RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 3"

Transcriptie

1 RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 3 Datum: 28 januari Deelsessie: uur in de Raadzaal Doel: Beeldvorming. Onderwerp: Kadernota AWBZ. Toelichting: Het voorstel is fors maar helder en kaderstellend. Het is een politiek gevoelig onderwerp. Het is te verwachten dat over dit onderwerp discussie in de raad zal ontstaan en zal wellicht meerdere BOB-sessies vragen. Agendering voor de eerstvolgende vergadering is dan ook sterk aan te raden om dit onderwerp af te kunnen ronden in de huidige raadsperiode. De nauwe verbondenheid met het onderwerp jeugdhulp vraagt een behandeling op dezelfde datum. Raadsleden worden verzocht, gezien de zwaarte van het onderwerp, hun (schriftelijke) vragen vooraf aan de beeldvormende en tussen de beeld- en oordeelvormende sessie zo veel mogelijk digitaal in te dienen. Behandeling: De sessie is gericht op het overbrengen van informatie naar de raadsleden en andere belangstellenden. Zowel raadsleden als belangstellenden kunnen vragen stellen en mee discussiëren. Aan het eind concludeert de voorzitter of het onderwerp voldoende is besproken, en zo ja, door kan naar de raad als A-stuk (hamerstuk) of dat nog een oordeelvormende bespreking nodig is. Genodigden: Raadsleden, het college en overige belangstellenden. Programma: Inleiding door de voorzitter. Toelichting door het college. Gelegenheid tot het stellen van vragen en discussie. Afsluiting door de voorzitter. Achterliggende stukken: Raadsvoorstel Kadernota transitie AWBZ/Wmo Kadernota transitie AWBZ/Wmo Toelichting : wethouder Meta Jacobs. Voorzitter : raadslid Karin Senf. Griffier : Henk Riepma. Contactadres: griffie@lelystad.nl

2 Voorstel aan de raad Nummer: Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: Wethouder WMO en maatschappelijke dienstverlening. 2.1 Iedereen doet mee Bieden van zorg M.M.P. van den Bremer BLD Sociaal Maatschappelijk Beleid Punt van de agenda voor de vergadering van. Onderwerp: Kadernota transitie AWBZ/Wmo Voorgesteld besluit 1. Kennis te nemen van de Kadernota transitie AWBZ/Wmo. 2. De volgende in de nota opgenomen kaderstellende uitspraken vast te stellen: a. Het nieuwe Wmo stelsel erop te richten dat mensen zoveel mogelijk zelfstandig kunnen blijven participeren en functioneren. Daarbij uit te gaan van het stepped care principe waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de burger en zijn netwerk centraal staat en het zwaartepunt wordt verschoven van zwaardere ondersteuning naar lichtere vormen van ondersteuning. Hierbij te werken op basis van het wraparound care model, waarbij vraaggestuurd met en rondom een gezin wordt gewerkt. b. Het nieuwe stelsel voor de Wmo te baseren op de uitgangspunten dichtbij en integraal: I Te kiezen voor een vraaggerichte en gebiedsgerichte benadering waarbij uitgegaan wordt van drie lagen: de basis, de ondersteuning thuis en de specifieke voorzieningen; II De basis te versterken zodat burgers zich zoveel mogelijk zelf kunnen redden en er minder (zware) ondersteuning nodig is. Het gebruik van de ondersteuning thuis en de specifieke voorzieningen hiermee zoveel mogelijk terug te brengen. III De toegang tot de ondersteuning dicht bij de burgers en laagdrempelig in de wijk te organiseren. Daartoe sociale wijkteams in te zetten die voldoende deskundig zijn om in overleg met de cliënt (en diens mantelzorger) een passend ondersteuningsplan te maken. IV Integraal te werken op basis van één gezin, één plan, één regisseur. c. Voor de financiering de volgende uitgangspunten vast te stellen: I De mogelijkheid te houden de middelen voor het sociaal deelfonds (ondersteuning, jeugd en werk) ontschot in te zetten maar in de periode 2015 t/m 2018 zichtbaar op te nemen in de P&C cyclus. II III Aanleiding Het aantal open-eindregelingen zoveel mogelijk te beperken. Ter verevening van de uitgaven voor de Jeugdzorg en Wmo bij de eerstvolgende begrotingscyclus een voorstel tegemoet te zien voor het instellen van een budget materieel evenwicht. De langdurige zorg wordt hervormd. De AWBZ wordt teruggebracht tot de kern: een voorziening voor de meest kwetsbare mensen voor wie deelname aan de samenleving niet (meer) mogelijk is. Deze mensen blijven een recht houden op passende zorg in een instelling.

3 Nummer: De zorgverzekeraar en de gemeenten worden vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning van thuiswonenden. De medische ondersteuning gaat onder de zorgverzekeringswet vallen. De gemeenten worden verantwoordelijk voor de niet medische ondersteuning van hun inwoners. Het gaat hierbij om de functies individuele begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf. De gebruikersgroepen bestaan uit ouderen, inwoners met een lichamelijke of verstandelijke beperking en mensen met psychiatrische problematiek. Het is inmiddels duidelijk dat de verzorging niet bij de gemeenten maar bij de zorgverzekeraar wordt ondergebracht. Op 1 januari 2015 moet de gemeente daadwerkelijk gereed zijn voor het uitvoeren van de nieuwe taken. De voorbereidende werkzaamheden zijn/worden daarom voortvarend opgepakt. De sociale wijkteams worden bijvoorbeeld verder ingericht op de nieuwe taken, er worden nieuwe collectieve arrangementen ontwikkeld en er zullen in de loop van 2014 inkoopafspraken worden gemaakt met de partijen. Op grond van de nieuwe wetgeving behouden bestaande cliënten na 2015 (als hun indicatie doorloopt) nog maximaal één jaar recht op de geïndiceerde zorg tenzij er hierover voor die tijd nieuwe afspraken zijn gemaakt tussen gemeente en cliënt. Daarom zullen er in de tweede helft van 2014 met individuele cliënten afspraken worden gemaakt over de invulling van hun ondersteuning vanaf 1januari Het is noodzakelijk dat de gemeenteraad vóór het eind van het eerste kwartaal 2014 een besluit neemt over de kadernota transitie AWBZ/Wmo zodat op basis daarvan de uitvoering verder kan worden voorbereid. In de tweede helft van 2014 zal een Wmo uitwerkingsnota aan de raad worden voorgelegd waarin de kaders inhoudelijk en financieel zijn uitgewerkt. Tevens zal er dan een nieuwe Wmo verordening aan de raad worden voorgelegd. Beoogd effect De kaders voor de nieuwe Wmo zijn in het eerste kwartaal van 2014 vastgesteld. Op basis hiervan kunnen dan de noodzakelijke voorbereidingen worden getroffen voor het uitvoeren van de nieuwe taken vanaf Argumenten 1. De kadernota transitie AWBZ/Wmo bevat de kaders voor de invulling van de nieuwe taken waarvoor de gemeente vanaf 1 januari 2015 op grond van de nieuwe Wmo verantwoordelijk wordt. De Kadernota AWBZ/Wmo geeft richting aan de invulling van de nieuwe taken. Op basis van de kadernota wordt de voorbereiding op de nieuwe taken verder ter hand worden genomen. 2 a. Een nieuw stelsel is nodig waarbij de eigen kracht centraal staat. Het nieuwe stelsel wordt gebaseerd op het stepped care principe. Dat wil zeggen dat eerst gekeken wordt wat iemand zelf kan, wat zijn of haar omgeving (familie, buren, vrienden e.d.) kan betekenen en wat met vrijwilligers kan worden opgelost. Vervolgens wordt gekeken welke andere meer welzijnsachtige oplossingen mogelijk zijn. Pas als dat allemaal niet mogelijk is, wordt meer professionele ondersteuning ingezet. Er wordt daarbij gewerkt vanuit het wraparound care model waarbij professionals vraaggestuurd vanuit één geïntegreerde aanpak werken in een cirkel rondom de zorgvrager. Door consequent vanuit het stepped care principe te werken kan en zal het zwaartepunt verschuiven van zwaardere ondersteuning naar lichtere vormen van ondersteuning. 2 b. Voor een adequate invulling van de ondersteuning is een nieuwe inrichting van het Wmo stelsel nodig. Het nieuwe Wmo stelsel wordt gebaseerd op de uitgangspunten dichtbij en integraal. Er zal vraaggericht i.p.v. aanbodgericht worden gewerkt. Ook zal de ondersteuning zoveel mogelijk dichtbij in de buurt worden georganiseerd. Op deze manier kan beter worden aangesloten bij de leefwereld, de behoeften en de mogelijkheden van de inwoners. 2 c. Aan de ene kant wordt de mogelijkheid geboden de middelen ontschot in zetten, aan de andere kant kan zo zicht worden gehouden op de budgetten die voor de verschillende decentralisatiedossiers worden ingezet. TD1401 Paginanummer 2

4 Nummer: De gelden van de 3 decentralisaties komen naar de gemeente via een sociaal deelfonds, als een apart onderdeel binnen het gemeentefonds. Het verdient aanbeveling de mogelijkheid open te houden de middelen binnen het transitiefonds ontschot in te zetten. De mogelijkheid blijft dan bestaan om, als beleidskeuzes daar aanleiding toe geven, te schuiven tussen de budgetten voor de 3 decentralisaties. De omvang en de complexiteit van de dossiers maken het echter wenselijk in de eerste jaren wel zicht te houden op de budgetten (zorg, jeugd, werk) die voor de afzonderlijke dossiers beschikbaar zijn. Financiële aspecten - Op dit moment is nog niet bekend hoe hoog het budget voor de Wmo zal zijn. De verwachting is dat hierover in de meicirculaire 2014 meer duidelijkheid wordt gegeven. De financiële uitwerking hiervan wordt meegenomen in de uitwerkingsnota die in de tweede helft van 2014 aan de raad wordt voorgelegd. Uitgangspunt is dat de taken worden uitgevoerd met het budget dat daarvoor vanuit het rijk beschikbaar is. - Het budget materieel evenwicht wordt gevonden binnen de door het rijk beschikbaar gestelde middelen. Er zal bij de eerstvolgende begrotingscyclus een voorstel worden gedaan voor het instellen van een budget materieel evenwicht. - De verdeling van het landelijk budget over de gemeenten wordt in 2015 nog gebaseerd op de historische uitgaven, d.w.z. op de bedragen die nu vanuit de AWBZ in de afzonderlijke gemeenten worden uitgegeven aan de te decentraliseren taken, uiteraard gecorrigeerd met allerlei kortingen. Er zal naar verwachting in 2016 een objectief verdeelmodel komen. Dan zal het landelijk budget op basis van nog nader te bepalen objectieve criteria worden verdeeld over de gemeenten. Dit zal leiden tot aanzienlijke budgetverschuivingen tussen gemeenten en voor Lelystad waarschijnlijk ook de nodige (nadelige) consequenties hebben. Dit kan betekenen dat er te zijner tijd een gewijzigd financieel beeld aan de raad wordt voorgelegd. Kanttekeningen Gezien de rijkskortingen zal de uitvoering met minder middelen moeten worden geregeld. Door een andere benadering en invulling van de ondersteuning is op onderdelen efficiencywinst te behalen. Gezien de omvang van de bezuinigingen zal er evenwel ook rekening mee moeten worden gehouden dat op onderdelen ook zeker sprake zal zijn van versobering van het aanbod. De wettekst van de Wmo wordt ingrijpend gewijzigd. De verwachting is dat de nieuwe wet niet eerder dan medio 2014 zal worden vastgesteld. Er kan qua wetgeving nog wel het een en ander veranderen. Dit kan ertoe leiden dat de koers op onderdelen moet worden bijgesteld. Communicatie en voortgang Voor de communicatie richting cliënten/burgers en partners wordt een communicatieplan opgesteld. Dit is onderdeel van de uitwerking van de kadernota AWBZ/Wmo. In de kadernota zijn acties voor het vervolgtraject geformuleerd. In de tweede helft van 2014 zal als vervolg op de Kadernota een Wmo uitwerkingsnota met daaraan gekoppeld een nieuwe Wmo verordening aan de raad worden voorgelegd. Lelystad, 7 januari 2014 Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris, de burgemeester, N. Versteeg M. Horselenberg TD1401 Paginanummer 3

5 Raadsbesluit Nummer: De raad van de gemeente Lelystad, op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 7 januari 2014; B E S L U I T: 1. kennis te nemen van de Kadernota transitie AWBZ/Wmo ; 2. de volgende in de nota opgenomen kaderstellende uitspraken vast te stellen: a. het nieuwe Wmo stelsel erop te richten dat mensen zoveel mogelijk zelfstandig kunnen blijven participeren en functioneren. Daarbij uit te gaan van het stepped care principe waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de burger en zijn netwerk centraal staat en het zwaartepunt wordt verschoven van zwaardere ondersteuning naar lichtere vormen van ondersteuning. Hierbij te werken op basis van het wraparound care model, waarbij vraaggestuurd met en rondom een gezin wordt gewerkt; b. het nieuwe stelsel voor de Wmo te baseren op de uitgangspunten dichtbij en integraal: I te kiezen voor een vraaggerichte en gebiedsgerichte benadering waarbij uitgegaan wordt van drie lagen: de basis, de ondersteuning thuis en de specifieke voorzieningen; II de basis te versterken zodat burgers zich zoveel mogelijk zelf kunnen redden en er minder (zware) ondersteuning nodig is. Het gebruik van de ondersteuning thuis en de specifieke voorzieningen hiermee zoveel mogelijk terug te brengen; III de toegang tot de ondersteuning dicht bij de burgers en laagdrempelig in de wijk te organiseren. Daartoe sociale wijkteams in te zetten die voldoende deskundig zijn om in overleg met de cliënt (en diens mantelzorger) een passend ondersteuningsplan te maken; IV integraal te werken op basis van één gezin, één plan, één regisseur ; c. voor de financiering de volgende uitgangspunten vast te stellen: I de mogelijkheid te houden de middelen voor het sociaal deelfonds (ondersteuning, jeugd en werk) ontschot in te zetten maar in de periode 2015 t/m 2018 zichtbaar op te nemen in de P&C cyclus; II III het aantal open-eindregelingen zoveel mogelijk te beperken; ter verevening van de uitgaven voor de Jeugdzorg en Wmo bij de eerstvolgende begrotingscyclus een voorstel tegemoet te zien voor het instellen van een budget materieel evenwicht. Lelystad, De raad van de gemeente Lelystad, de griffier, de voorzitter, TD1401 Paginanummer 4

6 samen leven, samen redzaam Kadernota transitie AWBZ/Wmo

7

8 Kadernota transitie AWBZ/Wmo Samenvatting 1. Algemeen Transformatie van het sociale domein Op weg naar een nieuw Wmo stelsel: verandering noodzakelijk Wmo binnen het sociaal domein Regionale samenwerking Voortraject Opzet kadernota 7 2. Ambitie en uitgangspunten Onze visie en ambitie Uitgangspunten/principes 9 3. Veranderingen binnen de Wmo/AWBZ Hervorming langdurige zorg Nieuwe taken en aandachtsgroepen voor de gemeente Nieuwe wetgeving: Wmo Een nieuw stelsel voor de Wmo Schets van de nieuwe sociale infrastructuur Toegang Positie burgers en cliënten Persoonsgebonden budget Eigen bijdragen/maatwerkvoorziening Overgang Monitoring Risico s transitie Financiering en sturing vanuit gemeente Sturing vanuit de gemeente Beheersing uitgaven Rijksuitkering en instellen budget materieel evenwicht Sociale infrastructuur uitgewerkt De basis versterken Ondersteuning thuis Specifieke ondersteuning Vervolgtraject 41 Bijlagen: 1. Impressie van de door partijen aangedragen concepten Samenvatting consultatie gebruikersgroepen Samenvatting resultaten Congres Wmo en Jeugdzorg Samenvatting inspraakreacties Advies Wmo Cliëntenraad Verklaring begrippen 55 1 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

9 Samenvatting Ons streven is dat inwoners zoveel mogelijk naar vermogen en vanuit eigen kracht meedoen aan de samenleving. Onze ambitie is dat mensen zelf eventueel met hulp van anderen uit hun omgeving hun ondersteuningsvraag oplossen. Voor mensen die dit niet kunnen blijft er passende ondersteuning beschikbaar. Er wordt daarbij gewerkt op basis van het stepped care principe : eerst kijken wat iemand zelf kan, wat zijn of haar omgeving (familie, buren, vrienden e.d.) kan betekenen en wat met vrijwilligers kan worden opgelost. Vervolgens wordt gekeken welke andere meer welzijnsachtige oplossingen mogelijk zijn. Pas als dat niet mogelijk is, wordt meer professionele ondersteuning ingezet. Er wordt hierbij gewerkt vanuit het wraparound care model, waarbij professionals vraaggestuurd vanuit één geïntegreerde aanpak werken in een cirkel rondom de zorgvrager. De sociale infrastructuur zal op basis van deze uitgangspunten worden (her)ingericht. Er wordt daarbij gekozen voor een benadering waarbij we drie lagen onderscheiden: de basis, ondersteuning thuis en specifieke ondersteuning. We willen dat het accent van de ondersteuning verschuift van zwaardere vormen van ondersteuning naar de basis: oplossingen in het eigen netwerk en lichtere vormen van ondersteuning. Wij sluiten hierbij qua schaal zoveel mogelijk aan bij de leefwereld van mensen. Er wordt ingezet op het versterken van de basis, d.w.z. de eigen kracht meer benutten maar ook (extra) basisvoorzieningen realiseren zoals dagactiviteiten en inloopvoorzieningen in de wijk en versterking van de mantelzorgondersteuning. Met een sterke en brede basis zal het beroep op duurdere en zwaardere vormen van ondersteuning worden uitgesteld of voorkomen. Het voornemen is de ondersteuning thuis gebiedsgericht en onderling afgestemd te organiseren, met minder regelgeving en meer ruimte voor de professional. Dit leidt tot een meer efficiënte, flexibele en klantgerichte dienstverlening. De persoonlijke verzorging zal niet onder de Wmo maar onder de Zorgverzekeringswet worden gebracht. Dit betekent dat voor een integrale ondersteuning een goede afstemming met de zorgverzekeraar onontbeerlijk is. Wij willen zoveel mogelijk regelen met voorzieningen in de basis waardoor de inzet van specifieke voorzieningen, zoals dagbesteding minder nodig zal zijn. De ondersteuning zal veranderen: een deel zal anders worden ingevuld maar op onderdelen zal er ook sprake zijn van versobering. Zo zal het aantal uren huishoudelijke hulp worden teruggebracht en zal de dagbesteding in de huidige vorm in omvang afnemen. In 2014 zal de nieuwe infrastructuur nader worden uitgewerkt en ingevuld. Richtinggevende uitspraken Algemeen 1. Het toekomstige Wmo stelsel is erop gericht dat mensen zoveel mogelijk zelfstandig kunnen blijven participeren en functioneren. Uitgangspunt is het stepped care principe waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de burger en zijn netwerk centraal staat. Het zwaartepunt wordt daarbij verschoven van zwaardere ondersteuning naar lichtere vormen van ondersteuning. Er wordt hierbij gewerkt op basis van wraparound care waarbij professionals vraaggestuurd vanuit één geïntegreerde aanpak, in een cirkel rondom de zorgvrager werken. 2 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

10 Een nieuw stelsel voor de Wmo 2. Het nieuwe stelsel is gebaseerd op de uitgangspunten: dichtbij en integraal. a. Er wordt gekozen voor een vraaggerichte en gebiedsgerichte benadering waarbij uitgegaan wordt van drie lagen: de basis, de ondersteuning thuis en de specifieke voorzieningen. De basis wordt versterkt zodat burgers zich zoveel mogelijk zelf kunnen redden en er minder (zware) ondersteuning nodig is. Het gebruik van de ondersteuning thuis en de specifieke voorzieningen wordt hiermee zoveel mogelijk teruggebracht. b. De toegang tot de ondersteuning wordt dicht bij de burgers en laagdrempelig in de wijk georganiseerd. Er worden sociale wijkteams ingezet die voldoende deskundig zijn om in overleg met de cliënt (en diens mantelzorger) een passend ondersteuningsplan te maken. c. Er wordt integraal gewerkt op basis van één gezin, één plan, één regisseur. Financiering en sturing vanuit de gemeente 3 a. De middelen voor het sociaal deelfonds (ondersteuning, jeugd en werk) kunnen ontschot worden ingezet maar worden in de periode 2015 t/m 2018 zichtbaar opgenomen in de P&C cyclus. b. Het aantal open-eindregelingen wordt zoveel mogelijk beperkt. Ter verevening van de uitgaven voor de Jeugdzorg en Wmo wordt bij de eerstvolgende begrotingscyclus een voorstel voor het instellen van een budget materieel evenwicht aan de raad voorgelegd. c. De gemeente neemt de regierol en stuurt op hoofdlijnen. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering wordt zoveel mogelijk neergelegd bij partijen in het veld. Er wordt in overleg met de partijen een systeem van leren en verbeteren ingezet. d. De intentie is primair om met bestaande partijen het aanbestedingstraject in te gaan en meerjarige afspraken te maken. Aanvullende maatregelen 4. a. De nieuwe Wmo stelt ten aanzien van het persoonsgebonden budget een aantal beperkende voorwaarden. Doelmatige inzet van het persoonsgebonden budget blijft een waardevolle mogelijkheid om passende ondersteuning te bieden. Wanneer professionals en cliënt inschatten dat de inzet van een persoonsgebonden budget het meest efficiënte en effectieve middel is voor de ondersteuning zal dit in principe worden toegekend. b. Voor Wmo voorzieningen wordt, voor zover de wet dit toelaat, de maximale toegestane inkomensafhankelijke eigen bijdrage in rekening gebracht. c. De maatwerkgelden worden primair ingezet om ondersteuning ook voor mensen met de laagste inkomens bereikbaar en betaalbaar te houden. d. De ondersteuning thuis wordt ingevuld op basis van populatiebekostiging 1 en voor de dagbesteding wordt vooraf de budgettaire ruimte vastgesteld e. De huishoudelijke hulp (onderdeel van ondersteuning thuis) wordt versoberd. Een optie is dat het aantal uren wordt teruggebracht en dat er weer meer met alfahulpen wordt gewerkt. f. De huidige capaciteit aan dagbesteding wordt teruggebracht en deels gecompenseerd met activiteiten in de buurt (de basis). 1 Populatiebekostiging: verstrekken van een budget aan een of meerdere instellingen voor het bedienen van een doelgroep of een populatie. 3 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

11 1. Algemeen 1.1 Transformatie van het sociale domein In het sociale domein voltrekt zich in hoog tempo een aantal fundamentele veranderingen. Gemeenten gaan de komende jaren de verantwoordelijkheid dragen voor de Jeugdzorg, voor nieuwe Wmo-taken vanuit de AWBZ en voor de Participatiewet. Hiermee worden gemeenten geheel verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en re-integratie. De decentralisatie van bevoegdheden, verantwoordelijkheden en middelen van het rijk naar lokaal niveau dwingt gemeenten, maatschappelijke instellingen, bedrijven en burgers om zich te bezinnen op hun rol en positie in het lokale sociale domein. Dit geldt ook voor de vierde decentralisatie, die van passend onderwijs, waarbij de regie niet zo zeer bij de gemeente maar bij het onderwijs ligt. De noodzaak om samen te werken aan vernieuwing en nieuwe verhoudingen is groter dan voorheen. De ruimte daarvoor ook. Om de kansen die de decentralisaties bieden optimaal te benutten, is het zaak te komen tot meer samenhang op het terrein van de participatie, ondersteuning en jeugdhulp 2. Hiermee ontstaat een unieke kans om het complexe sociale domein flink te vereenvoudigen. Gemeenten krijgen meer taken en meer ruimte om zelf het beleid te bepalen. Onderstaand schema geeft een goed beeld van de omvang van de geldstromen in relatie tot de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Daarbij moet worden aangetekend dat de wetgevingstrajecten AWBZ/Wmo en Participatiewet nog niet doorlopen zijn 3. Het sociale stelsel in Nederland is sterk maar staat onder druk, niet in de laatste plaats door onhoudbare kostenstijgingen. De oplossing ligt in een integrale benadering die aansluit bij het sociale leven en problematiek en ruimte laat voor de verschillen tussen burgers en hun omgeving. Een integrale en meer generalistische aanpak in de eerste lijn is, zoals uit onderzoek van onder andere het Verwey-Jonker Instituut blijkt, ook goedkoper en effectiever. Bovendien lijkt zo n aanpak duurzamer, als dit gebeurt in samenwerking met vrijwilligers en de buurt en in samenspel met de eerste en tweede lijn. 2 VNG, Bouwen op de kracht van burgers, Memo VNG-expertisecentrum gemeentefinanciën d.d ; het budget Wmo is nog inclusief persoonlijke verzorging. 4 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

12 Een stelselwijziging waarbij vooral de structuur centraal staat (nieuwe regels, wetten, financiële verhoudingen) is niet voldoende om een nieuwe manier van werken in het lokale sociale domein te bereiken. Dit vergt een transformatie naar een nieuw lokaal samenspel, een nieuwe cultuur, nieuwe verhoudingen en nieuwe werkwijzen. Gemeenten zijn als lokale overheid, dicht bij de burger als geen ander in staat die transformatie gestalte te geven. Gemeenten hebben bij de bijstand en maatschappelijke ondersteuning in het kader van de Wmo laten zien dat zij de transformatie van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij succesvol kunnen vormgeven. De gemeente Lelystad als regisseur van het lokale sociale domein heeft er voor gekozen deze samenhangende en integrale benadering te vertalen naar een aanpak op de drie decentralisatie dossiers, met een scherpe focus op die verbindingen tussen de dossiers die daadwerkelijk in onderlinge samenhang ontwikkeld en uitgevoerd moeten worden. We doen dit geïnspireerd vanuit het in 2008 verschenen rapport van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De ontkokering voorbij. In dit kader heeft het college eerder in april 2013 een notitie over ondersteuning WWB-ers met een beperkte arbeidscapaciteit vastgesteld waarin de verbinding wordt gelegd tussen Wmo en Participatiewet alsmede in september 2013 een notitie waarin de verbinding wordt gelegd tussen de decentralisatie Jeugdzorg en passend onderwijs. In deze nota wordt vooral gefocust op de decentralisatie van AWBZ taken en de nieuwe Wmo. Daar waar relevant zal de verbinding met de andere dossiers worden gelegd zodat er sprake is van een samenhangende aanpak. 1.2 Op weg naar een nieuw Wmo stelsel: verandering noodzakelijk De langdurige zorg wordt hervormd. De AWBZ wordt teruggebracht tot de kern, een voorziening voor de meest kwetsbare mensen voor wie deelname aan de samenleving niet (meer) mogelijk is; zij blijven een recht houden op passende zorg in een instelling. De zorgverzekeraar en de gemeenten worden vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning van thuiswonenden. De medische ondersteuning gaat onder de zorgverzekeringswet vallen. De gemeenten worden verantwoordelijk voor de niet medische ondersteuning van hun inwoners. Het gaat hierbij om ouderen, inwoners met een lichamelijke en verstandelijke beperking en inwoners met een psychiatrische aandoening. Wij streven ernaar dat alle inwoners naar vermogen en vanuit eigen kracht meedoen aan de samenleving. Onze ambitie is dat mensen zelf eventueel met hulp van anderen uit hun omgeving hun ondersteuningsvraag oplossen. Voor mensen die dit niet kunnen blijft er passende ondersteuning beschikbaar. Het toekomstige Wmo stelsel wordt erop gericht dat mensen zoveel mogelijk zelfstandig kunnen blijven participeren en functioneren. Het waarmaken van dit nieuwe stelsel vraagt om een omslag. Vraaggericht werken en niet meer aanbodgericht. En professionals die beginnen met de vraag wat kunt u zelf? om vervolgens het ondersteuningsaanbod daarop af te stemmen. Het vereist ook een omslag in de samenleving. Mensen zullen bij een zich aandienende zorgvraag ook eerst de vraag moeten stellen wat kan ik (en mijn directe omgeving) er zelf aan doen?. De reflex daar hebben we de zorgverlener voor zal niet vanzelf verdwijnen. Daarvoor is tijd nodig. De beweging van zware naar lichtere vormen van ondersteuning moet met kracht worden ingezet willen we als gemeente in de toekomst de noodzakelijke ondersteuning (licht of zwaar) kunnen garanderen en tegelijkertijd de aanzienlijke bezuiniging realiseren. Dit maakt een hervorming noodzakelijk. We moeten er naar toe dat er meer ondersteuning geboden wordt in de directe omgeving van mensen, deels ook door het eigen netwerk. De gemeente zet deze transitie in met haar lokale partners zoals welzijn/zorginstellingen, huisartsen, cliënten en cliëntorganisaties. 5 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

13 1.3 Wmo binnen het sociale domein Zoals hiervoor vermeld kiest de gemeente voor een samenhangende en integrale benadering op het sociale domein. Er wordt gekozen voor een uitwerking van de dossiers waarbij de onderdelen die met elkaar samenhangen, ook daadwerkelijk in samenhang met elkaar ontwikkeld en uitgevoerd worden. Inhoudelijk liggen er de nodige verbindingen tussen de Wmo en de Participatiewet en tussen de Wmo en de nieuwe Jeugdwet. Wmo en Participatiewet Zowel de Participatiewet (waarin WWB, Wajong en WSW opgaan) als de Wmo richten zich op het vergroten van de zelfredzaamheid van onze inwoners: de Wmo richt zich vooral op ondersteuning en welzijn, de Participatiewet is vooral gericht op arbeidsparticipatie. Eerder is in Lelystad de keuze gemaakt dat de middelen vanuit de Participatiewet vooral worden ingezet voor trajecten richting werk, voor mensen met een uitkering met een arbeidscapaciteit van 50% of meer. Mensen met een beperkte arbeidscapaciteit kunnen, evenals andere inwoners, gebruik maken van ondersteuning vanuit de Wmo. Bij de toegang tot het participatie- c.q. ondersteuningsaanbod vanuit de Wmo is de mate van zelfredzaamheid bepalend en niet het al dan niet hebben van een uitkering. Het is van belang de toegang tot de Wmo en de toegang tot de Participatiewet goed op elkaar af te stemmen zodat er sprake is van een integrale benadering. Verder ligt er een samenhang wat betreft beschut werken en dagbesteding. In de Participatiewet is de voorziening beschut werken opgenomen. Het gaat hierbij om gesubsidieerde arbeidsplaatsen binnen de Sociale Werkvoorziening. De (arbeidsmatige) dagbesteding wordt vanuit de AWBZ overgeheveld naar de Wmo. De activiteiten binnen beschut werken en de arbeidsmatige dagbesteding zijn deels vergelijkbaar en ook de gebruikersgroepen zijn niet altijd duidelijk te onderscheiden en kunnen overlap vertonen. Wij zullen daarom ons beleid ten aanzien van arbeidsmatige dagbesteding in afstemming met ons beleid ten aanzien van beschut werken ontwikkelen (zie verder paragraaf 6.3). Wmo en Jeugdwet Op grond van de nieuwe wetgeving zal de ondersteuning voor inwoners van 18 jaar en ouder vooral onder de Wmo gaan vallen en de ondersteuning voor 18 - zal met name onder de nieuwe Jeugdwet gaan vallen. Wij willen bij 18 jaar geen knik in de ondersteuning maar een doorlopend traject. Het is daarom noodzakelijk de inzet vanuit de Wmo en vanuit de Jeugdwet op dit onderdeel goed op elkaar af te stemmen. Verder kan binnen een gezin zowel inzet vanuit de Wmo als vanuit de Jeugdwet nodig zijn. We willen gaan werken vanuit het principe één gezin, één plan, één regisseur. Dit betekent dat er ook op dit punt afstemming noodzakelijk is. In paragraaf 4.2 is dit verder uitgewerkt. 1.4 Regionale samenwerking De gemeenten werken, voor zover relevant, zowel bestuurlijk als ambtelijk nauw samen voor wat betreft de drie decentralisatiedossiers. Het uitgangspunt daarbij is: lokaal waar mogelijk en regionaal waar nodig. Voor de jeugdzorg geldt dat regionale samenwerking op een aantal onderdelen verplicht is voorgeschreven in de nieuwe Jeugdwet. Voor de nieuwe Wmo geldt deze verplichting (met uitzondering van het onderdeel maatschappelijke opvang en beschermd wonen) niet. De Flevolandse gemeenten willen de ondersteuning vooral op wijk- en stadsdeelniveau gaan organiseren. Hiervoor wordt een schaal van ca tot inwoners goed werkbaar geacht. Elke Flevolandse gemeente is hiervoor voldoende groot en de gemeenten zien daarom vooralsnog geen aanleiding om op regionaal niveau formele 6 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

14 samenwerkingsverbanden aan te gaan. Wel wordt bekeken of bepaalde zaken in de uitvoering gezamenlijk efficiënter georganiseerd kunnen worden. Een voorbeeld hiervan is dat de onderzoeksafdelingen van Lelystad en Almere voor heel Flevoland de Wmo/AWBZ cijfers verzamelen en analyseren. Verder wordt er regelmatig onderling informatie uitgewisseld en vindt er afstemming plaats over de wijze waarop de gemeenten invulling geven aan het proces. Voor de maatschappelijke opvang is er wel sprake van een formele samenwerking tussen de Flevolandse gemeenten. Hiervoor geldt de centrumgemeente constructie. De rijksoverheid stelt middelen beschikbaar aan de centrumgemeente Almere. Almere bepaalt vervolgens in overleg met de andere Flevolandse gemeenten, hoe hier invulling aan wordt gegeven. Het is nu nog onduidelijk of en hoe lang deze constructie onder de nieuwe Wmo blijft bestaan. De Flevolandse gemeenten staan op het standpunt dat het wenselijk is dat de huidige centrumgemeente constructie voorlopig nog tot 1 januari 2017 te continueren waarbij de inzet is dat, als de regelgeving dit toelaat, de taken daarna zoveel mogelijk worden neergelegd bij de individuele gemeenten Het voortraject Voorafgaand aan deze kadernota is er overleg geweest met alle partijen betrokken bij de AWBZ decentralisatie. Er zijn expertbijeenkomsten georganiseerd rond de volgende aandachtsgroepen: ouderen, mensen met een verstandelijke beperking en mensen met psychiatrische problematiek. Bij deze bijeenkomsten waren de betrokken AWBZ partijen, de relevante welzijnspartijen en vertegenwoordigers van de Wmo Cliëntenraad aanwezig. Tijdens deze bijeenkomsten is informatie uitgewisseld over het transitieproces en de koers/beweging besproken die de gemeente in wil zetten op basis van uitgangspunten zoals opgenomen in de Visie op hoofdlijnen decentralisaties AWBZ en Jeugdzorg 5. De partijen zijn uitgenodigd om aan te geven hoe en op welke terreinen kan worden samengewerkt en te komen met nieuwe concepten. Bijlage 1 geeft een impressie van de ingediende concepten. De Wmo Cliëntenraad is betrokken geweest bij de voorbereiding: de Wmo Cliëntenraad is op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen, de plannen zijn met hen besproken en zij hebben hierop kunnen reageren. Daarnaast is er, in overleg met de Wmo Cliëntenraad en het GOL (Georganiseerd Overleg Lelystad), in een aantal afzonderlijke bijeenkomsten gesproken met groepen gebruikers. Een korte samenvatting van deze bijeenkomsten kunt u terugvinden in bijlage 2. Verder is er een klankbordgroep van de raad ingesteld, waarin raadsleden in vijf sessies zijn geïnformeerd over ontwikkelingen rond de AWBZ en Jeugdzorg. Tenslotte is er op 4 november 2013 een werkconferentie georganiseerd waarvoor raadsleden, professionals uit het veld van de (jeugd)zorg en de Wmo Cliëntenraad waren uitgenodigd. De resultaten hiervan treft u aan in bijlage 3. In november/december 2013 is de concept kadernota voor advies voorgelegd aan de Wmo Cliëntenraad en de betrokken partijen. Bijlagen 4 en 5 bevatten een samenvatting van de binnengekomen reacties en het advies van de Wmo Cliëntenraad. Een deel van de inbreng is meegenomen in deze kadernota; een deel zal bij de verdere uitwerking in 2014 een plaats krijgen. 1.6 Opzet van de nota In hoofdstuk 2 zijn onze ambitie en uitgangspunten beschreven. In hoofdstuk 3 geven we een beschrijving van alle veranderingen binnen de AWBZ en de consequenties hiervan voor de gemeente. 4 In het bestuurlijk overleg van de Flevolandse wethouders betrokken bij de transities is in principe gekozen voor het voorlopig continueren van de centrumgemeente constructie tot De visie op hoofdlijnen is begin 2012 door de gemeenteraad vastgesteld. Zie verder paragraaf Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

15 In hoofdstuk 4 geven we een beeld van het nieuwe sociale stelsel voor de Wmo, uitgaande van onze ambitie en uitgangspunten. In hoofdstuk 5 is beschreven hoe de sturing en financiering vanuit de gemeente eruit gaan zien. In hoofdstuk 6 is een eerste schets gegeven van de invulling van de nieuwe sociale infrastructuur. Tenslotte is in hoofdstuk 7 aangegeven hoe het vervolgtraject eruit ziet. Aan het eind van de nota is een verklarende woordenlijst opgenomen. 8 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

16 2. Ambitie en uitgangspunten De maatschappij ontwikkelt zich van een verzorgingsstaat naar een participatiemaatschappij. We gaan van een samenleving waarin de overheid veel voor ons regelde naar een samenleving waar de inwoners steeds meer worden aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid en steeds meer zelf (moeten) gaan doen. Dit geldt voor allerlei terreinen maar vooral ook voor de zorg. De staatssecretaris heeft aangegeven de langdurige zorg geheel te willen hervormen, gericht op houdbaarheid en betaalbaarheid. Enerzijds zien we dat de budgetten voor de zorg worden ingeperkt, anderzijds zien we dat steeds meer taken verschuiven van landelijk naar gemeentelijk niveau. De gemeente staat voor de opgave ondersteuning voor haar inwoners te regelen met aanzienlijk minder middelen. Wij zullen daarom moeten werken aan een toekomstbestendig ondersteuningsstelsel. 2.1 Onze visie en ambitie Wij streven ernaar dat alle inwoners naar vermogen en vanuit eigen kracht meedoen aan de samenleving. Voor het overgrote deel van onze inwoners is dit vanzelfsprekend: zij kunnen in hun eigen onderhoud voorzien en nemen actief deel aan de maatschappij. Veel Lelystedelingen bieden ook ondersteuning aan anderen, bijvoorbeeld als (zorg)vrijwilliger, als goede buur of als mantelzorger. Voor een aantal inwoners gaat de participatie niet vanzelf. Dan kan ondersteuning tijdelijk of permanent nodig zijn. Wij streven ernaar deze ondersteuning zoveel mogelijk laagdrempelig te organiseren in de eigen leefomgeving van mensen, met behulp van sociale netwerken en (zorg)vrijwilligers in de wijken. Wij gaan ervan uit dat inwoners allereerst zelf verantwoordelijk zijn voor hun participatie. De gemeente heeft hierbij een stimulerende en activerende rol. Wij willen dat er passende ondersteuning wordt geboden aan inwoners die het (tijdelijk) niet op eigen kracht redden. Hierbij wordt uitgegaan van maatwerkoplossingen waarbij de mogelijkheden en de kracht van onze inwoners voorop staan, in plaats van het probleem voorop te stellen. We werken daarbij vraaggericht en niet aanbodbericht. De gemeente werkt als regiegemeente, waarbij de uitvoering zoveel mogelijk wordt neergelegd bij de partijen in het veld. Onze ambitie is dat mensen zelf en met hulp van anderen uit hun omgeving hun hulpvragen oplossen. Zij hoeven minder een beroep te doen op de overheid. Voor mensen die dit niet kunnen blijft er passende ondersteuning beschikbaar. 2.2 Uitgangspunten en principes In 2012 heeft de gemeenteraad de Visie op hoofdlijnen decentralisaties AWBZ en Jeugdzorg vastgesteld. Wij willen, aansluitend hierop, de herinrichting van de sociale infrastructuur baseren op de volgende uitgangspunten 6. a. Meer participatie en zelfredzaamheid We streven naar een samenleving waarin iedereen participeert. Dat is niet voor iedere inwoner eenvoudig en vanzelfsprekendheid. Hier ligt dan ook een belangrijke opgave voor de gemeente om in te zetten op het bevorderen van de participatie en verhogen van de zelfredzaamheid. b. Eigen kracht en verantwoordelijkheid van de burger en zijn sociale netwerk staan centraal Iedere inwoner van Lelystad heeft talenten en mogelijkheden. Dit geldt ook voor burgers die 6 De uitgangspunten komen niet 1 op 1 overeen met de uitgangspunten genoemd in de visie. Op een aantal onderdelen zijn de uitgangspunten meer uitgewerkt en geconcretiseerd, rekening houdend met dit specifieke Wmo/AWBZ dossier. 9 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

17 tijdelijk of permanent problemen ervaren op één of meer leefgebieden. Wij willen beleid dat gericht is op het ontdekken en stimuleren van talenten. In houding en gedrag moeten zorg en dienstverlening aansluiten op initiatieven en oplossingsmogelijkheden van bewoners zelf. Er wordt aldus gewerkt volgens het stepped care principe. Dit betekent dat eerst gekeken wordt wat iemand zelf kan, wat zijn of haar omgeving (familie, buren, vrienden e.d.) kan betekenen en wat er met vrijwilligers kan worden opgelost. Vervolgens wordt gekeken welke andere, meer welzijnsachtige oplossingen mogelijk zijn. Pas als dat allemaal niet mogelijk is wordt meer professionele ondersteuning ingezet. Persoon zelf Netwerk Vrijwilligers/ Collectieve arrangementen Professionele (individuele) zorg Er wordt hierbij gewerkt vanuit het wraparound care model, waarbij professionals vraaggestuurd vanuit één geïntegreerde aanpak werken in een cirkel rondom de zorgvrager. c. Steun is waar mogelijk preventief en eindig Hulpverleners zoeken actief de kracht op van het gewone leven dat zich afspeelt in gezinnen, scholen, bedrijven, jongerencentra, buurthuizen, sportclubs, kerk, moskee, amateurkunst, winkels, uitgaansleven en vrijwillige verbanden. Een kleine groep heeft daarbij tijdelijke of permanente ondersteuning nodig, waarbij soms de organisatie van het dagelijks leven of bijvoorbeeld de opvoeding van kinderen wordt overgenomen. Deze ondersteuning dient flexibele en indien mogelijk tijdelijk te zijn. d. Nadruk op participatie i.p.v. zorg Er wordt uitgegaan van wat iemand nog wel kan i.p.v. wat iemand niet (meer) kan. Er wordt daarbij ook goed gekeken naar wat iemand kan betekenen voor haar/zijn omgeving. e. Zwaartepunt verleggen van zwaardere ondersteuning naar lichtere vormen van ondersteuning Er wordt ingezet op een verschuiving van zwaardere (geïndiceerde) ondersteuning naar goedkopere, lichtere oplossingen. Er kan hierbij worden gedacht aan een verschuiving van zorg naar welzijn of een combinatie hiervan. Er zal daarbij gewerkt moeten worden aan een flexibel systeem waarbij, indien nodig, snel kan worden op- en afgeschaald. f. Zoveel mogelijk dichtbij organiseren De ondersteuning zal zoveel mogelijk dichtbij de mensen worden georganiseerd. Voor veel mensen, vooral voor kwetsbare mensen, is het belangrijk dat ondersteuning dichtbij en laagdrempelig aanwezig is. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om sociale activiteiten in de buurt maar ook om het doen van vrijwilligerswerk voor de directe omgeving. Het is hierbij van belang optimaal gebruik te maken van bestaande buurt- en wijkvoorzieningen. g. Meer met algemene voorzieningen regelen De inzet is om zoveel mogelijk te regelen met algemene, collectieve voorzieningen zodat er minder aparte individuele arrangementen nodig zijn. Een voorbeeld hiervan is een scootmobielpool waardoor het gebruik van individuele scootmobiels afneemt. 10 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

18 h. Meer inzetten van vrijwilligers en mantelzorgers De inzet van (zorg)vrijwilligers en mantelzorgers wordt verder gestimuleerd. Het versterken van de mantelzorgondersteuning en de ondersteuning van het vrijwilligerswerk is al een speerpunt binnen ons Wmo beleid. Gezien de ontwikkelingen zal het beroep op mantelzorgers en vrijwilligers groter worden. i. Meer ruimte geven aan burger en professional De gemeente wil zich ontwikkelen in de richting van regiegemeente en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering in principe neerleggen bij burgers en partijen in het veld. Professionals kunnen, als de regelgeving vanuit de gemeente wordt teruggebracht, hun kennis en deskundigheid efficiënter en vraaggericht inzetten. Daarbij zal de professional meer over moeten laten aan de burger. Meer aandacht voor maar niet direct overgaan tot zorgen voor... j. Eén gezin, één plan, één regisseur Er wordt niet alleen gekeken naar het individu maar naar het hele gezin. In het ondersteuningsplan wordt bijvoorbeeld ook de rol/ondersteuning van de mantelzorger meegenomen. Als er kinderen in het geding zijn, dan wordt ook nadrukkelijk gekeken welke inzet/ondersteuning voor hen nodig is. Dit vergt een goede afstemming tussen de verschillende dossiers. k. Goedkoper werken/kosten besparen Naast allerlei inhoudelijke koerswijzigingen, is het ook noodzakelijk om kritisch te kijken naar de kosten. Er zal bijvoorbeeld efficiënter gebruik gemaakt moeten worden van de bestaande sociale en fysieke infrastructuur. Dit geldt zowel voor gebouwen, verschillende vervoersvormen als voor inzet van personeel. Op weg naar een nieuw Wmo stelsel Het toekomstige Wmo stelsel is erop gericht dat mensen zoveel mogelijk zelfstandig kunnen blijven participeren en functioneren. Het nieuwe stelsel wordt gebaseerd op het stepped care principe waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de burger en zijn netwerk centraal staat. Het zwaartepunt wordt daarbij verschoven van zwaardere ondersteuning naar lichtere vormen van ondersteuning. Er wordt hierbij gewerkt op basis van wraparound care waarbij professionals vraaggestuurd vanuit één geïntegreerde aanpak, in een cirkel rondom de zorgvrager werken. Het nieuwe stelsel wordt gebaseerd op de uitgangspunten: dichtbij en integraal. Dichtbij: vraaggericht en gebiedsgericht Wij willen ondersteuning die aansluit bij de vraag van de inwoners en we willen deze ondersteuning zoveel mogelijk dichtbij in de wijk organiseren. Dus vraaggericht en gebiedsgericht. Vooral voor kwetsbare mensen is het belangrijk dat ondersteuning dichtbij en laagdrempelig aanwezig is. Integraal: één gezin, één plan, één regisseur Er wordt gewerkt op basis van het principe: één gezin, één plan, één regisseur. In de volgende paragraaf wordt geschetst hoe we de sociale infrastructuur, uitgaande van de hiervoor genoemde ambitie en uitgangspunten, vorm willen geven. 11 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

19 Ambitie en uitgangspunten Wij streven ernaar dat alle inwoners naar vermogen en vanuit eigen kracht meedoen aan de samenleving. Onze ambitie is dat mensen zelf eventueel met hulp van anderen uit hun omgeving hun ondersteuningsvraag oplossen. Voor mensen die dit niet kunnen blijft er passende ondersteuning beschikbaar. Het nieuwe Wmo stelsel wordt gebaseerd op het stepped care principe. Dit betekent dat eerst gekeken wordt wat iemand zelf kan, wat zijn of haar omgeving (familie, buren, vrienden e.d.) kan betekenen en wat er met vrijwilligers kan worden opgelost. Vervolgens wordt gekeken welke andere, meer welzijnsachtige oplossingen mogelijk zijn. Pas als dat allemaal niet mogelijk is wordt meer professionele ondersteuning ingezet. Wij willen dat de ondersteuning dicht bij de in inwoners wordt georganiseerd, dus vraaggericht en gebiedsgericht. Verder willen we dat er sprake is van een integrale aanpak: één gezin, één plan en één regisseur. 12 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

20 3. Veranderingen binnen de Wmo/AWBZ 3.1 Hervorming langdurige zorg Staatssecretaris van Rijn heeft op 25 april 2013 de Tweede Kamer geïnformeerd over de hervorming van de langdurige zorg. De hervormingen zijn, aldus de staatssecretaris, gericht op: - Betere kwaliteit van ondersteuning en zorg. Mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen en niet eenzaam zijn. De zorg moet op basis hiervan worden heringericht. - Houdbaarheid en betaalbaarheid. Hervormingen zijn noodzakelijk omdat bij de huidige uitgavengroei het stelsel financieel onhoudbaar is. Door de hervormingen wordt de groei afgevlakt en blijft de langdurige zorg beter houdbaar/betaalbaar voor toekomstige generaties. - Meer voor elkaar zorgen. De hervorming van de langdurige zorg kan niet los worden gezien van de wijze waarop mensen in Nederland samen leven. Niet terug naar de tijd dat participatie afhankelijk was van liefdadigheid, maar ook niet naar een samenleving, waarin het tegengaan van eenzaamheid afhankelijk is van betaalde en verzekerde zorg. De AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) wordt weer teruggebracht tot de kern. Er blijft een kern-awbz bestaan voor de meest kwetsbare mensen voor wie deelname aan de samenleving niet (meer) mogelijk is; zij blijven een recht houden op passende zorg in een instelling. De AWBZ wordt geheel ingetrokken en vervangen door de Wet Langdurige zorg (WLZ). Het voorgaande betekent dat allerlei andere vormen van zorg niet meer vergoed worden uit de AWBZ/WLZ. Een aantal taken vervalt, een aantal taken wordt overgeheveld richting gemeenten en een aantal taken gaat naar de zorgverzekeraar. In onderstaand schema is weergegeven hoe de AWBZ taken vanaf 2015 worden verdeeld. Rijksoverheid Langdurige zorg De rijksoverheid blijft verantwoordelijk voor de langdurige zorg, de zwaardere zorg voor ouderen en gehandicapten die in een instelling moeten verblijven. Deze zorg wordt geregeld in de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Zorgverzekeraaars Medische zorg De zorgverzekeraar wordt verantwoordelijk voor de medische ondersteuning/zorg. Dit wordt geregeld in de Zorgverzekeringswet (Zvw). Gemeenten Ondersteuning (niet medisch) Gemeenten worden verantwoordelijk voor de (niet medische) ondersteuning van inwoners. Dit wordt voor volwassenen geregeld in de Wmo en de ondersteuning voor 18- gaat dit onder de Wet Jeugdhulp vallen. Inmiddels is, na een uitgebreide landelijke discussie, duidelijk dat verpleging en verzorging onderdeel worden van het verzekerd pakket op grond van de Zorgverzekeringswet. 13 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

21 3.2 Nieuwe taken voor de gemeente a. Begeleiding en kortdurend verblijf Op 1 januari 2015 gaan de inwoners met extramurale AWBZ indicaties voor individuele begeleiding, groepsbegeleiding (dagbesteding) en kortdurend verblijf onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid vallen. Het kan hierbij gaan om inwoners met een lichamelijke beperking, inwoners met psychogeriatrische problematiek (dementie), mensen met een verstandelijke beperking en/of mensen met een psychiatrische stoornis. De ondersteuning van inwoners tot 18 jaar komt onder de Jeugdwet te vallen en is verder in de Kadernota Jeugdzorg uitgewerkt. De ondersteuning van inwoners van 18 jaar en ouder gaat onder de Wmo vallen. Dit is in deze nota verder uitgewerkt. Tabel 1: aantal volwassen inwoners van Lelystad dat in 2011/2012 gebruik maakte van extramurale begeleiding en kortdurend verblijf 7 Aantal inwoners met PGB Aantal inwoners met zorg in natura Totaal aantal gebruikers Totaal uitgaven 2012 Begeleiding individueel ,7 miljoen Begeleiding groep/ ,8 miljoen dagbesteding Kortdurend verblijf ,2 miljoen Totaal ,7 miljoen Bron: rapportage Vektis, PGB cijfers 2011, ZIN cijfers 2012 Er werd vanuit de AWBZ in Lelystad op jaarbasis ca. 9,7 miljoen euro uitgegeven aan deze indicaties 8. Er is vanaf voor de ondersteuning van deze groep (uitgaande van dit bedrag en een korting van 25%) een bedrag van 7,3 miljoen euro beschikbaar. De mensen met intramurale indicaties (verblijfsindicaties) blijven onder de AWBZ/WLZ vallen. Voor nieuwe aanvragen geldt evenwel dat zij niet meer worden toegelaten tot de AWBZ/WLZ tenzij zij zo n zware zorgvraag hebben dat zij in een instelling opgenomen moeten worden. Qua omvang gaat het in Lelystad om een groep van ruim 500 personen waaraan in miljoen euro 9 werd uitgegeven. Deze mensen blijven onder de AWBZ/WLZ vallen maar zouden onder het nieuwe regime niet meer toegelaten worden tot de AWBZ/WLZ en onder de Wmo/Zvw (blijven) vallen. De verwachting is dat er als gevolg van deze extramuralisering jaarlijks ruim 100 extra inwoners een beroep zullen doen op de Wmo. De rijksuitkering zal gedurende een aantal jaren worden verhoogd ter compensatie van dit extra gebruik. Het is nu nog onduidelijk hoeveel en in welk tempo deze compensatie beschikbaar komt. b. Begeleiding bij dagelijkse levensverrichtingen Een resultaat van de onderhandelingen in december 2013 tussen VNG en kabinet is dat er voor begeleiding bij dagelijkse levensverrichtingen aan het Wmo budget een bedrag wordt toegevoegd van 5 % van het totale budget persoonlijke verzorging (geschat op 125 miljoen). Het is nu nog niet duidelijk wat er precies onder deze begeleiding wordt verstaan. 7 Er zijn verschillende gegevenssets beschikbaar. De cijfers kunnen onderling behoorlijk verschillen. We hebben hier gebruik gemaakt van de Vektis cijfers omdat we denken dat deze op dit moment het meest betrouwbare beeld geven. 8 Tot voor kort werd ervan uitgegaan dat ook de persoonlijke verzorging overgeheveld zou worden naar de gemeente (in Lelystad werd hieraan in 2011/ ,4 miljoen euro uitgegeven). 9 Dit is nog inclusief verzorging. Er is nog niet berekend welk deel hiervan wordt gedecentraliseerd naar de gemeente. 14 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

22 c. Financiële middelen voor zorgvuldige overgang en vernieuwing maatschappelijke ondersteuning. Een resultaat van de onderhandelingen in december 2013 tussen VNG en kabinet is dat gemeenten 200 miljoen extra krijgen voor het mogelijk maken van een zorgvuldige overgang van cliënten en een zorgvuldige transitie door aanbieders naar de Wmo Vanaf 2016 wordt structureel 200 miljoen euro extra aan het budget voor de Wmo 2015 toegevoegd zodat gemeenten vernieuwende ondersteuningsarrangementen kunnen ontwikkelen. d. Huishoudelijke hulp De gemeente is vanaf 2007 verantwoordelijk voor huishoudelijke hulp. Dit is geen nieuwe taak maar zal anders ingevuld moeten worden omdat er vanaf % wordt gekort op de rijksuitkering.. Voor Lelystad gaat het om een korting van ca. 2 miljoen euro. e. Langdurige GGZ/beschermd wonen De doelstelling is om het leven voor mensen in een beschermde woonvorm daar waar mogelijk te normaliseren en het perspectief op integratie in de samenleving te bevorderen. Beschermd wonen wordt daarom vanaf 1 januari 2015 onder de nieuwe Wmo gebracht. Dit wordt dan vooralsnog een verantwoordelijkheid van centrumgemeente Almere. Als er behandeling nodig is, dan wordt dit vergoed vanuit de Zorgverzekering. Het is nog niet bekend welk budget hiermee gemoeid is. f. Sociale wijkteams De gemeenten krijgen vanaf van de rijksoverheid 50 miljoen euro om sociale wijkteams op te zetten of een extra impuls te geven. g. Cliëntondersteuning De gemeenten worden verantwoordelijk voor cliëntondersteuning. De middelen die nu vanuit de AWBZ ter financiering van de ondersteuningsorganisatie MEE worden ingezet, worden vanaf overgeheveld naar de gemeenten. Op het totale landelijke budget van 179 miljoen euro wordt een korting van 25 miljoen euro toegepast. h. Maatwerkvoorziening voor mensen met een beperking De volgende financiële regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten verdwijnen: - Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg); - Compensatieregeling Eigen Risico. De budgetten die hiermee gemoeid zijn worden na een korting van ca. 50% overgeheveld naar de gemeenten die verantwoordelijk worden voor de invulling van een maatwerkvoorziening voor chronisch zieken en gehandicapten. De gemeenten mogen zelf bepalen hoe hier invulling aan te geven. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden voor het bieden van diensten via de Wmo aan mensen met een laag inkomen of voor het geven van inkomenssteun via de bijzondere bijstand. Er wordt in miljoen overgeheveld naar gemeenten, oplopend tot 270 miljoen in i. Mantelzorgcompliment Mantelzorgers die langdurig en intensief zorgen voor een familielid, partner, vriend of kennis kunnen in aanmerking komen voor een mantelzorgcompliment (in 2012 een bedrag van 200, =). De Sociale Verzekeringsbank betaalt dit bedrag uit. Vanaf vervalt deze regeling. Het daarmee gemoeide budget wordt overgeheveld naar de gemeenten die hier dan zelf invulling aan moeten geven. Wijkverpleegkundige Tenslotte kan worden vermeld dat de rijksoverheid vanaf miljoen extra beschikbaar voor het inzetten van extra wijkverpleegkundigen. Dit budget gaat echter niet naar de gemeente maar wordt beschikbaar gesteld aan de zorgverzekeraar. 15 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

23 Een resultaat van de onderhandelingen in december 2013 tussen VNG en kabinet is dat de wijkverpleegkundige deel gaat uitmaken van de sociale wijkteams en dat de werkzaamheden van de wijkverpleegkundige zich niet beperken tot de zorgverlening. Ook coördineren, signaleren, coachen en individuele, geïndiceerde en zorggerelateerde preventie gaan onder het takenpakket van de wijkverpleegkundige vallen. De volgende tabel geeft een overzicht van de nieuwe/gewijzigde Wmo taken en de budgetten die hiermee zijn gemoeid. Het gaat hier nu nog om heel globale inschattingen. De tabel zal worden geactualiseerd zodra er hierover meer concrete informatie beschikbaar is. Tabel 2: Overzicht nieuwe/gewijzigde Wmo taken en voorlopige globale inschatting van budgetten Onderwerp Verandering Over te hevelen budget Landelijk Lelystad 10 Begeleiding Vanaf AWBZ budget met 25% korting naar gemeente. 7,3 miljoen + jaarlijks toename budget i.v.m. extramuralisering Begeleiding bij dagelijkse levensverrichtingen Vanaf % budget persoonlijke verzorging naar gemeenten voor begeleiding dagelijkse levensverrichtingen 125 miljoen 0,5 miljoen Overgang en vernieuwing Vanaf extra rijksbudget naar gemeenten 200 miljoen 0,7 miljoen Beschermd wonen Taak gaat vooralsnog naar centrumgemeente. Nog niet bekend - Huishoudelijke hulp Vanaf % korting op rijksuitkering Wmo. 2 miljoen minder Sociale wijkteams Vanaf extra rijksbudget naar gemeente 50 miljoen Cliëntondersteuning Vanaf AWBZ budget met korting 15% naar gemeente 155 miljoen Maatwerkvoorziening voor mensen met beperking Vanaf : rijksbudget met 50% korting naar gemeente. 45 miljoen in 2014 oplopend tot 270 miljoen in (2014) Mantelzorgcompliment Vanaf AWBZ budget naar gemeente. 106 miljoen Het aandeel van Lelystad binnen de rijksuitkering Wmo is nu 0,36%. Dit percentage is ook gebruikt voor om globaal in te schatten welk budget Lelystad straks wellicht krijgt. Het gaat om een heel grove berekening. Het daadwerkelijke budget kan hier aldus van afwijken. 16 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

24 In de volgende hoofdstukken is verder uitgewerkt hoe we invulling willen geven aan deze nieuwe taken. 3.3 Nieuwe wetgeving: Wmo 2015 Er wordt gewerkt aan een ingrijpende wijziging voor de Wmo. Het wetsvoorstel voor de gewijzigde Wmo (Wmo 2015) is medio 2013 aangeboden aan de Raad van State. Nadat het ministerie van VWS het advies van de Raad van State heeft ontvangen zal het wetvoorstel aan de Tweede Kamer worden aangeboden. De verwachting is dat de Tweede Kamer begin 2014 hierover zal debatteren. Daarna volgt parlementaire behandeling in de Eerste Kamer. Het streven is het wetsvoorstel uiterlijk juli 2014 in de Staatscourant te publiceren. In de huidige Wmo worden 9 prestatievelden onderscheiden. In de concept Wmo 2015 komen deze niet terug maar wordt maatschappelijke ondersteuning als volgt omschreven: 1. Bevorderen van sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld. 2. Het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving. 3. Bieden van beschermd wonen en opvang. In de concept wet Wmo 2015 wordt onderscheid gemaakt tussen algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen: - Een algemene voorziening is een aanbod van diensten en activiteiten dat zonder uitgebreid voorafgaand onderzoek naar de behoeften en persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers toegankelijk is en dat is gericht op het versterken van de zelfredzaamheid en participatie of opvang. - Een maatwerkvoorziening is een op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen. De concept wet Wmo 2015 gaat ervan uit dat de burger in de eerste plaats zelf verantwoordelijk is om mee te doen aan de samenleving. Kan iemand niet zelf participeren dan kan de gemeente hem ondersteunen met algemene voorzieningen en als sluitstuk een maatwerkvoorziening. De gemeente bepaalt het pakket van algemene en maatwerkvoorzieningen. De gemeente krijgt de wettelijke opdracht zorg te dragen voor maatschappelijke ondersteuning en te bevorderen dat mensen zolang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. In de concept wet Wmo 2015 is het overgangsrecht voor mensen met lopende AWBZ-indicaties vastgelegd. Hiervoor geldt een overgangsperiode van één jaar, tenzij de aanspraak op grond van het geldende indicatiebesluit eerder eindigt. De gemeente kan in dat jaar een nieuw ondersteuningsarrangement aanbieden. Als de gemeente dat zorgvuldig doet en betrokkene zich daarin kan vinden, dan kan het arrangement de indicatie vervangen (als betrokkene niet akkoord gaat, dan blijft de AWBZ beschikking in 2015 van toepassing). Voor mensen met Wmo beschikkingen (huishoudelijke hulp e.d.) is in de concept wet geen overgangsregeling opgenomen. Kanttekening hierbij is dat het gaat om een voorlopige wettekst. Er kunnen en zullen gedurende het traject nog allerlei wijzigingen in de wettekst worden aangebracht. 17 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

25 Veranderingen binnen de Wmo/AWBZ De AWBZ wordt teruggebracht tot de kern en zal alleen nog beschikbaar zijn voor mensen die in een instelling moeten verblijven. De AWBZ wordt vervangen door de Wet Langdurige Zorg (WLZ). De gemeente wordt verantwoordelijk voor de volgende nieuwe taken: - ondersteunen van inwoners (die vanaf geen gebruik meer kunnen maken van individuele begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf vanuit de AWBZ); - invulling geven aan beschermd wonen (via centrumgemeente); - organiseren van huishoudelijke hulp met 40% minder rijksmiddelen; - invulling geven aan een maatwerkvoorziening voor mensen met een beperking; - organiseren van cliëntondersteuning; - invulling geven aan waardering van mantelzorgers. In de volgende hoofdstukken is verder uitgewerkt hoe hier invulling aan wordt gegeven. 18 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

26 4. Een nieuw stelsel voor de Wmo 4.1 Een schets van de nieuwe infrastructuur De gemeente staat dicht bij burgers en is in staat passende oplossingen op lokaal niveau te bieden. We willen daarbij meer bouwen op de kracht van de samenleving en daarin investeren. De nadruk moet daarbij komen te liggen op preventie en ontzorgen. In de AWBZ is een zorgaanbod gegroeid vanuit de beperking en vanuit medisch perspectief. Het is nu aan de gemeente om ondersteuning te regelen die effectief is, minder versnipperd, minder bureaucratisch en minder vanuit de medische hoek. Maar de gemeente zal ook slimmer met de middelen om moeten gaan. Dit is zeker noodzakelijk gezien alle bezuinigingen die van rijkszijde worden doorgevoerd. We willen de beweging in gang zetten van aanbod- en systeemgericht naar vraag- en mensgericht, van curatief naar preventief, van zware ondersteuning naar lichtere vormen van ondersteuning, van formeel naar informeel, van exclusief naar inclusief, van duur en bureaucratisch naar efficiënt en effectief en van sectoraal naar integraal. Wij willen ondersteuning die compenseert en ontmedicaliseert. Ondersteuning die mensen met een beperking zodanig compenseert dat zij zoveel mogelijk zelfstandig kunnen participeren in de maatschappij. De Lelystadse sociale infrastructuur zal hiertoe heringericht en aangepast moeten worden. Hiervoor is nodig dat we (blijven) investeren in adequate basisvoorzieningen en netwerken die ertoe bijdragen dat mensen kunnen participeren. Met een goede basis kan het beroep op zwaardere ondersteuning worden beperkt, uitgesteld of voorkomen. Ook is daarbij een goede afstemming met de zorgverzekeraar noodzakelijk, met name nu besloten is een groot deel van de ondersteuning (verzorging en verpleging, extra inzet wijkverpleegkundigen) daar onder te brengen. Voor veel cliënten geldt dat zij behoefte hebben aan meerdere vormen van ondersteuning zoals persoonlijke verzorging, dagbesteding en hulp bij het huishouden. Vaak is er ook sprake van problemen met sociale contacten en eenzaamheid en heeft men moeite om maatschappelijk mee te kunnen doen. Voor al deze mensen geldt dat een steeds belangrijkere rol is weggelegd voor de directe sociale omgeving: huisgenoten, familie, buren en vrienden. Er is hierbij een goede balans nodig tussen enerzijds de inzet van mantelzorgers en anderzijds adequate ondersteuning om hen op cruciale momenten en onderdelen te ontlasten. Dit is nodig om overbelasting van mantelzorgers te voorkomen. Door te kiezen voor ondersteuning dichtbij, aansluitend bij de leefwereld van deze burgers, door maatwerk te bieden en door integraal te kijken en te handelen kunnen wij er voor zorgen dat de kwaliteit van de ondersteuning op peil blijft. Wij willen de ondersteuning, waarbij de eigen kracht centraal staat, efficiënt regelen. Er moet daarbij een gedegen vangnet blijven voor de mensen die het (tijdelijk) niet op eigen kracht redden. Dit is een vangnet maar ook een springplank. De inzet is erop gericht om mensen weer meer zelfredzaam te maken. 19 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

27 In schema ziet de sociale infrastructuur er als volgt uit: specifieke ondersteuning ondersteuning thuis de basis ontmoetingsacitivteiten en dagactiviteiten in de buurt, clientondersteuning, openbaar vervoer, open inloop, mantelzorgondersteuning etc. bewoners zelf, mantelzorgers, vrijwilligers De infrastructuur gaat uit van de volgende drie niveaus: De basis De basis wordt primair gevormd door de bewoners zelf, de mantelzorgers en vrijwilligers. Daarnaast worden allerlei algemene voorzieningen gerekend tot de basis, zoals welzijnswerk in de buurt, een inloop, cliëntondersteuning, ontmoetingsactiviteiten, dagactiviteiten in de wijk, openbaar vervoer, de huisarts, algemeen maatschappelijk werk, een klussendienst, etc. Wij willen de basis versterken zodat burgers zich zoveel mogelijk zelf kunnen redden en er minder (zware) ondersteuning nodig is. Ondersteuning thuis Het gaat hierbij om aanvullende ondersteuning voor inwoners voor wie, naast de inzet vanuit de basis, extra ondersteuning thuis nodig is om zelfstandig te kunnen blijven functioneren. Het kan hierbij voor bijvoorbeeld gaan om individuele begeleiding of huishoudelijke hulp. Wij willen deze ondersteuning thuis in afstemming met de zorgverzekeraar meer integraal en dichtbij de burger organiseren. Wij denken daarbij aan een gebiedsgerichte invulling op basis van populatiebekostiging, d.w.z. dat er een budget beschikbaar is voor het bedienen van een doelgroep in een bepaald gebied. Eén partij heeft dan in samenwerking met andere partijen de vrijheid en de verantwoordelijkheid de ondersteuning thuis integraal te organiseren i.p.v. als een optelsom van allerlei losse producten. Het is de bedoeling de regelgeving te beperken zodat de professional snel en flexibel in kan spelen op wisselende en veranderende ondersteuningsvraag. Ook willen we de partijen prikkelen te komen tot andere oplossingen, zoals het meer inschakelen van het eigen netwerk en meer gebruik van algemene wijkvoorzieningen; er wordt immers niet meer (uitsluitend) betaald op basis van het aantal geleverde uren maar vooral op basis van het bereikte resultaat. Verder is er, als er met minder partijen wordt gewerkt, efficiency winst te halen doordat het klantenbestand meer geconcentreerd is. Tenslotte zal afstemming met andere partijen eenvoudiger zijn als het aantal partijen beperkt blijft. 20 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

28 Wij denken aan een variant waarbij één partij (eventueel in samenwerking met andere partijen) hoofdverantwoordelijk wordt de ondersteuning thuis van mensen met een verstandelijke beperking en/of GGZ problematiek in een stadsdeel en één partij (eventueel samen met een of meer andere partijen) verantwoordelijk wordt voor de ondersteuning thuis van ouderen en/of mensen met een lichamelijke beperking in dat stadsdeel. Onze intentie is primair om met bestaande partijen het aanbestedingstraject in te gaan en te komen tot meerjarige afspraken. Inmiddels is duidelijk dat de persoonlijke verzorging niet bij de gemeente maar bij de zorgverzekeraar wordt ondergebracht. Dit heeft met name consequenties voor de ondersteuning thuis van ouderen en mensen met een lichamelijke beperking. Deze groep blijkt vaak gebruik te maken van meerdere voorzieningen. Van de inwoners in Lelystad die persoonlijke verzorging krijgen heeft bijvoorbeeld 70% ook huishoudelijke hulp 11. Het is daarom noodzakelijk dat er samenwerkingsafspraken worden gemaakt met de zorgverzekeraar(s) met als doel een zoveel mogelijk integrale ondersteuning. Specifieke ondersteuning Het gaat hier om specifieke voorzieningen, zoals dagbesteding (voor zover niet in de basis geregeld), kortdurend verblijf, beschermd wonen en individuele Wmo voorzieningen zoals woningaanpassingen, rolstoelen, scootmobiels en aangepast vervoer (regiotaxi). Een aantal van deze voorzieningen zoals de woningaanpassingen en vervoersvoorzieningen behoren al tot het gemeentelijke domein. Een belangrijk nieuw onderdeel is de dagbesteding en beschermd wonen. Voor wat betreft de dagbesteding zal de afstemming worden gezocht met beschut werken dat vanuit de sociale werkvoorziening wordt aangeboden. Hierbij een voorbeeld van de nieuwe aanpak waarbij er een verschuiving plaatsvindt van zwaardere vormen van ondersteuning naar meer inzet van vrijwilligers en algemene voorzieningen in de basis. Voorbeeld van ondersteuning inwoner met een licht verstandelijke beperking Oud : 4-6 uur individuele begeleiding per week 6 dagdelen dagbesteding per week Nieuw (wensbeeld): 1,5 uur begeleiding/coaching week door een professional mogelijkheid digitaal contact 24 uur per dag 2 keer per week naar wijkvoorziening (bijv. gezamenlijk eten) 2 dagen per week vrijwilligerswerk in de buurt begeleiding door een buddy vrijwilliger Tenslotte kunnen bij de specifieke ondersteuning ook nog de maatschappelijke opvang en het Adviesen meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling worden genoemd. Huiselijk geweld en kindermishandeling worden wettelijk verankerd in de nieuwe wet Wmo Er komt daarmee één wettelijk kader voor alle meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling. In 2014 zal nader worden uitgewerkt hoe hier invulling aan wordt gegeven. In hoofdstuk 6 is verder beschreven hoe de sociale infrastructuur (de drie niveaus) in Lelystad kan worden ingevuld. 11 Resultaat landelijk onderzoek dat begin 2013 is uitgevoerd naar overlap gebruik diverse regelingen. Lelystad heeft aan dit onderzoek meegedaan. 21 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

29 Nieuwe sociale infrastructuur De nieuwe infrastructuur gaat uit van drie lagen: de basis, de ondersteuning thuis en de specifieke voorzieningen. Wij willen de basis versterken zodat burgers zich zoveel mogelijk zelf kunnen redden en er minder (zware) ondersteuning nodig is. We willen de ondersteuning thuis zoveel mogelijk dichtbij en integraal organiseren uitgaande van een gebiedsgerichte benadering waarbij een optie is dat één partij (eventueel in samenwerking met andere partijen) hoofdverantwoordelijk wordt voor de ondersteuning van een bepaalde groep in een gebied. Wij willen de inzet van specifieke voorzieningen terugdringen o.a. door meer in de basis te organiseren. 4.2 Toegang Met toegang bedoelen we het proces vanaf het moment waarop de burger zich meldt (of wordt gemeld) met een ondersteuningsvraag, tot het bieden van passende ondersteuning. Het is belangrijk deze toegang goed en laagdrempelig te regelen zodat inwoners de ondersteuning krijgen die nodig is. Door te werken vanuit het stepped care principe wordt voorkomen dat er te veel en te zware ondersteuning wordt ingezet. Wij willen de toegang dicht bij de burgers en laagdrempelig in de wijk organiseren. Op deze schaal kan het best bepaald worden welke basisinzet in de directe omgeving mogelijk is en of er aanvullende ondersteuning (thuis) nodig is. Wij willen hier sociale wijkteams voor in gaan zetten, die zijn toegerust op deze nieuwe taak. Elke inwoner, die een vraag heeft of behoefte aan ondersteuning, kan zich dan melden bij het sociaal wijkteam. Ook andere partijen zoals huisartsen of de wijkagent kunnen bewoners hier aanmelden. Het sociaal wijkteam zal vervolgens, in overleg met betrokkene, de vraag in beeld brengen en bepalen welke oplossingen mogelijk zijn. Als er sprake is van een eenvoudige vraag, dan kan volstaan worden met bijvoorbeeld een verwijzing naar een organisatie of activiteit. Bij een wat meer ingewikkelde ondersteuningsvraag zal het sociaal wijkteam, in overleg met de bewoner (en zijn mantelzorger/directe omgeving), een ondersteuningsplan 12 opstellen. Dit ondersteuningsplan gaat in eerste instantie uit van inzet vanuit het eigen netwerk en vanuit de basis. Als aanvullende ondersteuning thuis nodig is, dan wordt dit opgenomen in het ondersteuningsplan. Ook kan het sociaal wijkteam verwijzen naar (de indicatiestelling voor) specifieke voorzieningen. In het ondersteuningsplan zal verder worden vermeld wie het vaste aanspreekpunt (de regisseur) voor betrokkene is. Er is aldus sprake van een integraal plan waarin de totale ondersteuning voor een huishouden in beeld is gebracht en is bepaald wie voor dat huishouden het vaste aanspreekpunt is. Er zijn in 2012 vier sociale wijkteams gevormd waarin welzijn en zorg zijn vertegenwoordigd. Deze teams bestaan uit medewerkers van Welzijn Lelystad, MDF, Icare en Kwintes. Welzijn Lelystad is eerste aanspreekpunt en verantwoordelijk voor de coördinatie binnen en tussen de teams. Deze wijkteams zullen worden heringericht en toegerust zodat zij deze nieuwe taak op kunnen pakken. Er zal kritisch gekeken worden naar de samenstelling maar ook naar de kwaliteit en omvang van de formatie die hiervoor nodig is. Het sociaal wijkteam moet bijvoorbeeld over voldoende deskundigheid beschikken wat betreft de problematiek van de nieuwe aandachtsgroepen, zoals mensen met GGZ problematiek of een verstandelijke beperking. Ook is er deskundigheid vereist om een goed ondersteuningsplan te maken. De sociale wijkteams hebben/krijgen hun basis in de buurten wijkvoorzieningen (Mfa of Mfa light). De fysieke toegang kan komen te liggen bij de Wijkinfopunten. 12 Binnen de jeugdhulp spreekt men van een gezinsplan. In beide gevallen gaat het om een plan waarin de ondersteuning van een persoon/gezin is beschreven. 22 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

30 Voor een integrale aanpak is een goede aansluiting bij en afstemming met het Jeugd- en gezinsteam 13 essentieel (zie verdere uitwerking hierna). De toegang is hiermee als volgt geregeld: Toegang tot de basis is vrij. Het basis aanbod is in principe voor alle Lelystedelingen rechtstreeks toegankelijk. Toegang tot ondersteuning thuis: via sociaal wijkteam. Iedereen met een ondersteuningsvraag kan zich melden bij het sociaal wijkteam. Het sociaal wijkteam bepaalt in overleg met de cliënt welke ondersteuning vanuit de basis wordt ingezet en of aanvullende professionele ondersteuning thuis nodig is. Dit wordt vastgelegd in een ondersteuningsplan. Op grond hiervan heeft men toegang tot de ondersteuning thuis. Er wordt nog uitgezocht in hoeverre deze ondersteuning thuis, op grond van de nieuwe wetgeving, aangemerkt mag worden als een algemene voorziening. In dat geval is geen indicatiestelling nodig. Als dit aangemerkt wordt als een maatwerkvoorziening, dan zal hiervoor een indicatie afgegeven moeten worden. Het ondersteuningsplan (of een deel hiervan) zal dan het karakter van een beschikking krijgen. Toegang tot specifieke ondersteuning: via sociaal wijkteam doorverwijzing naar indicatiestelling. Ook de vraag/behoefte naar specifieke ondersteuning wordt opgenomen in het ondersteuningsplan en doorgezet naar de indicerende/biedende partij. Om voor deze voorzieningen (woningaanpassingen, rolstoelen, scootmobielen, regiotaxi, specifieke dagbesteding, beschermd wonen e.d.) in aanmerking te komen, moet men beschikken over een indicatie. Er wordt onderzocht of het mogelijk is de indicatiestelling onderdeel te laten zijn van het sociaal wijkteam. Voor voorzieningen als maatschappelijke opvang is geen indicatiestelling vereist. Wij gaan werken vanuit het principe één gezin, één plan, één regisseur. De centrale toegang voor ondersteuningsvragen ligt bij het sociale wijkteam. Als er een kind bij betrokken is, dan vindt altijd afstemming plaats met het Jeugd- en Gezinsteam. Als het zwaartepunt van de ondersteuning ligt bij het kind, dan zorgt het Jeugd- en gezinsteam voor het ondersteuningsplan en de regisseur. Als het zwaartepunt bij de ouder/volwassene ligt, dan zorgt het sociaal wijkteam voor het ondersteuningsplan en de regisseur. Uiteraard zal er daarbij goed onderling afgestemd moeten worden. Het ondersteuningsplan kan dus zowel inzet vanuit de jeugdhulp als vanuit de Wmo bevatten. Ook zal er goed afgestemd moeten worden met het CIZ (voor de afstemming met de AWBZ/WLZ) en met de zorgverzekeraar, met als doel een zoveel mogelijk integrale ondersteuning. In schema ziet dit er als volgt uit: 13 Dit is verder uitgewerkt in de Kadernota Jeugdhulp. 23 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

31 Aan de relatie tussen het sociale wijkteam en Jeugd- en Gezinsteam zal specifiek aandacht worden besteed bij de uitwerking zodat sprake is van een afgestemde werkwijze. Daarbij wordt ook gekeken naar een eenduidige werkhouding en registratie binnen beide teams, evenals breed voor het sociale domein, om te zorgen dat werkelijk integraal naar de ondersteuningsvraag van een inwoner wordt gekeken. Als voorbeeld daarvan valt te denken aan het gebruik van een instrument zoals de zelfredzaamheidmatrix die de verschillende domeinen benoemt en snel inzicht geeft in de benodigde acties (zie verder paragraag 4.7). Toegang tot ondersteuning Wij willen de toegang dichtbij op buurt- en wijkniveau organiseren. Wij willen de toegang laten verlopen via sociale wijkteams. Deze huidige sociale wijkteams zullen hiertoe worden heringericht en toegerust zodat zij deze nieuwe taak op kunnen pakken. Het sociaal wijkteam zal voor inwoners voor wie ondersteuning nodig is, een ondersteuningsplan opstellen. In dit plan wordt aangeven wat de eigen inzet is, wat er vanuit de basis wordt ingezet en welke aanvullende professionele ondersteuning (ondersteuning thuis en/of specifieke ondersteuning) nodig is. Daarbij wordt zodanig samengewerkt met andere partijen, zoals de Jeugd- en Gezinsteams, dat er sprake is van een integrale aanpak en de klant te maken heeft met één plan en één regisseur. 4.3 Positie burgers en cliënten Ondersteuning individuele burgers Zoals hiervoor gemeld, willen we gaan werken met ondersteuningsplannen waarin is aangegeven hoe de ondersteuning gedurende een bepaalde periode wordt ingevuld. Het plan wordt in overleg met de cliënt (en zijn/haar mantelzorger) opgesteld. Dit plan moet flexibel zijn waarbij op- en afschaling makkelijk mogelijk is. Het ondersteuningsplan vloeit voor uit een uitgebreid gesprek (keukentafelgesprek) waarin de vraag en het netwerk rondom de hulpvrager goed in beeld is gebracht. De ondersteuning wordt afgestemd op de mogelijkheden van de individuele burger en kan van persoon tot persoon verschillen. De burger kan op basis hiervan rekenen op een samenhangende en integrale ondersteuning en op een vast aanspreekpunt (regisseur). De rechten van individuele burgers Het recht op zorg in de traditionele betekenis, zoals men dit binnen de AWBZ kende, vervalt. Inwoners voor wie ondersteuning nodig is, krijgen een integraal ondersteuningsplan en een vast aanspreekpunt (regisseur). De ondersteuning kan van persoon tot persoon verschillen, afhankelijk van de participatiemogelijkheden van de betreffende persoon. Er zal steeds meer worden geregeld met algemene voorzieningen waarvoor geen indicaties/beschikkingen worden afgegeven. Er worden alleen nog voor een beperkt aantal voorzieningen indicaties afgeven waartegen men beroep/bezwaar kan aantekenen. Wij vinden het belangrijk dat inwoners, die van mening zijn dat de ondersteuning niet goed is geregeld, de mogelijkheid krijgen dit voor te leggen, bijvoorbeeld aan een Wmo-mediator. Deze kan dan, in overleg met betrokkene en de regisseur, bezien of er toch nog een passende oplossing kan worden gevonden. Keuzevrijheid Eerder is genoemd dat we de ondersteuning thuis gebiedsgericht willen gaan organiseren waarbij een optie is dat één partij (eventueel samen met andere partijen) hoofdverantwoordelijk wordt voor bijvoorbeeld de ondersteuning thuis van de mensen met een verstandelijke beperking en/of GGZ problematiek in dat gebied. Wij gaan ervan uit dat hierdoor veel flexibeler en efficiënter gewerkt kan 24 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

32 worden. Daar staat tegenover dat de keuzevrijheid wordt beperkt. Men is aldus, als men deze ondersteuning nodig heeft, in principe aangewezen op deze partij(en). Wij vinden het van belang dat, als samenwerking tussen klant en partij niet goed loopt, er de mogelijkheid is uit te wijken naar een andere aanbieder. Een mogelijkheid zou wellicht kunnen zijn, als er gekozen wordt voor een hoofdaannemer, deze te verplichten samen te werken met één of meerder andere partijen (bijvoorbeeld als onderaannemer). De klant kan dan ook kiezen voor een andere partij. Klachtenregeling Het is belangrijk dat inwoners goed weten waar ze met welke klachten terecht kunnen. Dit zal in de verdere uitwerking worden meegenomen. Invloed van burgers op het beleid Wij vinden het belangrijk onze inwoners goed te betrekken bij ons Wmo beleid. De Wmo Cliëntenraad, waarin verschillende cliëntgroepen zijn vertegenwoordigd, speelt bij de voorbereiding van de transitie een actieve rol. Zij hebben o.a. deelgenomen aan de expertbijeenkomsten en actief meegedacht over de invulling van de transitie. Daarnaast zijn wij (via de Wmo Cliëntenraad en het GOL) met cliëntgroepen in gesprek. Wij zullen de Wmo Cliëntenraad en de cliëntgroepen actief blijven betrekken bij het traject richting een nieuw stelsel. Zij hebben zicht op de ondersteuningsbehoefte bij hun achterban en dat is waardevolle input voor ons beleid. Het staat gemeenten vrij om de bevoegdheden van de verschillende lokale cliëntenraden voor bijvoorbeeld de Participatiewet, de Wmo en de WSW te beleggen bij een gezamenlijke cliëntenraad. Daar wordt door de gemeente Lelystad vooralsnog niet voor gekozen. Vanuit de inhoudelijke aard van de Participatiewet ligt het voor de hand om de Cliëntenraad te laten bestaan uit (vertegenwoordigers van) organisaties c.q. instanties. Voor de Wmo is gekozen voor een invulling uitsluitend met vertegenwoordigers van cliënten. Voorgesteld wordt om de bestaande overlegstructuur tijdens de transitieperiode in stand te houden en in het najaar van 2015 te bezien of de platforms samengevoegd moeten worden. Positie burgers en cliënten Inwoners voor wie ondersteuning nodig is, krijgen een integraal ondersteuningsplan en een vast aanspreekpunt (regisseur). De ondersteuning kan van persoon tot persoon verschillen, afhankelijk van de participatiemogelijkheden van de betreffende persoon. Wij willen inwoners, die van mening zijn dat geen passende ondersteuning wordt geboden, de mogelijkheid geven zich te wenden een Wmo-mediator, die in overleg met de klant en de regisseur onderzoekt of er alsnog een passende oplossing kan worden gevonden. Het is belangrijk dat burgers goed weten waar ze met hun klachten terecht kunnen en de klachtafhandeling moet goed zijn geregeld. Wij zullen de Wmo Cliëntenraad en cliëntgroepen actief blijven betrekken bij het Wmo beleid en de implementatie hiervan. 4.4 Persoonsgebonden budget Het persoonsgebonden budget (PGB) biedt mensen met een beperking de mogelijkheid zelf zorg in te kopen en zelf te bepalen door wie en wanneer zij geholpen en/of begeleid worden. Het PGB kan aldus bijdragen aan het behouden van de eigen regie. Ook biedt het PGB nu de mogelijkheid om AWBZ zorg in te kopen bij partijen die nu geen of een beperkt contract hebben met het zorgkantoor. Dit geldt bijvoorbeeld voor de zorgboerderijen. Zij mogen op grond van de contracten met het zorgkantoor maar heel beperkt zorg in natura leveren en werken daarom vooral als onderaannemer (van een partij die wel een contract heeft voor het bieden van dagbesteding) of met PGB s. 25 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

33 Het PGB kan echter ook worden ingezet voor doeleinden waarvoor dit niet is bedoeld. Er wordt momenteel (veel) misbruik van gemaakt. Dit heeft er o.a. toe geleid dat binnen de AWBZ de mogelijkheden voor een PGB de laatste tijd steeds verder zijn ingeperkt. Het PGB is in de huidige Wmo opgenomen als moet-bepaling. Dit betekent dat de gemeente deze optie nu moet bieden: voor alle individuele Wmo voorzieningen geldt in principe de mogelijkheid te kiezen voor een voorziening in natura of voor een PGB. In de concept wet Wmo 2015 is opgenomen dat bij een maatwerkvoorziening de keuze voor een PGB moet worden geboden als er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: de klant is in staat het PGB te beheren, de klant kan aantonen dat het reguliere aanbod niet geschikt is en de met het PGB ingekochte diensten en producten moeten van goede kwaliteit zijn. Verder is de bepaling opgenomen dat de gemeente de cliënt niet langer een PGB in geld mag geven maar alleen in de vorm van een trekkingsrecht via de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De SVB keert het geld uit aan de zorgaanbieder. Het rijk wil hiermee de PGB-fraude tegengaan. In het nieuwe stelsel zoeken we de oplossingen vaker in laagdrempelige ondersteuning dichtbij en met algemene, collectieve voorzieningen. Voor deze algemene/collectieve voorzieningen hoeft de PGB keuze niet te worden geboden. In de concept wet Wmo 2015 is bepaald dat een PGB alleen nog mag worden verstrekt als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: - De klant is in staat het PGB te beheren. In het verleden is gebleken dat er PGB s verstrekt zijn aan erg kwetsbare cliënten met het nodige misbruik als gevolg. Met deze bepaling kan dit worden voorkomen. - De klant kan aantonen dat het reguliere aanbod niet geschikt is. Wij zullen, waar nodig, het ondersteuningsaanbod opplussen zodat er zoveel mogelijk regulier in de ondersteuning voorzien kan worden. Er kunnen zich echter afwijkende, specifieke situaties voordoen waarbij het reguliere ondersteuningsaanbod niet voldoet. In die gevallen zal een PGB tot de mogelijkheden behoren. De klant moet dan aantonen dat het reguliere aanbod niet toereikend is en een PGB wel een adequate oplossing biedt. - De diensten en producten, die met het PGB worden ingekocht, zijn van goede kwaliteit. De klant moet aangeven hoe en waar hij/zij het PGB inzet. De gemeente kan dan vervolgens beoordelen of het gaat om een betrouwbare invulling. Hiermee wordt voorkomen dat de budgetten oneigenlijk worden ingezet bij onbetrouwbare partijen. De wet biedt ruimte om, rekening houdend met deze voorwaarden, hier nog een Lelystadse inkleuring aan te geven. Wij willen dat, als voldaan wordt aan deze voorwaarden en als professionals en cliënt inschatten dat de inzet van een PGB het meest efficiënte en effectieve middel is voor de ondersteuning, een PGB in principe wordt toegekend. Dit zal in 2014 verder worden uitgewerkt. De huidige Wmo verordening zal in de loop van 2014 worden ingetrokken/aangepast aan de nieuwe wet- en regelgeving. Hierin zullen dan ook de voorwaarden rond het PGB worden opgenomen. Persoonsgebonden budget Een PGB is op grond van de nieuwe wetgeving toegestaan als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: - de klant is in staat het PGB te beheren; - de klant kan aantonen dat het reguliere aanbod (zorg in natura) niet toereikend is; - de diensten en producten die met een PGB worden ingekocht, zijn van goede kwaliteit. Wanneer professionals en cliënt inschatten dat de inzet van een PGB het meest efficiënte en effectieve middel is voor de ondersteuning dan wordt een PGB in principe toegekend. Doelmatige inzet van het persoonsgebonden budget blijft een waardevolle mogelijkheid om passende zorg te bieden. Daarom is het van belang om in de uitwerking de mogelijkheden van het PGB als het 26 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

34 passende instrument bij bepaalde zorgarrangementen in beeld te brengen. In de nieuwe Wmo verordening zullen deze voorwaarden nader worden uitgewerkt. Hierin wordt een hardheidsclausule opgenomen op basis waarvan het college kan besluiten in uitzonderlijke, specifieke situaties af te wijken van deze bepalingen. 4.5 Eigen bijdrage / maatwerkvoorziening Landelijk is vastgelegd welke inkomensafhankelijke eigen bijdrage maximaal mag worden gevraagd voor Wmo- en/of AWBZ-voorzieningen. Vanaf begin 2012 wordt ook een deel van het vermogen meegeteld bij het bepalen van het inkomen waarover de eigen bijdrage wordt berekend. In de concept Wmo 2015 wordt onderscheid gemaakt tussen algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. - De gemeente kan voor maatwerkvoorzieningen een inkomensafhankelijke eigen bijdrage vragen tot een bedrag dat gelijk is aan de kostprijs (dit is gelijk aan het huidige systeem van eigen bijdragen voor de Wmo/AWBZ). Deze eigen bijdragen worden geïnd door het CAK. De gemeente mag op grond van de nieuwe concept Wmo vanaf ook een eigen bijdrage vragen voor rolstoelen en woningaanpassingen/hulpmiddelen voor kinderen. In de huidige Wmo is dit niet toegestaan. Verder is de termijn van maximaal 3 jaar voor het betalen van een eigen bijdrage voor woningaanpassingen losgelaten. De eigen bijdrage mag doorlopen totdat de kostprijs van een voorziening is afbetaald. - De gemeente kan voor algemene voorzieningen ook een bijdrage vragen. De hoogte mag de gemeente zelf bepalen. De gemeente kan op basis van het inkomen een korting op deze bijdrage geven. De gemeenteraad heeft in 2011, bij het vaststellen van de Wmo verstrekkingennota, besloten dat voor individuele Wmo voorzieningen de landelijk maximale toegestane inkomensafhankelijke eigen bijdrage wordt gevraagd. Voor de AWBZ voorzieningen die overgaan geldt nu hetzelfde regime: ook voor deze voorzieningen wordt nu vanuit de AWBZ de maximale toegestane inkomensafhankelijk eigen bijdrage in rekening gebracht. De eigen bijdragen worden berekend en geïnd door het CAK. Wij willen dit beleid continueren en vanaf ook toepassen op rolstoelen, woningaanpassingen/hulpmiddelen voor kinderen en op de nieuwe taken zoals ondersteuning thuis (individuele begeleiding en kortdurend verblijf) en dagbesteding. Voor allerlei welzijnsvoorzieningen in de basis wordt nu geen eigen bijdrage of een heel beperkte bijdrage gevraagd. Wij willen dit voorlopig handhaven zodat het ook vanuit financieel oogpunt aantrekkelijk is/wordt om hier gebruik van te maken (i.p.v. duurdere vormen van ondersteuning). Eigen bijdragen Wij willen het eerder vastgestelde eigen bijdrage beleid continueren. Dit betekent dat voor de Wmo voorzieningen, voor zover de wet dit toestaat, de maximale toegestane inkomensafhankelijke eigen bijdrage wordt gevraagd. Er zal aldus vanaf ook een eigen bijdrage worden gevraagd voor rolstoelen en woningaanpassingen/hulpmiddelen voor kinderen. Ook wordt de termijn voor het betalen van een eigen bijdrage voor een woningaanpassing verlengd totdat de kosten zijn afbetaald. Wij willen dit beleid ook hanteren voor de nieuwe voorzieningen die vanaf onder de Wmo gaan vallen, te weten de ondersteuning thuis en de specifieke voorzieningen zoals dagbesteding. Maatwerk voor chronisch zieken en gehandicapten Het rijk schaft vanaf 1 januari 2014 de volgende regelingen af: - Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg); - Compensatieregeling Eigen Risico; 27 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

35 De budgetten die hiermee gemoeid zijn worden na een korting van 50% overgeheveld naar de gemeenten die verantwoordelijk worden voor de invulling van een maatwerkvoorziening inkomenssteun. De gemeenten mogen zelf bepalen hoe hier invulling aan te geven. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden voor het aanbieden van diensten via de Wmo of voor het geven van directe inkomenssteun via de bijzondere bijstand. Er wordt in miljoen overgeheveld naar gemeenten, oplopend tot 270 miljoen in Voor 2014 gaat het voor Lelystad om een bedrag van ca De inkomenssteun wordt nu geboden aan allerlei groepen, ongeacht het inkomen. Wij willen deze middelen inzetten voor inwoners met een laag inkomen die als gevolg van hun ziekte/handicap (veel) gebruik moeten maken van allerlei ondersteuningsvoorzieningen. Wij vinden het belangrijk dat deze voorzieningen voor hen bereikbaar en betaalbaar blijven. Maatwerk chronisch zieken en gehandicapten Wij willen de maatwerkgelden inzetten voor mensen met de laagste inkomens die als gevolg van ziekte of handicap belemmerd zijn bij het participeren. Wij willen deze middelen inzetten om de ondersteuningsvoorzieningen ook voor hen bereikbaar en betaalbaar te houden. 4.6 Overgang In de concept wet Wmo 2015 is een overgangsrecht opgenomen voor de bestaande AWBZ-cliënten die vanaf niet meer onder de AWBZ vallen. Zij houden op kosten van de gemeente hun recht op hun huidige zorg tot uiterlijk tenzij de gemeente hen een ander aanbod doet, waarmee zij instemmen. Het CIZ zal aanvragen die na 31 oktober 2014 binnenkomen overdragen aan de gemeente, tenzij er voor 1 januari 2015 een besluit moet worden genomen omdat spoedig verstrekken van zorg redelijkerwijs noodzakelijk is. In dat geval zal er vanuit de AWBZ toch nog zorg geleverd worden tot In de concept wet Wmo 2015 is voor de bestaande gebruikers van huishoudelijke hulp geen overgangsrecht opgenomen. Op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur uit de Algemene wet bestuursrecht moeten gemeenten cliënten een redelijke overgangstermijn bieden voordat hun voorziening wordt beëindigd, veranderd of versoberd. De VNG schat in dat een overgangstermijn van een half jaar voldoende is. Een kortere termijn kan ook redelijk zijn als de burger tijdig van de beoogde wijzigingen op de hoogte is gesteld of als er goede alternatieven geboden kunnen worden 14. Het overgangsrecht brengt voor de gemeente risico s met zich mee. Het maakt het moeilijker om de opgelegde bezuiniging te realiseren: hoe meer mensen oude rechten houden, hoe minder er op korte termijn daadwerkelijk bezuinigd kan worden. Afgezien van deze feitelijke rechten, hebben we niet te maken met een blanco situatie van waaruit we vertrekken maar een situatie waarin inwoners nu bepaalde vormen van ondersteuning krijgen die straks niet meer of anders ingevuld zal worden. Men zal moeten wennen aan de nieuwe situatie waarbij meer gewerkt wordt vanuit de eigen kracht en bepaalde vormen van ondersteuning niet meer vanzelfsprekend zijn. Bij de overgang zal hier rekening mee moeten worden gehouden. Er zal hierover heel duidelijk individueel en collectief gecommuniceerd moeten worden richting inwoners. Wij willen de overgangsverplichtingen zoveel mogelijk beperken en de overgang zo soepel mogelijk laten verlopen. Dit kan alleen als er hierover tijdig en goed wordt gecommuniceerd met de (huidige) 14 Brief VNG d.d , Overgangsrecht en besparingsopgave Wmo HH 28 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

36 klanten. Wij willen in principe in 2014 individuele gesprekken voeren met de bestaande cliënten. We willen op basis daarvan in overleg met de cliënt komen tot een ondersteuningsplan vanaf 2015, uitgaande van de nieuwe situatie. Hiervoor is (tijdelijk) veel extra inzet nodig o.a. vanuit de sociale wijkteams. Hiervoor zullen wij in 2014 middelen vrijmaken. Overgang Wij willen de inwoners goed voorbereiden op de nieuwe situatie en de overgangsverplichtingen zoveel mogelijk beperken. Een goede communicatie, zowel individueel als collectief, is daarbij onontbeerlijk. Wij willen bereiken dat zoveel mogelijk bestaande klanten al in 2014 een nieuw ondersteuningsplan voor 2015 hebben. Daarvoor zullen in 2014 de nodige middelen worden vrijgemaakt. 4.7 Monitoring Wij streven ernaar dat alle inwoners naar vermogen en vanuit eigen kracht meedoen aan de samenleving. We kijken daarbij niet zozeer naar iemands beperking maar vooral naar de mate van zelfredzaamheid, het vermogen om allerlei dagelijkse dingen zelfstandig te kunnen doen. Dit kan worden beoordeeld vanuit verschillende invalshoeken zoals werk/inkomen, opleiding, lichamelijke of geestelijk gezondheid, het hebben of kunnen onderhouden van een netwerk etc. Er worden in het land diverse meetinstrumenten ontwikkeld om de zelfredzaamheid te meten. Wij vinden het belangrijk dat ook in Lelystad een dergelijk instrument ingevoerd wordt. Dit zal dan door alle sociale wijkteams worden gebruikt om de zelfredzaamheid te meten en op basis daarvan een ondersteuningsplan op te stellen. Ook kan het worden gebruikt om de voortgang van de nieuwe aanpak in de verschillende wijken te monitoren/meten en met elkaar te vergelijken. Een voorbeeld van een zelfredzaamheidsmatrix: We willen een aantal indicatoren benoemen waarmee we zicht krijgen op de resultaten van het nieuwe ondersteuningsstelsel en op basis waarvan we kunnen (bij)sturen. 29 Kadernota transitie AWBZ/Wmo versie raad

samen leven, samen redzaam Kadernota transitie AWBZ/Wmo

samen leven, samen redzaam Kadernota transitie AWBZ/Wmo samen leven, samen redzaam Kadernota transitie AWBZ/Wmo Kadernota Transitie AWBZ/Wmo SAMEN LEVEN, SAMEN REDZAAM Kadernota transitie AWBZ/Wmo Samenvatting 1. Algemeen 4 1.1 Transformatie van het sociale

Nadere informatie

SAMEN LEVEN, SAMEN REDZAAM

SAMEN LEVEN, SAMEN REDZAAM SAMEN LEVEN, SAMEN REDZAAM Samenvatting kadernota transitie AWBZ/WMO Onze ambitie We streven ernaar dat alle inwoners naar vermogen en vanuit eigen kracht meedoen aan de samenleving en zo lang mogelijk

Nadere informatie

Transitie AWBZ/Wmo Bijeenkomst GOL. 15 oktober 2013

Transitie AWBZ/Wmo Bijeenkomst GOL. 15 oktober 2013 PowerPoint presentatie Lelystad Transitie AWBZ/Wmo Bijeenkomst GOL 15 oktober 2013 Hervorming langdurige zorg Beeldende uitleg: http://www.youtube.com/watch?v=82c3wtrk99k&feature=youtu.be PowerPoint presentatie

Nadere informatie

PowerPoint PowerPoin pres Expe enta pres rtmee tie enta Lel tie ting A ys Lel tad WBZ Juni/ juli 2013

PowerPoint PowerPoin pres Expe enta pres rtmee tie enta Lel tie ting A ys Lel tad WBZ Juni/ juli 2013 PowerPoint Expertmeeting presentatie Lelystad AWBZ Juni/ juli 2013 Langdurige zorg Brief staatssecretaris april 2013 Veranderingen AWBZ AWBZ wordt teruggebracht tot de oorspronkelijke kern. kern-awbz alleen

Nadere informatie

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) BOB 14/001 BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) Aan de raad, Voorgeschiedenis / aanleiding Per 1 januari 2015 worden de volgende taken vanuit het rijk naar de gemeenten gedecentraliseerd:

Nadere informatie

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin)

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin) Vergadering: 11 maart 2014 Agendanummer: 9 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin) Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie

Samen leven, samen sterk. Beleidsplan WMO 2015-2019

Samen leven, samen sterk. Beleidsplan WMO 2015-2019 Samen leven, samen sterk Beleidsplan WMO 2015-2019 Beleidsplan Wmo 2015-2019 Samen Leven, Samen Sterk 0 Beleidsplan Wmo 2015-2019 Samen Leven, Samen Sterk Inhoud Algemeen 2 1.1. Inleiding 2 1.2. Afstemming

Nadere informatie

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort Het sociaal domein Renate Richters Els van Enckevort Om te beginnen vijf stellingen Zijn ze waar of niet waar? - 2 - Stelling 1 Ongeveer 5% van de jeugdigen in Nederland heeft met (een vorm van) jeugdzorg

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen.

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen. Raadsvoorstel Aan : Gemeenteraad Datum vergadering : 15 oktober 2014 Agenda nummer : 2014-07-13997 Portefeuillehouder : K. Krook Onderwerp : Vaststelling beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen

Nadere informatie

PowerPoin Expe PowerPoin pres rtmee enta pres ting A tie enta Lel tie WBZ Lel en tad ugdzorg GGZ

PowerPoin Expe PowerPoin pres rtmee enta pres ting A tie enta Lel tie WBZ Lel en tad ugdzorg GGZ PowerPoint Expertmeeting presentatie AWBZ Lelystad en Jeugdzorg GGZ 18-26-06-2013 Langdurige zorg Brief staatssecretaris april 2013 Veranderingen AWBZ AWBZ wordt teruggebracht tot de oorspronkelijke kern.

Nadere informatie

Samen Leven, Samen Sterk

Samen Leven, Samen Sterk Samen Leven, Samen Sterk gemeente Samenvatting Beleidsplan Wmo 2015-2019 Vanaf 2015 gaan verschillende taken over van de rijksoverheid en de provincie naar de gemeenten. De gedachte daarachter is dat de

Nadere informatie

Veranderingen in de zorg

Veranderingen in de zorg Veranderingen in de zorg Moet ik mij zorgen maken? Else Nobel Waarom het stelsel veranderen? Mensen vullen kwaliteit van leven bij het ouder worden in als: zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen met

Nadere informatie

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is er veel veranderd in de zorg en ondersteuning. Het Rijk

Nadere informatie

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015 Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking Wat verandert er in de zorg in 2015 De zorg in beweging Wat verandert er in 2015? In 2015 verandert er veel in de zorg. Via een aantal

Nadere informatie

Decentralisaties Ook de gemeente Waddinxveen heeft er mee te maken. Wat houden de decentralisaties in? Waar komt het vandaan? Waarom? 7 Oktober 2014 Waar komt het vandaan? Samen voor elkaar: de samenleving

Nadere informatie

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013 Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen 8 mei 2013 Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord Eind april presenteerde staatssecretaris Van Rijn zijn plannen voor hervorming van de langdurige zorg. Daarbij

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 10 mei 2012 Agendapuntnummer : VIII, punt 6 Besluitnummer : 389 Portefeuillehouder : Wethouder Mirjam Pauwels Aan de gemeenteraad Onderwerp: Programma Decentralisaties.

Nadere informatie

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014 DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN Raadsvoorstellen 2014 Presentatie: 11-12 12-20132013 Planning raadsbesluiten Beleidskader (nieuwe Wmo en Jeugdwet): januari 2014 Transitiearrangement Zorg voor Jeugd: :

Nadere informatie

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015 De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is ZorgImpuls maart 2015 Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is er veel veranderd in de zorg en ondersteuning. Het Rijk heeft veel taken

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5 Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering Portefeuillehouder H.A. Driessen en M. Melissen Begrotingsprogramma Onderwerp - Beleidsplan Wmo en Jeugdhulp 2015 2016 - Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Visie/Uitgangspunten sociaal domein regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

Visie/Uitgangspunten sociaal domein regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden Visie/Uitgangspunten sociaal domein regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden Inleiding De samenleving verandert De vraag naar ondersteuning verandert Nederland verandert (moet veranderen) De financiering

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 25 september 2014 Agendanummer : 12 Datum : 26 augustus 2014

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 25 september 2014 Agendanummer : 12 Datum : 26 augustus 2014 Raadsvoorstel Datum raadsvergadering : 25 september 2014 Agendanummer : 12 Datum : 26 augustus 2014 Onderwerp Beleidsplannen Sociaal Domein inclusief zeven verordeningen Aan de leden van de raad, Voorgesteld

Nadere informatie

Wmo 2015 Gemeente Zeist

Wmo 2015 Gemeente Zeist Wmo 2015 Gemeente Zeist Het veranderende zorgaanbod voor ouderen, mantelzorgers en mensen met dementie. Dinsdag 14 oktober 2014 Even voorstellen Naam: Judith van Leeuwen Functie: accountmanager Wmo bij

Nadere informatie

Kadernota decentralisaties sociaal domein. Van transitie naar transformatie

Kadernota decentralisaties sociaal domein. Van transitie naar transformatie Kadernota decentralisaties sociaal domein Van transitie naar transformatie Juni 2014 PAGINA 2 VAN 12 1. Inleiding In het sociale domein voltrekt zich in hoog tempo een aantal fundamentele veranderingen.

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad 1110466 Datum: 28 januari 2014 Behandeld door: M. Megens Afdeling / Team: MO/BMO Onderwerp: Raadsvoorstel bij beleidsplan jeugdzorg Purmerend Samenvatting:

Nadere informatie

*ZE9BA7CFE22* Raadsvergadering d.d. 23 september 2014

*ZE9BA7CFE22* Raadsvergadering d.d. 23 september 2014 *ZE9BA7CFE22* Raadsvergadering d.d. 23 september 2014 Agendanr. 9. Aan de Raad No.ZA.14-28578/DV.14-380, afdeling Samenleving. Sellingen, 11 september 2014 Onderwerp: Inzet middelen cliëntondersteuning

Nadere informatie

CONCEPT. Startdocument. AWBZ begeleiding

CONCEPT. Startdocument. AWBZ begeleiding CONCEPT Startdocument AWBZ begeleiding Gemeente Wijk bij Duurstede, maart 2012 Algemene informatie In het regeer- en gedoogakkoord van het huidige kabinet is overeengekomen dat de functies dagbesteding

Nadere informatie

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen De Wmo heeft de afgelopen jaren een flinke ontwikkeling doorgemaakt. De eerste jaren bestonden uit het neerzetten van goede structuren voor hulp en ondersteuning. De

Nadere informatie

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 Waar gaan we het over hebben? 1. Waarom decentraliseren? 2. Decentralisatie Jeugdzorg 3. Decentralisatie

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen Raadsvoorstel Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen 2014-2017 Datum raadsvergadering 06-02-2014 Portefeuillehouder(s) R.G. te Beest W.E. Westerman Registratienummer Rs13.00783 Ambtenaar K. Bruijns Datum

Nadere informatie

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein Versie: 31 maart 2014 1. Inleiding: Wij kunnen ons in Nederland gelukkig prijzen met een van de sterkste sociale stelsels ter wereld.

Nadere informatie

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg)

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg) RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 386736 Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1 Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg) Verantwoordelijk portefeuillehouder: A. Grootenboer-Dubbelman

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Raadsvoorstel. Geachte raad, Raadsvoorstel Nummer: 165140 Behandeld door: J. van Dijk Agendapunt: 27 juni 2017 Onderwerp: Voorlopige voorkeur uitvoeringsvariant Participatiewet Geachte raad, Samenvatting: In opdracht van het algemeen

Nadere informatie

Het sociale domein in verandering. Kansen voor verbetering

Het sociale domein in verandering. Kansen voor verbetering Het sociale domein in verandering Kansen voor verbetering Veendam, 25 april 2013 Agenda Een korte inleiding Veranderingen in het sociale domein Decentralisaties 2 Het sociale domein verandert De overheid

Nadere informatie

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING VERENIGING BEDRIJFSTAK ZORG 400.11/me november 2011 STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING De verplaatsing van (extramurale) begeleiding van de AWBZ naar de WMO en dus de gemeenten biedt nieuwe

Nadere informatie

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost Regionale visie op welzijn Brabant Noordoost-oost Inleiding Als gemeenten willen we samen met burgers, organisaties en instellingen inspelen op de wensen en behoeften van de steeds veranderende samenleving.

Nadere informatie

Kansrijk opgroeien in Lelystad

Kansrijk opgroeien in Lelystad PowerPoint presentatie Lelystad Kansrijk opgroeien in Lelystad Gemeente Lelystad dient als volgt te worden Kadernota Jeugdhulp Beeldvormende sessie 28 januari 2014 PowerPoint presentatie Lelystad Gemeente

Nadere informatie

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat WMO Rotterdam Van verzorgingstaat naar - stad en - straat Beleidskader Wmo: voor wie? Inwoners van Rotterdam Circa 525.00 zelfredzame burgers Circa 62.000 beperkt zelfredzame burgers Circa 30.000 kwetsbare

Nadere informatie

Sturen op de transformatie van het sociale domein. Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties

Sturen op de transformatie van het sociale domein. Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties Sturen op de transformatie van het sociale domein Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties Inhoud Landelijke kaders Opgave Proces Uitgangspunten Proces Jeugdwet Aangenomen door de TK en EK O&O, Jeugdwelzijn,

Nadere informatie

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 24 januari 2015

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 24 januari 2015 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 24 januari 2015 Inhoud Waarom moest het veranderen? Wat is veranderd? Wat heeft de gemeente gedaan? Wat betekent dat voor jullie? Wat voor ondersteuning? Waar zijn

Nadere informatie

Een hoop nieuwe verantwoordelijkheden. Decentralisaties in het Sociaal Maatschappelijk Domein

Een hoop nieuwe verantwoordelijkheden. Decentralisaties in het Sociaal Maatschappelijk Domein Louis Litjens - Projectdirecteur Ramon Testroote - Wethouder Louis Louis Litjens Ramon Testroote - Wethouder Ramon Testroote Litjens - Projectdirecteur Projectdirecteur Wethouder Een hoop nieuwe verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Hervorming Langdurige Zorg. Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans

Hervorming Langdurige Zorg. Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans Hervorming Langdurige Zorg Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans Hervorming langdurige zorg Waarom? 1. Meer voor elkaar zorgen 2. Betere kwaliteit ondersteuning en zorg 3. Financiële houdbaarheid

Nadere informatie

Toegang tot de zorg: hoe is het geregeld en hoe loopt het in de praktijk?

Toegang tot de zorg: hoe is het geregeld en hoe loopt het in de praktijk? Toegang tot de zorg: hoe is het geregeld en hoe loopt het in de praktijk? Presentatie voor het Achterhoeks Netwerk door Lisette Sloots, manager Adviespunt Zorgbelang Gelderland 29 oktober 2015 Achtergrond

Nadere informatie

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 6

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 6 RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 6 Datum: 11 februari 2014. Deelsessie: 20.00 20.50 uur in de Raadzaal. Doel: Oordeelvorming. Onderwerp: Kadernota Jeugdhulp. Toelichting: Vanaf 1 januari 2015 wordt iedere

Nadere informatie

Aantal cliënten per stelsel nu en. Straks 18.400. Figuur 1 - Aantal cliënten (18-) naar huidig en toekomstig stelsel

Aantal cliënten per stelsel nu en. Straks 18.400. Figuur 1 - Aantal cliënten (18-) naar huidig en toekomstig stelsel Gehandicaptenzorg van AWBZ naar Jeugdwet Vanaf 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor de volledige jeugdzorg. Vanuit verschillende domeinen wordt dan de zorg voor kinderen en jongeren onder de 18

Nadere informatie

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 3 juni 2014 Agendapunt: 3

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 3 juni 2014 Agendapunt: 3 Aan de gemeenteraad Registratienummer: GF14.20056 Datum collegebesluit: 3 juni 2014 Agendapunt: 3 Portefeuillehouder: De heer J.C.F. Broekhuizen Behandelend ambtenaar: Mevrouw M. Mulder Onderwerp: Integrale

Nadere informatie

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2017-084 Houten, 28 november 2017 Onderwerp: Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Beslispunten: 1. De regionale koers maatschappelijke

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 18 maart 2014

Voorstelnummer: Houten, 18 maart 2014 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2014-016 Houten, 18 maart 2014 Onderwerp: Raadsvoorstel Invoeringsstrategie Partcipatiewet Beslispunten: 1. De Invoeringsstrategie Participatiewet Lekstroom vast te stellen

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

In deze notitie wordt ingegaan op de verschillende onderdelen van de motie.

In deze notitie wordt ingegaan op de verschillende onderdelen van de motie. Effecten veranderende leeftijdsopbouw op het Wmo voorzieningenniveau a. Aanleiding Op 10 november 2015 heeft de raad een motie aangenomen waarin het college wordt verzocht na te gaan hoe de veranderende

Nadere informatie

Datum: Portefeuillehouders: De Graaf, Horst en Windhouwer

Datum: Portefeuillehouders: De Graaf, Horst en Windhouwer Raadsvoorstel Visie vernieuwing sociaal Domein Raadsnummer: 2013-069 Registratiekenmerk: Onderwerp: Visie op de vernieuwing van het sociaal domein in Nijkerk Korte inhoud: "Iedereen telt en doet mee" De

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Koers in het sociale domein. Maatschappelijke participatie kaderstelling Koers in het sociale domein

Raadsvoorstel. Koers in het sociale domein. Maatschappelijke participatie kaderstelling Koers in het sociale domein Titel Nummer 14/63 Datum 21 augustus 2014 Programma Fase Onderwerp Maatschappelijke participatie kaderstelling Gemeentehuis Bezoekadres Kerkbuurt 4, 1511 BD Oostzaan Postadres Postbus 20, 1530 AA Wormer

Nadere informatie

1. De hoofdlijnennotitie 'Aanpak transities en herinrichting sociale domein in de gemeente Stein vast te stellen

1. De hoofdlijnennotitie 'Aanpak transities en herinrichting sociale domein in de gemeente Stein vast te stellen Betreft Vergaderdatum Hoofdlijnennotitie Aanpak transities en herinrichting sociale domein in de gemeente Stein 21-oktober-2013 Gemeenteblad 2013 / Agendapunt Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad wordt

Nadere informatie

De Wmo en de decentralisaties

De Wmo en de decentralisaties De Wmo en de decentralisaties Presentatie Alice Makkinga Adviseur programma Aandacht voor Iedereen Inhoud Landelijk programma Aandacht voor iedereen Belangrijke maatschappelijke trends? Belangrijkste wettelijke

Nadere informatie

Agenda. Decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding. Drechtraad. Alblasserdam, 2 oktober 2012

Agenda. Decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding. Drechtraad. Alblasserdam, 2 oktober 2012 Decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding Drechtraad Alblasserdam, 2 oktober 2012 1 Agenda 2 17.00-17.15 uur: Concept visie extramurale begeleiding Drechtsteden, door wethouder Wagemakers 17.15-17.45

Nadere informatie

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL Rv. nr.: 13.0014 B&W-besluit d.d.: 5-2-2013 B&W-besluit nr.: 13.0048 Naam programma +onderdeel: Jeugd en onderwijs Onderwerp: Transitie zorg voor de jeugd: visie jeugdhulp en informatie Aanleiding:

Nadere informatie

Naam opdrachtgever Jeroen Oosterling Status: concept Naam opsteller/projectleider

Naam opdrachtgever Jeroen Oosterling Status: concept Naam opsteller/projectleider Sjabloon PROJECTOPDRACHT PROJECTOPDRACHT Versie 0.1 Decosnummer: /CONCEPT Transformatie Sociaal Domein Naam opdrachtgever Jeroen Oosterling Status: concept Naam opsteller/projectleider Eric Dammingh Onderwerp

Nadere informatie

Veranderingen in de langdurige ondersteuning en zorg. Februari 2014

Veranderingen in de langdurige ondersteuning en zorg. Februari 2014 Veranderingen in de langdurige ondersteuning en zorg. Februari 2014 Van een klassieke verzorgingsstaat naar een participerende samenleving klonk het vanaf de troon op Prinsjesdag. Dat klinkt best mooi,

Nadere informatie

Kwaliteit. 1 Inleiding. 2 De wettelijke voorwaarden. 2.1 Jeugdwet

Kwaliteit. 1 Inleiding. 2 De wettelijke voorwaarden. 2.1 Jeugdwet Kwaliteit 1 Inleiding Wat is kwaliteit van zorg en wat willen we als gemeenten samen met onze zorgaanbieders ten aanzien van kwaliteit afspreken? Om deze vraag te beantwoorden vinden twee bijeenkomsten

Nadere informatie

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen. Datum: 28-10-14 Onderwerp Beleidsplan jeugd en verordening jeugdhulp Status Besluitvormend Voorstel 1. het regionale beleidsplan jeugd vast te stellen 2. het lokale beleidsplan jeugd gemeente Boxtel 2015

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Transitienota decentralisatie AWBZ/Wmo. Aan de raad, Onderwerp Transitienota decentralisatie AWBZ/Wmo

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Transitienota decentralisatie AWBZ/Wmo. Aan de raad, Onderwerp Transitienota decentralisatie AWBZ/Wmo RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 13 maart 2014 14-014 Onderwerp Transitienota decentralisatie AWBZ/Wmo Aan de raad, Onderwerp Transitienota decentralisatie AWBZ/Wmo Gevraagde beslissing De Transitienota

Nadere informatie

Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht)

Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht) Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht) De vier cursisten, die aanwezig waren, begonnen zich aan elkaar voor te stellen onder leiding van de cursusleidster. Van de vier cursisten waren

Nadere informatie

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013 Raadsvergadering d.d. 19 december 2013 Aan de raad Voorstraat 31, 4491 EV Wissenkerke Postbus 3, 4490 AA Wissenkerke Tel 14 0113 Fax (0113) 377300 No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013 Onderwerp: Voorstel/alternatieven

Nadere informatie

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland Rotterdam, 14 december 2013 Programma Inleiding Overzicht stand van zaken Voorstellen sprekers landelijk, provinciaal

Nadere informatie

De Wmo, De Kanteling & decentralisaties: ontwikkelingen, kansen, risico s

De Wmo, De Kanteling & decentralisaties: ontwikkelingen, kansen, risico s De Wmo, De Kanteling & decentralisaties: ontwikkelingen, kansen, risico s Aanleiding (concept)beleidsplan Wmo 2013-2016: Duurzaam, Dynamisch, Verbindend, opmaat naar toekomst bestendige Maatschappelijke

Nadere informatie

Onderwerp Keuzenota's Wmo 2015/Jeugdwet en Participatie/Maatregelen WWB

Onderwerp Keuzenota's Wmo 2015/Jeugdwet en Participatie/Maatregelen WWB Raadsvoorstel Agendapunt: 04 Onderwerp Keuzenota's Wmo 2015/Jeugdwet en Participatie/Maatregelen WWB Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage 23 september 2014 28 oktober 2014 Nota 'Triple

Nadere informatie

Met elkaar voor elkaar

Met elkaar voor elkaar Met elkaar voor elkaar Publiekssamenvatting Oktober 2013 1 1 Inleiding Met elkaar, voor elkaar. De titel van deze notitie is ook ons motto voor de komende jaren. Samen met u (inwoners en beroepskrachten)

Nadere informatie

Factsheet Wmo Drechtsteden. Met elkaar voor elkaar zorgen. Dichtbij en toegankelijk

Factsheet Wmo Drechtsteden. Met elkaar voor elkaar zorgen. Dichtbij en toegankelijk Factsheet Wmo 2015-2018 Drechtsteden Met elkaar voor elkaar zorgen. Dichtbij en toegankelijk 2 Decentralisatie AWBZ/Wmo Nieuwe taken Met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) zijn gemeenten

Nadere informatie

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP Vanaf 2015 krijgt de gemeente er zorgtaken bij. Een deel van de zorg die nu via het zorgkantoor vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) loopt, gaat

Nadere informatie

De Wmo 2015. Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 26 november 2014

De Wmo 2015. Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 26 november 2014 De Wmo 2015 Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 26 november 2014 Inhoud van de presentatie 1. Wat zijn de belangrijkste trends 2. Hoe is het nu geregeld? 3. Hooflijnen nieuwe stelsel 4. PGB in de Wmo 5. Eigen

Nadere informatie

Veranderingen op het gebied van de Wmo/AWBZ. Bijeenkomst KBO Alverna 13 maart 2014

Veranderingen op het gebied van de Wmo/AWBZ. Bijeenkomst KBO Alverna 13 maart 2014 Veranderingen op het gebied van de Wmo/AWBZ Bijeenkomst KBO Alverna 13 maart 2014 Hervorming langdurige zorg Doelen Rijk: - Verbeteren kwaliteit zorg en ondersteuning - Versterken zelf- en samenredzaamheid

Nadere informatie

Vier wetten, drie loketten en één overgangsjaar

Vier wetten, drie loketten en één overgangsjaar Hoe de zorgwetgeving verandert Vier wetten, drie loketten en één overgangsjaar In de zorg gaat er veel veranderen. De AWBZ gaat verdwijnen. Een groot deel van de AWBZ-zorg gaat over naar de Wmo, de Jeugdwet

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: transitie sociaal domein: beleidskader beschermd wonen BBV nr: 2014/ Inleiding. Het transitieproces sociaal domein

Raadsstuk. Onderwerp: transitie sociaal domein: beleidskader beschermd wonen BBV nr: 2014/ Inleiding. Het transitieproces sociaal domein Raadsstuk Onderwerp: transitie sociaal domein: beleidskader beschermd wonen BBV nr: 2014/271414 1. Inleiding Het transitieproces sociaal domein De raad heeft vanaf 2012 de kaders voor de transitie van

Nadere informatie

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013 presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013 Waarom decentraliiseireiri)? veranderde visie: van recht

Nadere informatie

Veranderingen in het sociale domein en de rol van kerken Samenvatting

Veranderingen in het sociale domein en de rol van kerken Samenvatting Veranderingen in het sociale domein en de rol van kerken Samenvatting We bevinden ons midden in een grote verandering van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Waar voorheen de overheid op het

Nadere informatie

Sociaal domein transitie en transformatie bij praten

Sociaal domein transitie en transformatie bij praten Sociaal domein transitie en transformatie bij praten Informatiecommissie 21 november 2013 Waar gaan we het over hebben? Over wie hebben we het eigenlijk? Wat zijn de veranderopgaven? Zitten we op koers?

Nadere informatie

Visie en uitgangspunten (1)

Visie en uitgangspunten (1) Visie en uitgangspunten (1) Iedereen moet kunnen meedoen als volwaardig burger en bijdragen aan de samenleving. Participatiewet streeft naar een inclusieve arbeidsmarkt, voor jong en oud, en voor mensen

Nadere informatie

Overlegresultaat langdurige zorg en ondersteuning: vragen & antwoorden

Overlegresultaat langdurige zorg en ondersteuning: vragen & antwoorden Overlegresultaat langdurige zorg en ondersteuning: vragen & antwoorden Onderhandelingen 1. De Algemene Ledenvergadering van de VNG heeft op 29 november een resolutie aangenomen waarin er stevig voor wordt

Nadere informatie

Visie op de vernieuwing van het sociaal domein in de gemeente Nijkerk. Iedereen telt en doet mee

Visie op de vernieuwing van het sociaal domein in de gemeente Nijkerk. Iedereen telt en doet mee Visie op de vernieuwing van het sociaal domein in de gemeente Nijkerk Iedereen telt en doet mee Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. De opgave voor het sociaal domein 3. Waar staat Nijkerk nu? 4. Principes voor

Nadere informatie

Beschut werk in Aanleiding

Beschut werk in Aanleiding Beschut werk in 2015 1. Aanleiding Op 1 januari jl. is de Participatiewet in werking getreden. Een nieuwe voorziening onder deze wet is beschut werk nieuwe stijl 1. Gemeenten zijn onder deze wet verplicht

Nadere informatie

Niet alles verandert in de zorg

Niet alles verandert in de zorg Over wat blijft en wat er verandert in de zorg 15 september 2014, Hercules Diessen Niet alles verandert in de zorg. Gelukkig maar! Er gaat veel veranderen in de zorg. Maar er blijft gelukkig ook veel hetzelfde;

Nadere informatie

Samenvatting Gebundelde Krachten

Samenvatting Gebundelde Krachten Samenvatting Gebundelde Krachten 11 december 2013, definitief Deze regionale kadernota is het resultaat van de reacties op het bespreekstuk Gebundelde Krachten, dat we eerder in de negen Midden Holland

Nadere informatie

Financiën Sociaal Domein

Financiën Sociaal Domein Financiën Sociaal Domein VNG Expertisecentrum Gemeentefinanciën Hans Giesing september 2013 Decentralisatie Sociaal Domein (1) Bouwen op de eigen kracht van burgers Motto: één gezin, één plan, één regisseur

Nadere informatie

Onderwerp Meedoen mogelijk maken, kadernota participatiewet Versienummer 1

Onderwerp Meedoen mogelijk maken, kadernota participatiewet Versienummer 1 Beslisnota voor de raad Onderwerp Meedoen mogelijk maken, kadernota participatiewet Versienummer 1 Portefeuillehouder F.M. van As Informant S. Bruns/F.Borchers Eenheid/Afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Nadere informatie

Voorstel aan college b&w van Landsmeer

Voorstel aan college b&w van Landsmeer STATUS: Voorstel aan college b&w van Landsmeer B&W vergadering: 20 mei 2014 Nr. Agendapunt: Portefeuillehouder: C. Hienkens Onderwerp: Inkoopdocument Jeugdzorg Wmo/AWBZ Afdeling : Sociaal Domein Ambtenaar

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders

Burgemeester en Wethouders Burgemeester en Wethouders B en W. nr. 12.1154 d.d. 27-11-2012 Onderwerp Gewijzigd proces beleidsplan MO als gevolg van regeerakkoord Rutte II Besluiten:Behouden s advies van de commissie 1. Bijgaande

Nadere informatie

Aan de raad. Status: ter besluitvorming

Aan de raad. Status: ter besluitvorming No. 247372-1 Emmeloord, 19 mei 2014. Onderwerp Keuzenotitie t.b.v. beleidsplan sociaal domein Advies raadscommissie De meeste genoemde opties lijken op voldoende steun in de raad te kunnen rekenen. In

Nadere informatie

De Wmo 2015. Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 15 oktober 2014

De Wmo 2015. Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 15 oktober 2014 De Wmo 2015 Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 15 oktober 2014 Inhoud van de presentatie 1.Wat zijn de belangrijkste trends 2.Hoe is het nu geregeld? 3.Hooflijnen nieuwe stelsel 4.PGB in de Wmo 5.Eigen bijdragen

Nadere informatie

INFORMATIEPAKKET. voor dienstverleners met betrekking tot de marktverkenning van de gemeente Leeuwarden binnen het Sociaal Domein

INFORMATIEPAKKET. voor dienstverleners met betrekking tot de marktverkenning van de gemeente Leeuwarden binnen het Sociaal Domein INFORMATIEPAKKET voor dienstverleners met betrekking tot de marktverkenning van de gemeente Leeuwarden binnen het Sociaal Domein Gemeente Leeuwarden Maart 2014 Blad 2 Blad 3 Algemene informatie Deze informatie

Nadere informatie

Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt.

Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt. VRAGENLIJST Quickscan voorbereiding decentralisatie begeleiding Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt. Vraag

Nadere informatie

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: 2 juni 2014 Sociaal Domein Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding naar Wmo, Participatiewet. Samenhang met ontwikkelingen Publieke Gezondheidszorg en Passend

Nadere informatie

Transities in het sociale domein

Transities in het sociale domein Transities in het sociale domein 3 transities Transities De landelijke overheid brengt een aantal taken in het sociale domein naar gemeenten. Het gaat om het decentraliseren van alle taken rond Jeugd en

Nadere informatie

en compensatieregelingen

en compensatieregelingen Het regeerakkoord: gevolgen voor de Wmo en compensatieregelingen Cliëntenbelang Amsterdam 11 februari 2013 Onderwerpen Bezuinigingen Wmo Decentralisaties AWBZ - Wmo Maatregelen compensatieregelingen Maatregelen

Nadere informatie

Onderwerp: Gemeentelijke opschaling, regionale samenwerking en decentralisaties

Onderwerp: Gemeentelijke opschaling, regionale samenwerking en decentralisaties Voorstel aan de raad Nummer: 131027418 Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail: G.M. Asselman BLD Beleid Burgemeester 2.6 Voor de Lelystedeling 2.6.1 Gemeentelijke

Nadere informatie

Inkoopkader Wmo 2016: Toelating nieuwe aanbieders

Inkoopkader Wmo 2016: Toelating nieuwe aanbieders Ontwerp Inkoopkader Wmo 2016: Toelating nieuwe aanbieders Gemeente Midden-Delfland Datum: 18 mei 2015 Inkoopkader Wmo 2016: toelating nieuwe aanbieders Inleiding De gemeenten Delft, Midden-Delfland, Rijswijk

Nadere informatie

Zorg en ondersteuning voor mensen met ernstige psychische aandoeningen. Elly van Kooten. Directie Maatschappelijke Ondersteuning, Ministerie van VWS

Zorg en ondersteuning voor mensen met ernstige psychische aandoeningen. Elly van Kooten. Directie Maatschappelijke Ondersteuning, Ministerie van VWS Zorg en ondersteuning voor mensen met ernstige psychische aandoeningen Presentatie Congres Phrenos 13 november 2014 Elly van Kooten Directie Maatschappelijke Ondersteuning, Ministerie van VWS 1 Inhoud

Nadere informatie

2. De beslispunten binnen het regionale en lokale beleidskader over te nemen, met uitzondering van de regionale beslispunten 1, 5 en 9.

2. De beslispunten binnen het regionale en lokale beleidskader over te nemen, met uitzondering van de regionale beslispunten 1, 5 en 9. Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 21 mei 2014 Portefeuillehouder Dhr. H.A. Driessen Begrotingsprogramma 8 Onderwerp Beleidskader Sturing, Bekostiging en Inkoop nieuwe gemeentelijke taken Jeugdwet

Nadere informatie

BELEIDSNOTITIE PARTICIPATIERAAD GEMEENTE VENRAY

BELEIDSNOTITIE PARTICIPATIERAAD GEMEENTE VENRAY BELEIDSNOTITIE PARTICIPATIERAAD GEMEENTE VENRAY INLEIDING Met ingang van 1 januari 2015 krijgen gemeenten een groot aantal taken overgeheveld, de zogeheten decentralisaties AWBZ-Wmo, de Jeugdwet en de

Nadere informatie

De wereld van het sociaal domein. Raadsbijeenkomst 28 januari 2014 Eerste bespreking beleidsplannen en De Verbinding

De wereld van het sociaal domein. Raadsbijeenkomst 28 januari 2014 Eerste bespreking beleidsplannen en De Verbinding De wereld van het sociaal domein Raadsbijeenkomst 28 januari 2014 Eerste bespreking beleidsplannen en De Verbinding Presentatie: Bestaat uit twee onderdelen : Inhoudelijk Financieel Wat komt er op ons

Nadere informatie

De nieuwe Wmo. Werkconferentie: De krachten bundelen voor samenwerking in de wijk 13 november 2014

De nieuwe Wmo. Werkconferentie: De krachten bundelen voor samenwerking in de wijk 13 november 2014 De nieuwe Wmo Werkconferentie: De krachten bundelen voor samenwerking in de wijk 13 november 2014 Hervorming langdurige zorg PowerPoint Op 1 januari 2015 presentatie verdwijnt Lelystad de AWBZ: deel gaat

Nadere informatie