Train-the-Trainer: agressiebeheersing. D-na voor ICOBA

Transcriptie

1 Train-the-Trainer: agressiebeheersing D-na voor ICOBA

2 Vandaag

3 INHOUD?

4 Verschillende lagen Het CLIA-competence-model (prof. Decorte) Men dient te beschikken over domeinspecifieke kennis en vaardigheden op het vlak van het omgaan met agressie Soorten agressie, actief luisteren, begrenzen, kokermethode, Vaak loopt de realiteit echter niet zoals het in de theorie beschreven staat. Men dient dus te beschikken over een aantal heuristische methodes of strategieën om problemen op te lossen/ aan te pakken. Wat als het toch misloopt? Ook dient men te beschikken over kennis over zichzelf met betrekking tot het thema of meta-kennis. Wat gebeurt er met mezelf in dergelijke situaties? Om deze kennis en vaardigheden te kunnen hanteren, heeft men een aantal generieke vaardigheden nodig in het omgaan met zichzelf en de realiteit.dit worden zelfregulerende vaardigheden genoemd. Bv. Omgaan met eigen angst en boosheid Onderliggend aan de vier andere punten zijn er nog de overtuigingen, waarden en emoties rond het thema Dit hoort bij onze job,

5

6 Verschillende oorzaken Frustratie-agressie Instrumentele agressie Agressie vanuit pathologie of middelengebruik

7 Verschillend verloop - Fase 1: start van de emotie - Fase 2: grensoverschrijdend gedrag - Fase 3: crisis (dreiging van fysiek of fysiek)

8 Professioneel reageren 1. Incident 2. Zelfcontrole eigen emotie: herkennen en beheersen 3. Situatie taxeren: soort, fase en impact bij escalatie inschatten => Mogelijkheden en aanpak kiezen 4. Agressie ombuigen en stoppen met gekozen aanpak Emoties niet onder controle of inschatten situatie niet hanteerbaar => hulp 5. Afhandelen: bv aanspreken op gedrag, gebouw laten verlaten, 18/12/2017 8

9 MOEILIJKHEDEN

10 We geven training aan mensen die agressie situaties meegemaakt hebben/meemaken

11 Attributie ontwikkeling

12 Negatieve externe attributie Positieve externe attributie Positieve interne attributie Negatieve interne attributie

13 Negatieve externe attributie Positieve externe attributie Positieve interne attributie Negatieve interne attributie Ik ervaar alles als negatief en buiten mij Ik ervaar dat men het goed met me voorheeft Ik ervaar dat ik een positieve invloed kan hebben op een situatie Ik sta open voor feedback

14 Negatieve externe attributie Positieve externe attributie Positieve interne attributie Negatieve interne attributie

15 Toch geen rollenspelen!

16 rollenspelen voor tijdens na

17 De deelnemers zitten vaak met de moeilijkste situaties in hun hoofd. Ze gaan deze dan na de training proberen aan te pakken. Het lukt dan vaak niet. Gevolg: men verliest het geloof in de aangeleerde kennis en vaardigheden.

18 Bij wijze van voorbeeld: de verkeerslichttechniek Groene situaties zijn: Dit zijn veilige situaties waarin de deelnemer in het verleden al succesvol is geweest en waaraan geen zware negatieve gevolgen gekoppeld zijn mocht er iets misgaan. Oranje situaties zijn: Dit zijn situaties waar wat meer voorzichtigheid geboden is, maar die nog wel haalbaar zijn en waarin de deelnemer in het verleden een wisselend succes heeft gehad. Rode situaties zijn: Dit zijn situaties die problematisch en gespannen zijn en waarin de deelnemer voor de opleiding zelden of nooit succesvol was.

19 Uit onderzoek naar de oorzaken van niet effectieve opleidingen scoren volgende redenen zeer hoog: Ontbreken van belangstelling van de directe leidinggevende voor de nieuw verworven vaardigheden (92%) Ontbreken van voorbeeldgedrag (88%) Het niet begeleiden van medewerkers bij het toepassen van de nieuwe vaardigheden (85%)

20 de transfer-matrix vóór tijdens na trainer HR deelnemer collega s directe leidinggevende

21 NOG EEN PAAR ELEMENTEN

22 De krachtige leeromgeving

23 Aanpak opleiding 1. Vooronderzoek: opdrachtgever/doelgroep 2. Inwerken in inhoud 3. Algemene doelstelling bepalen 4.Inhoud afbakenen 5. Uitwerken storyboard: opbouw thema s, spec. doel (logisch/pedagogisch), methode, werkvorm, timing

24 Aanpak opleiding 5. Uitwerken didactisch materiaal 6. Praktische zaken vastleggen

25 Doel Inhoud Opbouw Aanpak Timing Een lesplan uitwerken Voorzie een duidelijke link tussen je leerdoel en je lesplan. (bv per doel een blok in je plan) Bepaal de inhoud nodig om het leerdoel te bereiken Kies een logische of pedagogische opbouw voor de gekozen inhouden Beschrijf hoe je de inhoud op een gepaste manier bij de deelnemers brengt -> methode en werkvorm Schat de tijd realistisch in

26 Moeten wij dan alles slikken van de cliënten? Het zijn zij toch die agressief zijn? Waarom moeten wij dan een opleiding volgen? Waren we dan niet goed bezig? Wij investeren in opleiding en toch merken we geen verschil? Waarom stellen ze zich niet open voor feedback? Waarom denken ze altijd dat wij de cliënt voorttrekken? Agressie beleid

27 Preventie: de sterktedriehoek Behoefte aan autonomie In hoeverre val ik samen met mijn rol? Behoefte aan verbondenheid Behoefte aan competentie

28 Doel TTT Zicht op: je eigen en de nodige expertise rond omgaan met agressie de plaats van training binnen het agressiebeleid van de organisatie hoe volwassenen best leren binnen een professionele context het gepast begeleiden van rollenspelen rond dit thema

29 Doel TTT Kan je: een lesplan met gepaste werkvormen opstellen via gerichte interventies opleiding geven rond dit thema de nodige signalen analyseren en signaleren binnen de eigen organisatie inschatten of mensen klaar zijn voor een dergelijke training of eerst verdere opvang nodig hebben.