Ontwerp norm NEN Physical fire models of a natural fire concept oktober 2009 ICS Commentaar vóór 1 februari 2010

Transcriptie

1 Nederlandse Ontwerp norm NEN 6055 Fysisch brandmodel op basis van een natuurlijk brandconcept Publicatie uitsluitend voor commentaar Physical fire models of a natural fire concept oktober 2009 ICS Commentaar vóór 1 februari 2010 Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded. Normcommissie "Brandveiligheid van Bouwwerken" Apart from exceptions provided by the law, nothing from this publication may be duplicated and/or published by means of photocopy, microfilm, storage in computer files or otherwise, which also applies to full or partial processing, without the written consent of the Netherlands Standardization Institute. The Netherlands Standardization Institute shall, with the exclusion of any other beneficiary, collect payments owed by third parties for duplication and/or act in and out of law, where this authority is not transferred or falls by right to the Reproduction Rights Foundation. Auteursrecht voorbehouden. Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van het Nederlands Normalisatie-instituut niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van fotokopie, microfilm, opslag in computerbestanden of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op gehele of gedeeltelijke bewerking. Het Nederlands Normalisatie-instituut is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen voor verveelvoudiging te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden, voor zover deze bevoegdheid niet is overgedragen c.q. rechtens toekomt aan de Stichting Reprorecht. Although the utmost care has been taken with this publication, errors and omissions cannot be entirely excluded. The Netherlands Standardization Institute and/or the members of the committees therefore accept no liability, not even for direct or indirect damage, occurring due to or in relation with the application of publications issued by the Netherlands Standardization Institute. Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kunnen fouten en onvolledigheden niet geheel worden uitgesloten. Het Nederlands Normalisatie-instituut en/of de leden van de commissies aanvaarden derhalve geen enkele aansprakelijkheid, ook niet voor directe of indirecte schade, ontstaan door of verband houdend met toepassing van door het Nederlands Normalisatie-instituut gepubliceerde uitgaven Nederlands Normalisatie-instituut Postbus 5059, 2600 GB Delft Telefoon (015) , Fax (015)

2 Inhoud Voorwoord Onderwerp en toepassingsgebied Normatieve verwijzingen Termen en definities Symbolen en afkortingen Bepalingsmethode Zonemodel Toepassingsgebied Algemeen Randvoorwaarden voor toepassing Behoudswetten Algemeen Behoud van massa Behoud van deeltjes (per soort: i) Behoud van energie (per zone, laag: l) Gestratificeerde situatie (tweezonemodel) Gemengde situatie (eenzonemodel) Overgangsvoorwaarden van gestratificeerde naar gemengde situatie Verbrandingsmodel Algemeen Massaproductiestroom van deeltjes Massastroom verbrande brandstof Pyrolysemassastroom brandstof Brandvermogen Referentievermogensdichtheid, tijdconstante en vuurbelasting Submodellen massatransport Algemeen Massatransport tussen zones onderling (tweezonemodel) Algemeen Pluimmodel van Thomas Pluimmodel van Heskestad Massatransport tussen zones en omgeving Submodellen warmtetransport Warmtetransport vanaf de brandhaard Warmtetransport van en naar zones Warmtetransport tussen zones onderling (tweezonemodel) Warmtetransport tussen zones en omgeving Warmtetransport tussen zones en begrenzingen Warmtetransport in zonebegrenzingen Warmtebuffering en warmtetransmissie Nauwkeurige eendimensionale berekening Continuïteitsvoorwaarden...25 Bijlage A (normatief) Zonemodellen...27 Bijlage B (normatief) Verbrandingsmodellen...34 Bijlage C (normatief) Massatransport in pluimmodellen...42 Bijlage D (normatief) Massatransport tussen zones en omgeving...43 Bijlage E (normatief) Warmtetransport tussen zones, zonebegrenzingen en omgeving...57 Bibliografie

3 Voorwoord Fire Safety Engineering neemt een steeds belangrijkere plaats in bij de dimensionering van brandbeveiligingssystemen, bestaande uit bouwkundige en installatietechnische componenten. In Fire Safety Engineering worden fysische en empirische modellen in een samenhangend concept toegepast. Een belangrijk model hierin is het fysisch brandmodel. Dit model beschrijft het brandverloop in een brandruimte op basis van een natuurlijk brandconcept, dat wil zeggen afhankelijk van de aanwezige brandstof en zuurstof in die ruimte. Vorm, afmetingen, openingen en materialisering van de brandruimte zijn hierin vanzelfsprekend bepalende factoren. De aard van de aanwezige brandstof (permanente en variabele vuurlast) wordt voornamelijk bepaald door de gebruiksfunctie. De nationale bijlage bij Eurocode 1 (NEN-EN /NB) geeft per gebruiksfunctie randvoorwaarden voor brandstofafhankelijke grootheden die in deze norm kunnen worden gehanteerd. Daarnaast voorziet de nationale bijlage in een risicobenadering die in het fysisch model kan worden opgenomen. Deze risicobenadering is alleen relevant voor de beoordeling van de thermische belasting op draagconstructies met behulp van het fysisch brandmodel. In Eurocode 1 (NEN-EN ) wordt voor het belastingsgeval brand de thermische belasting in combinatie met een mechanische belasting voorgeschreven. Voor de thermische belasting wordt de mogelijkheid geboden om naast de standaardbrandkromme (nominale temperatuur-tijdrelatie) gebruik te kunnen maken van parametrische krommen of een fysisch brandmodel op basis van een natuurlijk brandconcept. De onderhavige norm is een beschrijving van het fysisch brandmodel. Het natuurlijk brandconcept geeft het brandverloop weer in een brandruimte zonder hierin actief in te grijpen (zoals brandweerinzet en automatische blusinstallatie). Echter, behalve voor de bepaling van de thermische belasting op draagconstructies, die voornamelijk wordt bepaald door de post-flash-over fase van een natuurlijk brandconcept, kan het fysisch brandmodel ook worden toegepast voor de bepaling van thermische belasting op personen in de pre-flash-over fase. Voor deze toepassing is de risicobenadering in de nationale bijlage bij Eurocode 1 niet van toepassing. De overige randvoorwaarden in de nationale bijlage kunnen wel hiervoor worden toegepast. De beschrijving van het fysisch brandmodel in deze ontwerpnorm is gebaseerd op de achtergronddocumenten Fysisch brandmodel, Basismodel (Van Herpen et al., 2008a) en Fysisch brandmodel, Submodellen (Van Herpen et al., 2008b). Leeswijzer Hoofdstuk 1 geeft het onderwerp en toepassingsgebied aan. De bepalingsmethode is in hoofdlijn gegeven in hoofdstuk 5. De basis van de bepalingsmethode is het zonemodel, beschreven in hoofdstuk 6. Dit zonemodel kan alleen functioneren met een goed verbrandingsmodel. Dit is beschreven in hoofdstuk 7. Daarnaast zijn voor het massatransport de volgende submodellen van belang (hoofdstuk 8): pluimmodel (alleen van toepassing in de pre-flash-over fase, voor het massatransport van de bron naar de hete zone in de brandruimte); massatransportmodel via openingen in de scheidingsconstructie van de brandruimte. Vervolgens zijn in hoofdstuk 9 de consequenties van deze submodellen voor het warmtetransport weergegeven. Ook het submodel voor warmtetransport tussen de zones in de brandruimte en de ruimtebegrenzing is hierin beschreven. Dit is een toegevoegd model dat van belang is indien een adiabatisch fysisch brandmodel niet toereikend is. Lokale submodellen (modellen die de lokale thermische belastingen op constructies of personen beschrijven) zijn buiten deze norm gehouden. Voor lokale thermische belastingen van constructies in de brandruimte wordt verwezen naar het model van Hasemi (zie NEN-EN , annex C: Localised fires). Voor lokale thermische belastingen van constructies buiten de brandruimte wordt verwezen naar het model van Law (zie NEN-EN , bijlage B: Thermal actions for external members, en bijlage G: Configuration factor). 3

4 Samenstelling werkgroep Fire Safety Engineering Dit normontwerp is opgesteld door de normcommissie "Brandveiligheid bouwwerken", na voorbereiding door de werkgroep " Fire Safety Engineering". Op het ogenblik van publicatie van het normontwerp was de werkgroep als volgt samengesteld: A.F. Hamerlinck (voorzitter) Bouwen met Staal L. Cleef Rockwool Th.H. Gies E.W. Janse DGMR BVEJ R.J.E. Kisjes J.J. Mertens R.J.M. van Mierlo Deerns Peutz Efectis G. van Oosteren Colt J.M. van Sabben R.J.B.M. Schage H.J. Schuurman LNB LNB Oranjewoud H. Smits Van Hooft R.A.P. van Herpen (rapporteur) Nieman M. Mergeay (secretaris) Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), Delft Commentaar op dit normontwerp wordt zeer op prijs gesteld. Commentaar kan elektronisch worden ingediend op een commentaarformulier. Een elektronisch commentaarformulier kunt u aanvragen bij het secretariaat van NEN-Bouw: christel.helderman@nen.nl onder vermelding van: commentaarformulier Ontw. NEN Commentaar moet binnen zijn vóór 1 februari

5 Fysisch brandmodel op basis van een natuurlijk brandconcept 1 Onderwerp en toepassingsgebied De standaardbrandkromme is een genormeerde temperatuur-tijdkromme voor een compartimentsbrand. De werkelijke temperatuurontwikkeling in een brandruimte hangt af van het brandvermogen dat in die brandruimte tot ontwikkeling komt en de warmtestromen die door geleiding, stroming en straling tussen brandruimte en ruimtebegrenzing en tussen brandruimte en omgeving optreden. Het fysisch brandmodel is een zonemodel op basis van een natuurlijk brandconcept waarmee het brandvermogensscenario kan worden beschreven en de temperatuurontwikkeling in de tijd als afgeleide hiervan kan worden berekend. Het fysisch brandmodel beschrijft zowel de pre-flash-over - als de post-flashover fase en is daardoor een hulpmiddel voor de beoordeling van de vluchtveiligheid, de repressieve veiligheid en de constructieve veiligheid. Brandvermogensscenario (natuurlijk brandconcept) verbruikte energie [GJ] brandvermogen [MW] flash-over tijd Figuur 1 van een brandvermogensscenario bij een natuurlijk brandconcept De pre-flash-over fase start als een tweezonemodel (een gestratificeerde situatie van een hete zone boven een koude zone). In deze fase is sprake van een lokale brand, waarbij de verbrandingsproducten via een pluim instromen in de hete zone. Dit tweezonemodel gaat onder bepaalde voorwaarden over in een eenzonemodel (gemengde zone). In veel gevallen zal flash-over hiervan de oorzaak zijn. In de post-flash-over fase is de lokale brand uitgebreid tot een volledig ontwikkelde (compartiments)brand: alle brandstof in de brandruimte staat dan in brand. In die situatie is het brandvermogen stationair en meestal door ventilatie beheerst. Dat houdt in dat door zuurstofgebrek geen volledige verbranding optreedt, maar dat onverbrande of halfverbrande producten in het gasvolume van de brandruimte aanwezig zijn. Bij uitstroming uit de brandruimte verbranden deze producten alsnog volledig, omdat buiten de brandruimte voldoende zuurstof aanwezig is en de uitstromende gassen voldoende energie voor ontsteking bevatten. Dit verbrandingsverschijnsel levert uitslaande vlammen op. Wanneer de brandstof opraakt, treedt de dooffase op. Het brandvermogen in de dooffase neemt af tot nul, dit bepaalt de totale brandduur. De brandruimte is dan nog niet afgekoeld tot de beginsituatie (omgevingstemperatuur). Daarvoor is, afhankelijk van de bouwkundige eigenschappen van de brandruimte, nog een afkoelingstijd nodig. 5

6 Het fysisch brandmodel beschrijft het totale brandverloop in de ruimte en omvat dus zowel de pre-flashover fase (ontwikkelende brand), de post-flash-over fase (stationaire compartimentsbrand) als de dooffase (opraken van brandenergie). z p z s Vóór flash-over : twee zones ventilatieopening U: hete zone drukneutraal vlak interface L: koude zone ventilatieopening pluim mechanische ventilatievoorziening ventilatieopening flash-over (t = t s ) H z p Na flash-over : één gemengde zone ventilatieopening ventilatieopening drukneutraal vlak g: gemengde zone ventilatieopening mechanische ventilatievoorziening 0 0 brandhaard gelijkmatig verdeelde brandstof overgangswaarden H Figuur 2 Zones in het fysisch brandmodel voor en na flash-over In de pre-flash-over fase ontstaat ten gevolge van een lokale brand in de ruimte in beginsel een tweezonemodel. Bij verdere brandontwikkeling gaat dit onder voorwaarden over in een eenzonemodel. In de post-flash-over fase is altijd sprake van een eenzonemodel. Binnen een zone zijn grootheden uniform. Fluctuaties in bijvoorbeeld temperatuur of rookdichtheid binnen een zone kunnen dus niet inzichtelijk worden gemaakt. Indien dat noodzakelijk is, zal een veldmodel (CFD: computational fluid dynamics ) moeten worden toegepast. 2 Normatieve verwijzingen De volgende documenten waarnaar is verwezen zijn onmisbaar voor de toepassing van dit document. De verwijzingen zijn ongedateerd. Bij gedateerde verwijzingen is alleen de aangehaalde versie van toepassing. Bij ongedateerde verwijzingen is de laatste versie van het document (met inbegrip van wijzigingsbladen) waarnaar is verwezen van toepassing. NEN 6069 NEN 6090 NEN-EN NEN-EN NEN-EN NEN-EN /NB Experimentele bepaling van de brandwerendheid van bouwdelen en bouwproducten en het classificeren daarvan Bepaling van de vuurbelasting Bepaling van de brandwerendheid Deel 1: Algemene eisen Bepaling van de brandwerendheid Deel 2: Alternatieve en aanvullende procedures Eurocode 1: Belastingen op constructies Deel 1-2: Algemene belastingen Belasting bij brand Nationale bijlage bij NEN-EN Eurocode 1: Belastingen op constructies Deel 1-2: Algemene belastingen Belasting bij brand 6

7 3 Termen en definities Voor de toepassing van deze norm gelden de volgende definities. 3.1 brandcompartiment gedeelte van een of meer gebouwen, bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van de brand 3.2 brandruimte ruimte waarin de brand woedt: een (sub)brandcompartiment of een ruimte binnen dit (sub)brandcompartiment OPMERKING Deze definitie wijkt af van de definitie in NEN brandscenario kwalitatieve beschrijving van het brandverloop waarin de tijdstippen van kenmerkende gebeurtenissen, die de brand onderscheidt van andere branden, worden vastgelegd. OPMERKING Het brandscenario definieert de ontsteking en de brandgroei, het volledig ontwikkelde stadium (indien dit optreedt) en doofstadium, samen met de gebouwomgeving en systemen of installaties die het brandverloop beïnvloeden. 3.4 brandvermogen vermogen dat vrijkomt bij verbranding als functie van tijd 3.5 brandvermogensdichtheid vermogen dat vrijkomt bij verbranding als functie van tijd per eenheid van oppervlakte 3.6 brandwerendheid vermogen van een constructie of een constructieonderdeel om bij blootstelling aan brand gedurende een gegeven tijd de dragende en/of scheidende functie te kunnen vervullen, rekening houdend met de daarbij behorende belastingscombinaties en grenswaarden 3.7 brandwerendheid, betrokken op de draagkracht, instandhouding R vermogen van een constructie(onderdeel) om tijdens een relevante brand in haar (zijn) dragende functie te kunnen voorzien, volgens vastgestelde criteria 3.8 brandwerendheid, betrokken op de integriteit, vlamdichtheid E vermogen van een scheidingsconstructie bij belasting door brand aan één zijde om de doorgang van hete gassen en vlammen te belemmeren en te voorkomen dat vlammen aan de niet-verhitte zijde ontstaan 3.9 brandwerendheid, betrokken op de thermische isolatie I vermogen van een scheidingsconstructie bij belasting door brand aan één zijde om de temperatuurstijging van de niet-verhitte zijde beneden de gespecificeerde grenswaarde te houden 7

8 3.10 brandwerendheid, betrokken op de warmtestraling W vermogen van een scheidingsconstructie bij belasting door brand aan één zijde om de warmtestralingsflux aan de niet-verhitte zijde beneden de gespecificeerde grenswaarde te houden 3.11 computational fluid dynamics model brandmodel (veldmodel), dat numeriek de partiële differentiaalvergelijkingen oplost en de thermodynamische en de aerodynamische variabelen geeft, op elke plaats in het compartiment 3.12 door brandstof beheerst brandvermogen brandvermogen dat vrijkomt wanneer bij een verbranding het vermogen bepaald wordt door de eigenschappen van de brandstof en zuurstof in overmaat aanwezig is 3.13 door ventilatie beheerst (door zuurstof beheerst) brandvermogen brandvermogen dat vrijkomt wanneer bij een verbranding het vermogen bepaald wordt door de beschikbaarheid van zuurstof en brandstof in overmaat aanwezig is 3.14 eenvoudig brandmodel ontwerpbrand, gebaseerd op een beperkt toepassingsgebied van specifieke fysische parameters 3.15 eenzonemodel brandmodel, waarin homogene gastemperaturen in het compartiment worden verondersteld 3.16 emissiviteit deel van de stralingswarmte dat door een bepaalde oppervlakte wordt geabsorbeerd, gelijk aan de absorptiecoëfficiënt van een oppervlakte 3.17 externe brandkromme nominaal temperatuurverloop, gedefinieerd in NEN-EN , bedoeld voor de buitenzijde van uitwendige scheidingsconstructies die aan brand wordt blootgesteld, bijvoorbeeld vanuit een naburige brandruimte of door buitenopslag 3.18 flash-over gelijktijdige ontsteking van de totale vuurlast in een brandruimte 3.19 geavanceerd brandmodel ontwerpbrand, gebaseerd op behoud van massa en energie 3.20 interface horizontaal scheidingsvlak tussen de hete en de koude zone in een tweezonemodel 3.21 koolwaterstofbrandkromme nominaal temperatuurverloop, gedefinieerd in NEN-EN , voor een koolwaterstofbrand 3.22 lokale brand brand die slechts een beperkte oppervlakte beslaat in een brandruimte 8

9 3.23 ontwerpbrand voor ontwerpdoeleinden veronderstelde gespecificeerde brandontwikkeling 3.24 ontwerpbrandscenario specifiek brandscenario waarop een analyse wordt gebaseerd 3.25 ontwerpvuurbelasting vuurbelasting bedoeld voor de bepaling van de thermische actoren in het brandontwerp, waarbij wordt uitgegaan van een karakteristieke waarde die is bepaald op basis van statistische gegevens of van een deterministische waarde 3.26 permanente vuurbelasting vuurbelasting ten gevolge van de bouwkundige constructies van het bouwwerk in de brandruimte 3.27 standaardbrandkromme nominale temperatuur-tijdrelatie, gedefinieerd in NEN-EN , voor een volledig ontwikkelde brand in een brandruimte 3.28 standaardbrandwerendheid tijdsduur in minuten dat een constructie(onderdeel) bij blootstelling aan opwarming volgens de standaardbrandkromme haar (zijn) (dragende en/of scheidende) functie kan blijven vervullen bij de belastingen die in geval van brand in rekening moeten worden gebracht 3.29 temperatuuranalyse procedure om temperatuurontwikkeling in constructiedelen op basis van thermische actoren (thermische belasting) en de thermische materiaaleigenschappen van de constructiedelen en de beschermende oppervlakken vast te stellen, waar relevant 3.30 thermische actoren thermische belasting (van een constructie of een persoon), ten gevolge van warmtetransport door straling, geleiding en convectie 3.31 tweezonemodel brandmodel, waarin verschillende zones in een compartiment worden gedefinieerd: een bovenlaag, een onderlaag, de brand en de pluim OPMERKING In de bovenlaag en de onderlaag worden uniforme gastemperaturen verondersteld variabele vuurbelasting vuurbelasting ten gevolge van de aanwezige inrichting en inventaris in de brandruimte 3.33 verbrandingsefficiëntie mate waarin de gepyrolyseerde brandstof verbrandt, variërend van 1 voor volledige verbranding tot 0, wanneer in het geheel geen verbranding meer optreedt 9

10 3.34 volledig ontwikkelde brand brand waarbij alle brandbare oppervlakken (van de vuurlast of brandstof) binnen een specifieke ruimte deelnemen aan de brand 3.35 vuurbelasting vuurlast per oppervlakte-eenheid, gerelateerd aan de vloeroppervlakte van de brandruimte 3.36 vuurlast som van de thermische energieën die door verbranding van alle brandbare materialen in een ruimte vrijkomen (gebouwinhoud en constructie-elementen) 3.37 warmteoverdrachtscoëfficiënt voor convectie coëfficiënt voor de convectieve warmtestroom naar een element, gerelateerd aan het verschil tussen de gastemperatuur grenzend aan de relevante oppervlakte en de temperatuur van die oppervlakte 4 Symbolen en afkortingen Latijnse hoofdletters A oppervlakte [m 2 ] A f vloeroppervlakte van een brandcompartiment [m 2 ] A t totale oppervlakte van de omhulling (wanden, plafond en vloer, met inbegrip van openingen) [m 2 ] C warmtecapaciteit [J/m 2 K] C d stromingscoëfficiënt voor opening [-] E H H u H ui Q energie [J] hoogte brandruimte [m] nettoverbrandingswaarde met inbegrip van vochtigheid [J/kg] nettoverbrandingswaarde van brandstof i met inbegrip van vochtigheid [J/kg] (brand)vermogen [W] Q c convectief deel van het brandvermogen Q [W] Q e warmtestroom ten gevolge van luchtinmenging (pluim) vanuit de koude zone [W] Q warmtestroom ten gevolge van een inkomende gasstroom via openingen [W] in Q nett,loss nettowarmtestroom naar de ruimtebegrenzingen en openingen [W] Q out warmtestroom ten gevolge van een uitgaande gasstroom via openingen [W] 10

11 Q p Q r warmtestroom door straling en convectie naar de ruimtebegrenzingen (wanden, vloer en plafond) [W] stralingsdeel van het brandvermogen Q [W] Q warmtestroom door straling [W] Q rad s V,rad convectief vermogen in de rookpluim ter hoogte van de interface [W] Q warmtestroom door straling via openingen in de verticale ruimtebegrenzing naar de omgeving [W] R R T ideale gasconstante (= 287 J/kgK) warmteweerstand [m 2 K/W] temperatuur [K] V volume [m 3 ] V W f volumestroom [m 3 /s] omtrek van de brand [m] Y massafractie van deeltje i [-] Z mengfractie Latijnse kleine letters b c c p (T) c V (T) d thermische traagheid soortelijke warmte [J/kgK] soortelijke warmte bij temperatuur T bij gelijkblijvende druk [J/kgK] soortelijke warmte bij temperatuur T bij gelijkblijvend volume [J/kgK] dikte van een materiaallaag [m] g gravitatieconstante (= 9,81m/s 2 ) h hoogte [m]; warmteoverdrachtscoëfficiënt [W/m 2 K] h ao warmteoverdrachtscoëfficiënt aan het buitenoppervlak [W/m 2 K] h io warmteoverdrachtscoëfficiënt aan het binnenoppervlak [W/m 2 K] h l hoogte van een zone (laag) [m] m massa [kg]; verbrandingsfactor [-] m massastroom [kg/s] 11

12 m e ingemengde luchtmassastroom in een pluim [kg/s] m fi pyrolysemassastroom van brandstof [kg/s] m in inkomende gasmassastroom door openingen [kg/s] m uitgaande gasmassastroom door openingen [kg/s] out m gasmassastroom (uitstromend uit een pluim) ter plaatse van de interface [kg/s] p s luchtdruk [Pa] p int Δp Δp nc n interne luchtdruk [Pa] luchtdrukverschil [Pa] luchtdrukverschil ten gevolge van temperatuurverschil [Pa] aantal mol in verbrandingsreactie q f vuurbelasting gerelateerd aan vloeroppervlakte A f [J/m 2 ] q referentievermogensdichtheid per m 2 gebruiksoppervlakte [W/m 2 ] f r stoichiometrische constante (m/m) [-] t t s t α v z z p z s tijd [s] tijdstip van flash-over [s] tijdconstante [s] snelheid [m/s] hoogte boven vloerniveau [m] hoogte van het drukneutrale vlak [m] hoogte van de interface tussen twee zones [m] Griekse kleine letters α temperatuurvereffeningscoëfficiënt γ soortelijke warmteverhouding [-] ε emissiviteit, emissiecoëfficiënt voor straling [-] η c verbrandingsefficiëntie [-] λ warmtegeleidingscoëfficiënt [W/mK] ρ dichtheid [kg/m 3 ] σ constante van Stefan-Boltzmann (= 5, W/m 2 K 4 ) ω fi massastroom van brandstof die wordt verbrand [kg/s] 12

13 Bestelformulier Stuur naar: NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer WB Delft NEN Standards Products & Services Postbus GB Delft Vlinderweg AX Delft Ja, ik bestel ex. NEN 6055:2009 Ontw. nl Fysisch brandmodel op basis van een natuurlijk brandconcept T (015) F (015) Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via Gratis nieuwsbrieven Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen, normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze nieuwsbrieven. Gegevens Bedrijf / Instelling T.a.v. O M O V Klantnummer NEN Uw ordernummer BTW nummer Postbus / Adres Postcode Plaats Telefoon Fax Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) Postbus / Adres Postcode Plaats Datum Handtekening Retourneren Fax: klantenservice@nen.nl Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214, 2600 WB Delft (geen postzegel nodig). Voorwaarden De prijzen zijn geldig tot 31 december 2018, tenzij anders aangegeven. Alle prijzen zijn excl. btw, verzend- en handelingskosten en onder voorbehoud bij o.m. ISO- en IEC-normen. Bestelt u via de normshop een pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. Meer informatie: telefoon , dagelijks van 8.30 tot uur. Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie voorbehouden. U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: LEREN, WERKEN EN GROEIEN MET NEN preview