Datum van inontvangstneming : 19/06/2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Datum van inontvangstneming : 19/06/2012"

Transcriptie

1 Datum van inontvangstneming : 19/06/2012

2 n.opst.. Kenm.Nr ':>1. "_. J 1 EENSLUIDEND AFSCHRIFT van een minuut van de Rechtbank van eerste aanleg Te Brussel 1I18escbrevon in het register van bet Hof van ]UJtitie onder nr. -_Sl.Q~':'~H~ H" Eensluidend afschrift afgeleverd aan d p_arti " i",4! _1, ~_t-' \.. e J.w c:. " 1/\ I.J(Y.)f)tr,I/_) f( I~:~,'...il,,"... ( ~ ~'.,o:{,-~.j. s-, ;-:-1- Luxemburg, 0 3, H~_". 1./ / De Griffier, FILt / "---/ ~.. v deze Neergelegdop:;a 1,.,, """-"-,' Q ~1"" Mam MaDu~laFerreira... H....'- Hoofdadministrateur f.

3 ....s 22 STE KAMER RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE BRUSSEL 1 dagvaarding 14 conclusies A.R. Nr. 200S/11810/A "1 ff') ~«. I Elektriciteitsdecreet - Groenestroomcertificaten - administratieve boete 2005 V-TVA aangeboden op Tussenvonnis - op tegenspraak - prejudiciële vragen HV JEU - BR IN DE ZAAK: De N.V. ESSENT BELGIUM. met zetel te 2140 Antwerpen, Noordersingel 19, ingeschreven in de KBO onder het nummer , niet te registreren (hierna: Essent) Eiseres, Vertegenwoordigd door Meester David Haverbeke en Mter Vandorpe, advocaat te 1000 Brussel, Havenlaan 86c b 113; de ontvanger TEGEN: 1. De VLAAMSE REGULERINGSINSTANTIE VOOR DE ELEKTRCITEITS- EN GAS MARKT, publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap, ingeschreven in de KBO onder het nummer , vertegenwoordigd door haar Voorzitter, gevestigd te 1000 Brussel, Graaf De Ferrarisgebouw, t= verdieping, Koning Albert II laan 20, bus 19, Hierna: de VREG Eerste Verweerster, Vertegenwoordigd door Meester sven Vernaillen, advocaat te 2018 Antwerpen, Mechelsesteenweg 27; MEDE INZAKE 1. Het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering en voor wie optreedt de Vlaamse Minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie en wiens kabinet is gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein 7, Eerste tussenkomende partij, Vertegenwoordigd door Meester sven Vernaillen, voornoemd; 1

4 .. 2. De VLAAMSE GEMEENSCHAP, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, voor wie verder optreedt de Vlaamse Minister van Financiën, Belgroting en Ruimtelijke Ordening, wiens kabinet gevestigd is te 1210 Brussel, Koning Albert 11 laan 19, Tweede tussenkomende partij; Vertegenwoordigd door Meester Sven Vernai/len. * * * In deze zaak in beraad genomen op 24 januari 2012 spreekt de rechtbank volgend vonnis uit: De volgende procedurestukken werden op regelmatige wijze neergelegd: het exploot van dagvaarding van 30/9/2005 ten verzoeke van eiseres betekend aan verweerders; de conclusies van ESSENT, neergelegd ter griffie op 20/4/2006, 21/8/2006 en 21/11/2011; de conclusies van de VREG,neergelegd ter griffie van deze rechtbank op 20/1/2006, 22/5/2006, 20/9/2006, 23/12/2011; de conclusie van het VlAAMSE GEWEST, neergelegd ter griffie op 20/2/2006, 20/6/2006, 20/10/2006 en 23/12/2011; de conclusie van de VlAAMSE GEMEENSCHAP,neergelegd ter griffie op 20/3/2006, 19/7/2006, 20/11/2006; de stukkenbundel van ESSENT,neergelegd ter zitting van 24/1/2012; de stukkenbundel van het VlAAMSE GEWESTjVlAAMSE GEMEENSCHAP/VREG,neergelegd ter zitting van 27/3/2008 en 24/1/2012 ; De advocaten van partijen werden gehoord in hun pleidooien ter openbare zitting van 24 januari 2012, waarna de zaak in beraad werd genomen. I. FEITEN 1. Het geding heeft betrekking op een administratieve boete die werd opgelegd aan Essentdoor de VREGvoor het jaar Het wordt niet betwist dat Essent voor 2005 onderworpen was aan de in artikel 23, 1, van het Decreet van 17 juli 2000 (hierna: het Elektriciteitsdecreet) geformuleerde verplichting om jaarlijks vóór 31 maart een aantal groenestroomcertificaten voor te leggen aan de VREG.Dit diende voor de eerste maal te geschiedenvóór 31 maart Ook vóór 31 maart van elk daaropvolgend jaar diende dit opnieuw te geschieden. Op 8 maart 2005 (stuk 1 bundel VREG) richtte de VREGeen aangetekend schrijven aan Essent waarin haar gewezen werd op de plicht om vóór 31 maart 2005 een bepaald aantal groenestroomcertificaten voor te leggen, 2

5 berekend overeenkomstig artikel 23, 2 van het Elektriciteitsdecreet, alsook een bepaald aantal warmtekrachtcertificaten, in uitvoering van artikel 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering (hierna: BVR) van 5 maart 2004 houdende de openbare dienstverplichting ter bevordering van de elektriciteitsopwekking in kwalitatieve warmtekrachtinstallaties. Meer bepaald diende Essent groenestroomcertificaten (later teruggebracht naar zie stuk 4 bundel VREG)in te leveren. Essent verklaarde zich bij brief van 17 maart 2005 akkoord met het opgegeven aantal certificaten, zoals berekend door de VREG(stuk 2 bundel VREG). In dit schrijven stelt Essent verder dat "zij aan het quotum [voldoet} middels de inlevering van de volgende stukken die voldoen aan de definitie van artikel 2 van het Decreet" en dat "elk certificaat/garantie een opgewekte hoeveelheid groene stroom van lmwh (1000 kwh) [vertegenwoordigt} en is geproduceerd met aanwending van een door het Decreet erkende hernieuwbare energiebron': 5828 groenestroomcertificaten afkomstig van producenten gelegen in het Vlaamse Gewest; 2 garanties van oorsprong afkomstig van een windenergieproducent in Nederland; 4332 garanties van oorsprong afkomstig van waterkrachtproductie in Noorwegen, 2 certificaten afkomstig van een windenergieproducent in het Waalse Gewest 2 certificaten afkomstig van een producent die elektriciteit opwekt uit biomassa in het BrusselseGewest. Met een schrijven van 22 maart 2005 antwoordde de VREG dat de certificaten afkomstig van productie-installaties. gelegen in het Brusselse Gewest, het Waalse Gewest, Nederland en Noorwegen, gelet op de huidige stand van de wetgeving, niet konden worden aanvaard (stuk 3 bundel VREG). Bij schrijven van 15 april 2005 besloot de VREG dan ook dat er groenestroomcertificaten ontbraken en dat zij zodoende overwoog om een administratieve geldboete op te leggen van X 125 euro = euro: " 1. Betreffende de aanvaarding van de ingeleverde qroenestroomcertificaten Per 31 maart heeft de VREG vastgesteld dat uw firma het volgend aantal groenestroomcertificaten wenste voor te leggen: groenestroomcertificaten afkomstig van producenten gelegen in het VlaamsGewest en dus uitgereikt door de VREG; certificaten afkomstig van producenten gelegen in het Brusselseen Waalsegewest, Nederland en Noorwegen, 3

6 De groenestroomcertificaten afkomstig van producenten gelegen in het VlaamsGewest en dus uitgereikt door de VREGworden 'uiteraard aanvaard in het kader van de quotumverplichting, De overige certificaten, afkomstig van producenten, gelegen in het Brusselse en Waalse gewest, Nederland en Noorwegen kunnen wij helaas niet aanvaarden gelet op de huidige stand van de wetgeving. Dit werd u trouwens reeds voorspeld bij aangetekend schrijven van de VREGvan 22 maart 2005 met referte AP/LS/ /8879/ Artikel 25 van het Elektriciteitsdecreet machtigt de Vlaamseregering inderdaad om, na advies van de VREG,rekening houdende met het bestaan van gelijk of gelijkwaardige garanties inzake de aflevering van dergelijke certificaten, certificaten te aanvaarden voor groene stroom die niet geproduceerd is in het Vlaamsegewest. Op heden bestaat er echter geen besluit van de Vlaamseregering op basis van dit arokel 25 van het Elektriciteitsdecreet waarin bepaald wordt dat ook certificaten die werden toegekend voor groene stroom die werd geproduceerd buiten het Vlaams Gewest aanvaardbaar zijn. Bij gebreke hieraan dient bijgevolg geconcludeerd te worden dat op dit moment enkel Vlaamse groenestroomcertificaten aanvaardbaar zijn voor de certificatenverplichting, bedoeld in artikel 23 van het Elektriciteitsdecreet Artikel 15van het besluit van de Vlaamseregering van 5 maart 2004,inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen, zoals gewijzigd door het besluit van 25 februari 2005, heeft - zoals u vermeldt de geografische beperking opgeheven voor de aanvaardbaarheid van groenestroomcertificaten in het kader van de quotumverplichting. Er is echter nergens een regeling die de criteria vastlegt voor de gelijkheid of de gelijkwaardigheid van certificaten uit andere gewesten of landen, zoals bedoeld in artikel 25 van het Elektriciteitsdecreet. Het door u aangehaalde Besluit van 25 februari 2005 vermeldt als rechtsgrond dan ook uitdrukkelijk artikel 24 1 van het Elektriciteitsdecreet, en niet artikel 25. De VREGkan hier niet omheen. Bovendien heeft het feit dat de VREG in het verleden in het kader van de gratis distributie of in het kader van de rapporteringsverplichting van de brandstofmix van de geleverde elektriciteit op de factuur, elders geproduceerde elektriciteit mee in aanmerking genomen heeft bij het bepalen van de hoeveelheid geleverde groene stroom niets te maken met de hier aan de orde zijnde quotumverplichting tot inleveren van groenestroomcertificaten. De VREG kan dan ook niet anders dan de certificaten die niet afkomstig zijn van producenten gelegen in het Vlaamse gewest,.waarmee u uw tekort aan ingeleverde Vlaamse groenestroomcertificaten poogde in te vullen, te weigeren, bij gebreke van een gedetailleerde wettelijke regeling aangaande de gelijkwaardigheid ervan met de certificaten uitgereikt door de VREG." Een hoorzitting vond plaats op 4 mei Bij schrijven van 24 mei 2005 werd door de VREG aan Essent medegedeeld dat zij op 17 mei 2005 beslist had om een boete op te leggen van ,00 euro overeenkomstig artikel 37, 2 van het Elektriciteitsdecreet. 4

7 3. Eiseres stelde hieropvolgend een procedure in voor de Raad van State dd. 13 juni 2005 ter vernietiging van deze beslissing(en). De Raad van State heeft zich door middel van haar arrest van 1 februari 2010 met het nr onbevoegd verklaard om deze procedure te behandelen. De Vlaamse Gemeenschap, tweede tussenkomende partij, zou volgens eiseres via de Centrale Invorderingscel van haar Afdeling Financieel Management, op 5 september 2005 aan eiseres een ingebrekestelling, voorafgaand aan gedwongen uitvoering binnen dertig dagen, overgemaakt hebben inzake betaling van de opgelegde geldboete voor een bedrag van EUR Op 30 september 2005 heeft eiseres de VREG, het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschapgedagvaard voor deze Rechtbank. 11. VOORWERP VAN DE VORDERINGEN 4. De vordering van Essent zoals geformuleerd in haar aanvullende en synthesebesluiten, strekt ertoe: " Voorafgaand, overeenkomstig de beschikking genomen door Uw Rechtbank op grond van art. 30 Ger. W. huidige zaak, voor zover Uw Rechtbank dit nodig acht, samen te voegen met: Essent Belgium t.jvreg - Groenestroom 2006: A.R Essent Belgium t./vreg- Groenestroom 2007: A.R Essent Belgium t/vreg - Groenestroom 2008: A.R Essent Belgium t.jvreg - Groenestroom 2009: A.R Alvorens recht te spreken en voor zover uw Rechtbank dit nodig acht, op grond van artikel 19, al. 2 Ger. W. uw Rechtbank de volgende prejudiciële vragen te horen stellen aan het Europese Hof van Justitie: 1. Schendt de reglementering van een Lidstaat, in casu het Vlaamse decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in samenhang gelezen met het besluit van de Vlaamse regering van 25 februari 2005 inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen zoals toegepast door de VREG, die voor de quota inzake groenestroomcertificaten enkel certificaten voor groene stroom opgewekt in Vlaanderen aanvaardt en, louter op basis van de geografische oorsprong, certificaten toegekend aan gelijkwaardige groene stroom opgewekt in andere Lidstaten weigert, artikel 28 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschapen/or de beginselen van de interne energiemarkt voorzien in de toenmalige richtlijnen 96/92/EG betreffende de gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en 2003/54/EG van het Europees.Parlement en de Raad van 26 juni 1996 betreffende de gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG, zeker wanneer deze autoriteiten zich, om een inbreuk tegen de regels betreffende de interne markt te vermijden, uitdrukkelijk voor de Europese Commissie 5

8 hebben verbonden om invoerders van elektriciteit de mogelijkheid te geven aan te tonen dat zij groene stroom hebben ingevoerd en bij de berekening van het aantal verplicht aan te kopen certificaten hiermee rekening te houden en de reguleringsinstantie hebben gemachtigd om de echtheid van de buiten het Vlaams Gewest afkomstige groenestroomcertificaten na te gaan door de certificaten van oorsprong van de elektriciteit te controleren? 2. Schendt de reglementering van een Lidstaat, in casu het Vlaamse decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in samenhang gelezen met het besluit van de Vlaamse regering van 25 februari 2005 inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen zoals toegepast door de VREG, die voor de quota inzake groenestroomcertificaten enkel certificaten voor groene stroom opgewekt in Vlaanderen aanvaardt en, louter op basis van de geografische oorsprong, certificaten toegekend aan gelijkwaardige groene stroom opgewekt in andere Lidstaten weigert, artikelen 1tot 6 van de toenmalige Europese richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt. 3. Schendt de reglementering van een Lidstaat, in casu het Vlaamse decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in samenhang gelezen met het besluit van de Vlaamse regering van 25 februari 2005 inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen zoals toegepast door de VREG, die voor de quota inzake groenestroomcertificaten enkel certificaten voor groene stroom opgewekt in Vlaanderen aanvaardt en, louter op basis van de geografische oorsprong, certificaten toegekend aan gelijkwaardige groene stroom opgewekt in andere Lidstaten weigert, het.gelijkheidsbeginsel en verbod tot discriminatie zoals onder meer vervat in artikel 12 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschapen artikel 3 van de toenmalige richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26juni 1996betreffende de gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92jEG, zeker wanneer deze autoriteiten zich, om een inbreuk tegen de regels betreffende de interne markt te vermijden, voor de Europese Commissie hebben verbonden om invoerders van elektriciteit de mogelijkheid te geven aan te tonen dat zij groene stroom hebben ingevoerd en, voor de in aanmerking komende verdelers die kunnen bewijzen dat zij ingevoerde groene stroom hebben gekocht, bij de berekening van het aantal verplicht aan te kopen certificaten rekening te houden met dit feit? 4. Dienen artikel 34 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie en de beginselen van de interne energiemarkt voorzien in richtlijnen 2003/54/EG betreffende de gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en 'houdende intrekking van Richtlijn 2003/54/EG zo te worden uitgelegd 6

9 dat zij zich verzetten tegen de reglementering van een Lidstaat, in casu het Vlaamse decreet van 17juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in samenhang gelezen met het besluit van de Vlaamseregering van 25 februari 2005 inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen zoals toegepast door de VREG, die voor de quota inzake groenestroomcertificaten enkel certificaten voor groene stroom opgewekt in Vlaanderen aanvaarden, louter op basis van de geografische oorsprong, titels toegekend aan gelijkwaardige groene stroom opgewekt in andere Lidstaten weigert, zeker wanneer deze autoriteiten zich, om een inbreuk tegen de regels betreffende de interne markt te vermijden, uitdrukkelijk voor de Europese Commissie hebben verbonden om invoerders van elektriciteit de mogelijkheid te geven aan te tonen dat zij groene stroom hebben ingevoerd en bij de berekening van het aantal verplicht aan te kopen certificaten hiermee rekening te houden en de reguleringsinstantie hebben gemachtigd om de echtheid van de buiten het Vlaams Gewest afkomstige groenestroomcertificaten na te gaan door de certificaten van oorsprong van de elektriciteit te controleren? In hoofdorde, inzake A.R. 05/11810/A: De vordering ontvankelijk en gegrond te verklaren en, bijgevolg, uw Rechtbank te horen zeggen naar recht dat de beslissingen van verweerster van 15 april 2005 en 24 mei 2005 houdende oplegging van een administratieve geldboete onwettig zijn en, ten gevolge hiervan, de aan eiseres opgelegde geldboetes ten bedrage van EUR niet verschuldigd te horen verklaren en te horen verbieden deze administratieve geldboete uit te voeren; De tegenvordering van tussenkomende partij onontvankelijk, minstens ongegrond, te horen verklaren. Het tussen te komen tussenvonnis uitvoerbaar- bij voorraad te verklaren, met uitsluiting van borgstelling en de mogelijkheid tot kantonnement Tenslotte, Verweerster te horen verklaren alle nodige handelingen te stellen om zich te conformeren naar de beslissing van uw Rechtbank. In ieder geval, Verweerster te horen veroordelen tot betaling van de kosten van het geding, met inbegrip van de rechtsplegingvergoeding, voorlopig begroot in hoofde van eiseres op het wettelijk voorziene maximumbedrag van EUR.'~ De VREGbesluit als volgt: "De vordering van eiseres, voor zover ontvankelijk, af te wijzen als ongegrond, zodoende eiseres er van af te wijzen; Eiseres te veroordelen tot de kosten van het geding, inclusief de rechtsplegingsvergoeding, in hoofde van concluante begroot op EUR.", Het VlaamseGewestvordert "Rechtdoende op de vordering tot tussenkomst; 7

10 jt De dagvaarding nietig te verklaren gelet op art 702, 3 Ger. Wboen art 861 Ger. Wb; Minstens de vordering tot tussenkomst onontvankelijk te verklaren bij gebrek aan belang in hoofde van eiseres; Voor het overige de hoofdvordering te verwerpen als onontvankelijk, minstens ongegrond Tevens het verzoek tot het stellen van prejudiciële wijzen; vragen als ongegrond af te Eiseres alleszins te veroordelen tot de kosten van het geding met inbegrip rechtsplegingsvergoeding begroot op Euro. van de Rechtdoende op de vordering op tegeneis; Aan conc/uante akte te verlenen van haar tegeneis en deze ontvankelijk gegrond te verklaren; en Dienvolgens eiseres op hoofdeis te veroordelen tot de betaling van een vergoeding wegens tergend of roekeloos geding ten bedrage van Euro.''. De Vlaamse Gemeenschap vordert: \\Rechtdoende op de vordering tot tussenkomst; De dagvaarding nietig te verklaren gelet op art. 702, 3 Ger. Wbo en art 861 Ger. Wb; Minstens de vordering tot tussenkomst onontvankelijk te verklaren bij gebrek aan belang in hoofde van de eisende partij; Voor het overige de hoofdvordering te verwerpen als onontvankelijk, minstens ongegrond Tevens het verzoek tot het stellen van prejudiciële wijzen; vragen als ongegrond af te Eiseres alleszins te veroordelen tot de kosten van het geding met inbegrip recht5plegingsvergoeding begroot op 356,97 euro van de Rechtdoende op de vordering op tegeneis; Aan conc/uante akte te verlenen van haar tegeneis en deze ontvankelijk gegrond te verklaren; en Dienvolgens eiseres op hoofdeis te veroordelen tot de betaling van een vergoeding wegens tergend of roekeloos geding ten bedrage van Euro. " nr, SAMENHANG 8

11 5. Hoewel ten dele dezelfde bepalingen en principes van toepassing zijn, is er geen aanleiding om in te gaan op de vraag van eiseres om de aangehaalde zaken samen te voegen. Samenhangveronderstelt immers dat er een zo nauwe band bestaat tussen de zaken dat het wenselijk is ze samen te behandelen ten einde oplossingen te vermijden die onverenigbaar kunnen zijn. Het feit dat een administratieve boete voor een bepaald jaar niet verschuldigd zou zijn, is niet onverenigbaar met het feit dat voor een ander jaar deze boete niet zou verschuldigd zijn en vice versa. IV. BEOORDELING DE HOOFDVORDERING 1. Ontvankelijkheid Uitputting administratief beroep 6. De VREGvoert aan dat eiseres geen gebruik heeft gemaakt van de in artikel 37, 5 van het Elektriciteitsdecreet voorziene beroepsmogelijkheid. Daardoor zou de bestreden beslissing definitief zijn geworden en het tekort aan groenestroomcertificaten zou aldus vaststaan Uit de bestreden beslissing van 24 (17) mei 2005 blijkt dat het beroep bij de VREGdoor middel van een aangetekend schrijven binnen een termijn van tien dagen enkel is bedoeld" om technische fouten te vermijden zoals een rekenfout' (stuk 7 bundel VREG - p. 4). Nu het beroep van eiseres geen betrekking heeft op een technische fout - zoals blijkt uit de aangevoerde middelen, was zij niet gehouden om het administratief beroep van artikel 35, 7 van het Elektriciteitsdecreet uit te oefenen. Het stellen van de voorwaarde dat het administratief beroep eerst moet zijn uitgeput, is enkel zinvol indien de administratieve beroepsinstantie (in casu de VREG) een effectief wettigheidstoezicht kan uitoefenen en zij derhalve zelf een onwettige bestuurshandeling buiten toepassing kan laten (zie ALEN, A. en THEUNIS, J., Praktische vragen over de exceptie van onwettigheid in artikel 159 van de Grondwet, in X, Themis Cahier nr. 54, Staatsrecht, Brugge, Die Keure, 2009, p. 15). 8. Het loutere feit dat eiseres bewust een tekort heeft nagestreefd, is niet relevant. Het komt uitsluitend aan eiseres toe, in het kader van het door haar gevoerde beleid en haar handelingsvrijheid, om te beslissen welke certificaten zij op een bepaald ogenblik inlevert. Deze beslissing is niet v.atbaarvoor kritiek van verweerders, noch van de rechtbank. Nietigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van de vordering opzichtens het VlaamseGewest en de VlaamseGemeenschap 9. Het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap stellen dat de dagvaarding nietig zou zijn, omdat daaruit niet zou blijken waartoe de tussenkomst zou strekken. Eiseres zou geen enkele vordering hebben 9

12 gesteld tegen het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap. Het Gewest en de Gemeenschap beroepen zich aldus op de "exceptio obscuri libelli". De rechten van verdediging van het Vlaamse Gewest en/of de Vlaamse Gemeenschap zouden hierdoor zijn aangetast. Het Vlaamse Gewest 10. Eiseres stelt dat het Vlaamse Gewest werd gedagvaard in gemeenen bindendverklaring van het tussen te komen vonnis. Hoewel deze vordering niet uitdrukkelijk wordt vermeld in de dagvaarding, blijkt hieruit wel wat aan het Vlaamse Gewest wordt verweten, met name onder meer het in gebreke blijven te voldoen aan zijn Europeesrechtelijke verplichtingen (p. 28 van de dagvaarding) en het niet-respecteren van de beginselen van behoorlijk bestuur (p. 32 van de dagvaarding). Aldus blijkt duidelijk waarom het Vlaamse Gewest werd betrokken bij de zaak en is voldaan aan de vereisten van artikel 702, 3 0 Ger.W. 11. Het vereiste belang moet minder strikt worden uitgelegd in geval van een gedwongen tussenkomst strekkende tot gemeenverklaring, omdat geen veroordeling wordt nagestreefd. Er is sprake van een voldoende belang indien een latere vordering of een later rechtsmiddel niet uitgesloten zijn. De eiser dient aan te tonen dat hij er belang bij heeft zich tegenover de derde te" kunnen beroepen op het gezag van gewijsde. In casu valt niet uit te sluiten dat eiseres in een navolgend geding het Vlaamse Gewest zou aanspreken wegens mogelijke schending van rechtstreeks werkende verdragsbepalingen. In elk geval kan niet worden gesteld dat het Vlaamse Gewest volkomen vreemd zou zijn aan de betwisting tussen eiseres en de VREG. Uit niets blijkt dat de tussenkomst Gewest betoogt. louter dilatoir zou zijn, zoals het Vlaamse Eiseres geeft aldus blijk van een voldoende belang ten aanzien van het Vlaamse Gewest. Vlaamse Gemeenschap 12. De Vlaamse Gemeenschap stelt dat de vordering onontvankelijk is daar zij geen enkele bevoegdheid heeft om in de procedure van artikel 23 van het Elektriciteitsdecreet en artikel 37, 2 van het Elektriciteitsdecreet tussen te komen. Zij stelt dat het energiebeleid tot de gewestelijke aangelegenheden behoort. 13. In dat verband bepaalt artikel 37 6 van het Elektriciteitsdecreet dat de Vlaamse regering de ambtenaren aanwijst die gelast zijn dwangbevelen te geven en uitvoerbaar te verklaren. Artikel 1 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor het Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder 10

13 ressorteren, zoals gewijzigd door het Besluit van de Vlaamse regering van 4 jull 2003, duidt de ambtenaren van de administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap aan om de niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen. Uit deze bepaling kan evenwel niet worden afgeleid dat de Vlaamse Gemeenschap bevoegd zou zijn voor het innen van de opgelegde boete, zoals Essentvoorhoudt. Het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap zijn onderscheiden rechtspersonen (artikel 3 en 82 van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. ). Artikel 1, 1 van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen bepaalt dat het Parlement en de Regering van de Vlaamse Gemeenschap bevoegd zijn voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 59bis van de Grondwet en dat zij in het Vlaamse Gewest de bevoegdheden van de gewestorganen uitoefenen voor de aangelegenheden bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet. Artikel 3 van dezelfde wet voorziet dat voor het Vlaamse Gewest de attributen van de rechtspersoonlijkheid overeenkomstig die wet, inzonderheid artikel 1, worden uitgeoefend. Het loutere feit dat het "Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap" stappen heeft ondernomen voor het innen van de opgelegde boete (zie in dat verband stuk 7 bundel VREG - de andere "ingebrekestellingen" worden door geen van de partijen voorgelegd), heeft aldus niet tot gevolg dat de administratie van de Vlaamse Gemeenschap hiermee een (eigen) bevoegdheid heeft uitgeoefend. Het "Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap" betreft een overkoepelende benaming voor de diensten van de Vlaamse Regering, die zowel gemeenschaps- als gewestbevoegdheden uitoefenen, naar gelang het geval. Eiseresbetwist overigens niet dat de Vlaamse Gemeenschapniet bevoegd is wat betreft het energiebeleid. Deze is aldus volkomen vreemd aan de betwisting tussen eiseres, de VREGen het Vlaamse Gewest. Uit hetgeen voorafgaat moet besloten worden dat de vordering opzichtens de Vlaamse Gemeenschap ongegrond is. De Vlaamse Gemeenschap moet dan ook buiten zake worden gesteld. 2. Ten gronde 2.1. Reglementair kader 14. Op Europees niveau zijn de volgende wetgevende akten van belang: Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit; Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebron-nen op de interne elektriciteitsmarkt; 11

14 Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG; Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raadvan 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG (PB L 211 van , blz ) 15. Op Vlaams gewestelijk niveau werd uitvoering gegeven aan deze akten door onder meer het Elektriciteitsdecreet. Het Elektriciteitsdecreet werd inmiddels opgeheven bij decreet van 8 mei 2009, met inwerkingtreding op 1 januari Artikel 23 van het Elektriciteitsdecreet voorzag in een quotum voor de inlevering van groenestroomcertificaten en luidde als volgt: '' 1. Iedere leverancier die elektriciteit levert aan eindafnemers aangesloten op het distributienet of het transmissienet is verplicht 'jaarlijks voor 31 maart aan de reguleringsinstantie het aantal groenestroomcertificaten voor te leggen dat bepaald wordt met toepassing van 2. Voor de elektriciteit die door de houders van een leveringsvergunning via het distributienet wordt geleverd aan eindafnemers, gebeurt de eerste voorlegging van groenestroomcertificaten in het jaar Voor de elektriciteit die door de leveranciers via het transmissienet wordt geleverd aan eindafnemers, gebeurt de eerste voorlegging van groenestroomcertificaten in het jaar In afwijking van 2 gebeurt voor de elektriciteit die door de netbeheerders wordt geleverd aan eindafnemers de eerste en laatste voorlegging van groenestroomcertificaten in De bepaling in het vierde lid is met van toepassing voor de levering van de hoeveelheid elektriciteit, bedoeld in artikel 18bis, als de netbeheerder zelf de elektriciteit levert. Voor de toepassing van het eerste lid worden de leveringen van de hoeveelheid elektriciteit, bedoeld in artikel 18bis, door een houder van een leveringsvergunning aan een eindafnemer van de netbeheerder, als een levering van deze houder van een leveringsvergunning aan de eindafnemer beschouwd.,. 2. Het aantal groenestroomcertificaten dat door een leverancier in een bepaald jaar n moet worden voorgelegd, wordt vastgesteld met de formule: C=GxEv waarbij : C gelijk is aan het aantal voor te leggen certificaten, uitgedrukt in MWh (1 000 kwh); Ggelijk is aan : 1 0,008 op 31 maart 2003; 2 0,012 op 31 maart 2004; 3 0,020 op 31 maart 2005; 4 0,025 op 31 maart 2006; 5 0,030 op 31 maart 2007; 6 0,0375 op 31 maart 2008; 12

15 7 0 ~0450 op 31 maart 2009;..8 0 ~0525 op 31 maart 2010; 9 0 ~0600 op 31 maart 2011; Ev gelijk is aan de totale hoeveelheid elektriciteit, uitgedrukt in MWh, die door de leverancier werd geleverd aan zijn eindafnemers in het jaarn-1. In afwijking van het eerste lid wordt Ev verminderd met de volgende hoeveelheden: loper afnamepunt waaraan één of meerdere leveranciers in het jaar n-t in de eerste verbruiksschijf van MWh tot MWh heeft geleverd, 25% van het verschil tussen deze geleverde hoeveelheid elektriciteit uitgedrukt in MWh en MWh; 2 0 per afnamepunt waaraan één of meerdere leveranciers in het jaar n-i in de tweede verbruiksschijf van meer dan MWh heeft geleverd, 50% van het verschil tussen deze geleverde hoeveelheid elektriciteit uitgedrukt in MWh en MWh." Overeenkomstig artikel 24 van het Elektriciteitsdecreet was het aan de Vlaamse Regering om de uitvoeringsregelen vast te stellen met betrekking tot de aflevering van groenestroomcertificaten alsook welke groenestroomcertificaten in aanmerking komen voor het voldoen van de quoturnverpltchtlnq : "De Vlaamse regering stelt de nadere toepassingsregels en procedures vast voor het toekennen van groenestroomcertificaten, vermeld in artikel 22, en bepaalt welke certificaten in aanmerking komen voor het voldoen aan de verplichting, bedoeld in artikel 23. De Vlaamse regering bepaalt onder welke omstandigheden het voorleggen van het aantal groenestroomcertificaten, bedoeld in artikel 23, 2, geheel of gedeeltelijk kan worden vervangen door het voorleggen van een aantal groenewarmtecertificaten, als bedoeld in artikel 3, 230, van het decreet van 6 juli 2001 houdende de organisatie van de gasmarkt " Artikel 25 van het Elektriciteitsdecreet voorzag tenslotte ook in een afzonderlijke machtiging aan de Vlaamse Regering voor het aanvaarden van certificaten, uitgereikt in een andere lidstaat of in een ander gewest dan het Vlaamse Gewest: "Onverminderd artikel 23, 1 en 2, wordt de Vlaamse regering gemachtigd om, na advies van de reguleringsinstantie, rekening houdende met het bestaan van gelijke of gelijkwaardige garanties "inzake de aflevering van dergelijke certificaten, certificaten te aanvaarden voor groene stroom die niet is geproduceerd in het VlaamseGewest./~ Artikel 37, 2 van het Elektriciteitsdecreet luidt als volgt: " 2. Onverminderd 1, bedraagt het bedrag van de administratieve geldboete voor een overtreding van artikel 23, 1, 75 euro per ontbrekend certificaat op 31 maart 2003 en 100 euro per ontbrekend certificaat op 31 maart Vanaf 31 maart 2005 wordt de boete 13

16 bepaald op 125 euro per ontbrekend certificaat. Vanaf31 maart 2015 wordt de boete bepaald op 100 euro per ontbrekend certificaat" 16. Artikel 24 van het Elektriciteitsdecreet werd door de Vlaamse Regering uitgevoerd bij artikel 8 van het Besluit van de Vlaamse Regering (BVR) van 28 september 2001 van de Vlaamse regering inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen: '' 1. Voor het voldoen aan de verplichting opgelegd aan de netbeheerders en houders van een leveringsvergunning ingevolge artikel 23 van het Elektriciteitsdecreet, aanvaardt de reguleringsinstantie enkel de groenestroomcertificaten die worden toegekend voor elektriciteit opgewekt in het Vlaams Gewest of in gebieden zoals bedoeld in artikel 6 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt door middel van: 1 zonne-energie; 2 windenergie; 3 waterkracht < 10 MW; 4 getijdenenergie en golfslagenergie; 5 geothermie; 6 biogas dat voortkomt uit de vergisting van organisch-biologische stoffen hetzij in storten, hetzij in vergistingsinstallaties; 7 dierlijke mest, inclusief het daaruit opgewekte biogas; 8 biomassa, inclusief het daaruit opgewekte biogas, indien ze niet samen met restafval verwerkt wordt; "'9 de energie opgewekt uit organisch-biologische stoffen afkomstig van de volgende afvalstromen die niet onder de definitie van biomassa vallen, inclusief het daaruit opgewekte biogas, en indien die stoffen niet samen met restafval verwerkt worden: a) dierlijk afval; b) bermmaaisel; c) groente-, fruit- en tuinafval; d) groenafval; e) organisch-biologisch afval dat selectief ingezameld wordt of dat gesorteerd wordt uit restafval; f) zuiveringsslib; g) frituuroliën. 2. Groenestroomcertificaten worden slechts aanvaard tijdens het productiejaar dat op het certificaat vermeld staat en de vijf daaropvolgendejaren. Elke certificaatplichtige is evenwel verplicht alle certificaten in zijn eigendom in te leveren voor zover nodig om te voldoen aan artikel 23 van het Elektriciteitsdecreet of nodig voor de verkoop van groene stroom zoals bepaald in artikel Elke certificaatplichtige is verplichtjaarlijks vóór 31 december aan "de reguleringsinstantie de registratienummers van de groenestroomcertificaten mee te delen die hij wenst in te leveren om te voldoen aan de verplichting, bepaald in artikel 23 van het Elektriciteitsdecreet" (onderstreping door de rechtbank). 14

17 Verder voorzag dit besluit inzake de verkoop van groene stroom in artikel 13 oorspronkelijk dat: "De verkoop in het VlaamseGewest van een hoeveelheid elektriciteit aan eindafnemers onder de benaming «groene stroom» of onder soortgelijke benamingen is enkel toegestaan overeenkomstig de extra groenestroomcertificaten die de betrokken leverancier heeft ingeleverd, boven op de certificaten die hij heeft ingeleverd volgens artikel 8, 1, om geheel of gedeeltelijk te voldoen aan de verplichting van artikel 23 van het Elektriciteitsdecreet. De extra certificaten moeten voldoen aan de voorwaarden, genoemd in hoofdstuk IV. -Dere certificaten mogen echter toegekend zijn voor elektriciteit, opgewekt buiten het Vlaamse Gewest of buiten de gebieden, genoemd in artikel 6 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, op voorwaarde dat in het land of de regio waarin de certificaten werden toegekend, eveneens een minimum aantal certificaten ingeleverd moet worden," Dit besluit werd vervangen door het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 (inwerkingtreding 2 april 2004) inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen. Artikel 15 van voormeld Besluit bepaalt welke certificaten in aanmerking konden worden genomen om te voldoen aan de verplichting van artikel 23 van het Elektriciteitsdecreet. " 1. Voor het voldoen aan de certificatenverplichting aanvaardt de VREGenkel de groenestroomcertificaten die worden toegekend voor elektriciteit, opgewekt in het Vlaamse Gewest of in gebieden zoals bedoeld in artikel 6 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt door middel van: 1 Zonne-energie; :'2 Windenergie; 3 Waterkracht < 10 MW; 4 Getijdenenergie en golfslagenergie; 5 Aardwarmte; 6 Biogas voortkomend uit de vergisting van organisch-biologische stoffen. a) in vergistingsinstallaties; b) in stortplaatsen; 7 Energie opgewekt uit volgende organisch-biologische stoffen : a) producten, bestaande uit plantaardige materialen of delen daarvan van landbouw of bosbouw; b) dierlijke mest; c) organisch-biologischeafvalstoffen die selectief ingezameld werden en niet in aanmerking komen voor materiaalrecyc/age of worden verwerkt conform de bepalingen van het van toepassing zijnde sectorale uitvoeringsplan; d) organisch-biologische afvalstoffen die gesorteerd worden uit restafval en niet in aanmerking komen voor materiaalrecyc/age of worden verwerkt conform de bepalingen van het van toepassing zijnde sectorale uitvoeringsplan; '. e) het organisch-biologisch deel van restafval, op voorwaarde dat de 15

18 betrokken verwerkingsinstallatie door energierecuperatie een primaire energiebesparing realiseert van minstens 35 % van de energie-inhoud van de afvalstoffen verwerkt in de installatie. 2. De groenestroomcertificaten die naar het buitenland werden uitgevoer~ worden niet aanvaard voor het voldoen aan de certificatenverplichting." (onderstreping door de rechtbank). Bij Besluit van 25 februari 2005 (inwerkingtreding 8 maart 2005) werd het artikel 15 van het BVR van 5 maart 2004 vervangen door de volgende bepaling: " 1. Voor het voldoen aan de certificatenverplichting aanvaardt de VREGenkel de groenestroomcertificaten die worden toegekend voor elektriciteit, opgewekt door middel van: 1 Zonne-energie;.. 2 Windenergie; 3 Waterkracht < 10 MW; 4 Getijdenenergie en golfslagenergie; 5 Aardwarmte; 6 Biogas voortkomend uit de vergisting van organisch-biologische stoffen: a) in vergistingsinstallaties; b) in stortplaatsen; 7 Energie opgewekt uit volgende organisch-biologische stoffen : a) producten, bestaande uit plantaardige materialen of delen daarvan van landbouw of bosbouw; b) dierlijke mest; c) organisch-biologische afvalstoffen die selectief ingezameld werden en niet in aanmerking komen voor materiaalrecyc/age of worden verwerkt conform de bepalingen van het van toepassing zijnde ~wmkwwremg~m~. d) organisch-biologische afvalstoffen die gesorteerd worden uit restafval en niet in aanmerking komen voor materiaalrecyclage of worden verwerkt conform de bepalingen van het van toepassing zijnde sectorale uiwoeringsplan;.: e) het organisch-biologisch deel van restafval, op voorwaarde dat de betrokken verwerkingsinstallatie door energierecuperatie een primaire energiebesparing realiseert van minstens 35 % van de energie-inhoud van de afvalstoffen verwerkt in de installatie. 2. De groenestroomcertificaten die naar het buitenland werden uitgevoer~ worden niet aanvaard voor het voldoen aan de certificatenverplichting.". Partijen zijn het er kennelijk over eens dat het deze bepaling is, in werking getreden op 8 maart 2005, die van toepassing is op het onderhavige geding (zie onder meer de verwijzing naar dit Besluit in de brief van Essent van 17 maart 2005 (verkeerdelijk gedateerd op 17/3/2004) en de brief van de VREG van 22 maart stukken 2 en 3 bundel VREG). Eiseres heeft tegen onder meer artikel 15 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 (in zijn oorspronkelijke versie) een schorsingsberoep en een annulatieberoep ingesteld bij de Raad van State, 16

19 dat gedeeltelijk is gesteund op dezelfde middelen als deze die thans worden aangevoerd. In de zaak A jIX-4480 van de Raad van State is bij arrest nr van 23 december 2004 de schorsing van de tenuitvoerlegging van de artikelen 15 en 18 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004 bevolen, en is de vordering tot schorsing van eiseres voor het overige verworpen. In dit arrest overwoog de Raad: "4.3.1 Overwegende dat artikel 18 van het bestreden besluit nog altijd de kosteloze distributie van groene stroom beperkt nu niet meer tot de elektriciteit opgewekt in een installatie die aangesloten is op een distributienet gelegen in het Vlaams Gewest, maar wel tot de elektriciteit opgewekt in een productie-installatie die haar elektriciteit rechtstreeks injecteert in een in België gelegen distributienet, dat uit de door de verwerende partij overgelegde bewijsgegevens niet opgemaakt kan worden dat, in de nieuwe regeling, producenten uit het Waalse en het Brusselse Gewest die stroom injecteren op het distributienet binnen hun Gewest het voordeel van de nieuwe regeling -kunnen genieten, aangezien zij geen tegenbewijs levert van het door verzoekster uiteengezette standpunt dat er feitelijke belemmeringen bestaan om stroom die in Wallonië of Brussel op het distributienet geplaatst is uiteindelijk langs het Vlaams distributienet bij de eindgebruiker te brengen; dat met andere woorden, verzoekster terecht stelt dat de nieuwe regeling in feite geen verandering brengt in de situatie die door de Raad van State strijdig bevonden is met de bijzonder wet tot hervorming der instellingen; dat voorts de partijen ook geen bijkomende gegevens voorleggen die de Raad van State er zouden toe nopen het in het arrest nr van 12januari 2004 uiteengezette standpunt aangaande de invloed van het engagement dat het Vlaams Gewest heeft aangegaan inzake de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, te heroverwegen; dat, om de redenen uiteengezet in de overwegingen 4.5. van het arrest nr , het eerste onderdeel van het middel om die reden ernstig wordt bevonden; Overwegende dat, binnen hetzelfde reglementair kader, de verplichting die door artikel 15, 1, van het bestreden besluit aan de leveranciers van elektriciteit wordt opgelegd om het voldoen aan hun -decretete verplichtingen te bewijzen met certificaten toegekend voor elektriciteit opgewekt in het Vlaams Gewest of in het zeegebied waarover Belgiëjurisdictie heeft, op dezelfde wijze het artikel 6, 1, V.z;.BWHI miskent in de mate dat de certificaten voor stroom opgewekt in het Brusselse of het Waalse Gewest door de Vlaamse overheid worden geweigerd; dat in de huidige stand van het geding het eerste onderdeel van het middel ook te dien aanzien ernstig is'. In zijn arrest van 19 mei 2010 heeft de Raad ten gronde één middel van eiseres tegen deze bepaling verworpen en vervolgens de debatten heropend ten einde de auditeur toe te laten de andere middelen van eiseres te onderzoeken. 17

20 2.2. Controlebevoegdheid van de rechtbank 17, Partijen zijn het oneens over de vraag hoever de controlebevoegdheid van de rechtbank in het kader van het onderhavige geding reikt ten aanzien van de bestreden beslissingen. De VREGen het Vlaamse Gewest zijn van oordeel dat de VREG bij het nemen van een beslissing aangaande de door eiseres ingeleverde groenestroomcertificaten over een gebonden bevoegdheid beschikt op grond van artikel 37, 2 van het Elektriciteistdecreet. Zij verwijst in dat verband naar een arrest van het Grondwettelijk Hof van 28 september Eiseres is het hier slechts gedeeltelijk mee eens en stelt dat de gebonden bevoegdheid enkel slaat op de bepaling van het bedrag van de geldboete. De VREG zou daarentegen over een discretionaire bevoegdheid beschikken om niet-vlaamse groenestroomcertificaten te aanvaarden en had derhalve kunnen beslissen om de door eiseres voorgelegde certificaten te aanvaarden, nu zij - nog volgens eiseres - voldeden aan de omschrijvingen en vereisten van groenestroomcertificaten vervat in artikel 1 van het Besluit van 25 februari 2005 van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 15 van het BVR van 5 maart 2004 inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen Voor 2005 waren de volgende bepalingen in voege: Artikel 25 van het Elektridteitsdecreet bepaalde: "Onverminderd artikel 23, 1 en 2, wordt de Vlaamseregering gemachtigd om, na advies van de reguleringsinstantie, rekening houdende met het bestaan van gelijke of gelijkwaardige garanties inzake de aflevering van dergelijke certificaten, certificaten te aanvaarden voor groene stroom die niet is geproduceerd in het VlaamseGewest", Artikel 15 van het BVR van 5 maart 2004, zoals vervangen bij BVR van 25 februari 2005, luidde: "' 1. Voor het voldoen aan de certificatenverplichting aanvaardt de VREGenkel de groenestroomcertificaten die worden toegekend voor elektriciteit, opgewekt door middel van: 1 Zonne-energie; 2 Windenergie; 3 Waterkracht < 10 MW; 4 Getijdenenergie en golfslagenergie; 5 Aardwarmte;... 6 Biogas voortkomend uit de vergisting van organisch-biologische stoffen: a) in vergistingsinsta/laties; b) in stortplaatsen; 7 Energie opgewekt uit volgende organisch-biologische stoffen : a) producten, bestaande uit plantaardige materialen of delen daarvan van landbouw of bosbouw; b) dierlijke mest; 18

21 c) organisch-biologische afvalstoffen die selectief ingezameld werden en niet in aanmerking komen voor materiaalrecyclage of worden verwerkt conform de bepalingen van het van toepassing zijnde sectorale uitvoeringsplan; d) organisch-biologische afvalstoffen die gesorteerd worden uit restafval en niet in aanmerking komen voor materiaalrecyclage of worden verwerkt conform de bepalingen van het van toepassing zijnde sectorale uitvoeringsplan; :', e) het organisch-biologisch deel van reststvst. op voorwaarde dat de betrokken verwerkingsinstallatie door energierecuperatie een primaire energiebesparing realiseert van minstens 35 % van de energie-inhoud van de afvalstoffen verwerkt in de installatie. 2. De groenestroomcertificaten die naar het buitenland werden uitgevoerd, worden niet aanvaard voor het voldoen aan de certificatenverplichting. '~ Partijen zijn het er kennelijk over eens dat het deze bepaling is die van toepassing is op het onderhavige geding. 19. In de eerste plaats is op te merken dat in elke hypothese de rechtbank dient na te gaan of de regels waarop de VREG zich heeft gesteund bij het nemen van haar beslissingen, niet in strijd zijn met hogere rechtsnormen en met name met de Grondwet en regelen van internationale verdragen die rechtstreekse werking hebben in de interne rechtsorde, zoals wordt aangevoerd door eiseres. In voorkomend geval zal derhalve toepassing moeten worden gemaakt van artikel 159 G.W., dan wel van het beginsel van voorrang van het verdraqsrecht. 20. Uit de bepaling van artikel 15 van het BVRvan 5 maart 2004, zoals van toepassing op het onderhavige geding, vloeit kennelijk geen enkele geografische beperking voort met betrekking tot de oorsprong van de groenestroomcertificaten, noch wordt het aan de Vlaamse Regering overgelaten om de nadere voorwaarden te bepalen waaronder groenestroomcertificaten uit een andere land of gewest kunnen worden aanvaard zonder beperking inzake de plaats waar de daarop betrekking hebbende groene stroom werd geproduceerd. Vanaf de inwerkingtreding van het besluit van 25 februari 2005 (zijnde vanaf 8 maart 2005) worden derhalve enkel inhoudelijke criteria bepaald voor de aanvaarding van groenestroomcertificaten. In dat verband stelde de Raad van State afdeling wetgeving in zijn advies betreffende het BVR van 8 juli 2005 (advies /1 van de Raad van State, gegeven op 12 mei 2005 met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1 0, van de gecoördineerde wetten op de Raadvan State, stuk 16 bundel eiseres):.."artikel 25 van het Elektriciteitsdecreet machtigt de VlaamseRegering, om, na advies van de reguleringsinstantiel' rekening houdend met het bestaan van gelijke of gelijkwaardige garanties inzake de toekenning van dergelijke certificaten, certificaten te aanvaarden voor groene 19

22 stroom die niet is geproduceerd in het Vlaamse Gewest. In tegenstelling tot wat de gemachtigde voorhoudt, veronderstelt de toepassing van deze bepaling niet dat er voordien door de Vlaamse Regering een uitvoeringsbesluit wordt genomen. '~ In zijn arrest van 19 mei 2010, waarnaar 'de VREG zelf uitdrukkelijk verwijst, stelde de Raad aangaande artikel 15 van het BVR van 5 maart 2004, zoals gewijzigd bij BVR van 25 februari 2005 (punt io. 31): "8.6.2 Artikel 15 van het besluit van de Vlaamseregering van 5 maart 2004 is vervangen bij besluit van de Vlaamse regering van 25 februari 2005, met ingang van 8 maart Zoals voorheen, bepaalt paragraaf 1 van het nieuwe artikel 15 de voorwaarden waaraan groenestroomcertificaten moeten voldoen om door de VREG te worden aanvaard, voor het voldoen aan de verplichting opgelegd bij artikel 23 van het Elektriciteitsdecreet. Anders dan voorheen, wordt in de inleidende zin van artikel 15, 1, niet meer vereist dat de elektriciteit moet zijn "opgewekt in het Vlaamse Gewest of in gebieden zoals bedoeld in artikel 6 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de eektndteltsmerkt": Artikel 15is later opnieuw vervangen bij besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 2005, en gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse regering van 20 april 2007 en 5juni Aan de inleidende zin van artikel' 15, 1 (thans, ingevolge de toevoeging van een tweede lid bij het laatstgenoemde besluit: inleidende zin van artikel 15, 1, eerste lid) is echter niets gewijzigd. (..) [Aangaande de exceptie van verlies van belang in de loop van het geding} In zoverre het beroep is gericht tegen artikel 15van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 2004, moet vastgesteld worden dat die bepaling van kracht is geweest van 2 april 2004 tot aan het schorsingsarrest nr van 23 december Nadien is dat artikel 15 vervangen bij het besluit van de Vlaamseregering van 25 februari 2005, met ingang van 8 maart Volgens de nieuwe bepaling aanvaardt de VREG alle groenestroomcertificaten die aan bepaalde inhoudelijke voorwaarden voldoen, zonder beperking inzake de plaats waar de daarop betrekking hebbende groene stroom is geproduceerd. Voortaan kan de VREG dus ook certificaten aanvaarden die zijn toegekend in een ander' gewest of in het buitenland." (onderlijning en benadrukking door de rechtbank) Geen enkele bepaling lijkt de VREG aldus te kunnen hebben verhinderen om een onderzoek te voeren naar de gelijke of gelijkwaardige garanties die werden geboden door groenestroomcertificaten uit andere gewesten of 20

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 II In.Opst. Kenm. Nr _.. ~... EENSLUIDEND AFSCHRIFT van een minuut van de Rechtbank van eerste aanleg Te Brussel Ingeschreven in bet register van het Hof van Justitie

Nadere informatie

28 SEPTEMBER 2001. Besluit van de Vlaamse regering inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen De Vlaamse

28 SEPTEMBER 2001. Besluit van de Vlaamse regering inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen De Vlaamse N. 2001 2938 [C 2001/36198] 28 SEPTEMBER 2001. Besluit van de Vlaamse regering inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 27 januari 2009

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 27 januari 2009 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 29 MEI 2000 C.96.0188.N/1 Nr. C.96.0188.N.- VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein, 19,

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout I Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan 2016/ 3 Datum van u'rtspraak 04.01.2016 op op op Rolnummer 10-1864-A ' t/ Vlaams Gewest Niet aan te bieden aan de ontvanger Rechtbank

Nadere informatie

van 23 februari 2010

van 23 februari 2010 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

, weduwe van de heer. wonende te Zele, te Zele, wettelijke erfgenaam van de. heer, wonende te ZeleJ

, weduwe van de heer. wonende te Zele, te Zele, wettelijke erfgenaam van de. heer, wonende te ZeleJ Repertorium nummer 2015 / 31- ) Datum vr.n uitspraak Uitgereikt aan Uitgereikt aar. 03 MAART 2015 Rol nummer 13/865/A op op op.r. "' J D Niet aan te bieden aan de ontvanger Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 20 juli 2004. gewijzigd op 24 januari 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 20 juli 2004. gewijzigd op 24 januari 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de lektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II- laan 7 B - 1210 BRUSSL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13 50 web : www.vreg.be

Nadere informatie

Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen

Rechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen Uitgifte Vonnisnummer Repertoriumnummer 2015 / Datum van uitspraak 18 november 2015 Rolnummer A / 15 / 3831 Niet aan te bieden aan de ontvanger Rechtbank van Kohandel Antwerpen, afdeling Antwerpen Tussenvonnis

Nadere informatie

Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02.08.2002 C(2002)2904 fin. Betreft: Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen Excellentie, Bij schrijven

Nadere informatie

, geboren te op ' met ondernemingsnummer ~ wonende te. eisende p a r tij: vertegenwoordigd door mr te

, geboren te op ' met ondernemingsnummer ~ wonende te. eisende p a r tij: vertegenwoordigd door mr te 18-04-2014 REP. NR. UITGIFTE AFGELEVERD AAN OP BUR NR; KOSTEN BLZ; X 1.75 EUR = EUR HET VREDEGERECHT VAN HET DERDE KANTON TE BRUGGE HEEFT HET HIERNAVOLGEND VONNIS VERLEEND : IN DE ZAAK INZAKE :, geboren

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart gewijzigd op 2 maart 2010

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart gewijzigd op 2 maart 2010 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

van 23 februari 2010

van 23 februari 2010 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

van 11 december 2007

van 11 december 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B-1000 Brussel Tel. +32 2 553 13 53 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web:

Nadere informatie

van 23 februari 2010

van 23 februari 2010 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 juni 2008

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 juni 2008 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST. Rep. rif.: Zitting van: 7.12.2009. Nummer:

Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST. Rep. rif.: Zitting van: 7.12.2009. Nummer: Nummer: Rep. rif.: Zitting van: 7.12.2009 Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN, 15te bis KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen: Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST

Nadere informatie

van 25 september 2009

van 25 september 2009 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest Nr.: 6tt161 A.R. Nr.: 2012/ AR/ 1017 Rep. m.: 2012/ 4fi Afschrift in uitvoering van het Gerechtelijk Wet.boek Vrij van recht art. 280-2 WJUlG. HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL l'r kamer, zetelend in burgerlijke

Nadere informatie

rlr Rechtbank wan eerste aanleg afdeling Dendermonde Oost-Vlaanderen, KORTGEDING 1 24 JUNI /l/C 2015/ 'iuif 1/5 op op op Repertoriumnummer

rlr Rechtbank wan eerste aanleg afdeling Dendermonde Oost-Vlaanderen, KORTGEDING 1 24 JUNI /l/C 2015/ 'iuif 1/5 op op op Repertoriumnummer rlr Repertoriumnummer 2015/ 'iuif Uitgergikt aan Uitgereikt a an Uitgereikt aan Datum van uitspraak 24 JUNI 2015 Rolnummer op op op 15/l/C Niet aan te bieden aan de ontvanger Rechtbank wan eerste aanleg

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent;

Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent; HET HOF, Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent; Gelet op het arrest van dit Hof van 15 januari 1988; Over het eerste middel, gesteld als

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 31 mei 2005

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 31 mei 2005 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 53 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Beslissing

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 29 april 2008

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 29 april 2008 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

JURIDAT. Nummer : Rep. : 2010/

JURIDAT. Nummer : Rep. : 2010/ JURIDAT Nummer : Rep. : 2010/ Zitting van : 10 maart 2010 Eindarrest Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANT- WERPEN, 3e KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen : In zake

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 april 2008

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 april 2008 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

vonnis Redhtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdesing Brugge, sectie burgerlijke rechtbank vierde kamer Uitgifte

vonnis Redhtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdesing Brugge, sectie burgerlijke rechtbank vierde kamer Uitgifte '\5 >w!fi44i I-.-: ai L, 9?&L,ols 2318 Uitgifte Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan op op op Nict aan te bieden aan de ontvanger Redhtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdesing Brugge, sectie

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 juli gewijzigd op 16 september 2009

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 juli gewijzigd op 16 september 2009 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

van 23 februari 2010

van 23 februari 2010 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Rechtbank v n eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie burgerlijke rechtbank

Rechtbank v n eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie burgerlijke rechtbank Repertorium nummer Uitgifte Afsc r11t c:; kcn11 s ge:-111c;': c;: u:!voc:11jd vai' a:".. l.. Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan 2018/ 14 Datum van uitspraak 13/08/2018 op op op ( Rolnummer A.R.nr.17/1739/A

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan Uitgereiktaan Uiigereikt aan 206/ Datum van uitspraak 0-05-206 Rolnummer 5-249-A / Stedenbouwkundig Inspecteur ; j j j Rechtsmiddelen VERZET aangerekend cp: i

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 05/12/2014

Datum van inontvangstneming : 05/12/2014 Datum van inontvangstneming : 05/12/2014 J, I C-412A~- -"1 l 2 0 8 /2 5/ 1 4 RepertoriumnumrTl r 2014/)O~.sb Uitgereikt aan Uitgereikt aan Datum van uitspraak 2 september 2014 Rolnummer op a- " Dp op 2004/4110/A

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart 2009

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart 2009 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER ARREST nr. A/2013/0075 van 19 februari 2013 in de zaak 2010/0528/SA/3/0681 In zake: de nv... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

, r rj' Rechtbank van eerste aardeg Antwerpen, afdeling Turnhout. ,.,. t \ f.l :1 t.l "f-.t ' Rechtsmiddelen. itgifte.

, r rj' Rechtbank van eerste aardeg Antwerpen, afdeling Turnhout. ,.,. t \ f.l :1 t.l f-.t ' Rechtsmiddelen. itgifte. Repertoriumnummer 2018 / 11 1 c Datum van uitspraak 10-04-2018 Rolnurnmer 17-785-A,-------r --- U itgifte,.,. t \ f.l :1 t.l "f-.t ' Rechtsmiddelen 1_ 1'.! - - -- 1 \,f P/I i\10 INJ d ri 0 Niet aan te

Nadere informatie

ADVIES OVER HET WIJZIGINGSBESLUIT GROENE STROOM

ADVIES OVER HET WIJZIGINGSBESLUIT GROENE STROOM ADVIES OVER HET WIJZIGINGSBESLUIT GROENE STROOM Brussel, 12 maart 2003 031203_Advies_Groene_stroom 1. INLEIDING Op 24 februari 2003 heeft de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Rolnummer 2268 Arrest nr. 29/2002 van 30 januari 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen Onderwerp Schatting van aandelen. Controleschatting. Vonnis. Exceptie van gewijsde Datum 27 juni 2007 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2014 / Datum van uitspraak 19 december 2014 Rolnummer op JGR 2014/AB/890 Arbeidshof te Brussel vijfde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2014/AB/890 p. 2 ARBEIDSRECHT

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2015 C.13.0615.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0615.N Ch. V., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893 RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK IXe KAMER A R R E S T nr. 199.862 van 25 januari 2010 in de zaak A. 187.639/IX-5893 In zake : Dennis X. bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Karel S.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MEI 2008 C.05.0223.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0223.F AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. B. P., 2. AXA BELGIUM, naamloze

Nadere informatie

Hof van beroep Antwerpen

Hof van beroep Antwerpen Uitgifte Repertoriumnummer Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan 2014 / Datum van uitspraak 5 november 2014 op op op Rolnummer BUR BUR BUR 2014/AR/1866 rrest pige tenuitvoerlegging Hof van beroep

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 maart 2005

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 maart 2005 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Beslissing

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 januari 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 januari 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 5 januari 2010

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 5 januari 2010 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Rolnummer: 21 Nummer van het arrest: A2 van 28 november 2002 ARREST. De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën,

Rolnummer: 21 Nummer van het arrest: A2 van 28 november 2002 ARREST. De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën, Blad 1 REKENHOF Rolnummer: 21 Nummer van het arrest: 2.120.043 A2 van 28 november 2002 ARREST De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën, Tegen: De heer D., gedagvaard in zijn

Nadere informatie

Rolnummer 5794. Arrest nr. 50/2014 van 20 maart 2014 A R R E S T

Rolnummer 5794. Arrest nr. 50/2014 van 20 maart 2014 A R R E S T Rolnummer 5794 Arrest nr. 50/2014 van 20 maart 2014 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 11 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 28 juni 2013 houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JANUARI 2017 C.11.0724.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0724.F 1. BELGOLAISE nv, 2. BANQUE CENTRALE DU CONGO, Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen MEL ZAÏRE,

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 januari 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 januari 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 1e blad. rep.nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 24 MAART 2011 7e KAMER SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT WERKNEMERS - werkloosheid tegensprekelijk definitief kennisgeving art. 580, 2, Ger.

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC/M/1516/0030 van 26 november 2015 In de zaak van de bvba 10POND, met maatschappelijke zetel te 9770 Kruishoutem, Duifhuisstraat 21, voor en namens wie optreedt mr. Koen

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN DECREET. tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zitting 2006-2007 4 juli 2007 ONTWERP VAN DECREET tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1208 (2006-2007) Nr. 1: Ontwerp

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Rechtbank van Eerste Aanleg Mechelen Onderwerp Vertegenwoordiging door voorlopig bewindvoerder in een echtscheidingsprocedure Datum 19 september 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van dit

Nadere informatie

van 13 november 2007

van 13 november 2007 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Afgeleverd aan. Referentie bestelling. CD nummer RD nummer. RD nummer bedrag: EUR bedrag:. EUR datum: Rechtsmiddelen VERZET aangetekend op: AR-nr.

Afgeleverd aan. Referentie bestelling. CD nummer RD nummer. RD nummer bedrag: EUR bedrag:. EUR datum: Rechtsmiddelen VERZET aangetekend op: AR-nr. Repertoriumnummer Afgeleverd aan Afgeleverd aan 18/ Griffienummer 18/ Rolnummer 18/3316/A Datum van uitspraak 13 november 2018 Referentie bestelling Referentie bestelling CD nummer CD nummer RD nummer

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

ARBEIDSRECHTBANK TE ANTWERPEN VAN 8 MEI 2014

ARBEIDSRECHTBANK TE ANTWERPEN VAN 8 MEI 2014 A. R. Nr. 13/469/A ARBEIDSRECHTBANK TE ANTWERPEN VAN 8 MEI 2014 INZAKE : V. D. E. MARC, wonende te 2060-Antwerpen, ( ). EISENDE PARTIJ, vertegenwoordigd door Mr. L. D. M., advocaat, 2000- Antwerpen, (

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 april gewijzigd op 23 februari 2010.

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 april gewijzigd op 23 februari 2010. Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B - 1000 BRUSSEL e-mail : info@vreg.be tel. : +32 2 553 13 53 fax : +32 2 553 13

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 SEPTEMBER 2010 S.09.0039.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.09.0039.N D.A., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel - -- Vonnisnurnmer I Griffienummer - 2019/710 Repertoriumnummer I Europees Datum van uitspraak 30 april 2019 Naam van de eerste beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 12H021585 rechtbank van eerste

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België C.09.0590.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0323.F 1. A. B. en, 2. H. K., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. J. T. en, 2. N. Z, Mr. Michel Mahieu, advocaat

Nadere informatie

Rapport van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juni 2004

Rapport van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juni 2004 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 53 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Rapport

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 10/12/2013

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 10/12/2013 Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B-1000 Brussel Gratis telefoon

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 JANUARI 2011 C.08.0364.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0364.N C.B., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MAART 2015 F.14.0084.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0084.N VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister-president, met kabinet te 1000 Brussel,

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.358/3 van 27 november 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie houdende de indeling van biogas- en verbrandingsinstallaties

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.343/3 van 17 mei 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van diverse besluiten, wat betreft de kilometerheffing, de invordering

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Beroep te Brussel Onderwerp Dagvaarding van een tijdelijke vereniging/vennootschap. Ontbreken van rechtspersoonlijkheid Datum 26 oktober 2009 Copyright and disclaimer Gelieve er nota

Nadere informatie

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal.

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal. Arrestnummer Datum van uitspraak Notitie-nummer griffie Notitienummer parfcet-generaal Hof van beroep G. (...) Arrest Aangeboden op Niet te registreren In de zaak van het openbaar ministerie en de burgerlijke

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

Typ hier de naam van hedrijf

Typ hier de naam van hedrijf Typ hier de naam van hedrijf Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 BRUSSEL e-mail: info@vreg.be tel +32 2 553 13 53 fax +32 2 553

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST nr. 242.698 van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.780/IX-8773 In zake: het OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2012/0457 van 7 november 2012 in de zaak 1011/0835/A/3/0784 In zake: de heer.., wonende te.. bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert VRINTS kantoor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 MAART 2010 P.10.0284.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0284.F I - II PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL, beide cassatieberoepen tegen 1. M. B., Mr. Carine Couquelet,

Nadere informatie

Rapport van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 augustus 2006

Rapport van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 augustus 2006 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Rapport

Nadere informatie

In zake: 2010/AR/3198

In zake: 2010/AR/3198 Nummer: Rep. nr.: 2011/ Zitting van: 8 maart 2011 Tussenarrest Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN, TWEEDE KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen: In zake:

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN ARREST. Afdeling Antwerpen A.R. 2010/AA/15 OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN NOVEMBER TWEEDUIZEND EN ELF

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN ARREST. Afdeling Antwerpen A.R. 2010/AA/15 OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN NOVEMBER TWEEDUIZEND EN ELF ARBEIDSHOF TE Afdeling Antwerpen Rep.nr... ARREST A.R. 2010/AA/15 Eindarrest op tegenspraak (verzending naar hof van beroep te Antwerpen in toepassing van artikel 643 van het Gerechtelijk Wetboek) tweede

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

Recht doende in burgerlijke zaken, heeft het volgende arrest uitgesproken: In zake: 2009/AR/ (Antwerpen), ap pe 1 1 anten,

Recht doende in burgerlijke zaken, heeft het volgende arrest uitgesproken: In zake: 2009/AR/ (Antwerpen), ap pe 1 1 anten, Nummer: 2S4H Rep. nr.: Zitting van: Het Hof van beroep te Antwerpen, zitting houdend te Antwerpen, ZESDE KAMER, Recht doende in burgerlijke zaken, heeft het volgende arrest uitgesproken: In zake: 2009/AR/992

Nadere informatie

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T Rolnummers 6797 en 6800 Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel III.26 van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Vrederechter

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 14/04/2015 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 JUNI 2012 C.11.0735.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0735.N BELGISCHE STAAT, minister van Binnenlandse Zaken, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen A. D. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JUNI 2006 C.04.0290.N-C.04.0359.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I Nr. C.04.0290.N W.J., in zijn hoedanigheid van curator van de NV Daniël Van Ceulebroeck, eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0094 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0579/SA Verzoekende partijen Verwerende partij 1. de heer William ROTTIERS

Nadere informatie

van de Advocaat-Generaal C. Wampach in de zaak B 98/1 - Béatrice CODDENS, vertaler-directeur,

van de Advocaat-Generaal C. Wampach in de zaak B 98/1 - Béatrice CODDENS, vertaler-directeur, Vertaling Conclusie van de Advocaat-Generaal C. Wampach in de zaak B 98/1 - Béatrice CODDENS, vertaler-directeur, ambtenaar bij het Secretariaat-Generaal van de Benelux Economische Unie tegen BENELUX ECONOMISCHE

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER TUSSENARREST nr. S/2013/0269 van 17 december 2013 in de zaak 1112/0485/SA/3/0437 In zake: 1. de heer..., wonende te... 2. mevrouw..., wonende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST nr. A/2011/0030 van 23 maart 2011 in de zaak 2010/0319/SA/3/0300 In zake: 1. de vzw... 2. mevrouw... 3. de heer... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0092 in de zaak met rolnummer 1617-RvVb-0521-A Verzoekende partij de nv ASPIRAVI vertegenwoordigd door advocaat Gregory

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Statistieken Laatste aanpassing 03/06/2015 Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong Dit document bevat de gegevens betreffende het aantal toegekende groenestroomcertificaten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 JUNI 2011 C.10.0490.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0490.F STAD LA LOUVIÈRE, Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B.M., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 31 mei 2007 in de zaak A /X-8757.

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 31 mei 2007 in de zaak A /X-8757. RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T nr. 171.665 van 31 mei 2007 in de zaak A. 57.044/X-8757. In zake : Frans CLEMENS, die woonplaats kiest bij advocaat M. DENYS, kantoor houdende te 1560

Nadere informatie