in inzicht medisch inhoudelijk te zijn, deels ligt de oorzaak ook in belangenconflicten. Om recht te doen aan de lopende discussie over de toekomst van de acute zorgketen(s), is besloten om niet langer over een richtinggevend visiedocument te spreken, maar uitsluitend over een inventariserend onderzoek. De resultaten van het onderzoek worden zoveel mogelijk onderbouwd weergegeven in deze rapportage. Daarbij dient te worden opgemerkt dat het hier geen wetenschappelijk onderzoek betreft, maar een praktijkverkenning in twee regio s. Deels zijn de resultaten van dit onderzoek breed van toepassing, deels ook niet. In de volgende paragraaf lichten wij de opbouw van dit rapport nader toe. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk twee bespreken we de gehanteerde onderzoeksmethodiek en geven we een indruk van wat met dit onderzoek is bereikt. Naast de totstandkoming van voorliggende rapportage, betreft het resultaat onder meer urgentiebesef en draagvlak voor verbetering van samenwerking bij de deelnemers aan dit onderzoek. In hoofdstuk drie beschrijven we hoe de acute zorgketens in de twee onderzochte regio s, die van Eindhoven en Groningen, op dit moment zijn georganiseerd. Hoofdstuk vier gaat in op de noodzaak voor verdere verbetering van deze acute zorgketens. Daarbij komen onder meer de hiervoor genoemde witte vlekken en ervaren problemen aan bod. In hoofdstuk vijf beschrijven we een perspectief op professionelere samenwerking in de acute zorgketen. In hoofdstuk zes beschrijven we een aantal concrete suggesties voor verbeteringen in de acute zorgketen. 7

12 2. Onderzoeksverantwoording 2.1 Inleiding In paragraaf 2.2 beschrijven wij wie bij dit onderzoek betrokken waren. In paragraaf 2.3 lichten wij toe hoe wij simulaties hebben ingezet ten behoeve van dit onderzoek. Tot slot beschrijven wij in paragraaf 2.4 wat dit onderzoek heeft opgeleverd. 2.2 Betrokkenen Dit rapport is tot stand gekomen met medewerking van een groot aantal personen. De programmacommissie van het programma Spoedzorg is opdrachtgever geweest. In de regio Eindhoven hebben de Centrale Huisartsenposten Zuid-Oost Brabant (CHP), het Catharina Ziekenhuis en de RAV Brabant Zuid-Oost deelgenomen aan de simulaties. Onderstaande tabel (tabel 2) geeft een overzicht van de Eindhovense deelnemers op functieniveau. Organisatie Functie Interviews Deelnemers simulatie Directeur, manager 3 - Huisarts 1 1 CHP Assistente; triage- verpleegkundige 1 3 Baliemedewerker 1 1 Manager 1 - SEH Arts 1 1 SEH verpleegkundige - 2 Manager, beleidsadviseur 3 - RAV Centralist - 1 Ambulance verpleegkundige 2 2 Ondersteunend personeel 1 - Tabel 2. Respondenten en deelnemers uit Eindhoven 8

13 In de regio Groningen hebben de Doktersdienst Groningen (DDG), het Universitair Medisch Centrum Groningen, de meldkamer ambulancezorg van de GGD Groningen en de ambulancedienst Groningen deelgenomen. Onderstaande tabel (tabel 3) geeft een overzicht van de Groningse deelnemers op functieniveau. Organisatie Functie Interviews Deelnemers simulatie Directeur, manager 2 2 Huisarts 1 2 DDG Assistente; triage verpleegkundige 2 2 Ondersteunend personeel 3 3 Manager 1 1 SEH Arts 1 1 SEH verpleegkundige 3 3 RAV Manager 1 2 Ambulance verpleegkundige; - chauffeur 2 3 Meldkamer Manager 1 1 Centralist 1 1 Tabel 3. Respondenten en deelnemers uit Groningen In elke regio heeft Berenschot managers en hulpverleners van iedere ketenpartner geïnterviewd. Vervolgens heeft Berenschot tijdens een bijeenkomst per regio een simulatie van de acute zorgketen georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst simuleerden en evalueerden ongeveer twintig hulpverleners en managers de acute zorgketen. Voorafgaand aan deze bijeenkomst is per regio door een kleinere groep deelnemers een proefsimulatie uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn aangescherpt op basis van een presentatie aan de RAV Utrecht en op een aantal bijeenkomsten zoals die op het congres Spoedzorg, en de projectleidersbijeenkomst van het programma Spoedzorg. De coördinatie van het traject, ontwikkeling van de simulatie, het faciliteren van de diverse bijeenkomsten en het schrijven van deze richtinggevende visie is in handen geweest van drie adviseurs van Berenschot: Jasper van Sambeek, Arjo Boendermaker en Wine te Meerman. Zij hebben hierbij dankbaar gebruik gemaakt van de ondersteuning van Iris van Maurik, Femke Jongerius en Rik van Bemmel. 9

14 2.3 Inzet van simulaties Voor het analyseren en verbeteren van een complex proces als dat van de acute zorgketen zijn voor dit onderzoek simulaties uitgevoerd in de regio s Eindhoven en Groningen. Naast twee proefsimulaties van ruim een halve dag om het instrument te testen, zijn twee simulaties van in totaal een volledige werkdag uitgevoerd. Laatstgenoemde betrof de uitvoering van simulaties op basis van fictieve, maar realistische casussen inclusief evaluatie van de simulaties en het formuleren van verbeteracties. Het voordeel van simulaties ten opzichte van het klassieke onderzoeksinstrumentarium 3 is dat deelnemers aan de simulatie het hele proces en daarmee de gevolgen van bepaalde handelingen doorleven. Discussie door de deelnemers kan direct teruggrijpen op de gebeurtenissen uit de simulatie, die bovendien voor iedereen waarneembaar waren. Een tweede voordeel is dat ketenpartijen simulaties periodiek kunnen herhalen om de keten te analyseren en nieuwe verbeteringen te ontdekken of uit te proberen. Een simulatie biedt een op de werkelijkheid gebaseerde, veilige, snelle en controleerbare experimenteeromgeving waarin de deelnemers acties kunnen uitproberen (beslissingen nemen, informatie overdragen etc.) en de gevolgen ervan kunnen ervaren (snelle feedback). Om de simulaties op de juiste manier vorm te geven, heeft Berenschot bijeenkomsten georganiseerd en interviews afgenomen met experts, managers en professionals. In brainstormsessies met het team van Berenschot is besloten waar de simulaties op gericht dienden te worden. De uitkomst hiervan was dat de focus van de simulaties op het genereren en overdragen van informatie binnen de keten kwam te liggen. De volgende stap was het ontwikkelen van het benodigde materiaal, het testen van het prototype van de simulatie in een proefsimulatie en het verfijnen van dit prototype tot de uiteindelijke simulatie. Tijdens de simulaties van de acute zorgketen speelden de personen werkzaam bij de huisartsenpost, meldkamer, ambulance en spoedeisende hulp de rol die ze ook in hun dagelijkse werk hebben. Dit om een zo realistisch mogelijk beeld van de informatieoverdracht binnen de keten te krijgen. Processen die in de werkelijkheid uren in beslag nemen, konden zich tijdens de simulaties in enkele minuten voltrekken. Zodoende werd binnen een dag bruikbare informatie verzameld over de knelpunten betreffende o.a. de informatieoverdracht binnen de keten. De simulaties werden uitgevoerd met ongeveer 20 personen tegelijk. In een grote ruimte werd aan de hand van een tien tot 20 specifiek voor de regio ontwikkelde casussen de simulatie uitgevoerd. In de ruimte waren met behulp van tafels, schermen en planborden verschillende secties gemaakt. Een sectie voor de meldkamer, een sectie voor de ambulancedienst, een sectie voor de huisartsenpost en een sectie voor de SEH (figuur 3). De medewerkers namen bij aanvang van de simulatie plaats in hun eigen sectie maar bewogen gedurende de simulatie ook tussen de secties. Met name de patiënten, de ambulancedienst en de doktersdienst simuleerden daarbij bewegingen uit de praktijk. 3 Denk aan documentstudie en interviews. 10

15 Iedere sectie beschikte over tenminste 1 telefoon waarmee naar andere secties en naar patiënten kon worden gebeld. Tijdens de simulaties nam Berenschot met drie tot vier personen de gameleiding voor haar rekening. De gameleiding bepaalde wanneer welke patiënten op welk punt het proces binnen gingen en bood ondersteuning tijdens de uitvoering van de simulaties. Ook begeleidde de gameleiding de evaluatie van de simulaties. Meldkamer Ambulancedienst Game leiding SEH Huisartsenpost Figuur 3. Illustratie opstelling simulatie game Tijdens de simulaties zijn twee verschillende varianten van de praktijk gesimuleerd. De eerste was het alziend oog. Bij deze variant doorloopt één patiënt het hele acute zorgproces waarbij alle deelnemers, behalve de medewerker die met de patiënt bezig is, toekijken hoe de zorg verloopt en ketenpartners samenwerken. Deze werkwijze leidde tot reflectie op elkaars handelen en de invloed daarvan op de eigen werkzaamheden. Een tweede variant die is gespeeld, is die van de stress test. In deze variant van de simulatie werden veel patiënten tegelijkertijd ingebracht in het acute zorgproces zodat ook de werkdruk die in de praktijk de zorg en samenwerking beïnvloedt, werd gesimuleerd. De deelnemers aan de simulaties gaven in hun evaluatieformulieren aan enthousiast te zijn over de gehanteerde methodiek en de resultaten van de simulatie in termen van geïdentificeerde knelpunten en toepasbaarheid van de simulaties voor visievorming. De beoordelingen lagen tussen uitstekend, goed en een enkele keer voldoende waarbij als gemiddelde beoordeling door de deelnemers goed is gegeven. 2.4 Resultaten van dit onderzoek Dit rapport beschrijft een perspectief op mogelijkheden voor verbetering van de samenwerking in de acute zorgketen. Wij hebben geprobeerd inzichtelijk te maken waarom het belangrijk is om samen te werken in de acute zorgketen. Ook is aangegeven hoe de samenwerking meer intensief vorm kan worden gegeven. 11

16 Een tweede resultaat van dit onderzoek is dat door de deelnemers aan dit onderzoek in de beide regio s een impuls is gegeven aan het verder vormgeven van de reeds bestaande samenwerking. Dit heeft zich concreet vertaald in een aantal projectplannen waarin staat beschreven welke verbeteringen mogelijk zijn en hoe deze verbeteringen gerealiseerd kunnen worden. In beide regio s is een deel van de implementatie van deze plannen al in gang gezet. Een aantal van de in dit rapport gepresenteerde oplossingen zijn ambitieus van aard. Echter, tijdens dit onderzoek zijn ook tal van snel haalbare verbeteringen gevonden. De verbeteringen variëren van het beter communiceren van de juiste telefoonnummers tussen ketenpartners en de invoering van uitwisselingsprogramma s tussen ketenpartners tot de introductie van systemen voor het actueel op een kaart (scherm) presenteren van het dekkingsrisico (het verschil tussen de beschikbare hulp en de waarschijnlijkheid van een spoedgeval op plaats X op tijd Y) en systemen waarmee informatie uit de ambulance al beschikbaar is in de SEH terwijl de ambulance nog onderweg is. 12

17 3. De twee onderzochte regio s 3.1 Inleiding Het onderzoek is uitgevoerd in de regio s Eindhoven en Groningen. In dit hoofdstuk beschrijven wij de wijze waarop in deze twee regio s de acute zorg, voor zover betrokken in dit onderzoek, is georganiseerd. In paragraaf 3.2 beschrijven wij de wijze van organiseren in Eindhoven en in paragraaf 3.3 de wijze van organiseren in Groningen. In paragraaf 3.4 beschrijven we de verschillen tussen de patiënten- en informatiestromen in Eindhoven en Groningen. We besluiten dit hoofdstuk in paragraaf 3.5 met een reflectie op de representativiteit van de regio s Eindhoven en Groningen voor andere regio s in Nederland. 3.2 Huidige organisatie in Eindhoven In de acute zorgketen zoals deze in Eindhoven is georganiseerd zijn de volgende vier partijen betrokken. 1. De centrale huisartsenpost Eindhoven (HAP). De HAP is onderdeel van de geïntegreerde Spoedpost in het ziekenhuis en werkt intensief samen met de Spoed Eisende Hulp. De Spoedpost voorziet in spoedeisende (huisartsen)zorg in de avond, nacht en weekenduren. 2. De meldkamer. Deze partij is de telefooncentrale voor ambulancezorg. De meldkamer hoort organisatorisch bij de RAVBZO. 3. De ambulancedienst Eindhoven (RAV Brabant Zuid-Oost). Deze partij voorziet in ambulancevervoer van spoedeisende patiënten naar de eerste hulp. Daarnaast verzorgt deze partij o.a. zogenaamd besteld vervoer van patiënten. 4. De Spoedeisende Hulp (SEH) van het Catharina Ziekenhuis. Onderstaand figuur (figuur 4) toont de belangrijkste patiënten- en informatiestromen tussen de vier hiervoor genoemde partijen in de acute zorgketen in Eindhoven. 13

18 Figuur 4. De belangrijkste patiënten- en informatiestromen acute zorgketen Eindhoven In de acute zorgketen in Eindhoven komt de patiënt de acute zorgketen binnen via één van de volgende stappen (dit zijn de gele velden in figuur 4): 1. Een medewerker callcenter van de Spoedpost. Deze helpt de patiënt zo mogelijk telefonisch (dit kan ook een huisarts in het callcenter zijn) of verwijst door. 2. De balie van de Spoedpost. Wanneer de patiënt bij de Spoedpost aan komt lopen, dan wordt hij of zij hier ingeschreven en vervolgens doorverwezen naar de doktersassistent. 3. De meldkamer, nadat de patiënt 112 heeft gebeld. Nadat de patiënt uit de (omgeving) van Eindhoven het acute zorgproces binnen is gekomen zijn er verschillende routes mogelijk. De routes zijn afhankelijk van de ingang waar de patiënt de acute zorgketen binnen is gekomen en de mate waarin de zorg acuut is: 1. De patiënt komt binnen bij de Spoedpost. Wanneer de patiënt belt dan komt hij/zij de acute zorgketen binnen via het Callcenter. Na triage wordt een deel van deze patiënten telefonisch geholpen, een deel wordt uitgenodigd om langs te komen. Patiënten kunnen zich ook direct fysiek aan de balie van de Spoedpost melden. Wanneer de patiënt op de Spoedpost behandeld wordt, dan zal hij/zij eerst door de doktersassistent geholpen worden of door de triageverpleegkundige. Wanneer de patiënt op de Spoedpost behandeld wordt, dan zal hij/zij eerst door de doktersassistent beoordeeld worden op 19 vooraf bepaalde ingangsklachten. Wanneer een patiënt één van de negentien ingangsklachten heeft dan wordt hij/zij geholpen door de doktersassistent en/of de huisarts. 14

19 Wanneer een patiënt andere ingangsklachten heeft dan wordt hij/zij eerst gezien door de triageverpleegkundige. Afhankelijk van de triage door de triage-verpleegkundige wordt een patiënt vervolgens doorverwezen naar de huisarts of de SEH. Wanneer de patiënt geholpen wordt door de huisarts dan is het mogelijk dat de patiënt hierna de acute zorgketen verlaat. 2. Zowel de huisarts als de triage-verpleegkundige kan een patiënt verwijzen naar de SEH. De patiënt meldt zich bij de SEH en wordt geholpen. De patiënt gaat daarna naar huis of wordt opgenomen op één van de afdelingen van het Catharina Ziekenhuis. 3. De patiënt belt 112. Na triage wordt een deel van de patiënten terugverwezen naar de huisarts of de Spoedpost. Voor de spoedeisende gevallen wordt een ambulance gestuurd. Naarmate de situatie meer acuut is, is de ambulance daarbij sneller ter plaatse. De ambulanceverpleegkundige meldt zich bij de SEH en draagt de patiënt over aan het SEHpersoneel. De patiënt gaat daarna naar huis of wordt opgenomen op één van de afdelingen van het Catharina Ziekenhuis. 3.3 Huidige organisatie in Groningen In de acute zorgketen zoals deze in Groningen is georganiseerd (voor zover in scope van dit onderzoek) zijn de volgende vier partijen te onderscheiden: 1. De doktersdienst Groningen (DDG). Deze partij voorziet in (spoedeisende) huisartsenzorg buiten kantooruren. 2. De meldkamer. Deze partij vormt de telefooncentrale voor personen die 112 bellen met een spoedeisende zorgvraag. De 112-centrale verbindt de patiënt door met de meldkamer ambulancezorg. Deze trieert de melding en stuurt indien nodig een ambulance. 3. De ambulancedienst Groningen. Deze partij voorziet in ambulancevervoer van patiënten naar de spoedeisende hulp van de diverse ziekenhuizen in Groningen. Daarnaast verzorgt deze partij onder andere zogenaamd besteld vervoer van patiënten. Bijvoorbeeld van één van de ziekenhuizen naar (een verzorgings-) huis. 4. De Spoedeisende Hulp (SEH) van het UMCG. In de provincie Groningen zijn meerdere ziekenhuizen die over een SEH beschikken. Alleen de SEH van het UMCG maakte echter onderdeel uit van dit onderzoek. Onderstaande figuur (figuur 5) toont de belangrijkste patiënten- en informatiestromen tussen de vier hiervoor genoemde partijen in de acute zorgketen in Groningen. 15

20 Figuur 5. De belangrijkste patiënten- en informatiestromen acute zorgketen Groningen De vier geel gekleurde blokjes zijn de plaatsen waar de patiënt de acute zorgketen binnenkomt. Het betreft (van linksboven met de klok mee): 1. De NAW er van de doktersdienst Groningen. De NAW er (NAW staat voor Naam, Adres en Woonplaats) detecteert spoed volgens protocol, verzorgt de eerste prioritering van de hulpvraag en noteert NAW-gegevens van de patiënt. 2. De triage- of spoedassistent van de DDG, wanneer de patiënt zich fysiek melden aan de balie van de DDG. 3. De meldkamer, nadat de patiënt 112 heeft gebeld. 4. De medewerker zorgadministratie UMCG alwaar een patiënt zich fysiek meldt. Nadat de patiënt het acute zorgproces binnen is gekomen, zijn verschillende routes denkbaar, afhankelijk van de mate waarin de zorg acuut is. Deze worden gevisualiseerd door de pijlen in figuur 5. In grote lijnen betreft het de volgende drie routes: 1. Patiënt komt binnen bij de DDG. Meestal is dit eerst telefonisch, soms direct fysiek aan de balie van de DDG. Na triage wordt een deel van deze patiënten telefonisch geholpen, een deel wordt uitgenodigd om langs te komen bij de DDG (huisarts op post) en een deel van de patiënten wordt bezocht door de rijdende doktersdienst. Naarmate de situatie meer acuut is, is de huisarts daarbij sneller ter plaatse. In de laatste twee gevallen volgt, indien nodig, verwijzing naar de SEH. Dit gebeurt, indien nodig, door via de meldkamer een ambulance te bestellen of anders de patiënt met eigen vervoer naar het ziekenhuis te sturen. 2. Patiënt belt 112. Na triage wordt een deel van de patiënten terugverwezen naar huisarts of DDG. Voor de spoedeisende gevallen wordt een ambulance gestuurd. Naarmate de situatie meer acuut is, is de ambulance daarbij sneller ter plaatse. 16

21 3. Patiënt meldt zich bij de SEH (van het UMCG). Na triage wordt (vooral als het erg druk is op de SEH) een deel van de patiënten doorverwezen naar de DDG. Dit betreft ongeveer 1% van alle patiënten. De rest wordt geholpen op de SEH en gaat daarna naar huis of wordt opgenomen op één van de afdelingen van het UMCG. Belangrijk kenmerk van de acute zorgketen zoals deze in Groningen is georganiseerd, is dat het aantal patiënten dat zich (buiten kantooruren) bij de DDG (en dan voornamelijk via de NAW er maar ook bij de balie) meldt, vele malen groter is dan het aantal patiënten dat zich via één van de drie andere ingangen van het acute zorgproces in Groningen aandient. Het overgrote deel van de telefoontjes die bij de NAW er binnenkomen betreft dan ook geen acute zorg. Slechts een klein deel van deze telefoontjes resulteert uiteindelijk in een bezoek aan de SEH Verschillen in patiënten- en informatiestromen tussen de regio s Het overzicht van de patiënten- en informatiestromen binnen de acute zorgketen van Eindhoven (figuur 4) verschilt van het overzicht van Groningen (figuur 5). Dit hangt samen met de verschillende wijzen waarop de zorgketens in Eindhoven en Groningen georganiseerd zijn. In Eindhoven zijn de huisartsenpost en Spoedeisende Hulp fysiek geïntegreerd in één Spoedpost 5. Organisatorisch gezien zijn het gescheiden entiteiten die intensief samenwerken. In Groningen zijn de huisartsenpost en de Spoedeisende Hulp fysiek gescheiden en zijn ook de werkprocessen gescheiden. Uit de figuren 2 en 3 blijkt dat dit gevolgen heeft voor de wijze waarop de patiënten- en informatiestromen lopen 3.5 Omvang van de patiëntenstroom De patiëntstromen in de acute zorgketen zijn omvangrijk. In paragraaf 1.1 gaven we ter illustratie al aan dat met ambulances in Nederland ruim een miljoen ritten per jaar worden gereden. De RAV Groningen voerde in A1-ritten uit en A2-ritten (bron: Ambulancedienst Groningen, jaarverslag 2009). Bij de DDG waren er in de periode hulpvragen. Het gemiddelde aantal hulpvragen tussen 17:00 en 08:00 in de stad Groningen schommelde in de periode tussen de 60 en 70 hulpvragen per dag. (bron: Grootschalige huisartsenzorg, Post, J., 2004). Er is geen beeld van de totale omvang van de patiëntenstroom in de acute zorgketens in Nederland en ik ook niet in Eindhoven en Groningen. 4 Ongeveer de helft (51%) wordt telefonisch afgehandeld door de dienstdoende assistenten (36%) en huisartsen (15%). Vierendertig procent van de hulpvragen resulteerde in een spreekuurconsult en 15% in een visite. Van alle hulpvragen wordt 5% doorverwezen naar de tweede lijn. De werkbelasting is door de week vrij constant. De grootste drukte is er op zaterdagochtend. Van alle hulpvragers belt 43% vaker dan éénmaal per jaar. Bron: proefschrift Grootschalige huisartsenzorg, Post, J,

22 3.6 Representativiteit van de regio s De spoedeisende hulp in Nederland is per regio zeer divers georganiseerd. De relaties tussen ketenpartners en ook de werkprocessen verschillen, bijvoorbeeld door onderlinge (eigendoms)verhoudingen of door samenwerkingsverbanden. Deze diversiteit bestaat mede door externe invloeden, zoals landelijk/verstedelijkt gebied, geldstromen, arbeidsrelatie tussen medische professionals en ziekenhuis/doktersdienst en is ten dele historisch bepaald. Opvallend aan de acute zorgketen in Eindhoven is dat de huisartsenpost en Spoedeisende Hulp zijn geïntegreerd. Dit betekent dat in die regio van werkvloer tot bestuurlijk niveau reeds intensief wordt samengewerkt. Dit vertaalt zich onder meer in het gericht aansturen van patiëntenstromen (wie levert welke zorg aan welke patiënt?), een centrale telefooncentrale en balie voor beide organisaties, en flexibiliteit door de inzet van dezelfde medewerkers in beide organisaties. De resultaten kunnen, gegeven het feit dat slechts twee regio s zijn onderzocht, niet worden gelezen als zonder meer representatief voor de acute zorgketen in Nederland. Wel is tijdens de genoemde presentaties over de resultaten op fora waar hulpverleners uit het hele land aanwezig waren, gebleken dat de resultaten breed herkend worden. De meeste onderzoeksresultaten lijken daarom ook toepasbaar in andere regio s. 18

23 4. Waarom is verbetering van de samenwerking nodig? 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaan we in op de vraag waarom er een noodzaak is tot intensieve samenwerking in de acute zorgketen. De gezondheidszorg bij individuele zorgaanbieders in Nederland heeft een zeer hoge kwaliteit. Toch is tijdens dit onderzoek gebleken dat verbetering van de samenwerking in de keten een voorwaarde is voor het verder verhogen van de kwaliteit van de acute zorg, maar ook voor het verhogen van de doelmatigheid van de acute zorg. Dit blijkt niet alleen uit ervaren en waargenomen knelpunten in de keten, maar ook uit de resultaten van intensivering van samenwerking in het verleden. Op de Eindhovense spoedpost zijn de positieve resultaten van samenwerking bijvoorbeeld duidelijk zichtbaar. Patiënten krijgen de zorg die het beste bij hen past doordat huisartsenpost en Spoedeisende Hulp één ingang hebben en patiënten naar de hulpverlener sturen die zijn zorgvraag het beste kan beantwoorden. Bovendien kennen de hulpverleners elkaar en weten zij elkaar goed te vinden. In paragraaf 4.2 bespreken wij het PBOI-model van Berenschot. Dit model is het achterliggende paradigma waarmee wij vier redenen voor verbetering van de samenwerking in de acute zorgketen toelichten in paragraaf PBOI-model Het PBOI-model bestaat uit de volgende vier aspecten waarnaar we kijken: Proces - Het bedrijfsproces, de daadwerkelijke zorgverlening. Besturing - Beheersing van de processen. Organisatie - Verdelen van rollen, taken en verantwoordelijkheden. Informatie - Informatievoorziening. Met deze vier aspecten in het achterhoofd hebben wij de interviews en de simulaties vormgegeven en hebben wij voorts de bevindingen geanalyseerd. Dit heeft geresulteerd in vier hoofdredenen voor verbetering van de samenwerking in de acute zorgketen die wij toelichten in de volgende paragraaf. 4.3 Vier redenen voor verbetering van de samenwerking Uit dit onderzoek blijken de volgende vier argumenten voor het verbeteren van de samenwerking in de acute zorgketen: 1. De zorgvraag van de patiënt komt door samenwerking meer centraal te staan. 2. De kwaliteit van zorg die een zorgverlener kan bieden, wordt mede bepaald door het handelen van ketenpartners. 3. Samenwerking maakt onvoorspelbare zorg beter voorspelbaar. 19

24 4. Potentieel onbegrip binnen de keten wordt weggenomen wanneer ketenpartners elkaars hulpverleners, werkprocessen en werkomstandigheden beter leren kennen. Hieronder worden deze vier argumenten toegelicht en geïllustreerd met casussen zoals deze tijdens interviews, groepsbijeenkomst en simulaties zijn besproken De zorgvraag van de patiënt komt door samenwerking meer centraal te staan Zoals beschreven in het vorige hoofdstuk heeft de acute zorgketen verschillende ingangen. Patiënten kunnen zorg krijgen in de keten door 112 te bellen, door de doktersdienst te bellen, of door aan te lopen bij de doktersdienst of spoedeisende hulp 7. De zorg die een patiënt krijgt, wordt vanzelfsprekend primair bepaald door zijn klachten en de (differentiaal)diagnose die een medisch professional stelt. Echter, tijdens de simulaties is ook gebleken dat patiënten die zich met dezelfde klachten melden bij 112, andere zorg krijgen dan patiënten die de doktersdienst bellen en weer andere zorg krijgen dan patiënten die aanlopen bij de doktersdienst of spoedeisende hulp. De onderstaande casus maakt dit inzichtelijk. Tijdens de simulatie meldde een zoon zich, die zijn moeder van 73 jaar thuis op de grond had gevonden. Ze had koorts en reageerde af en toe wat verward. De triageverpleegkundige stuurt na overleg met de dispatcher de huisarts bij de patiënt langs. Die constateert na het testen van de urine een blaasontsteking. Hij overweegt ook de mogelijkheid van een beginnende sepsis, maar acht die kans niet groot. Hij schrijft de patiënt medicatie voor tegen de ontsteking en instrueert de zoon de volgende dag met zijn moeder naar het spreekuur van zijn eigen huisarts te gaan. Ook geeft hij de instructie om opnieuw contact op te nemen met de huisartsenpost, indien zijn moeder verder in de war zou raken of niet meer aanspreekbaar raakt. De simulatie werd geobserveerd door een SEH-arts en een aantal SEH-verpleegkundigen. Deze reageren verbaasd op het beleid van de huisarts. Zij schatten het risico op sepsis veel groter in en vinden dat de patiënt direct naar het ziekenhuis overgebracht had moeten worden. In de discussie tussen het personeel van de SEH en de doktersdienst die hierop volgt, maakt de huisarts duidelijk dat slechts een klein deel van de patiënten met een dergelijk ziektebeeld sepsis heeft en naar het ziekenhuis wordt doorverwezen. Daarmee vangt de huisarts als poortwachter een groot deel van de patiënten voor de SEH af. De duidelijke instructie aan de zoon om 112 te bellen bij bepaalde klachten borgt dat de patiënt op tijd zorg krijgt indien toch sepsis ontstaat. De brief die hij achterlaat voor de eigen huisarts borgt de continuïteit van zorg. De discussie maakte echter duidelijk dat als de zoon zijn moeder naar het ziekenhuis had gebracht of hiervoor 112 had gebeld, dat zijn moeder heel andere zorg zou hebben gekregen dan nu het geval bij de huisarts was. De doktersdienst in Eindhoven en het Catharina Ziekenhuis hebben een geïntegreerde spoedpost met één balie waar patiënten zich melden. Hier is geen sprake van verschil tussen bellen/aanlopen bij doktersdienst of spoedeisende hulp. 20

25 Tijdens de discussies die hierover zijn gevoerd, kwamen meerdere verklaringen voor de verschillen naar voren. Een eerste verklaring is dat de referentiepopulatie tussen de ketenpartners verschilt. Artsen in het ziekenhuis zien veelal patiënten die eerder zijn verwezen door een huisarts of zijn getrieerd door de meldkamer en ambulanceverpleegkundige. Huisartsen zien alle patiënten die zich melden tijdens het spreekuur. Het is waarschijnlijk dat de inschatting over risico s zoals in het bovenstaande voorbeeld is aangegeven verschilt door het verschil in de referentiepopulatie. Een tweede verklaring is het verschil in benadering van zorg. Huisartsen zijn vanuit hun opleiding sterk gericht op de beleefde hulpvraag van de patiënt en op ontzorgen als dit kan. De benadering van de huisarts is daarom dat een patiënt gezond is totdat hij/zij een aanwijzing heeft dat dit niet het geval is. In het ziekenhuis is dit anders. Op de spoedeisende hulp werken artsen met het uitsluiten van aandoeningen en is een patiënt pas gezond op het moment dat alle aandoeningen die kunnen passen bij een bepaalde klacht zijn uitgesloten. Een derde mogelijke verklaring is gelegen in het werken met protocollen en richtlijnen. Alle disciplines die in dit onderzoek zijn betrokken, werken op basis van protocollen en richtlijnen. Echter, de protocollen en richtlijnen bij gelijke klachten lijken te verschillen tussen de disciplines en de mate waarin protocollen en richtlijnen wordt gevolgd of worden afgewogen tegen een medischprofessioneel oordeel (bijvoorbeeld op basis van een pluis/niet-pluis gevoel ), verschilt. De onderstaande casus maakt dit inzichtelijk. Een man van 50 jaar komt bij zijn huisarts op het spreekuur met klachten over pijn op de borst. Na de anamnese stelt de huisarts vast dat de patiënt de dag ervoor intensief heeft gesport bij de sportschool, en dat zijn klachten waarschijnlijk spierpijn zijn als gevolg van deze inspanning. Hij stuurt de patiënt daarom naar huis en geeft hem de instructie mee dat hij moet terugkomen indien de klachten aanhouden of verergeren. Twee dagen later meldt de patiënt zich weer op het spreekuur. De pijn op zijn borst is toegenomen. De huisarts vermoedt nog steeds dat er geen sprake is van een hartinfarct, maar wil voor de zekerheid dat de patiënt onderzocht wordt in het ziekenhuis. Uit voorzorg bestelt hij hiervoor een ambulance. Als hij de meldkamer aan de telefoon krijgt en aangeeft dat het gaat om een patiënt met pijn op de borst, stuurt deze volgens het pijn op de borst-protocol een ambulance als A1-rit (in het jargon met toeters en bellen ) naar de patiënt. Na twee dagen van aankijken, is de ambulance binnen een kwartier ter plaatse. Uiteindelijk blijkt de patiënt gezond. Een huisarts die deelnam aan de simulatie geeft aan vaak mee te maken dat een ambulance een A1 rijdt bij een patiënt die niet acuut zorg nodig heeft. Het personeel van de meldkamer en de ambulanceverpleegkundigen geven echter aan bij een dergelijk symptoom strikt protocollair te handelen omdat zij weinig risico willen en in juridische zin mogen nemen. Een pijn-op-de-borstpatiënt wordt daarom gezien als een patiënt met mogelijk een hartinfarct totdat het tegendeel blijkt. Hierdoor is het mogelijk dat als een patiënt 112 belt binnen een kwartier een ambulance ter plaatse is, terwijl als de huisarts hem onderzoekt zijn beleid is om het nog even aan te kijken. Een belangrijk potentieel resultaat van meer intensieve samenwerking in de acute zorgketen is daarom zorg op maat. Patiënten krijgen dan de zorg die ze nodig hebben. 21

26 Hiermee wordt over- en onderbehandeling zoveel mogelijk voorkomen. Nauwkeurige afspraken over twijfelgevallen zijn hier wel nodig, om te voorkomen dat medische risico s ontstaan. De samenwerking bestaat daarbij uit het maken van onderlinge afspraken over welke patiënten ketenpartners wanneer aan elkaar doorsturen. De spoedeisende hulp stuurt dan zelfverwijzers die in aanmerking komen voor zorg door een huisarts door naar de doktersdienst. De telefooncentrales van de meldkamer en de doktersdienst verbinden patiënten indien wenselijk naar elkaar door. Hierbij is het van belang om elkaars (triage)processen te kennen en onderling af te stemmen, zodat ketenpartners van elkaar weten met welke urgentie ze een patiënt moeten inschatten als deze door een ketenpartner is doorverwezen. In hoofdstuk zes wordt dit meer concreet uitgewerkt. Kortom, door intensieve samenwerking tussen ketenpartners is de beslissing van de patiënt over de ingang in de keten minder leidend, ten gunste van het oordeel van hulpverleners over bij welke ketenpartner de patiënt de beste hulp bij zijn zorgvraag krijgt De kwaliteit van zorg die een zorgverlener kan bieden, wordt mede bepaald door informatie van ketenpartners. Tijdens de simulatie is bij veel simulatiepatiënten gebleken hoe ketenpartners van invloed zijn op elkaars kwaliteit van zorg. Met name het verzamelen van (kwaliteits)informatie voor en overdragen van informatie aan elkaar is hierbij van belang. Informatie is nodig voor het maken van beslissingen over de in te zetten zorg. Een tekort aan informatie werkt vertragend, verkeerde informatie leidt mogelijk tot foutieve beslissingen. Het gaat hierbij onder meer om medische, sociale en logistieke informatie. Hierna bespreken we de medische- en sociale informatie. In paragraaf komen we terug op de logistiek informatie. Uit de toelichting op deze drie vormen van informatie blijkt ook waar op dit moment de witte vlekken in (het delen van) de (kwaliteits)informatie zit tussen de ketenpartners. a. Verzamelen van medische informatie. Ketenpartners blijken soms informatie nodig te hebben die eerder in de keten beschikbaar is, maar later niet benut kan worden doordat dit niet is geregistreerd of overgedragen. Een epilepsiepatiënt wordt na een insult door de ambulancedienst binnen gebracht op de SEH. Na verloop van tijd ontstaan vragen bij het personeel op de SEH over de situatie van de patiënt op het moment dat hij werd aangetroffen. Het ambulancepersoneel is dan echter al geruime tijd vertrokken en de informatie is niet vastgelegd of overgedragen. Ook bij een patiënt die thuis plotseling het bewustzijn verloor en daarbij is gevallen, ontstaan na verloop van tijd meer vragen over de precieze plaats waar de patiënt is aangetroffen en mogelijke co-morbiditeit waarvan sprake is. 22

27 b. Verzamelen van sociale informatie. Ook niet-medische informatie blijkt van belang voor keuzes die worden gemaakt over de zorg voor een patiënt. Tijdens de reflectie op een simulatiepatiënt kwam naar voren dat patiënten vaak worden opgenomen indien twijfel bestaat of de patiënt zelfstandig kan leven. Bij oudere patiënten is het op de SEH daarom vaak van belang om te weten of mantelzorgers beschikbaar zijn voor de patiënt en of reeds sprake is van thuiszorg. Voor patiënten die al thuiszorg krijgen, kan deze zorg meestal eenvoudig worden verzwaard, terwijl het bij patiënten die nog geen thuiszorg krijgen een paar dagen kan duren voordat dit is geregeld. Naar aanleiding van de simulatie is daarom in de regio Eindhoven besloten een proef te starten waarbij het ambulancepersoneel in de woonkamer van de patiënt kijkt of er een zorgmap van de thuiszorg ligt. Als dat het geval is nemen ze deze mee naar de SEH. De afspraken die ketenpartners met elkaar kunnen maken over het verzamelen van informatie voor elkaar zal verschillen per type patiënt. Aan de informatie in de bovenstaande voorbeelden over de plaats en omstandigheden waarop de patiënt werd aangetroffen, zal vooral behoefte zijn bij patiënten die zijn gevallen. De behoefte aan informatie over thuiszorg en mogelijkheden voor mantelzorg is vooral van belang voor patiënten die zonder mantelzorgers naar het ziekenhuis worden gebracht. Naast het inventariseren van de informatiebehoefte per patiënt, kan ook een standaard format worden afgesproken voor het overdragen van informatie. De informatiebehoefte is vastgelegd in dit format. Op dit moment worden in de acute zorgketen verschillende formats gebruikt (ABCDE, MIST, SOEP, enz.). In dezelfde regio wordt niet altijd hetzelfde format gebruikt en de formats worden niet altijd consequent gehanteerd. Tijdens een simulatie droeg een huisarts van de huisartsenpost telefonisch een patiënt over aan de SEH-arts. De huisarts gaf een aantal medische waarden door en vermeldde zijn verdenking. Evaluerend bleek dat de SEH-arts naast de verdenking en onderbouwing liever alle getallen wilde hebben, zodat zij een compleet beeld had en ook kon zien welke waarden nog meer bekend en normaal waren. Dit stelt de SEH-arts beter in de gelegenheid om een eigen oordeel te vormen. Samenvattend kan dus worden gezegd dat hulpverleners een rol spelen in de kwaliteit van zorg die hun ketenpartners leveren. Hoe meer hulpverleners gericht zijn op de zorg die door de volgende in de keten wordt geleverd, des te beter is de kwaliteit van zorg die de patiënt ontvangt Samenwerking maakt onvoorspelbare zorg beter voorspelbaar a. Planbaar maken van onplanbare zorg. De acute zorgketen is ingericht op wisselende drukte en beperkte planbaarheid. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat op de spoedeisende hulp en bij de meldkamer/ambulancedienst patiënten de keten instromen op het moment dat zij zich melden. Ook verzoeken om doktersbezoeken bij de huisartsenpost dienen zich op willekeurige momenten aan. Op basis van historische data is wel bekend wat de piekmomenten zijn. Dit is een eerste aanknopingspunt voor verhoging van de voorspelbaarheid van de keten. 23

28 Tijdens de simulaties is bovendien zichtbaar geworden dat de acute zorg deels weliswaar moeilijk voorspelbaar is, maar dat de planbaarheid van de zorg verbeterd kan worden door goede afstemming tussen de ketenpartners. Het onderstaande voorbeeld is hiervan een illustratie. Ambulances rijden ritten met A1, A2 of B-urgentie. A1-ritten zijn ritten waarbij de ambulance binnen 15 minuten aanwezig moet zijn. Hiervoor rijdt de ambulance met optische en akoestische signalen (toeters en bellen). A2-ritten zijn ook ritten met urgentie, maar hierbij rijdt de ambulance zonder de optische en akoestische signalen. Ritten met B-urgentie zijn besteld vervoer. Tijdens deze ritten worden bijvoorbeeld patiënten van wie de behandeling is afgerond van het ziekenhuis naar (verpleeg- of verzorgings)huis gebracht, of worden patiënten die thuis zijn en naar de polikliniek moeten naar het ziekenhuis gebracht 8. De B-ritten worden meestal uitgevoerd door dezelfde ambulances die ook A1- en A2-ritten uitvoeren. Het komt daardoor vaak voor dat een B-rit pas later wordt gereden, omdat de ambulance is weggeroepen voor een A1- of A2-rit. Behalve de planning van de ambulancedienst, hebben de A1- en A2 ritten daardoor ook effect op de planning van de spoedeisende hulp. Deze hebben zorgcapaciteit gereserveerd voor een patiënt die soms pas enkele uren later arriveert. Deze zorgcapaciteit wordt dan voor niets gereserveerd. Daarnaast leiden vertraagde ritten tot onzekerheid bij patiënten. De illustratie laat zien hoe het werkproces van de ene ketenpartner het werkproces van een andere ketenpartner verstoord. Het meer betrouwbaar of inzichtelijk maken van de ambulanceritten met B- urgentie of het scheiden van A- en B-ritten in verschillende organisaties heeft niet alleen een positieve invloed op de ambulancezorg (patiënten worden meer op tijd opgehaald), maar ook op de werkprocessen van het ziekenhuis (ziekenhuiscapaciteit kan beter worden ingepland en wachttijd patiënt neemt mogelijk af). Snelle verbeteringen zijn bijvoorbeeld mogelijk doordat de ambulancedienst aan het ziekenhuis doorgeeft wanneer een B-rit vertraagd is en bij voorkeur ook een nieuwe aankomsttijd vermeldt. Dit wordt op dit moment nog niet altijd even goed gedaan. Naar aanleiding van een simulatiepatiënt bracht een SEH-arts tijdens de reflectie de volgende casus in. Een huisarts legt rond 15:00 een spoedbezoek af aan een oudere patiënt die is gevallen en pijn heeft aan de heup. Bij aankomst ligt de patiënt in bed en heeft veel pijn. De huisarts vermoedt een heupfractuur, geeft de patiënt medicatie tegen de pijn en bestelt een ambulance. De meldkamer geeft deze rit in overleg met de huisarts een B-urgentie en de patiënt komt uiteindelijk rond 18:00u aan in het ziekenhuis. Aldaar blijkt inderdaad sprake te zijn van een heupfractuur waaraan de patiënt geopereerd moet worden. Het personeel van de operatiekamer is echter net naar huis en de patiënt wordt daarom na een overnachting in het ziekenhuis pas een dag later geopereerd. Het bovenstaande voorbeeld maakt inzichtelijk hoe het handelen van een huisarts van invloed is op de zorg die in het ziekenhuis wordt geleverd. In de huidige situatie wacht de patiënt (meestal met de huisarts) op het arriveren van de ambulance. Bij niet-acute situaties kan dit tot enkele uren duren. 8 Slechts tijdens slechts een deel van de B-ritten worden patiënten van of naar de spoedeisende hulp vervoert. 24

Kwaliteitsverbetering in de ketengerichte acute zorg

Kwaliteitsverbetering in de ketengerichte acute zorg Kwaliteitsverbetering in de ketengerichte acute zorg Wine te Meerman 15 februari 2012, 11.45 12.10 Presentatie projectresultaten onderzoek in opdracht van programmacommissie Spoedzorg ZonMw Agenda 1. Doelstelling

Nadere informatie

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + RAV RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + RAV RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS SAMENWERKING HUISARTSENPOST + RAV RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS STAND VAN ZAKEN PER 1 APRIL 2015 SAMENWERKING HUISARTSENPOST + RAV Stand van zaken per 1 april 2015 In het

Nadere informatie

Regionale samenwerking in de triage in de acute (huisartsen)zorg

Regionale samenwerking in de triage in de acute (huisartsen)zorg Regionale samenwerking in de triage in de acute (huisartsen)zorg Symposium Samen in de acute zorg 2016 14 maart 2016 Inhoud presentatie: Visie op spoed (huisartsen)zorg tijdens ANW-uren Dokterswacht Friesland

Nadere informatie

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS STAND VAN ZAKEN PER 1 APRIL 2015 SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ Stand van zaken per 1 april

Nadere informatie

Slotbeschouwing en conclusie

Slotbeschouwing en conclusie Samenvatting De huisartsenzorg is volop gewikkeld in een transitieproces. De oude huisarts in een solopraktijk is aan het verdwijnen. Overal zien we groepspraktijken ontstaan, vaak in de vorm van een HOED-structuur:

Nadere informatie

Bijlage 1: GGz-triagewijzer

Bijlage 1: GGz-triagewijzer Bijlage 1: GGz-triagewijzer Voor deze generieke module is een GGz-triagewijzer ontwikkeld, op basis waarvan de voorwacht van de acuut psychiatrische hulpverlening in kan schatten welke hulpverlening een

Nadere informatie

Bijlage 1: GGz-triagewijzer

Bijlage 1: GGz-triagewijzer Bijlage 1: GGz-triagewijzer Voor deze generieke module is een GGz-triagewijzer ontwikkeld, op basis waarvan de GGz-triagist in kan schatten welke hulpverlening een persoon nodig heeft, op welk moment (urgentie)

Nadere informatie

Procedure Wijziging Acute Zorgaanbod Brabant 20 juni 2013

Procedure Wijziging Acute Zorgaanbod Brabant 20 juni 2013 Procedure Wijziging Acute Zorgaanbod Brabant 20 juni 2013 De Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi), welke 1 januari 2006 in werking is getreden, beoogt dat zorgaanbieders zelf verantwoordelijk worden voor

Nadere informatie

Toolkit Voorlopig model melding. Belangrijkste informatie uit Voorlopig model melding voor de Meldkamer ambulance

Toolkit Voorlopig model melding. Belangrijkste informatie uit Voorlopig model melding voor de Meldkamer ambulance Toolkit Voorlopig model melding Belangrijkste informatie uit Voorlopig model melding voor de Meldkamer ambulance Leeswijzer: Wat is het doel en de inhoud van deze toolkit? Doel van toolkit: In het Voorlopig

Nadere informatie

SAMENWERKING IS DE BRUG NAAR DE TOEKOMST

SAMENWERKING IS DE BRUG NAAR DE TOEKOMST SAMENWERKING IS DE BRUG NAAR DE TOEKOMST EEN VISIE OP SAMENWE RKING IN DE NACHT IN DE SPOEDZOR G Versie 2.1- maart 2015 1 1. Inleiding 1.1 Aanleiding LHV Kring Midden-Nederland, Primair Huisartsenposten

Nadere informatie

Samenwerken aan Zorgcoördinatie

Samenwerken aan Zorgcoördinatie Samenwerken aan Zorgcoördinatie Springplankprojecten HAP+RAV Ambulancezorg Nederland InEen April 2017 Achtergrond Huisartsenposten en regionale ambulancevoorzieningen werken nauw samen. Om deze samenwerking

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Afdeling Spoedeisende hulp (SEH) B54

Afdeling Spoedeisende hulp (SEH) B54 Afdeling Spoedeisende hulp (SEH) B54 Welkom op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen. Per jaar melden zich 28.000 mensen op de SEH voor een medische behandeling,

Nadere informatie

ZEKERHEID EN PERSPECTIEF

ZEKERHEID EN PERSPECTIEF ZEKERHEID EN PERSPECTIEF Toekomstvisie Huisartsenposten 2011-2015 Voor de patiënt die buiten de reguliere praktijktijden acuut zorg nodig heeft is de huisartsenpost bereikbaar en beschikbaar. Daarnaast

Nadere informatie

CVA / TIA. Dr. Wim Verstappen, huisarts, medisch manager HOV

CVA / TIA. Dr. Wim Verstappen, huisarts, medisch manager HOV CVA / TIA Dr. Wim Verstappen, huisarts, medisch manager HOV Casus I Patiënt, man, 79 jr. Bellen om 15.00u Vanmorgen periode alles uit de hand laten vallen Traag Van de trap gevallen. Bloedende hoofdwond

Nadere informatie

Pilot versterken APH-triagefunctie. Monitoringscriteria. Utrecht, 2 maart 2018 Geraline Boonzaaijer, MSc Ir. Saskia van der Erf

Pilot versterken APH-triagefunctie. Monitoringscriteria. Utrecht, 2 maart 2018 Geraline Boonzaaijer, MSc Ir. Saskia van der Erf Pilot versterken APH-triagefunctie Monitoringscriteria Utrecht, 2 maart 2018 Geraline Boonzaaijer, MSc Ir. Saskia van der Erf Inhoud Eenmalig in te vullen formulier bij start van pilot 2 Minimaal driemaandelijks

Nadere informatie

DE HUISARTSENPOST. Armslag voor een goed eerstelijns loket

DE HUISARTSENPOST. Armslag voor een goed eerstelijns loket DE HUISARTSENPOST Armslag voor een goed eerstelijns loket De acute zorg in Nederland is volop in ontwikkeling. Gewerkt wordt aan het vormen van een effectieve en aaneengesloten keten voor acute zorg. Beschikbaarheid,

Nadere informatie

Pilot inrichten en verbeteren niet-acute meldfunctie. Monitoringscriteria. Utrecht, 2 maart 2018 Geraline Boonzaaijer, MSc Ir. Saskia van der Erf

Pilot inrichten en verbeteren niet-acute meldfunctie. Monitoringscriteria. Utrecht, 2 maart 2018 Geraline Boonzaaijer, MSc Ir. Saskia van der Erf Pilot inrichten en verbeteren niet-acute meldfunctie Monitoringscriteria Utrecht, 2 maart 2018 Geraline Boonzaaijer, MSc Ir. Saskia van der Erf Inhoud Eenmalig in te vullen formulier bij start van pilot

Nadere informatie

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 155 Chapter 9 Samenvatting SAMENVATTING Richtlijnen en protocollen worden ontwikkeld om de variatie van professioneel handelen te reduceren, om kwaliteit van

Nadere informatie

Transmuraal Incident Melden (= T.I.M.) Miriam Eliel Coördinator transmurale zorg Westfriesgasthuis m.r.eliel@westfriesgasthuis.nl

Transmuraal Incident Melden (= T.I.M.) Miriam Eliel Coördinator transmurale zorg Westfriesgasthuis m.r.eliel@westfriesgasthuis.nl Transmuraal Incident Melden (= T.I.M.) Miriam Eliel Coördinator transmurale zorg Westfriesgasthuis m.r.eliel@westfriesgasthuis.nl Symposium Patiëntveiligheid maart 2014 1 Vragen Waarom naar deze workshop?

Nadere informatie

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ROAZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ROAZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ROAZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS STAND VAN ZAKEN PER 1 APRIL 2015 SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ROAZ Stand van zaken per 1 april 2015 In het

Nadere informatie

Naar een Landelijk Opleidingsplan Huisartsgeneeskunde

Naar een Landelijk Opleidingsplan Huisartsgeneeskunde Naar een Landelijk Opleidingsplan Huisartsgeneeskunde Thema Spoedeisende Zorg Colofon Expertgroep Spoedeisende Zorg Frank Baarveld (vz), huisarts, coördinator Startclass, Huisartsopleiding Nederland Gijs

Nadere informatie

Spoedeisende Hulp en triage

Spoedeisende Hulp en triage Spoedeisende Hulp en triage Welkom op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van het Laurentius Ziekenhuis. Op de afdeling SEH komen dagelijks 40 tot 70 patiënten. Een kwart van deze personen wordt met de

Nadere informatie

Huisarts en spoedzorg Dokter, ik heb onmiddellijk hulp nodig!

Huisarts en spoedzorg Dokter, ik heb onmiddellijk hulp nodig! NHG-STANDPUNT Huisarts en spoedzorg Dokter, ik heb onmiddellijk hulp nodig! Dokter, ik heb onmiddellijk hulp nodig, want ik ben opeens helemaal niet lekker geworden en ik heb erge pijn in mijn borst en

Nadere informatie

Managementsamenvatting

Managementsamenvatting Managementsamenvatting Urgentie-indeling in de ambulancezorg en acute eerstelijnszorg Een verantwoording voor de urgentie-indeling ISBN 978-94-6122-558-0 Aanleiding Het verder ontwikkelen van de samenwerking

Nadere informatie

Informatie over de afdeling Spoedeisende Hulp. Spoedeisende Hulp

Informatie over de afdeling Spoedeisende Hulp. Spoedeisende Hulp 00 Informatie over de afdeling Spoedeisende Hulp Spoedeisende Hulp 1 Welkom op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) Op de SEH ontvangen en behandelen we volwassenen en kinderen met acute gezondheidsklachten,

Nadere informatie

Leidraad wijziging acuut zorgaanbod Midden-Nederland

Leidraad wijziging acuut zorgaanbod Midden-Nederland Leidraad wijziging acuut zorgaanbod Midden-Nederland APRIL 2015 1. Inleiding Het doel van het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) is het borgen en optimaliseren van de beschikbaarheid, de bereikbaarheid

Nadere informatie

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + FARMACEUTISCHE SPOEDZORG RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + FARMACEUTISCHE SPOEDZORG RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS SAMENWERKING HUISARTSENPOST + FARMACEUTISCHE SPOEDZORG RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS STAND VAN ZAKEN PER 1 APRIL 2015 SAMENWERKING HUISARTSENPOST + FARMACEUTISCHE SPOEDZORG

Nadere informatie

Toolkit Voorlopig model melding. Belangrijkste afspraken in Voorlopig model melding over Acuut Psychiatrische Hulpverlening (APH) triagefunctie

Toolkit Voorlopig model melding. Belangrijkste afspraken in Voorlopig model melding over Acuut Psychiatrische Hulpverlening (APH) triagefunctie Toolkit Voorlopig model melding Belangrijkste afspraken in Voorlopig model melding over Acuut Psychiatrische Hulpverlening (APH) triagefunctie Leeswijzer: Wat is het doel en de inhoud van deze toolkit?

Nadere informatie

Improviseren of organiseren?

Improviseren of organiseren? Surviving wachttijden op de SEH Improviseren of organiseren? Venticare congres, 28 mei 2010 J.S.K. Luitse en R.W. Rosmulder SEH Grote Stad: Improviseren of Organiseren! 60-70% zelfverwijzer 15-20% verwezen

Nadere informatie

Pilot verbeteren proces melding

Pilot verbeteren proces melding Pilot verbeteren proces melding Monitoringscriteria voor centralisten en basisteams Utrecht, 2 maart 2018 Geraline Boonzaaijer, MSc Ir. Saskia van der Erf Inhoud Eenmalig in te vullen formulier bij start

Nadere informatie

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg definitieve versie maart 2015 1 1. Inleiding In oktober 2014 heeft het bestuur van Ambulancezorg Nederland de indicatorenset ambulancezorg vastgesteld. Hiermee

Nadere informatie

Op de Spoedpost en dan?

Op de Spoedpost en dan? Spoedeisende Hulp / Spoedpost Op de Spoedpost en dan? www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Samenwerking huisartsen en ziekenhuis... 3 Gang van zaken op de Spoedpost... 3 Aanmelding... 3 Eerste inschatting

Nadere informatie

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Informatie voor professionals die werken volgens de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1. In welke stap van de meldcode neem ik contact op met Veilig

Nadere informatie

Update van de richtlijnen voor de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de voorziening huisartsenzorg

Update van de richtlijnen voor de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de voorziening huisartsenzorg Update van de richtlijnen voor de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de voorziening huisartsenzorg Rapportage van de werkgroep B & B, november 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding bladzijde 3 2. Richtlijnen

Nadere informatie

Hoe voorspellend is MKA triage voor A1 en A2?

Hoe voorspellend is MKA triage voor A1 en A2? Hoe voorspellend is MKA triage voor A1 en A2? Jan de Nooij 1 1 Jan de Nooij, arts MG, Medisch Manager Ambulancezorg, RAV en MKA Hollands Midden, Leiden. Contact: jdenooij@ravhm.nl Jan de Nooij: Hoe voorspellend

Nadere informatie

Benchmark psychiatrie: preklinische setting

Benchmark psychiatrie: preklinische setting November 2015 Inleiding In 2012 is er vanuit de focusgroep acute psychiatrie Limburg besloten om een benchmark psychiatrie uit te voeren. Doelstelling was: de toegankelijkheid van het GGZ loket in beeld

Nadere informatie

Bas Leerink. Lid Dagelijks Bestuur Landelijk Netwerk Acute zorg

Bas Leerink. Lid Dagelijks Bestuur Landelijk Netwerk Acute zorg Bas Leerink Lid Dagelijks Bestuur Landelijk Netwerk Acute zorg Nationale Spoedzorg Congres Bas Leerink 8 november 2018 Van papier naar praktijk 3 Ontwikkelingen in de acute zorg Druk op de acute zorgketen;

Nadere informatie

Toolkit Voorlopig model melding. Belangrijkste informatie uit Voorlopig model melding voor meldkamer politie, en basisteams politie

Toolkit Voorlopig model melding. Belangrijkste informatie uit Voorlopig model melding voor meldkamer politie, en basisteams politie Toolkit Voorlopig model melding Belangrijkste informatie uit Voorlopig model melding voor meldkamer politie, 0900-8844 en basisteams politie Leeswijzer: Wat is het doel en de inhoud van deze toolkit? Doel

Nadere informatie

espoed ICT verbindt de acute zorg

espoed ICT verbindt de acute zorg espoed ICT verbindt de acute zorg Gert Koelewijn Programmamanager 14 juni 2013 Boodschap ICT verbindt zorgverleners in de acute zorgketen, zodat patiënt betere zorg krijgt. Inhoud 1. Programma espoed 2.

Nadere informatie

Programma espoed. Gert Koelewijn Project Manager 23 november 2012

Programma espoed. Gert Koelewijn Project Manager 23 november 2012 Programma espoed Gert Koelewijn Project Manager 23 november 2012 Boodschap Voor het verbeteren van de medicatieveiligheid in de acute zorg zijn standaarden beschikbaar. Zij hebben gegevens nodig Inhoud

Nadere informatie

De mensen van de huisartsenpost Wie er werken en wat ze doen

De mensen van de huisartsenpost Wie er werken en wat ze doen De mensen van de huisartsenpost Wie er werken en wat ze doen De mensen van de huisartsenpost Wie er werken en wat ze doen Op de huisartsenpost van Doktersdienst Groningen werken natuurlijk huisartsen.

Nadere informatie

Intern Besluitvormingsproces ROAZ regio AMC/VUmc. Ter vaststelling op 19 juni 2015

Intern Besluitvormingsproces ROAZ regio AMC/VUmc. Ter vaststelling op 19 juni 2015 Intern Besluitvormingsproces ROAZ regio AMC/VUmc Ter vaststelling op 19 juni 2015 1 Structuur en besluitvorming van het ROAZ In het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) voor de regio s AMC en VUmc maken

Nadere informatie

Werken op de huisartsenpost. Fysieke triage

Werken op de huisartsenpost. Fysieke triage 1. Doel Patiënt is voorzien van een goed advies of is doorverwezen naar de hulpverlener die de juiste zorg kan bieden. 2. Werkwijze in schema 1. ABCDE check 2. ABCDE veilig? 3. kaart aanmaken en plannen

Nadere informatie

Bestuurlijke rapportage Toenemende druk op de acute zorg in Voorne-Putten

Bestuurlijke rapportage Toenemende druk op de acute zorg in Voorne-Putten Bestuurlijke rapportage Toenemende druk op de acute zorg in Voorne-Putten Inleiding Deze rapportage is opgesteld in samenwerking tussen Ambulancezorg Rotterdam-Rijnmond (AZRR) en Huisartsenposten Rijnmond

Nadere informatie

In dit beknopte jaarbericht leggen wij verantwoording af over de door ons aan U geleverde zorg.

In dit beknopte jaarbericht leggen wij verantwoording af over de door ons aan U geleverde zorg. jaar bericht 2010 2010 Voorwoord Zorg kan altijd beter. Zorg moet beter. Wij stellen als samenleving terecht hoge eisen aan het gezondheidszorg systeem. UMCG Ambulancezorg heeft haar organisatie gespiegeld

Nadere informatie

TOEKOMSTVISIE CHP ZUIDOOST BRABANT. Standpunt inzake de positie van de CHP in de spoedeisende zorg

TOEKOMSTVISIE CHP ZUIDOOST BRABANT. Standpunt inzake de positie van de CHP in de spoedeisende zorg TOEKOMSTVISIE CHP ZUIDOOST BRABANT Standpunt inzake de positie van de CHP in de spoedeisende zorg Februari 2005 1. Inleiding In de discussienota Toekomst CHP, die u op 25 februari jl. is toegezonden, schetst

Nadere informatie

Generieke module acute psychiatrie. Congres acute ggz 19 juni 2018

Generieke module acute psychiatrie. Congres acute ggz 19 juni 2018 Generieke module acute psychiatrie Congres acute ggz 19 juni 2018 Inhoud Achtergrond en context Projectorganisatie Perspectief patiënten en naasten Belangrijkste afspraken in generieke module acute psychiatrie

Nadere informatie

Huisartsenzorg Veen, Genderen en Wijk en Aalburg

Huisartsenzorg Veen, Genderen en Wijk en Aalburg Huisartsenzorg Veen, Genderen en Wijk en Aalburg Ontstaan huisartsenpost Oprichting 2002 Posten in s-hertogenbosch, Zaltbommel, Oss en Uden Lagere dienstbelasting voor huisartsen Van circa 700 naar 225

Nadere informatie

Triage. Spoedeisende hulp

Triage. Spoedeisende hulp Triage Spoedeisende hulp Inleiding Welkom op de afdeling Spoedeisende hulp (SEH) van Zuyderland Medisch Centrum. Op onze afdeling zien we dagelijks tussen de 60 en 80 patiënten. Een kwart van deze personen

Nadere informatie

Samen sterk in de transmurale palliatieve zorgketen! Kees Goedhart - adviseur NPZR&o

Samen sterk in de transmurale palliatieve zorgketen! Kees Goedhart - adviseur NPZR&o Samen sterk in de transmurale palliatieve zorgketen! Kees Goedhart - adviseur NPZR&o Het NPZR&o is een samenwerkingsverband en kennisnetwerk voor de verlening van palliatieve zorg vanuit bestaande zorgaanbieders

Nadere informatie

Samenwerken aan zorgcoördinatie Springplankprojecten HAP+RAV. 19 e Nationale Spoedzorgcongres 8 november 2018

Samenwerken aan zorgcoördinatie Springplankprojecten HAP+RAV. 19 e Nationale Spoedzorgcongres 8 november 2018 Samenwerken aan zorgcoördinatie Springplankprojecten HAP+RAV 19 e Nationale Spoedzorgcongres 8 november 2018 Even voorstellen: Astrid Scholl Margreet Hoogeveen Jan Goselink Arjan Hanekamp Naomi van Minderhout

Nadere informatie

Lean thinking op de SEH: ervaringen in het AMC. Dr. ir. Remco Rosmulder

Lean thinking op de SEH: ervaringen in het AMC. Dr. ir. Remco Rosmulder Lean thinking op de SEH: ervaringen in het AMC Dr. ir. Remco Rosmulder Hoogste urgentie 2 van 31 En de overige 95% van de patiënten? 3 van 31 Uitdagingen Hoe kunnen we meer doen van wat we al goed doen?

Nadere informatie

Verbetering van de herkenning en triage van een beroerte in de 1e lijn in Noord-Holland en Flevoland Samenvatting rapport

Verbetering van de herkenning en triage van een beroerte in de 1e lijn in Noord-Holland en Flevoland Samenvatting rapport Verbetering van de herkenning en triage van een beroerte in de 1e lijn in Noord-Holland en Flevoland Samenvatting rapport Werkgroep Triage & herkenning beroerte ROAZ regio s VUmc & AMC Augustus 2016 1

Nadere informatie

Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit

Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit Bijlage Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit 1 Achtergrond De casus van de heer W., beter bekend als de casus

Nadere informatie

FACTSHEET. Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013

FACTSHEET. Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013 FACTSHEET Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013 De spoedeisende hulp (SEH) staat volop in de belangstelling van het beleid. Het aantal SEH-locaties,

Nadere informatie

Actuele ontwikkelingen en innovaties bij de acute huisartsenzorg en triage. Anoeska Mosterdijk Directeur InEen

Actuele ontwikkelingen en innovaties bij de acute huisartsenzorg en triage. Anoeska Mosterdijk Directeur InEen Actuele ontwikkelingen en innovaties bij de acute huisartsenzorg en triage Anoeska Mosterdijk Directeur InEen AVOND-, NACHT-, EN WEEKEND ACUTE ZORG IN DE EERSTE LIJN ANOESKA MOSTERDIJK 6 oktober 2017

Nadere informatie

Datum: 20 november 2017 Betreft: Update ontwikkelingen en aanpak van druk in de acute zorg

Datum: 20 november 2017 Betreft: Update ontwikkelingen en aanpak van druk in de acute zorg Ministerie van VWS T.a.v. Mr. drs. B.J. Bruins Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Datum: 20 november 2017 Betreft: Update ontwikkelingen en aanpak van druk in de acute zorg Geachte heer Bruins, Conform verzoek

Nadere informatie

Implementatieplan. Behorend bij Kwaliteitskader Spoedzorgketen

Implementatieplan. Behorend bij Kwaliteitskader Spoedzorgketen Implementatieplan Behorend bij Kwaliteitskader Spoedzorgketen Utrecht, april 2019 Inhoud Inleiding 3 Melding en triage 4 Zorgcoördinatie 5 Diagnostiek en behandeling 10 Coördinatie uitstroom 12 informatie

Nadere informatie

Highlights Ambulances in-zicht 2011

Highlights Ambulances in-zicht 2011 Highlights Ambulances in-zicht 2011 Ambulancezorg Nederland brengt ieder jaar een sectorrapport uit waarmee breed inzicht geboden worden in de sector ambulancezorg. Het sectorrapport, Ambulances in-zicht,

Nadere informatie

Soort Document Procedure. Code AZE.CVA.01. Titel Regionale procedure acute beroertezorg binnen Netwerk Acute Zorg Euregio

Soort Document Procedure. Code AZE.CVA.01. Titel Regionale procedure acute beroertezorg binnen Netwerk Acute Zorg Euregio Soort Document Procedure Code AZE.CVA.01 Titel Regionale acute beroertezorg binnen Netwerk Acute Zorg Euregio Dienst/afdeling Expertgroep CVA Versie 1.0 Status Definitief Datum 8-11-2017 Pagina 1 van 5

Nadere informatie

VWS-Discussienotitie Acute zorg 2015: commentaar van een wetenschapper Lezing Guus Schrijvers, hoogleraar Public Health, Julius Centrum UMC Utrecht

VWS-Discussienotitie Acute zorg 2015: commentaar van een wetenschapper Lezing Guus Schrijvers, hoogleraar Public Health, Julius Centrum UMC Utrecht VWS-Discussienotitie Acute zorg 2015: commentaar van een wetenschapper Lezing Guus Schrijvers, hoogleraar Public Health, Julius Centrum UMC Utrecht Wie ben ik? Hoofd Unit Zorginnovatie Wat houdt een innovatie

Nadere informatie

LEIDRAAD WIJZIGING ACUUT ZORGAANBOD 2.0

LEIDRAAD WIJZIGING ACUUT ZORGAANBOD 2.0 LEIDRAAD WIJZIGING ACUUT ZORGAANBOD 2.0 November 2015 1. Inleiding Het doel van het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) is het borgen en optimaliseren van de beschikbaarheid, de bereikbaarheid en

Nadere informatie

Afdeling Spoedeisende hulp (SEH) B54

Afdeling Spoedeisende hulp (SEH) B54 Afdeling Spoedeisende hulp (SEH) B54 2 Gang van zaken op de SEH Bij het loket heeft u zich laten inschrijven en daarna heeft u plaatsgenomen in de wachtkamer. Hierna wordt u ontvangen door de triageverpleegkundige.

Nadere informatie

NHG/LHV-Standpunt. Het elektronisch huisartsendossier (H-EPD) Gelukkig staat alles in mijn dossier, dokter. standpunt

NHG/LHV-Standpunt. Het elektronisch huisartsendossier (H-EPD) Gelukkig staat alles in mijn dossier, dokter. standpunt NHG/LHV-Standpunt Het elektronisch huisartsendossier (H-EPD) Gelukkig staat alles in mijn dossier, dokter standpunt Continuïteit van zorg vergt continuïteit van gegevensbeheer Mevrouw De Waal, 60 jaar,

Nadere informatie

Regionale ketenfuncties en afspraken Opvang (verdachte) patiënten Ebola Viraal Hemorhagische Koorts (VHK)

Regionale ketenfuncties en afspraken Opvang (verdachte) patiënten Ebola Viraal Hemorhagische Koorts (VHK) Regionale ketenfuncties en afspraken Opvang (verdachte) patiënten Ebola Viraal Hemorhagische Koorts (VHK) Auteur: Opdrachtgever: Expertgroep Ebola / Infectiecommissie UMCG ROAZ Drenthe/Groningen en ROAZ

Nadere informatie

Welkom op de Spoed Eisende Hulp (SEH)

Welkom op de Spoed Eisende Hulp (SEH) Welkom op de Spoed Eisende Hulp (SEH) Welkom op de afdeling Spoed Eisende Hulp (SEH) van het St. Anna Ziekenhuis. Op deze afdeling zien we dagelijks dertig tot veertig patiënten. Een deel van deze patiënten

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289 Keuzedeel mbo Triage gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0289 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2016 2 van

Nadere informatie

Presentatie Rapport project Instroom

Presentatie Rapport project Instroom Presentatie Rapport project Instroom Inzicht in de instroom van patiënten in de huisartsen spoedzorg van Medrie Programma Projectgroepleden Aanleiding Doelstelling Werkwijze Aanbevelingen Vragen / discussie

Nadere informatie

Staat van vaste activa Financiering deelnemende gemeenten Resultaat deelneming Ambulancedienst Timmermans BV

Staat van vaste activa Financiering deelnemende gemeenten Resultaat deelneming Ambulancedienst Timmermans BV BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Staat van vaste activa Financiering deelnemende gemeenten Resultaat deelneming Ambulancedienst Timmermans BV Meerjarenraming Producten BEGROTING

Nadere informatie

De patiënt wil één aanspreekpunt, de huisarts lagere. werkdruk en de verzekeraar goede zorg voor het geld.

De patiënt wil één aanspreekpunt, de huisarts lagere. werkdruk en de verzekeraar goede zorg voor het geld. Discussie zorgverleners over ontwikkeling eerstelijns spoedzorg : De patiënt wil één aanspreekpunt, de huisarts lagere werkdruk en de verzekeraar goede zorg voor het geld. De inwoner van Noord-Nederland

Nadere informatie

1 Telefonisch triëren

1 Telefonisch triëren 1 Telefonisch triëren 1.1 Inleiding Telefonisch triëren is een nieuw begrip binnen de gezondheidszorg. Het woord triëren komt uit het Frans en betekent sorteren. In het Nederlandse leger en bij rampen

Nadere informatie

Ambulancezorg in Nederland

Ambulancezorg in Nederland Koos Reumer, 2 februari 2015 Ambulancezorg algemeen Vereniging Ambulancezorg Nederland Ontwikkelingen binnen ambulancezorg Jonge sector Wet ambulancevervoer 1973 Tijdelijke wet ambulancezorg 2013 Vereniging

Nadere informatie

Raads informatiebrief

Raads informatiebrief gemeente Eindhoven Raadsnummer xo. R358O. Oor Inboeknummer robstooz8y Dossiernummer oo8.4oz za februari zozo Raads informatiebrief Betreft motie tot onderzoek Eerste Hulp- en Doktersposten. Inleiding In

Nadere informatie

Toolkit Voorlopig model melding. Belangrijkste afspraken uit Voorlopig model melding over de niet-acute meldfunctie

Toolkit Voorlopig model melding. Belangrijkste afspraken uit Voorlopig model melding over de niet-acute meldfunctie Toolkit Voorlopig model melding Belangrijkste afspraken uit Voorlopig model melding over de niet-acute meldfunctie Leeswijzer: Wat is het doel en de inhoud van deze toolkit? Doel van toolkit: In het Voorlopig

Nadere informatie

Themabijeenkomst SEH. Centrum voor acute zorg: integratie als toekomstbeeld. Presentatie NVZ Utrecht, 9 februari 2007 Inleiding Harry Woldendorp

Themabijeenkomst SEH. Centrum voor acute zorg: integratie als toekomstbeeld. Presentatie NVZ Utrecht, 9 februari 2007 Inleiding Harry Woldendorp Themabijeenkomst SEH Centrum voor acute zorg: integratie als toekomstbeeld Presentatie NVZ Utrecht, 9 februari 2007 Inleiding Harry Woldendorp De urgentie tot integratie Omgevingsanalyse Toekomst verwachtingen

Nadere informatie

Toolkit generieke module Acute Psychiatrie

Toolkit generieke module Acute Psychiatrie Toolkit generieke module cute Psychiatrie Inhoud 1. GGz-triagewijzer (bij voorkeur op 3 printen) voor gebruik door voorwacht crisisdienst bij binnenkomst melding 2. Drie verwijssituaties met per stap in

Nadere informatie

Spoedgeval s avonds of in het weekend? Wij zijn er voor u! 010 249 39 39

Spoedgeval s avonds of in het weekend? Wij zijn er voor u! 010 249 39 39 Centrale Huisartsen Post Nieuwe Waterweg Noord Spoedgeval s avonds of in het weekend? Wij zijn er voor u! U leest hier wat u kunt doen als u met spoed een huisarts nodig heeft: tussen 17.00 s avonds en

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

Visie van huisartsen op de samenwerking met organisaties in de keten van spoedzorg Regio Nijmegen en Land van Cuijk/Noord Limburg

Visie van huisartsen op de samenwerking met organisaties in de keten van spoedzorg Regio Nijmegen en Land van Cuijk/Noord Limburg Visie van huisartsen op de samenwerking met organisaties in de keten van spoedzorg Regio Nijmegen en Land van Cuijk/Noord Limburg Huisartsenkring Nijmegen e.o. en de Huisartsenposten Nijmegen en Boxmeer

Nadere informatie

ACUTE ZORG ANDERS 2014

ACUTE ZORG ANDERS 2014 Acute Zorgregio Oost organiseert in samenwerking met regionale partners het symposium ACUTE ZORG ANDERS 2014 ONMISBARE SCHAKELS EN SNEL SCHAKELEN IN DE SPOEDEISENDE ZORGKETEN Spoedeisende ketenzorg voor

Nadere informatie

RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE 2015. Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC?

RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE 2015. Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC? RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE 2015 Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC? Gemiddeld 5 x Vind u dat u altijd door een arts geholpen

Nadere informatie

Protocol Organiseren van een Zorgnetwerk Ouderen

Protocol Organiseren van een Zorgnetwerk Ouderen Protocol Organiseren van een Zorgnetwerk Ouderen ZIO, Zorg in Ontwikkeling Versie 1 INLEIDING Het Multidisciplinair Overleg (MDO) krijgt een steeds grotere rol binnen Ketenzorg, redenen hiervoor zijn:

Nadere informatie

Spoedpost Zuid Kennemerland

Spoedpost Zuid Kennemerland Spoedpost Zuid Kennemerland 1 U bent gekomen naar de spoedpost Zuid Kennemerland (een samenwerkingsverband van het Spaarne Gasthuis en de Stichting Spoedposten Zuid Kennemerland). Naam patiënt: Datum en

Nadere informatie

1. Introductie vragenlijst

1. Introductie vragenlijst 1. Introductie vragenlijst Allereerst bedankt dat u mee wilt werken aan dit onderzoek. Uw mening is belangrijk. De onderzoekers willen benadrukken dat uw deelname een bijdrage levert aan de ontwikkeling

Nadere informatie

Taakopdracht adviescommissie acute zorg

Taakopdracht adviescommissie acute zorg Taakopdracht adviescommissie acute zorg Inleiding Op 10 december jongstleden is door de Provincie Groningen, de Districts Huisartsen Vereniging Groningen (DHV), het District Specialisten Beraad Groningen/Noord-Drenthe

Nadere informatie

Spoedeisende Hulp. Algemene informatie

Spoedeisende Hulp. Algemene informatie Spoedeisende Hulp Algemene informatie Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Melden aan de balie... 1 3 Triage... 2 4 Wachttijden/Behandeltijden... 2 5 Pijnbestrijding... 3 6 Belangrijk... 3 7 Behandeling...

Nadere informatie

Spoedeisende hulp: Hoe wij werken en waarom u soms moet wachten

Spoedeisende hulp: Hoe wij werken en waarom u soms moet wachten Spoedeisende hulp: Hoe wij werken en waarom u soms moet wachten De afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) biedt 24 uur per dag medische en verpleegkundige hulp bij situaties met een spoedeisend karakter. In

Nadere informatie

Sepsis in de huisartsenpraktijk. Feike Loots Arts-onderzoeker IQ healthcare, Radboudumc

Sepsis in de huisartsenpraktijk. Feike Loots Arts-onderzoeker IQ healthcare, Radboudumc Sepsis in de huisartsenpraktijk Feike Loots Arts-onderzoeker IQ healthcare, Radboudumc Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond (Potentiële) belangenverstrengeling Voor

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting 1 Chapter 10 Samenvatting 2 INLEIDING Adequate pijnbehandeling voor traumapatiënten is een complex probleem in de (prehospitale) spoedzorg. Met dit proefschrift willen we inzicht geven in de vroegtijdige,

Nadere informatie

De belangrijkste resultaten van vorig jaar hebben we samengevat: kort en krachtig met veel beeld. Veel lees- en kijkplezier!

De belangrijkste resultaten van vorig jaar hebben we samengevat: kort en krachtig met veel beeld. Veel lees- en kijkplezier! 2017 VERSLAG Als ambulancedienst kijken we altijd vooruit: hoe zijn we zo snel mogelijk ter plaatse om de burgers in Twente van de best mogelijke zorg te voorzien? Continu leren en verbeteren staan hierin

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten

Nadere informatie

Bijlage 2: Handleiding ketenbrede focusgroepen ROAZ VUmc/AMC. Handleiding

Bijlage 2: Handleiding ketenbrede focusgroepen ROAZ VUmc/AMC. Handleiding Bijlage 2: Handleiding ketenbrede focusgroepen ROAZ VUmc/AMC Handleiding Juli 2014 1. Inleiding De elf ROAZ-regio s nemen vijf aandachtsgebieden van acute zorg onder de loep: acute verloskunde, acuut myocardinfarct,

Nadere informatie

Heeft u met spoed een huisarts nodig? 0900-9229. s avonds, s nachts, in het weekend en op feestdagen

Heeft u met spoed een huisarts nodig? 0900-9229. s avonds, s nachts, in het weekend en op feestdagen Heeft u met spoed een huisarts nodig? 0900-9229 s avonds, s nachts, in het weekend en op feestdagen Als medische hulp niet kan wachten Stel, het is weekend en uw kind wordt plotseling flink ziek. Of u

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 19 maart 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 19 maart 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

NEN 15224 Zorg en Welzijn HaZo24 HuisartsenZorg 24 uur

NEN 15224 Zorg en Welzijn HaZo24 HuisartsenZorg 24 uur NEN 15224 Zorg en Welzijn HaZo24 HuisartsenZorg 24 uur TOELICHTING Aanleiding voor nieuw kwaliteitssysteem Opbouw HaZo24 Doel van de gehouden pilot en onze gezamenlijke rol naar de toekomst toe Wat is

Nadere informatie

Zorginstituut Nederland T.a.v. de heer dr. J. Wijma, voorzitter Raad van Bestuur Willem Dudokhof XH Diemen

Zorginstituut Nederland T.a.v. de heer dr. J. Wijma, voorzitter Raad van Bestuur Willem Dudokhof XH Diemen Zorginstituut Nederland T.a.v. de heer dr. J. Wijma, voorzitter Raad van Bestuur Willem Dudokhof 11112 XH Diemen Datum: 18 april 2019 Betreft: Kwaliteitskader Spoedzorgketen Geachte heer Wijma, De afgelopen

Nadere informatie

Titel Regionale procedure raaa binnen Netwerk Acute Zorg Euregio. Pagina 1 van 5

Titel Regionale procedure raaa binnen Netwerk Acute Zorg Euregio. Pagina 1 van 5 Soort Document Procedure Code AZE.RAAA.01 Titel Regionale procedure raaa binnen Netwerk Acute Zorg Euregio Dienst/afdeling Expertgroep raaa Versie 1.0 Status Definitief Datum 8-11-2017 Pagina 1 van 5 Aantal

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bruins Slot (CDA) over spoed-ambulances die vaak te laat komen (2016Z08663).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bruins Slot (CDA) over spoed-ambulances die vaak te laat komen (2016Z08663). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie