Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Voorstel van wet van de leden De Korte en Van Rey tot wijziging van de Wet op de vermogensbelasting 1964 met het oog op afschaffing van de vermogensbelasting Nr. 6 VOORLOPIG VERSLAG Vastgesteld 17 mei 1993 De vaste Commissie voor Financiën 1, belast met het voorbereidend onderzoek naar dit wetsvoorstel, heeft de eer van haar voorlopige bevin dingen als volgt verslag uit te brengen. Algemeen 1 Samenstelling: Leden: Van Houwelingen (CDA), Schutte (GPV), De Korte (VVD), Tommel (D66). Linschoten (VVD). voorzitter, Paulis (CDA), Van Rey (VVD). Vermeend (PvdA), Brouwer (GroenLinks), G H. Terpstra (CDA), Melkert (PvdA), ondervoorzitter, Smits (CDA), Reitsma (CDA). Vreugdenhil (CDA), Vriens Auerbach (CDA), Van Rijn-Vellekoop (PvdA), Van der Vaart (PvdA), G de Jong (CDA), Ybema (D66). A de Jong (PvdA), Kersten (PvdA), Van Heemst (PvdA) en R. van Middelkoop (PvdA). Plv. leden: Leers (CDA), Van Dis (SGP), Van Erp (VVD), Groenman (D66), Weisglas (VVD). Gerritse (CDA). Van Hoof (VVD). Schoots (PvdA), Rosenmöller (GroenLinks), Hillen (CDA). Van Traa (PvdA). Wolters (CDA), Van de Camp (CDA), Ratnlal (CDA), Van der Hoeven (CDA), Van Zijl (PvdA), Verspaget (PvdA), Van lersel (CDA), Wolffensperger (D66), Vacature PvdA. Van Otterloo (PvdA). Leerling (RPF) en Van Nieuwenhoven (PvdA) De leden van de CDA-fractie hadden met bijzondere belangstelling kennisgenomen van het onderhavige initiatiefwetsvoorstel van de leden De Korte en Van Rey. Zij merkten op dat door de fractie van het CDA bij de algemene politieke en financiële beschouwingen 1992 reeds de wens was geuit om - op termijn - te komen tot afschaffing van de vermogensbelasting. Hoewel de hier aan het woord zijnde leden vanuit die optiek verheugd waren over het initiatiefwetsvoorstel, stelden zij vast dat dit voorstel op dit moment aanzienlijk verder strekt dan zij haalbaar achtten, nl. een afschaffing van de vermogensbelasting op termijn, te beginnen met de belasting op ondernemingsvermogen. Weliswaar konden deze leden in een aantal van de aangevoerde (financiële) overwegingen en rechtvaardigingsgronden van de beide initi atiefnemers meegaan; zij zochten tevergeefs naar een motivering van de voorgestelde volledige afschaffing van de vermogensbelasting ten opzichte van de diverse andere mogelijke afschafopties. In dit verband viel het deze leden op dat, behoudens een verwijzing naar de interna tionale concurrentiepositie van Nederland, er geen motivering en onder bouwing van het wetsvoorstel plaats vond vanuit de optiek van werkgele genheidsbevordering, terwijl, naar mening van de betreffende CDA-fractieleden, juist hierin een van de belangrijkste gronden van de afschaffing van de vermogensbelasting gelegen is. In het verlengde daarvan merkten zij op dat door de initiatiefnemers verder geen aandacht besteed werd aan de algemeen erkende nadelen van volledige afschaffing van de vermogensbelasting, zoals het verlies van een belangrijke controle en registratiemiddel. Graag vernamen zij hierover alsnog de opvatting van de initiatiefnemers F ISSN Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's Gravenhage 1993 Tweede Kamer, vergaderjaar , 23005, nr. 6

2 De leden van de fractie van de PvdA hadden met een mengeling van bewondering en verbazing kennis genomen van het onderhavige voorstel. Bewondering was opgeroepen door de bijzondere wijze waarop in eenvoudige wettekst en heldere toelichting een, zo veronderstelden zij, op voorhand succesvolle poging was ondernomen een brug te slaan tussen volksvertegenwoordigers en belanghebbende kiezers, waar deze in het verkeer tussen regering (van welke samenstelling dan ook) en Kamers lang niet altijd solide aanwezig blijkt Verbazing daarentegen ontmoette de zorgeloosheid waarmee de indieners zich hadden afgemaakt van de vraag die menigeen als een onneembare drempel ervaart, nl. die van de dekking voor de voorziene derving van een niet onaanzienlijke belastingbron. Zij meenden dat de indieners hierdoor het risico liepen dat hun «correctiescenario's», zoals enkele malen aan de Kamer aangeboden, met terugwerkende kracht aan althans in hun eigen oordeel nog bestaande geloofwaardigheid zouden inboeten. Want waarom was anders niet eerder ruimte gereserveerd in hun alternatieve dekkmgsplan voor (het begin van) afschaffing van de vermogensbe lasting, gelet op het feit dat hun enige referentie, nl. het rapport van de Katholieke Universiteit Brabant, reeds dateert uit augustus 1990? Zij beschouwden de late indiening van dit voorstel derhalve als een gemiste kans. Deze leden waardeerden de inzet die de indieners hadden betoond bij het analyseren van de historische rechtvaardigingsgronden voor de vermogensbelasting. Zij stelden de vraag of de verwijzing naar het in 1980 doen vervallen van de rechtvaardigingsgrond van het «gefundeerd inkomen» impliceerde dat de rechtvaardigingsgrond van de «bestedings reserve» destijds naar hun opvatting wel voldoende basis vormde voor handhaving van de vermogensbelasting? Was dat de achterliggende reden voor de constatering dat in de Tweede Kamer bij de behandeling van het voorstel van wet 1964 alleen de rechtvaardigingsgrond van het «gefundeerde inkomen» bestrijding had ondervonden? Zij vroegen de indieners voorts welke stem hun geestverwanten hadden uitgebracht bij de besluitvorming in de Tweede Kamer over de wetsvoorstellen van 1964, 1980en Vervolgens hadden deze leden moeite de redenering te volgen waaruit zou moeten blijken dat thans alle rechtvaardigingsgronden aan de wet zouden zijn ontvallen. De constatering dat de voortschrijdende inflatie in samenhang met de hoge tarieven van de inkomstenbelasting en het nominalistische stelsel het «heel moeilijk» maken een redelijk rendement uit vermogen te verkrijgen achtten zij twijfelachtig. Was dat niet altijd zo geweest? Is in de inkomstenbelasting in beginsel niet voorzien in een correctie voor inflatie? Wat moet worden verstaan onder «redelijk rendement»? Kon deze stelling met cijfers van voorkomende gevallen worden onderbouwd? Met meer begrip namen zij kennis van de opvatting dat voor het in bedrijven geïnvesteerde vermogen de vermogensbelasting een directe aantasting betekent. Waarom hadden de indieners afgezien van een nadere analyse op dit punt, zowel met het oog op het belang van de werkgelegenheid als indachtig de vermoedelijk geringere zuidwaartse mobiliteit van ondernemers ten opzichte van dezelfde neiging van vermo gende particulieren? Zouden zij bereid zijn alsnog een toespitsing van hun voorstellen op deze groep te overwegen indien zulks de totstand brenging van een politieke meerderheid waarschijnlijker zou maken? De leden van de VVD-fractie hadden met grote instemming kennis genomen van het initiatiefwetsvoorstel van de leden De Korte en Van Rey tot gefaseerde afschaffing van de vermogensbelasting. Zij felici teerden de indieners met het feit dat de Raad van State geen reden had gezien om kanttekeningen bij het wetsvoorstel te maken, laat staan daar fundamentele kritiek op uit te oefenen. De helderheid en eenvoud van

3 het wetsvoorstel worden hierdoor onderstreept. De leden van de VVD-fractie onderschreven de doelstelling van het wetsvoorstel de vermogensbelasting geheel af te schaffen. Zowel om politiek-inhoudelijke, als om praktische redenen achtten zij continuering van de vermogensbelasting niet houdbaar. Zij deelden de mening van de indieners dat de fiscale rechtvaardigingsgrond dat vermo gensinkomsten een grotere duurzaamheid zouden bezitten dan arbeidsin komsten, in het huidige tijdsgewricht niet langer van toepassing is. Ook wezen zij er op dat in de moderne samenleving vermogen meestal wordt opgebouwd uit arbeidsinkomsten, waarover reeds belastingen zijn geheven. Daarnaast onderschreven deze leden de mening dat voor het in bedrijven geïnvesteerde vermogen de vermogensbelasting een directe aantasting van dat vermogen betekent. Deze leden juichten het toe, dat de indieners geen onderscheid wensten te maken tussen de diverse soorten van vermogen. Zij wezen er op dat ook de Staatssecretaris van Financiën hiervan een tegenstander is (21 882, nr. 5). Er waren volgens deze leden geen steekhoudende fiscaal-inhoudelijke argumenten om tussen de te onderscheiden soorten vermogen te discrimineren. Bovendien vreesden zij grote uitvoerings technische problemen indien alleen ondernemingsvermogen van vermo gensbelasting zou worden vrijgesteld. Zij vreesden een wildgroei van fiscale contructies. Deze leden verzochten de indieners nader in te gaan op de bezwaren tegen discriminatoire vormen van vermogensbelasting, eventueel met gebruikmaking van voorbeelden. Tevens verzochten zij de indieners een overzicht te geven van Europese landen waar alleen onder nemingsgebonden vermogen van vermogensbelasting is vrijgesteld. Met belangstelling hadden de leden van de D66-fractie kennis genomen van dit initiatiefwetsvoorstel. Een mogelijkheid om een verlichting in de vermogensbelasting aan te brengen is het verhogen van de belastingvrije sommen in de vermogens belastmg. De bedragen daarvan zouden eventueel kunnen worden verdubbeld. Kunnen de initiatiefnemers aangeven hoeveel de budgettaire derving bedraagt indien deze belastingvrije sommen zouden worden verdubbeld? Kunnen de initiatiefnemers ook aangeven welke effecten dit naar hun oordeel zal hebben op de emigratie en eventuele terugkeer van vermogende Nederlanders? De Nederlandse fiscale concurrentiepositie geniet momenteel veel aandacht. Draagt het initiatiefwetsvoorstel naar het oordeel van de initi atiefnemers bij tot een versterking van deze positie? Indien de financiering van het initiatiefvoorstel haalbaar zou zijn, zou, ter versterking van de internationale concurrentiepositie, in samenhang met een gedeeltelijke verlaging van het tarief van de vermogensbelasting een verlichting in de kapitaalsbelasting kunnen worden aangebracht. Hoe oordelen de initiatiefnemers over deze suggestie? De leden van de fractie van Groen Links konden weinig enthousiasme opbrengen voor het voorstel de vermogensbelasting af te schaffen. Deze leden dachten de initiatiefnemers overigens niet echt te verrassen met hun standpunt dat de vermogensbelasting onverkort gehandhaafd dient te blijven. Toch wilden deze leden de discussie niet uit de weg gaan. De initiatiefnemers lijken van mening te zijn dat het vermogen door de uitbouw van de sociale zekerheid niet langer als bestedingsreserve functioneert. Gelet op de recente, en nog te verwachten uitholling van het sociale zekerheidsstelsel en de voortschrijdende vergrijzing achtten de leden van de fractie van Groen Links dat een aanvechtbare stelling. Zij vroegen de initiatiefnemers of het niet waarschijnlijk is dat meer mensen weer reserves zullen opbouwen omdat zij het niet langer als vanzelf sprekend ervaren dat hun oudedagsvoorziening is veiliggesteld. Is dan de

4 conclusie, dat het draagkrachtbeginsel als dragende rechtgrond van de vermogensbelasting achterhaald is (zoals o.a. door L. G. M. Stevens verwoord) niet al te voorbarig? De leden van de fractie van Groen ünks achtten de vermogens belasting een tegenwicht voor de relatief zware belasting op de factor arbeid. Afschaffen van deze belasting zou haaks staan op het pleidooi van deze leden voor het verschuiven van de lasten op arbeid naar lasten op kapitaal en milieu. Ook de initiatiefnemers ervaren de hoge lastendruk op arbeid toch als een probleem, zo vroegen deze leden. Erkennen zij dan ook dat het afschaffen van de vermogensbelasting er toe leidt dat de relatieve belasting op arbeid nog verder toe zal nemen? Hoe denken zij deze relatieve lastenverzwaring ongedaan te maken? Of mochten deze leden van de initiatiefnemers meer steun verwachten voor het invoeren van lastenverschuivende milieuheffingen? De leden van de fractie van Groen Links vroegen of de initiatiefnemers na het eventuele afschaffen van de vermogensbelasting met initiatieven zullen komen om de vermogenswinst te gaan belasten? Zo nee, waarom niet? Is het niet van tweeën één? Of er wordt een vermogensbelasting geheven, of er wordt een heffing op de vermogenswinst gelegd? Hoe beoordelen de initiatiefnemers in dit verband het initiatief van de heren Vreugdenhil en Vermeend? Fiscale emigratie De leden van de CDA-fractie vroegen waar, bij de voorgestelde gefaseerde afschaffing door afbouw van het huidige tarief in 5 stappen met 20% per jaar, de initiatiefnemers het «omslagpunt» zien bij poten tiële migranten tussen vertrekken of blijven. Zouden, zo vroegen zij, potentiële vertrekkers wel voldoende vertrouwen kunnen opbrengen voor de voorgestelde gefaseerde afschaffing op termijn en hun plannen om te emigreren reeds nü laten varen of zouden zij vooralsnog het zekere voor het onzekere nemen en vertrekken? In dit verband wezen de desbetreffende leden ook naar de in het initi atiefwetsvoorstel opgenomen bijlage waarbij een onderscheid gemaakt is naar zekere blijvers, twijfelaars en zekere vertrekkers. Zou, zo vroegen deze leden, niet een ander beeld uit deze bijlage ontstaan als, naast de gemaakte driedeling, tevens een onderscheid aangebracht zou worden tussen belastingplichtigen met een onderne mingsvermogen en overige belastingplichtigen? Overigens wensten zij de berekening en conclusie, zoals die getrokken wordt in punt 8 van de bijlage, niet te onderschrijven, omdat het rapport Juch zelf de geschatte derving van 2840 mln bij handhaving van de vermogensbelasting «hoogst onwaarschijnlijk» noemt. Wat heeft de initi atiefnemers er toe gebracht deze conclusies wel zo absoluut te interpre teren? Met betrekking tot het argument van de toenemende mobiliteit van belastingsubjecten wilden de leden van de PvdA-fractie weten of deze, ook naar hun oordeel terecht aangesneden kwestie zwaarder woog dan de eerder uiteengezette meer theoretische fundering van het voorstel. Zij waren zelf van mening dat het rapport van prof. Juch en de zijnen zeker serieuze aandacht verdient, maar dat het ver ging de ingrijpende gedragsvoorspellingen (zowel de identificatie van een 70% potentieel aan fiscale emigranten als de hiervan uitgaande suggestie dat uiteindelijk deze 70% zuidwaarts zou neerstrijken) klakkeloos over te nemen. Hoe zagen de indieners dit? Hoe verklaarden zij dat nog altijd naar mag worden aangenomen een ruime meerderheid van het 70% potentieel in Nederland gevestigd is gebleven? Is dit uitsluitend terug te voeren op de eventueel bij dit potentieel levende verwachting dat door aanvaarding Tweede Kamer, vergaderjaar , 23005, nr. 6

5 van het onderhavige wetsvoorstel het inpakken van de verhuisdozen achterwege kan blijven? Ook het feit dat Nederland éèn van de zeer weinige landen in Europa is waar nog vermogensbelasting wordt geheven, was volgens de leden van de VVD-fractie een zeer belangrijke motivering voor afschaffing van deze belasting. De massale fiscale emigratie van vermogende Nederlanders naar met name België is een buitengewoon verontrustend fenomeen. Deze leden verzochten de indieners een impressie te geven van de omvang van de fiscale emigratie die reeds heeft plaatsgevonden. Naarrnate de Europese integratie voortschrijdt en de geografische mobiliteit van de Europese burgers toeneemt, zal deze problematiek volgens deze leden slechts nijpender worden. Er is de laatste jaren een toenemende emigratie van vermogende Nederlanders naar het buitenland waar te nemen, zo zeiden de leden van de D66-fractie. Is het afschaffen van de vermogensbelasting naar het oordeel van de initiatiefnemers voldoende om de emigratie een halt toe te roepen en een remigratie tot stand te brengen? In het voorstel van de initiatiefnemers zal de vermogensbelasting gelei delijk aan worden afgeschaft. Heeft dit initiatief-wetsvoorstel naar het oordeel van de indieners nog effecten voor de werkgelegenheid? Kunnen deze effecten ook worden aangegeven? Kunnen de initiatiefnemers ook een overzicht geven van het verloop van de fiscale emigratie in de jaren 1990,1991 en 1992? Anti-cumulatieregeling De leden van de CDA-fractie hadden begrepen dat de initiatiefnemers met hun voorstel tevens beoogden de anti-cumulatieregeling ook van toepassing te laten zijn indien binnenlandse belastingplicht slechts gedurende een gedeelte van het voorgaande kalenderjaar heeft bestaan. Zij vroegen de initiatiefnemers hier een nadere toelichting op te geven, zowel ten aanzien van de verwachtingen van het effect van deze wijziging alsook ten aanzien van de financiële meerkosten van deze verbreding van de zgn. 80% regeling. Het was de leden van de PvdA-fractie niet op voorhand duidelijk om welke reden nu was voorgesteld de anti-cumulatieregeling in het kader van de «80%-regeling» op het gehele voorafgaande kalenderjaar betrekking te doen hebben? Was hier sprake van een logisch verband met het voorstel tot gefaseerde afschaffing van de vermogensbelasting, zo vroegen zij niet zonder aarzeling. De daadwerkelijke fiscale emigratie is maar een fractie van de mensen die volgens het Juch-rapport overwegen te emigreren, zo zeiden de leden van de Groen Links-fractie. Achtten de initiatiefnemers het niet mogelijk dat de respondenten de gelegenheid van het Juch-onderzoek hebben aangegrepen om, door het zwaarder aanzetten of zelfs verzinnen van een emigratie-overweging, (individueel) druk uit te oefenen op de wetgever om een verlaging van het tarief dan wel afschaffing van de vermogensbelasting te realiseren? De overdreven sterke reactie van potentiële emigranten op het eventueel afschaffen van de 80%-regeling, waar het rapport gewag van maakt, lijkt dit vermoeden toch te onder steunen? Er bestaat, zo stelden deze leden, een erg groot verschil tussen werkelijk iets doen en iets «overwegen». Wat is overwegen eigenlijk? Ooit een keer gedacht hebben aan emigratie, regelmatig gedacht hebben, advies gekregen om te emigreren, advies hebben ingewonnen

6 over emigratie? Het getal van potentiële (VB-)emigranten leek deze leden op zijn minst wat gekleurd te zijn. De leden van de fractie van Groen Links werden in hun opvatting, dat het wel meevalt met de fiscale emigratie (het gaat immers om enkele tientallen welgestelde personen per jaar), ondersteund door D. Witteveen, Directeur-Generaal Fiscale Zaken op het Ministerie van Financiën. Volgens hem zal het met het huidige tempo tot het jaar 3000 duren voordat de laatste vermogende Nederlander het land verlaten heeft. Deze berekening is bovendien nog gebaseerd op de aanname dat er in die 1000 jaar geen nieuwe vermogende burgers bijkomen. Wat is de reactie van de initiatiefnemers op deze berekening? Is de met veel vuur bepleite afschaffing van de vermogensbelasting dan niet een overtrokken reactie op de feitelijk waar te nemen fiscale emigratie? Financiële dekking Wat de financiele dekking van het initiatiefwetsvoorstel betreft merkten de leden van de CDA-fractie op deze verwarrend en onwerkelijk te achten. Het was deze leden nl. opgevallen dat bij de laatste Algemene politieke en financiële beschouwingen de woordvoerder van de VVD-fractie, thans een der initiatiefnemers, had opgemerkt te twijfelen aan een tijdige realisermg van de door de regering aangegeven fiscale fraudebestrijdingsopbrengsten. De hier aan woord zijnde leden vonden het dan ook uiterst verrassend dat, ter compensatie van het opbrengstverlies van de voorgestelde volledige afschaffing van de vermogensbelasting, de revenuen van het plan «intensivering bestrijding en oneigenlijk gebruik op fiscaal terrein» wel beschikbaar werden geacht. Wat, zo vroegen deze leden, heeft de initiatiefnemers er toegebracht thans meer geloof te kunnen hechten aan tijdige realisering van deze fraudeopbrengsten en daarenboven rekening te houden met een ruime verdubbeling van de opbrengst via forse aanscherpingen van dit pakket fiscale fraudebestrijding. De leden van de CDA-fractie vroegen voorts de initiatiefnemers om nadere informatie over de toepassingsmogelijkheden en becijferde opbrengsten van de voorgestelde aanscherpingen en de daaruit komende beschikbaarheid van de aangegeven middelen. Zij verzochten de initi atiefnemers aan te geven welke concrete maatregelen ter bestrijding van mistoestanden en oneigenlijk gebruik op fiscaal terrein zij op het oog hadden en op welke termijn zij deze geconcretiseerd meenden te zien teneinde de beoogde opbrengst ook daadwerkelijk te realiseren. Tenslotte merkten deze leden op het voorstel van de initiatiefnemers om de rijkssubsidies met f 840 mln. in 1996 taakstellend te verminderen, teneinde de besteding van de opbrengsten uit de bestrijding van de fiscale fraude voor het financieringstekort budgettair neutraal te laten verlopen, gekunsteld te vinden. De leden van de CDA-fractie stelden zich op het standpunt dat extra opbrengsten uit fiscale fraudebestrijding teruggegeven dienen te worden aan alle categorieën belastingbetalers en niet aan de betalers van vermo gensbelasting alleen. De hier aan het woord zijnde leden hadden daarnaast de indruk dat de door de initiatiefnemers voorgestelde, taakstellende verlaging van de rijkssubsidies aanvullend is op eerdere wijzigingsvoorstellen van de VVD-fractie op de begroting Daarbij werd reeds een subsidiever mindering voorgesteld van f 700 miljoen in 1993 oplopend naar f 2 miljard na Graag vernamen zij een nadere toelichting van de initiatiefnemers op de concrete uitwerking en toepassing van deze voorstellen alsmede het tijdsbestek waarin een en ander geconcretiseerd zou moeten worden.

7 Weinig overtuigend achtten de leden van de PvdA-fractie de nadere uiteenzetting omtrent de budgettaire effecten van het voorstel. Allereerst vroegen zij waarom was gekozen voor een gefaseerde afschaffing? Zou het belang van het voorstel niet gediend zijn bij een spoedige algehele afschaffing, bijvoorbeeld per 1 januari 1994? Begrepen zij het voorts goed dat de saldering van opbrengstverlies en inverdieneffecten, zoals aangegeven in het rapport-juch, door de indieners niet als solide dekking werd ervaren? Waarom zouden zij anders met een eigen dekking zijn gekomen? En omtrent die dekking vroegen zij hoe de voorziene inkomsten uit hoofde van geïntensiveerde fraudebestrijding nog eens bovenop de toch al niet geringe beleidsinspanning van het kabinet en de daarmee verbonden inkomsten uit zouden kunnen gaan? Was dit niet een klassiek voorbeeld van het zich rijk rekenen op kosten van de bonafide belastingbetaler? Waarom was trouwens pas in 1998 sprake van een meeropbrengst van èén miljard? Als dat potentieel al bestaat, zou het dan geen aanbeveling verdienen reeds eerder deze meeropbrengst te verwerven door gerichte maatregelen? Evenmin konden zij zich voor het moment een gerichte voorstelling maken van de betekenis van de taakstellende vermindering van rijkssub sidies. Afgezien van de bedenkingen die zij reeds eerder hadden kenbaar gemaakt naar aanleiding van de wijzigingsvoorstellen van de VVD-fractie op de begroting 1993, meenden zij dat de actualisering van de begro tingsvooruitzichten zoals neergelegd in de novemberbrief 1992 en voorjaarsnota 1993 de indieners zou moeten nopen hun eigen voorstellen in dit licht te herzien. Gaarne vernamen zij derhalve uit welke rijkssubsidies in de jaren 1994 t/m 1998 de nu aangegeven bedragen ter dekking van het wetsvoorstel zullen worden verzameld. Tenslotte vroegen deze leden de indieners in te gaan op hun vermoeden dat voor de modale belastingbetaler volledige afschaffing van de vermogensbelasting niet als hoogste urgentie in de rij van te vermin deren belastingen zal scoren. Zij vroegen hen aannemelijk te maken waarom zij de voor dit voorstel aangedragen dekking niet aan andere prioriteiten in de belastingsfeer ten goede hadden willen laten komen. De leden van de WD-fractie waren verheugd dat de financiële dekking van het voorstel van dusdanige aard is, dat zij geen paniek in de finan ciële markten heeft uitgelokt. Zij konden zich goed vinden in de concrete dekkingsvoorstellen, te meer daar de indieners geen gebruik hebben gemaakt van de ongetwijfeld forse inverdieneffecten. Deze terughou dende opstelling heeft de degelijkheid van dit wetsvoorstel versterkt. Door de vermogensbelasting geheel af te schaffen zal het inzicht komen te vervallen op de verdeling van de vermogens in Nederland, aldus de leden van de D66-fractie. Achten de initiatiefnemers dit wenselijk? Vermogensvergelijking door de belastingdienst kan ook een nuttig hulpmiddel zijn bij de bestrijding van fraude. Aangezien de initi atiefnemers de afschaffing van de vermogensbelasting voor een groot deel wensen te financieren met de opbrengsten die worden verkregen uit fraudebestrijding, is het ook te bepleiten om de vermogensbelasting niet (geheel) af te schaffen. De leden van de D66-fractie verzochten de initi atiefnemers hier nader op in te gaan. Kan ook gespecificeerd worden aangegeven welke vormen van fraudebestrijding de initiatiefnemers voor ogen hebben en kan een gespecificeerd overzicht van de opbrengsten hiervan worden gegeven? Kan ook een gespecificeerd overzicht worden gegeven welke taakstel lende subsidies naar het oordeel van de initiatiefnemers dienen te worden verminderd c.q. afgeschaft om dit initiatief-voorstel te kunnen financieren?

8 Hoe oordelen de initiatiefnemers over de suggestie om tegelijkertijd met de afschaffing van de vermogensbelasting een vermogenswinstbe lasting in te voeren? De initiatiefnemers dragen als dekking voor hun voorstel de meerop brengst van een intensievere fraudebestrijding aan, zo zeiden de leden van de Groen Links-fractie. Kunnen zij ook aangeven hoe zij de opbrengst van die intensievere fraudebestrijding met èén miljard denken te verhogen? Aan welke vormen van belastingfraude wordt in hun ogen dan nog onvoldoende gedaan? Achtten zij het overigens niet beter dat deze extra middelen worden betrokken bij een algehele beoordeling van het fiscale beleid en het inkomensbeleid dan dat zij worden geoormerkt voor de afschaffing van de vermogensbelasting? De initiatiefnemers zijn er van overtuigd dat hun voorstel veel inver dieneffecten zal hebben. De leden van de fractie van Groen Links betreurden het dat de initiatiefnemers niet net zo optimistisch zijn als het gaat om de inverdieneffecten van een ecotax of vergaande arbeidsdeling. Kunnen zij dat verschil in optimisme verklaren? Kunnen de initiatiefnemers aangeven hoe groot de denivellerende werking is van hun voorstel om de vermogensbelasting af te schaffen, zo vroegen deze leden. Of zien zij niet in dat het afschaffen van deze belasting te financieren uit een extra inzet op fraudebestrijding kan leiden tot het verder vergroten van de inkomensverschillen in Nederland? De voorzitter van de commissie, Linschoten De griffier van de commissie, Hommes 8

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-21 800 IX B Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar Nr. 25 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23265 Begrotingsadministratiesystemen Nr. 4 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 12 november 1993 De Commissie voor de Rijksuitgaven' heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en Blok houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22152 Voorlichtingscampagnes van het Rijk Nr. 3 VERSLAG Vastgesteld 11 oktober 1991 De Commissie voor de Rijksuitgaven 1 legt over dit rapport

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23199 Vervanging van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf door de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 Nr. 9 EIIMDVERSLAG Vastgesteld 28 oktober

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 692 Wijzigingen van technische aard van enige belastingwetten c.a. Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 12 november 1997 De vaste commissie voor Financiën

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 404 Wijziging van enkele belastingwetten (Wet herziening fiscale behandeling woon-werkverkeer) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 11 oktober 2012 De

Nadere informatie

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23577 Wijziging van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 21 februari 1994 De vaste Commissie voor Financiën 1, belast

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 494 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de beloningen van bestuurders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 627 (Glas)tuinbouw Nr. 23 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 22 maart 2016 De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal

Nadere informatie

De voorzitter van de commissie, Dezentjé Hamming-Bluemink

De voorzitter van de commissie, Dezentjé Hamming-Bluemink VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Financiën hebben enkele fracties de behoefte om over de brief van de staatssecretaris van Financiën, d.d. 8 juli 2011, inzake de motie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 131 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele

Nadere informatie

Den Haag : 9 mei 2008 Ons kenmerk : S.A /K Uw Kenmerk : DB U Betreft : Inkoop ouderdomspensioen over achterliggende dienstjaren

Den Haag : 9 mei 2008 Ons kenmerk : S.A /K Uw Kenmerk : DB U Betreft : Inkoop ouderdomspensioen over achterliggende dienstjaren Aan de Staatssecretaris van Financiën, de heer mr. drs. J.C. de Jager, Ministerie van Financiën, Postbus 20 201 2500 EE DEN HAAG Den Haag : 9 mei 2008 Ons kenmerk : S.A.08.03728 /K Uw Kenmerk : DB 2008-00019

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 882 Wijziging van de Wet basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22 800 IXB Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar 1993 Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 IX B Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar 1992 Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 016 Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 451 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 874 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang Nr. 47 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 610 Goedkeuring van het op 18 juli 1995 te s-gravenhage tot stand gekomen Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 20 808 Inkomensbeleid 1989 Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 28 oktober 1988 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 heeft

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 344 Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 449 Nederlandse corporate governance code (Tabaksblat code) A Herdruk VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 november 2004 In de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 IX B Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar 1992 Nr.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 202 203 33 29 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en deuitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) 33 330 Wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22887 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met verlaging van de basisbeurs voor studerenden in het middelbaar beroepsonderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 281 Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken, de Wet algemene regels herindeling en enige andere wetten (verfijning waardebepaling en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 553 Regels omtrent de Kamer van Koophandel (Wet op de Kamer van Koophandel) Nr. 18 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 17 december

Nadere informatie

Belastingplan 2016; De highlights voor de dga en vermogend particulier

Belastingplan 2016; De highlights voor de dga en vermogend particulier 15 september 2015 Belastingplan 2016; De highlights voor de dga en vermogend particulier Op 15 september 2015 is het Belastingplan 2016 aangeboden aan de Tweede Kamer. De voor dga en particuliere vermogensbezitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 504 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere

Nadere informatie

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 13 juli 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over zijn

Nadere informatie

2016D14695 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D14695 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D14695 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over het Protocol tot wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 23 929 Voornemens met betrekking tot de AOW-toeslag Nr. 2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22655 Juniverslag 1992 van de Algemene Rekenkamer Nr. 6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 19 november 1992 De Commissie voor de Rijksuitgaven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 066 Belastingdienst Nr. 270 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 29 april 2016 De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 24 761 Wijziging van enige belastingwetten (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)

Nadere informatie

2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 5 maart 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën inzake

Nadere informatie

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 249 Voorstel van wet van het lid Lansink tot wijziging van onder meer de Wet op de studiefinanciering in verband met de leeftijd waarop aanspraak

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 276 Vaststelling van de Wet invoeringswet fiscaal stelsel BES (Invoeringswet fiscaal stelsel BES) Nr. 15 Herdruk 1 AMENDEMENT VAN HET LID VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 058 Regels omtrent windenergie op zee (Wet windenergie op zee) Nr. 8 NADER VERSLAG Vastgesteld 6 februari 2015 De vaste commissie voor Economische

Nadere informatie

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 11 maart 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 20 202 32 798 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met bezuiniging op het kindgebonden budget B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE SOCIALE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 009 00 3 40 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 00) Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT Hieronder zijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 410 Kabinetsformatie 2012 Nr. 1 BRIEF VAN DE VERKENNER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 18 september 2012

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21076 Aanvulling van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf met bepalingen omtrent rechtsbijstandverzekering Nr. 7 EINOVERSLAG Vastgesteld 19 oktober

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 220 Wijziging van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer en de Algemene pensioenwet politieke

Nadere informatie

1. Algemeen Regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart. Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

1. Algemeen Regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart. Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 33 011 Regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Algemeen Dit wetsvoorstel heeft tot doel om met spoed een reparatie aan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 752 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2014) Nr. 14 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT Hieronder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 570 Wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Wet dieren in verband met de herziening van het heffingenstelsel ten behoeve

Nadere informatie

2016D50910 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D50910 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D50910 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft in aanvulling op de reeds door de Tweede Kamer gevraagde brief aan de Staatssecretaris van Financiën, op

Nadere informatie

1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften

1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften 1 2 BIJLAGE Toelichting knelpunten: 1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften De uitspraak van rechtbank Zeeland-West Brabant ( 27 augustus 2015, nr AWB 15/424 (RBZWB:2015:5628) leidt

Nadere informatie

Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012-2013 17 050 Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 Nota over de toestand van s Rijks financiën 34 775 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

Te treffen maatregel voor deze doelgroep: Forfaitaire uitkering afhankelijk van de huwelijksduur van de betrokkenen.

Te treffen maatregel voor deze doelgroep: Forfaitaire uitkering afhankelijk van de huwelijksduur van de betrokkenen. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 514 Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 209 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, ter zake van het bevorderen van de financiering van de eigen woning met eigen middelen (materiële

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 548 Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II naar aanleiding van de evaluatie van de verhuurderheffing Nr. 31 BRIEF VAN DE MINISTER

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

: Nieuw belastingstelsel

: Nieuw belastingstelsel A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d. : 7 september 2011 Agendapunt: 7 Onderwerp : Nieuw belastingstelsel KORTE SAMENVATTING: In het Bestuursakkoord Water is overeengekomen dat de waterschappen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 32 889 Voorstel van wet van de leden Voortman en Van Hijum tot wijziging van de Wet aanpassing arbeidsduur ten einde flexibel werken te bevorderen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20 223 Wijziging van de inkomstenbelasting in verband met een verruiming van de rentevrijstelling voor binnenlandse belastingplichtigen Nr. 7 EINDVERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 066 Belastingdienst Nr. 423 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 augustus 2018 De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 287 Interdepartementaal Beleidsonderzoek: Uitvoering Inkomensafhankelijke Regelingen Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 688 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten in verband met de implementatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 553 Uitbreiding van de kring van verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet met zelfstandigen voor wie, gelet op hun inkomen, toegang tot de sociale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 971 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op het onderwijstoezicht

Nadere informatie

Beantwoording Kamervragen over de pensioenmaximering op 100.000 en de verlaging van de opbouw

Beantwoording Kamervragen over de pensioenmaximering op 100.000 en de verlaging van de opbouw Beantwoording Kamervragen over de pensioenmaximering op 100.000 en de verlaging van de opbouw Het Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA) heeft aan de staatssecretarissen Wiebes (Financiën) en Klijnsma (SZW) een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 537 Wijziging van de Leerplichtwet 1969 en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de registratie van vrijstellingen en vervangende leerplicht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 816 Regels inzake een regulerende heffing op het gebruik van wegen in de Randstad tijdens spitsuren (Wet op het rekeningrijden) Nr. 8 NOTA VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 403 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2013) Nr. 12 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 336 Wijziging van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet financiering sociale verzekeringen en enkele andere wetten in verband

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte B MEMORIE VAN ANTWOORD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 XIV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk XIV (Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 414 Intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet tegemoetkoming

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 424 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het wijzigen van de tellerstand van motorrijtuigen Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 16 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 752 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2014) Nr. 60 VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 15 november

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 535 Besluit van 15 december 2003, houdende aanpassing van enige uitvoeringsbesluiten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 26 oktober 2016 Betreft Belastingvrijdom

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 26 oktober 2016 Betreft Belastingvrijdom > Retouradres Postbus 20001 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Binnenhof 19 2513 AA Den Haag Postbus 20001 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 740 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met het vervangen van de verplichte maatschappelijke

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1992-1993 Nr. 217b 22336 Invoering in de inkomstenbelasting van een vrijstelling ter zake van inkomsten uit kamerverhuur MEMORIE VAN ANTWOORD Ontvangen 22

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 342 Wijziging van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 en enige andere wetten in verband met integreren van het middelenbeheer van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 237 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het gebruik van het burgerservicenummer bij de uitvoering van het depositogarantiestelsel

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 Rapport Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Rivierenland/kantoor Gorinchem bij zijn beschikking van 7 juli 2005 geen ambtshalve vermindering

Nadere informatie