Erasmushogeschool Brussel Bachelor in de pediatrische en neonatale gezondheidszorg (bachelor na bachelor)
|
|
- René Meyer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Erasmushogeschool Brussel Bachelor in de pediatrische en neonatale gezondheidszorg (bachelor na bachelor) NVAO Toets Nieuwe Opleiding (Ontwerp van) Adviesrapport
2 Inhoud 1 Samenvattende conclusie 3 2 Inleiding en verantwoording Inleiding en verantwoording Samenstelling commissie Werkwijze commissie Totstandkoming domeinspecifiek leerresultatenkader 6 3 Beschrijving van de opleiding Algemeen Profiel instelling Profiel opleiding 8 4 Beoordeling per onderwerp en facet Doelstellingen opleiding Programma Inzet personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Continuïteit 28 5 Overzicht oordelen 30 Bijlage 1: Samenstelling commissie 31 Bijlage 2: Werkwijze, werkverdeling en oordeelsvorming 32 Bijlage 3: Programma vraaggesprekken en locatiebezoek 33 Bijlage 4: Overzicht van gebruikte of geraadpleegde documenten 35 Bijlage 5: Geheimhoudingsclausule 37 Bijlage 6: Lijst met afkortingen 38 Bijlage 7 Domeinspecifiek leerresultatenkader 39 pagina 2
3 1 Samenvattende conclusie Op 30 augustus 2011 heeft de NVAO een commissie ingesteld voor de Toets Nieuwe Opleiding van de Bachelor in de pediatrische en neonatale gezondheidszorg (bachelor na bachelor) aan de Erasmushogeschool Brussel. Voor de toetsing heeft de commissie gebruik gemaakt van de informatie uit het aanvraagdossier. Daarop zijn vragen geformuleerd voor aanvullend materiaal dat de opleiding ter beschikking heeft gesteld tijdens het locatiebezoek. Tijdens dit bezoek heeft de commissie gesprekken gevoerd met het bestuur, opleidingsmanagement, ontwikkelaars, docenten, studenten en het beroepenveld. De nieuwe eenjarige opleiding richt zich tot algemeen verpleegkundigen met een bachelordiploma die zich verder willen bekwamen in het specifieke domein van de pediatrische en neonatale gezondheidszorg. De opleiding wordt ingericht binnen de wettelijke kaders met betrekking tot de uitoefening van het verpleegkundig beroep en de zich ontwikkelende regelgeving met betrekking tot de bijzondere beroepstitel pediatrie en neonatologie. Op basis van het aanvraagdossier, de aanvullende informatie en de gesprekken is de commissie tot de conclusie gekomen dat zij op één na over alle facetten van het Toetsingskader een positief oordeel kan uitspreken. Op grond van weging van de facetten beoordeelt zij alle onderwerpen als voldoende. Zo stelt de commissie vast dat de doelstellingen van de opleiding zijn afgetoetst met het werkveld en voldoen aan de vereisten naar niveau en oriëntatie. Er zijn goede contacten met de Vrije Universiteit Brussel, het Universitair Ziekenhuis Brussel en de beroepsorganisatie. De relaties met het werkveld zijn goed. Het is belangrijk dat de resonantiegroep, in een bredere samenstelling, de ontwikkeling van de nieuwe opleiding blijft volgen. Het programma sluit aan op de basisopleiding verpleegkunde en verdiept deze voor wat betreft de specialisatie pediatrie en neonatologie. Het programma is goed doordacht en op maat van zowel het werkveld als de student. Het persoonlijk ontwikkelingsportfolio neemt een centrale plaats in bij het didactische concept en rapporteert over de individuele voortgang van elke student. Het toetsingsbeleid staat op punt: de kennistoets bij de eerste module en de geïntegreerde proeven na de andere modules bieden een goede garantie voor het verwerven van de eindkwalificaties. De bachelor-proef combineert praktische vaardigheden met elementen van onderzoek en communicatie. De hoofdlijnen van het programma staan duidelijk op papier, maar moeten nog in de praktijk worden omgezet: dit vergt heel wat voorbereiding, coördinatie, afstemming en opvolging. Hier is een belangrijke taak weggelegd voor de coördinator, die effectief zal worden aangesteld zodra de opleiding is geaccrediteerd. De lijst van verplichte en aanbevolen literatuur is niet actueel en wordt best nog voor de aanvang van het programma op niveau gebracht. De aandacht voor de individuele student is een troef, maar stelt ook hoge eisen aan de coördinatie van colleges, stages en studievoortgang van een heterogene studentengroep. De opleiding doet er goed aan niet alle taken bij één en dezelfde coördinator te leggen, maar aan taakverdeling te doen zodat het programma niet afhankelijk wordt van één persoon. pagina 3
4 Gastdocenten spelen een belangrijke rol in de opleiding en benadrukken de professionele gerichtheid. De studenten zijn erg tevreden over de beoogde docenten, die gemotiveerd en deskundig zijn en zeker in staat om samen met de gastdocenten de opleiding in goede orde te realiseren. Het aantal docenten vanuit de hogeschool is niet talrijk. Volgens de commissie is er op het vlak van de kwaliteit van het personeel met name wat betreft de upgrading naar masterniveau - nog ruimte voor verbetering. De beoogde docenten voldoen niet allemaal aan de eisen die qua vooropleiding worden gesteld aan nieuw aan te werven personeel. De commissie adviseert de opleiding beleid te gaan maken hoe ze bestaande docenten zullen upgraden naar, en inzetten op, masterniveau. De studiebegeleiding is een zeer sterk punt: een goed concept met voldoende omkadering en gericht op een individuele aanpak van studenten. De bibliotheek en het studielandschap geven een frisse indruk. Studenten kunnen gebruik maken van een modern skills-lab in het Universitair Ziekenhuis. Het interne kwaliteitszorgsysteem van de hogeschool is van toepassing op de nieuwe opleiding. De vertaalslag is nog niet geheel gemaakt, maar de plannen zijn veelbelovend. De commissie raadt de opleiding wel aan om structureel feedback te geven over de resultaten van bevragingen: op dit ogenblik wordt dit onvoldoende teruggekoppeld aan de studenten, waardoor eventuele verbeteracties niet zichtbaar zijn. De commissie is onder de indruk van de wijze waarop de opleiding het beroepenveld betrekt bij de ontwikkeling van de opleiding. De betrokkenheid van studenten kan verder op punt worden gesteld, zeker omdat het een heterogeen publiek betreft van doorstromers, werkstudenten en studenten met familiale verplichtingen. De commissie stelt vast dat de instelling de financiële reserves moet aanspreken om het programma tijdens de eerste jaren te kunnen aanbieden. Het management heeft aangegeven dat die voorzieningen aanwezig zijn en dat de opleiding hierop beroep kan doen. De commissie onderschrijft bovendien de plannen van de hogeschool om te investeren in een digitaal portfolio-systeem en in bijkomende vakliteratuur. Alle bovenstaande argumenten wegend, adviseert de commissie de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de eenjarige Bachelor in de pediatrische en neonatale gezondheidszorg (bachelor na bachelor) van de Erasmushogeschool Brussel. Den Haag, Namens de commissie ter beoordeling van de toets nieuwe opleiding pediatrische en neonatale gezondheidszorg (bachelor na bachelor) van de Erasmushogeschool Brussel, drs. Els Mulder MMO (voorzitter) Mark Delmartino, M.A. (secretaris) pagina 4
5 2 Inleiding en verantwoording 2.1 Inleiding en verantwoording Bij brief van 11 juni 2011 heeft Luc Van de Velde, Algemeen directeur van de Erasmushogeschool Brussel (EHS), bij de Nederlands - Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) een aanvraag Toets nieuwe opleidingen ingediend voor de Bachelor in de pediatrische en neonatale gezondheidszorg (PNGZ). Bij deze aanvraag werd een uitgebreid informatiedossier gevoegd. 2.2 Samenstelling commissie Na een screening op de ontvankelijkheid van de aanvraag heeft de NVAO op 30 augustus 2011 de volgende commissie ingesteld: Voorzitter: drs. Els Mulder MMO, Hogeschool Utrecht, Utrecht Leden: Sandra Sleeckx, Karel de Grote Hogeschool Antwerpen; Lut Gees, Katholieke Hogeschool Leuven; Annelore Peeters, student-lid. Vanuit de NVAO wordt deze commissie ondersteund door drs. Irma Franssen, beleidsmedewerker, en Mark Delmartino als extern secretaris. Door de aanstelling van deze personen zijn volgende deskundigheden in de schoot van de commissie verenigd: domeindeskundigheid in vakdiscipline en afnemend veld: Els Mulder onderwijsdeskundigheid en deskundigheid in de didactiek: Els Mulder, Sandra Sleeckx en Lut Gees evaluatiedeskundigheid: Els Mulder, Lut Gees en Annelore Peeters student-gebonden deskundigheid: Annelore Peeters 2.3 Werkwijze commissie De beoordeling werd verricht aan de hand van het Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen (verder: Toetsingskader), zoals vastgesteld door het bestuur van de NVAO op 14 februari 2005 en bekrachtigd door de Vlaamse regering. De commissie heeft, na bestudering van het door de Erasmushogeschool ingediende informatiedossier, een voorbespreking gehouden ter voorbereiding op een bij de instelling af te leggen locatiebezoek. Dit vooroverleg vond op 25 november 2011 plaats in Antwerpen en bestond voornamelijk uit drie delen: een gedachtenwisseling over de eerste bevindingen van de commissie, het inventariseren van openstaande vragen aan de opleiding en de voorbereiding van het locatiebezoek. pagina 5
6 De commissie heeft een lijst opgesteld van documenten die ze tijdens het locatiebezoek wilde consulteren. Daarnaast heeft de commissie gevraagd om tijdens het bezoek een rondleiding te krijgen. Aan de vooravond van het locatiebezoek heeft de commissie de vragen voor de individuele gespreksronden voorbereid. Het bezoek aan de opleiding zelf heeft op 1 en 2 december 2011 plaatsgevonden. Tijdens het locatiebezoek heeft de commissie zich in verschillende gespreksronden van nadere informatie voorzien. Bijlage 2 bij dit advies biedt een overzicht van het programma. Na afloop heeft de commissie de bevindingen op basis van het materiaal en de uitkomsten van de verschillende gespreksronden onderling besproken en vertaald naar aan het Toetsingskader gekoppelde conclusies. Daarbij is eerst per facet afzonderlijk een beoordeling uitgesproken en is vervolgens per onderwerp een oordeel gegeven over de desbetreffende facetten in onderling verband, uitmondend in een voorlopig eindadvies. De secretaris van de commissie heeft daarna een conceptadvies opgesteld dat, na verwerking van de daarop binnengekomen commentaren van de commissieleden en een eindredactie door de voorzitter, is geworden tot het definitieve advies zoals dat hier voorligt. De commissie heeft deze conclusies in volledige onafhankelijkheid gevormd. 2.4 Totstandkoming domeinspecifiek leerresultatenkader Volgens de geldende regelgeving van de Vlaamse Gemeenschap schrijft de instelling voor elke opleiding en voor elk opleidingsonderdeel leerresultaten uit. Dit domeinspecifieke referentiekader wordt getoetst aan bestaande referentiekaders en ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR). Daarbij wordt de toepassing van Vlaamse, federale en internationale regelgeving over beroepsuitoefening gewaarborgd. De Bachelor in de pediatrische en neonatale gezondheidszorg (bachelor na bachelor) is een nieuwe opleiding binnen de Erasmushogeschool. De opleiding wordt in Vlaanderen reeds aangeboden door de Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende, de Katholieke Hogeschool Leuven en de Katholieke Hogeschool Limburg. Het domeinspecifieke referentiekader voor de nieuwe opleiding werd getoetst aan het competentieprofiel van de professionele bachelor in de verpleegkunde zoals opgesteld door de VLUHR, aan de werkgroep Competenties pediatrische verpleegkundigen van het NVKVV en aan het advies van de Nationale Raad voor Verpleegkunde. De VLUHR heeft een positief advies gegeven bij de beschreven domeinspecifieke leerresultaten van de professionele bachelor na bachelor pediatrische en neonatale gezondheidszorg (Toetsing macrodoelmatigheid van een nieuwe opleiding, 27 mei 2011). Deze leerresultaten zijn niet gezamenlijk opgesteld met de andere hogescholen die de opleiding reeds aanbieden. De commissie stelt vast dat de domeinspecifieke leerresultaten van de nieuwe opleiding kaderen binnen de Vlaamse kwalificatiestructuur. De niveaudescriptoren van het niveau EQF 6 uit de Vlaamse kwalificatiestructuur worden door de geformuleerde leerresultaten afgedekt. Bijgevolg kan de nieuwe opleiding terecht als een bachelor-opleiding getypeerd worden. pagina 6
7 3 Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen Administratieve gegevens betreffende de instelling en de aangevraagde opleiding, de instelling die de nieuwe opleiding aanvraagt en de vestiging waar de opleiding zal worden aangeboden in geval van erkenning: naam instelling: Erasmushogeschool Brussel adres instelling: Nijverheidskaai 170, 1070 Brussel aard instelling: ambtshalve geregistreerde instelling vestiging waar de opleiding wordt aangeboden: Campus Jette, Laarbeeklaan 121, 1090 Jette de naam van de voorgestelde opleiding: Bachelor in de pediatrische en neonatale gezondheidszorg in voorkomend geval de afstudeerrichtingen: niet van toepassing de onderwijstaal gebruikt in de voorgestelde opleiding: Nederlands niveau en oriëntatie: bachelor na bachelor het studiegebied of (delen van) studiegebieden: gezondheidszorg nieuwe opleiding voor Vlaanderen: nee nieuwe opleiding enkel voor de instelling: ja de studieomvang van de voorgestelde opleiding: 60 studiepunten de graad waartoe de voorgestelde opleiding leidt, de kwalificatie van de graad en in voorkomend geval de specificatie van de graad: bachelor na bachelor het academiejaar waarin de opleiding in geval van erkenning voor het eerst zal worden aangeboden: het positief advies van de associatie waarvan de instelling desgevallend lid is: ja (datum oordeel: 30 maart 2011) het positief oordeel over de macrodoelmatigheid: ja (datum oordeel: 27 mei 2011). 3.2 Profiel instelling De Vlaamse Autonome Erasmushogeschool Brussel werd opgericht in 1995 uit de samensmelting van een tiental hogescholen uit het Brusselse. De EHS ontleent haar naam bewust aan de humanistische filosoof Erasmus: pluraliteit, openheid en verdraagzaamheid pagina 7
8 vormen de basisfilosofie van de hogeschool. Onderwijs, onderzoek, maatschappelijke dienstverlening en kunstbeoefening behoren tot de opdrachten van de hogeschool. EHS is de grootste Nederlandstalige hogeschool van Brussel en bestaat uit zeven departementen met acht locaties verspreid over Brussel. De campus Jette huisvest de departementen Lerarenopleiding en Gezondheidszorg & Landschapsarchitectuur. De campus omvat ook het UZ Brussel en de faculteit Geneeskunde en Farmacie van de Vrije Universiteit Brussel. Volgens het jaarverslag van 2010 telt de EHS 4852 studenten; meer dan 40% van hen volgt een persoonlijk of individueel traject waarbij de studie gespreid wordt over een langere periode. Een groot deel van de 1202 personeelsleden werkt deeltijds; bijna 70% van de 550 voltijdse equivalenten (FTE) heeft een onderwijstaak. 3.3 Profiel opleiding De nieuwe opleiding sluit aan bij de ontwikkelingen in het verpleegkunde onderwijs, die een gevolg zijn van het gewijzigde wettelijk kader. Tot voor kort omvatte de bachelor opleiding verpleegkunde een aantal afstudeerrichtingen, waarbij studenten zich in het laatste jaar voor 30 studiepunten konden toeleggen op één bepaald domein binnen de verpleegkunde, zoals oncologie, pediatrie, intensieve zorg, enz. Omwille van een Europese richtlijn mogen deze afstudeerrichtingen vanaf het academiejaar niet meer worden ingericht en dienen studenten eerst een basisopleiding verpleegkunde af te ronden vooraleer eventuele specialisaties kunnen gevolgd worden. Omwille van deze ontwikkelingen heeft de EHS tegelijkertijd een nieuwe bachelor na bachelor opleiding in de oncologische gezondheidszorg ontwikkeld en voor accreditatie ingediend bij de NVAO. De professionele bachelor na bachelor pediatrische en neonatale gezondheidszorg sluit aan bij, en bouwt voort op, de nieuwe basisopleiding verpleegkunde en geeft afgestudeerden in de pediatrische en neonatale gezondheidszorg de kans om na twee jaar relevante praktijkervaring de bijzondere beroepstitel pediatrie en neonatologie te verkrijgen. De nieuwe opleiding wordt ingericht binnen de wettelijke kaders met betrekking tot de uitoefening van het verpleegkundige beroep en de zich ontwikkelende regelgeving rond de bijzondere beroepstitel pediatrie en neonatologie. De opleiding pediatrische en neonatale gezondheidszorg heeft geen afstudeerrichtingen, maar laat studenten wel toe om zich te specialiseren in een bepaald domein, zoals pediatrische intensieve zorg of kinderoncologie. De opleiding wordt aangeboden vanuit een pluralistische visie en is sterk gericht op de problematiek van de grootstad, Brussel. pagina 8
9 4 Beoordeling per onderwerp en facet 4.1 Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Niveau en oriëntatie opleiding Professioneel gerichte bachelor: De opleidingsdoelstellingen zijn er op gericht de student te brengen tot: het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken, creativiteit, het kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken en een ingesteldheid tot levenslang leren het beheersen van algemene beroepsgerichte competenties als teamgericht kunnen werken, oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën, en het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk het beheersen van beroepsspecifieke competenties op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar Bevindingen van de commissie: Alle studenten pediatrische en neonatale gezondheidszorg worden geacht een bachelor in de verpleegkunde te hebben en de competenties uit die basisopleiding verpleegkunde worden beschouwd als verworven. De nieuwe opleiding brengt verdieping en specialisatie, zowel op het vlak van generieke competenties als naar pediatrie en neonatologie toe. Studenten worden geacht niet alleen een probleem te onderzoeken, maar ook op te lossen en de oplossing te presenteren. Meer nog dan in de bachelor in de verpleegkunde wordt aan onderzoekvaardigheden gewerkt, onder meer via praktijkonderzoek. Tijdens het locatiebezoek kreeg de commissie een overzicht waaruit blijkt dat het domeinspecifieke leerresultatenkader van de opleiding is afgetoetst aan de algemene en beroepsspecifieke Dublindescriptoren die in de Vlaamse regelgeving staan vermeld voor kwalificaties op het niveau 6 (bachelor). De opleidingsdoelstellingen zijn beschreven in bijlage 7 van dit rapport. De 17 leerresultaten zijn verder uitgewerkt in een competentieprofiel dat verschillende rolmodellen omvat van de verpleegkundige als expert, educator, professional, en beheerder. Deze specifieke competenties met betrekking tot het pediatrische zorgdomein worden uitgediept in de opleiding pediatrische en neonatale gezondheidszorg, zodat studenten na hun studies in de beroepspraktijk kunnen functioneren als gespecialiseerde verpleegkundigen. Overwegingen De commissie is van mening dat de opleidingsdoelstellingen voldoen aan de eisen die gesteld worden aan een professionele bacheloropleiding. Algemene en beroepsgerichte competenties zijn reeds verworven en worden in de doelstellingen toegespitst op het pagina 9
10 pediatrische zorgdomein. De beroepsspecifieke competenties worden verdiept tot op het niveau van de verpleegkundige gespecialiseerd in de pediatrie en neonatologie. Het competentieprofiel vormt een gepaste basis voor studenten om na de studies in het pediatrische zorgdomein aan de slag te gaan als gespecialiseerde verpleegkundige. De opleiding kan volgens de commissie nog beter expliciteren waar het onderscheid zit met de bachelor in de verpleegkunde ten aanzien van innovatie en specialisatie. Oordeel van de commissie: voldoende Facet 1.2. Domeinspecifieke eisen De doelstellingen van de opleiding (uitgedrukt in eindkwalificaties) sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en het relevante beroepenveld gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk of kunstpraktijk). Ze zijn, ingeval van gereglementeerde beroepen, in overeenstemming met de reglementering of regelgeving ter zake Voor professioneel gerichte bachelorsopleidingen zijn de eindkwalificaties getoetst bij het relevante beroepenveld Bevindingen van de commissie: In het aanvraagdossier wordt aangegeven dat tijdens de ontwikkeling van de opleiding rekening is gehouden met bestaande nationale en internationale referentiekaders. Het domeinspecifieke referentiekader werd onder meer getoetst bij de werkgroep competenties pediatrische verpleegkundigen, de European Society of Pediatric and Neonatal Intensive Care, de Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland en het advies van de Nationale Raad voor Verpleegkunde van 2009 tot vaststelling van de bijzondere beroepstitel in de pediatrische en neonatale gezondheidszorg. De commissie heeft tijdens het locatiebezoek de werkdocumenten bekeken waarin deze kaders werden vergeleken. De opleiding pediatrische en neonatale gezondheidszorg wordt ingericht binnen de wettelijke kaders met betrekking tot de uitoefening van het verpleegkundige beroep en de regelgeving rond de bijzondere beroepstitel pediatrie en neonatologie. De domeinspecifieke eisen werden vertaald in een eigen competentieprofiel. De competenties die studenten op het einde van hun opleiding verworven moeten hebben, zijn geformuleerd in evalueerbare leerresultaten. Het is belangrijk dat studenten worden opgeleid tot bekwame professionals die voldoen aan de eisen die gesteld worden vanuit het beroepenveld. Om deze eisen te kunnen integreren in het opleidingsprofiel is het noodzakelijk om deze eisen zo exact mogelijk te kennen. De EHS startte reeds met een resonantiegroep rond pediatrische en neonatale gezondheidszorg. Deze groep zal op regelmatige basis overleg plegen om de opleiding mee vorm te geven en erover te waken dat ze tegemoet blijft komen aan de eisen van het werkveld. De programma-ontwikkelaars hebben weliswaar overleg gepleegd met het werkveld, maar naar verluidt tevens gewaakt over de eigenheid van de opleiding en het ownership door de hogeschool. Overwegingen De commissie stelt vast dat de opleiding bij het bepalen van de doelstellingen terdege rekening heeft gehouden met bestaande referentiekaders uit binnen- en buitenland. Het domeinspecifieke referentiekader van de opleiding pediatrische en neonatale pagina 10
11 gezondheidszorg voldoet aan de criteria die in het advies van de Nationale Raad voor Verpleegkunde van 2009 worden gesteld voor de erkenning van de beroepstitel verpleegkundige gespecialiseerd in de pediatrie en neonatologie. Het referentiekader werd bovendien voorgelegd aan beroepsverenigingen in België, Nederland en op Europees niveau. Volgens de commissie had het referentiekader meer gewicht gehad indien er afstemming had plaatsgevonden met andere hogescholen in Vlaanderen. De plannen voor de nieuwe opleiding zijn uitgebreid getoetst aan het werkveld, dat voornamelijk maar zeker niet exclusief bestaat uit specialisten van de VUB en het daar onder ressorterende UZ Brussel. Oordeel van de commissie: voldoende Samenvattend oordeel onderwerp 1: Doelstellingen opleiding De commissie beoordeelt de facetten Niveau en oriëntatie opleiding en Domeinspecifieke eisen als voldoende. Daarmee is het samenvattende oordeel met betrekking tot dit onderwerp voldoende. pagina 11
12 4.2 Programma Voor de beschrijving van het programma wordt verwezen naar het voorgaande hoofdstuk Facet 2.1. Eisen professionele gerichtheid Het programma sluit aan bij de volgende criteria voor professionele gerichtheid: Professioneel gerichte bachelorsopleiding: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroeps- of kunstpraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk, de kunstpraktijk en/of (toegepast) onderzoek Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroeps- of artistieke vaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk Bevindingen van de commissie: De opleiding situeert zich op het niveau van een professionele bachelor en is bijgevolg zeer beroepsgericht opgebouwd. Volgens het informatiedossier zijn alle beoogde gastdocenten beroepshalve actief in het pediatrische zorgdomein. Zij worden samen met experten uit het werkveld en onderwijsdeskundigen van de EHS betrokken bij het opleidingsoverleg. Dit biedt de mogelijkheid om de opleiding maximaal af te stemmen op actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Studenten die de opleiding doorlopen hebben, worden bevraagd of de opleiding hen voldoende heeft voorbereid op hun functie als gespecialiseerd pediatrisch verpleegkundige. Dezelfde vraag wordt gesteld aan werkgevers die alumni tewerkstellen. Binnen de opleiding wordt gewerkt met studiemateriaal uit de praktijk. Dit materiaal is afkomstig vanuit de eigen werkervaring van de gastdocenten, casussen die worden verzameld via het opleidingsoverleg en de praktijkervaringen van studenten tijdens de stages. Op die manier worden de theoretische kaders gekoppeld aan de dagelijkse praktijk. Een belangrijk deel van de hoorcolleges wordt gegeven door gastdocenten, voornamelijk uit het UZ Brussel. Op termijn is het aan te raden dat ook gastdocenten uit andere instellingen een deel van de opleiding voor hun rekening nemen. In de opleiding krijgt de ontwikkeling van beroepsspecifieke vaardigheden een prominente plaats. Het vaardigheidsonderwijs is gebaseerd op de aangereikte theoretische kaders en recent wetenschappelijk bewijsmateriaal. Op die manier wordt de aandacht voor evidencebased werken ook doorgetrokken in het praktijkgericht vaardigheidsonderwijs. Binnen de opleiding is er bijzondere aandacht voor een aantal specifieke vaardigheden die in afzonderlijke modules verder worden uitgediept: verpleegkundige diagnostiek en interventies in de pediatrische zorg, psychosociale zorg en interventies, cultuursensitieve zorg, intensieve pediatrische en intensieve neonatale zorg. Evidence-based practice, toegepast wetenschappelijk onderzoek en relevante vakliteratuur zijn door de opleiding heen verweven. Door de aandacht te vestigen op het wetenschappelijk onderzoek worden studenten geprikkeld om dit verder te ontdekken. Zowel theoretische kaders als praktijkgericht onderwijs zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en actuele vakliteratuur. De vakliteratuur is op dit ogenblik niet voldoende actueel. Dit wordt erkend door de opleiding. In het budget voor de nieuwe opleiding is pagina 12
13 investering in wetenschappelijke literatuur voorzien. De studenten maken gebruik van vakliteratuur tijdens de geïntegreerde proeven op het einde van elke module en in het bijzonder tijdens de afsluitende bachelor-proef. De samenwerking met de faculteit geneeskunde en farmacie van de VUB en het UZ Brussel verzekert een academische verankering van de opleiding. Studenten krijgen kansen om te participeren aan toegepast wetenschappelijk onderzoek. Ook (gast)docenten worden gestimuleerd en ondersteund om te participeren in toegepast onderzoek en/of zelf onderzoek op te zetten. Vijf modules worden afgesloten met een geïntegreerde proef, een beroepstaak waarin de verworven leerstof in de hoorcolleges, werkcolleges, projecten en stage wordt geïntegreerd en in een complexe beroeps-realistische setting geëvalueerd wordt. Docenten gebruiken zoveel mogelijk actuele bronnen en thema s bij het overbrengen van de kennisinhoud. Er wordt aandacht geschonken aan het gebruik van databanken en relevante internationale en wetenschappelijke bronnen. Binnen de opleiding krijgen de studenten ook de nodige vaardigheden en attitudes mee om zelfstandig wetenschappelijke en vakliteratuur te raadplegen, te interpreteren en te integreren. Op die manier worden studenten gestimuleerd om zich de evidence-based attitude eigen te maken. Overwegingen Het programma voldoet volgens de commissie ruimschoots aan de eisen die door de NVAO gesteld worden voor professionele gerichtheid van een professionele bachelor-opleiding. De beroepsgerichtheid van het programma komt naar voren in de geïntegreerde opdracht die in elke module centraal staat en in de verbinding die in elke leerlijn gemaakt tussen (binnenschoolse) theorie en (buitenschoolse) praktijk. Het opzet van de bachelor-proef draagt volgens de commissie in grote mate bij tot deze professionele gerichtheid van de opleiding. Het valt de commissie op dat de opleiding kan beschikken over een ruime keuze aan stageplaatsen, niet alleen in het UZ Brussel maar ook in perifere ziekenhuizen en relevante organisaties met een meer sociaal-verpleegkundig imago en een duidelijke focus op kinderen. Het enige punt van zorg is de literatuurlijst, die op dit ogenblik niet voldoende actueel is. Oordeel van de commissie: voldoende Facet 2.2. Relatie tussen doelstelling en programma Het programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma Bevindingen van de commissie: Studenten verwerven beroepsgerichte (start)competenties die in overleg met het werkveld zijn vastgesteld. Het onderwijs is gericht op de uitvoering, ontwikkeling en vernieuwing in de beroepspraktijk. Tevens is het gericht op reflectie op het beroep en de beroepsuitoefening. Het didactisch concept van de opleiding is uitgebreid beschreven in het informatiedossier en staat in functie van het realiseren van drie algemene doelstellingen via specifieke leeromgevingen: pagina 13
14 deskundigheid - inhoudelijke expertise, opbouw van kennis, inzichten en vaardigheden via hoorcolleges, werkcolleges en studiebezoeken; bekwaamheid - competentieontwikkeling die inzetbaar is in de beroepspraktijk via stages en beroepstaken; wijsheid - vorming van de beroepsidentiteit van de verpleegkundig expert in de pediatrie/neonatologie via het POP en de bijbehorende coaching en supervisiegroepen. Stage is als opleidingsonderdeel onlosmakelijk verbonden met het curriculum. Op de werkplek worden alle nodige competenties verworven en verder ontwikkeld. In deze specifieke context zal de student kennis, vaardigheden en attitudes dienen te transfereren naar de reële beroepspraktijk. Die transfer wordt geconcretiseerd in een geïntegreerde opdracht op het einde van elke module. De stages en de specifieke opdrachten zijn onlosmakelijk verbonden met het persoonlijk deeltraject van de student. Op die manier wordt de student voor een stuk zelf verantwoordelijk gemaakt voor het eigen leertraject. De opleiding hanteert een persoonlijk ontwikkelingsportfolio (POP). Naast het documenteren door het verzamelen van bewijsmateriaal ligt de nadruk op reflectie en begeleiding. De student krijgt vanuit de hogeschool een POP-coach toegewezen voor de hele studieloopbaan. Door de diversiteit aan voorkennis van de studenten pediatrische en neonatale gezondheidszorg is dit instrument zeer belangrijk in het individueel vormgeven en aanpassen van het leertraject. Het portfolio wordt niet alleen gebruikt voor formatieve maar ook voor summatieve evaluatie. Er wordt van de student verwacht dat hij (een selectie van) zijn portfolio voorstelt aan een team van docenten. Tijdens de opleiding pediatrische en neonatale gezondheidszorg wordt het POP gebruikt als instrument voor zelfsturing en vormt het een eerste aanzet tot levenslang leren. Digitalisering van het POP dringt zich op en vereist een investering die mede door de nieuwe opleiding zal gedragen worden. De toetsing van het programma is uitgebreid beschreven in het document Toetsbeleid BANABA Pediatrische en Neonatale Gezondheidszorg. De opleiding streeft ernaar de studenten te beoordelen op basis van hun actieve prestaties, via de geïntegreerde opdrachten en stages. De toetsing is gebaseerd op kennisconstructie en het gebruik van kennis om op een creatieve manier problemen op te lossen. In de toetsing staat de beroepspraktijk centraal. Doorheen de opleiding wordt voornamelijk gewerkt met geïntegreerde toetsen: het geven en ontvangen van feedback vormen daarbij een onderdeel van toetsing. Dit vermogen tot zelfreflectie is nodig om sturing te kunnen geven aan de eigen professionele ontwikkeling. Bij de toetsing en beoordeling worden naast docenten ook studenten, werkveldvertegenwoordigers, medestudenten en de student zelf betrokken. De verschillende toetsvormen die in de verschillende leerlijnen aan bod komen worden gevisualiseerd in de toetsmatrix. Om de kwaliteit van de toetsen te garanderen, worden verschillende kwaliteitscriteria gehanteerd zoals validiteit van doelstellingen, betrouwbaarheid, generaliseerbaarheid, transparantie, respect en objectiviteit. Elke toetsvorm geeft op een bepaalde manier invulling aan deze criteria. Overwegingen De leerdoelen van de verschillende modules zijn in detail geformuleerd en komen overeen met de doelstellingen uit het competentieprofiel. De commissie is van mening dat het programma de juiste inhoud bevat om die leerdoelen te bereiken. Het didactisch concept is gericht naar de individuele student pediatrische en neonatale gezondheidszorg. Het POP neemt een centrale plaats in: dit is een goede manier om pagina 14
15 competenties bij te houden en te werken aan de eventueel zwakke punten van de individuele student. De opleiding moet er wel over waken dat het POP een nuttige en effectieve tool wordt en niet een blok aan het been van de student, zoals dit tot nog toe in de bachelor in de verpleegkunde wordt ervaren. Volgens de commissie moet het POP zo worden aangezet dat het een opstap vormt voor levenslang leren, dus ook na de opleiding. De commissie is onder de indruk van de mogelijkheden die de bachelor studenten en op termijn ook de studenten van de opleiding pediatrische en neonatale gezondheidszorg krijgen aan het skills-lab van het UZ Brussel. De toetsing is een sterk punt volgens de commissie: tijdens de basismodule wordt op kennis getest, de andere modules culmineren in een geïntegreerde proef. Het is een goed idee om geen studiepunten te verbinden aan het POP, zodat studenten ook de mindere prestaties en verbeterpunten zullen rapporteren. Aangezien het in beide gevallen om bachelor-niveau gaat, zou het vooropgestelde niveau van de bachelorproef gelijk moeten zijn voor de basisopleiding verpleegkunde en de opleiding pediatrische en neonatale gezondheidszorg. De criteria voor de bachelorproef zoals vooropgesteld in de handleiding voor de banaba pediatrie en neonatologie lijken de commissie voldoende hoog om het bachelorniveau te garanderen. Oordeel van de commissie: voldoende Facet 2.3. Samenhang programma Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Bevindingen van de commissie: De nieuwe opleiding pediatrische en neonatale gezondheidszorg bestaat uit zes leerlijnen of modules, waarvan de eerste en laatste module vastliggen; de andere vier modules worden ook consecutief aangeboden voor wie de opleiding voltijds in één jaar afwerkt, maar moeten niet in die volgorde gevolgd worden voor deeltijdse (werk)studenten. Leerlijn Credits Uren Toets beroepstaak Toets stage Basiskennis Kennistoets 50% Vaardigheidstoets 50% Expert Casuïstiek 50% Reflectie & evaluatie 50% Educator Project Gezondheid, Reflectie & evaluatie 50% Voorlichting, Opvoeding 50% Professional Best practice uitwerking Reflectie & evaluatie 50% 50% Beheerder Veranderingsproces 50% Reflectie & evaluatie 50% Specialist Bachelorproef 70% Reflectie & evaluatie 30% Totaal De eerste module basiskennis en -vaardigheden dient om het niveau van de desbetreffende student aan te passen aan het huidige niveau van de bachelor, waar vooral meer nadruk ligt op wetenschappelijk onderzoek. Het behandelt de basisprincipes van de ontwikkeling van pagina 15
16 het gezonde kind en de pathofysiologische processen die kunnen optreden in deze levensfase. De module verpleegkundige als expert bestudeert de verschillende zorgsettings binnen de pediatrische en neonatale gezondheidszorg en gaat dieper in op culturele aspecten en invloeden op de zorgverlening. De module verpleegkundige als educator staat stil bij de informatiebehoefte van het kind en zijn omgeving vanuit de impact van ziekte op fysisch, psychisch, sociaal en financieel gebied. De module verpleegkundige als professional stelt de persoonlijke ontwikkeling en de ontwikkeling van het beroep centraal. Studenten gaan actief op zoek naar opportuniteiten om de eigen kennis en vaardigheden te verbreden en te verdiepen. De module verpleegkundige als beheerder behandelt veranderingsprocessen alsook basisprincipes van management en beleid. Er gaat aandacht naar epidemiologie, registratie en klinische studies, maar ook naar multidisciplinair en efficiënt samenwerken. Alle competenties zijn verworven na vijf modules. De laatste module verpleegkundige als specialist is een verdere uitdieping van een subspecialisatie van de pediatrische en neonatale gezondheidszorg, verbindt onderzoek met praktijk en wordt afgesloten met een bachelor-proef. Het biedt de student de mogelijkheid zich op een domein van de pediatrische en neonatale gezondheidszorg te bekwamen. Voor de uitbouw van deze module gaat de EHS op zoek naar samenwerkingsverbanden met andere hogescholen en beroepsverenigingen, zoals die van verpleegkundigen radiologie en oncologie. Elke module bestaat uit verschillende werkvormen hoorcollege, debat, project en wordt vanaf de tweede module telkens afgesloten met een praktijkstage. De stage is gericht op de uitvoering, ontwikkeling en innovatie in de beroepspraktijk en is als opleidingsonderdeel onlosmakelijk verbonden met de rest van het programma. De opleiding bestaat uit vijf stagemomenten. Pediatrie en neonatologie zijn zeer brede disciplines binnen de medische en verpleegkundige context. In de opleiding is er bewust voor gekozen om via verschillende korte stageperiodes de student de kans te geven met verschillende pediatrische en neonatale contexten in aanraking te komen. De keuze voor deze vorm werd ook medebepaald door het advies van de Federale Raad voor Verpleegkunde van Het praktische gedeelte omvat minstens 450 effectieve uren in de volgende zorgdomeinen: neonatologie, algemene en gespecialiseerde medisch-chirurgische eenheden voor kinderen, pediatrische basisgezondheidszorg of de extra-murale pediatrische zorg of de kinder- en jeugdpsychiatrie. De bachelorproef omvat de realisatie van een innovatief project op een door de student gekozen stageplaats. De proef integreert de kennis en vaardigheden die in de opleiding zijn opgedaan. Uit de rapportage moet blijken dat de student de verzamelde informatie en de verkregen resultaten heeft geanalyseerd en geïnterpreteerd. Stage-ervaring en literatuurstudie onderbouwen de proef. Uit het schrijven van de bachelorproef dient te blijken dat de student het vereiste niveau van algemene, beroepsgerichte en beroepsspecifieke competenties beheerst. De toetsing sluit nauw aan op de onderwijsvisie. Voor elk aspect van de opleiding, buiten de basismodule, wordt gekozen voor een geïntegreerde proef waarin de verworven leerstof in de hoorcolleges, werkcolleges, projecten en stage in een complexe, beroeps-realistische setting geëvalueerd wordt. De kennis verworven tijdens de eerste module wordt getoetst via een examen. Het POP speelt een belangrijke rol bij de evaluatie, de competentieontwikkeling en de vaardigheden tot zelfreflectie van de student. pagina 16
17 Overwegingen Het programma is ambitieus en doordacht. Er is een samenhang tussen de leerlijnen en de stages, die afgesloten worden met een specifieke geïntegreerde opdracht en die culmineren in de bachelorproef. De didactische onderbouwing is goed, maar moet nu in de praktijk worden omgezet. Het zal heel wat coördinatie vergen om alle leerinhouden en stages op elkaar af te stemmen. De opleiding is zich hiervan bewust en heeft hiervoor de nodige instrumenten ontwikkeld. Oordeel van de commissie: voldoende Facet 2.4. Studielast De studietijd sluit aan bij de norm zoals vastgesteld bij decreet. Bevindingen van de commissie: De studielast is voor elke module of opleidingsonderdeel vastgelegd in termen van studiepunten: 1 studiepunt staat voor 25 tot 30 uur studiebelasting. Bij de berekening van de studielast werd rekening gehouden met contacturen, zelfstudie, praktijkverwerking en persoonlijke verwerking. De effectieve studielast is een dynamisch gegeven dat jaarlijks bij de evaluatie van de opleiding ook mee geëvalueerd wordt. Door systematische metingen van de studielast wordt gewaakt over een realistische inhoudelijke invulling en een optimale spreiding van de bijkomende taken. In de aanvangsfase van het nieuwe programma is de studiebelasting gebaseerd op een verwerkingstijd van 2 uur per onderwijs-uur. Overwegingen Het programma telt 1800 studiebelastingsuren, waarvan 450 effectieve uren college en 450 effectieve uren stage. Het programma is perfect studeerbaar op één jaar, en moet dus ook haalbaar zijn voor deeltijdse studenten die het programma mogen spreiden. De opeenvolging van vakken en stages vraagt wel de nodige discipline bij het opstellen en organiseren van het programma, rekening houdende met zowel de wettelijke vereisten qua studieomvang als de vakantieperiodes. De opleiding heeft die oefening nog niet gemaakt en zou dit best zo snel mogelijk doen. Oordeel van de commissie: voldoende Facet 2.5. Toelatingsvoorwaarden Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: Bachelor na bachelor: bachelorsgraad, met (een) door het instellingsbestuur nader bepaalde kwalificatie(s), eventueel aangevuld met een onderzoek naar geschiktheid of bekwaamheid of een voorbereidingsprogramma Bevindingen van de commissie: De opleiding richt zich tot studenten met een bachelor (of master) diploma binnen de gezondheidszorg en meer bepaald binnen de verpleegkunde. De opleiding is toegankelijk voor zowel studenten die rechtstreeks doorstromen vanuit de bachelor in de verpleegkunde pagina 17
18 als voor studenten die instromen vanuit het werkveld en al een zeker beroepservaring hebben opgebouwd. Een student die op basis van werkervaring meent te beschikken over eerder verworven competenties (EVC) kan vrijstellingen aanvragen door een portfolio samen te stellen waarin deze competenties worden aangetoond. De trajectbegeleider treedt in deze EVC-procedure op als EVC-coach die de student begeleidt bij het invullen van het dossier dat wordt ingediend bij de Universitaire Associatie Brussel. De informatie voor de studenten is beschikbaar in de EVC-procedure Universitaire Associatie Brussel, handboek voor de kandidaat, dat het panel tijdens het locatiebezoek heeft geconsulteerd. Het erkennen van eerder verworven kwalificaties (EVK) kan voor studenten een versnelde studievoortgang betekenen. De EHS organiseert departementale EVK-onderzoeken op basis van de door de student ingediende stukken. De kandidaat kan zich voor een EVKonderzoek aanmelden bij inschrijving en de trajectbegeleider zorgt voor de nodige ondersteuning. De opleidingscommissie legt een voorstel tot beslissing ter goedkeuring voor aan de departementsraad. De regelgeving staat omschreven in hoofdstuk 9 (versnelde studievoortgang) van de Algemene Onderwijsregeling van de Erasmushogeschool. Overwegingen De toelatingsvoorwaarden zijn helder volgens de commissie. Er wordt niet gewerkt met een numerus clausus of selectieprocedure. Een intake gesprek is erop gericht de individuele motivatie, competentie en interesse van studenten te kennen. Stageplaatsen en opdrachten worden binnen het gereglementeerde kader zoveel mogelijk op maat van de individuele student aangeboden. Niet alle studenten vangen de nieuwe opleiding aan met dezelfde competenties. Eventuele lacunes worden tijdens de eerste leerlijn bijgewerkt. Mensen met bijzondere ervaring of kennis, kunnen die eventueel laten gelden via duidelijke procedures rond EVC en EVK. Hierbij worden ze ondersteund door de trajectbegeleider. Deze procedure en werkwijze zijn zorgvuldig beschreven en worden goed gehanteerd. Oordeel van de commissie: voldoende Facet 2.6. Studieomvang De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de studieomvang: Bachelor na bachelor: tenminste 60 studiepunten Bevindingen van de commissie: De totale studieomvang van de opleiding pediatrische en neonatale gezondheidszorg bedraagt 60 studiepunten of 1800 uur. Hiermee voldoet de opleiding aan de formele vereisten van een bachelor na bachelor opleiding. De totale studieomvang omvat onder meer 450 uren theoretisch contactonderwijs en 450 uren stage, waardoor de opleiding ook voldoet aan de vereisten uit het advies van de Federale Raad voor Verpleegkunde uit 2009 met betrekking tot de bijzondere beroepstitel pediatrie en neonatologie. pagina 18
19 Overwegingen De studieomvang is formeel correct: het gaat om een eenjarige voltijdse opleiding van 60 studiepunten. Indien gewenst kunnen studenten de opleiding spreiden over een aantal semesters. Oordeel van de commissie: voldoende Facet 2.7. Masterproef Dit facet is niet van toepassing bij bacheloropleidingen Samenvattend oordeel onderwerp 2: Programma De commissie beoordeelt de facetten Eisen professionele gerichtheid, Relatie doelstellingen en programma, Samenhang programma, Studielast, Toelatingsvoorwaarden en Studieomvang als voldoende. Daarmee is het samenvattende oordeel met betrekking tot dit onderwerp voldoende. pagina 19
20 4.3 Inzet personeel Facet 3.1. Eisen professionele gerichtheid De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een professioneel gerichte opleiding: Het onderwijs zal voor een belangrijk deel worden verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroeps- of kunstpraktijk Bevindingen van de commissie: In het aanvraagdossier wordt gesteld dat bij de personeelsformatie de nadruk ligt op een stevige band met het werkveld, de professionele ervaring en de klinische expertise van de docenten. Om een kwalitatieve opleiding te bieden en nieuwe ontwikkelingen op de voet te volgen is er enerzijds een bewuste keuze gemaakt om docenten te werven met een relevante en actuele ervaring binnen het werkveld. Anderzijds is het belangrijk te waken over het opleidingsconcept en dus binnen de opleiding ook voldoende docenten te werven met een pedagogische expertise. Daarom is gekozen voor een mix van klinische expertise en didactische bekwaamheid. Docenten met een klinische expertise worden in functie van hun ervaring en competenties ingezet voor het doceren van de gespecialiseerde leerinhouden. Gastdocenten nemen een belangrijke plaats in bij de opleiding: het grootste deel van de lessen wordt door hen verzorgd. Voor procesbegeleiding, coaching, stagebegeleiding en het evalueren van de studenten doet de opleiding beroep op de docenten met een pedagogische expertise die ook zijn verbonden aan de basisopleiding verpleegkunde. Voor de begeleiding en beoordeling van de bachelorproef wordt ook beroep gedaan op promotoren met zowel klinische als pedagogische expertise. In de Stagegids BANABA pediatrische en neonatale gezondheidszorg wordt de stagebegeleiding in detail beschreven. De stages worden begeleid door de POP-coach, de stagebegeleider en de stagementor. De stagebegeleider vanuit de hogeschool begeleidt de student in zijn leerproces en het vervullen van de stageopdrachten. De stagementor begeleidt de student op de werkvloer en beschikt over de nodige professionele ervaring binnen de specifieke stagecontext. Overwegingen Tijdens de gesprekken met beoogde (gast)docenten heeft de commissie vastgesteld dat de professionele gerichtheid van de opleiding zoals beschreven in het aanvraagdossier ook effectief in realiteit aanwezig is: de beoogde (gast)docenten hebben de nodige kennis en vaardigheden om een goede verbinding te leggen tussen opleiding en werkveld. De commissie merkt wel op dat het aantal docenten dat vanuit de opleiding een bijdrage levert vrij beperkt is. Dit kan misschien ook niet anders gezien de beperkte omvang van de opleiding. Oordeel van de commissie: voldoende pagina 20
21 4.3.2 Facet 3.2. Kwantiteit personeel Er wordt voldoende capaciteit beschikbaar gesteld om de nieuwe opleiding te kunnen starten. Er wordt voldoende capaciteit beschikbaar gesteld om de nieuwe opleiding te kunnen continueren. Bevindingen van de commissie: Binnen de opleiding pediatrische en neonatale gezondheidszorg wordt er volgens het informatiedossier gestreefd naar een docent/student-ratio van 1/20. In functie van de inhoud en werkvorm van het opleidingsonderdeel kan deze ratio afwijken. Gezien het specialistische karakter van de opleiding wordt bewust geopteerd voor het inzetten van experts zowel binnen als buiten het vaste kader van onderwijzend personeel. De totale taakbelasting komt overeen met 1,60 FTE: 1,30 FTE onderwijzend personeel, 0,10 FTE klinische experten en 0,20 FTE coördinatie. Vanaf het academiejaar mogen geen afstudeerrichtingen meer opgenomen worden in de basisopleiding verpleegkunde. De vrijgekomen middelen kunnen ingezet worden voor de inrichting van specialisaties onder de vorm van bachelor na bachelor opleidingen. Overwegingen De opleiding heeft de nodige personeelscapaciteit om de opleiding op te starten met ongeveer 25 studenten, zoals voorzien in de aanvraag. Er is echter geen overschot aan capaciteit en de kern van de opleiding is in handen van een beperkt aantal personen. De commissie gaat ervan uit dat de studentenaantallen tijdens de eerste jaren van de opleiding redelijk laag zijn ingeschat. Het management van hogeschool en departement heeft aangegeven dat extra personeel zal worden aangeworven bij een grotere instroom aan studenten. De beoogde coördinator voor het programma pediatrische en neonatale gezondheidszorg is een kerndocent met specialisatie pediatrische zorg binnen de basisopleiding, die in functie treedt als coördinator zodra de opleiding wordt geaccrediteerd. De commissie vindt dat er weinig docenten met pediatrische expertise aan de hogeschool verbonden zijn. Zij stelt voor in te zetten op uitbreiding van het personeelsbestand met deze expertise. Tijdens de gesprekken kreeg de commissie de indruk dat de beoogde coördinator een heel aantal coördinerende, onderwijs- en begeleidingstaken zal krijgen binnen de nieuwe opleiding. De commissie stelt voor waar mogelijk een aantal van die taken te spreiden over verschillende docenten zodat de opleiding minder afhankelijk is - en dus minder kwetsbaar bij het eventuele wegvallen van één persoon. Het is belangrijk dat de opleiding is ingebed binnen een groter team van docenten van de EHS. Oordeel van de commissie: voldoende Facet 3.3. Kwaliteit personeel Het in te zetten personeel is gekwalificeerd voor een inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma pagina 21
Erasmushogeschool Brussel Bachelor in de oncologische gezondheidszorg (bachelor na bachelor)
Erasmushogeschool Brussel Bachelor in de oncologische gezondheidszorg (bachelor na bachelor) 6 februari 2012 NVAO Toets Nieuwe Opleiding (Ontwerp van) Adviesrapport Inhoud 1 Samenvattende conclusie 3 2
Nadere informatieERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING
ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING Opzet en structuur De sjabloon van het aanvraagdossier
Nadere informatieConcept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs
Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten
Nadere informatieInformatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding
Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2
Nadere informatieECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3 Code Ad3 Lestijden 40 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale 120 studiebelasting (in uren)
Nadere informatieInformatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)
Informatiebrochure Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding) ACADEMIEJAAR 2012-2013 Inhoud Doel van de opleiding Situering van de opleiding Onderwijsvormen Onderwijsorganisatie
Nadere informatieCOMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN
COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS M.H.O. OP TOETS NIEUWE OPLEIDING Opzet en structuur Dit sjabloon met richtlijnen
Nadere informatieReglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven
vzw Associatie K.U.Leuven Schapenstraat 34, B-3000 Leuven Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven Goedgekeurd op de Raad van bestuur van 16.06.2006 met ingang van het academiejaar 2006-2007 1. Definities
Nadere informatieAccreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst
Nadere informatieBesluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool
nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december
Nadere informatieInformatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)
Rijselstraat 5 8200 Brugge T 050 38 12 77 F 050 38 11 71 www.howest.be Informatiebrochure Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding) ACADEMIEJAAR 2013-2014 Inhoud Doel
Nadere informatieDoelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.
nvao nederiands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit datum 21 november 2016 onderwerp Definitief accreditatiebesluit (004107) bijlage 1 Intrekking en nieuwe vaststelling van het accreditatiebesluit
Nadere informatieOperationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen
Bijlage. Operationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen als vermeld in artikel 1. Operationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen 13 april 2018 Inhoud 1 Inleiding 4 2 De
Nadere informatieCommissie Hoger Onderwijs Vlaanderen
Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur
Nadere informatieSjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding
Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding Decretale context De aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- of masteropleiding
Nadere informatieTeamscan op accreditatiewaardigheid
Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat
Nadere informatieECTS-fiche. Graduaat Sociaal-Cultureel Werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3
ECTS-fiche Opzet van de ECTS-fiche is om een uitgebreid overzicht te krijgen van de invulling en opbouw van de module. Er bestaat slechts één ECTS-fiche voor elke module. 1. Identificatie Opleiding Graduaat
Nadere informatieReglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven en reglement algemene voorschriften inzake vrijstellingen
vzw Associatie K.U.Leuven Schapenstraat 34, B-3000 Leuven Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven en reglement algemene voorschriften inzake vrijstellingen Goedgekeurd op de Raad van bestuur van 15.02.2008
Nadere informatieOntwerp Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen April 2004
Ontwerp Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen April 2004 Lange Voorhout 20 Postbus 556 2501 CN Den Haag P.O. Box 556 2501 CN The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 F +31
Nadere informatieAcademiejaar Programmagids. Vroedkunde (PBA) 1eBa Vroedkunde
Academiejaar 2008-2009 Programmagids Vroedkunde (PBA) 1eBa Vroedkunde Opleidingsonderdeel Groep Stp Semester Deeltijds (OO)Filosofie - ethiek - recht 7.0 2 (OA) Filosofie 2.0 2 1282008 2 6 Opleidingsonderdeel
Nadere informatieGelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, inzonderheid op artikel 15/1, 15/2 en 15/3;
Nota van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie betreffende de validatie van de gezamenlijke domeinspecifieke leerresultaten van de HBO5-opleidingen in de Vlaamse Gemeenschap Gelet op het decreet
Nadere informatieBesluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV
College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture
Nadere informatieToetsingskader Nieuwe om te vormen en nieuwe HBO5-opleidingen
Toetsingskader Nieuwe om te vormen en nieuwe HBO5-opleidingen 20 september 2013 Inhoud 1 Opzet 3 2 Toetsingskader 4 2.1 Onderwerp 1: Programma/opleidingsprofiel 4 2.2 Onderwerp 2: Inzet van personeel 4
Nadere informatieEvi Knuts projectcoördinator
Evi Knuts projectcoördinator 3e GoLeWe-projectconferentie Hasselt, 9 december 2010 Dubbele probleemstelling Onderwijs Werkveld Professionele gerichtheid van de bacheloropleiding Onderzoek en innovatie
Nadere informatieAcademiejaar 2008-2009. Programmagids. Verpleegkunde (PBA) 1eBa verpleegkunde
Academiejaar 2008-2009 Programmagids Verpleegkunde (PBA) 1eBa verpleegkunde Opleidingsonderdeel Groep Stp Semester Deeltijds (OO)Filosofie - ethiek - recht 7.0 2 (OA) Filosofie 2.0 2 1282008 2 6 Opleidingsonderdeel
Nadere informatieECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot GMW Geïntegreerde competentieverwerving 2 AD2 40 n.v.t. 220 JA aanvragen
Nadere informatieKWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN
Bijlage. Operationeel kader inrichting onderzoeksmaster als vermeld in artikel 1. NVAO VLAANDEREN KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN 2019-2025 OPERATIONEEL KADER INRICHTING ONDERZOEKSMASTER OKTOBER 2018
Nadere informatieRichtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen
Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering
Nadere informatieBANABA ZORGMANAGEMENT 2014-2015
BANABA ZORGMANAGEMENT 2014-2015 INHOUD 04 Doel van de opleiding 05 Banaba zorgmanagement 06 Situering 09 Algemene informatie VOORWOORD Het personeel en de studenten van de bachelor na bachelor opleiding
Nadere informatieDoelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.
Ontwerp van accreditatierapport en -besluit met een positieve beoordeling van de accreditatieaanvraag voor de opleiding Master of Science in de architectuur (master) van de Universiteit Antwerpen (na tijdelijke
Nadere informatieVerantwoordelijke opleidingsonderdeel
Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-Fiche opleidingsonderdeel: VAKDIDACTISCHE STUDIE Code: 10377 Academiejaar: 2017-2018 Aantal studiepunten: 3 Studietijd: 75 a 90 uur Deliberatie: Mogelijk Vrijstelling:
Nadere informatieToetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen 2 de ronde
Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen 2 de ronde 25 januari 2013 Inhoud 1 Opzet 4 2 Generieke kwaliteitswaarborgen 4 2.1 Generieke kwaliteitswaarborg 1: beoogd eindniveau 4 2.2
Nadere informatieBeoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).
nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Expertleerkracht Primair Onderwijs van de Hogeschool
Nadere informatieReflectievragen voor het ontwerpen van een traject met werkplekleren
voor het ontwerpen van een traject met werkplekleren Doelstelling Dit instrument is bedoeld voor het management van een opleiding en opleidingsteams. Het reikt reflectievragen aan voor het ontwerpen van
Nadere informatieGERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE
GERONTOLOOG WORDEN MASTER OF SCIENCE Behaal een academisch diploma. Ontwikkel uw loopbaan als gerontoloog U bent nu net afgestudeerde bachelor of enige tijd werkzaam als zorgverstrekker in een ziekenhuis,
Nadere informatieGedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN
Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen (Raad van Bestuur, 23 april 2013, 27 mei 2014, 31 maart 2015, 12 april 2016, 28 maart 2017 en 27 maart 2018) UITGANGSPUNTEN De Universiteit Antwerpen wenst
Nadere informatieHandreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland
Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van
Nadere informatieMedical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem
Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Gezondheid, Sport en Welzijn Masteropleiding Medical Imaging/ Radiation Oncology Verschillende studies laten zien dat de druk op de gezondheidszorg
Nadere informatieBeschrijving Basiskwalificatie onderwijs
universitair onderwijscentrum groningen hoger onderwijs Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs 2008-2009 september 2008 Basiskwalificatie onderwijs 2 Wat is de basiskwalificatie onderwijs (BKO)? De basiskwalificatie
Nadere informatieSpecifieke leraren - opleiding economie
COMBINEER MET BACHELOR / MASTER Specifieke leraren - opleiding economie Leuven Brussel Antwerpen Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Welkom aan de KU Leuven, de grootste en oudste universiteit
Nadere informatieToetsing realisatie voorwaarden. AD-programma. Land- en Watermanagement. Hogeschool Van Hall Larenstein. 8 augustus 2017
Toetsing realisatie voorwaarden AD-programma Land- en Watermanagement Hogeschool Van Hall Larenstein 8 augustus 2017 NVAO Toets voorwaarden nieuwe opleiding Adviesrapport Inhoud 1 Beschrijving van de opleiding
Nadere informatie1.4. Studentennummer: de persoonlijke studentencode vermeld in de databank van de instelling.
Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van.../.../... tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2014 tot vaststelling van de vorm van het hogeronderwijsdiploma en
Nadere informatie: 29 april 2016 : 17 mei 2016
m a o w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot een oordeel positief onder voorwaarden van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Bachelor of Nursing
Nadere informatieConceptkaders HBO5 3 november 2009
Conceptkaders HBO5 3 november 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Toetsing van tot HBO 5 om te vormen opleidingen 5 2.1 Opzet 5 2.2 Beoordelingskader voor tot HBO 5 om te vormen opleidingen 6 2.2.1 Basisgegevens
Nadere informatieVERKORTE TRAJECTEN extra ONDERWIJSVAK (SECUNDAIR ONDERWIJS)
VERKORTE TRAJECTEN extra ONDERWIJSVAK (SECUNDAIR ONDERWIJS) Voor wie? Je bent al leraar, maar je wil je onderwijsbevoegdheid uitbreiden? Dan ben je bij AP aan het juiste adres! De verkorte trajecten voor
Nadere informatieBANABA INTENSIEVE ZORGEN EN SPOEDGEVALLENZORG 2014-2015
BANABA INTENSIEVE ZORGEN EN SPOEDGEVALLENZORG 2014-2015 INHOUD 04 Doel van de opleiding 05 Banaba Intensieve zorgen en spoedgevallenzorg 06 Situering van de opleiding 08 Curricula 09 Individueel traject
Nadere informatieKarel de Grote-Hogeschool - Katholieke Hogeschool Antwerpen, Artesis Hogeschool, Artevelde Hogeschool
Karel de Grote-Hogeschool - Katholieke Hogeschool Antwerpen, Artesis Hogeschool, Artevelde Hogeschool Bachelor in de oncologische verpleegkunde (bachelor na bachelor) 13 maart 2013 NVAO Toets Nieuwe Opleiding
Nadere informatieBijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs
Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,
Nadere informatieBesluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool
NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober
Nadere informatieProtocol TNO Educatieve Master
Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding
Nadere informatieVERKORTE BACHELOR VERPLEEGKUNDE NA VROEDKUNDE PXL-HEALTHCARE WERKEN & STUDEREN
VERKORTE BACHELOR VERPLEEGKUNDE NA VROEDKUNDE PXL-HEALTHCARE 2018-2019 WERKEN & STUDEREN WELKOMSTWOORD ALGEMEEN DIRECTEUR Hogeschool PXL is een warme en kwaliteitsvolle hogeschool: ondernemend, netwerkend,
Nadere informatieAcademiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Academiejaar 2013/2014 navorming Mentor Klinisch Onderwijs Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Navorming Mentor Klinisch Onderwijs Deze opleiding is een samenwerking van het departement Gezondheid en
Nadere informatieECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden AC2 40 n.v.t.
Nadere informatieONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN
Zitting 2008-2009 25 maart 2009 ONTWERP VAN DECREET betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN Zie: 2158 (2008-2009) Nr. 1: Ontwerp van decreet 5571 OND 2 AMENDEMENT Nr. 1 Artikel 7 In a), tweede
Nadere informatiePolitieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie
Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie dr. Steven Van Luchene [VLIR Cel Kwaliteitszorg] op weg naar accreditatie 1. routebeschijving: tno visita e accredita e 2. de meet: generieke
Nadere informatiebijlage 1 bij agendapunt 4.2/15DB12 HERSTELPLAN OPLEIDING COMMUNICATIEMANAGEMENT HOGESCHOOL WEST-VLAANDEREN
bijlage 1 bij agendapunt 4.2/15DB12 HERSTELPLAN OPLEIDING COMMUNICATIEMANAGEMENT HOGESCHOOL WEST-VLAANDEREN Globale achtergrond van waaruit dit herstelplan is ontstaan. De opleiding communicatiemanagement
Nadere informatieECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk Werk Structuurgericht werken. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot
ECTS-fiche Opzet van de ECTS-fiche is om een uitgebreid overzicht te krijgen van de invulling en opbouw van de module. Er bestaat slechts één ECTS-fiche voor elke module. 1. Identificatie Opleiding Module
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.
1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...
Nadere informatieBijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.
Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende
Nadere informatieKwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017
Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Situering van de Kwaliteitscode Afstemming op Europese referentiekaders De regie-pilots De uitgebreide instellingsreview In de periode 2015-2017 krijgen de universiteiten
Nadere informatieDE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 februari 2008;
Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot vaststelling van de vorm van de diploma's en de inhoud van het bijhorend diplomasupplement
Nadere informatieAcademiejaar Programmagids. Sociaal werk (PBA) 2eBa sociaal werk
Academiejaar 2008-2009 Programmagids Sociaal werk (PBA) 2eBa sociaal werk Opleidingsonderdeel Groep Stp Semester Deeltijds (OO)Filosoferen, Religie, Zingeving en Levensbeschouwing 5.0 2 (OA) Filosoferen
Nadere informatieDe lijst vermeldt de gegevens bedoeld in artikel 64, 2, 2 [... geschr. decr. 19 maart 2004, art. V.25,I: 1 januari 2003)].
AFDELING 3 OVERGANGSBEPALINGEN ONDERAFDELING 1 OMVORMING NAAR BACHELOR-MASTERSTRUCTUUR Art. 123. 1. De universiteiten en hogescholen vormen hun academische opleidingen c.q. hun basisopleidingen die zij
Nadere informatieBesluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe
College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool
Nadere informatiePEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014
PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical
Nadere informatieToelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland
Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige
Nadere informatieECTS-fiche. 1. Identificatie. Module. Lestijden 60
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Marketing Module Management & Organisatie Code C2 Lestijden 60 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot JA aanvragen vrijstelling
Nadere informatieECTS-fiche. Graduaat Sociaal-Cultureel werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot Graduaat Sociaal-Cultureel werk Samenwerkingsvaardigheden AC2 40
Nadere informatieBesluit. Voozieningen (facet 4.1 )
n ed erl a n d s - v I a a ms e a ccr ed itati eo r ga ni sati e Besluit Accreditatierapport en -besluit met een positieve beoordeling van de accreditatieaanvraag voor de opleiding Bachelor in de interieurvormgeving
Nadere informatieOntwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016
Ontwerpkaders: Onderwijs Versie 1.0/november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie
Nadere informatieCOMMISSIE HOGER ONDERWIJS
COMMISSIE HOGER ONDERWIJS SJABLOON T.B.V. DE AANVRAGENDE INSTELLINGEN EN VLIR EN VLHORA VOOR AANVRAAGDOSSIER MACRODOELMATIGHEIDSTOETS M.H.O. OP TOETS NIEUWE OPLEIDING /VRIJSTELLING VERPLICHTE AFBOUW Opzet
Nadere informatieBreakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie
Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen
Nadere informatieOntwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november
Ontwerpkaders: Leeruitkomsten Versie 1.0/ november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie
Nadere informatieBRUGOPLEIDING VERPLEEGKUNDE 2015-2016
BRUGOPLEIDING VERPLEEGKUNDE 2015-2016 INHOUD 04 Doel van de opleiding 06 Situering van de opleiding 08 Curricula 13 Algemene informatie 16 Hoe te bereiken? VOORWOORD Het personeel en de studenten van de
Nadere informatieReglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement
Opleidingsraden reglement REGLEMENT OPLEIDINGSRADEN Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april 2012 INHOUDSTABEL Hoofdstuk I: Definities en toepassingsgebied Hoofdstuk II: Samenstelling van
Nadere informatieKader Toets Nieuwe Opleiding. - Vlaanderen 2015-2021
Kader Toets Nieuwe Opleiding - Vlaanderen 2015-2021 28 mei 2015 Pagina 2 van 13 Inhoud 1 Opzet 5 2 Beoordelingskader 6 3 Beoordelingsschaal en beslisregel 7 4 Samenstelling van de visitatiecommissie 8
Nadere informatieBeoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).
nvao w nederlands -vlaa m se accreditatieorganisatie sluit Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Juridisch medewerker van de Hogeschool van
Nadere informatie31/08/2015 WERKPLEKLEREN BRUGOPLEIDING. Karen Vansteenkiste WERKPLEKLEREN. Definitie Werkvorm in de brugopleiding Voordelen Kenmerken Voorbeeld
WERKPLEKLEREN BRUGOPLEIDING Karen Vansteenkiste WERKPLEKLEREN Definitie Werkvorm in de brugopleiding Voordelen Kenmerken Voorbeeld 1 Wat is werkplekleren? Werkpleklerenstaat voor leren op en via de leeromgeving
Nadere informatieSpecifieke lerarenopleiding economie
Specifieke lerarenopleiding economie Leuven Brussel Antwerpen Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Welkom aan de KU Leuven, de grootste en oudste universiteit van België. Je kunt hier je studietraject
Nadere informatieBijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.
Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende
Nadere informatieHandreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs
Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden
Nadere informatieAccreditatie nieuwe opleiding
Accreditatie nieuwe opleiding Hogeronderwijsinstellingen die een nieuwe associate degree-, bachelor- of masteropleiding willen starten, dienen deze laten erkennen door de (accrediteren). Dit kan via een
Nadere informatieChris Vermeir (met dank aan Frank Meys) De Bijzondere Leerroute voor Maatschappelijk Assistent
Chris Vermeir (met dank aan Frank Meys) De Bijzondere Leerroute voor Maatschappelijk Assistent 1. Historiek Hoe groeit zoiets? 1.1 Inspelend op een duidelijke behoefte Terechte bekommernissen van het sociaal-culturele
Nadere informatieKWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN
Bijlage. Operationeel kader wijziging studieomvang als vermeld in artikel 1. NVAO VLAANDEREN KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN 2019-2025 OPERATIONEEL KADER WIJZIGING STUDIEOMVANG OKTOBER 2018 Pagina 1 van
Nadere informatieMaster of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding.
Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen Nieuwe opleiding, d.w.z. voortzetting geaccrediteerde onbekostigde opleiding
Nadere informatieIn artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.
HOOFDSTUK 1 Geestelijke gezondheidszorg-beroepen Afdeling 1 Wijziging van de wet van 4 april 2014 tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr.78
Nadere informatieOpleiding. Orthopedagogie. Code + officiële benaming van de module. E2 Samenwerkingsvaardigheden 2. Academiejaar 2015-2016. Semester.
Opleiding Orthopedagogie Code + officiële benaming van de module E2 Samenwerkingsvaardigheden 2 Academiejaar 2015-2016 Semester 1 Studieomvang 3 studiepunten Totale studietijd 60 Aantal lestijden 40 Aandeel
Nadere informatieDatum locatiebezoek : 29 februari 2016 Datum paneladvies : 18 april 2016 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 18 februari 2014
,mmo r n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Opleiding tot Verpleegkundige
Nadere informatieOnderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek
Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor pedagogiek van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief) Onderwijs- en examenregeling
Nadere informatieNaam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten
Document / Informatie P = Prettig ; N = Noodzakelijk Algemene input voor schrijven zelfevaluatie 1. (P) Interne rapport tussentijdse audit op onderwijskwaliteit/accre-ditatiewaardigheid Suggesties NQA
Nadere informatieTabel Competenties docentopleiders/-trainers
Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt
Nadere informatieEVC-PROCEDURE AUHL Basisdocument
EVC-PROCEDURE AUHL Basisdocument Dit document bevat algemene informatie over EVC en de EVC-procedure binnen de AUHL. Het is bedoeld voor alle actoren/betrokkenen in de EVC-procedure. Februari 2016 1/8
Nadere informatieNSE: Van vraag naar verbetering
NSE: Van vraag naar verbetering Olof Wiegert Hogeschool van Amsterdam Stafafdeling Onderwijs en Onderzoek Hogeschool van Amsterdam 46444 studenten 3539 medewerkers 7 domeinen 68 voltijd bachelor opleidingen
Nadere informatieZUYD HOGESCHOOL
ZUYD HOGESCHOOL 2018-2019 Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE) Klik op een van onderstaande linken om direct naar
Nadere informatieSamenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.
nvao nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit Accreditatiebesluit met een positief eindoordeel voor de opleiding Master of Science in het overheidsmanagement en -beleid (master) van de Katholieke
Nadere informatieEVC-PROCEDURE AUHL Basisdocument
EVC-PROCEDURE AUHL Basisdocument Dit document bevat algemene informatie over EVC en de EVC-procedure binnen de AUHL. Het is bedoeld voor alle actoren/betrokkenen in de EVC-procedure. April 2014 1/8 EVC-PROCEDURE
Nadere informatieOp weg naar een competentiegericht curriculum
Op weg naar een competentiegericht curriculum Dag van de Onderwijsvernieuwing 8 juni 2005 Eva Marrannes Agenda Inleiding Specifieke context van het departement Communicatie Van beroepsprofiel naar Conclusie
Nadere informatieRapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel
Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel 1 Inleiding Naar aanleiding van het nieuwe kwaliteitszorgsysteem dat werd ingevoerd bij de opschorting van de opleidingsvisitaties, werd beslist om
Nadere informatiebachelor in de verpleegkunde
Academiejaar 2014/2015 Werk en behaal je diploma via een brugprogramma bachelor in de verpleegkunde Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Werk en behaal je diploma via een brugprogramma Omdat jij je wilt
Nadere informatieLeidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK)
Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK) GEZ Gezondheidszorg Departement Gezondheidszorg Campus Oude Luikerbaan 79 3500 Hasselt Verantwoordelijke EVK Ann Bancken (ann.bancken@khlim.be) Academiejaar
Nadere informatie