Muziek. Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Muziek Criteria, werkwijze en procedure

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Muziek. Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Muziek Criteria, werkwijze en procedure"

Transcriptie

1 Muziek Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Muziek Criteria, werkwijze en procedure Naam Aangevraagd Geadviseerd Toegekend AD MOSAM Amstel Saxofoon Kwartet Amsterdam Baroque Orchestra & Choir Amsterdam Sinfonietta Apollo Ensemble Asko Schönberg Aurelia saxofoonkwartet Bachvereniging Baraná Barav Music Bartamina Bik Bent Braam Black Straight Music Boi Akih (Stichting Asele) Brisk Brokken Calefax rietkwintet Camerata Trajectina Capella Frisiae Cappella Amsterdam Cappella Pratensis Cello Octet Amsterdam Combattimento Consort Amsterdam Concerto d Amsterdam Crescendo Cultmix DASH! De Kift De Suite DoelenEnsemble Domestica Rotterdam Dutch Jazz Competition Dutch Jazz Orchestra Egidius Kwartet Electra Ensemble MAE Ensemble Ziggurat EWM Fortuna Fries Productiehuis Popcultuur Hemony Ensemble Holland Baroque Society Huygens-Fokker I Compani Il Concerto Barocco nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

2 Naam Aangevraagd Geadviseerd Toegekend Naam Aangevraagd Geadviseerd Toegekend Insomnio Instant Composers Pool (ICP) * Internationaal Franz Liszt Pianoconcours Internationaal Orgelfestival Haarlem * Internationaal Vocalisten Concours Intro in Situ Iraqi Maqam ensemble Ives Ensemble Jazz & Wereldmuziek Kollektief (JWA) Jazz Impuls Jazz in Motion Jazz Orchestra of the Concertgebouw Jungle Warriors Karnatic Lab Kasteelconcerten Kulsan La Primavera La Sorpresa Longen & Tongen LOOS Marmoucha Matangi Quartet Mondriaan Kwartet Música Temprana NDA Nederlands Blazers Ensemble (NBE) Nederlands Fluitorkest (NLfo) Nederlands Kamerkoor in overleg in overleg New Generation Big Band Nieuw Ensemble Orkest De Ereprijs Orkest De Volharding Orkest van de Achttiende Eeuw Osiris Trio Oskar Back Parkanyi Kwartet Paul van Kemenade Quintet POW Ensemble Pro Moods (Tarhana) Productiehuis Jazz en Improvisatiemuziek Lindenberg Productiehuis West-Nederland Proma Raduga-Ensemble Raras Budaya Rotterdam Jazz Orchestra Rotterdams Kamerorkest Rubens Kwartet Samponé Skyway Slagwerkgroep Den Haag (SDH) Starvinsky Orkestar (Martin Fondse) STEIM Stichting 20ste-eeuwse Lied Stichting doek * Stroom Tam Tam Productions Tetzepi The Amsterdam String Quartet The Game of Life The Royal Wind Music TROMP international music competition & festival TryTone Utrecht String Quartet (USQ) Valerius Ensemble Van Swieten Society Vrienden van het Lied Walter Maas Huis Willem Breuker Kollektief World Music & Dance Centre (WDMC) * toegekend onder voorwaarde(n) 2 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

3 Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Investering in de kunsten van de toekomst door George Lawson, directeur NFPK + Het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ investeert in de kunsten van de toekomst. De eerste vierjarige subsidieronde onder de hoede van het fonds schept reële mogelijkheden voor nieuwe kwaliteit en versterkt waar nodig bestaande kwaliteit. Er is een keuze gemaakt voor een gezonde dynamiek en verscheidenheid, maar ook voor draagkracht en duurzaamheid van de sector. De rijksgesubsidieerde podiumkunsten staan voor grote veranderingen, en met reden. Analyses van de sector zelf, zoals het rapport UIT! van de commissie d Ancona, toonden een imploderend systeem met een onhoudbare versnippering van middelen, een disbalans tussen vraag en aanbod, en gebrekkige voeling met de samenleving en internationale ontwikkelingen. Niet voor niets heeft het fonds zich tot doel gesteld een eind te maken aan de mismatch van aanbod en afname in de podiumkunsten. Het fonds doet dat door scherper te selecteren op kwaliteit onder andere via het principe meer voor minder -, bevordering van dynamiek en samenhang van aanbod tot afname, en opwaardering van cultureel ondernemerschap. Daartoe staan het fonds naast programma s, project- en individuele subsidies, ook de regeling Vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen ter beschikking. Dit veranderingsproces op weg naar een duurzamer cultureel landschap blijft in ontwikkeling. Maar de portefeuille van de in vierjarig ondersteunde instellingen toont onmiskenbaar een nieuw begin: met substantiële instroom naast aanzienlijke uitstroom, vermindering van het aantal gesubsidieerde instellingen, een stijging van het gemiddeld subsidiebedrag per instelling, en een evenwichtiger palet van artistieke generaties, waar dat op gronden van kwaliteit en diversiteit wenselijk was. Het fonds beschouwt het rijksgefinancierde landschap als één - kwantitatief beperkt, maar kwalitatief samenhangend en gezichtsbepalend - deel van het totale podiumkunstenlandschap. De invulling daarvan door het fonds vond daarom plaats met inachtneming van de invulling van de basisinfrastructuur door de Raad voor Cultuur. De keuzes zijn scherp. Kwaliteit was steeds een eerste voorwaarde. De leidende parameters hierbij waren vakmanschap, zeggingskracht en oorspronkelijkheid, binnen de context van uiteenlopende genres, publieksgroepen en aanvragers. Daarnaast wogen niet-artistieke criteria zwaarder mee dan voorheen, waarbij de relatie tussen scheppen, produceren, programmeren en publiek het kader bood. Aandacht kreeg de diversiteit van het landschap, de spreiding, de omvang en diversiteit van publieksbereik (inclusief internationalisering), en cultureel ondernemerschap en bedrijfsvoering. Contrasten tussen uitvoeringskwaliteit, zichtbaarheid en ingediende plannen stelden commissies hierbij nogal eens voor dilemma s. Het fonds is zich steeds bewust geweest van de pijnlijke consequenties van de beslissingen in het belang van een vitaal podiumkunstenklimaat. 5 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

4 Investeren in kwaliteit: meer voor minder 20 % meer subsidie gemiddeld per instelling Het fonds is erin geslaagd de versplintering van middelen in de gewenste richting om te buigen. Het totaalbeeld toont bijna 20 % minder instellingen. Het gemiddelde subsidiebedrag per instelling stijgt met ruim 20 %. Er wordt relatief vaak het gevraagde bedrag toegekend, ook bij nieuwkomers en in nogal wat gevallen wordt een bestaande subsidie substantieel verhoogd, zoals bij Opera Trionfo, Conny Janssen Danst, Emio Greco I PC, ISH, Noorderzon, Combattimento Consort Amsterdam, Speeltheater Holland, Rast. Het fonds heeft goed uitgewerkte plannen voor internationalisering, educatie of compositie zo veel mogelijk integraal beoordeeld, zonder naar andere regelingen te verwijzen. De stijging van het gemiddeld subsidiebedrag is des te opmerkelijker omdat er op grond van cultureel ondernemerschap ook streng gekeken is naar de begrotingen en werkelijke subsidiebehoefte. Dat leidt juist tot een neerwaartse druk op het gemiddelde subsidiebedrag per instelling. Meer voor minder is immers geen vrijbrief voor ondoelmatigheid en het nodeloos opblazen van begrotingen en vaste formatie. 30 % nieuwe initiatieven Onder de 116 gehonoreerde aanvragen ontvangen er 34 voor het eerst een vierjarige subsidie. Er is over de hele linie veel beweging en in alle sectoren is sprake van nieuwe loten aan de stam: van Muziektheater Hollands Diep en het Amstel Saxofoon Kwartet tot T.R.A.S.H. en Wunderbaum. 40 % van de bestaande subsidies verdwijnt 59 van de huidige 141 structureel gesubsidieerde instellingen verliezen hun subsidie. Voor andere instellingen staat een substantiële subsidievermindering op stapel. Vooral in de muziek, waar de versnippering van structurele subsidies relatief groot was, zijn veel aanvragen afgewezen en is sprake van forse subsidiekortingen. Een vierjarige subsidie bleek vaak het verkeerde antwoord op activiteiten die artistiek en zakelijk gezien projectmatig van aard zijn. Het NFPK + is zich er van bewust dat de optelsom van die individuele beslissingen ingrijpende gevolgen heeft voor wereldmuziek, gecomponeerde muziek, jazz en geïmproviseerde muziek. Nu duidelijk is dat de bloei van deze waardevolle onderdelen van het Nederlands muziekleven niet gebaat is met een voortzetting van de huidige subsidiepraktijk, rijst de vraag wat het fonds dan wel kan doen om de positie van die sectoren duurzaam te verbeteren. Het bestuur van het NFPK + heeft de commissie muziek daarom gevraagd om hierover voor 1 november a.s. een nader advies te geven. Dus nog voor de indiendata van de nieuwe regelingen van het fonds, waaronder de regeling voor tweejarige projecten. Vanzelfsprekend zal de commissie daarbij de volle breedte van het muziekleven betrekken. Daarnaast zijn onder meer bij theater verschuivingen opgetreden, doordat als gevolg van kwalitatief hoogwaardige aanvragen prioriteit kon worden gelegd bij genres die in de basisinfrastructuur minder vertegenwoordigd zijn. Divers aanbod voor een gevarieerd publiek Het NFPK + heeft niet alleen geoordeeld over de kwaliteit van de aanvragen zelf, maar ook afgewogen of die kwaliteit tot zijn recht kan komen in de sector. Is er niet te veel van hetzelfde, is er voldoende verscheidenheid voor een gevarieerd publiek? Met de eigen honoreringen van het fonds in combinatie met de instellingen in de basinfrastructuur, is een goede verdeling gerealiseerd over artistieke generaties, genres, conventioneel en onconventioneel, toegankelijk en complex aanbod. Het fonds is het fonds van het experiment en het jonge aanstormende talent. Maar het fonds is ook het fonds van de bewezen tradities en kwaliteit. Als het om generaties gaat bewijst de toekenning aan Discordia of Adelheid Roosen dat nieuwkomers niet altijd jong hoeven te zijn. En naast aanvragers die een relatief beperkte niche van liefhebbers bedienen zoals de muziekwerkplaats Intro in situ, Dood Paard of festival Sonic Acts, staan de bij het brede publiek populaire gezelschappen en festivals als Het Toneel Speelt, Het Nederlands Blazers Ensemble en Oerol. Culturele diversiteit De portefeuille van het fonds is ook cultureel divers, in de zin dat niet-westerse, multi- en interculturele invloeden vertegenwoordigd zijn in aanbod en publieksbereik. Het aandeel honoreringen van cultureel diverse aanvragen ligt gemiddeld iets hoger dan het percentage aanvragen. 20 % van het fondsbudget gaat naar instellingen waarvoor culturele diversiteit hun dagelijkse werk is. Zij nemen het merendeel van de aanvragen op dit terrein voor hun rekening. In overige aanvragen is culturele diversiteit maar zeer beperkt aan de orde, wat het belang van een actief fondsprogramma voor dit thema onderstreept. Er zijn nieuwe aanvragers met een cultureel divers aanbod opgestaan en oude aanvragers zijn gegroeid. Dans en muziektheater op cultureel diverse leest staan nog in de kinderschoenen, met slechts een paar aanvragen per discipline. Bij theater valt op dat makers zich duidelijker met een eigen stem profileren, en tegelijkertijd steeds meer deel uitmaken van, en dwarsverbanden zoeken met gevestigde circuits. Er zijn ook autochtone makers van producties met een cultureel diverse thematiek gehonoreerd, zoals Female Economy en het Volksoperahuis, en aanvragers voor wie culturele diversiteit zo vanzelfsprekend is dat ze het nauwelijks meer benoemen, zoals festival Jonge Harten. Wereldmuziek kent tegenover een beperkte nieuwe instroom (Baraná, Asele, Pro Moods) relatief veel afvallers. Naast zakelijke obstakels speelt de uitvoeringskwaliteit oudere ensembles parten, terwijl veel nieuwkomers nog (te) kwetsbaar zijn of geen beroep doen op de vierjarige subsidieregeling. Het fonds zet de komende jaren aanvullende instrumenten in om de bloei van de Nederlandse wereldmuziek te stimuleren. Tabel 1. Aandeel cultureel diverse aanvragen/honoreringen ten opzichte van het totale aantal aanvragen/honoreringen Muziek- Cultureel divers Totaal Dans* Festivals Muziek theater Theater Aanvragen 15 % 18 % 18 % 17 % 4 % 14 % Gehonoreerd 18 % 29 % 24 % 16 % 10 % 17 % Subsidiebedrag 20 % 55 % 22 % 13 % 9 % 13 % Internationaal Opvallend is dat de meeste aanvragers wel het belang van internationalisering erkennen, maar geen uitgewerkt internationaal beleid of internationale plannen overleggen. Aanvragers die een helder internationaal beleid presenteren dat samenhangt met nationale plannen, worden hiervoor ook beloond. Voorbeelden zijn Emio Greco I PC, Ulrike Quade en Bik Bent Braam. Daarnaast is er veel nog on(der)benutte internationale potentie geregistreerd bij instellingen. Het fonds beraadt zich op een aanpak om die potentie samen met de instellingen tot ontwikkeling te brengen. Bij de beoordeling van internationale ambities is vooral gelet op: aansluiting bij de prioriteiten van het internationaal cultuurbeleid, verbinding tussen het nationale en internationale beleid, internationale tournees, internationale samenwerking, belangwekkende internationale programmering in Nederland (bij festivals), Europese samenwerking en Europese subsidies. *Inclusief de relatief grote aanvraag van het Internationaal Danstheater die bijna de helft van het dansbudget betreft. 6 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

5 Spreiding: te land en overzee Het NFPK + heeft zich in zijn beleidsplan onder het motto global/local positief uitgesproken over spreiding als een mogelijkheid tot betere maatschappelijke verankering van podiumkunstinstellingen. Je kunt in deze tijd van globalisering zowel wereldberoemd zijn als stevig verbonden met de directe omgeving. De spreiding over het land verbetert niet spectaculair, maar wel licht. Het aandeel gesubsidieerde instellingen in de vier grote steden loopt iets terug (gemiddeld 3 % van het subsidiebedrag, 15 % van het aantal instellingen) ten gunste van de regio. Alleen Rotterdam gaat er een kleine 6 % op vooruit. In de regio wint elke provincie iets, met uitzondering van Noord-Holland en Utrecht. Uitschieters zijn de regio s noord en oost, met een toename van het subsidiebedrag van 64 % respectievelijk 45 %. Onder meer bij festivals is de invloed van spreidingsoverwegingen goed zichtbaar. Het fonds wordt uiteraard mede gestuurd door (de kwaliteit van) aanvragen die zich aandienen. Gezien de kansen voor locale inbedding en spreiding, gaat het fonds een dialoog met andere overheden aan, om de aanwas van interessante plannen buiten de Randstad te stimuleren. Voor het eerst wordt een aanvraag uit de Nederlandse Antillen en Aruba vierjarig ondersteund: Teatro Luna Blou op Curaçao. Het fonds bereidt samen met vier andere publieke fondsen en het Ministerie van OCW een subsidieregeling voor om de culturele infrastructuur op de Antillen en Aruba verder te versterken. Ketenverbindingen & cultureel ondernemerschap: eerste schreden Ondernemerschap en afstemming tussen aanbod, podia en publiek zijn cruciaal voor een nieuw podiumkunstenklimaat. Over de hele linie wekken de aanvragen in dit opzicht echter nog vaak de indruk van eerste schreden. Samenwerking tussen podia en producenten komt voorzichtig op gang. Marketingstrategieën concentreren zich veelal op traditionele publiciteit voor ongedifferentieerde doelgroepen. Maar het animo voor nieuwe, meer verfijnde en digitale instrumenten groeit her en der wel. De plannen van jongere generaties makers verraden doorgaans de meeste ondernemingslust en publieksgerichtheid. Zo springen PIPS:lab, ISH, Club Guy & Roni en Mighty Society in het oog. Dat echter ook de oudere garde kansen weet te grijpen, bewijzen de aanvragen van onder meer De Kift, Conny Janssen Danst en Het Toneel Speelt. Waar op grond van ervaring of positie van een instelling meer mag worden verwacht, heeft dat consequenties: een vermindering van het aangevraagde bedrag, een subsidie onder voorwaarden of een nieuw in te dienen plan voor ondernemerschap - in uiterste gevallen zelfs met een tussentijdse beoordeling. Het fonds heeft in de toetsing echter maatwerk geleverd. Bij de beoordeling is rekening gehouden met genre en aard van de aanvraag. Bovendien hebben niet alleen producenten, maar ook podia een rol te vervullen in een betere afstemming van vraag en aanbod. Voor ondernemerschap was de oude norm van 15 % publieksinkomsten richtinggevend. Aangestoken door de ambities van de commissie Sanders, is daarnaast waarde gehecht aan eigen inkomsten in bredere zin, een doelmatige besteding van inkomsten, en samenwerkingsvoordelen. Voor de meeste instellingen blijkt de 15 % norm haalbaar. Vooral festivals weten uitstekend eigen inkomsten te verwerven, tot niet zelden de helft van de begroting. Historisch zijn er grote verschillen ontstaan in de subsidiebedragen van instellingen met vergelijkbare taken. Het fonds heeft excessieve verschillen teruggedrongen en streeft in de toekomst naar een vorm van benchmarking, in wisselwerking met de basisinfrastructuur en aanbevelingen van de commissie Sanders. Budget Het budget voor de vierjarige subsidieregeling is samengesteld uit de door het Ministerie van OCW overgehevelde budgetten per discipline, gebaseerd op de verhoudingen in de Cultuurnota van de Minister van OCW. Het totaal beschikbare budget van ,- (prijspeil 2006) is over alle disciplines ongeveer tweeënhalf keer overtekend. Toch heeft het fonds zich bij de advisering pas in laatste instantie laten leiden door de subsidieplafonds. Toepassing van de criteria heeft bij theater en muziek geleid tot advisering binnen het beschikbare budget. Er is ongeveer 1,2 miljoen budget van deze vakdisciplines ondergebracht bij muziektheater en festivals. Dit zijn snel groeiende sectoren die ook van groot belang zijn voor de vakdisciplines. Zowel bij muziektheater als bij de festivals was er een verhoudingsgewijs hoge overtekening in deze vierjarenronde, en waren de budgetten voorheen relatief laag. Het NFPK + geeft dus meer geld aan festivals en muziektheater dan door de Cultuurnota is toegekend. Ondanks scherpe selectie en budgetverruiming bleek het beschikbare budget bij dans, muziektheater en festivals toch nog te krap om alle positief geadviseerde aanvragen te honoreren. Enkele instellingen, die in totaal ongeveer 2 miljoen vragen, eindigen daardoor onder de zaaglijn. Dat wil zeggen: een positief advies, maar geen geld vanwege een lage prioriteit. Met meer middelen zou het fonds hieraan op basis van prioritering tot 2 miljoen extra ondersteuning geven. Tabel 2 Overzicht van de belangrijkste cijfers* Muziek- Totaal Dans Festivals Muziek theater Theater aantal aanvragen waarvan cultuurnota 2005/ aantal gesubsidieerd NFPK nieuwe instellingen vervallen subsidies gevraagd bedrag geadviseeerd bedrag prijspeil gevraagd bedrag onder de zaaglijn toegekend prijspeil gemiddeld subsidie NFPK Prijspeil gemiddeld subsidie cultuurnota prijspeil * In dit overzicht is een subsidie aan de Stichting Steim opgenomen. Deze subsidie heeft een voorlopige status, omdat de mogelijkheid bestaat dat Steim alsnog in de Basisinfrastructuur wordt opgenomen. 8 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

6 Toelichting adviezen Muziek In de muzieksector is met uitzondering van symfonische muziek en opera slechts een klein deel van het aanbod gesubsidieerd. Het leeuwendeel van de sector heeft geen subsidie nodig om zichzelf te kunnen bedruipen. Subsidiëring kan in de muzieksector dan ook nauwelijks een sturend instrument zijn, maar vormt wel een voorwaardenscheppend middel om bijzonder repertoire en nieuwe ontwikkelingen te faciliteren. Subsidiëring heeft er de afgelopen decennia voor gezorgd dat kwalitatief hoogwaardige uitvoeringen van veel verschillende muziekstijlen op de podia een onderscheidende bijdrage leverden aan het gehele muziekleven. Het handhaven van deze variatie en de hoge kwaliteit is het belangrijkste uitgangspunt geweest bij de beoordeling van de 114 aanvragen voor opname in de vierjarige subsidieregeling. Volgens de hoofddoelstelling wordt ( ) subsidie verstrekt voor het in continuïteit verrichten van activiteiten ter bevordering van de kwaliteit en diversiteit in het produceren en programmeren van professionele muziek ( ). Anders dan in het verleden is daarom nu ook gelet op de aanwezigheid van een langjarige artistieke visie. Daarnaast is gelet op welke ontwikkeling de instelling door wenst te maken, welke artistieke keuzes in dat kader worden gemaakt en op de aanwezigheid van aanknopingspunten in het beleidsplan om deze ontwikkeling over vier jaar te evalueren. In het verlengde van het kwaliteitscriterium is de aanwezigheid van een dergelijke visie nodig om zich te kwalificeren voor een subsidie in het kader van deze regeling. Dynamisch instrument Met deze adviesronde is een eerste stap gezet. Een stap, die vooral tot doel heeft ervoor te zorgen dat de vierjarige subsidieregeling een dynamisch en effectief instrument blijft om bijzonder repertoire en nieuwe ontwikkelingen in de muzieksector te faciliteren. Meer voor minder betekent in dat kader dat er een eind komt aan structurele subsidies waar dat niet passend is, dat een aantal instellingen (financieel) beter wordt toegerust én dat initiatieven met de potentie om de ontwikkeling van de muzieksector een belangwekkende impuls te geven daartoe ook werkelijk in staat worden gesteld. Instellingen met een negatief advies zijn niet a priori van geringe betekenis. Maar de commissie is er van overtuigd dat een meer projectmatige werkwijze en financiële ondersteuning van deze instellingen een doelmatiger en effectievere bijdrage levert aan een bloeiend muziekleven dan het continueren van een onwenselijke subsidiepraktijk. Mismatch In de gesubsidieerde muzieksector wordt al geruime tijd een groot aantal ernstige problemen gesignaleerd. In 2006 verscheen het mede in opdracht van de Vereniging Nederlandse Muziek Ensembles geschreven rapport UIT!, dat een mismatch tussen vraag en aanbod constateert en een aantal oplossingen hiervoor aanreikt. Niet alleen de producerende instellingen en de afnemers kunnen volgens deze analyse de situatie verbeteren, ook de subsidieverstrekkers moeten een wezenlijke bijdrage aan de oplossingen van de problemen leveren, onder andere door scherpere keuzes te maken en een grotere doorstroom van subsidieontvangers te bewerkstelligen. De commissie is het hiermee eens en vond scherpe keuzes des te urgenter omdat het in het afgelopen decennium ernstig aan doorstroming in de gesubsidieerde muzieksector heeft ontbroken en de dichtgeslibde subsidiekanalen de noodzakelijke flexibiliteit en dynamiek ernstig bedreigden. De mismatch tussen vraag en aanbod wordt overigens niet opgeheven door alleen aan de aanbodzijde in te grijpen. Het NFPK+ verstrekt vierjarige subsidies aan zogenoemde producenten van aanbod; de afnemers vallen buiten de invloedssfeer van de regeling. Daarom rekent het fonds het tot zijn taak om zich ook na de vierjarige subsidieronde, met hulp van alle andere instrumenten die het fonds tot zijn beschikking heeft, actief in te zetten voor een betere vertegenwoordiging van de gesubsidieerde muziekinstellingen op de Nederlandse podia. 11 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

7 Ongewenste institutionalisering Van veel instellingen in de muzieksector die zijn aangewezen op het NFPK+, zijn de artistieke uitgangspunten meestal helder. De commissie heeft echter geconstateerd dat door het ontbreken van een langjarige artistieke visie, er sprake is van een werkwijze die in zijn aard eigenlijk projectmatig is. Tegelijkertijd kan worden vastgesteld dat ondanks het projectmatige karakter en ondanks de beperkte schaal van activiteiten en financiële armslag, instellingen vrijwel altijd de neiging hebben te streven naar een continue bedrijfsvoering met een eigen kantoor, een eigen zakelijke leider, een eigen productiemedewerker en een eigen marketing- en publiciteitsmedewerker. Zelden wordt een flexibelere werkwijze, of een bundeling van krachten overwogen. Deze ongewenste institutionalisering heeft in de muzieksector geleid tot versnippering in veel, kleine vierjarige subsidies. Net voldoende als bemoediging, genoeg om de verwachtingen in leven te houden, maar als daadwerkelijke ondersteuning te klein om deze ook in de praktijk te kunnen waarmaken. Ook van instellingen die al geruime tijd meerjarige subsidie ontvangen en die in verhouding een steviger financiële basis hebben, kan worden vastgesteld dat institutionalisering een rol speelt. Dat is niet bij voorbaat een slechte zaak. Maar het heeft ook tot gevolg dat instellingen die bij hun oprichting er nog van overtuigd waren dat het vertrek van de gezichtsbepalende artistiek leider logischerwijs opheffing betekende, nu toch legitimering zoeken voor het voortbestaan van de instelling. Niet zelden moet dan de bestaande bedrijfscultuur van de instelling ingrijpend worden veranderd om de ambities van een nieuwe en jongere artistiek leider te kunnen verwezenlijken. Dat kost veel energie, tijd en geld. Het is allerminst vanzelfsprekend dat deze manier van doorstroming de kwaliteit in de muzieksector voldoende waarborgt. Continuïteit De vierjarige subsidieregeling is niet het enige instrument om in de muzieksector de mismatch en ongewenste en inefficiënte subsidiepraktijk te corrigeren. De tweejarige projectsubsidie en de enkelvoudige projectsubsidies, die het NFPK+ ook verstrekt, moeten in de nabije toekomst veel meer maatwerk leveren aan instellingen waarvan de artistieke uitgangspunten een meer projectmatig karakter hebben. Instellingen die subsidie ontvangen uit deze regelingen maken een even belangrijk deel uit van het bloeiende muziekleven als de vierjarig gesubsidieerde instellingen. De door het NFPK+ gehanteerde transitieperiode zal worden gebruikt om in samenspraak met de muzieksector ander instrumentarium te ontwikkelen dat dit belang onderstreept. De beslissingen in de muzieksector zijn ingrijpend. Extra aandacht van het NFPK+ is dan ook in de toekomst geboden voor de jazz, de geïmproviseerde muziek, de gecomponeerde muziek en sommige onderdelen van de wereldmuziek. Dat laat onverlet dat niet alleen nu, bij de vaststelling van de vierjarige subsidies, maar ook straks, bij de verdeling van de projectsubsidies, scherpe keuzes moeten worden gemaakt. Criteria Het uitgangspunt voor die keuzes is de artistieke kwaliteit. Artistieke kwaliteit die ruimschoots is gebleken, artistieke kwaliteit met de potentie een rol van betekenis te spelen zoals die onder meer blijkt uit de aanwezigheid van een langjarige artistieke visie in de beleidsplannen. Er is uitgegaan van een pluriform en dynamisch kwaliteitsbegrip. De zichtbaarheid van de instelling, een term die in dit verband in de individuele adviezen veel wordt gebruikt, is vooral gerelateerd aan de zeggingskracht van de artistieke kwaliteit en de merknaam die daarmee is opgebouwd, niet zozeer aan het aantal concerten dat wordt gegeven. Daarnaast is gelet op de manier waarop instellingen zich inspannen om een zo groot en breed mogelijk publiek te bereiken voor hun aanbod. Er is gekeken naar de bedrijfsvoering, hoe de relatie met afnemers in binnen- en buitenland vorm krijgt en of publieksontwikkeling tot de taken wordt gerekend. Die analyse levert het beeld op van een sector waar nog veel verbetering mogelijk is. Het cultureel ondernemerschap, dat door het NFPK+ wordt beschouwd als het efficiënt inzetten van subsidiemiddelen en niet louter als het vergroten van de eigen inkomsten, heeft nu in de beleidsplannen te vaak een afwachtend karakter. Veel instellingen geven bijvoorbeeld aan pas een marketing- en publiciteitsbeleid te kunnen definiëren als geld beschikbaar wordt gesteld om daarvoor een medewerker in dienst te nemen. Opvallend hierbij is dat een andere wind lijkt te waaien uit de hoek van de jonge nieuwkomers. Ook zij zijn niet bereid concessies te doen aan hun artistieke uitgangspunten, maar hun drang een stevige positie te veroveren op de podia heeft hen aangezet tot het formuleren en effectief uitvoeren van een creatief marketingbeleid. Nieuwe media worden daarvoor door deze groep inmiddels ruimschoots ingezet, waar koudwatervrees veel al langer bestaande instellingen parten lijkt te spelen. Diversiteit en complementariteit. Zoals ook in andere sectoren het geval is, is niet louter de beoordeling van individuele aanvragen bepalend geweest voor de uiteindelijke keuzes. De veranderde systematiek, waarbij een deel van de podiumkunstaanbieders in de basisinfrastructuur (BIS) wordt opgenomen en de overige instellingen op het NFPK+ zijn aangewezen, levert voor de muzieksector overigens een ander beeld op dan voor de dans- of de theatersector. Voor de muzieksector geldt dat niet kan worden gesproken van een basisinfrastructuur in strikte zin. Een groot aantal muziekgenres kan geen aanspraak maken op subsidiëring op grond van de instandhoudingsfunctie zoals die is beschreven in Kunst van Leven. De minister heeft er vanwege bestuurlijke overwegingen voor gekozen de ensembles als ondeelbare categorie van instellingen te verwijzen naar het NFPK+. Bovendien wordt een aantal genres ook in de andere functies - de internationale festivalfunctie en de ontwikkelfunctie - niet vertegenwoordigd in de BIS. Het NFPK+ heeft er op grond van de criteria van de vierjarige subsidieregeling voor gekozen om altijd recht te doen aan het geheel van functies en genres (juist omdat ze geen deel uitmaken van de BIS) dat nodig is voor een bloeiend professioneel muziekaanbod. Daarnaast is binnen elk genre van de sector (de gecomponeerde muziek, de jazz en geïmproviseerde muziek, de popmuziek, de wereldmuziek en de elektronische muziek) gelet op de noodzakelijke voorwaarden om bijzonder repertoire en nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Podia Muziekinstellingen konden zo n 15 jaar geleden rekenen op een behoorlijk aantal door heel Nederland verspreide podia, die geïnteresseerd waren in hun producties. Nu moet helaas worden geconstateerd dat een kleiner aantal podia bereid is rijksgesubsidieerd aanbod af te nemen en dat bovendien minder vaak doet. Deels is dat te wijten aan de ook in UIT! geconstateerde onbalans tussen de vraag van publiek waaraan de afnemer gehoor wenst te geven en het door de muziekinstellingen geproduceerde aanbod. Maar dat is zeker niet de enige oorzaak. De overheveling van de vierjarige rijkssubsidie aan een aantal grotere muziekpodia naar de gemeenten betekent weliswaar een afbakening van financiële verantwoordelijkheden, maar daarmee is voorlopig nog geen eind gekomen aan de vaak zorgelijke financiële basis van het podiumcircuit. Podia zijn voor elk genre binnen de muziek van levensbelang, maar voor een aantal genres in de muzieksector geldt bovendien dat een uitgebreid podiumcircuit onontbeerlijk is voor de ontwikkeling ervan. Vooral in de jazz en geïmproviseerde muziek, de wereldmuziek en de popmuziek moet jong muzikaal talent op zoveel mogelijk plekken kunnen spelen. Productiesubsidies maken het mogelijk nieuwe ontwikkelingen in gang te zetten, maar het ook daadwerkelijk uitvoeren voor een zo groot mogelijk publiek is de enige manier waarop die ontwikkelingen hun maatschappelijke relevantie kunnen aantonen. Om ervoor te zorgen dat noch de musici, noch de speelplekken tussen wal en schip raken, blijven de afnamesubsidieregelingen van het NFPK+ in ieder geval de komende twee jaar bestaan. De al eerder genoemde transitieperiode zal ook worden gebruikt om in overleg met alle partijen een veel effectiever podiumbeleid te bewerkstelligen. 12 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

8 De gesubsidieerde muzieksector kent wel degelijk ook een aantal initiatieven, die aantonen dat een wezenlijk besef van de productieketen leidt tot een groter publieksbereik en grotere maatschappelijke verankering. De Nederlandse Bachvereniging en het Nederlands Blazers Ensemble bijvoorbeeld hebben duurzame banden opgebouwd met concertzalen; het presenteren van hun concerten gaat gepaard met het ter plekke organiseren van educatieve activiteiten en niet zelden participeert de lokale middenstand in de financiering. Jonge nieuwkomers, zoals het Amstel Saxofoon Kwartet en de Holland Baroque Society tonen op een andere manier datzelfde besef. Zij zijn voortdurend en naarstig op zoek naar presentatievormen die de afstand tussen publiek en musicus effectief verkleinen. Daarnaast kan worden opgemerkt dat vooral als intermediair fungerende instellingen aanvragen hebben ingediend die nauw raken aan de podiumproblematiek. In de meeste gevallen vervullen deze aanvragers zeker een belangrijke functie, want zij vormen een brug tussen podia en producenten. De commissie heeft ook hier de doelstellingen van de vierjarige subsidieregeling streng toegepast en constateert dat ook bij deze instellingen andere vormen van subsidiëring, bijvoorbeeld afnamesubsidie, beter aansluiten bij hun aard en werkwijze. Toekomst Ook dat wat zich afspeelt in de niet-gesubsidieerde muzieksector moet in ogenschouw worden genomen bij de verdeling van de subsidies en hoe die in de toekomst kan bijdragen aan een verrijking van het muziekleven. In de jazz en geïmproviseerde muziek en in de wereldmuziek speelt veel zich buiten de gesubsidieerde sector af. Ook daar wordt het specifieke repertoire uitgevoerd, dat nu uit de vierjarige subsidieregeling verdwijnt. En hoewel soms nog schoorvoetend, ontwikkelt zich bovendien een nieuwe generatie. Vooral in de wereldmuziek valt op dat bij de nieuwe aanvragers sprake is van een nieuwsgierigmakende drang het repertoire grondig te vernieuwen. Opvallend daarbij is dat de scheidslijnen tussen de verschillende genres binnen de muzieksector steeds dunner worden. Nieuwe aanvragers zijn moeilijker onder te brengen bij één genre. Dat geldt overigens niet alleen voor de instellingen, ook de makers in de muzieksector laten zich in toenemende mate beïnvloeden door andere culturen, technieken en presentatievormen. Steeds meer makers uit alle genres begeven zich op het terrein van de elektronische muziek. De toekenning van vierjarige subsidie aan twee instellingen in de elektronische muziek geeft daaraan een bescheiden impuls. Kruisbestuivingen van jazz, wereldmuziek, popmuziek, elektronische muziek en in een enkel geval zelfs oude en hedendaagse muziek tonen een sector in beweging. Er zijn geen aanvragen ingediend door nieuwe instellingen die zich gespecialiseerd hebben in het uitvoeren van louter hedendaagse gecomponeerde muziek; daar staat tegenover dat eigentijds repertoire voor de jonge garde een vanzelfsprekend onderdeel van hun muziekpraktijk vormt. Voor al deze ontwikkelingen wil het NFPK+ oog hebben en ruimte creëren. De makers in de muzieksector spelen vanzelfsprekend een grote rol; zonder hen geen muziek. Flankerend beleid is echter ook hier noodzakelijk. Verdergaande afstemming van het componistenbeleid binnen het NFPK+ vindt plaats. Dit beleid dient niet uitsluitend op hedendaags klassieke componisten gericht te zijn; ook makers in andere genres moeten worden gestimuleerd en gefaciliteerd. Want ook voor de popmuziek en de wereldmuziek is de productie van vernieuwend repertoire van groot belang. Samenstelling adviescommissie Muziek Adviseurs Roland Kieft (voorzitter) Bertho Driever Ernst Houdkamp Marcel Kranendonk Betti Plug Erwin Roebroeks Dennis Winter Francis de Souza Secretaris Henriëtte Post Niet betrokken bij de beoordeling van de aanvraag van Internationaal Kamermuziek Festival Utrecht Van Swieten Society Rumor November Music Asko Schönberg, Baraná, Camerata Trajectina, Bachvereniging, Fortuna, Holland Baroque Society, Insomnio, Internationaal Franz Liszt Pianoconcours, Internationaal Kamermuziek Festival Utrecht, November Music, Raras Budaya, Rosa Ensemble, Rumor, The Game of Life, Utrecht String Quartet, Walter Maas Huis World Music and Dance Centre Amsterdam Roots Festival Grachtenfestival, Nieuw Ensemble 14 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

9 Criteria, werkwijze en procedure Het NFPK + heeft aanvragen beoordeeld waarvan in de procedure bij het Ministerie van OCW is vastgesteld dat ze tot het werkgebied van het fonds behoren. Daarnaast zijn aanvragen beoordeeld van instellingen die in eerste instantie een beroep op de basisinfrastructuur hebben gedaan, maar door de Raad voor Cultuur alsnog zijn doorverwezen naar het fonds. De regeling Vierjarige Subsidies Podiumkunstinstellingen van het fonds is bedoeld voor het in continuïteit verrichten van activiteiten die bijdragen aan de kwaliteit en diversiteit van de podiumkunsten, opbouw van een publiek daarvoor en cultureel ondernemerschap. Alle criteria zijn vanzelfsprekend ingevuld en beoordeeld tegen de achtergrond van dit doel. Het doel van de vierjarige subsidieregeling is nadrukkelijk om instellingen te faciliteren om in continuïteit te werken, omdat het fonds immers ook regelingen heeft waarin (meerjarige) projectsubsidies tot de mogelijkheden behoren, waar dit meer passend is bij de aard van de activiteiten. Criteria De in behandeling genomen aanvragen zijn in de eerste plaats getoetst op artistieke kwaliteit, dat fungeerde als instaptoets. Alleen instellingen die in de ogen van de commissie over voldoende artistieke kwaliteit beschikken en hun artistieke activiteiten in continuïteit verrichten, zijn vervolgens getoetst op de overige criteria (voor functionele kwaliteit) en betrokken in de integrale afweging. Daarbij speelde ook de betekenis van een aanvraag voor het genre een rol. Kwaliteit is beoordeeld op basis van eerder werk en prestaties, artistieke ontwikkeling en potentie, en het ingediende plan met begroting. Alleen instellingen die de aangevraagde activiteiten al minimaal vier jaar verrichten als professionele podiumkunstinstelling, kwamen in aanmerking voor een vierjarige subsidie. Voor vierjarige honorering gelden strengere eisen dan voor projectaanvragen. Daarnaast is het wezenlijk dat de instelling het vertrouwen wekt niet (meer) projectmatig te werken. Honorering van projectaanvragen in het verleden geeft geen garantie voor een positieve beoordeling voor de vierjarige subsidieregeling. Maar ook omgekeerd geldt dat een negatieve beoordeling voor de vierjarige regeling de toegang tot projectbudgetten niet hoeft te belemmeren. Als kerncriteria voor artistieke kwaliteit zijn vakmanschap, zeggingskracht en oorspronkelijkheid maatgevend. Er is uitgegaan van een pluriform en dynamisch kwaliteitsbegrip: gerelateerd aan de aard en ontwikkeling van het genre, de beoogde uitvoeringscontext en de positie die de aanvrager wil innemen in de podiumkunsten. Besloten in het criterium oorspronkelijkheid is de artistieke signatuur en ontwikkeling, en onderscheidende positie van de aanvrager. Verbonden met zeggingskracht zijn de betekenisgevende werking voor publiek, aansprekendheid, impact, landelijke uitstraling en zichtbaarheid in het podiumkunstenlandschap. Vakmanschap heeft betrekking op aantoonbare vaardigheden en vakmatig inzicht. Na de kwaliteitstoets zijn, met gelijk onderling gewicht, de volgende criteria voor functionele kwaliteit (de manier waarop producties in de Nederlandse samenleving functioneren) toegepast, waarbij weer rekening is gehouden met aard en genre van de aanvraag: de mate waarin een aanvraag een bijdrage levert aan de diversiteit/verscheidenheid van de podiumkunsten (inclusief culturele diversiteit); de mate waarin een aanvraag een bijdrage levert aan geografische spreiding van de podiumkunsten; de relatie tussen scheppen, produceren, programmeren en publieksontwikkeling in de aanvraag; omvang en diversiteit van publieksbereik en ontwikkeling; cultureel ondernemerschap en bedrijfsvoering. 17 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

10 In reacties van aanvragers op de conceptadviezen is er herhaaldelijk teleurstelling over geuit dat in een aantal gevallen alleen artistieke criteria in de beoordeling ter sprake zijn gebracht. De verklaring hiervoor is dat artistieke kwaliteit een eerste voorwaarde was: was de commissie hiervan niet overtuigd, dan zijn andere criteria niet toegepast. Werkwijze en procedures In behandeling genomen aanvragen zijn voorbereid door de (discipline)secretaris. Daarbij is iedere aanvraag samengevat en in de context geplaatst van subsidiehistorie, genre en beleid van het NFPK +. Er is bovendien een analyse gemaakt van kwantitatieve parameters voor bedrijfsvoering, eigen inkomsten en publieksbereik. Aanvragen met cultureel diverse en internationale componenten zijn mede voorbereid en in het proces bij het fonds gevolgd door de programmamedewerkers culturele diversiteit respectievelijk internationalisering. Na voorbereiding op het bureau zijn de aanvragen integraal voorgelegd aan de adviescommissies. De commissies zijn formeel verantwoordelijk voor het advies. Aanvragen zijn behandeld door het team en de commissie van respectievelijk muziek, muziektheater, dans, theater en festivals. Ook aanvragen voor jeugdaanbod zijn hier beoordeeld. Bij interdisciplinaire en festivalaanvragen heeft co-advisering plaatsgevonden door de relevante disciplinecommissie(s). In deze gevallen waren ook meerdere secretarissen betrokken bij de voorbereiding. Cultureel diverse en internationale aanvragen zijn beoordeeld zoals andere aanvragen: in de disciplinecommissies, met de reguliere criteria. De advisering vond plaats in vergadering aan de hand van de genoemde criteria. Naast analyses van secretarissen en programmamedewerkers, en de eigen deskundigheid en kijkervaring hebben commissies gebruik mogen maken van dossiers van de Raad voor Cultuur, waarin opgenomen de verzamelde documentatie, gespreks- en voorstellingsverslagen. Het fonds heeft reacties ontvangen van instellingen die op grond van eerdere monitorgesprekken met de Raad voor Cultuur een positieve honorering verwachtten. De functie van monitorgesprekken was echter niet alleen in de nieuwe oordeelsvorming bij het NFPK +, maar ook destijds voor de Raad voor Cultuur louter informatief. De vergaderingen stonden onder voorzitterschap van één van de commissieleden. Op grond van de individuele beoordelingen hebben de commissies een disciplineprioritering opgesteld ten behoeve van de integrale afweging, tenzij een commissie binnen het beschikbare budget adviseerde. Commissieleden en secretarissen met directe betrokkenheid bij een aanvraag waren bij de betreffende advisering niet betrokken (zie overzicht). De adviezen zijn op 30 juni in concept verstuurd naar (alleen) de aanvragers, vergezeld van een indicatie van het subsidiebedrag. Instellingen konden binnen twee weken reageren op feitelijke onjuistheden. Die zijn door het fonds bestudeerd en verwerkt. Zo veel mogelijk instellingen waarvan de subsidie substantieel is aangetast of verdwijnt, zijn uitgenodigd voor een gesprek. Verzoeken van instellingen om een gesprek zijn waar mogelijk gehonoreerd. Na de schriftelijke reacties en gesprekken zijn de definitieve adviezen en subsidiebeschikkingen vastgesteld. De adviescommissies voor de vierjarige subsidieregeling zijn bij de start van het fonds volledig nieuw samengesteld. Daarbij is naast (erkende) artistieke deskundigheid en een brede, up-to-date kennis van het veld, ook expertise verankerd voor de keten van scheppen, produceren, programmeren en publieksbereik. In de samenstelling van de commissies is gezorgd voor vertegenwoordiging van (en kennis over) een variëteit aan genres, artistieke generaties, bestaande en nieuwe publieksgroepen, internationalisering, westerse en cultureel divers geïnspireerde kunstvormen, en kunde van marketing en cultureel ondernemerschap. 18 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

11 AD MOSAM Stichting Collegium Ad Mosam Collegium Ad Mosam omschrijft zichzelf als het enige gespecialiseerde barokensemble in Limburg. Zowel de geestelijke als wereldlijke muziek behoort tot het repertoire. Het ensemble musiceert in zeer gevarieerde samenstelling en voert concerten uit van grote producties met koor, solisten en orkest tot concerten in intieme kamermuziekbezetting en alle variaties daartussen. De belangrijkste ambitie van de instelling is het vertalen en groot maken van de emoties die sterk leven in de barokmuziek in de actualiteit van onze eigen tijd. Ad Mosam wil mensen ontroeren, het concert moet een belevenis zijn. Het streven van het ensemble is mogelijkheden te blijven zoeken om zichzelf en het publiek verder te ontwikkelen. Daarvoor zoekt Ad Mosam inspiratiebronnen, samenwerking, nieuwe leermeesters, wisselende bezettingen, confrontaties met andere media en stijlen. In de komende periode wil Ad Mosam zich blijven presenteren als het Limburgse ensemble dat barokconcerten op een hoog artistiek niveau geeft, maar zich ook verder ontwikkelen als het barokensemble dat spannende verbindingen met andere media of locaties durft aan te gaan. Het ensemble wil de komende jaren het aantal concerten opvoeren naar per jaar, nieuwe podia aanboren, naar scholen toe om jonge mensen te laten kennismaken met barokmuziek en onbekend(er) werk, van minder gehoorde componisten in productie nemen. Onder meer ter verhoging van het aantal concerten en om grote of vernieuwende producties succesvol te kunnen verkopen doet Ad Mosam een beroep op het NFPK+. Ten slotte is de commissie weliswaar positief over de wil van Ad Mosam om door middel van educatie ook een jonger publiek te bereiken, maar roept het ontbreken van een didactische onderbouwing tevens twijfels op over de te behalen resultaten. De commissie vindt de artistieke toekomstvisie van Ad Mosam niet overtuigend en meent dat het ensemble een weinig onderscheidende programmering toevoegt aan het bestaande nationale aanbod in het genre barokmuziek. Ook vanwege zijn geringe zichtbaarheid en de onvoldoende vertrouwenwekkende plannen op het gebied van cultureel ondernemerschap en bedrijfsvoering adviseert de commissie de aanvraag van Ad Mosam in het kader van de regeling Vierjarige subsidies Podiumkunsten niet te honoreren. Huidige cultuurnotasubsidie (prijspeil 2006) 0 Gevraagd Ad Mosam heeft in het kader van de Cultuurnota subsidie aangevraagd, maar deze is niet toegekend. De commissie constateert dat Ad Mosam zich consciëntieus kwijt van de zelf opgelegde taak uit te groeien tot een gespecialiseerd barokensemble met internationale allure, maar twijfelt aan de effectiviteit van deze inspanningen. Temeer daar het ensemble buiten de eigen regio vrijwel niet zichtbaar is en daardoor een in de ogen van de commissie te geringe bijdrage levert aan de diversiteit van het landelijke aanbod. De toekomstplannen van Ad Mosam weten de commissie niet te overtuigen. Zo blijft de artistieke visie van het ensemble op de komende periode vaag en voegt Ad Mosem volgens de commissie weinig onderscheidende programmering toe aan het bestaande nationale aanbod in het genre barokmuziek. Het lage aantal jaarlijks door Ad Mosam gerealiseerde concerten logenstraft de stelling dat Ad Mosam een stevige positie heeft in de gehele (eu)regio. Ad Mosam geeft in zijn plannen bovendien aan een redelijk aantal concerten maar met moeite te kunnen realiseren. Dat geldt ook voor de regio waar het ensemble zijn standplaats heeft. Als oorzaak hiervoor voert het ensemble aan dat onvoldoende financiële middelen aanwezig zijn bij de afnemers om een kostendekkende uitkoopsom te garanderen. Vooral om meer concerten tegen lagere uitkoopsommen te kunnen verzorgen, vraagt Ad Mosam meerjarige subsidie aan bij het NFPK+. De commissie betwijfelt of de veranderingen die Ad Mosam wil doorvoeren op het gebied van cultureel ondernemerschap en bedrijfsvoering ook daadwerkelijk tot het gewenste resultaat zullen leiden. De plannen van Ad Mosam zijn slecht uitgewerkt en geven geen blijk van een heldere visie. Ad Mosam lijkt zich verder ook weinig bewust van de positie die het inneemt in het landelijk bestel. Het ensemble spreekt over grote publieksaantallen, waar de commissie van mening is dat de zichtbaarheid en het publieksbereik van het ensemble veel te wensen overlaten. Volgens haar getuigt het beleidsplan van onvoldoende inzicht in de wijze waarop het ensemble zijn positie op dit vlak kan verbeteren. 20 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

12 Amstel Saxofoon Kwartet Stichting Amstel Saxofoon Kwartet Het Amstel Saxofoon Kwartet is een ensemble dat zich volgens het activiteitenplan breed profileert met muziek die reikt van zeer oud tot zeer nieuw, met optredens die variëren van klassieke kamermuziekconcerten tot theatervoorstellingen op buitenlocaties. Het kwartet won de afgelopen jaren vele prijzen en heeft het prijzengeld kunnen investeren in de ontwikkeling van het kwartet en zijn musici. Het repertoire van het ensemble kenmerkt zich door veel nieuw werk van Nederlandse componisten, veelal generatiegenoten van de saxofonisten, maar ook door eigen bewerkingen van de kwartetleden van composities uit uiteenlopende stijlperioden. Daarbij streeft het kwartet ernaar bewerkingen van composities van nog levende componisten te laten autoriseren. Het Amstel Saxofoon Kwartet wil de ontwikkeling van de afgelopen jaren kunnen voortzetten. Men vraagt een vierjarige subsidie aan om ook in de toekomst risicovolle projecten mogelijk te maken, om de buitenlandse ambities te verwezenlijken, om opdrachten aan grote componisten te kunnen geven, en om de succesvolle benadering van de markt en het publiek naar een hoger plan te kunnen tillen, aldus het beleidsplan. In kwantitatief opzicht streeft het ensemble naar gemiddeld 35 concerten per jaar, waarvan 15 in het buitenland. Op grond van de hoge uitvoeringskwaliteit en de oorspronkelijke artistieke visie van het Amstel Saxofoon Kwartet is de commissie van mening dat het ensemble in aanmerking komt voor een structurele ondersteuning. De commissie beschouwt de bijdrage als stimulans voor het ensemble om de bedrijfsvoering te professionaliseren en zijn nationale en internationale positie verder te verstevigen. De commissie adviseert het Amstel Saxofoon Kwartet op te nemen in de regeling Vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen Huidige cultuurnotasubsidie (prijspeil 2006) 0 Gevraagd Geadviseerd Toegekend Het Amstel Saxofoon Kwartet heeft in het kader van de Cultuurnota geen subsidie aangevraagd. De commissie vindt de uitvoeringskwaliteit van het Amstel Saxofoon Kwartet hoog. Bovendien vindt zij dat de door het kwartet gemaakte bewerkingen van muziek die oorspronkelijk niet voor saxofoonkwartet is geschreven, een waardevolle aanvulling op het bestaande repertoire vormen. Dat het kwartet voortdurend zorg besteedt aan een verfrissende podiumpresentatie, wordt door de commissie eveneens gewaardeerd. Uit de grote lijn van het beleidsplan spreekt zowel een oorspronkelijke artistieke visie als een zelfbewustzijn over een doordachte opmars van het Amstel Saxofoon Kwartet. Over de afzonderlijke projecten van het kwartet is de commissie minder enthousiast. Weliswaar worden er veel projectideeën opgesomd, maar de commissie vindt deze onvoldoende uitgewerkt. Ook vindt de commissie de marketingvisie in het plan mager, terwijl het kwartet kan bogen op een vierjarige ondersteuning van het Amerikaanse Concert Artists Guild, ook op marketinggebied. De educatieve activiteiten van het kwartet worden door de commissie wel gewaardeerd. Hoewel zij vindt dat er sprake is van een te optimistische kijk op het te realiseren bezoek van jongeren aan concertzalen, ziet de commissie wel een meerwaarde in de concerten die het kwartet geeft op plekken waar jongeren al om andere redenen aanwezig zijn. Het Amstel Saxofoon Kwartet geeft er duidelijk blijk van veel te willen spelen. Daarbij acht de commissie het noodzakelijk dat het kwartet een organisatorische professionalisering ondergaat. Zo is het gegeven dat er twee familieleden in het bestuur zitten, in strijd met de Code Cultural Governance. De professionalisering van het kwartet zal erin moeten resulteren de huidige positie in het binnen- en buitenlandse muzieklandschap te verstevigen. 22 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

13 Amsterdam Baroque Orchestra & Choir Stichting Amsterdam Baroque Orchestra and Choir Het Amsterdam Baroque Orchestra & Choir (ABO&C), opgericht door dirigent Ton Koopman, ziet het als zijn missie zich op internationaal topniveau te profileren als een veelzijdig, inspirerend innovatief en gespecialiseerd kamerorkest en kamerkoor, gespecialiseerd in de muziek uit de zeventiende en achttiende eeuw. Onder leiding van Ton Koopman werken het koor en orkest van barokmusici enkele productieperioden per jaar samen aan een nieuw programma, waarmee het ensemble op tournee gaat. Het repertoire bestaat uit instrumentaal en vocaal-instrumentaal werk, gecomponeerd tussen 1600 en 1791, waarbij het laatste jaartal is bepaald door de dood van Mozart. Het repertoire van het Amsterdam Baroque Choir omspant een langere periode: van 1560 tot Het ABO&C noemt als uitgangspunt een historisch verantwoorde artistieke aanpak met authentieke, of naar authentiek voorbeeld gebouwde, instrumenten en een in wetenschappelijk onderzoek gewortelde stilistische verantwoorde uitvoeringspraktijk. Naar eigen zeggen is het ABO&C door dit wetenschappelijk onderzoek van artistiek leider Ton Koopman continu verzekerd van de laatste inzichten en kennis op dit gebied. Volgens het ABO&C participeren koor en orkest in principe in alle nationale en internationale festivals. Van de ruim veertig optredens die het projectensemble nu jaarlijks verzorgt, vinden er gemiddeld vijf plaats in Nederland. Voor de periode heeft het ABO&C zich drie specifieke hoofddoelen gesteld. Allereerst wil het de zichtbaarheid van het orkest op de binnenlandse podia vergroten. Vergevorderde plannen met de gemeente en provincie Utrecht zullen in de toekomst leiden tot het verder vervlechten van orkest en koor met de oude-muziek-scene die deze stad en provincie rijk zijn. Voor de provincie Zeeland, Brabant en Overijssel, zijn vergelijkbare plannen in voorbereiding, zo vermeldt het beleidsplan. Ten tweede streeft het ABO&C naar uitbreiding van het repertoire en meer aandacht voor Nederlandse muziek in de programmering, en ten derde naar het veiligstellen van de canon door de nieuwe generatie barokmusici te coachen in de authentieke uitvoeringspraktijk en de artistieke en zakelijke kant van cultureel ondernemerschap. Hiertoe bestaan er plannen voor het oprichten van een werkplaats voor aankomende jonge barokmusici: Jong ABO&C. Voor al deze activiteiten bepleit het ABO&C een structurele bijdrage van op jaarbasis. Dit is meer dan een verdubbeling van het huidige subsidiebedrag. Men wil de rijksbijdrage vooral aanwenden voor de reguliere en personele kosten van orkest, koor, solisten en dirigent. De aangevraagde subsidies bij de andere overheden ( bij de provincie Utrecht, bij de gemeente Utrecht, en bij de gemeente Amsterdam) zijn bedoeld voor de extra productionele activiteiten die het ABO&C daar wil ontwikkelen. Het ABO&C ontvangt subsidie in het kader van de Cultuurnota Om orde op zaken te stellen in zijn financiële positie kreeg het ensemble tussentijds eenmalig een extra subsidie van OCW. Het ABO&C ontvangt geen provinciale of gemeentelijke bijdragen. De commissie stelt vast dat Ton Koopman met zijn ABO&C lange tijd een voortrekkersrol heeft vervuld op het gebied van de oude muziek. Het vakmanschap en de technische uitvoeringskwaliteit zijn zeer hoog en worden internationaal gewaardeerd. Tegelijkertijd constateert de commissie dat inmiddels tal van gelijksoortige initiatieven bestaan die eveneens op een kwalitatief hoogwaardig niveau vergelijkbaar repertoire ten gehore brengen. Hierdoor vindt de commissie dat het ABO&C aan artistieke meerwaarde heeft ingeboet en niet langer kan bogen op een onaantastbare uitzonderingspositie binnen het huidige Nederlandse oude muzieklandschap. De commissie wordt in haar oordeel gesterkt door het zeer geringe aantal optredens dat het ABO&C in eigen land verzorgt (vijf concerten in 2006). Bovendien vindt de commissie de kwaliteit van het beleidsplan zeer teleurstellend en onvoldoende vertrouwenwekkend. Een opinie die overigens wordt gedeeld door andere adviesinstanties in Amsterdam en Utrecht. Waar het ABO&C in zijn subsidieaanvraag spreekt over een nieuw elan voor de oude muziek, constateert de commissie dat de plannen blijven steken in louter wensen en voornemens met een sterk projectmatig karakter, die niet worden onderbouwd met een krachtige artistieke langetermijnvisie en bijpassend meerjarenbeleid. Dit acht de commissie wel een vereiste voor een instelling die in aanmerking wil komen voor een vierjarige subsidie. Daarbij is de commissie zeer kritisch over de drie hoofddoelen die het ABO&C zichzelf heeft gesteld voor de komende periode. Zij is er niet van overtuigd dat het ABO&C erin zal slagen zijn slechte zichtbaarheid in eigen land voldoende te verbeteren. Tot nu toe heeft het ensemble ten onrechte nauwelijks geïnvesteerd in het versterken van de banden met (potentiële) Nederlandse podia en is zijn positie in de nationale culturele infrastructuur zwak te noemen. Het beleidsplan weerspiegelt dit gebrek aan bestaande samenwerkingsverbanden of concrete afspraken met afnemers om de beoogde stijging van het aantal concerten te kunnen realiseren. Het ABO&C geeft slechts een aantal voornemens tot samenwerking met podia aan, die bovendien deels afhankelijk zijn van toekenning van subsidie door lagere overheden. Ten aanzien van het tweede hoofddoel is de commissie van oordeel dat de voorgestelde repertoireuitbreiding een weinig onderscheidende aanvulling biedt op het bestaande aanbod in de oude muziek. Evenmin is de commissie overtuigd van de plannen voor de oprichting van een Jong ABO&C. Zij beschouwt deze ambitie op het gebied van talentontwikkeling primair als een organisatorische en financiële verantwoordelijkheid van de kunstvakopleidingen en niet als een subsidiabele taak van een producerend ensemble als het ABO&C. Ook wekt het beleidsplan bij de commissie de indruk dat het ABO&C zich onvoldoende bewust is van reeds bestaande ontwikkelingen en nieuwe initiatieven op het vlak van talentontwikkeling. Overigens vindt de commissie het zakelijk beleid van het ABO&C ver onder de maat en niet vertrouwenwekkend. Een overtuigende visie op en realistische uitwerking van het cultureel ondernemerschap ontbreken. Zo spreekt de aanvraag slechts van een voornemen om jaarlijks aan sponsorinkomsten te verwerven, zonder hierbij een concreet plan van aanpak te schetsen. Ook beoordeelt de commissie de inzet van middelen bij de organisatie van buitenlandse tournees als zeer inefficiënt, afgaande op de gepresenteerde jaarrekeningen. Deze tournees bestaan vaak slechts uit één concert (of een serie concerten die een zo uitgestrekt gebied bestrijkt dat van efficiëntie geen sprake meer is). Hierdoor zijn de opbrengsten van het ensemble beduidend veel lager dan wanneer het ABO&C jaarlijks een beperkt aantal uitgebreide tournees zou realiseren. Verder beoordeelt de commissie de bedrijfsvoering van het ensemble als zeer ondoorzichtig en inefficiënt. Zo maakt het opnemen in de begroting, zonder specificering, van alle activiteiten die artistiek leider Ton Koopman naast zijn werk voor het ABO&C onderneemt, een weinig transparante indruk. Tevens constateert de commissie onzorgvuldigheden en onduidelijkheden in de toelichting op de meerjarenbegroting ten aanzien van het eigen festival dat het ABO&C in Frankrijk organiseert. Ten slotte signaleert de commissie dat het ABO&C er niet in is geslaagd om zijn financiële positie te verbeteren, nadat het hiervoor een eenmalige extra subsidie kreeg toegekend in de lopende cultuurnotaperiode: in 2007 heeft de instelling opnieuw een negatief eigen vermogen opgebouwd. Uit het voorgaande leidt de commissie af dat het ABO&C geen realistische kijk heeft op zijn zakelijke bedrijfsvoering, hetgeen resulteert in een ongewenst grote subsidieafhankelijkheid. 24 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

14 Hoewel de commissie waardering heeft voor het vakmanschap en de hoge technische uitvoeringskwaliteit van het ABO&C, stelt zij vast dat het ensemble door toenemende concurrentie in het huidige Nederlandse oude muzieklandschap samen met de niet realistisch geachte verwachting dat de zichtbaarheid in Nederland sterk zal verbeteren aan artistieke meerwaarde heeft ingeboet en niet langer kan bogen op een onaantastbare uitzonderingspositie. Daarbij acht de commissie de kwaliteit van het beleidsplan ruim onvoldoende. Ten onrechte ontbreekt een overtuigende artistieke langetermijnvisie en de plannen zijn sterk projectmatig en nauwelijks uitgewerkt. Ook is de commissie zeer kritisch over de haalbaarheid en/of wenselijkheid van de drie hoofddoelen die het ABO&C zichzelf stelt voor de komende periode. Daarnaast vindt de commissie het zakelijke beleid van het ABO&C niet realistisch, noch vertrouwenwekkend. Het zwakke cultureel ondernemerschap en de ondoorzichtige, inefficiënte bedrijfsvoering resulteren in een ongewenst grote subsidieafhankelijkheid. Op grond hiervan adviseert de commissie het ABO&C niet op te nemen in de regeling Vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen Huidige cultuurnotasubsidie (prijspeil 2006) Gevraagd nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

15 Amsterdam Sinfonietta Stichting Amsterdam Sinfonietta Amsterdam Sinfonietta omschrijft zichzelf als een strijkorkest zonder dirigent, dat zich kan en wil blijven meten met de beste strijkorkesten in de wereld. Het repertoire van het orkest is breed: van barok tot en met hedendaagse muziek. Amsterdam Sinfonietta heeft volgens het beleidsplan een unieke plaats binnen het Nederlandse muziekleven door zich te onderscheiden met een concentratie op het strijkrepertoire, door de mentaliteit van de kamermusicus centraal te stellen, door onder leiding van de concertmeester op te treden, door de hieruit resulterende podiumpresentatie, door de flexibiliteit en door de unieke programmering. Het orkest geeft reguliere concerten, verstrekt compositieopdrachten en heeft veel aandacht voor repertoireverruiming en bijzondere gastartiesten. Amsterdam Sinfonietta wil in de periode zowel het artistieke niveau als de unieke plaats die zij inneemt in het Nederlandse muziekleven handhaven. De concertpraktijk is daarbij voor het orkest de primaire activiteit. Daarnaast wil de instelling aandacht besteden aan educatieve activiteiten en workshops voor componisten organiseren. Amsterdam Sinfonietta ontvangt subsidie in het kader van de Cultuurnota Naar aanleiding van het beleidsplan is op 21 mei 2008 een nadere uitwerking van de begroting opgevraagd bij de aanvragers. De commissie kent Amsterdam Sinfonietta als een kwalitatief goed en levendig strijkersensemble. Door zijn brede repertoirekeuze neemt het een eminente plaats in binnen het Nederlandse muziekleven. De balans die het ensemble weet te vinden tussen toegankelijk werk en bijzondere, meer avontuurlijke stukken, is voorbeeldstellend. De programmering in de jaren wordt volgens de commissie gekenmerkt door een heldere en artistiek belangwekkende visie en is daarnaast regelmatig gedurfd. Zij is er van overtuigd dat deze lijn in de komende periode wordt doorgezet, maar vindt dat dit in het plan nog wat beter had kunnen worden gearticuleerd. De commissie is positief over het feit dat Amsterdam Sinfonietta een aantal jaren geleden welbewust heeft gekozen voor de constructie met een spelende concertmeester in plaats van het werken met een dirigent en onderschrijft dat dit niet alleen de uitstraling maar ook de artistieke kwaliteit van het ensemble ten goede komt. De commissie vindt het dan ook jammer dat juist dit onderscheidende uitgangspunt in het beleidsplan van Amsterdam Sinfonietta niet duidelijker is uitgewerkt. Hierdoor lijkt het alsof dit principe niet is verankerd binnen het artistieke beleid van het ensemble. Amsterdam Sinfonietta investeert niet alleen in samenwerkingsverbanden met strategische partners door zich als ensemble in residence te binden aan zalen, het investeert eveneens in de publieks- ontwikkeling door tegelijkertijd de educatieve activiteiten direct te verbinden aan haar concertpraktijk. De commissie waardeert deze inspanningen en is er van overtuigd dat Amsterdam Sinfonietta op deze manier haar positie aanzienlijk weet te verstevigen. Hoewel zij er veel vertrouwen in heeft dat deze werkwijze succesvol zal worden voortgezet, constateert zij evenwel een enorme toename aan educatieve activiteiten, die haar bijna voorkomt als een verschuiving van kerntaken. Bovendien nemen de hieraan verbonden kosten onevenredig toe terwijl een noodzakelijke didactische onderbouwing ontbreekt. Dit maakt het resultaat onzeker en het risico dat subsidiemiddelen inefficiënt worden ingezet onaanvaardbaar hoog. Hoewel Amsterdam Sinfonietta stelt dat de gehanteerde formule ten aanzien van de concerten buiten de standplaats daadwerkelijk tot gevolg heeft dat meer publiek de concerten bezoekt, vraagt zij een subsidieverhoging om zodoende de daling van de gemiddelde uitkoopsom te compenseren en het marketingbudget te verruimen. De commissie vindt dat Amsterdam Sinfonietta hiermee onvoldoende cultureel ondernemerschap aan de dag legt. De constatering van de instelling dat steeds meer publiek haar concerten bezoekt, biedt naar haar mening naast uitkoopsommen ook andere mogelijkheden om de publieksinkomsten te verhogen, zoals bijvoorbeeld het spelen van concerten op partagebasis. De commissie vindt het dan ook teleurstellend dat hieraan in het beleidsplan geen aandacht wordt besteed. De bij de aanvraag gepresenteerde toelichting op de begroting maakt duidelijk dat de ambities van Amsterdam Sinfonietta gepaard gaan met een enorme kostenstijging. De commissie stelt vast dat de kostenstijgingen weliswaar met redenen worden omkleed, maar dat zij deze vanwege de reeds genoemde bezwaren onwenselijk vindt. Zij is er dan ook van overtuigd dat Amsterdam Sinfonietta haar kerntaak kan uitvoeren met een lager subsidiebedrag dan gevraagd. Gezien bovenstaande kritiekpunten acht de commissie het noodzakelijk dat het beleidsplan en de bijbehorende begroting worden herzien. De commissie is positief over de uitvoeringskwaliteiten van Amsterdam Sinfonietta en heeft er op grond van de betekenis die het ensemble heeft voldoende vertrouwen in dat een onderscheidende bijdrage zal worden geleverd aan het Nederlandse podiumkunstenbestel. Zij is evenwel van mening dat het ensemble haar bedrijfsvoering dient te verbeteren en een evenwichtiger verhouding tussen haar kerntaak en de educatieve activiteiten kan bewerkstelligen. De commissie adviseert Amsterdam Sinfonietta op te nemen in de regeling Vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen De commissie vraagt aandacht voor een herziening van het beleidsplan op het gebied van bedrijfsvoering en zakelijk beleid, mede gezien het grote verschil tussen het gevraagde en geadviseerde subsidiebedrag. Huidige cultuurnotasubsidie (prijspeil 2006) Gevraagd Geadviseerd Toegekend nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

16 Apollo Ensemble Stichting Apollo Het Apollo Ensemble omschrijft zichzelf als moderne musici met oude instrumenten, gedreven vanuit de historie. Altijd op zoek, niet naar het gelijk maar naar de ziel van de compositie, om die over te brengen op de mens van nu. Kenmerkend vindt het zijn brede programmering, durf om te experimenteren en het spelen in grote bezetting zonder dirigent. Jaarlijks organiseert het ensemble de Apollo Zomeracademie, een kamermuziekweek gericht op jong talent en gevorderde amateurs, en wordt een tournee naar het buitenland gemaakt. Voorafgaand aan de zomeracademie is er een driedaags festival Travelling in baroque. Het ensemble wil zowel liefhebbers/kenners als nieuw publiek de schoonheid van structuur in muziek laten beleven. Om dit te bewerkstelligen zijn drie zaken leidend voor het ensemble. Allereerst de kwaliteit van het repertoire. Ten tweede de toegankelijkheid door de locatiekeuze en een aanpak die verrassend is en loskomt van de traditionele concertsfeer. Ten derde diversiteit door een breed repertoire, diverse bezetting en samenwerking met andere kunstvormen. Het ensemble neemt volgens het beleidsplan door zijn eigen speelmanier, grensverleggend voor kamermuziek een geheel eigen plaats in in het landelijk bestel van middelgrote kamermuziekensembles. In 2012 wil het Apollo Ensemble zijn positie binnen de regio verder versterkt hebben en organisatorisch vooral een slag maken met een marketing/pr-medewerker en fondsenwerver. Bovendien is het ensemble van plan workshops, educatieve projecten en een festival in Flevoland te ontwikkelen. De commissie oordeelt op grond van onvoldoende kwaliteit, zowel wat betreft de uitvoeringen als wat betreft het ontbreken van een heldere oorspronkelijke artistieke visie, dat ze geen aanleiding ziet om de aanvraag van het Apollo Ensemble positief te waarderen. De commissie adviseert het Apollo Ensemble niet op te nemen in de regeling Vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen Huidige cultuurnotasubsidie (prijspeil 2006) 0 Gevraagd Het Apollo Ensemble heeft in het kader van de Cultuurnota geen subsidie aangevraagd. Het Apollo Ensemble is de afgelopen jaren incidenteel ondersteund door het voormalige FAPK. De commissie heeft veel waardering voor de manier waarop het Apollo Ensemble in de regio Flevoland tal van initiatieven heeft ontwikkeld om ook daar een muziekaanbod te creëren. Tegelijkertijd is zij van mening dat het ensemble weliswaar uit goede musici bestaat, maar dat de artistieke uitvoeringskwaliteit onvoldoende is en de presentatie van het ensemble weinig tot de verbeelding spreekt in vergelijking met andere professionele ensembles. Ook vindt de commissie de presentatie van de concerten niet aansprekend en constateert zij dat de zichtbaarheid (en hiermee ook de artistieke betekenis) van het Apollo Ensemble buiten de regio gering is. Daarbij komt dat het beleidsplan louter artistieke uitgangspunten schetst, en nergens duidelijk wordt tot welke artistieke visie die leiden of wat de artistieke ambities van het ensemble zijn. Dit vindt de commissie onacceptabel voor een ensemble dat voor structurele subsidie in aanmerking wenst te komen. Het beleidsplan geeft daarnaast weinig blijk van strategische samenwerkingsverbanden buiten de eigen regio met andere schakels binnen de keten. Ten aanzien van de internationalisering is alleen sprake van incidentele contacten. De aangekondigde stijging van het aantal internationale optredens acht de commissie dan ook een niet realistische. Ook ten aanzien van de ontwikkeling van het publieksbereik ontbreekt een samenhangend en effectief beleid. De commissie stelt op grond hiervan vast dat het Apollo Ensemble ook onvoldoende over een professionele organisatie beschikt. 30 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

17 Asko Schönberg Asko Schönberg Asko Schönberg omschrijft zich als volgt: geen Ensemble, geen Orkest, maar een flexibel apparaat dat in elke gewenste grootte elke gewenste partituur kan spelen, zowel op het podium als in de orkestbak van de muziektheaters. Met oog voor de historie wordt, zo stelt de instelling, per productie een bezetting samengesteld waarbij van individuele kwaliteiten en ervaring van musici optimaal gebruik wordt gemaakt. Asko Schönberg wil hét instituut zijn voor de niet-symfonische 20e- en 21e-eeuwse muziek in al haar facetten: van kamermuziek tot groot bezette werken, van zes tot zestig musici. De organisatie kent zichzelf een unieke plaats in het Nederlandse muziekleven toe. De instelling wil informeren over en staan voor de nieuwe klassieken van de 20e tot en met de nieuwste muziek van de 21e eeuw, op concertpodia, in operahuizen en (muziek)theaters, op scholen en alle andere in aanmerking komende locaties, in op verschillende publieksgroepen afgestemde vormen van concertpresentatie. Asko Schönberg wil samenwerking met componisten, belangrijke Nederlandse operagezelschappen en andere Nederlandse kunstinstellingen intensiveren. Door de uitbouw van de in 2007 opgerichte György Ligeti Academy wil de instelling de interesse in en aandacht voor nieuwe muziek bij tweede fase (masterfase) conservatoriumstudenten vergroten. Het Asko Schönberg wil onder meer ten minste per seizoen 20 concerten realiseren in met name een vijftiental grotere steden in het land, 15 concerten per seizoen in het Muziekgebouw aan t IJ, 8 concerten in series in het Concertgebouw. Daarnaast biedt het ensemble aan afnemers in de rest van Nederland op maat samengestelde programma s. Het streven is om elk concertprogramma gemiddeld drie keer uit te voeren. Beide fusiepartners van het Asko Schönberg, het Asko Ensemble en het Schönberg Ensemble, ontvangen subsidie in het kader van de Cultuurnota Beide fusiepartners hebben incidenteel subsidie ontvangen van het voormalige FAPK. Naar aanleiding van het beleidsplan is op 9 april 2008 een nadere uitwerking van de begroting opgevraagd bij de aanvragers. Zowel het Asko Ensemble als het Schönberg Ensemble, twee zichzelf tot nu toe autonoom presenterende ensembles, kan volgens de commissie bogen op een uitstekende uitvoeringskwaliteit en een onderscheidende programmering. Bezwaarlijk vindt zij echter dat het beleidsplan over hun fusie tot het Asko Schönberg niet overtuigend beschrijft hoe de nieuwe situatie artistiek inhoudelijk zal worden ingevuld. Hierdoor kan de commissie zich geen goede voorstelling maken van de verdergaande samenwerking, die behalve een functionele betekenis nu ook een artistiek-inhoudelijke betekenis krijgt. De voorgestelde werkwijze beoogt één merknaam waaronder het repertoire van beide fusiepartners wordt gepresenteerd. Hoe dat zal gebeuren en hoe het specifieke repertoire van de twee ensembles zich vanaf 2009 tot elkaar verhoudt, laat de subsidieaanvraag volgens de commissie ten onrechte in het midden. De bezielende wijze waarop Reinbert de Leeuw artistiek vorm heeft gegeven aan het Schönberg Ensemble en aan de samenwerkingsprojecten van de twee afzonderlijke ensembles is onmiskenbaar. De commissie vindt het echter bezwaarlijk en onbegrijpelijk dat het beleidsplan niet duidelijk benoemt wie op artistiek gebied het leiderschap en de eindverantwoordelijkheid van het Asko Schönberg zal vervullen, en op welke wijze. Het beleidsplan maakt melding van een nieuw aan te stellen éénhoofdige directie en het delegeren van de concertprogrammering aan een artistiek leider. In de ogen van de commissie had een duidelijk profiel van deze functies in de aanvraag niet mogen ontbreken. Uit de genoemde projecten en samenwerkingsverbanden komt voor de commissie geen heldere lijn naar voren. In haar ogen laat het nieuwe ensemble geen duidelijke artistieke signatuur zien, en ontbreekt een langetermijnvisie op de artistieke ontwikkeling. Met de oprichting van de György Ligeti Academy wenst het Asko Schönberg zich te bekommeren om de continuïteit van een unieke hedendaagse muziekpraktijk in Nederland. De commissie vindt echter dat de talentontwikkeling die het Asko Schönberg hiermee nastreeft, in de eerste plaats een verantwoordelijkheid is van de kunstvakopleidingen en niet dient te worden bekostigd door gesubsidieerde producerende podiumkunstinstellingen. Verder is de commissie van mening dat uit de aanvraag een uiterst gering gevoel van urgentie met betrekking tot publieksbereik en -ontwikkeling blijkt. Het Asko Schönberg biedt weliswaar bijzondere educatieve programma s, maar zeker als het gaat om de positie van het ensemble buiten de standplaats is volgens de commissie een effectief beleid noodzakelijk. Het Asko Schönberg meldt hierover slechts dat een marketingplan is opgesteld in samenwerking met een gespecialiseerd bureau en dat de uitvoering afhankelijk is van de beschikbare middelen. Een ander kritiekpunt betreft het cultureel ondernemerschap en de bedrijfsvoering van het Asko Schönberg. Beide laten volgens de commissie veel te wensen over. Hoewel de geformuleerde ambities lovenswaardig zijn, roept de wijze waarop het Asko Schönberg deze wil realiseren veel vraagtekens op. Zo wenst het Asko Schönberg, ook om musici meer te kunnen binden aan het ensemble, een toename van het aantal concerten in en buiten de standplaats. Maar de extra kosten die het ensemble bijvoorbeeld opvoert voor zijn ambitie meer te spelen in het Muziekgebouw aan t IJ bedragen gemiddeld per concert. Daarbij zijn de extra kosten voor de huur van repetitieruimte in genoemd gebouw nog niet eens inbegrepen. De extra kosten voor concerten buiten de standplaats zijn gemiddeld per concert, omdat volgens het Asko Schönberg afnemers steeds minder in staat zijn uitkoopsommen te betalen die kostendekkend zijn. De extra kosten die het Asko Schönberg begroot om meer te kunnen spelen, getuigen in de ogen van de commissie van een weinig realistische visie op cultureel ondernemerschap. Temeer als in ogenschouw wordt genomen dat de gemiddelde lasten (uitgaande van de begrote 85 activiteiten per jaar) ruim per activiteit bedragen. Volgens de commissie is dit bedrag onwenselijk hoog en in geen verhouding tot de kosten hiervan bij gelijksoortige instellingen, zelfs niet als de aard en omvang van het Asko Schönberg daarbij in aanmerking wordt genomen. Om de kosten te verlagen, zou het Asko Schönberg allereerst veel minder verschillende producties moeten willen realiseren. Dat maakt het in de ogen van de commissie ook aannemelijker dat het Asko Schönberg er daadwerkelijk in zal slagen elke productie ten minste drie keer uit te voeren. Nu constateert de commissie op grond van het beleidsplan dat het ensemble alleen in zijn standplaats al minstens 25 verschillende producties wenst uit te voeren. Dit acht zij niet in verhouding met de betekenis van het Asko Schönberg voor de muzieksector. De commissie meent dat het ensemble er veel meer dan nu het geval is naar moet streven een beperkter aantal producties veel vaker op verschillende podia in Nederland en daarbuiten uit te voeren. Om die reden adviseert de commissie de subsidie aan het Asko Schönberg ten opzichte van het huidige bedrag te verlagen. Ten slotte merkt de commissie op dat het Asko Schönberg verwacht vanaf 2009 ruim een half miljoen euro aan projectsubsidies en sponsoring te zullen werven. Ten opzichte van 2006 is dat een toename van ruim 900%. Het ensemble heeft in de reactie op het conceptadvies te kennen gegeven dat in 2006 een bedrag van aan eigen inkomsten is gerealiseerd, voor de productie van een cd-box. Dit bedrag blijkt niet uit de door Asko Schönberg bij de aanvraag gepresenteerde Jaarrekening Bovendien doet dit argument van het Asko Schönberg niet af aan de vaststelling dat sprake is van bovenbedoelde toename van 900% aan eigen inkomsten. Een dergelijke toename acht de commissie niet realistisch, temeer daar het ensemble in de aanvraag geen enkel gefundeerd beleid formuleert. Gezien bovenstaande kritiekpunten acht de commissie het noodzakelijk dat het beleidsplan en de bijbehorende begroting worden herzien. 32 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

18 Op grond van de hoge uitvoeringskwaliteit van zowel het Asko Ensemble als het Schönberg Ensemble verwacht de commissie dat hun fusie tot het Asko Schönberg opnieuw garant staat voor een hoogwaardige spelkwaliteit. De commissie is echter onvoldoende overtuigd van de toegevoegde waarde van het samengaan van deze twee gerespecteerde ensembles. Zo spreken uit het beleidsplan geen duidelijke artistieke visie en leiderschap, en ontbreekt een vertrouwenwekkende toelichting op de artistiek-inhoudelijke samenwerking. Bovendien vindt de commissie het huidige en beoogde cultureel ondernemerschap zeer teleurstellend en weinig realistisch. Daarnaast vormen het zeer hoge aantal producties en de onvoldoende overtuigende inspanning om deze ook buiten de standplaats vaker te herhalen aanleiding voor de commissie een lager dan gevraagd subsidiebedrag te adviseren. De commissie adviseert het Asko Schönberg op te nemen in de regeling Vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen De commissie vraagt aandacht voor een herziening van het beleidsplan op het gebied van bedrijfsvoering en zakelijk beleid, mede gezien het grote verschil tussen het gevraagde en geadviseerde subsidiebedrag. Daarbij rekent de commissie de activiteiten die voortvloeien uit György Ligeti Academy niet tot de subsidiabele activiteiten. Huidige cultuurnotasubsidie (prijspeil 2006) Gevraagd Geadviseerd Toegekend nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

19 Aurelia saxofoonkwartet Stichting Aurelia Saxofoonkwartet Het Aurelia Saxofoonkwartet is een flexibel ensemble dat al 25 jaar een wereldwijde ambassadeursfunctie zegt te vervullen voor het saxofoonkwartet, nieuwe muziek (zeker ook van Nederlandse bodem) en kamermuziek in het algemeen. Deze positie meent het kwartet vooral te hebben verworven door zijn concerten in binnen- en buitenland en het grote aantal cd s die de laatste drie jaar zijn uitgebracht. Al vijfentwintig jaar wordt op het hoogste niveau gemusiceerd en creatief geprogrammeerd. Het Aurelia Saxofoonkwartet verwacht dat dit de komende vier jaar niet anders zal zijn, zo vermeldt het beleidsplan. Volgens het Aurelia Saxofoonkwartet zijn in de huidige cultuurnotaperiode veel van de voorgenomen plannen gerealiseerd. De komende periode zal de serie in het Muziekgebouw aan t IJ worden voortgezet en speerpunt blijven van de programmering. Het kwartet wil tevens een structuur creëren om de - vooral niet-commerciële, avontuurlijke - programma s die het in het Muziekgebouw aan t IJ speelt, vaker en ook elders uit te voeren. Daarnaast wil men een aantal Grote Zaal-producties realiseren, en wil men personeel kunnen aanstellen om educatief beleid te ontwikkelen, promotie in het buitenland te verzorgen en productionele ondersteuning te bieden. In samenwerking met Kamermuziek in Actie wil men workshops en masterclasses gaan koppelen aan concerten. Het Aurelia Saxofoonkwartet vraagt subsidie voor het geven van 25 concerten met de mogelijkheid om de programma s in het Muziekgebouw aan t IJ vaker uit te voeren. Het Aurelia Saxofoonkwartet is er onvoldoende in geslaagd de commissie te overtuigen van de bestendiging van zijn onderscheidende positie voor de toekomst. De commissie komt tot dit oordeel op grond van de mager uitgewerkte visie op zijn rol in het muzieklandschap, de afnemende zichtbaarheid en het weinig ambitieuze cultureel ondernemerschap. De commissie adviseert het Aurelia Saxofoonkwartet niet op te nemen in de regeling Vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen Huidige cultuurnotasubsidie (prijspeil 2006) Gevraagd Het Aurelia Saxofoonkwartet ontvangt subsidie in het kader van de Cultuurnota Het Aurelia Saxofoonkwartet heeft lang een voortrekkersrol gehad. De commissie constateert echter ook dat de zichtbaarheid van het kwartet op de Nederlandse podia de laatste jaren afneemt. De commissie vindt tevens dat het mager uitgewerkte beleidsplan voor de komende periode een artistieke visie ontbeert die helder maakt op welke manier het ensemble zijn positie en betekenis binnen de kamermuziek denkt te behouden of zelfs te versterken. De aanvraag behelst nauwelijks meer dan een opsomming en uitwerking van afzonderlijke projecten. Al met al betwijfelt de commissie of het Aurelia Saxofoonkwartet nog wel een voldoende onderscheidende bijdrage levert aan de diversiteit binnen het Nederlandse muzikale aanbod. In de aanvraag meldt het Aurelia Saxofoonkwartet dat het een effectievere, bij de ketengedachte passende werkwijze voorstaat, door zijn programma s die hun première beleven in het Muziekgebouw aan t IJ vaker en elders uit te voeren. In de ogen van de commissie ontbreken een gefundeerd en overtuigend beleid om deze ambitie te kunnen realiseren. Voor de spreiding van deze herhalingen zegt het Aurelia Saxofoonkwartet namelijk extra subsidie te wensen, zodat die podia tegen een lagere prijs het kwartet kunnen programmeren. De commissie constateert dat de cijfermatige onderbouwing hiervan een ander beeld laat zien: daarin handhaaft het kwartet de huidige uitkoopsommen, die de commissie overigens onvoldoende marktconform vindt, en voorziet het een toename van zijn activiteitenlasten. Daarnaast meent het Aurelia Saxofoonkwartet dat de bedrijfsvoering versterkt moet worden omdat de verkoop van concerten, zeker in het buitenland, meer aandacht en inspanning behoeft. Uit het voorgaande concludeert de commissie dat het cultureel ondernemerschap van het Aurelia Saxofoonkwartet veel te weinig ambitieus is in verhouding tot de gewenste resultaten. Temeer omdat het kwartet behalve meerjarige subsidie en publieksinkomsten geen andere inkomsten voorziet. 36 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

20 Bachvereniging Stichting De Nederlandse Bachvereniging Volgens het beleidsplan kenmerkt de programmering van de Nederlandse Bachvereniging zich door muziekstijlen tussen Schütz/Monteverdi en Haydn/Mozart, met Johann Sebastian Bach als centrale componist. De Nederlandse Bachvereniging werkt met een flexibel samengesteld ensemble, wat uitvoeringen mogelijk maakt in zeer uiteenlopende bezetting, van zowel kerkelijk als wereldlijk repertoire. Behalve met zijn chef-dirigent werkt het ensemble samen met vooraanstaande oude muziekspecialisten uit binnen- en buitenland. De Nederlandse Bachvereniging constateert in haar activiteitenplan een toename van het publieksbereik en maakt melding van een groeiende internationale belangstelling. Het ensemble ondersteunt waar nodig de concerten met een randprogrammering, zoals inleidingen, workshops, tentoonstellingen en boekuitgaven. Binnen de randprogrammering wordt speciale nadruk gelegd op educatieve projecten. In de subsidieaanvraag kijkt De Nederlandse Bachvereniging terug op de ervaringen die zij de afgelopen jaren heeft opgedaan met een nieuwe ensemblestructuur en een nieuwe visie op de uitvoeringspraktijk. Het ensemble stelt zelf in een eigen evaluatie dat dankzij professionalisering op vocaal gebied het kwaliteitsniveau is gestegen, waardoor de Bachvereniging nu kan concurreren op wereldniveau. Voor de komende periode kiest de Bachvereniging voor een sterk programmatische benadering. Deze werkwijze maakt volgens haar een goede koppeling met educatieve programma s mogelijk en biedt bovendien kansen om andere kunstvormen zoals literatuur, film, beeldende kunst en theater bij de programmering te betrekken. In de plannen voor de komende jaren is een groot aantal projecten opgenomen met repertoire dat slechts zelden of niet eerder in Nederland te beluisteren is geweest. De Nederlandse Bachvereniging wil in de periode vasthouden aan een hoge mate van spreiding binnen Nederland en daarnaast haar internationale activiteiten bestendigen. Met de Gemeente Utrecht, de Organisatie Oude Muziek en de Geertekerk voert de instelling De Nederlandse Bachvereniging gesprekken om te komen tot een Huis voor de Oude Muziek. De Nederlandse Bachvereniging vraagt een verhoging aan van de meerjarige instellingssubsidie. Met de extra subsidie wil zij het aantal concerten op internationale podia vergroten, investeren in educatieprojecten en een speciaal programma getiteld Dagreis Bach, de honoraria van ensemblezangers verhogen en investeren in de pensioenvoorziening. waardering, alsook voor de hoge geografische spreiding van de concerten over het land. De Nederlandse Bachvereniging slaagt er als een van de weinige instellingen in om met veel inzet en geduld, duurzame relaties op te bouwen met strategische partners in de keten. Aan de publieksontwikkeling wordt met eenzelfde zorgvuldigheid gewerkt, en de consistente werkwijze in het buitenland begint langzaam maar zeker zijn vruchten af te werpen. De commissie ziet op deze fronten nog veel potentie. En hoewel Dagreis Bach een mogelijk interessante toevoeging betekent aan het scala aan activiteiten, acht de commissie dit een in verhouding dure en arbeidsintensieve onderneming. Bovendien zijn de plannen hieromtrent nog zo prematuur en onuitgewerkt dat nog niet kan worden gesproken van een bijzondere betekenis. Uit de hoge eigen inkomsten en de relatief lage beheerslasten concludeert de commissie dat er sprake is van goed cultureel ondernemerschap. De financiële risico s zijn gespreid, onder andere door het grote aantal kleine, vaak lokale, sponsors. De commissie heeft met belangstelling kennis genomen van de plannen ten aanzien van het Huis van de Oude Muziek in Utrecht. Gezien het feit dat nog hoogst onzeker is of en hoe dit traject zal worden gerealiseerd, ziet de commissie vooralsnog geen reden om dit onderdeel te subsidiëren. Vanwege de hoge spelkwaliteit, de evenwichtige geografische spreiding van concerten over het land, de sterke programmatische lijn, de internationale allure van het ensemble en het grote publieksbereik, oordeelt de commissie positief over de subsidieaanvraag van De Nederlandse Bachvereniging. De commissie adviseert de Nederlandse Bachvereniging met een lichte subsidieverhoging op te nemen in de regeling vierjarige Subsidies Podiumkunstinstellingen Huidige cultuurnotasubsidie (prijspeil 2006) Gevraagd Geadviseerd Toegekend De Nederlandse Bachvereniging ontvangt subsidie in het kader van de Cultuurnota De commissie is positief over de uitvoeringskwaliteit van De Nederlandse Bachvereniging. Zij prijst de innovatieve kracht van de vereniging en kent haar een bijzondere plek toe in het Nederlandse podium-kunstenbestel. De commissie is bovendien zeer te spreken over het feit dat De Nederlandse Bachvereniging de zichzelf opgelegde artistieke doelstellingen van vier jaar geleden ruimschoots heeft waargemaakt. De aanvraag van De Nederlandse Bachvereniging overtuigt door een uitgewerkte artistieke visie, die het de commissie mogelijk maakt zich een duidelijk beeld te vormen van de ontwikkeling die het ensemble ambieert. Uit het beleidsplan blijkt dat De Nederlandse Bachvereniging kiest voor een sterke programmatische lijn. De commissie heeft hiervoor 38 nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling nfpk + Adviezen en besluiten vierjarige subsidieregeling

raad voor cultuur R.J.Schimmelpennincklaan 3

raad voor cultuur R.J.Schimmelpennincklaan 3 R.J.Schimmelpennincklaan 3 so-to-3612+3 2506 AE Den Haag teler.cn.3172312esse fax +31(o)70 36147 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen de heer

Nadere informatie

Subsidiekader vergroting verdienvermogen middelgrote ensembles Fonds Podiumkunsten

Subsidiekader vergroting verdienvermogen middelgrote ensembles Fonds Podiumkunsten Subsidiekader vergroting verdienvermogen middelgrote ensembles Fonds Podiumkunsten In overleg met de Tweede Kamer zijn door de minister van OCW middelen vrijgemaakt om te stimuleren dat middelgrote ensembles

Nadere informatie

BESLUIT INZAKE INVULLING VAN HET VOOR DE MUZIEKSTUDIO IN DCR GERESERVEERDE BUDGET EN SUBSIDIËRING LOOS

BESLUIT INZAKE INVULLING VAN HET VOOR DE MUZIEKSTUDIO IN DCR GERESERVEERDE BUDGET EN SUBSIDIËRING LOOS Gemeente Den Haag Ons kenmerk BOW/2009.259 RIS 162930 BESLUIT INZAKE INVULLING VAN HET VOOR DE MUZIEKSTUDIO IN DCR GERESERVEERDE BUDGET EN SUBSIDIËRING LOOS HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

Nadere informatie

Toelichting Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten

Toelichting Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten Toelichting Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten 1. Inleiding Met de Deelregeling projectsubsidies beoogt het Fonds Podiumkunsten de kwaliteit en diversiteit in de podiumkunsten te stimuleren

Nadere informatie

Muziektheater. Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Muziektheater Criteria, werkwijze en procedure

Muziektheater. Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Muziektheater Criteria, werkwijze en procedure Muziektheater 3 9 13 Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Muziektheater Criteria, werkwijze en procedure 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56

Nadere informatie

Deelregeling vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+

Deelregeling vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ Deelregeling vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen 2009-2012 van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ 1. Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. Fonds: het Nederlands Fonds voor

Nadere informatie

Festivals. Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Festivals Criteria, werkwijze en procedure

Festivals. Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Festivals Criteria, werkwijze en procedure Festivals 5 11 15 Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Festivals Criteria, werkwijze en procedure 18 20 22 24 26 28 30 32 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66

Nadere informatie

Toekenning Meerjarige activiteitensubsidies Fonds Podiumkunsten 2013-2016 2009-2012 2009-2012 2013-2016 2013-2016 2013-2016

Toekenning Meerjarige activiteitensubsidies Fonds Podiumkunsten 2013-2016 2009-2012 2009-2012 2013-2016 2013-2016 2013-2016 Toekenning Meerjarige activiteitensubsidies Fonds Podiumkunsten 20132016 20092012 20092012 20132016 20132016 20132016 Naam Instelling Fonds podiumk Basisinfrastr Aangevraagd FPK Besluit FPK Bcategorie

Nadere informatie

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur Griffie Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur Datum commissievergadering : - DIS-stuknummer : 1473254 Behandelend ambtenaar : N.H.C.P. Jansen- Kastelijns Directie/bureau : Sociale en Culturele Ontwikkeling/

Nadere informatie

Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten

Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 4 van het Algemeen Reglement van

Nadere informatie

DANS. Lijst aanvragen meerjarige activiteitensubsidies 2013-2016 Fonds Podiumkunsten. Totaal

DANS. Lijst aanvragen meerjarige activiteitensubsidies 2013-2016 Fonds Podiumkunsten. Totaal DANS Club Guy and Roni Groningen 592.200 Conny Janssen Danst Rotterdam 468.000 Dance Works Rotterdam Rotterdam 111.600 Dansgroep Amsterdam Amsterdam 399.600 Danstheater Aya Amsterdam 558.000 De Dansers

Nadere informatie

Aan de leden van Provinciale Staten

Aan de leden van Provinciale Staten Aan de leden van Provinciale Staten Datum : 12 juni 2008 Briefnummer : 2008-29.290/24/A.11, CW Zaaknummer : 76825 Behandeld door : Dijk N.M. van Telefoonnummer : (050) 3164217 Antwoord op : Bijlagen :

Nadere informatie

Stadsschouwburg Utrecht

Stadsschouwburg Utrecht Stadsschouwburg Utrecht Bijeenkomst culturele instellingen 6 juli 2007 Verschil Maken Uitwerking: twee loketten 1. Artistieke beslissingen: fondsen persoongerichte subsidies (inter)nationale projecten

Nadere informatie

Toelichting criteria kleine projecten Brabant C versie 18-01-2016

Toelichting criteria kleine projecten Brabant C versie 18-01-2016 Toelichting criteria kleine projecten Brabant C versie 18-01-2016 Om in aanmerking te komen voor een subsidie tussen 25.000 en 65.000 euro moet een project aan de volgende criteria voldoen: 1. het project

Nadere informatie

Algemene toelichting op de adviezen en besluiten tweejarige projectsubsidies 2009-2010 NFPK +

Algemene toelichting op de adviezen en besluiten tweejarige projectsubsidies 2009-2010 NFPK + Algemene toelichting op de adviezen en besluiten tweejarige projectsubsidies 2009-2010 NFPK + De tweejarige projectondersteuning van het NFPK + biedt producerende podiumkunstinstellingen de mogelijkheid

Nadere informatie

Toelichting Deelregeling composities en libretto's Fonds Podiumkunsten

Toelichting Deelregeling composities en libretto's Fonds Podiumkunsten Toelichting Deelregeling composities en libretto's Fonds Podiumkunsten 1. Inleiding Met de Deelregeling composities en libretto s wil het Fonds Podiumkunsten bijdragen aan de ontwikkeling en diversiteit

Nadere informatie

UITGANGSPUNTEN SUBSIDIEREGELING CULTURELE PROJECTEN DEN HAAG 2018

UITGANGSPUNTEN SUBSIDIEREGELING CULTURELE PROJECTEN DEN HAAG 2018 Ons kenmerk RIS297300 UITGANGSPUNTEN SUBSIDIEREGELING CULTURELE PROJECTEN DEN HAAG 2018 Het College van Burgemeester en Wethouders Overwegende dat: - in het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2017-2020

Nadere informatie

Toelichting Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten

Toelichting Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten Toelichting Deelregeling projectsubsidies Fonds Podiumkunsten 1. Inleiding Met de Deelregeling projectsubsidies beoogt het Fonds Podiumkunsten de kwaliteit en diversiteit in de podiumkunsten te stimuleren

Nadere informatie

Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 4 van het Algemeen Reglement

Nadere informatie

BIJLAGE Aanvullende achtergrondinformatie podiumkunsten. 1. Wat zijn podiumkunsten?

BIJLAGE Aanvullende achtergrondinformatie podiumkunsten. 1. Wat zijn podiumkunsten? BIJLAGE Aanvullende achtergrondinformatie podiumkunsten 1. Wat zijn podiumkunsten? De kunstdisciplines muziek, theater en dans vormen de podiumkunsten. Het gaat hier om professionele kunsten, wat wil zeggen

Nadere informatie

Werkwijze RRKC betreffende advisering subsidie-aanvragen Cultuurplan november 2015

Werkwijze RRKC betreffende advisering subsidie-aanvragen Cultuurplan november 2015 Werkwijze RRKC betreffende advisering subsidie-aanvragen Cultuurplan 2017-2020 30 november 2015 Inleiding Tot 1 februari 2016 12.00 uur kunnen subsidie-aanvragen voor het Cultuurplan 2017-2020 worden ingediend

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 28226 3 juni 2016 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 mei 2016, nr. 935426, houdende

Nadere informatie

Theater. Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Theater Criteria, werkwijze en procedure

Theater. Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Theater Criteria, werkwijze en procedure Theater 5 11 15 Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Theater Criteria, werkwijze en procedure 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 58 60 62 64 66

Nadere informatie

Contouren meerjarige regelingen Dennis Stam, adjunct-directeur Fonds Podiumkunsten

Contouren meerjarige regelingen Dennis Stam, adjunct-directeur Fonds Podiumkunsten Contouren meerjarige regelingen 2021-2024 Dennis Stam, adjunct-directeur Fonds Podiumkunsten We gaan het hebben over de meerjarige subsidies voor de periode 2021-2024. Ik ga geen complete regeling aan

Nadere informatie

Subsidieregeling infrastructuur professionele kunsten Noord-Brabant

Subsidieregeling infrastructuur professionele kunsten Noord-Brabant CVDR Officiële uitgave van Noord-Brabant. Nr. CVDR124085_5 6 december 2016 Subsidieregeling infrastructuur professionele kunsten Noord-Brabant 2013-2016 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; Gelet op

Nadere informatie

VEELGESTELDE VRAGEN REGELING MEERJARIGE ACTIVITEITENSUBSIDIE

VEELGESTELDE VRAGEN REGELING MEERJARIGE ACTIVITEITENSUBSIDIE VEELGESTELDE VRAGEN REGELING MEERJARIGE ACTIVITEITENSUBSIDIE 2017-2020 I. PRAKTISCHE VRAGEN: PLANNING, WIJZE VAN INDIENEN Wanneer moet ik mijn aanvraag indienen? De aanvraag voor de periode 2017-2020 moet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20656 31 december 2010 Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit subsidieverlening Cultuurnota 2013-2016 provincie Drenthe

Uitvoeringsbesluit subsidieverlening Cultuurnota 2013-2016 provincie Drenthe Uitvoeringsbesluit subsidieverlening Cultuurnota 2013-2016 provincie Drenthe Thema en doelen subsidieprogramma Cultuurnota 2013-2016 Oude wereld, nieuwe mindset De provincie Drenthe staat voor een herkenbare

Nadere informatie

Dans. Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Dans Criteria, werkwijze en procedure. * toegekend onder voorwaarde(n)

Dans. Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Dans Criteria, werkwijze en procedure. * toegekend onder voorwaarde(n) Dans 3 9 13 Algemene toelichting op de adviezen en besluiten Toelichting adviezen Dans Criteria, werkwijze en procedure 16 20 22 24 26 28 30 34 38 42 44 46 48 50 54 56 58 Naam Aangevraagd Geadviseerd Toegekend

Nadere informatie

Contouren Tweejarige subsidies en Projectsubsidies Innovatie Amsterdams Fonds voor de Kunst, in het kader van het Kunstenplan

Contouren Tweejarige subsidies en Projectsubsidies Innovatie Amsterdams Fonds voor de Kunst, in het kader van het Kunstenplan Contouren Tweejarige subsidies en Projectsubsidies Innovatie Amsterdams Fonds voor de Kunst, in het kader van het Kunstenplan 2017-2020 Het college heeft in het coalitieakkoord opgenomen dat met ingang

Nadere informatie

Toelichting. Deelregeling Nederlands Popmuziek Plan van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+

Toelichting. Deelregeling Nederlands Popmuziek Plan van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ 1/6 Toelichting Deelregeling Nederlands Popmuziek Plan 2009-2010 van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ Toelichting op artikel 1- Definities In de definitie van een Kernpodium wordt gesproken over

Nadere informatie

INLEIDING MUZIEK EN MUZIEKTHEATER REGELING VIERJARIGE SUBSIDIES KUNSTENPLAN

INLEIDING MUZIEK EN MUZIEKTHEATER REGELING VIERJARIGE SUBSIDIES KUNSTENPLAN INLEIDING MUZIEK EN MUZIEKTHEATER REGELING VIERJARIGE SUBSIDIES KUNSTENPLAN 2017-2020 Inleiding Muziek en Muziektheater Aanvragen en toekenningen in het kort De commissie Muziek en Muziektheater heeft

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

INLEIDING LETTEREN REGELING VIERJARIGE SUBSIDIES KUNSTENPLAN

INLEIDING LETTEREN REGELING VIERJARIGE SUBSIDIES KUNSTENPLAN INLEIDING LETTEREN REGELING VIERJARIGE SUBSIDIES KUNSTENPLAN 2017-2020 Inleiding Letteren Aanvragen en toekenningen in het kort De commissie Letteren kreeg acht aanvragen ter beoordeling voorgelegd. In

Nadere informatie

voorstel aan de raad Nota Subsidievoorstellen Cultuurnota Jongmans, B. (Bas) Kenmerk

voorstel aan de raad Nota Subsidievoorstellen Cultuurnota Jongmans, B. (Bas) Kenmerk voorstel aan de raad Opgesteld door Culturele Zaken Jongmans, B. (Bas) Kenmerk 16.506863 Vergadering Raadsvoorstellen Vergaderdatum 30 december 2016 Jaargang en nummer Geheim Nee Nota Subsidievoorstellen

Nadere informatie

Richtlijnen subsidieaanvraag Internationalisering

Richtlijnen subsidieaanvraag Internationalisering Richtlijnen subsidieaanvraag Internationalisering U dient een subsidieaanvraag Internationalisering in door het volledig ingevulde aanvraagformulier, vergezeld van een plan, een begroting en de gevraagde

Nadere informatie

Alleen organisaties met een culturele doelstelling en zonder winstoogmerk kunnen een aanvraag indienen.

Alleen organisaties met een culturele doelstelling en zonder winstoogmerk kunnen een aanvraag indienen. KUNSTPARTICIPATIE: OVER DEZE SUBSIDIE Met de programmalijn Kunstparticipatie wil het Fonds de vernieuwing van het aanbod van kunstbeoefening in de vrije tijd realiseren. Daarnaast wil het bijdragen aan

Nadere informatie

Kunstendecreet. decreet ondersteuning professionele. kunsten Vlaamse Gemeenschap

Kunstendecreet. decreet ondersteuning professionele. kunsten Vlaamse Gemeenschap Kunstendecreet decreet ondersteuning professionele kunsten Vlaamse Gemeenschap Vernieuwing regelgeving Kunsten 1. Historiek 2. Structuur nieuwe Kunstendecreet 2.1. Organisatie Kunstenbeleid 2.2. Subsidie

Nadere informatie

Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 4 van het Algemeen Reglement

Nadere informatie

Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 4 van het Algemeen Reglement

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Evaluatierapport Kunstraad Groningen Steller M.M.A. Blom De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 62 50 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6616761 Datum Uw brief van

Nadere informatie

Meerjarige subsidies bij het AFK Veelgestelde vragen 2 november 2015

Meerjarige subsidies bij het AFK Veelgestelde vragen 2 november 2015 Meerjarige subsidies bij het AFK Veelgestelde vragen 2 november 2015 Aanvraag Wanneer gaat het formulier open en wanneer moet de aanvraag zijn ingediend? Het aanvraagformulier gaat op 1 december 2015 open,

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014 PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014 NR: 073 Officiële naam regeling: Wijzigingsbesluit Nadere subsidieregels Cultuur 2014-2016 Citeertitel: Wijzigingsbesluit Nadere subsidieregels Cultuur 2014-2016 Naam ingetrokken

Nadere informatie

Toelichting Deelregeling internationaliseringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Toelichting Deelregeling internationaliseringssubsidies Fonds Podiumkunsten Toelichting Deelregeling internationaliseringssubsidies Fonds Podiumkunsten 1. Inleiding De Deelregeling internationaliseringssubsidies Fonds Podiumkunsten beoogt om zowel de internationale ambities van

Nadere informatie

Toelichting Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Toelichting Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten Toelichting Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten 1. Inleiding Met de Deelregeling programmeringssubsidies beoogt het Fonds Podiumkunsten de kwaliteit en diversiteit in de podiumkunsten

Nadere informatie

KUNSTENPLAN 2017-2020 CONTOUREN TWEEJARIGE SUBSIDIES EN PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

KUNSTENPLAN 2017-2020 CONTOUREN TWEEJARIGE SUBSIDIES EN PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE KUNSTENPLAN 2017-2020 CONTOUREN TWEEJARIGE SUBSIDIES EN PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE CONTOUREN TWEEJARIGE SUBSIDIES EN PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE KUNSTENPLAN 2017-2020 Het college heeft in het coalitieakkoord

Nadere informatie

Raad voor Cultuur Prins Willem Alexanderhof 20 2595 BE..DEN HAAG. Datum Betreft adviesaanvraag culturele basisinfrastructuur 2017-2020.

Raad voor Cultuur Prins Willem Alexanderhof 20 2595 BE..DEN HAAG. Datum Betreft adviesaanvraag culturele basisinfrastructuur 2017-2020. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Raad voor Cultuur Prins Willem Alexanderhof 20 2595 BE..DEN HAAG Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Regeling van <datum GS> tot wijziging van de Subsidieregeling Kultuer en Mienskip Fryslân.

Regeling van <datum GS> tot wijziging van de Subsidieregeling Kultuer en Mienskip Fryslân. Regeling van tot wijziging van de Subsidieregeling Kultuer en Mienskip Fryslân. Gedeputeerde Staten van Fryslân, gelet op de Algemene Subsidieverordening provincie Fryslân 2013, besluiten: vast

Nadere informatie

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Algemene Rekenkamer.., BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 voorlichting@rekenkamer.nl

Nadere informatie

Artikelsgewijze Toelichting Individuele Subsidies

Artikelsgewijze Toelichting Individuele Subsidies 1/6 Artikelsgewijze Toelichting Individuele Subsidies Algemeen De volgende voormalige regelingen van het FAPK en FST zijn ondergebracht in deze Deelregeling: Subsidieregeling FAPK individuele subsidies

Nadere informatie

Activiteitenplan DMC 2015 30-09-2015

Activiteitenplan DMC 2015 30-09-2015 ACTIVITEITENPLAN 2015 Inleiding Stichting Dans en Muziekcentrum (DMC) is goed op koers met de uitvoering van het (herziene) Activiteitenplan 2013-2016. Het basisprogramma wordt uitgevoerd in lijn met de

Nadere informatie

Richtlijnen subsidieaanvraag buitenlandse voorstellingen of concerten in Nederland en internationale uitwisselingsprojecten

Richtlijnen subsidieaanvraag buitenlandse voorstellingen of concerten in Nederland en internationale uitwisselingsprojecten Richtlijnen subsidieaanvraag buitenlandse voorstellingen of concerten in Nederland en internationale uitwisselingsprojecten U doet een aanvraag voor een subsidie door een volledig ingevuld aanvraagformulier

Nadere informatie

Bijlage Specifieke toetsingscriteria per doelstelling

Bijlage Specifieke toetsingscriteria per doelstelling Bijlage Specifieke toetsingscriteria per doelstelling A. Subsidies voor incidentele activiteiten en projecten A.1 Doelstelling: Herkenbare en onderscheidende culturele identiteit door behoud en ontwikkeling

Nadere informatie

REGELING PROJECTSUBSIDIES KUNST EN CULTUUR

REGELING PROJECTSUBSIDIES KUNST EN CULTUUR REGELING PROJECTSUBSIDIES KUNST EN CULTUUR Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort, overwegende dat het gewenst is deze projectsubsidieregeling in te stellen in de plaats van de Subsidieregeling

Nadere informatie

Activiteitenplan DMC 2014 30-09-2013

Activiteitenplan DMC 2014 30-09-2013 ACTIVITEITENPLAN 2014 Inleiding Stichting Dans en Muziekcentrum (DMC) is het seizoen 2013-2014 begonnen met nieuwe ambities. Het (herziene) Activiteitenplan 2013-2016 vormde daarbij het vertrekpunt, maar

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling theaterteksten Fonds Podiumkunsten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling theaterteksten Fonds Podiumkunsten STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21695 19 april 2017 Deelregeling theaterteksten Fonds Podiumkunsten Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten In overleg

Nadere informatie

B&O JAARREKENING Stichting RAST Bos en Lommerweg DT Amsterdam. Frans den Otter Impalastraat PM Utrecht telefoon:

B&O JAARREKENING Stichting RAST Bos en Lommerweg DT Amsterdam. Frans den Otter Impalastraat PM Utrecht telefoon: Frans den Otter Impalastraat 97 3523 PM Utrecht telefoon: 030 2516689 B&O Willem Branderhorst Duivenkamp 704 3607 VC Maarssen telefoon: 0346 573098 ADMINISTRATIEKANTOOR JAARREKENING 2014 Stichting RAST

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling #NieuweStukken Fonds Podiumkunsten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling #NieuweStukken Fonds Podiumkunsten STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69346 14 december 2018 Deelregeling #NieuweStukken Fonds Podiumkunsten Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan Cultuurconvenant 2005 2008 OCW, provincie Overijssel, provincie Gelderland, gemeente Zwolle, gemeente Enschede, gemeente Hengelo, gemeente Apeldoorn, gemeente Arnhem, gemeente Nijmegen De Staatssecretaris

Nadere informatie

RICHTLIJNEN AANVRAAG REGELING PROJECTSUBSIDIES AMATEURKUNST

RICHTLIJNEN AANVRAAG REGELING PROJECTSUBSIDIES AMATEURKUNST RICHTLIJNEN AANVRAAG REGELING PROJECTSUBSIDIES AMATEURKUNST RICHTLIJNEN AANVRAAG REGELING PROJECTSUBSIDIES AMATEURKUNST Inleiding Deze richtlijnen zijn bestemd voor iedereen die een aanvraag wil indienen

Nadere informatie

Gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Arnhem 2002;

Gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Arnhem 2002; Doc.nummer: 2012.0.060.869 Zaaknummer: 2012-05-01072 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem; Gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4, eerste en tweede

Nadere informatie

gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2016;

gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2016; Besluit van 2 april 2019 Zaaknummer 342352 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ARNHEM; gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Subsidieregeling professionele kunsten Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; Bijlage(n) Gelet op artikel 2 en artikel 15 van

Nadere informatie

Profielschets Lid Raad van Toezicht Fonds Podiumkunsten Aandachtsgebied cultuurpolitiek

Profielschets Lid Raad van Toezicht Fonds Podiumkunsten Aandachtsgebied cultuurpolitiek Profielschets Lid Raad van Toezicht Fonds Podiumkunsten Aandachtsgebied cultuurpolitiek 1. Algemeen Het Fonds Podiumkunsten is hét cultuurfonds voor muziek, muziektheater, dans, theater en festivals in

Nadere informatie

Hoe kan subsidie worden aangevraagd? Waaraan moet een subsidieaanvraag voldoen? Ambities en activiteiten... 4

Hoe kan subsidie worden aangevraagd? Waaraan moet een subsidieaanvraag voldoen? Ambities en activiteiten... 4 HANDLEIDING SUBSIDIEAANVRAAG PLUS PROJECT In deze handleiding vind je de informatie voor de aanvraag, inclusief nadere toelichting over het invullen van het format. Mocht je nog vragen hebben, neem dan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 482 Cultuursubsidies Nr. 94 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 22 april 2015 De commissie voor de Rijksuitgaven en de vaste commissie

Nadere informatie

Subsidieregeling meerjarige ondersteuning culturele instellingen stadsdeel Zuid

Subsidieregeling meerjarige ondersteuning culturele instellingen stadsdeel Zuid Subsidieregeling meerjarige ondersteuning culturele instellingen stadsdeel Zuid TOELICHTING Stadsdeel Zuid wil zoals verwoord in de Uitvoeringsnotitie Kunst en Cultuur de relatie met de gevestigde culturele

Nadere informatie

Kaderstellende notitie podiumkunsten Samenvatting

Kaderstellende notitie podiumkunsten Samenvatting Kaderstellende notitie podiumkunsten 2009-2012 Samenvatting Vanuit onze ambitie om in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa te zijn, willen wij onze verantwoordelijkheid nemen en eigen keuzes maken ten aanzien

Nadere informatie

Datum 25 mei 2016 Reactie op vragen van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de positie van de popmuziek

Datum 25 mei 2016 Reactie op vragen van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de positie van de popmuziek >Retouradres Postbus 1637 00 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 0018 00 EA DEN HAAG Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 0 Den Haag Postbus 1637 00 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

OCW provincie Utrecht, provincie Flevoland, gemeente Utrecht, gemeente Almere, gemeente Amersfoort

OCW provincie Utrecht, provincie Flevoland, gemeente Utrecht, gemeente Almere, gemeente Amersfoort Cultuurconvenant 2009 2012 OCW provincie Utrecht, provincie Flevoland, gemeente Utrecht, gemeente Almere, gemeente Amersfoort De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuurorgaan,

Nadere informatie

Toelichting Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten, onderdeel podia popmuziek

Toelichting Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten, onderdeel podia popmuziek Toelichting Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten, onderdeel podia popmuziek 1. Inleiding Met de Deelregeling programmeringssubsidies beoogt het Fonds Podiumkunsten de kwaliteit en diversiteit

Nadere informatie

Criteria voor Cultuur subsidie

Criteria voor Cultuur subsidie Criteria voor Cultuur subsidie 1 Cultuureducatie voor iedereen Heeft u een vernieuwend plan om Ridderkerkers kennis te laten maken met cultuureducatie, dien het dan in! Het gaat om cultuureducatie in de

Nadere informatie

Programma Kinderen Maken Muziek

Programma Kinderen Maken Muziek Programma Kinderen Maken Muziek Periode 2015-2017 Inleiding Kinderen Maken Muziek wil een bijdrage leveren aan het versterken van de sociale cohesie door kinderen samen een instrument te leren bespelen.

Nadere informatie

Regeling literaire manifestaties en activiteiten. 1 Algemeen

Regeling literaire manifestaties en activiteiten. 1 Algemeen Regeling literaire manifestaties en activiteiten Het bestuur van het Nederlands Letterenfonds, gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, gelet op artikel 10, lid 4, van de Wet op het specifiek

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Deelregeling Jij maakt het mee Fonds voor Cultuurparticipatie 2013 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Deelregeling Jij maakt het mee Fonds voor Cultuurparticipatie 2013 2016 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 29620 21 oktober 2013 Deelregeling Jij maakt het mee Fonds voor Cultuurparticipatie 2013 2016 10 oktober 2013 Het bestuur

Nadere informatie

KUNSTENPLAN REGELING VIERJARIGE SUBSIDIES

KUNSTENPLAN REGELING VIERJARIGE SUBSIDIES KUNSTENPLAN 2017-2020 REGELING VIERJARIGE SUBSIDIES REGELING VIERJARIGE SUBSIDIES KUNSTENPLAN 2017-2020 Inleiding Het Amsterdams Fonds voor de Kunst investeert in kunst die het leven in de stad verrijkt.

Nadere informatie

Zoetermeer, 24 juni 2015

Zoetermeer, 24 juni 2015 Ministerie van OCW Mevrouw dr. M. Bussemaker Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG Zoetermeer, 24 juni 2015 Betreft: concept beleidsregel adviescommissie macrodoelmatigheid Kenmerk: gev15-0713mr/bes_alg Geachte

Nadere informatie

MOZART(K)RING GELRE - NIEDERRHEIN

MOZART(K)RING GELRE - NIEDERRHEIN MOZART(K)RING GELRE - NIEDERRHEIN VERKORTE VERSIE BELEIDSPLAN 2018 MOZART(K)RING GELRE - NIEDERRHEIN VERKORTE VERSIE BELEIDSPLAN 2018 INHOUD: 1 Oorsprong 2 Uitgangspunten 3 Huidige Situatie 4 Aandachtspunten

Nadere informatie

cultuuronderwijs: het onderwijs gericht op het bereiken van de kerndoelen in het leergebied Kunstzinnige oriëntatie van het primair onderwijs;

cultuuronderwijs: het onderwijs gericht op het bereiken van de kerndoelen in het leergebied Kunstzinnige oriëntatie van het primair onderwijs; Tijdelijke Regeling Flankerende Projecten Cultuureducatie met Kwaliteit 2014 Fonds voor Cultuurparticipatie Maart 2014 Het bestuur van de Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie, Gelet op artikel 3 van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid Nr. 187 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 26 mei 2016 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

Regeling meerjarige subsidies Nederlands Letterenfonds

Regeling meerjarige subsidies Nederlands Letterenfonds Regeling meerjarige subsidies Nederlands Letterenfonds 2017-2020 Het bestuur van het Nederlands Letterenfonds Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid Besluit 1 Algemeen Artikel

Nadere informatie

ALGEMEEN STATEMENT VSCD. t.a.v. Raad voor Cultuur Advies muziekbeleid De balans de behoefte

ALGEMEEN STATEMENT VSCD. t.a.v. Raad voor Cultuur Advies muziekbeleid De balans de behoefte t.a.v. Raad voor Cultuur Advies muziekbeleid De balans de behoefte In algemene zin is de VSCD blij met het advies en onderkennen wij de daarin genoemde verbeterpunten voor de sector. Het advies is genuanceerd

Nadere informatie

Interregeling ecultuurprojecten

Interregeling ecultuurprojecten Interregeling ecultuurprojecten Met ingang van 15 april 2007 stimuleren de Mondriaan Stichting, het Nederlands Fonds voor de Film en het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties ook gezamenlijk

Nadere informatie

Tenders Flexibele subsidies 2015: Nieuwe Vrijwilligersorganisaties

Tenders Flexibele subsidies 2015: Nieuwe Vrijwilligersorganisaties Tenders Flexibele subsidies 2015: Tender 4 Flexibele subsidies 2015 - Tender 4 U bent een nieuwe stichting of vereniging die (nog) geen beroep gedaan heeft op, of nog niet in aanmerking kan komen voor,

Nadere informatie

REGLEMENT PRO SUBSIDIES

REGLEMENT PRO SUBSIDIES REGLEMENT PRO SUBSIDIES DEFINITIES Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: Stichting: Stroom: Bestuur: Directie: Commissie: de Stichting Stroom Den Haag beeldende kunst t/m architectuur de Stichting

Nadere informatie

nummer 6 van 2010 Vaststelling gewijzigde Beleidsregel subsidieverlening Culturele en Museale Agenda 2009-2012

nummer 6 van 2010 Vaststelling gewijzigde Beleidsregel subsidieverlening Culturele en Museale Agenda 2009-2012 nummer 6 van 2010 Vaststelling gewijzigde Beleidsregel subsidieverlening Culturele en Museale Agenda 2009-2012 Besluit van gedeputeerde staten van Drenthe van 2 februari 2010, kenmerk 2.1/2010001668, afdeling

Nadere informatie

Deze samenwerkingen worden ook buiten Alkmaar aangegaan. Ons uiteindelijke doel is:

Deze samenwerkingen worden ook buiten Alkmaar aangegaan. Ons uiteindelijke doel is: +- MISSIE Wij bevorderen, verbinden en vergroten! #bevorderen Stichting SLK bevordert de cross-over tussen literatuur en beeldende kunst met de ambitie de doelgroep voor beide disciplines te vergroten.

Nadere informatie

Subsidieregeling Nieuwe Culturele Initiatieven. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den Ussel;

Subsidieregeling Nieuwe Culturele Initiatieven. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den Ussel; gemeente Capelle aan den Ijssel Subsidieregeling Nieuwe Culturele Initiatieven Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den Ussel; gelet op de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mr. M.C. van der Laan

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mr. M.C. van der Laan Cultuurconvenant 2005 2008 OCW, gemeente Amsterdam De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mr. M.C. van der Laan en de Wethouder voor Cultuur van de gemeente Amsterdam, drs. J.H. Belliot

Nadere informatie

KUNSTENPLAN RICHTLIJNEN PROJECTPLAN PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE

KUNSTENPLAN RICHTLIJNEN PROJECTPLAN PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE KUNSTENPLAN 2017-2020 RICHTLIJNEN PROJECTPLAN PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE RICHTLIJNEN PROJECTPLAN REGELING PROJECTSUBSIDIES INNOVATIE KUNSTENPLAN 2017-2020 Inleiding Deze richtlijnen voor het projectplan

Nadere informatie

Flexibele subsidies 2018: Thema - Positieve Gezondheid

Flexibele subsidies 2018: Thema - Positieve Gezondheid Flexibele subsidies 2018: Thema - Positieve Gezondheid Aanvraagperiode 22 maart tot en met 6 mei 2018 Flexibele subsidies 2018 Net als in voorgaande jaren kunnen vrijwilligersorganisaties ook in 2018 subsidie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling internationaliseringssubsidies Fonds Podiumkunsten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling internationaliseringssubsidies Fonds Podiumkunsten STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18791 20 oktober 2011 Deelregeling internationaliseringssubsidies Fonds Podiumkunsten 22 augustus 2011 Het bestuur van

Nadere informatie

KUNSTENPLAN RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN TWEEJARIGE SUBSIDIES

KUNSTENPLAN RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN TWEEJARIGE SUBSIDIES KUNSTENPLAN 2017-2020 RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN TWEEJARIGE SUBSIDIES 2019-2020 RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN TWEEJARIGE SUBSIDIES 2019-2020 KUNSTENPLAN 2017-2020 Inleiding Deze richtlijnen voor het ondernemingsplan

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10878 4 juni 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 mei 2012, nr. WJZ/409467

Nadere informatie

Beleidsregel tussentijdse aanvragen 'Back to Basics'

Beleidsregel tussentijdse aanvragen 'Back to Basics' Beleidsregel tussentijdse aanvragen 'Back to Basics' Voor u ligt de beleidsregel tussentijdse aanvragen 'Back to Basics'. Dit betreft een tijdelijke beleidsregel voor de periode 2014 en 2015, tot de aanvang

Nadere informatie

Flexibele subsidies 2018: Thema - Weerbaar opvoeden en competenties versterken

Flexibele subsidies 2018: Thema - Weerbaar opvoeden en competenties versterken Flexibele subsidies 2018: Thema - Weerbaar opvoeden en competenties versterken Aanvraagperiode 27 augustus tot en met 5 oktober 2018 Flexibele subsidies 2018 Net als in voorgaande jaren kunnen vrijwilligersorganisaties

Nadere informatie

Voor amateurkunstverenigingen geldt dat de aanvraag geen betrekking mag hebben op de verplichte jaarlijkse voorstelling.

Voor amateurkunstverenigingen geldt dat de aanvraag geen betrekking mag hebben op de verplichte jaarlijkse voorstelling. AANVRAAGFORMULIER INCIDENTELE SUBSIDIE AMATEUR- EN PODIUMKUNST U kunt uw aanvraag vóór 15 januari, 15 mei of 15 september indienen bij burgemeester en wethouders van Amersfoort, postbus 4000, 3800 EA Amersfoort.

Nadere informatie

Regeling Gamefonds 2015

Regeling Gamefonds 2015 Regeling Gamefonds 2015 2 Artikel 1. Definities 2 Artikel 2. Doelstellingen Regeling Gamefonds 2 Artikel 3. Toepasselijkheid regeling 2 Artikel 4. Middelen 2 Artikel 5. Aanvraagprocedure 3 Artikel 6. Voorwaarden

Nadere informatie