Beoordelingsrubric PWS (Mondial College)

Transcriptie

1 Beoordelingsrubric PWS (Mondial College) Fase 1: Onderzoeksvraag & onderzoeksopzet (plan van aanpak) Onvoldoende Cijfer 1 5 Voldoende Cijfer 6 7 Goed Cijfer 7 9 Opzet onderzoek Factor Cijfer Onderwerp Het onderwerp is te breed en/of nauwelijks afgebakend Het onderwerp is helder, maar het is niet precies duidelijk hoe het is begrensd Het onderwerp is helder en goed afgebakend Onderzoeksvraag De onderzoeksvraag is slecht geformuleerd. De onderzoeksvraag heeft weinig diepgang De onderzoeksvraag is juist geformuleerd De onderzoeksvraag is goed geformuleerd (specifiek en open) en van voldoende vakinhoudelijk niveau Deelvragen De deelvragen zijn slecht geformuleerd. Vb: inhoudelijk overlappen de deelvragen elkaar of dekken de deelvragen de hoofdvraag niet De deelvragen zijn juist geformuleerd en dekken de hoofdvraag. Er is wel enigszins sprake van overlap of onvolledigheid De deelvragen zijn helder qua formulering; ze zijn complementair; ze dekken de hoofdvraag maar overlappen elkaar niet Keuze onderzoeksopzet De gekozen onderzoeksopzet (praktisch werk en literatuurstudie) sluit nauwelijks aan op de onderzoeksvragen De gekozen onderzoeksopzet sluit goed aan op de onderzoeksvragen De gekozen onderzoeksopzet sluit goed aan op de onderzoeksvragen; ze leveren een volledig antwoord op de onderzoeksvragen Literatuurstudie De gebruikte informatiebronnen voldoen aan één (of geen) van de criteria die in de kolom goed worden genoemd De gebruikte informatiebronnen voldoen aan twee van de criteria die in de kolom goed worden genoemd De gebruikte informatiebronnen zijn: 1. divers 2. betrouwbaar 3. overstijgen het niveau van het voortgezet onderwijs

2 Fase 2A: Proces Onvoldoende Cijfer 1 5 Voldoende Cijfer 6 7 Goed Cijfer 7 8 Uitmuntend Cijfer 8-10 Factor Cijfer Samenwerking Komt afspraken niet of matig na Komt afspraken meestal na, er is redelijk open communicatie Komt afspraken na, is open in de communicatie Komt afspraken na, is open in de communicatie en houdt goed rekening met zowel medeleerling als begeleider Eigen verantwoordelijkheid en initiatief Met (medeleerling en) begeleider(s) Leerling neemt een afwachtende houding aan, geen initiatief voor begeleiding en/of komt slecht voorbereid naar begeleidingsgesprekken Reageert niet of zeer matig op begeleider Leerling neemt deels eigen initiatieven, maar stelt zich geregeld nog afwachtend op. Geeft weinig signalen als het niet goed gaat Leerling neemt in alle fasen zelf initiatief en verantwoordelijkheid. Geeft zelf signalen als het niet goed gaat of hulp gewenst is Leerling neemt in alle fasen initiatief, de begeleider hoeft nauwelijks te sturen Reflectie op het leren / logboek (Wat heb ik gedaan? Wat ging goed? Wat kan beter? Wat neem ik me voor bij een volgende keer?) Logboek ontbreekt of is weinig zeggend ingevuld Logboek is aanwezig, er is enige reflectie aanwezig op de eigen aanpak, maar die gaat niet veel verder dan feitelijke verslaglegging Logboek is aanwezig, beknopte, maar goede reflectie op het eigen leren, die verder gaat dan beschrijven en ook een analyse bevat van het eigen functioneren Logboek is aanwezig, goede en uitgebreide reflectie op het eigen leren, die verder gaat dan beschrijven en ook een heel goede analyse bevat van het eigen functioneren Planning De planning is niet realistisch. Naleving van de planning blijkt erg moeilijk. Afwijkingen van de planning worden niet gemotiveerd De planning is realistisch en wordt zoveel mogelijk nageleefd. Afwijkingen van deze planning worden niet altijd gemotiveerd en onverwachte hindernissen kunnen nog wel eens voor problemen zorgen De planning is realistisch en wordt ook nageleefd. Afwijkingen van deze planning worden gemotiveerd. Bij onverwachte hindernissen wordt flexibel opgetreden Reflectie De leerlingen vinden het moeilijk om met kritiek om te gaan De leerlingen reageren goed op kritiek. Het reflectief vermogen is nog in ontwikkeling De leerlingen reageren goed op kritiek en proberen deze (in enige mate) te verwerken in hun product/proces Het reflectief vermogen van de leerlingen is zeer groot. Op kritiek wordt volwassen gereageerd en kritiek wordt verwerkt in hun product/proces Fase 2B: Conceptverslag

3 Onvoldoende Cijfer 1 5 Voldoende Cijfer 6 7 Goed Cijfer 7 8 Uitmuntend Cijfer 8-10 Factor Cijfer Inhoud Inleiding (motivatie, aanpak), hoofddeel, conclusie (samenvatting, onderbouwd antwoord op hoofd- en deelvragen, daarmee samenhangende vooruitblik) Delen ontbreken en/of vertonen weinig samenhang en/of behoorlijke onevenwichtigheid. Er wordt geen duidelijk antwoord gegeven op hoofd- en/of deelvragen Alle onderdelen zijn aanwezig en vertonen een redelijke samenhang. Inleiding en conclusie correleren met elkaar, middendeel leidt tot conclusie Alle onderdelen zijn aanwezig en vertonen een redelijke samenhang. Er is weinig overbodige informatie Alle onderdelen zijn aanwezig en vertonen een uitstekende samenhang. Er is geen overbodige informatie Originaliteit Geen eigen inbreng, een grote mate van knip- en plakwerk In de theoretische verdieping en/of een experiment is sprake van enige eigen inbreng Er is veel eigen inbreng en originaliteit. Een duidelijke grote mate van eigen werk Het verslag draagt zeer duidelijk het eigen stempel van de leerling Denkniveau (theoretische verdieping) Beschrijving/analyse/evaluatie (eigen, onderbouwde mening) Beschrijving, analyse en/of evaluatie ontbreken of zijn van onvoldoende kwaliteit Voornamelijk (juiste) beschrijving, summiere analyse en evaluatie Goede verhouding tussen beschrijving, analyse en evaluatie en deze zijn alle drie van goede kwaliteit Uitstekende verhouding tussen beschrijving, analyse en evaluatie en deze zijn alle drie van goede kwaliteit en af en toe zelfs uitstekend Gebruikte bronnen Hoeveelheid en de kwaliteit (alleen de bronnen die juist zijn gebruikt tellen mee) Er zijn voornamelijk oppervlakkige bronnen gebruikt, zoals wikipedia en/of scholierensites Er zijn een paar relevante populair-wetenschappelijke bronnen gebruikt Er is een grote variatie in bronnen gebruikt, waarbij (meerdere) bronnen dienen ter ondersteuning van genoemde feiten of onderzoeken Er is gebruik gemaakt van veel wetenschappelijke literatuur. Bronnen worden geverifieerd en bieden een betrouwbare onderbouwing voor het onderzoek Illustraties, tabellen, grafieken (alleen indien van toepassing) Slordig, onduidelijk en/of hebben geen heldere relatie met de hoofdtekst. Geen sprake van conclusies en/of interpretaties Tamelijk helder, verzorgd en hebben een redelijk heldere relatie met de hoofdtekst. Er is sprake van conclusies en/of interpretaties Helder, verzorgd en hebben een duidelijke relatie met de hoofdtekst. Er is sprake van correcte en onderbouwde conclusies en/of interpretaties Uitermate helder en verzorgd. Ze hebben een bijzonder heldere relatie met de hoofdtekst. In conclusies en/of interpretaties wordt gerefereerd naar theoretische onderbouwing Controleerbaarheid De lijst met bronnen, de bronvermeldingen (noten) ontbreken en/of zijn niet correct en/of duidelijk nauwelijks of niet verantwoord De lijst met bronnen en de bronvermeldingen (noten) zijn redelijk correct en duidelijk enigszins verantwoord De lijst met bronnen en de bronvermeldingen (noten) zijn correct en duidelijk goed verantwoord De lijst met bronnen is correct en duidelijk en er is een uitgebreid notenapparaat uitstekend verantwoord

4 Taalgebruik Taalgebruik is niet helder. Er is sprake van vrij veel stijl- en spelfouten, taalgebruik is (vanwege knip- en plakwerk) weinig consistent Taalgebruik is tamelijk helder, vertoont weinig stijl- en spelfouten, redelijke zinsopbouw. Uit de hoofdtekst blijkt een eigen stijl van de leerling Taalgebruik is helder, vertoont vrijwel geen stijl- en spelfouten, goede zinsopbouw. Uit de hoofdtekst blijkt een duidelijke eigen stijl van de leerling. De tekst vertoont raakvlakken met de stijl zoals toegepast in wetenschappelijke artikelen Helder en zeer correct taalgebruik, geen stijl- en spelfouten. De hoofdtekst vertoont grote gelijkenis met de stijl zoals toegepast in wetenschappelijke artikelen Verzorging (voorblad, inhoudsopgave, paginanummering, alinea-indeling, etc) Een of meerdere onderdelen ontbreken, zijn slordig of niet functioneel Alle onderdelen aanwezig en redelijk functioneel Alle onderdelen zijn aanwezig en functioneel Alle onderdelen zijn aanwezig, functioneel en fraais

5 Fase 3: Eindverslag Onvoldoende Cijfer 1 5 Voldoende Cijfer 6 7 Goed Cijfer 7 8 Uitmuntend Cijfer 8-10 Factor Cijfer Inhoud Inleiding (motivatie, aanpak), hoofddeel, conclusie (samenvatting, onderbouwd antwoord op hoofd- en deelvragen, daarmee samenhangende vooruitblik) Delen ontbreken en/of vertonen weinig samenhang en/of behoorlijke onevenwichtigheid. Er wordt geen duidelijk antwoord gegeven op hoofd- en/of deelvragen Alle onderdelen zijn aanwezig en vertonen een redelijke samenhang. Inleiding en conclusie correleren met elkaar, middendeel leidt tot conclusie Alle onderdelen zijn aanwezig en vertonen een redelijke samenhang. Er is weinig overbodige informatie Alle onderdelen zijn aanwezig en vertonen een uitstekende samenhang. Er is geen overbodige informatie Conclusie Resultaten en verklaringen Praktijk onderdeel De conclusie sluit niet aan op de onderzoeksvragen De resultaten worden onoverzichtelijk weergegeven en/of er is veel overbodige informatie. Verklaringen voor de resultaten van het onderzoek zijn afwezig of onvoldoende Het praktijk onderdeel is slecht uitgevoerd, bijvoorbeeld: onnauwkeurig uitgevoerd de afspraken niet op tijd gemaakt de voorbereidingen voor het praktische werk waren onvoldoende en/of onvolledig onvoldoende secuur resultaten/informatie genoteerd In de conclusie worden de meeste onderzoeksvragen beantwoord. De resultaten worden redelijk overzichtelijk weergegeven, er is nog sprake van enige overbodige informatie. De meeste resultaten van het onderzoek worden verklaard. Het praktijk onderdeel is redelijk uitgevoerd (zie voorbeelden in kolom 1) maar er was duidelijk ruimte voor verbeteringen/aanvullingen In de conclusie worden alle onderzoeksvragen beantwoord op een heldere manier. De resultaten worden overzichtelijk weergegeven, er wordt, indien nodig, gebruik gemaakt van tabellen/grafieken/afbeeldingen. Er is weinig overbodige informatie. Er worden goed onderbouwde verklaringen voor de resultaten van het onderzoek gegeven. Er is een gedegen praktijkgedeelte uitgevoerd (zie voorbeelden in kolom 1). Er is vervolgonderzoek gedaan met eerdere uitkomsten In de conclusie worden alle onderzoeksvragen beantwoord op een heldere manier en worden suggesties voor verder onderzoek gedaan. De resultaten worden overzichtelijk weergegeven. Tabellen, grafieken en afbeeldingen zijn voorzien van heldere bijschriften. Er wordt geen overbodige informatie gegeven. Er worden goed onderbouwde verklaringen voor de resultaten van het onderzoek gegeven, waarbij een relatie wordt gelegd met de gebruikte bronnen. Het praktijkgedeelte is uitstekend uitgevoerd ( en benadert een wetenschappelijk niveau

6 Originaliteit Geen eigen inbreng, een grote mate van knip- en plakwerk In de theoretische verdieping en/of een experiment is sprake van enige eigen inbreng Er is veel eigen inbreng en originaliteit. Een duidelijke grote mate van eigen werk Het verslag draagt zeer duidelijk het eigen stempel van de leerling Denkniveau (theoretische verdieping) Beschrijving/analyse/evaluatie (eigen, onderbouwde mening) Beschrijving, analyse en/of evaluatie ontbreken of zijn van onvoldoende kwaliteit Voornamelijk (juiste) beschrijving, summiere analyse en evaluatie Goede verhouding tussen beschrijving, analyse en evaluatie en deze zijn alle drie van goede kwaliteit Uitstekende verhouding tussen beschrijving, analyse en evaluatie en deze zijn alle drie van goede kwaliteit en af en toe zelfs uitstekend Gebruikte bronnen Hoeveelheid en de kwaliteit (alleen de bronnen die juist zijn gebruikt tellen mee) Er zijn voornamelijk oppervlakkige bronnen gebruikt, zoals wikipedia en/of scholierensites Er zijn een paar relevante populair-wetenschappelijke bronnen gebruikt Er is een grote variatie in bronnen gebruikt, waarbij (meerdere) bronnen dienen ter ondersteuning van genoemde feiten of onderzoeken Er is gebruik gemaakt van veel wetenschappelijke literatuur. Bronnen worden geverifieerd en bieden een betrouwbare onderbouwing voor het onderzoek Illustraties, afbeeldingen, tabellen, grafieken (alleen indien van toepassing) Slordig, onduidelijk en/of hebben geen heldere relatie met de hoofdtekst. Geen sprake van conclusies en/of interpretaties Tamelijk helder, verzorgd en hebben een redelijk heldere relatie met de hoofdtekst. Er is sprake van conclusies en/of interpretaties Helder, verzorgd en hebben een duidelijke relatie met de hoofdtekst. Er is sprake van correcte en onderbouwde conclusies en/of interpretaties Uitermate helder en verzorgd. Ze hebben een bijzonder heldere relatie met de hoofdtekst. In conclusies en/of interpretaties wordt gerefereerd naar theoretische onderbouwing Controleerbaarheid De lijst met bronnen, de bronvermeldingen (noten) ontbreken en/of zijn niet correct en/of duidelijk nauwelijks of niet verantwoord De lijst met bronnen en de bronvermeldingen (noten) zijn redelijk correct en duidelijk enigszins verantwoord De lijst met bronnen en de bronvermeldingen (noten) zijn correct en duidelijk goed verantwoord De lijst met bronnen is correct en duidelijk en er is een uitgebreid notenapparaat uitstekend verantwoord Taalgebruik Taalgebruik is niet helder. Er is sprake van vrij veel stijl- en spelfouten, taalgebruik is (vanwege knip- en plakwerk) weinig consistent Taalgebruik is tamelijk helder, vertoont weinig stijl- en spelfouten, redelijke zinsopbouw. Uit de hoofdtekst blijkt een eigen stijl van de leerling Taalgebruik is helder, vertoont vrijwel geen stijl- en spelfouten, goede zinsopbouw. Uit de hoofdtekst blijkt een duidelijke eigen stijl van de leerling. De tekst vertoont raakvlakken met de stijl zoals toegepast in wetenschappelijke artikelen Helder en zeer correct taalgebruik, geen stijl- en spelfouten. De hoofdtekst vertoont grote gelijkenis met de stijl zoals toegepast in wetenschappelijke artikelen Verzorging (voorblad, inhoudsopgave, paginanummering, alinea-indeling, etc) Een of meerdere onderdelen ontbreken, zijn slordig of niet functioneel Alle onderdelen aanwezig en redelijk functioneel Alle onderdelen zijn aanwezig en functioneel Alle onderdelen zijn aanwezig, functioneel en fraais

7 Hieronder is ruimte om als begeleider eigen (vakspecifieke) criteria toe te voegen Onvoldoende Cijfer 1 5 Voldoende Cijfer 6 7 Goed Cijfer 7 8 Uitmuntend Cijfer 8-10 Factor Cijfer

8 Fase 4: Presentatie van het profielwerkstuk Niveau 1 (onvoldoende) Cijfer 1 4 Niveau 2 (verbetering nodig) Cijfer 5 6 Niveau 3 (mogelijkheden tot verbetering) Cijfer 7 8 Niveau 4 (goed) Cijfer 8-10 Factor Cijfer Onderwerp en doel duidelijk maken Het is niet duidelijk wat de sprekers willen presenteren of willen bereiken In het verhaal zijn de niet belangrijke punten weggelaten, maar het is nog niet duidelijk wat de sprekers willen bereiken De sprekers vertellen alleen de belangrijkste punten en het is duidelijk wat de sprekers willen bereiken Er wordt beargumenteerd wat wel of niet verteld wordt en het doel van de presentatie komt daardoor duidelijker naar voren Ondersteunende materialen (bijvoorbeeld poster, video of dia s) De gebruikte materialen passen niet bij het verhaal of er worden geen ondersteunende materialen gebruikt, terwijl dit voor het verhaal wel noodzakelijk is De gebruikte materialen ondersteunen het verhaal, maar zijn kwalitatief onvoldoende. Bijvoorbeeld grafieken zonder assen, te kleine figuren of teveel tekst op een dia De materialen ondersteunen het verhaal en zijn kwalitatief goed Er wordt vooral gebruik gemaakt van eigen figuren en grafieken Structuur Er is geen duidelijke structuur. Het verhaal gaat van de hak op de tak en/of delen ontbreken Het verhaal bevat een algemene structuur (introductie, midden en conclusie), maar de onderdelen zijn niet goed afgestemd. Bijvoorbeeld heel lang met introductie bezig en weinig met eigen werk en conclusie Het verhaal heeft een algemene structuur (introductie, midden en conclusie) en de nadruk ligt op de juiste punten (eigen werk, argumentatie en conclusie) De sprekers gebruiken een structuur die goed te volgen is. Als luisteraar weet je waar de sprekers naartoe willen. In de conclusie kijkt de spreker terug op het probleem dat in de introductie is gepresenteerd Taalgebruik en grammatica De gebruikte woorden en zinnen zijn duidelijk niet van de spreker zelf Het taalgebruik is veel te moeilijk of juist veel te makkelijk voor het publiek Het taalgebruik is in het algemeen wel aangepast aan het publiek, maar niet alle moeilijke begrippen of vaktermen worden toegelicht Het taalgebruik is aangepast aan het publiek, waarbij moeilijke begrippen of vaktermen duidelijk worden toegelicht Stemgebruik, articulatie, uitspraak en intonatie De sprekers zijn slecht te verstaan en/of praten monotoom. Het kost moeite om er naar te luisteren De sprekers zijn wel te verstaan, maar het is niet prettig om naar te luisteren (bijvoorbeeld te monotoom) De sprekers zijn goed te verstaan en er kan gemakkelijk naar geluisterd worden De sprekers zijn gemakkelijk om naar te luisteren en weten door stemgebruik de nadruk op belangrijke punten te leggen Non-verbale communicatie en houding De sprekers zijn heel passief en kijken het publiek niet aan. Het verhaal wordt voorgelezen De sprekers staan niet geheel passief en kijken af en toe het publiek in. Mogelijk wordt er wel iets als geheugensteun voor het verhaal gebruikt De sprekers gebruiken houding om de aandacht te trekken en kijken het volledige publiek aan. De sprekers vertellen het verhaal uit zichzelf De sprekers staan zelfverzekerd te presenteren en houden de aandacht goed vast. De sprekers passen het verhaal aan op basis van reacties uit het publiek

9 Kennis van het onderwerp De sprekers hebben geen greep op de informatie en/of kunnen inhoudelijke vragen niet beantwoorden De sprekers zijn niet comfortabel met de informatie en/of kunnen alleen oppervlakkige, eenvoudige vragen beantwoorden De sprekers laten zien experts te zijn over het onderwerp en de informatie en/of de sprekers kunnen geijkte, verwachte antwoorden geven op de meeste vragen, maar kunnen daar niet betekenisvol op uitweiden De sprekers demonstreren volle kennis van het onderwerp en de informatie overtreft de kennis van de middelbare school en/of de sprekers kunnen alle vragen duidelijk beantwoorden, blijk gevend van achtergrondkennis en met betekenisvolle uitweiding Ruimte voor opmerkingen:

10 BIJLAGE 4: De beoordelingsformulieren De beoordeling van het profielwerkstuk bestaat uit 3 onderdelen: 1. Procesbeoordeling (15%) 2. Procesbeoordeling + conceptverslagbeoordeling (30%) 3. Beoordeling eindverslag (30%) 4. Beoordeling presentatie (25%)