omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie

1 Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking ODH MEI 2018 omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW Den Haag Postadres Postbus GB Den Haag T (070) E vergunningen@odh.nl I Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Onderwerp Op 12 februari 2018 hebben wij een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder e en artikel 3.10 lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanvraag betreft het milieuneutraal wijzigen van de inrichting (andere opstelling gasflessenopslag, ander aantal gasflessen alsmede andere soorten gas). De aanvraag is ingediend in het OLO onder nummer De inrichting is gelegen aan de Eerste Stationsstraat 186 te Zoetermeer. Besluit Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: 1. de gevraagde omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder e te verienen voor het milieuneutraal wijzigen van de inrichting (andere opstelling gasflessenopslag, ander aantal gasflessen alsmede andere soorten gas) 2. de voorschriften genoemd in het hoofdstuk 'Voorschriften' aan deze vergunning te verbinden. 3. dat de volgende delen van de aanvraag onderdeel uit maken van deze vergunning: Aanvraagformulier met OLO nummer ; Bijlage M01 Situatietekening; Bijlage M02 Plattegrondtekening; Bijlage MOS Informatie behorend bij aanvraag; Ondertekening en verzending Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. ing. L. Ho j)i nan Hoofd Toetsing & Vergunningveriening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden Verzend/ng; 1. N.V. Nutricia, Postbus 1, 2700 MA Zoetermeer (aanvrager); 2. Burgemeester en Wethouders van Zoetermeer, Postbus 15, 2700 AA Zoetermeer; 3. Veiligheidsregio Haaglanden - VRH, Postbus 52155, 2505 CD Den Haag; 4. Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard, Postbus 4059, 3006 AB Rotterdam; 5. SPA WNP Ingenieurs, Klinkenbergweg 30a, 6711 MK Ede. Rechtsbeschermingsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in de bijgevoegde verzendbrief.

2 INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN 3 1 OPSLAG VAN GEVAARLIJKE STOFFEN Gasflessen 3 OVERWEGINGEN 4 1 PROCEDURELE ASPECTEN Gegevens aanvrager Projectbeschrijving Omschrijving van de aanvraag Huidige vergunningsituatie Bevoegd gezag en vergunningplicht Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure Procedure (regulier) Adviezen, aanwijzing Minister, Verklaring van geen bedenkingen 5 2 TOETSINGSKADER MILIEU Inleiding Toetsing milieu neutrale verandering Conclusie 7 2/7

3 VOORSCHRIFTEN 1 Opslag van gevaarlijke stoffen 1.1 Gasflessen De opslag van gasflessen (ADR klasse 2) moet in de speciaal daarvoor bestemde ruimte plaats vinden en moet voldoen aan de voorschriften van de paragrafen 6.1.2, en 6.2 van de richtlijn PGS15 "Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen" (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15:2011 versie 1.1 (december 2012)). 3/7

4 OVERWEGINGEN 1 PROCEDURELE ASPECTEN 1.1 Gegevens aanvrager Op 12 februari 2018 is een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van N.V. Nutricia gelegen aan de Eerste Stationsstraat 186 te Zoetermeer. 1.2 Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: In maart 2017 heeft Nutricia een vergunning gekregen voor het plaatsen van twee Romneyloodsen en een gasflessenopslag. Inmiddels zijn deze geplaatst en in gebruik. Het blijkt dat het aantal gasflessen en de soorten gas in de opslag, afwijken van hetgeen in de aanvraag geprognosticeerd was. Ook is de opslag anders neergezet dan in de aanvraag was aangegeven. Met vooriiggende aanvraag worden de correcte hoeveelheden aangevraagd op de correcte locatie. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteiten: Artikel 2.1 onder e sub 2. het veranderen van een inrichting of mijnbouwwerk. 1.3 Omschrijving van de aanvraag De aanvraag bestaat uit de volgende delen: Aanvraagformulier met OLO nummer ; Bijlage MOO Overzicht bijiagen Bijlage M01 Situatietekening Bijlage M02 Plattegrondtekening Bijiage M03 Informatie behorend bij aanvraag Bijlage M04 BBT toets Bijlage M05 Machtiging. 1.4 Huidige vergunningsituatie Voor de inrichting zijn eerder de onderstaande vergunningen en/of ontheffingen verieend dan wel meldingen geaccepteerd: Beschikkingsnummer Soort beschikking Onderwerp Datum besluit Nr. 151/2005 Wvo Lozing afvalwater DGWM/2005/18191 revisie, Wm Revisie PZH melding 8.19, Wm Melding PZH melding 8.19, Wm Melding PZH melding 8.19, Wm Melding PZH melding 8.19, Wm Melding PZH melding 8.19, Wm Melding WB Zoetermeer milieuneutraal, Wabo Verandering samenstelling afvalwater WB Zoetermeer milieuneutraal, Wabo WWTP-Fase 1 04^11-11 WB , Zoetermeer milieuneutraal, Wabo Abri gasflessen WB , Zoetermeer milieuneutraal, Wabo Verplaatsing HN03-tank ODH milieuneutraal, Wabo Verplaatsing NaOH-tank ODH verandering, Wabo Utility-building ODH milieuneutraal, Wabo DSI-pilot ODH milieuneutraal, Wabo Vervanging R ODH verandering, Wabo DSl-1, vergroting leidingwatergebruik /7

5 ODH milieuneutraal, Wabo Overkapping AWZI ODH milieuneutraal, Wabo Omega-project ODH milieuneutraal, Wabo Bypass AWZI ODH milieuneutraal, Wabo 2 Romneyloodsen ODH milieuneutraal, Wabo stoomverhitting ODH Verandering, Wabo Onopgeloste bestanddelen afvalwater ODH Verandering, Wabo stikstoftank ODH Milieuneutraal, Wabo Opslag waterstofperoxide De hierboven genoemde vergunningen waar een * bij staat, zijn volgens de Invoeringswet Wabo gelijkgesteld aan een omgevingsvergunning voor onbepaalde tijd. 1.5 Bevoegd gezag en vergunningplicht Gedeputeerde Staten van Zuid Holland zijn het bevoegd gezag voor de inrichting. Dit volgt uit artikel 2.4 van de Wabo juncto artikel 3.3 lid 1 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in Bijlage I onderdeel C categorie 9.3 onder b van het Bor. Daarnaast betreft het een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort genoemd in Bijlage I categorie 6.4 sub b onder iii van de Richtlijn industriele emissies (RIE). 1.6 Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. 1.7 Procedure (regulier) Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 21 februari 2018 conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag kennis gegeven in het Provinciaal Blad. Wij hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de beslistermijn van 8 weken te veriengen met zes weken als bedoeld in artikel 3.9, tweede lid van de Wabo. Van deze verienging is kennis gegeven in het Provinciaal Blad. 1.8 Adviezen, aanwijzing Minister, Verklaring van geen bedenkingen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden: - Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zoetermeer; - Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Zij hebben vervolgens geen aanleiding gezien om advies uit te brengen. Daarnaast hebben wij advies gevraagd aan de Veiligheidsregio Haaglanden. Zij hebben vervolgens aangegeven niet verder te adviseren. 2 TOETSINGSKADER MILIEU 2.1 Inleiding De aanvraag heeft betrekking op een milieu neutrale verandering van de inrichting of van de werking van de inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, 2 van de Wabo. De Wabo bepaalt in artikel 2.14, vijfde lid dat in afwijking van het eerste tot en met vierde lid de vergunning wordt verieend, wanneer wordt voldaan aan artikel 3.10, derde lid. Dat betekent dat een vergunning wordt verieend met 5/7

6 de reguliere procedure, wanneer er sprake is van een verandering van de inrichting of van de werking van de inrichting die niet leidt 1. tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning is toegestaan; 2. tot een verplichting tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer; 3. tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een omgevingsvergunning is verieend. De aanvraag is getoetst aan deze criteria en wij komen tot de volgende afweging. 2.2 Toetsing milieu neutrale verandering Toetsing gevolgen voor milieu Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering hieraan voldoet, omdat: Geluid Tussen 7.00 en uur kan er transport naar de opslag plaatsvinden met een bestelwagen of incidenteel met een vrachtwagen. Wat de geluiduitstraling betreft is dit niet meer of anders dan in de vergunning van maart 2017 met kenmerk ODH was opgenomen. Het betreft geen toename van de vergunde transportbewegingen. Bodem Alle veranderingen waar de vooriiggende aanvraag op ziet, hebben betrekking op gassen. Gassen zijn geen bodembedreigende stoffen. Lucht Er zijn geen veranderingen/effecten te verwachten voor de milieucomponent lucht. Er zijn geen verbrandingstoestellen voorzien. Er zijn dan ook wat betreft het aspect lucht geen redenen die het accepteren van de milieuneutrale verandering verhinderen. Afvalwater Voor de nieuwe locatie van de gasflessenopslag wordt een stuk grasland verhard. Het te verharden oppervlak bedraagt in totaal 7 bij 4 meter. Het afstromend hemelwater infiltreert naast de opslagen in de bodem. Er komt verder geen afvalwater vrij bij de opslag. Deze activiteit valt onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit milieubeheer. De beschikbare informatie uit de aanvraag is voldoende voor het separaat afhandelen van de melding. Afvalstoffen Er zijn geen veranderingen/effecten te verwachten voor de milieucomponent afvalstoffen. Op gasflessen is een statiegeldsysteem van toepassing; lege gasflessen gaan retour naar de leverancier. Daarmee ontstaan geen afvalstoffen als gevolg van de opslag. Externe veiligheid De gasopslag dient te voldoen aan de PGS 15. Er zijn dan ook wat betreft het aspect externe veiligheid geen redenen die het accepteren van de milieuneutrale verandering verhinderen. Een voorschrift dat de opslag van gasflessen moet voldoen aan de PGS 15 (Publicatiereeks Gevaariijke Stoffen 15:2011 versie 1.1 (december 2012)) is dan ook aan deze vergunning verbonden. De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende omgevingsvergunning voor de activiteit milieu reeds is toegestaan. De aanvrager heeft voldoende aannemelijk gemaakt, dat er voor de overige milieuaspecten geen toename zal zijn voor de milieubelasting. 6/7

7 Toetsing andere inrichting Op basis van de in de aanvraag opgenomen beschrijving van de verandering is het aannemelijk dat de verandering niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een vergunning is verieend. Toetsing milieueffectrapport De aangevraagde activiteit is getoetst aan het Besluit milieueffectrapportage. De activiteiten van de inrichting zijn zodanig dat de volgende categorie uit de bijlage, behorende bij het Besluit milieueffectrapportage mogelijk van toepassing kan zijn: Onderdeel D, categorie D36, 'de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een zuivelfabriek, in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een productiecapaciteit van ton per jaar of meer'. De gevraagde wijziging betreft echter geen aanpassing die betrekking heeft op de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie van een zuivelfabriek. Een m.e.r.-beoordeling kan derhalve achterwege blijven. 2.3 Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het milieuneutraal veranderen van de inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. 7/7