Techniek Gerechten op punt afkruiden Taal: correct gebruik van inversie Groepjes goed verdelen: Nederlandstaligen en anderstaligen door mekaar

Transcriptie

1 LESVOORBEREIDING Les 3: Gebakken rode tonijn op een slaatje van groene boontjes en kwarteleitjes; tournedos van zalm mi-cuit, Prosciutto Di Parma, tuinkruidendressing en salade van linguini verdi Opleiding Grootkeuken - hulpkok Vak A5 Koude Keuken Vakdoelstelling(en) volgens Voorbereiden van vis klassieke salades in andere toepassing leerplan Doelstelling Nederlands Werkinstructies lezen Taaluitingen Correcte vragen formuleren: gebruik vraagwoorden (hoe, waarom, wat, wie, ), inversie (werkwoord eerst, dan onderwerp) Welke vaardigheden Nederlands komen aan bod in deze les? X spreken X luisteren 0 schrijven X lezen Minimum vereist taalniveau voor Instap 2.1 deze les Begrippen en vaktermen die de Mesclun assaisonner cursisten moeten onthouden Beschrijving van de verwachte moeilijkheden van cursisten Aandachtspunten voor de docent op vlak van taal Taalleerkansen in deze les Techniek Gerechten op punt afkruiden Taal: correct gebruik van inversie Groepjes goed verdelen: Nederlandstaligen en anderstaligen door mekaar Lesstructuur FASEN 1 Inleiding De vakdocent legt uit wat ze gaan maken en dat de cursisten zelf de receptuur gaan samenstellen. 2 Overlopen menu De vakdocent expliciteert de doelstelling Nederlands: werkinstructies lezen en info/hulp/advies vragen. a)de klas wordt in groepjes verdeeld. Elk groepje krijgt tekststrookjes die in de juiste volgorde gelegd moeten worden (evt. Krijgen 2 groepjes hetzelfde gerecht om dan te kunnen vergelijken). 15 min. 45 min. Timing

2 b) Klassikaal corrigeren: cursisten lezen hun versie, andere groepjes kunnen commentaar geven. Vraagjes van de vakdocent om de groep te betrekken: - X gaat eerst ontpitten en dan verfrissen. Hoe zou jij dat doen? - Zijn er eventueel andere mogelijkheden? 3 Voorbereiding Controle leveringsbon door 2 cursisten (beurtrol). Zo nodig signaleren ze fouten in de levering. 4 Bereiding 10 min. 50 min. Na de 2 de lesfase zouden de cursisten in staat moeten zijn om per 2 zonder receptuur op papier het gerecht te bereiden. Indien ze het niet precies meer weten, kunnen ze door vragen te stellen aan elkaar en aan de vakdocent de nodige informatie achterhalen. Vakdocent kijkt of alles overal goed verloopt. Hij stimuleert cursisten om vragen te stellen bij problemen. Eventueel fout gestelde vragen corrigeren (inversie, vraagwoorden, ). - Hoeveel gram/liter heb ik nodig? - Wanneer moet ik ingrediënt X toevoegen? - Wat moet ik doen als de dressing te liquide is? 5 Afwerking De vakdocent maakt een voorbeeldbord. 6 Maaltijd De vakdocent vraagt aan de cursisten hoe zij een gerecht van een andere groep zouden maken. De cursisten die het gerecht gemaakt hebben, zeggen hoe zij het in realiteit gemaakt hebben. 20 min. 30 min. 7 Afwas en opruimen 30 min. Didactisch materiaal Cursus, bord, verknipte recepturen (per receptuur een andere kleur)

3 Opleiding Vak Vakdoelstelling(en) volgens leerplan Doelstelling Nederlands Taaluitingen Minimum vereist taalniveau voor deze les Begrippen en vaktermen die de cursisten moeten onthouden Beschrijving van de verwachte moeilijkheden van cursisten LESVOORBEREIDING Les 2: notenbrood, verrassingsbrood schijven, stokbrood, wit brood, bruin brood Bakkerij Brood C - De deeg temperatuur kunnen berekenen. - De juiste grondstoffen kunnen kiezen. - De grondstoffen op een correcte wijze kunnen afwegen/afmeten. - De kneedtijd kunnen bereken. - Wanneer voeg ik wat toe? - De grondstoffen in een juiste volgorde kunnen toevoegen dat er een bepaalde volgorde moet gerespecteerd worden. - De juiste deegvastheid kunnen aanvoelen en bepalen. - Wanneer mag het deeg uit de kneedmachine? - Kunnen vaststellen wanneer een deeg voldoende gekneed is. - Het deeg op een correcte wijze uit de machine kunnen halen. - Het deeg een voorrijs kunnen geven. - Weten dat de voorrijs wordt opgedeeld in tussentijden en deze ook kunnen toepassen - o.a. toeslaan afwegen 1 ste x opbollen - 2 de x opbollen, oppunten of lang steken = eindvorm - Het deeg een narijs kunnen geven - De rijskast kunnen instellen volgens temperatuur, vochtinstelling en tijdsduur - Het deeg eventueel afduwen deeg inprikken deegbol omdraaien - Kunnen vaststellen dat een deegbol voldoende is nagerezen - De deegstukken kunnen afbakken; - o.a voorstomen, inovenen, nastomen, baktijd instellen, dampsleutel openen, uitovenen - de gebakken producten op een correcte manier laten afkoelen Verslag uitbrengen over een taak Gebruik structuuraanduiders (eerst, dan, daarna, ten slotte) Welke vaardigheden Nederlands komen aan bod in deze les? X spreken X luisteren 0 schrijven 0 lezen Instap 2.1 Opbollen voorrijs narijs toeslaan - doreren Techniek - Wanneer mag het deeg uit de kneedmachine? - Wanneer voeg ik wat toe?

4 Aandachtspunten voor de docent op vlak van taal Taalleerkansen in deze les Taal Gebruik structuuraanduiders (Eerst, daarna, dan, ten slotte) Zoveel mogelijk cursisten aan het woord laten door vragen te stellen over het uitgevoerde werk. Cursisten aanmoedigen om met volledige zinnen te spreken (feedback geven). Lesstructuur 1 Inleiding FASEN 30 Timing De vakdocent koppelt terug naar vorige les (klasgesprek): - Welke producten hebben we vorige week gemaakt? - Wie kan vertellen hoe je stokbrood/verrassingsbrood maakt? - Waar moet je op letten als je de ingrediënten in de kuip doet? - Wat zijn de basisingrediënten voor elk brood? - Wat hebben we eerst/dan/daarna/ten slotte/ gedaan? De vakdocent vertelt dat de cursisten straks verslag zullen uitbrengen van wat ze gedaan hebben. Hij geeft kort een voorbeeld van vorige week. Hij/zij kan een spreekwijzer op het bord noteren Eerst Dan Daarna Ten slotte De cursisten kunnen hier straks op terugvallen. 2 Voorbereiding De cursisten werken per 2. Elk duo maakt één product en krijgt een productfiche met ingrediënten en bereidingswijze. Cursisten lezen de fiche en krijgen kans om vragen te stellen. Vakterminologie kan hier uitgelegd worden. - Wat is opbollen ook al weer? - Wat ga je met het deeg doen als het uit de machine komt? - Hoe heet deze fase? 3 Bereiding Cursisten zetten alles klaar. 20

5 Didactisch materiaal 4 Rusttijd deeg Cursisten ruimen op, de vakdocent stelt hen vragen over de volgende fase. - Waarom is de juiste watertemperatuur zo belangrijk? - Wat ga je straks doen? - Wat ga je daarna doen? 5 Deeg in porties verdelen + opbollen Vakdocent vraagt aan de cursisten wat ze tot nu gedaan hebben, welke ingrediënten ze gebruikt hebben, welk materiaal ze gebruikt hebben. - Wat heb je eerst gedaan? - Wat ga je straks doen? - Is er een verschil tussen het maken van notenbrood en stokbrood? - Welk verschil is er? 6 Tweede rusttijd deeg Cursisten ruimen op/wassen af of leggen materiaal klaar dat ze eventueel nog nodig hebben. 7 Afwerking Deeg moet indien nodig nog eens opgebold worden. De vakdocent demonstreert per groepje wat er exact moet gebeuren. 8 Afbakken Terwijl de broden in de oven zitten, vertellen de cursisten welk product ze gemaakt hebben en hoe ze het gemaakt hebben. Ze kunnen de informatie die op het bord staat (spreekwijzer) gebruiken. De vakdocent corrigeert waar nodig. Cursus, structuuraanduiders op bord (spreekwijzer) à à 15 Max. 30

6 LESVOORBEREIDING Les: Basis Security Opleiding PC- en netwerktechnicus Vak Cisco CCNA1: Hoofdstuk 8 Vakdoelstelling(en) volgens leerplan De verschillende netwerkbedreigingen herkennen en beschrijven De verschillende methoden van attack s herkennen De security procedures en applicaties beschrijven De eigenschappen van een firewall beschrijven en hoe het ter bescherming tegen een attack gebruikt kan worden Doelstelling(en) Nederlands Op een gestructureerde manier zijn standpunt kunnen neerzetten Welke vaardigheden Nederlands komen frequent aan bod in deze les? x spreken x luisteren 0 schrijven 0 lezen Minimum vereist taalniveau voor Instap 2.2 deze les Begrippen en vaktermen die de cursisten moeten onthouden Beschrijving van de verwachte moeilijkheden van cursisten Aandachtspunten voor de docent op vlak van instructietaal/taaldidactiek Taalleerkansen in deze les Hackers, Social engineering Virussen, worm en Trojan Horse Spyware, spam en pop-up anti-virus, anti-spyware, pop-up blocker en Firewall SSID, WEP Technisch De nieuwe technische woorden die in de video voorkomen begrijpen Taal Tot in detail begrijpen van info uit een reportage over het vakgebied Op een gestructureerde manier zijn standpunt uitleggen Het standpunt van een medecursist begrijpen Een inleiding voorzien die goed aanknoopt met de voorkennis van de cursisten. Lesstructuur FASEN 1 Inleiding over de video Dit is een opname van de VRT, het programma panorama. Deze reportage gaat over gezien worden. Alles wat we doen wordt geregistreerd en er wordt in het programma samen gewerkt met een hacker om aan te tonen dat alles digitaal te hacken valt. De vakdocent leidt het videofragment in. Hij formuleert vragen om de voorkennis van Timing

7 cursisten te activeren. Wat betekent privacy? Welke gevaren loop je op het internet? Wat doet een hacker? Ken je voorbeelden van belangrijke hacks? 2 De video bekijken (alleen het IT gedeelte). De vakdocent onderbreekt de video soms om iets te verduidelijken. 3 Na de video gaan de cursisten per 2 een antwoord formuleren op onderstaande vragen Mag Apple bijhouden waar en wanneer je je bevindt? Wordt de wet op de privacy hier gerespecteerd? o Privacy is dood. Wat vinden jullie van die uitspraak? Wat vind je van het bestaan van ethische hackers? Op het internet is niets of niemand nog veilig. Wat vinden jullie van die uitspraak? Mag Backtrack zomaar gratis te downloaden zijn? Wanneer en hoe werd er aan social engineering gedaan in de video? Wat zijn veilige wachtwoorden? Wie gebruikt er facebook? o Gaan jullie dit blijven gebruiken? o Gaan jullie nu anders te werk gaan? Doen jullie aan online banking? o Gaan jullie dit blijven gebruiken? Iedereen is het doelwit van een hacker. Wat vinden jullie van die uitspraak? Alles op het internet is publiek. Wat vinden jullie van die uitspraak? Weten we dat we aangevallen worden (dat een hacker in onze pc is)? Kunnen we ons volledig beschermen tegen hackers? Hoe goed is jullie pc beveiligd? o Is jullie draadloze netwerk goed beveiligd? 4 Klasgesprek Vervolgens vraagt de docent de mening van alle groepjes op deze vragen in een klasgesprek. Alle cursisten komen (minstens 1 maal) aan bod

8 5 Presentatie-opdracht Security Uitdelen van de opdracht voor de volgende les. In het bestand Presentatie opdracht - basic security.doc staan 12 onderwerpen. Elk onderwerp wordt aan een cursist toegewezen. Over dit onderwerp moeten ze eerst informatie opzoeken en zelf begrijpen. Eenmaal ze dit hebben, maken ze een presentatie hiervan. De cursisten kunnen hier al mee van start gaan. Ze krijgen individueel zo nodig nog extra uitleg. 20 De vakdocent bespreekt de spreekwijzer die de cursisten moeten gebruiken voor deze presentatie. Ook in de Nederlandse les kan er aandacht besteed worden aan hoe men een presentatie maakt (in powerpoint) en geeft (a.d.h.v. dezelfde spreekwijzer). Didactisch materiaal Reportage Panorama Bestand Presentatie opdracht - basic security.doc Spreekwijzer Presentatie geven

9 LESVOORBEREIDING Les: DITMUSA -> aanpassingen aanbrengen in een spel Opleiding Begeleider in de kinderopvang Vak BSK 5 Vakdoelstelling(en) volgens leerplan De cursist kan individuele en groepsactiviteiten, aangepast aan de eigenheid van ieder kind, de groep en de omstandigheden, uitwerken en uitvoeren in oefensituaties Doelstelling Nederlands Spreken: uitleg geven en begrijpen Taaluitingen De begeleider is verkleed als piraat. De kinderen gaan in een kring staan. Een kind stapt rond de kring. De andere kinderen sluiten de ogen. Elk kind krijgt een papiertje. Welke vaardigheden Nederlands komen aan bod in deze les? 0 spreken 0 luisteren 0 schrijven 0 lezen Minimum vereist taalniveau voor 2.3 deze les Begrippen en vaktermen die de cursisten moeten onthouden Ditmusa, aanpassingen. Woordenschat uit spelletjes. Beschrijving van de verwachte moeilijkheden van cursisten Techniek: zoeken hoe je enkele elementen in een spel kan veranderen. Taal: - Specifieke woordenschat uit spelletjes. - Zinsbouw. Normale constructie: subject + verbum + informatie. Constructie met inversie: informatie + verbum + subject + informatie. Aandachtspunten voor de docent op vlak van taal Taalleerkansen in deze les De docent besteedt aandacht aan de zinsbouw door: - de 4 verschillen tussen de 2 spelletjes in kleur op bord te schrijven. - de taalfouten te verbeteren tijdens de presentatie. Lesstructuur FASEN 1 De leerkracht heeft DITMUSA uitgelegd aan de hand van het voorbeeld piratennamiddag. De A uit DITMUSA staat voor aanpassingen. De studenten kunnen na de les enkele elementen uit een bestaand spel aanpassen/veranderen. Zo leren ze nieuwe spelletjes uitvinden. 2 De leerkracht verdeelt de klas in 2 groepen. Groep 1 gaat naar buiten. Groep 2 blijft in de klas bij de leerkracht. Groep 1 krijgt op papier de speluitleg. Zij lezen het spel en proberen de details te onthouden. 10 Timing

10 In de klas leest de leerkracht 2 maal een spel voor aan de studenten uit groep 2. De studenten mogen aantekeningen maken. 3 Daarna komt groep 1 de klas binnen. De leerkracht zet telkens iemand van groep 1 bij iemand van groep 2. De studenten vertellen aan elkaar wat zij gelezen of gehoord hebben en zij zoeken de 4 verschillen tussen de 2 spelletjes. De 4 verschillen zijn voorbeelden van veranderingen die je in een spel kan aanbrengen. 4 De leerkracht vraagt klassikaal de 4 verschillen en noteert dit op het bord. Voorbeeld: De kinderen lopen rond. <-> De kinderen zitten in een kring. Er is 1 tikker <-> De tikker legt 1 hand op zijn rug. De leerkracht werkt met kleuren zodat de zinsbouw duidelijk is. Het subject in het rood, de verba in het blauw en de rest in het groen. 5 De leerkracht vertelt dat je nieuwe spelletjes kan uitvinden door enkele elementen in een spel te veranderen. De leerkracht zegt dat de studenten na de les een spel moeten kunnen aanpassen en de aanpassingen aan collega s moeten kunnen uitleggen. De leerkracht verdeelt de klas in groepen van 2 personen en geeft elke groep 1 speluitleg. De leerkracht zegt dat de studenten in het spel minstens 4 veranderingen moeten aanbrengen, zodat er een nieuw spel ontstaat. De studenten noteren dit. De leerkracht loopt rond en verbetert de zinnen. Zo is de leerkracht er zeker van dat de constructie van de zinnen juist is op het moment van de presentatie. 6 7 De studenten krijgen de tijd om de presentatie van hun spel voor te bereiden. Zij bepalen wie van het groepje wat zegt in de klas. De studenten leggen het nieuwe spel uit aan de rest van de klas. Tijdens de speluitleg verbetert de leerkracht de taalfouten van de studenten, met de nadruk op de zinsconstructie. De leerkracht en de studenten beoordelen elk groepje op basis van het per groep

11 Didactisch materiaal Speluitleg voor groep 1. 1 spel per groep. volgende: - Er zijn 4 veranderingen aangebracht. - De veranderingen zijn origineel. - De uitleg is logisch opgebouwd. Na elke speluitleg voert de klas een kort evaluatiegesprekje op basis van bovenstaande vragen.